THEU W S-HOFF
25-jarig jubileum
Ontgronding aan
de Beemdweg
Verhoging tarieven
gemeentewerken
Gemeentelijke
medewerking aan
groot
voetbalgebeuren
ROOTS, een fascinerend verhaal.
Maar, ook u heeft wortels
in het verleden.
Deze boerderij ligt in Heide, links
aan het begi nvan de Volenseweg.
Het is een oude van oorsprong ver
moedelijk Saksische hoeve, die door
latere uitbreidingen een gedeeltelijk
omsloten binnenplaats krijgt.
Uit het meet- of bunderboek van
1628 weten we dat er dan een ze
kere Derick Theus woont, die vol
gens een veestaat in 1645 de zorg
heeft over 4 melkkoeien, 33 schapen
en 15 korven met bijen. Van zijn fa
milie is mij alleen bekend, dat hij
wordt opgevolgd door Hendricus
Theuwis en die jaarlijks de volgende
belasting-aanslag thuis krijgt:
gulden - stuivers
voor een halve ploeg 9 0
voor zijn hoofd 6 0
voor zijn vrouw 4 10
voor de knecht 1 4
voor de dienstmeid 0 18
totaal 21 12
Hij wordt opgevolgd door zoon
Derick Theus, die op 2 september
1695 huwt met Anna Jans en de
Theuws-hoff met 23 morgen grond
in het begin van de 18de eeuw in
zijn bezit krijgt.
Tengevolge van natuurrampen
ontstaan er in de periode 1724 tot
ppgeveer 1735 enkele misoogsten in
het ambt van Kessel, (waartoe ook
Venray behoort) hierdoor is er al
om grote armoede en hongersnood.
Zo erg zelfs dat men b.v. 1724 en
1729 zowel het zaai- en pootgoed als
ook het graan voor brood te bakken
van elders moet betrekken.
De toenmalige bewoners van de
Theuwshoff hebben daar kennelijk
zo zwaar onder te lijden gehad, dat
de boerderij door het ontbreken van
een andere mogelijkheid bij de boe
delscheidingsakte van 27 juni 7135,
door hun dochter Geertruij Theuws
gehuwd met de weduwnaar Peter
aent Heek voor de openstaande
schulden en dorpslasten wordt over
genomen. Door noeste arbeid en de
inbreng van Peter aent Heek komt
men -bij Theuws weer op adem, en
de landerijen kunnen met negen
morgen worden uitgebreid. Op 15 de
cember 1748 stellen bovengenoemde
personen een testament op, waarfn
zij bepalen, dat „De Theuwshoff" in
de toekomst zal toebehoren aan de
twee kinderen uit Peter aent Heck's
eerste huwelijk met Geritjen Tacken
t.w. Gerardus en Johannes.
De erfgenamen van wijlen Jan
Hendrickx (waaronder Heer Jan van
Lendt, Derick Cremers en Peter
Hendrickx op Weverslo) laten op 23
juni 1755 de hun toegevallen goede
ren publiekelijk verkopen. Hieron
der bevindt zich ook een malder
rogge erfpacht, die gelegen is in de
boüwhof van Peter aent Heek. Deze
erfpacht wordt door hem zelf uit
gekocht met de palmslag (tweede
veiling) na het uitbranden van de
kaarsen voor de prijs van 73 gulden,
waarvan 2 gulden voor de laatste
ophoger zijn.
Gerardus aent Heek gehuwd met
Jenneke'Wijsmans (Wismans) en Jo
hannes met Jenneke Biestervelts
sluiten op 5 september 1755 met hun
ouders een vriendelijk akkoord,
waarbij zij, overeenkomen: dat Ge
rardus en 'jenneke de ouderlijke
bouwhof zullen aanhouden, met in
begrip van alle gerede goederen,
het gewas op het veld, het koren op
de zolder, het paard, de beesten en
de schapen. Zij betalen hiervoor aan
hun broer Johannes 500 gld., waar
mee wordt geacht dat volledig is
voldaan. Verder behoren ze hun
ouders levenslang te onderhouden in
kost en drank, in linne en wolle en
in voor- en tegenspoed, hun jaarlijks
nog een rente te geven van 120 gld.
Hiervoor blijft de boerderij tot aan
hun overlijden met 3000 guld. belast.
Bovendien houden ze nog 4 schapen
in het voer en oma krijgt jaarlijks
nog een gouden ducaat 5'/a gld.
Hollands) voor privé verteringen.
