Voorouders leden kommer en ellende door misoogsten PEEL EN MAAS Wie zei er wat van goede oude tijd....? HET WEER IN 1723 Voet van de rem De boer mag op de dag van indaag zelden of nooit meer spre- m van een misoogst. Hagel -of gen kunnen zijn gewas wel eens j^Ké schade toebrengen, maar of it leidt tot een misoogst Vroeger was dat kennelijk wel it geval, zo kunnen we uit oude (schriften opmaken. Een volledig beeld geven over in ae omgeving in het verleden orgekomen misoogsten is on billijk, zo niet onmogelijk. Daar- n enige schetsen over een viertal omvangrijke misoogsten uit de eiirayse geschiedenis. Het is voor onze generatie steeds loeilijker te begrijpen, hoe men oeger dikwijls moest ploeteren en hrapen om voldoende voedsel te rgaren voor het gezin, voor de sstapel en voor de vaak in na- ra op te brengen lasten. Nog aejlij ker kunnen wij ons ver- aatsen in de ellende, die er soms terste tengevolge van misgewas, ai b.v. veroorzaakt werd door roogte, nachtvorst of hagelslag. Onze voorouders hebben onder aelide hemel geleefd als wij en bben zowel goed als slecht weer kend- Maar terwijl tegenwoordg n mislukking van de oogst als re- i beperkt blijft tot een gchade- ist, was het vroeger een ruïne ig. Menige hardwerkende familie rviel dan tot de grpte groep der nvermogenden, of soms nog er- :r, tot de bedelstaf- DE 19e EEUW In de vorige eeuw was 1845 een slecht oogstjaar voor de aerd- ipelen. Zo betaaLde men, door de baarste gedwongen, in september dat jaar in Venray en in de _te omgeving reeds 75 a 80 ct. or een vat aardappelen 14 kg) later liep deze prijs zelf op tot 1.50. Volgens het gemeentelijk rrespondentieregister uit dat jaar ireef wethouder Hendrik van n Boogaard op 14 september een ief aan de gouverneur. Hierin ed hij mededeling van de bijzon- x slechte toestand, waarin de idappelen verkeerden en dat de orraad zeker niet meer bedroeg de helft van een normale gst. Uit deze brief valt op te ma il dat de aardappelen ernstig or phitophtora waren aangetast- viel er een toename van il van levensmiddelen te kon teren- Een paar voorbeelden irvan zijn: In de nacht van 19 20 december werden in de tuur van Arnold van Neerven Lull. 115 schoven rogge uitge- jgen en de rogge gestolen- Op 21 [«nber werden bij de wed- Tho- s Geurts, twee stukken spek tvreemd- Een volledige misoogst bracht net arop volgende jaar 1846. Door de tte winter waren de landerijen ider water gelopen, waardoor een oot gedeelte van de rogge ver ren ging en bovendien kon met voorjaarswerkzaamheden te laat orden begonnen. De rogge kostte n met St. Andries (30 november) gulden per vat van 15,6 kg. enige tijd later zelfs 68 gulden. Tijdens deze laatste grote hon- rsnood tengevolge van een na- lurramp die grote delen van West- urcpa teisterde, werd er bittere rmoede geleden Duizenden men- n vertrokken, soms door de over- id gesubsidieerd, vanuit de ha- van Antwerpen naair Noord- tnerika- Weer anderen begingen nstige overtredingen of misdrij- n, om zodoende in de gevangenis hongerdood te kunnen ontlopen. lp 17 augustus schreef burge nter Frans Verblackt de vol de brief aan de officier van istitie te Roermond: „In deze ge- Sente zijn kwaardaardige ouders, hun kinderen aanzetten tot het elen van veldvruchten- Daar de- ouders niet op de beste repu te kunnen bogen en om schrik Kier dit soort schelmen te jagen, ht