Voorouders leden kommer
en ellende door misoogsten
PEEL EN MAAS
Wie zei er wat van goede oude tijd....?
HET WEER IN 1723
Voet van de rem
De boer mag op de dag van
indaag zelden of nooit meer spre-
m van een misoogst. Hagel -of
gen kunnen zijn gewas wel eens
j^Ké schade toebrengen, maar of
it leidt tot een misoogst
Vroeger was dat kennelijk wel
it geval, zo kunnen we uit oude
(schriften opmaken.
Een volledig beeld geven over in
ae omgeving in het verleden
orgekomen misoogsten is on
billijk, zo niet onmogelijk. Daar-
n enige schetsen over een viertal
omvangrijke misoogsten uit de
eiirayse geschiedenis.
Het is voor onze generatie steeds
loeilijker te begrijpen, hoe men
oeger dikwijls moest ploeteren en
hrapen om voldoende voedsel te
rgaren voor het gezin, voor de
sstapel en voor de vaak in na-
ra op te brengen lasten. Nog
aejlij ker kunnen wij ons ver-
aatsen in de ellende, die er soms
terste tengevolge van misgewas,
ai b.v. veroorzaakt werd door
roogte, nachtvorst of hagelslag.
Onze voorouders hebben onder
aelide hemel geleefd als wij en
bben zowel goed als slecht weer
kend- Maar terwijl tegenwoordg
n mislukking van de oogst als re-
i beperkt blijft tot een gchade-
ist, was het vroeger een ruïne
ig. Menige hardwerkende familie
rviel dan tot de grpte groep der
nvermogenden, of soms nog er-
:r, tot de bedelstaf-
DE 19e EEUW
In de vorige eeuw was 1845 een
slecht oogstjaar voor de aerd-
ipelen. Zo betaaLde men, door de
baarste gedwongen, in september
dat jaar in Venray en in de
_te omgeving reeds 75 a 80 ct.
or een vat aardappelen 14 kg)
later liep deze prijs zelf op tot
1.50. Volgens het gemeentelijk
rrespondentieregister uit dat jaar
ireef wethouder Hendrik van
n Boogaard op 14 september een
ief aan de gouverneur. Hierin
ed hij mededeling van de bijzon-
x slechte toestand, waarin de
idappelen verkeerden en dat de
orraad zeker niet meer bedroeg
de helft van een normale
gst. Uit deze brief valt op te ma
il dat de aardappelen ernstig
or phitophtora waren aangetast-
viel er een toename van
il van levensmiddelen te kon
teren- Een paar voorbeelden
irvan zijn: In de nacht van 19
20 december werden in de
tuur van Arnold van Neerven
Lull. 115 schoven rogge uitge-
jgen en de rogge gestolen- Op 21
[«nber werden bij de wed- Tho-
s Geurts, twee stukken spek
tvreemd-
Een volledige misoogst bracht net
arop volgende jaar 1846. Door de
tte winter waren de landerijen
ider water gelopen, waardoor een
oot gedeelte van de rogge ver
ren ging en bovendien kon met
voorjaarswerkzaamheden te laat
orden begonnen. De rogge kostte
n met St. Andries (30 november)
gulden per vat van 15,6 kg.
enige tijd later zelfs 68 gulden.
Tijdens deze laatste grote hon-
rsnood tengevolge van een na-
lurramp die grote delen van West-
urcpa teisterde, werd er bittere
rmoede geleden Duizenden men-
n vertrokken, soms door de over-
id gesubsidieerd, vanuit de ha-
van Antwerpen naair Noord-
tnerika- Weer anderen begingen
nstige overtredingen of misdrij-
n, om zodoende in de gevangenis
hongerdood te kunnen ontlopen.
lp 17 augustus schreef burge
nter Frans Verblackt de vol
de brief aan de officier van
istitie te Roermond: „In deze ge-
Sente zijn kwaardaardige ouders,
hun kinderen aanzetten tot het
elen van veldvruchten- Daar de-
ouders niet op de beste repu
te kunnen bogen en om schrik
Kier dit soort schelmen te jagen,
ht ik het doelmatig, dat deze
»r de marechausseé voor het trl-
Ifflaal worden gebracht. Ik twij-
er niet aan, of deze velddieve-
en, welke zeer frequent voorko
en, zullen dan gestraft worden".