De acceptanten nemen verder nog
voor hun rekening de kosten van be
grafenis en uitvaart.
Eveneens op bovengenoemde da
tum draagt de bejaarde en onge
huwde Jenneke Theus (zuster van
Geertruij) wonende op Theuwshoff,
al haar bezittingen over aan haar
neef Gerard aent Heek, voor het ge
not van kost en inwoning, de kosten
van ter aarde bestelling en nog 40
leesmissen toe.
De nieuwe eigenaar Gerardus
aent Heek beoefent behalve het be
roep van akkerman ook nog dat van
olieslager uit en bezit als zodanig
enige bekendheid. Op 18 juli 1754
wordt de familie aent Heck-Wis-
•mans verblijd met haar eerste kind,
een dochter die ze Gertrudis noe
men. Deze huwt later met de in 1746
te Horst geboren Johannes Jennes-
kens (zoon van Willem Jenneskens
en Petronella Vei-berkt). Het huwe
lijk wordt te Venray gesloten op 12
juli 1774 en enige tijd later verkrij
gen zij de ouderlijke boerderij in
Heide.
Maar voor het zover is koopt Ge
rardus aent Heek nog eerst een per
ceel van 2V2 morgen bouwland, in
het Veltumse-veld van de Reguliere
Kanunniken uit Uden. Het is gele
gen tussen de percelen van Peter
Verdellen en Ruth Evers en noord
waarts langs de Lijckweg. De Regu
liere Kanunniken hadden dit geërfd
van broeder Francis Franssen z.g.
(Pavdus zoon), die voordat hij in het
klooster trad zijn boerderij genoemd
Haensgoed (Camps) in Heide op 10
februari 1717 verkocht met uitzon
dering van bovengenoemd perceel,
daar dit deel uit maakte van een pil-
legift doopgeschenk).
Gertrudis broer, Martin aent
H eek wordt op zondagmiddag 22 no
vember 1778 nabij zijn ouderlijk huis
door een kennis van Mevr. de Ba
ronesse van Wassenaar (vrouwe van
Ma eken en de heerlijkheid Venray)
op heterdaad betrapt, in het bezit
van eën flinte (geweer) om mee te
gaan stropen. In plaats van zijn ge
weer af te geven, brengt Martin het
aan zijn schouder en richt het op de
welgeboren jager, om het te doen
losbranden. Aldus een verklaring
van de in deze zaak gehouden geding
op 3 december 1778. Waar de aan
klagende officier tevens ingevolge
het Jachtreglement van 19 juli 1725
een boete eist van 10 Reichstaler.
Maar Martin ook niet van gisteren,
neemt de uitgeslapen jurist Mr. Her-
kenraet uit Meerlo als zijn verdedi
ger, die aanvoert dat de eiseres in
gebreke is gebleven het bewijs te le
veren, dat het geweer ook daadwer
kelijk geladen was. Tevens vermeld
de de aanklacht, dat Martin op weg
zou zijn te gaan stropen. Daar het
onmogelijk is met een lege flinte te
stropen en het eventueel op weg
zijn te gaan stropen niet strafbaar is
gesteld, wordt Martin in het voor
jaar van 1788 door het Venrayse
schepengerecht van rechtsvervolging
vrijgesproken.
In 1793 bezit de familie Jennes-
kens-aent Heek reeds een 50 tal
schapen en behoort daarmee tot de
belangrijkste schapenfokkers in Ven
ray. Men fokt in dat jaar ook nog
25 lammeren en op de 85 pond die
men verkoopt gaat naar de wol-
opkoper Peter Minten. Het zijn land
bouwers van gegoede stand, zoals
dat weieens wordt genoemd. Daar ze
een jeneverstokerij exploiteren, zijn
ze bovendien nog als kooplieden in
het St. Nicolaasgilde opgenomen.
Een der vaste afnemers is hun la
tere schoonzoon Johannes Janssen
(alias Jan de Lor), die veel „Theuws-
froezel" over de Peel smokkelde.
Tijdens het Franse bestuur onder
gaat de schaapskudde 'n geringe uit
breiding .Zo betaalt men in 1809
voor 60 schapen 18 frank belasting.
Dit als gevolg van het arrest te
Aken van 7 februari 1807, waarbij
goedkeuring wordt verleend aan het
beraad van 29 oktober 1806 van de
gemeenteraad van Venray waarin
deze vraagt een belasting te mogen
heffen op de beesten, die weiden op
gemeentegronden.