ik het doelmatig, dat deze »r de marechausseé voor het trl- Ifflaal worden gebracht. Ik twij- er niet aan, of deze velddieve- en, welke zeer frequent voorko en, zullen dan gestraft worden". Burgemeester Frans Verblackt (1817—1847) (tekening gem. archief Venray) DE 18e EEUW in dë 18e eeuw waren 1723 en '24 verschrikkelijke rampjaren Dor de overwegend agrarische be- olking van Pruisisch Gelre, waar- e in die tijd ook Venray behoor- Op 31 augustus 1723 deelden Venrayse bestuurders aan de »inklijke Commissie, die de af vaardigden van de Pruisische hing waren, te Geldem mee, dat door de langdruige droogte en gro te hitte de granen grotendeels ver zengd waren en de weilanden to taal verdord. Het weinige, dat hun nog was overgebleven, hadden ze bovendien nog verloren door de op de droogte volgende periode van orkaanachtige noordelijke win den, die vergezeld waren gegaan van harde regenvlagen- Op de beste boerderijen was nog niet de helft van een normale rog- geoogst gegroeid, maar op de mees te o-a- op de Boschhuizen, in Cas- tenray en Oostrum, haalde men niet eens een vierde van de ge bruikelijke opbrengst- Deze bere kende men in die dagen op onge veer 900 kg per ha. In Castenray had de collecteur nog op enkele boerderijen, van 30 morgen of 7 ha maar en een halve malder rogge uitslagen (gedorst). Hierbij gevoegd de slechte prijzen voor het vee, dat vanwege het voedseltekort niet te verkopen was en de beslag leggingen op veel boerderijen zon der dat dit enig soulaas bood. Nabij was de ruïnering van de gemeente, wanneer zij aan de haar opgelegde verplichtingen moest vol doen. Door de bestuurders van de heerlijkheden Grubbenvorst, Hel den, Horst, Lottum, Maasbree en Sevenum werden in die periode ge lijksoortige brieven naar Geldem verzonden. I GEBREK AAN VOEDSEL De voedselsituatie verslechterde zodanig, dat al op 20 september 1723 de regeerders van de eerder genoemde heerlijkheden zich in een gezamenlijk rekest tot Friederich Wilhelm I van Pruisen wendden- Hierin deelden zij de koning mee, dat, tengevolge van het uitzonder lijke slechte weer, de ingezetenen niet meer een derde van een nor male oogst hadden kunnen verza melen- Verder schreven ze, dat, tengevolge van deze misoogst, er onvoldoende levensmiddelen aan wezig waren en hun vee schier van gebrek stond te vergaan- Met pijn in het hart konstateerden ze, dat het voor de inwoners on mogelijk zou zijn om aan Zijne Majesteits beden en andere opge legde schatpenningen te voldoen- De bestuurders verzochten de ko ning te bewilligen, dat de opge legde belastingen, zoals die mo menteel door de belastingvergaar- ders in dat jaar werden uitgeschre ven, met de helft werden vermin derd. In hoeverre de koning op dit verzoek is ingegaan, is niet duide lijk. Hij stond niet als vrijgevig bekend. Inmiddels was de tijd aangebro ken dat de alkkers opnieuw met wintergranen werden ingezaaid. Men rekende hiervoor een half mailder rogge per morgen van 2298 m (135,6 kg per ha); maar, omdat de beschikbare zaai rogge hiervoor ontoereikend was, bleven er grote stukken land onbezaaid liggen. Koning Friedrich Wilhelm I van Pruisen (geschilderd door Antoon Pesne) In februari 1724 was de voedsel voorraad praktisch uitgeput en er was een nijpend tekort aan voor jaarszaaigranen. Voor het vee was geen ander voer meer beschikbaar dan verdorde heide of