Burgemeester Frans Verblackt
(1817—1847)
(tekening gem. archief Venray)
DE 18e EEUW
in dë 18e eeuw waren 1723 en
'24 verschrikkelijke rampjaren
Dor de overwegend agrarische be-
olking van Pruisisch Gelre, waar-
e in die tijd ook Venray behoor-
Op 31 augustus 1723 deelden
Venrayse bestuurders aan de
»inklijke Commissie, die de af
vaardigden van de Pruisische
hing waren, te Geldem mee, dat
door de langdruige droogte en gro
te hitte de granen grotendeels ver
zengd waren en de weilanden to
taal verdord. Het weinige, dat hun
nog was overgebleven, hadden ze
bovendien nog verloren door de
op de droogte volgende periode
van orkaanachtige noordelijke win
den, die vergezeld waren gegaan
van harde regenvlagen-
Op de beste boerderijen was nog
niet de helft van een normale rog-
geoogst gegroeid, maar op de mees
te o-a- op de Boschhuizen, in Cas-
tenray en Oostrum, haalde men
niet eens een vierde van de ge
bruikelijke opbrengst- Deze bere
kende men in die dagen op onge
veer 900 kg per ha. In Castenray
had de collecteur nog op enkele
boerderijen, van 30 morgen of
7 ha maar en een halve malder
rogge uitslagen (gedorst). Hierbij
gevoegd de slechte prijzen voor het
vee, dat vanwege het voedseltekort
niet te verkopen was en de beslag
leggingen op veel boerderijen zon
der dat dit enig soulaas bood.
Nabij was de ruïnering van de
gemeente, wanneer zij aan de haar
opgelegde verplichtingen moest vol
doen.
Door de bestuurders van de
heerlijkheden Grubbenvorst, Hel
den, Horst, Lottum, Maasbree en
Sevenum werden in die periode ge
lijksoortige brieven naar Geldem
verzonden.
I
GEBREK AAN VOEDSEL
De voedselsituatie verslechterde
zodanig, dat al op 20 september
1723 de regeerders van de eerder
genoemde heerlijkheden zich in een
gezamenlijk rekest tot Friederich
Wilhelm I van Pruisen wendden-
Hierin deelden zij de koning mee,
dat, tengevolge van het uitzonder
lijke slechte weer, de ingezetenen
niet meer een derde van een nor
male oogst hadden kunnen verza
melen- Verder schreven ze, dat,
tengevolge van deze misoogst, er
onvoldoende levensmiddelen aan
wezig waren en hun vee schier
van gebrek stond te vergaan-
Met pijn in het hart konstateerden
ze, dat het voor de inwoners on
mogelijk zou zijn om aan Zijne
Majesteits beden en andere opge
legde schatpenningen te voldoen-
De bestuurders verzochten de ko
ning te bewilligen, dat de opge
legde belastingen, zoals die mo
menteel door de belastingvergaar-
ders in dat jaar werden uitgeschre
ven, met de helft werden vermin
derd. In hoeverre de koning op dit
verzoek is ingegaan, is niet duide
lijk. Hij stond niet als vrijgevig
bekend.
Inmiddels was de tijd aangebro
ken dat de alkkers opnieuw met
wintergranen werden ingezaaid.
Men rekende hiervoor een half
mailder rogge per morgen van 2298
m (135,6 kg per ha); maar, omdat
de beschikbare zaai rogge hiervoor
ontoereikend was, bleven er grote
stukken land onbezaaid liggen.
