ZEVENTIG JAAR „ST. ANNA" VENRAY Feest bij „St. Anna In enkele afleveringen willen wij aandacht schenken aan het feest, dat in feite tot en met 15 november a.s. in het Psychiatrisch Centrum St. Anna wordt gevierd. In de eerste plaats feest, omdat „St. Anna" zeventig jaar geleden in Venray werd gesticht. Op de tweede plaats herdenkt men het feit, dat de Zusters van Liefde die het Psychiatrisch Centrum in Venray hebben gesticht het 175-jarig bestaan van hun Congregatie vieren. In het kader van die feestelijkheden wordt vanaf heden tot en met 15 november in het hoofdge bouw (in de hal en de gangen) een overzichtstentoon stelling van 70 jaar St. Anna1' en „175 jaar Zusters van Liefde" gehouden. Deze tentoonstelling zal voor menigeen een welkome gelegenheid zijn, om nu eens „achter de muren van St. Anna" te kijken. Het is ze ker dat dit een verhelderend beeld zal opleveren. Een andere aktiviteit bij deze jubilea is het buitenfeest op zaterdag 26 en zondag 27 augustus a.s., welke in eerste instantie bedoeld is voor de bewoners. Voor 30 augustus staat op het programma een reünie voor oud-medewerkers en -medewerksters, dde allen hartelijk welkom zijn. Tijdens deze reünie wordt o.m. een film vertoond over de geschiedenis van „St. Anna". Wij zijn de redaktie van „Anna-Servaas-Nieuws", met name de heer J. Roodbeen, zeer erkentelijk voor het feit, dat zij ons foto's en tekst beschikbaar stelden uit de serie Sint Anna 1908 - 1978, een geschiedenis in woord en beeld". Dit jaar is het zeventig jaar geleden dat het psychia trisch centrum 'St. Anna' in Venray zijn eerste patiënte opnam. En dat was- om precies te zijn- op 15 december 1908. De officiële opening van 'St. Anna' zou eerstop 19 juni 1911 plaatsvinden. Ofschoon zeventig-jaar-anna geen officieel jubileum is, meent Anna-Servaas Nieuws toch - zoals dat verleden jaar ook bij het 70-jarige'St. Servatius' gebeurde- dat er meer dan voldoende redenen zijn er aandacht aan te besteden. De psychiatrische centra St. Anna en St. Servatius, na de fusie van 30 december 1976 deel uitmakend van de Stich ting Psychiatrisch Centrum Venray - hopen nog dit jaar te kunnen beginnen met de bouw van een nieuw en geza menlijk opnamecomplex. Dat zal dan - en voor het eerst in stenen zichtbaar - het begin zijn van de Stichting Psychiatrisch Centrum Venray. Een stichting waaraan, in de tijd gezien, St. Anna en St. Servatius hun patiënten, medewerkers en gebouwen zul len inleveren. Na verloop van een goede twintig jaar zullen de beide thans nog bestaande instituten zijn opgegaan in een geheel, ook wat de gebouwen betreft, nieuw instituut. Er zal dan ook in de komende jaren veel gaan veranderen en ver dwijnen om plaats te maken voor het nieuwe. Juist om dit verleden, zonder welk er geen heden en geen toekomst zouden zijn, nogeens onder de aandacht van onze lezers te brengen, hebben we deze bladzijden ge schreven. En de ouderen onder ons, die een groot deel van hun leven aan St. Anna hebben gegeven, mogen deze bladzijden beschouwen als een vorm van dank voor hun inzet in het 70-jarige St. Anna. Zonder hen zou St. Anna niet zijn wat het nu is. voorgeschiedenis DE STICHTERS Volgens artikel 11 van de Krankzinnigenwet van 1884 hebben de besturen van de provincies er voor te zorgen dat er in de provincie gelegenheid is tot het verplegen van psychiatrische patiënten. Was deze gelegenheid er niet en vond de provinciale overheid niemand bereid om het te doen, dan moest zij het zelf doen. Dat wil zeggen: zelf een inrichting bouwen en beheren. Een voorbeeld hiervan vinden we in het 'Provinciaal Ziekenhuis' te Santpoort (Noord-Holland). Omdat in die tijd in het zuiden van ons land de psychiatri sche verpleging - zoals dat ook het geval was met het onderwijs en de sociale organisaties - een konfessioneel karakter moest dragen, wendde men zich meestal tot de kongregaties of orden van kloosterlingen met