Voor de tweedemaal werd het duide
lijk dat de bevrijding weer niet zou ko
men in een sneltreinvaart met fanfares
en bloemen. Iedere avond donderden
uit de verte bij Helmond, Asten en
Oploo het geschut, soms luid dan
scheen het weer verder weg te zijn. En
weer zakte de stemming, moedeloos
heid kreeg de overhand, kwamen ze
dan nooit.
Ja ze zouden komen, maar zo geheel
anders dan wij verwachten.
Het was 30 september toen 's avonds
om half zes 20 Britse Bommenwerpers
de Duitse artilleriestellingen op het
terrein van St. Anna bombardeerden.
Een verschrikkelijke verwoesting werd
aangericht onder de gebouwen, met de
Duitse stellingen werd een groot deel
van St. Anna volkomen vernietigd, 15
doden onder patiënten en ver
pleegsters! Dit was de oorlog, de eerste
vernielingen. De slachtoffers, daarmee
zouden wij de vrijheid moeten kopen.
De avond viel in, een drukkende stem
ming, een sfeer van onheil lag over
Venray, want overal maakten de mof
fen stellingen, stelden luchtafweer op,
terwijl in het donker de tigers-tanks
door de straten kletterden op weg naar
Overloon. Daar moesten ergens de En
gelsen zijn, niemand wist het precies.
Het was 's avonds half negen, toen
een akelig gierend geluid uit de verte
aankwam, steeds sterker werd, en plots
ophield met een ontzettende ontplof
fing. Wat was dat.... Granaten....
Die eerste angst die je bijna doet ver
stijven, maar waarna je onmiddelijk
als een automatische machine je bukt,
ergens tegen aan gaat liggen, als het
maar iets is, dat een gevoel van veilig
heid geeft. Voor de een is het een tafel
voor de ander de hoek van de kamer,
als je maar in elkaar ergens onder of
tegen aan ligt!
De ene slag volgde na de andere.
Plots was 't stil. IJselijk stil. De eerste
granaten waren gevallen, waar ze van
daan kwamen wist niemand, want het
front was nog ver weg. Het is een
vreemde gewaarwording, je denkt ie
dere keer, dat deze granaat voor jou
bestemd is, maar akelig huilend gaat
hij over je heen.
Naarmate er meer komen werd je
Frontzintuig" wakker, aan de hoogte
van de fluittoon weet je dat de granaat
dichtbij of verder weg neerploft. Uit
eindelijk word je er geheel mee ver
trouwd, hoewel een gevoel van onvei
ligheid en gevaar altijd blijft.
Altijd blijf je gespannen, voortdurend
ben je op een nieuw salvo geconcen
treerd, en het dichtslaan van een deur
kan je tegen de grond doen slaan van
de schrik.
Dat waren dus de eerste granaten en
daarmee werd het kelderleven ingeluid.
Bijna niemand voelde zich meer veilig
's nachts bovengronds,en zo werden de
kelders als slaapplaats en later ook als
woonplaats geinstalleerd.
VENRAY TOEVLUCHTSOORD
VOOR EVACUÉS
De strijd bij Overloon naderde zijn
hoogtepunt, vanuit het Venrayse ge
bied brulden, loeiden de Duitse nevel
werpers, een der meest gevreeste mor
tieren voor de Tommys. Juist van deze
sobbing sisters" of „moaning min-
nies" zoals onze bevrijders hen later
noemden waren uiterst angstaanjagend
en gevaarlijk.
De Duitse nevelwerpers, electrisch
geladen mortieren met 8 vuurmonden
Het naderbij komende oorlogsgeweld,
met alom inslaande granaten, deed menig
middenstander zijn etalage dichttimmeren.
Het mocht niet baten.
schoten vanaf St. Anna hun salvo's op
Overloon, doordat in een razend snel
tempo achtereen 8 granaten afgevuurd
worden heeft 't geheel 'n geluid van 'n
loeiende brullende leeuw, die ijselijke
honger heeft. Ook het geluid van een
loeiende koe, benadert de „muziek"
van de nevelwerper.
Voortdurend cirkelen de dub-
belstaartige Lightnings, de snelle Spit
fires en Hurricanes over het front en
het Duitse hoofdkwartier Venray. De
ene Typhoonaanval na de andere
volgde op de bossen bij Overloon.
De Duitsers, die kostte wat kostte,
hun goed te verdedigen linies wilden
houden, dreven de bevolking van de in
het front gelegen plaatsen eruit, die
van Overloon, Vierlingsbeek, Maas
hees en Holthees.