Koning Friedrich Wilhelm I van
Pruisen
(geschilderd door Antoon Pesne)
In februari 1724 was de voedsel
voorraad praktisch uitgeput en er
was een nijpend tekort aan voor
jaarszaaigranen. Voor het vee was
geen ander voer meer beschikbaar
dan verdorde heide of afgestorven
buntgras en biezen. De mest bleef
noodgedwongen onverwerkt op de
akkers liggen-
Op 26 februari lieten de sche
penen van Kessel weten, hoe dra
matisch de situatie van de voedsel
voorziening voor de inwoners was-
Uit deze verklaring, die ongetwij
feld op de gehele streek van toe
passing was, bleek, dat veel men
sen geen ander brood dian van ge
malen eikels, vermengd met spur-
riezaad aten- Verder dat nog maar
enkelen in de gelukkige omstan
digheid verkeerden, dat zij nog
brood konden bakken van een wei-
nik boekweitmeel vermengd met
spurriezaad-
De lente brak aan en de weers
omstandigheden waren gunstig te
noemen. De vroeggezaaide rogge
schoot al in de aren en de malse
boekweitplantjes deden het goed.
De vier zorgelijke dagen der ijs-
heiligen waren zonder nachtvorst
gepasseerd. In de nacht daarna, 18
mei, was het aardoppervlak echter
door de sterke uitstraling tot eni
ge graden onder het vriespunt af
gekoeld. Geruisloos en kil had zich
boven de ontwakende akkers een
dichte stralingsmist gevormd, die
op zijn beurt door de opkomende
zonnewarmte langzaam werd geab
sorbeerd.
Enkele uren latei staarden de al
zo zwaar beproefde akkerlieden,
naar de bevroren gewassen op de
troosteloze akkers. Het was duide
lijk: in de afgelopen nacht was
voor veel mensen de hoop op een
betere toekomst voor tenminste
één jaar de grond in geslagen-
DE SCHADE
Al snel kwamen de bestuurders
van de heerlijkheden Baarlo, Hel
den, Horst, Kessel, Maasbree, Seve
num, Swolgen en Venray in ver
gadering bijeen en besloten een
overzicht vap de aangerichte scha
de op te stellen- Een maand later
waren ze klaar en rapporteerden,
op 19 juni, hun bevindingen aan
de Koninklijke Commissie te Gel
dem (ook wel eens Kriegs- und
Domanenkammer genoemd)- Na in
korte trekken het tafereel der el-
lende te hebben geschetst, schre
ven ze, dat op 18 mei j-1. een zo
danige koude nevel over het land
was getrokken, dat bijna alle ge
wassen waren bevroren. Hierdoor
waren de ingezetenen niet in staat
ook maar de helft van de uitge
zaaide granen terug te winnen en
ze zouden zonder hulp van buiten
af gedoemd zijn, samen met hun
vee, van honger en ellende om te
komen.
De opgenomen schade was als
volgt:
volledig bevroren
gedeelte bevroren
Baarlo
289,50 morgen
rogge
Helden
892,50 morgen
rogge en 910,38 morgen rogge
Horst
7.150 morgen
rogge
53,50 morgen
Vlas
Kessel
522,75 morgen
rogge
30,25 morgen
raadzaad
Maasbree
889 morgen
rogge en 160 morgen rogge
Sevenum
962,25 morgen
rogge
103 morgen
evene-koren
67,75 morgen
boekweit
32,50 morgen
haver en
enkele morgen
koolzaad
Swolgen
484,63morgen
rogge
Venray
3.536 morgen
rogge (was 812,50 ha)
54,38 morgen
raapzaad (was 12.50 ha)
en al het
vlas
De in cultuur gebrachte grond in
Venray bestond uit: 5.339 Cuykse
morgens akkerland en 3-208 mor
gens weiland, of respectievelijk uit
1.227 en 737 ha (de overige
dorpen rekenden in Gelderse mor
gens).
In totaal waren in bovengenoem
de dorpen ±2-450 ha met graan
verloren gegaan. De schade werd
geraamd op 30.645 malder, dat on
geveer 1.940.000 kg was. HierSij
waren de gewassen, welke voor
veevoer dienden, nog buiten be
schouwing gelaten- Verder waren
in de schadeberekening niet opge
nomen de percelen, welke nog de
helft van 't uitgezaaide koren kon
den opbrengen-
Voor een normale voetselvoorzie-
ning van de bevolking, die uit
10-306 zielen bestond, rekende men
per hoofd anderhalf malder rogge
en één malder van andere graan
soorten. Dit kwam neer op
1-000.000 kg rogge en 600.000
van andere granen, zoals boekweit,
tarwe, gerst en haver.