afgestorven buntgras en biezen. De mest bleef noodgedwongen onverwerkt op de akkers liggen- Op 26 februari lieten de sche penen van Kessel weten, hoe dra matisch de situatie van de voedsel voorziening voor de inwoners was- Uit deze verklaring, die ongetwij feld op de gehele streek van toe passing was, bleek, dat veel men sen geen ander brood dian van ge malen eikels, vermengd met spur- riezaad aten- Verder dat nog maar enkelen in de gelukkige omstan digheid verkeerden, dat zij nog brood konden bakken van een wei- nik boekweitmeel vermengd met spurriezaad- De lente brak aan en de weers omstandigheden waren gunstig te noemen. De vroeggezaaide rogge schoot al in de aren en de malse boekweitplantjes deden het goed. De vier zorgelijke dagen der ijs- heiligen waren zonder nachtvorst gepasseerd. In de nacht daarna, 18 mei, was het aardoppervlak echter door de sterke uitstraling tot eni ge graden onder het vriespunt af gekoeld. Geruisloos en kil had zich boven de ontwakende akkers een dichte stralingsmist gevormd, die op zijn beurt door de opkomende zonnewarmte langzaam werd geab sorbeerd. Enkele uren latei staarden de al zo zwaar beproefde akkerlieden, naar de bevroren gewassen op de troosteloze akkers. Het was duide lijk: in de afgelopen nacht was voor veel mensen de hoop op een betere toekomst voor tenminste één jaar de grond in geslagen- DE SCHADE Al snel kwamen de bestuurders van de heerlijkheden Baarlo, Hel den, Horst, Kessel, Maasbree, Seve num, Swolgen en Venray in ver gadering bijeen en besloten een overzicht vap de aangerichte scha de op te stellen- Een maand later waren ze klaar en rapporteerden, op 19 juni, hun bevindingen aan de Koninklijke Commissie te Gel dem (ook wel eens Kriegs- und Domanenkammer genoemd)- Na in korte trekken het tafereel der el- lende te hebben geschetst, schre ven ze, dat op 18 mei j-1. een zo danige koude nevel over het land was getrokken, dat bijna alle ge wassen waren bevroren. Hierdoor waren de ingezetenen niet in staat ook maar de helft van de uitge zaaide granen terug te winnen en ze zouden zonder hulp van buiten af gedoemd zijn, samen met hun vee, van honger en ellende om te komen. De opgenomen schade was als volgt: volledig bevroren gedeelte bevroren Baarlo 289,50 morgen rogge Helden 892,50 morgen rogge en 910,38 morgen rogge Horst 7.150 morgen rogge 53,50 morgen Vlas Kessel 522,75 morgen rogge 30,25 morgen raadzaad Maasbree 889 morgen rogge en 160 morgen rogge Sevenum 962,25 morgen rogge 103 morgen evene-koren 67,75 morgen boekweit 32,50 morgen haver en enkele morgen koolzaad Swolgen 484,63morgen rogge Venray 3.536 morgen rogge (was 812,50 ha) 54,38 morgen raapzaad (was 12.50 ha) en al het vlas De in cultuur gebrachte grond in Venray bestond uit: 5.339 Cuykse morgens akkerland en 3-208 mor gens weiland, of respectievelijk uit 1.227 en 737 ha (de overige dorpen rekenden in Gelderse mor gens). In totaal waren in bovengenoem de dorpen ±2-450 ha met graan verloren gegaan. De schade werd geraamd op 30.645 malder, dat on geveer 1.940.000 kg was. HierSij waren de gewassen, welke voor veevoer dienden, nog buiten be schouwing gelaten- Verder waren in de schadeberekening niet opge nomen de percelen, welke nog de helft van 't uitgezaaide koren kon den opbrengen- Voor een normale voetselvoorzie- ning van de bevolking, die uit 10-306 zielen