Onder granaatvuur en voortdurend
gevaar beschoten te worden door dui
kende Typhoons, trokken de vluchte
lingen voort, slechts weinig mochten
zij meenemen. Waar zij heen trokken
interesseerde de moffen niet, in zwei
stunden heraus dat was alles! Toen bo
den de wegen naar Venray in de eerste
octoberdagen de meest verschrikkelij
ke stoet die ik ooit gezien heb. Mensen
met kruiwagens vol beladen met de
kens en koffers, handkarren met aller
lei bagage. Veel waren er ook die enkel
een zware koffer droegen; gelaten en
willoos sjokten zij voort, af en toe om
kijkend naar hun dorp, waar de hemel
reeds rood door het vuur getekend
was. Dit leek mij de ergste verschrik
king, liever gebleven in de hel van gra
naten bij elkaar, dan in het zicht van
de bevrijding verdreven van datgene
waar je je hele leven voor gewerkt
hebt. Alles ten prooi aan plundering en
vernieling!
Nooit zal ik vergeten de uitdrukking
van die oude man van 70 jaar, een
Overloonse boer, die wist dat zijn
zoons heimelijk waren gebleven „zij
zullen ons goed beschermen".
Ja er waren van die onverschrokken
kerels die zich in de grond groeven en
twaalf dagen leefden van veldwortels,
tot de moffen hen ontdekten en hen
naar Venray stuurden.
Zo werd Venray naast het centrum
der Duitse verdediging tussen corridor
en Maas, toevluchtsoord voor alle ver
drevenen uit de dorpen, die onmidde
lijk in de frontlijn lagen. Dat daardoor
de meest verwarde toestanden ontston
den, is duidelijk.
Maar in nood leren de mensen el
kaar vinden en iedereen nam graag 10
tot 20 evacués in huis; sommige boeren
gaven onderdak aan 50 a 60 mensen!
Het klinkt nu bijna ongeloofelijk
maar in tijd van nood en gevaar is alles
mogelijk. Eten was er ruim voldoende,
vlees in overvloed want de meesten
slachten hun vee af, omdat of de mof
fen het meenamen of het ten offer viel
aan granaten. Venray's inwoner aantal
steeg in enkele dagen van 17.000 tot
25.000! Intussen vielen enkele malen
per dag de overrompelende salvo's gra
naten storingsvuur noemt men zoiets,
want stond aan de toegang van Venray
niet: Achtung die Stadt liegt unter feu-
erlichem Störungsfeuer?.
Dit storingsvuur, dat zo eng en ver
anderlijk was door het plots gebeuren,
eiste veel slachtoffers. Ineens was de
lucht gevuld met gierende geluiden,
zware ontploffingen en daarna ijselijke
stilte. Iedere keer klonk daarop het ge
kerm van gewonden, waren sommige
straten gekleurd van het bloed. In één
huisgezin op een morgen drie doden;
ergens anders een jongen voor zijn le
ven verminkt. Venray werd frontstad.
Nu wisten wij het zeker, de moffen
zouden niet meer terugtrekken. Ster
ker, talrijker kwamen de salvo's. On
ophoudelijk doken de Typhoons nog
dicht in de buurt van 't dorp. In al zijn
verschrikking, biedt de duikaanval van
dit vliegtuig, dat deze gevaarlijke ra
ketten neerschiet, iets geweldigs impo
nerend! Eerst enkele malen cirkelend
als een roofvogel die zijn prooi zoekt,
dan plots in een hooggierend geluid
neerstortend, pijlsnel omlaag, terwijl
vuurstralen uit zijn neus spuiten,
gevolgd met raketbommen, die met
een donderende ontploffing alles ver
brijzelen. Wat waren ze bang, de
moffen, voor deze „roofvogels".
Nog was Venray niet het onmiddelij-
ke doel en dus volgde ieder met
gespannen aandacht de duikmanoeu-
vres, van dit nieuwe vliegtuig. Hoog
optrekkend loeiden zij over het dorp
heen, steeds weer neersuisend op
de Duitsers, die zich in de bossen ver
schanst hadden. Voor de toeschouwers
een imponerende wedstrijd; voor hen
op wie het gericht is een vreselijke hel!
We zouden het later ondervinden.
Op 6 October kregen de moffen hun
laatste kans, de straten waren bezaaid
met in Duits gestelde vlugschriften,
de vorige nacht door Engelse vliegtui
gen uitgeworpen: Eine minute, die dir
das leben retten kan". Zij die zich over
wilden geven, moesten gebruik maken
van duidelijk zichtbare doeken of
hemden.
Het kwam er eigenlijk niet op aan
wat, als het gebaar maar overduidelijk
was! Hande hoch und weisze Fahne.
Het bleef bij deze aanmoediging van
Engelse propaganda want er werd
weinig succes mee geoogst. Want lustig
vuurden de 88ers en in de avonden
brulden zoals gewoonlijk de nevelwer
per.
Intussen had de radio reeds enkele
malen gemeld dat Overloon gevallen
was en door Amerikaanse tankdivisies
bezet was. Het interesseerde eigenlijk
niemand meer, want waarom kwamen
zij dan niet door naar Venray.