Om in de komende herfst nog
10.215 morgen met rogge te kun
nen bezaaien, had men 5.107 5 mal
der zaad nodig, die men bij lange
na niet in de genoemde dorpen zou
kunnen oogsten- Indien geen zaai
granen beschikbaar werden ge
steld,, zouden de akkers onverzorgd
en braak blijven lggen- Dit zou niet
alleen de totale ondergang van
het gebied betekenen, maar daar
enboven zou dit onvermijdelijk tot
groot verlies van Zijne Majesteits
intresten en belastingpenningen
leiden.
Mede om de hoge importheffing
op vee naar de provinciën der Ver
enigde Nederlanden, werden de
boeren, ondanks het grote tekort
aan deugdelijk veevoer, gedwongen
hun vee te houden.
Om bovengenoemde redenen ver
zochten de regeerders in hun re
kest om in het nog resterende ge
deelte van het jaar vrijgesteld te
mogen blijven van alle nog te be
talen belastingen en voor de daar
op volgende jaren een gedeeltelijke
vrijstelling. Hierdoor zouden zij
weer in de gelegenheid komen,
zich van de thans heersende mise
rabele toestand te herstellen-
HULP VAN IIET
PRUISISCHE LANDSBESTUUR
Zoals te verwachten was, werd
de voedselvoorziening nog nijpen
der dan zij al was. In oktober 1724
was in Venray de nood zo hoog ge
stegen, dat Jan Kerstjens, bier
brouwer. en Comelis Pits, herber
gier in de Zwaan, namens de ge
zamenlijke schepenen bij de Ko
ninklijke Commissie te Geldem
aanklopten. Zij smeekten bij deze
instantie om hulp, „daar zij over
géén voedsel meer beschikten en
alle ingezetenen van groot tot klein
schier van honger stonden te ver
gaan". Het lot van de verarmde
inwoners legden ze daarmee in
handen van de liefdadigheid van
het Pruisische Landsbestuur. De
schepenen smeekten om toch alsje
blief een minimum van 400 malder
rogge 25-000 kg) uit de graan-
magazijnen te Geldem te mogen
ontvangen- Graag bezorgden ze na
de oogst van 1725 een gelijke hoe
veelheid rogge van dezelfde kwa
liteit terug, als ze maar van die
ellendige hongersnood werden ver
lost.
Op 15 november d-a.v- liet de
Commissie weten dat men onder de
navolgende voorwaarden 24 wuiffel
rogge, Berlijnse maat, mocht ko
men afhalen:
1. De vertegenwoordigers van Ven
ray moesten eerst een officieel
verzoek om hulp bij de heer
Schültze, directeur der belastin
gen te Geldem, indienen en met
hem een regeling treffen over
het afhalen.
2- Na de oogst van 1725 moest
Venray 25 wuiffel rogge van
tenminste gelijke kwaliteit te
Geldern terugbezorgen (dit was
4.167°/o meer en kwam overeen
met 12-470 kg)-
3. Alle in cultuur zijnde grond
moest koilektief als onderpand
tot zekerheid voor de teruggave
dienen.
4- De rogge mocht alleen gedis
tribueerd worden onder de eige
naren van cultuurgrond en naar
rato van hun bezit.
5. De pachters en halfmannen
moesten hun aandeel bij de
verpachters ophalen.
Deze brief, waarbij aan de Ven
rayse bevolking 11.970 kg rogge
werd geleend, was mede onderte
kend door de uit Venray afkomsti
ge advocaat S- P. Coninx- Hopelijk
waren de Venrayse bestuurders in
de gelegenheid, om de ongeveer
zes kilogram rogge per hoofd van
de bevolking, op humanere wijze
te verdelen dan in de voorwaarden
was opgenomen.
DE EINDAFREKENING
Tijdens de geërfdenvergadering
op 10 oktober 1725 werden de re
keningen van Jan Kerstjens en
Comelis Pits, aangaande de ge
haalde rogge te Geldem en de ver
deling daarvan, gecontroleerd en in
orde bevonden. Ter vergadering
bleek tevens, dat nog niet iedereen
aan zijn verplichting, de rogge te
rug te leveren, had voldaan- In dit
verband werden de namen van Jan
Denissen, Jacob van Hulum en
Thomas Hendrickx genoemd.