bestond, rekende men per hoofd anderhalf malder rogge en één malder van andere graan soorten. Dit kwam neer op 1-000.000 kg rogge en 600.000 van andere granen, zoals boekweit, tarwe, gerst en haver. Om in de komende herfst nog 10.215 morgen met rogge te kun nen bezaaien, had men 5.107 5 mal der zaad nodig, die men bij lange na niet in de genoemde dorpen zou kunnen oogsten- Indien geen zaai granen beschikbaar werden ge steld,, zouden de akkers onverzorgd en braak blijven lggen- Dit zou niet alleen de totale ondergang van het gebied betekenen, maar daar enboven zou dit onvermijdelijk tot groot verlies van Zijne Majesteits intresten en belastingpenningen leiden. Mede om de hoge importheffing op vee naar de provinciën der Ver enigde Nederlanden, werden de boeren, ondanks het grote tekort aan deugdelijk veevoer, gedwongen hun vee te houden. Om bovengenoemde redenen ver zochten de regeerders in hun re kest om in het nog resterende ge deelte van het jaar vrijgesteld te mogen blijven van alle nog te be talen belastingen en voor de daar op volgende jaren een gedeeltelijke vrijstelling. Hierdoor zouden zij weer in de gelegenheid komen, zich van de thans heersende mise rabele toestand te herstellen- HULP VAN IIET PRUISISCHE LANDSBESTUUR Zoals te verwachten was, werd de voedselvoorziening nog nijpen der dan zij al was. In oktober 1724 was in Venray de nood zo hoog ge stegen, dat Jan Kerstjens, bier brouwer. en Comelis Pits, herber gier in de Zwaan, namens de ge zamenlijke schepenen bij de Ko ninklijke Commissie te Geldem aanklopten. Zij smeekten bij deze instantie om hulp, „daar zij over géén voedsel meer beschikten en alle ingezetenen van groot tot klein schier van honger stonden te ver gaan". Het lot van de verarmde inwoners legden ze daarmee in handen van de liefdadigheid van het Pruisische Landsbestuur. De schepenen smeekten om toch alsje blief een minimum van 400 malder rogge 25-000 kg) uit de graan- magazijnen te Geldem te mogen ontvangen- Graag bezorgden ze na de oogst van 1725 een gelijke hoe veelheid rogge van dezelfde kwa liteit terug, als ze maar van die ellendige hongersnood werden ver lost. Op 15 november d-a.v- liet de Commissie weten dat men onder de navolgende voorwaarden 24 wuiffel rogge, Berlijnse maat, mocht ko men afhalen: 1. De vertegenwoordigers van Ven ray moesten eerst een officieel verzoek om hulp bij de heer Schültze, directeur der belastin gen te Geldem, indienen en met hem een regeling treffen over het afhalen. 2- Na de oogst van 1725 moest Venray 25 wuiffel rogge van tenminste gelijke kwaliteit te Geldern terugbezorgen (dit was 4.167°/o meer en kwam overeen met 12-470 kg)- 3. Alle in cultuur zijnde grond moest koilektief als onderpand tot zekerheid voor de teruggave dienen. 4- De rogge mocht alleen gedis tribueerd worden onder de eige naren van cultuurgrond en naar rato van hun bezit. 