Drie weken lagen ze nu al in een wij
de boog rond onze plaats, op een af
stand van slechts zes a zeven kilome
ter! En als zij dan toch niet doorstie
ten, waarom dan die verradelijke sal
vo's granaten midden in het dorp,
waar bijna geen Mof te zien was!
Niemand begreep er iets van, nooit
hadden wij een oorlog meegemaakt.
Wat wisten wij van de betekenis een
bepaalde streek achter het front door
beschieting tot gevaarzone voor de vij
and te maken? Venray met zijn vele
kloosters en gestichten, met zijn zie
kenhuis zou toch zeker wel ontzien
worden? Ze konden er toch wel om
heen trekken en zo de moffen de Maas
overdrijven! Wat wisten wij van de ij
zeren ring rond Venray, die onze be
vrijders op een of andere zwakke plek
Het St. Annagesticht werd onnoemelijk
zwaar getroffen. Deze foto van het
vernielde hoofdgebouw geeft daar maar
een zeer klein beeld van.
(als deze er was) open moesten breken
met enorme zware verliezen?
Voor de burger heeft de oorlogvoe
ring veel onbegrijpelijks, juist datgene
wat vanzelfsprekend lijkt gebeurt
nooit. Er schijnen zoveel factoren in
het spel te zijn, die nooit openbaar ge
maakt kunnen worden, dat ook na af
loop van de strijd nog talrijke vragen
open liggen. Vooral het bombarde
ment - de vernietiging der etappelinies
rond Venray aldus de BBC - waarbij
het centrum totaal verwoest werd, gaf
aanleiding tot de meest bittere uitlatin
gen. Het is zo natuurlijk en wellicht
waren de Engelsen ook wel niet precies
op de hoogte der juiste getalsterkten
en posities der Duitse troepen.
Tenslotte werd de bevrijding van
Overloon definitief door het ingrijpen
van de derde Britse Infanterie-divivsie
en zo was alles gereed voor de grote
aanval, de laatste slag de doorbraak
door de Duitse stellingen en mijnenvel
den tussen Overloon en Venray.
Het leven in deze laatste dagen voor
de grote strijd bestond voornamelijk
uit eten, melk halen bij de boeren en
het zorgen voor onze talrijke evacué's.
Per dag werden door vele meisjes dui
zenden boterhammen gesmeerd en ver
werkte de gaarkeuken talrijke ketels
heerlijke snert. Eén haastig uit de
grond gestampt evacuatiecomité zorg
de voor kleren, schoeisel en definitief
onderdak.
Klooster Jeruzalem, hoofdpost van
de onvermoeid werkende Geneeskun
dige Dienst, nam 800 evacués op! Ja
die kloosters en gestichten, wat zijn ze
in deze tijd voor Venray niet geweest?
Onvergetelijk zijn de prachtige staalt
jes van persoonlijke moed van vele
broeders en zusters geweest, overal
stonden ze klaar om de zwaar getroffe
nen op te nemen!
De gestichten en kloosters St. Anna,
Servaas, Jeruzalem, St. Jozef, Zieken
huis, Patersklooster even zovele centra
voor gewonden, zieken en evacués!
Venray kan hen niet genoeg dankbaar
zijn voor hun heroisch werk in de uren
des gevaars! Ja het gevaar, het maakt
iemand ofwel tot een lafaard, of tot
een held. Angst in deze tijd overviel ie
dereen, het was slechts de vraag of je
meester van jezelf kon blijven of niet.
Naast tonelen van ergerlijk egoisme en
angst voor eigen lijfsbehoud zijn er
veel mannen en vrouwen geweest die
enkel het woord plicht kenden. Dik
wijls waren het juist de eenvoudigen
die met ware doodsverachting gewon
den hielpen of doden wegbrachten.
Boven alles zie ik de figuren van de lei
der van de geneeskundige dienst, de
geestelijken, de jongens en kerels van
de luchtbescherming en brandweer.
Overal zijn ze geweest, de helden, iede
re straat en iedere buurt kende zo zijn
eigen leiders in die dagen, naamloos
zijn ze, zij zullen het wellicht blijven.
Iedere dag bracht nieuwe slachtof
fers men raakte eraan gewend. Dins
dag 10 october negen doden ineens bij
een onverhoedse granaat beschieting.
Woensdag 11 october werd het aantal
vermeerderd tot 15 en de volgende dag
zou wel weer zijn slachtoffers eisen.
Het was deze verschrikkelijkeonzeker-
heid die zo ondraaglijk was, gebeurde
er maar iets definitiefs, iets geweldigs,
dat aan alle spanning een einde maakt.
Als het dan zo moeilijk ging de moffen
eruit te krijgen waarom dan geen
luchtvloot van duizend bommenwer-