GEVOLGEN VOOR DE
BEVOLKING
Behalve het gegeven, dat de be
volking naast de Pruisische ko
ning, ook nog eens schraalhans als
hun heer en meester moesten er
kennen, had deze hongersnood on
miskenbare gevolgen voor het aan
tal geboorten, huwelijken en over-
lijdens. Wel moet hierbij worden
opgemerkt, dat de verschillen in de
eerder genoemde dorpen sterk uit
een liepen. Globaal kan worden
gesteld, dat in de periode van juli
1723 t.m- juni 1725, het aantal ge
boorten daalde met 15%, de hu
welijken met 30% en het aan
tal begravingen met 25% toe
nam.
Deze percentages vormen de stil
le getuigen van ellende en noodlot,
die onze voorouders, afhankelijk als
ze waren van de grillen der natuur,
maar al te vaak voor lief moesten
nemen-
G- J. M- Verlinden
VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1981 Nr.. 39
HONDERDENTWEEDE JAARGANG
Voor- de Info van deze keer hebben
wij besloten in te gaan op het ver
zoek van enkelen, om extra aandacht
te besteden aan een tweetal onder
werpen.
REIZEN MET REDUKTIE
De laatste tijd komt het nogal eens
voor dat ouderen bij de Afdeling Be
volking in het gemeentehuis komen
vragen naar speciale passen, die hen
dan een aanmerkelijke reduktie zou
den geven op boot-, vlieg- en trein
reizen. Deze mening moet evenwel
op een vergissing berusten. Om het
reizen voor ouderen wat aantrekke
lijker te maken hebben o.a. de Ne
derlandse Spoorwegen een speciale
reduktiekaart voor ouderen in omloop
gebracht. Deze kaart geeft 40% re
duktie bij het kopen van dagretours,
weekendretours alsmede dagkaartjes
en 50% bij enkele reizen. Dames van
af 60 jaar en heren vanaf 65 jaar
komen hiervoor in aanmerking. Als
extra voordeel krijgen de bezitters
van een 60-plus en/of 65 plus-kaart
elk jaar een zevental vrije reisdagen.
Aan het loket van het station is een
folder verkrijgbaar. Hierin staat pre
cies op welke dagen u van dit extra
voordeel gebruik kunt maken.
65-plussers die door Europa willen
reizen kunnen onbeperkt in 17 West-
Europese landen terecht.
Enkel op vertoon van een bewijsje
waaruit uw leeftijd blijkt kunt u al
aan het stationsloket terecht voor het
kopen van een reduktiekaart. Tot nog
toe kost een kaart voor drie maanden
28.en voor een heel jaar 66,50
voor (echt)paren zijn die prijzen
42,en 101,Deze kaarten
kunt u onmiddellijk krijgen, mits u
maar een pasfoto meebrengt U hoeft
voor zo een kaart dus niet eerst
naar het gemeentehuis. De man/vrouw
achter het stationsloket is graag be
reid u nog meer informatie te geven.
Een heel andere zaak is Pas 65
Deze wordt wel afgegeven door de
afdeling bevolking van het gemeente
huis. Op vertoon van deze kaart die
6.50 kost, en steeds geldig blijft,,
kunt u heel wat kortingen krijgen,
bijvoorbeeld op bus. tram, entree
prijzen van b.v. musea of tentoon
stellingen. bij bepaalde sportwedstrij
den, de bibliotheek, enz.
IETS OVER SLAPELOOSHEID
Ons werd gevraagd hierover iets
eenvoudigs te schrijven.
Welnu: Slapeloosheid komt veel
voor. Nauwkeurige onderzoekingen
hebben uitgewezen, dat ongeveer een
vijfde deel van de bevolking lijdt aan
slapeloosheid. Sommige mensen kun
nen vrij precies zeggen waar die sla
peloosheid vandaan komt. Vaak is er
ook helemaal geen oorzaak te vinden.