het verzoek deze verpleging ter hand te willen nemen. Vond men geen Nederlandse kongregatie van religieuzen tot deze vorm van 'caritas' bereid, dan moest men over de grenzen heen. Zo waren de leden van Gedeputeerde Staten van Limburg in het begin van deze eeuw er in geslaagd de Belgische Kongregatie der Broeders van Liefde in Gent te bewegen in Venray een inrichting voor mannelijke patiënten te bouwen. Gemengde verpleging was in die tijd bij religieu zen meestal niet mogelijk. In hoeverre het feit, dat de Broeders van Liefde in Venray reeds bezig waren met de bouw van een psychiatrische inrichting, de beslissing voor de bouw van een inrichting voor vrouwelijke patiënten in Venray heeft beïnvloed, hebben we nergens in de archiefstukken kunnen vinden. Wel weten we, zoals dat eveneens voor 'St. Servatius' het geval was, dat de onderhandelingen om Roermond als vestigingsplaats te kiezen, op niets zijn uitgelopen. Dat moet voor de bisschop van Roermond, Mgr. Drehmans, en de burgemeester van Roermond, Mr. Haupt, een be hoorlijke teleurstelling zijn geweest. Beiden hebben zich erg ingezet om 'St. Anna' en 'St. Servatius' in Roermond te krijgen. Bij het schrijven van 'de geschiedenis van St. Servatius' in dit blad verleden jaar hebben we uitvoerig uit de doeken gedaan de grote rol die de heer Trynes uit Venray heeft gespeeld om 'St. Servatius' in Venray te krijgen. Uit de archiefstukken weten we dat de heer Trynes, fabri kant en lid van de Provinciale Staten van Limburg, zich ook voor de bouw van St. Anna in Venray zeer sterk heeft ingezet. Een grote rol bij de bouw van St. Anna hebben ook de Gedeputeerde Staten van Gelderland gespeeld. Zij zaten in die tijd erg verlegen om nieuwe plaatsen voor 'katholieke krankzinnige vrouwen' uit het Gelderse. Hoofdgebouw S». Anna, Venray Via de heren Trynes en M. Poels (wethouder van de ge meente Venray) kwamen de deputé's van Gelderland in kontakt met het hoofdbestuur van de Kongregatie der Zusters van Liefde in Gent (B). Zij hadden het genoegen dat Mgr. Eugènc van Rechem, generaal overste van de Zusters van Liefde, en Zr. Ghislaine, algemeen overste van de Zusters van Liefde, zich bereid verklaarden in Venray een psychiatrische inrichting te bouwen. Medewerking van de gemeenteraad van Venray De medewerking van de gemeente Venray voor de bouw van de nieuwe inrichting vonden wij verwoord in het gemeentelijk archief in een verslag van een spoedvergade ring van de gemeenteraad op 9 juli 1906. Naast de voorzitter burgemeester Esser en de sekretaris P. Sloot waren aanwezig de raadsleden H. Cosfer, M. Poels (wethouder), Jac Aerts, H. Janssen, T. Camps, J. M. Michels, A. Loonen, Th. Slits, J. Coenen en V. Fonck. We citeren voor u het gedeelte uit dit verslag dat betrek king heeft op de bouw van St. Anna: 'Vergadering van den 9 Juli 1906 De Voorzitter opent de vergadering met gebed. Het voorlezen der Notulen der vorige vergadering wordt tot de volgende vergadering aangehouden. De Voorzitter deelt mede, dat hij cene spoedeischende vergadering heeft doen beleggen tengevolge van een ingekomen verzoek, in zake het bouwen van een tweede krankzinnigengesticht in deze gemeente, speciaal voor vrouwelijke patiënten. Waar het zal worden gebouwd is nog niet bepaald en hij kan daarover geene verdere inlichtingen verstrekken, om reden de behandeling dezer zaak buiten het gemeen tebestuur is behandeld. Dit deelt hij niet mede, ten blijke, dat hij niet voor de zaak is, integendeel waardeert hij het zeer, dat men ook buiten den gemeenteraad en Bestuur, medewerkt om den vooruit gang der gemeente te helpen bevorderen. De heer Trynes, die voor de tot standkoming van het eerste gesticht heeft gewerkt, heeft ook de tot standkoming van het tweede zoover bevorderd. Hij wijst verder op het groote voordeel, wat bij een vrouwen krankzinnigengesticht voor de inwoners direct meer bestaat, dan bij een gesticht