HET BEGON IN SEPTEMBER
,,Dit is een verhaat van de strijd om de bevrijding van Venray, de
geschiedenis van zware rampspoeden en een duur gekocht geluk, de
vrijheid. Het is 'n geschiedenis van mensen die in doodsangst elkan
der vonden en die elkaar nu alleen kunnen vertellen hoe vreselijk de
ze tijd voor hen was. Het betekent het lijden van de mensen uit de
zwaar beproefde gebieden, waarvan de zwaarte in al zijn felheid
slechts kan gevoeld worden door hen, die deze bevrijdingshei mee
maakten. Hier volgt dan de geschiedenis van Venray, dat na weken
lange artillerieduels, typhoonaanvallen en straatgevechten, in een
puinhoop herschapen, bevrijd werd. Het is een strijd geweest van
weken, voordat de 18 oktober, de dag der vrijheid, aanbrak".
Een amateurfoto van enkele uitgelaten dames
die bij „Fuchs" in deUrsulaschool hun slag hebben geslagen.
Door Frankrijk en België snelden ze
voort, de mannen van Patton, Hodges,
Dempsey, ze namen Parijs, Brussel,
Luik, zij bevrijden de eerste Neder
landse stad, Maastricht. Het was op
zondag 3 september, dat de moffen in
Venray tekenen begonnen te geven van
enige onzekerheid en ongerustheid. De
Duitse bezetting van het Paters-
klooster, de „Blitzmadel" begonnen in
allerijl met koffers te slepen, terwijl
vanaf Deurne eindeloze rijen mannen
van de Reichsarbeitsdienst op de fiets
Venray binnentrokken.
Rode Kruisauto's reden met grote
vaart door naar het Ziekenhuis in Te-
gelen, dat als Kriegslazaret bestemd
was.
Huizen werden plots gevorderd voor
onderdak van zoveel duizend man
schappen, die Venray op hun terug
tocht ,,aan" zouden doen, terwijl fiet
sen voor de moffen zeer aantrekkelijke
voorwerpen werden. Geruchten deden
de ronde dat de Amerikanen reeds op
weg waren naar Roermond en de Brit
ten doorgestoten waren in de richting
van Eindhoven.
De verwarring bereikte op dinsdag 5
september zijn hoogtepunt, toen nie
mand - de moffen en wijzelf - eigenlijk
meer wist wat er aan de hand was. De
Blitzmadel trokken huilend op boeren
karren in de richting Venlo, eindeloze
colonnes Duitsers stroomden vanuit
Brabant Venray binnen en trokken
langs allerlei richtingen Venray weer
uit, in de richting der Heimat.
We zien ze nog voorbij sukkelen, de
helden met de Poolse karretjes, getrok
ken door half kreupele paarden, ezels
en zelfs ossen. Karren beladen met sla
pende Sieger" van allerlei rangen en
onderdelen.
Ik zie hem nog zitten de Hauptman
der Infanterie naast de Gefreiter der
Luftwaffe, broederlijk een ezel men
nend, hem aansporend tot grotere
spoed. Maar de ezel die blijkbaar niet
geloofde dat de Amerikanen hem op
de hielen zaten, sjokte kalm en be
daard verder de Leunscheweg op, on
kundig van de angst zijn meesters.
Ja ze waren op de terugtocht, de be-
klimmers van de Elbroes, de bewakers
van den Atlantic Wall, de beschermers
van Europa. De terugtocht over Ven-
rays wegen had iets weg van een span
nende wielerwedstrijd, immers, in lan
ge rijen stonden de honderden toe
schouwers langs de wegen, verheugend
glunderden, zij het dan dat zij hun en
thousiasme moesten beteugelen en niet
openlijk hun „favorieten" mochten
aanmoedigen tot nog grotere snelheid.
Ja we voelden ons reeds bevrijd, want
had onze Deken 's zondags op de
preekstoel niet gesproken van een
dankprocessie in vrijheid naar
Oostrum?!
En dan de Amerikanen op komst, de
Britten in Eindhoven en Breda.
In alle «stilte werden Oranjelinten
verkocht, spandoeken geschilderd, on
ze meisjes maakten Oranje jurken, de
bloemen voor onze bevrijders stonden
klaar.
Sommigen hadden zelfs de stout
moedigheid om bij de heren der elasti
citeit te informeren of de Tommy's al
in Eindhoven waren...
En dan onze Mussertmannen, ook al
aangetast door de bevrijdingsroes; met
hun gehele inventaris trokken de hoge
pieten der N.S.B. onder bescherming
der S.D. officieren Venray uit, terwijl
de N.S.B. sloeber met zijn handkarret
je zich aansloot bij z'n Duitse strijd
makkers, die reeds ervaring in de tac
tiek der elastische oorlogsvoering had
den.