Op zich behoeft slapeloosheid dan
ook geen ramp te zijn. Een slechte
nacht is helemaal niet erg. In ieders
leven zijn er immers tijden dat het
slapen minder goed wil. Maken we
van die slapeloosheid vaak niet een
probleem? Grijpen wij niet te snel
uit voorzorg naar een slaapmid
del? Sommige mensen klagen soms
ten onrechte. Ze denken alleen maar
dat ze slecht geslapen hebben, of
hebben dat gevoel. Andere mensen
doen langer over inslapen. Worden
's nachts wel eens wakker en worden
dan "s morgens ook nog vroeger
wakker dan ze willen. Dat hoeft alle
maal niet persé te betekenen dat zij
dus ook slecht geslapen hebben. Ook
zo'n slaap kan best voldoende zijn.
Niet iedereen heeft evenveel slaap
nodig: voor sommigen is vier uur
echt genoeg.
Na enig speurwerk bij het K.N.M.I. in De Bilt, is het mogelijk gebleken ons nog
een vrij aardig beeld van het weer in 1723 te vormen.
Neerslag:
Normale neerslag
Volgens metingen
Volgens metingen
in De Bilt
in De Bilt 1976
te Delft in 1723
(zeer droge zomer)
April
49 mm
10 mm
11 mm
Mei
52 mm
25 mm
9 mm
Juni
58 mm
53 mm
6 mm
159 mm
88 mm
26 mm
Juli
78 mm
45 mm
85 mm
Augustus
89 mm
15 mm
92 mm
167 mm
60 mm
177 mm
Totaal
326 mm
148 mm
203 mm
Waarnemingen te Breda gedaan in 1723:
Neerslag: april 5 dagen; mei 3 dagen; juni 2 dagen.
Temperatuur: juli 13,6 °C; augustus 15,9 °C.
Volgens een kroniekschrijver was aldaar van 19 maart tot 31 mei 1723 geen
regenbui voorgekomen, waarvoor de mensen plachten te schuilen.
Brussel:
Eind mei werden daar, ter verkrijging van regen, in veel kerken speciale ge
beden gezegd.
OUDE INHOUDS- EN VLAKTEMATEN
Ter verduidelijking voor de lezer, volgt hier 'n overzicht van het in neven
staand artikel voorkomende inhouds- en vlaktematen. Verder weerspiegelt het
taalgebruik een enkele maal, dat van onze voorouders!
1 vat (Venraijse maat) 22.5885 liter 15,60 kg rogge
4 vat 1 malder 62,40 kg rogge
8 malder 1 wuiffel 499,20 kg rogge
1 roeden (Gelderse maat) 20,04 m2
129 roeden 1 Gelderse morgen 2585 m2
1 Cuykse morgen 2298 m2
4,35 Cuykse morgen 1 ha
Een graanvat uit 1798, Venrayse maat, met ingebrand gemeentestempel»
Toch is er een groep mensen, die
echt kan spreken van slapeloos
heid. Mensen die door werkelijk en
voortdurend gebrek aan slapen bij
het opstaan beroerd, suf, prikkelbaar
niet uitgerust zijn. Wat verhindert bij
mensen dat natuurlijke proces van
slapen?
Oorzaken:
Er kunnen zich klachten voordoen
van lichamelijke en/of geestelijke aard,
zoals pijn, spanning, angst of over
vermoeidheid. Een vorm van slape
loosheid die vooral bij ouderen vaak
voorkomt is het even inslapen en
daarna weer wakker worden. Zij heb
ben daardoor het idee nooit meer aan
een behoorlijke slaap toe te komen
In veel gevallen is hieraan best iets
te doen. Hebt u last van pijn of moet
u 's nachts veel hoesten, ga dan rus
tig naar uw huisarts.
Is het meer uw geest, die u uit uw
slaap houdt, ga dan na of u zich
ergens zorgen over maakt. Kunt u in
uw eigen omgeving niet uit uw zor
gen komen, roep dan gerust de hulp
van iemand waarmee u rustig alles
kunt uitpraten. Hebt u niemand dan
kunt u altijd het Buro voor Maatschap
pelijk Werk om hulp vragen.