voor mannelijke patiënten, en vermeent dan ook, dat eene kleine tegemoetkoming in de aanlegkosten, die gevraagd wordt, van 2000,- a 3000,- door de gemeente zonder bezwaar kan verleend worden. De heer Fonck zegt, dat niet alleen de inwoners er een groot voordeel bij zullen hebben, maar ook de gemeente. De Voorzitter deelt nog officieus mede, dat hij een kabinet-schrijven van den heer Commissaris der Koningin heeft ontvangen, waarbij deze de zaak zeer aanbeveelt. De heeren Trynes en Janssen zijn bij den heer Commissaris geweest en deze dringt dan ook op spoed aan eene beslissing te nemen, daar ook reeds stappen worden gedaan, gemeld gesticht ergens anders te plaatsen. Pe heer Slits vraagt waarvoor deze subsidie eigenlijk moet dienen. De Voorzitter licht de zaak nader toe, en deelt mede, dat voor den aankoop van het terrein een vasten prijs door de Congregatie is gesteld, waarbij het gevraagde zal moeten worden bijgevoegd, wil men koopster worden. De heer Hub. Janssen deelt nog mede, dat men eenigen grond, zandgrond, gratis zal moeten afstaan. Hij stelt tevens voor niet 3000,- maar f 4000,- uit te trekken dan kan men andere tekorten ook nog dekken. Den heer Janssen wordt bemerkt dat zooiets niet gaat, vooreerst wordt 3000,- voldoende geacht, zodat het meer dezes geld toch dient verantwoord te worden en ten tweede dat men daarmede geene tekorten onderhands kan dekken. Wordt den heer Aerts geantwoord, dat als deze patiënten een eigen inkomen bezitten, deze in den hoofdelijkcn omslag kunnen en dienen te worden aangeslagen, De Voorzitter brengt hierna in aanvraag of eene subsidie van 3000,- wordt verleend voor de stichting van het tweede krankzin nigengesticht voor vrouwen in deze gemeente. Wordt metalgemeene stemmen goedgekeurd". Tot zover dan het Verslag van de Venray se gemeenteraad op 9 juli 1906. Tussen de wegen naar Overloon en Maashees Intussen hadden de heren Trynes en Poels reeds gronden voor de bouw van de nieuwe inrichting op het oog, een terrein namelijk ten noorden van het dorp Venray tussen de grindweg naar Maashees en de zandweg naar Overloon. Een terrein dat bestond uit schriele dennebosjes, zandver stuivingen en heivlakten. Op 21 november 1906 kwamen Mgr. Van Rechem en Zr. Ghislaine naar V enray om dit bouwterrein te bekijken. Op dezelfde dag liet Mgr. Van Rechem de provinciale bc- stuurderen van Gelderland en Limburg weten bereid te zijn in Venray een psychiatrische inrichting voor vrouwe lijke patiënten te bouwen. De heer Trynes kreeg van Mgr. Van Rechem volmacht zich met de 25 verschillende grondeigenaren van het ruim 56 hektaren beslaand terrein in verbinding te stellen en het terrein geleidelijk aan te kopen voor rekening van de Zus ters van Liefde. Om in Nederland juridische moeilijkhe den te ontlopen vanwege de Belgische nationaliteit van de stichters, werd op 21 september 1906 opgericht de 'Veree- niging der Zusters van Liefde, gevestigd te Venraay'. De nieuwe stichting kreeg op 8 januari 1907 de koninklijke goedkeuring, die op 31 januari 1907 in de Staatscourant werd gepubliceerd. En nadat op 13 mei 1907 (14 dagen vóór de officiële opening van St. Servatius') de bouwplan nen door de minister waren goedgekeurd, stond niets meer de bouw van de nieuwe inrichting in de weg. de bouwplannen een kopie van huize 'caritas' in het belgische melle Die bouwplannen voor Venray hebben overigens niet veel denkwerk van de bouwheren gevraagd. In die dagen vol tooide men namelijk juist de bouw van een nieuwe psy chiatrische inrichting (Huize 'Caritas') in het Belgische plaatsje Melle bij Gent. Mgr. Van Rechem nam gewoon de bouwtekeningen van Melle en reproduceerde deze Vlaamse inrichting - hier en daar wat bijgeschaafd en verbeterd - in het Limburgse Venray. Het was zelfs vroeger zo, dat men met de sleutels van 'Melle' heel wat deuren in St. Anna kon openen en omgekeerd. Overigens bedroeg de totale