5. De pachters en halfmannen moesten hun aandeel bij de verpachters ophalen. Deze brief, waarbij aan de Ven rayse bevolking 11.970 kg rogge werd geleend, was mede onderte kend door de uit Venray afkomsti ge advocaat S- P. Coninx- Hopelijk waren de Venrayse bestuurders in de gelegenheid, om de ongeveer zes kilogram rogge per hoofd van de bevolking, op humanere wijze te verdelen dan in de voorwaarden was opgenomen. DE EINDAFREKENING Tijdens de geërfdenvergadering op 10 oktober 1725 werden de re keningen van Jan Kerstjens en Comelis Pits, aangaande de ge haalde rogge te Geldem en de ver deling daarvan, gecontroleerd en in orde bevonden. Ter vergadering bleek tevens, dat nog niet iedereen aan zijn verplichting, de rogge te rug te leveren, had voldaan- In dit verband werden de namen van Jan Denissen, Jacob van Hulum en Thomas Hendrickx genoemd. GEVOLGEN VOOR DE BEVOLKING Behalve het gegeven, dat de be volking naast de Pruisische ko ning, ook nog eens schraalhans als hun heer en meester moesten er kennen, had deze hongersnood on miskenbare gevolgen voor het aan tal geboorten, huwelijken en over- lijdens. Wel moet hierbij worden opgemerkt, dat de verschillen in de eerder genoemde dorpen sterk uit een liepen. Globaal kan worden gesteld, dat in de periode van juli 1723 t.m- juni 1725, het aantal ge boorten daalde met 15%, de hu welijken met 30% en het aan tal begravingen met 25% toe nam. Deze percentages vormen de stil le getuigen van ellende en noodlot, die onze voorouders, afhankelijk als ze waren van de grillen der natuur, maar al te vaak voor lief moesten nemen- G- J. M- Verlinden VRIJDAG 25 SEPTEMBER 1981 Nr.. 39 HONDERDENTWEEDE JAARGANG Voor- de Info van deze keer hebben wij besloten in te gaan op het ver zoek van enkelen, om extra aandacht te besteden aan een tweetal onder werpen. REIZEN MET REDUKTIE De laatste tijd komt het nogal eens voor dat ouderen bij de Afdeling Be volking in het gemeentehuis komen vragen naar speciale passen, die hen dan een aanmerkelijke reduktie zou den geven op boot-, vlieg- en trein reizen. Deze mening moet evenwel op een vergissing berusten. Om het reizen voor ouderen wat aantrekke lijker te maken hebben o.a. de Ne derlandse Spoorwegen een speciale reduktiekaart voor ouderen in omloop gebracht. Deze kaart geeft 40% re duktie bij het kopen van dagretours, weekendretours alsmede dagkaartjes en 50% bij enkele reizen. Dames van af 60 jaar en heren vanaf 65 jaar komen hiervoor in aanmerking. Als extra voordeel krijgen de bezitters van een 60-plus en/of 65 plus-kaart elk jaar een zevental vrije reisdagen. Aan het loket van het station is een folder verkrijgbaar. Hierin staat pre cies op welke dagen u van dit extra voordeel gebruik kunt maken. 65-plussers die door Europa willen reizen kunnen onbeperkt in 17 West- Europese landen terecht. Enkel op vertoon van een bewijsje waaruit uw leeftijd blijkt kunt u al aan het stationsloket terecht voor het kopen van een reduktiekaart. Tot nog toe kost een kaart voor drie maanden 28.en voor een heel jaar 66,50 voor (echt)paren zijn die prijzen 42,en 101,Deze kaarten kunt u onmiddellijk krijgen, mits u maar een pasfoto meebrengt U hoeft voor zo een kaart dus niet eerst naar het gemeentehuis. De man/vrouw achter het stationsloket is graag be reid u nog meer informatie te geven. Een heel andere zaak is Pas 65 Deze wordt wel afgegeven door de afdeling bevolking van het gemeente huis. Op vertoon van deze kaart die 6.50 kost, en steeds geldig blijft,, kunt u heel wat kortingen krijgen, bijvoorbeeld op bus. tram, entree prijzen van b.v. musea of tentoon stellingen. bij bepaalde sportwedstrij den, de bibliotheek, enz. IETS OVER SLAPELOOSHEID Ons werd gevraagd hierover iets eenvoudigs te schrijven. Welnu: Slapeloosheid komt veel voor. Nauwkeurige onderzoekingen hebben uitgewezen, dat