Venray werkte niet meer, het kon ie
der ogenblik gebeuren... Onderduikers
kwamen met bleke kamergezichten
weer te voorschijn. Venray stond ge
reed.. en om de tijd te doden trokken
velen, rijk en arm, jong en oud, naar
het Duitse textiellager, in het klooster
Jerusalem. Hier bevonden zich 45 ton
textielgoederen, achtergelaten door de
mannen van de „Fuchs" die het blijk
baar niet meer nodig vonden om onder
de dreigende nadering der invasiele
gers, onderbroeken en sokken te sorte
ren.
Alles lieten de heren moffen daar
liggen, en vele Venrayers die de oor
logsjaren gesleten hadden met verstel
de broeken en hemden, zagen hun kans
schoon. Het was daar een waar para
dijs, de Fuchs bood een zeer ruime sor
tering: dameskousen, bustehouders,
overjassen, dassen, onderbroeken etc.
Het was werkelijk een dolle tijd en me
nigeen heeft zich daar in enkele ogen
blikken rijk „gesaboteerd".
Het verhaal gaat van iemand die zich
een stel leuke strikdassen wilde aan
schaffen en thuis gekomen bemerkte
dat zijn buit bestond uit een doos
met... bustehouders.
Ja, de bevrijding scheen nabij. Er
waren reeds plannen voor een praal-
volle intocht onzer bevrijders, het was
allemaal zo mooi, er was zoveel blijde
spanning en verwachting.
Eindelijk zouden ze dan komen, die
kerels uit Engeland, Amerika, Nieuw
Zeeland, Australië en misschien zelfs
de mannen der Prinses Irene Brigade.
Het was alsof een strak getrokken
masker van onze gezichten was geval
len, de ernstige, zorgelijke trekken wa
ren verdwenen. Men hoefde elkander
het niet ie vertellen, je zag het aan iede
reen die je tegenkwam: ze zijn op
komst!
O, die vrijheid, die wij toen zo dicht
bij waanden, wat was ze, meer dan
ooit, ver weg.
Wij wisten het niet dat Duitse en Ne
derlandse SS-ers zich toen bij het Leo-
poldskanaal hadden vastgebeten ach
ter deze stelling, en zo de weg naar
Eindhoven voor het Tweede Britse le
ger versperden. Het drong niet tot ons
door, want verhaalde Robert Kiek niet
steeds van de geallieerde patrouilles die
bij de Grote Barrière de Nederlandse
grens gepasseerd zouden zijn? Wat zei
ons het woord „patrouille", dat kleine
groepje uitgelezen verachters van de
dood, wier uiteindelijk doel slechts was
weer terug te keren naar de hoofd
macht?
Voor ons waren zij de voorhoeden
die op weg waren naar Nederland en
binnen enkele dagen in onze omgeving
te verwachten waren!
De moffen hadden echter hun dwaze
vergissing wel bemerkt; enigszins van
hun schrik bekomen en tot de ontdek
king geraakt dat zij op hol geslagen
waren voor slechts loze geruchten,
keerden zij woedend terug en hun hou
ding tegenover de bevolking werd
driester en brutaler.
Met schrik zal Venray altijd terug
denken aan
DONDERDAG 7 SEPTEMBER
Er was tussen de kazerne op het
Veulen en Deurne een kabel doorge
knipt. 300 Mensen werden door de
Ortscommandant gevorderd ter bewa
king. De politie, die opdracht kreeg
om de mensen bij elkaar te verzamelen,
dook met de burgemeester onder!
Een uur later, het was 's morgens
om 7 uur, waren alle mannen uit Ven
ray verdwenen. In paniek trokken ze
de boeren op, de bossen in, kippen
hokken en hooimijten werden voor het
eerst „noodwoning". Venray lag uit
gestorven. Het was zo stil op straat dat
de vrouwen er stil van waren... Een
angstige, dreigende spanning lag over
het dorp, zouden de Grünen komen?
Het werden zenuwslopende dagen,
zo erg zelfs dat de Ortskommandant
het op zijn zenuwen kreeg, algemene
„amnestie" verleende. De politie en
burgemeester vonden het echter maar
beter om niet' aan de oppervlakte te ko
men en te wachten op betere tijden. De
Duitsers hielden zich voorlopig kalm
en Venray werd niemandsland. Het le
ven hernam zijn normaal verloop, ge
werkt werd er practisch alleen door
bakkers en slagers.
Zo regen de dagen zich in dorre een
tonigheid aaneen, je had eigenlijk geen
besef meer van den tijd. Het Tweede
Britse leger zond nog steeds patrouilles
uit over de grens bij Budel, maar ver
der kwam het niet.