koopsom van de ongeveer 60 hektaren bouwterrein in Venray 25.835,25. Op 16 juli 1907 werd bij Koninklijk Besluit vergunning verleend voor de bouw van de nieuwe inrichting. De in richting zou bestaan uit twaalf paviljoenen (alsmede een aantal dienstgebouwen) waarin niet meer dan 599 vrouwen verpleegd zouden mogen worden. De geneeskundige be handeling moest worden opgedragen aan tenminste vier geneeskundigen, gevestigd in woningen op het terrein van de inrichting. Bouwwerkzaamheden Mgr. Van Rechem en Zuster Ghislaine gebruikten niet alleen de bouwtekeningen van de nieuwe inrichting in het Belgische Melle om daarmee St. Anna in Venray 'na-te- bouwen', maar zij brachten ook de komplete - uiteraard Belgische - staf van architekt, aannemer De Braeckeleire met zijn onderaannemers en opzichters in Venray in be weging. Maar zij hadden ook nog een 300 bouwvakkers in Venray nodig. Ook dat was geen probleem. 'Melle' was immers bijna klaar en men nam 150 bouwvakkers uit Melle mee naar Venray. En de andere helft van het benodigde aantal moest men in Venray zelf proberen te vinden. Ook dat probleem werd snel opgelost. Op anderhalve kilometer afstand van de bouwplaats waren immers de Nederlandse aannemers van Groenendaal en Martens de laatste hand aan het nieuwe 'St. Servatius' aan het leggen. Een C.A.O. in de bouw was er nog niet en hoofdaannemer De Braeckeleire betaalde gewoon drie cent per uur méér dan zijn Servaas-kollega's. Heel wat Servaas-bouwvakkers lieten dan ook Servaas in de steek en liepen vlot over naar St. Anna-in-aanbouw. Er werd overigens hard en in akkoord gewerkt en als we 'de annalen' mogen geloven werd er daarbij behoorlijk wat 'schnaps' gedronken. We vonden daarover deze aanteke ning: f>rovincie Gelderland. Gedeputeerde Staten van Gelder and zaten dringend verlegen om nieuwe plaatsen voor Metselaar Jacob Oudenhoven stond hoog op de steiger met de troffel in de hand naar beneden te roepen: breng steen en de flesch meteen". En die stenen kwamen uit de ovens van Van Haren in Overloon en werden in wagentjes tot onder de steigers vervoerd. Aanvankelijk was men van plan de nieuwe inrichting in 1909 klaar te hebben, zodat dan de eerste patiënten /ouden kunnen worden opgenomen. Dit plan moest men echter al spoedig laten varen. De bouw van 'St. Anna' zou en moest sneller gaan. Er moest alles op alles worden gezet om reeds in 1908 een aantal patiënten te kunnen opnemen. De oorzaak van deze haast lag in de en v w p'a vrouwelijke patiënten en zetten daarom de bouwheren i Venray onder zware druk. Dat er door die haast soms fouten bij de bouwwerk/aam heden werden gemaakt, kon niet uitblijven. Enkele jaren later zou dan ook het stukadoorwerk aan de plafonds in verschillende paviljoenen met grote plakken naar beneden vallen. Ook vanwege die haast besloten de Zusters van Liefde de officiële opening van St. Anna maar wat uit te stellen. Dat zou dan 1911 worden. de werkers van het eerste uur Om de komst van de eerste patiënten en de Zusters tijdig te kunnen voorbereiden, arriveerde op 4 november 1908 - de stichtingsdag van de kongregatie der Zusters van Liefde - de eerste groep Zusters uit België onder leiding van Mgr. Van Rechem en Zr. Ghislaine in Venray. Het waren de Zusters Chrysanthe (die de eerste Overste van St. Anna zou worden), Scholastique, Orphanie, Lucil le, Lydie, Wilhelmina, Boniface en Constant. Twee door paarden getrokken rijtuigen stonden gereed aan het station van Venray om het gezelschap af te halen. Hoe die eerste indrukken van de Zusters over St. Anna in aanbouw waren, lazen we in het Gedenkboek 'Een halve eeuw Sint Anna Venray', dat onder redaktie van dokter Marlet verscheen bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het psychiatrisch centrum. Wij citeren: „Als muilezels beladen, vond het tien man sterke gezelschap, met de eerwaarde Vader naast de koetsier op de bok, nog juist plaats genoeg in de riituigen om het niet te begeven. Dan ging het op een sukkeldrafje voort in de richting van het dorp. Jonge klanten die de eerste medestichter essen veelal waren, hadden zij pret genoeg en tuurden zij gretig uit naar hun nieuwe omgeving. Aan dezelfde geestelijke stam als de Broeders van Liefde ontsproten, wijdden zij natuurlijk aan het zijn voltooiing nader ende St. Servatius-gesticht, dat zij passeerden, hun volle aandacht. 