Praktische tips:
Voor die mensen die niet zo dui
delijk kunnen aangeven waarom ze
zo slecht kunnen slapen, volgen hier
onder wellicht enkele nuttige tips om
beter te kunnen (in)slapen.
Denk nooit bij het naar bed gaan:
„ik kan toch niet inslapen" „daar
komt die vreselijke nacht weer";
maar denk aan iets prettigs!
Controleer of uw bed wel goed
voor u is, kraakt op piept het
soms, is het wel fris opgemaakt,
zijn de lakens niet te krap en
geeft het hoofdkussen wel vol
doende steun?
Ga zoveel mogelijk op dezelfde
tijd naar bed en sta op dezelfde
op, uitgeslapen of niet!
Wie gewend is aan een middag
dutje. moet dat niet overslaan.
Hebt u de volgende dag drukke
bezigheden, overdenk ze dan en
probeer er wat orde in te bren
gen voordat u naar bed gaat; dat
geeft rust.
Gebruik uw avondeten minstens
vier uur voor het naar bed gaan.
Drink minder koffie, minder alco
hol, rook minder, zeker een uur
voor bedtijd. Drink liever kruiden
thee of warme melk (met of zon
der honing). Met alcohol vormen
slaapmiddelen een hele slechte
combinatie!
Neem voor het slapen gaan een
warme douche. Draag gemakkelijke
nachtkleding; laat het haar los
hangen.
Zorg vooral voor een frisse (de
hele nacht) slaapkamer.
Gebruik geen „vracht" zware de
kens.
Loop of beweeg nog wat voor
het slapen gaan.
Doe de T.V. een flinke tijd voor
het naar bed gaan uit en leg een
ingewikkeld breipatroon tijdig op
zij.
Slaapmiddelen.
Tot slot nog wat over slaapmidde
len. Slaapmiddelen verkorten vaak de
duur van de tijd waarin wij dromen.
Die dromen hebben wij nodig om het
dagelijks gebeuren te kunnen verwer
ken. Mensen die zeggen dat zij nooit
dromen, doen dat in feite wel, maar
kunnen het niet meer herinneren,
Volgens onderzoekingen wordt men
door regelmatig gebruik van slaap
middelen alleen nog maar beroerder
(behalve als men ze af en toe ge
bruikt en ook dan is het nog uitkij
ken).
Slaapmiddelen doen weinig anders
dan je suf maken, zodat je (in)slaapt;
werken overdag vrij lang na en na
2 tot 4 weken gebruik helpen zij
minder; waardoor het gevaar van ver
slaving aan slaapmiddelen gaat ont
staan. Verder lossen ze nauwelijks
iets op! Vaak wordt er als eerste
oplossing voor slaapproblemen ge
grepen naar slaapmiddelen. Het ge
bruik hiervan zou pas in echt uiterste
gevallen moeten worden toegepast.
WELTERUSTEN.
Een 20 jarige autobestuurder uit
Wanssum moest voor de spoorweg
overgang te Oostrum afremmen,
maar zijn voet schoot van het
rempedaal af en daardoor schoof
de auto door tegen de achterzijde
van de voor de overweg stilstaande
personenauto van een 20 jarige
Venray naar. Het bleef bij materiële
schade.
Hinderlijk ophouden
Wegens het zich op hinderlijke wijze
ophouden in het portiek van de LTS
en het uitlokken van een vechtpartij
werden twee jongelui van 18 en 20
jaar aangehouden. Na onderzoek en
verhoor en aanzegging dat proces
verbaal zal worden opgemaakt, werd
het tweetal naar huis gestuurd.
Auto raakte
bejaarde
Een 34 jarige bestuurder van een
personenauto afkomstige uit het En
gelse Colleford reed over de Deurne-
seweg toen vanaf de Kiekweg de 83-
jarige fietser v.D. de Deurneseweg
ovrstak. De bejaarde had de auto niet
gezien. Veel stuurmanskunst en wat
geluk konden niet verhinderen, dat
de bejaarde fietser even werd geraakt.
In het ziekenhuis bleek dat hij geen
letsel had opgelopen.