Intussen hadden de moffen, na hun
grote trek in onze rijwielen, ontdekt
dat het Nederlandse vee niet in de han
den der Tommy's mocht vallen. Var
kens, koeien en paarden werden gevor-
der, voorlopig nog tegen „zahl schei-
ne"; daarmee onderging onze bevol
king een tijd van de meest bestiale ter
reur, van plundering en roverijen. La
ter zouden Nederlanders, het klinkt
mij als 'n vloek, de Landwachters, aan
dit lugubere werk hun bijdrage leve
ren, zover was het nu nog niet.
Alle menselijkheid verloren de mof
fen echter op dien gedenkwaardige
zondag, toen de wereld voor het eerst
de naam Arnhem in de nieuwsberich
ten hoorde en daarmee de vreselijke
strijd om Nederland begon.
DE HELDERE ZONDAGMORGEN
17 SEPTEMBER
Het was als een belofte, die helder
stralende zon en daar hoog in de lucht
de zwierende Spitfires, die bij Oostrum
's morgens een trein kapot schoten.
Voortdurend vlogen er Tommy's en
om 11 uur dreunde de lucht van zwaar
motorgeronk; vliegende Forten trok
ken in de bekende V-formaties bij hon
derden in noord-oostelijke richting.
Even later klonk uit de verte het doffe
gedonder van neerploffende bommen
op het vliegveld Volkel.
De middag verliep in een sfeer van
angstige spanning en afwachting, tot
dat de radio plotseling om kwart voor
vijf een extra nieuwsbericht uitzond,
dat als een schok door Nederland ging,
ze zijn geland, de Airbornes bij Arn
hem, Nijmegen en Eindhoven.
Weg was alle neerslachtigheid, nu
zou het dan werkelijk gebeuren, want
ook de hoofdmacht van het Tweede
Britse leger was in beweging gekomen
richting Eindhoven. Het klonk zo
nuchter het communiqué uit het Geal
lieerde Hoofdkwartier:
Hedenmiddag zijn sterke luchtlan
dingstroepen van het eerste Ameri
kaanse luchtleger in Nederland, ten
zuiden van Rijn en Lek neergelaten
ter bevrijding van het Nederlandse
grondgebied".
De dagen die nu volgden waren
van intense spanning en afwachting.
Eindhoven en Nijmegen werden in een
verrassend snelle doorstoot bevrijd,
waarmee de bekende corridor dwars
door Zuid-Nederland een feit werd.
Het was een vreemde situatie voor de
bevolking ten oosten van deze lijn en
ten westen van de Maas. De Duitsers
die totaal overrompeld werden, had
den geen enkele verdedigingslinie en zo
gebeurde het dat verschillende nieuws
gierigen van Venray naar Grave en Nij
megen konden trekken, naar bevrijd
gebied. Zij kwamen terug met geweldig
sterke verhalen over kolossale tanks,
heerlijke Engelse sigaretten, de gemoe
delijke Tommy's, hun overstelpende
overvloed aan allerlei oorlogsmateri
aal.
Er bereikten ons de eerste kranten
uit bevrijd Nederland, waarin in aller
lei toonaarden vreugde en dankbaar
heid werd geuit over het grote geluk
der bevrijding.
Wat was het 'n genot 's avonds on
der het schaarse lichtje van een kaars
in de huiskamer te lezen in het bevrij
dingsnummer van Parool uit Eindho
ven:
Dankbaar zijn wij, ontzaggelijk
dankbaar voor de bevrijding. Het is
of in ons de sluisdeuren van een
machtigen stroom zijn opengezet.
Wij danken God, die de geschiede
nis van vrede en oorlog, en die in die
geschiedenis zijn weg gaat, en in
wiens weg het ligt ons thans vrijheid
te schenken als een geschenk".
Het was die avond alsof ook wij
reeds bevrijd waren, wat moest dat
toch geweldig zijn: vrijheid. Maar
plots werd ons die beleving van dat ge
luk wreed verstoord toen een stel
schreeuwende moffen op straat er ons
aan herinnerden dat zij er nog waren.
Ja ze waren er nog, deze van angst
schreeuwende kerels. En deze dagen
werd het ons pas recht duidelijk wat
het betekent onder bezetting te leven.
Toen de Britse opmars bij Deurne en
Overloon gestuit werd door de S.S. di
visies en zodoende het front als 'n ijze
ren ring om Venray vastgeklonken
werd, begonnen de heren voorgoed alle
menselijkheid af te leggen.
Bijgestaan door de Nederlandse
Landwacht werden honderden stuks
vee van de boerderijen en de weiden
weggehaald en over de Maas gedreven.
Winkels werden geplunderd, terwijl de
fietsen en andere voertuigen nu een
maal voorgoed verdwijnen moesten.