ongeveer een vijfde deel van de bevolking lijdt aan slapeloosheid. Sommige mensen kun nen vrij precies zeggen waar die sla peloosheid vandaan komt. Vaak is er ook helemaal geen oorzaak te vinden. Op zich behoeft slapeloosheid dan ook geen ramp te zijn. Een slechte nacht is helemaal niet erg. In ieders leven zijn er immers tijden dat het slapen minder goed wil. Maken we van die slapeloosheid vaak niet een probleem? Grijpen wij niet te snel uit voorzorg naar een slaapmid del? Sommige mensen klagen soms ten onrechte. Ze denken alleen maar dat ze slecht geslapen hebben, of hebben dat gevoel. Andere mensen doen langer over inslapen. Worden 's nachts wel eens wakker en worden dan "s morgens ook nog vroeger wakker dan ze willen. Dat hoeft alle maal niet persé te betekenen dat zij dus ook slecht geslapen hebben. Ook zo'n slaap kan best voldoende zijn. Niet iedereen heeft evenveel slaap nodig: voor sommigen is vier uur echt genoeg. Na enig speurwerk bij het K.N.M.I. in De Bilt, is het mogelijk gebleken ons nog een vrij aardig beeld van het weer in 1723 te vormen. Neerslag: Normale neerslag Volgens metingen Volgens metingen in De Bilt in De Bilt 1976 te Delft in 1723 (zeer droge zomer) April 49 mm 10 mm 11 mm Mei 52 mm 25 mm 9 mm Juni 58 mm 53 mm 6 mm 159 mm 88 mm 26 mm Juli 78 mm 45 mm 85 mm Augustus 89 mm 15 mm 92 mm 167 mm 60 mm 177 mm Totaal 326 mm 148 mm 203 mm Waarnemingen te Breda gedaan in 1723: Neerslag: april 5 dagen; mei 3 dagen; juni 2 dagen. Temperatuur: juli 13,6 °C; augustus 15,9 °C. Volgens een kroniekschrijver was aldaar van 19 maart tot 31 mei 1723 geen regenbui voorgekomen, waarvoor de mensen plachten te schuilen. Brussel: Eind mei werden daar, ter verkrijging van regen, in veel kerken speciale ge beden gezegd. OUDE INHOUDS- EN VLAKTEMATEN Ter verduidelijking voor de lezer, volgt hier 'n overzicht van het in neven staand artikel voorkomende inhouds- en vlaktematen. Verder weerspiegelt het taalgebruik een enkele maal, dat van onze voorouders! 1 vat (Venraijse maat) 22.5885 liter 15,60 kg rogge 4 vat 1 malder 62,40 kg rogge 8 malder 1 wuiffel 499,20 kg rogge 1 roeden (Gelderse maat) 20,04 m2 129 roeden 1 Gelderse morgen 2585 m2 1 Cuykse morgen 2298 m2 4,35 Cuykse morgen 1 ha Een graanvat uit 1798, Venrayse maat, met ingebrand gemeentestempel» Toch is er een groep mensen, die echt kan spreken van slapeloos heid. Mensen die door werkelijk en voortdurend gebrek aan slapen bij het opstaan beroerd, suf, prikkelbaar niet uitgerust zijn. Wat verhindert bij mensen dat natuurlijke proces van slapen? Oorzaken: Er kunnen zich klachten voordoen van lichamelijke en/of geestelijke aard, zoals pijn, spanning, angst of over vermoeidheid. Een vorm van slape loosheid die vooral bij ouderen vaak voorkomt is het even inslapen en daarna weer wakker worden. Zij heb ben daardoor het idee nooit meer aan een behoorlijke slaap toe te komen In veel gevallen is hieraan best iets te doen. Hebt u last van pijn of moet u 's nachts veel hoesten, ga dan rus tig naar uw huisarts. Is het meer uw geest, die u uit uw slaap houdt, ga dan na of u zich ergens zorgen over maakt. Kunt u in uw eigen omgeving niet uit uw zor gen komen, roep dan gerust de hulp van iemand waarmee u rustig alles kunt uitpraten. Hebt u niemand dan kunt u altijd het Buro voor Maatschap pelijk Werk om hulp