'Toen wij uitgestapt waren' - zo gaat de geschiedenis voort - 'zagen wij niets dan omgewoeld land en in de verte een groot gebouw, waarsan de voordeur en de vensters met planken dichtgespijkerd waren. Aannemer De Braeckeleire, die ons stond op te wachten en slordig wat brikken gestrooid had in de richting van het huis, kreeg van de eerwaarde Vader meteen een veeg uit de pan omdat hij alsnog verzuimd had een behoorlijke weg te banen. Dan begonnen wij met De Braeckeleire en de eerwaarde Vader voorop, van steen op steen onze springprocessie naar het huis Moeder Ghislaine huppelde achteraan. Alleen wie jong was en zeer lange benen had, kon het halen; wie die niet had stapte er maar op los. Buiten adem bereikten wij het gebouwdat wij dooreen zij-ingang binnen gingen en dat nog nauwelijks bewoonbaar was. In de gang ontbraken hier en daar de vloeren en bij ontstentenis van deuren en vensters, tochtte het er als in een schuur". De eerste patiënte Tot zover het verslag van de werkers van het eerste uur. Zij hebben in de begindagen van St. Anna moeten leven en werken onder zeer primitieve omstandigheden. Geen enkel paviljoen was helemaal klaar. De waterleiding was nog in aanleg. Van elektriciteit was in die begindagen nog geen sprake. Men moest zich behelpen met petroleum lampen. In plaats van de centrale verwarming deden voor alsnog een aantal potkachels dienst. Wasmachines had men het eerste jaar niet. De was moest met de hand worden gedaan. Het grootste probleem was in de begindagen van St. Anna echter het zand. Bij ruw weer waaide alles vol en onder het zand. Men at bij wijze van spreken van de morgen tot de avond zand. Het lag dus wel voor de hand, dat de Zusters in die tijd nog geen behoefte hadden aan een officiële openingsplechtig heid van de nieuwe inrichting. Op 10 december 1908 kwamen nog acht Zusters uit België de gelederen versterken. Intussen was pater Liberatus van de Franciscanen uit Venray benoemd als eerste rektor van St. Anna. En op 18 november 1908 kwam dokter Goos- sens als de eerste geneesheer-direkteur in dienst van St. Anna. Dokter Goossens had in de psychiatrische inrichting 'Rei- nier van Arkel' in 's-Hertogenbosch en in het één jaar eerder geopende St. Servatius psychiatrische ervaring op gedaan. Op 5 december 1908 waren de eerste drie paviljoenen voltooid. Dat waren St. Vincent (voor 98 patiënten), St. Bernard (voor 49 patiënten) en het in de Tweede Wereld oorlog verwoeste paviljoen Terhagen (voor 43 patiënten Wat meer zegt: op 15 december 1908 was een gedeelte van paviljoen St. Vincent gereed voor bedverpleging en kon op deze historische dag de eerste patiënte van St. Anna wor den opgenomen. Zij opende, spoedig gevolgd door 77 patiënten uit Gelderland en 3 uit Zuid-Holland, de lange rij van patiënten die in de loop der jaren nog zouden worden opgenomen. In december 1909 bestond de totale bevolking van St. Anna uit 29 religieuzen, 2 geneesheren, 3 dienstmeisjes en 206 patiënten. De verpleegprijs bedroeg 335,- per jaar! En hiermee hebben we de eerste bladzijden van de ge schiedenis van St. Anna voor Anna-Servaas Nieuws ge schreven. Een geschiedenis waarmee nog zoveel mensen te maken zouden krijgen. De ontwikkeling van het krank zinnigengesticht St. Anna tot modern psychiatrisch cen trum is begonnen. In onze volgende aflevering zullen we haar vervolgen. J. Roodbeen (wordt vervolgd) foto's op deze pagina anno 1925

Peel en Maas | 1978 | | pagina 5