vragen. Praktische tips: Voor die mensen die niet zo dui delijk kunnen aangeven waarom ze zo slecht kunnen slapen, volgen hier onder wellicht enkele nuttige tips om beter te kunnen (in)slapen. Denk nooit bij het naar bed gaan: „ik kan toch niet inslapen" „daar komt die vreselijke nacht weer"; maar denk aan iets prettigs! Controleer of uw bed wel goed voor u is, kraakt op piept het soms, is het wel fris opgemaakt, zijn de lakens niet te krap en geeft het hoofdkussen wel vol doende steun? Ga zoveel mogelijk op dezelfde tijd naar bed en sta op dezelfde op, uitgeslapen of niet! Wie gewend is aan een middag dutje. moet dat niet overslaan. Hebt u de volgende dag drukke bezigheden, overdenk ze dan en probeer er wat orde in te bren gen voordat u naar bed gaat; dat geeft rust. Gebruik uw avondeten minstens vier uur voor het naar bed gaan. Drink minder koffie, minder alco hol, rook minder, zeker een uur voor bedtijd. Drink liever kruiden thee of warme melk (met of zon der honing). Met alcohol vormen slaapmiddelen een hele slechte combinatie! Neem voor het slapen gaan een warme douche. Draag gemakkelijke nachtkleding; laat het haar los hangen. Zorg vooral voor een frisse (de hele nacht) slaapkamer. Gebruik geen „vracht" zware de kens. Loop of beweeg nog wat voor het slapen gaan. Doe de T.V. een flinke tijd voor het naar bed gaan uit en leg een ingewikkeld breipatroon tijdig op zij. Slaapmiddelen. Tot slot nog wat over slaapmidde len. Slaapmiddelen verkorten vaak de duur van de tijd waarin wij dromen. Die dromen hebben wij nodig om het dagelijks gebeuren te kunnen verwer ken. Mensen die zeggen dat zij nooit dromen, doen dat in feite wel, maar kunnen het niet meer herinneren, Volgens onderzoekingen wordt men door regelmatig gebruik van slaap middelen alleen nog maar beroerder (behalve als men ze af en toe ge bruikt en ook dan is het nog uitkij ken). Slaapmiddelen doen weinig anders dan je suf maken, zodat je (in)slaapt; werken overdag vrij lang na en na 2 tot 4 weken gebruik helpen zij minder; waardoor het gevaar van ver slaving aan slaapmiddelen gaat ont staan. Verder lossen ze nauwelijks iets op! Vaak wordt er als eerste oplossing voor slaapproblemen ge grepen naar slaapmiddelen. Het ge bruik hiervan zou pas in echt uiterste gevallen moeten worden toegepast. WELTERUSTEN. Een 20 jarige autobestuurder uit Wanssum moest voor de spoorweg overgang te Oostrum afremmen, maar zijn voet schoot van het rempedaal af en daardoor schoof de auto door tegen de achterzijde van de voor de overweg stilstaande personenauto van een 20 jarige Venray naar. Het bleef bij materiële schade. Hinderlijk ophouden Wegens het zich op hinderlijke wijze ophouden in het portiek van de LTS en het uitlokken van een vechtpartij werden twee jongelui van 18 en 20 jaar aangehouden. Na onderzoek en verhoor en aanzegging dat proces verbaal zal worden opgemaakt, werd het tweetal naar huis gestuurd. Auto raakte bejaarde Een 34 jarige bestuurder van een personenauto afkomstige uit het En gelse Colleford reed over de Deurne- seweg toen vanaf de Kiekweg de 83- jarige fietser v.D. de Deurneseweg ovrstak. De bejaarde had de auto niet gezien. Veel stuurmanskunst en wat geluk konden niet verhinderen, dat de bejaarde fietser even werd geraakt. In het ziekenhuis bleek dat hij geen letsel had opgelopen.

Peel en Maas | 1981 | | pagina 9