In 1816 verdient de 19 jarige Pier
re van Opbergen er de kost met het
verzorgen en hoeden van de scha
pen. En in 1819 bestaat de veestapel
er uit 2 paarden, 9 melkkoeien en
60 schapen. Intussen wordt de dage
lijkse leiding op het bedrijf overge
nomen door hun zoon Petrus, gebo
ren op 1 juli 1777 en gehuwd met
Maria Gertruda Evers. Zij betalen in
1818 3,36 florijn voor de vier in de
boerderij belaste deuren en enkele
ramen en voor de Personele belas
ting moeten ze 16,44 florijn opbren
gen. In 1820 eist de gemeenteont
vanger 20 florijn belasting op, in
ruil waarvoor ze bij Theuws dat jaar
hun schapen in de Peel mogen hoe
den. Peter overlijdt op 4 maart 1820,
in zijn geboortehuis in Heide, 42
jaar oud. Hiermede komt de zorg
voor de schapenhouderij geheel voor
rekening van de zeer kundige
schaapherder Wim van Meijel (alias
Theuws Helm), die geboren is op de
boerderij „De Geld".
Nadat haar schoonouders Gertru
dis aent Heek op 5 april 1823 en Jo
hannes Jenneskens op 8 maart 18.25 f
zijn overleden (het grafkruis van dit
echtpaar "stadt *hog -op- het-kerkhof
aan de noordzijde van de St. Petrus
Bandenkerk), hertrouwt Maria Ger
trudis Evers op 21 december 1825
met de schiëper Wilm van Meijel.
Hij laat de oude schaapskooi in de
Heidse Peel (op de Transchotkaart
onder de naam Jeunsche köy), ver
vangen door een voor die tijd mo
derne en degelijke stenen schaaps
kooi. Die vanaf dat moment de ge
schiedenis ingaat onder de naam
„Helm-Theuws-kuy".
In 1839 dienen er als dienstmeid,
Anna van den Boom en Petronella
Fimerius. Akkerknecht is de uit Ge-
mert afkomstige Hendrik Donders en
Martin Janssen hoedt er de omvang
rijke schaapskudde. Op 1 februari
1844 bestaat de veestapel van de fa
milie van Meijel uit 2 paarden, 8
melkkoeien, 2 jonge runderen en 100
schapen.
Zo verstrijken de jaren in goede
welstand en op 1 mei 1858 huwt
het tweede huwelijk van l&Iaria Ger
truda Evers) met de Venrayse bak
kersdochter Jacoba Antonia Rutten.
Zij zetten het boerenbedrijf voort en
brenger de schapenfokkerij en -han
del op Theuws-plats tot zeer grote
bloei. Als onderdeel van deze han
del vertrekt zoon Peter Gerard op
30 april 1877, naar het Zuid-Belgi
sche centrum voor de schapenhandel
Warcoing. Hier vestigt hjj zich blij
kend en huwt er met de op 17 de
cember 1871 in Warcoing geboren
Victoria- Poels, dochter l^aff 'Martin
P.oels (e^cojnstig van Marj-ineplats op
Weverslo) en VictorineLecomte. De
erfgenamen van de familie van
Meijel-Poels zijn tot 1960 in het
bezit geweest van enkele panden,
welke hier aan de Grote Markt wa
ren gelegen.
Opvolger op de Theuws-plats
wordt de op 29 juli 1863 geboren Pe
ter Wilhelmus van Meijel, die op 2
mei 1890 huwt met Johanna Wilms.
Het is een dochter van de schapen
handelaar Johannes Wilms en Anna
Maria Thielen (van de grote schaaps
compagnie). De familie van Meijel-
Wilms moeten de bezitters van Ven-
rays laatst gebruikte schaapskooi in
de Peel zijn geweest. In 1913 wordt
ze als doelwit gebruikt voor schiet
oefeningen, door de Nederlandse
Veldartillerie. De schaapskooi is be
grijpelijker wijs niet tegen de in
slaande granaten bestand en wordt
in puin geschoten.
De familie van Meijel-Wilms wordt
opgevolgd door zoon Pierre, die met
Petronella Derikx huwt. Na zijn
overlijden hertrouwt Petronella met
Wilhelmus Claes uit Weverslo en
deze familie is inmiddels weer opge
volgd door zoon Jan Claes gehuwd
met Ans Aarts.
G. J. M. Verlinden
Onze foto's tonen de .Theuws-plats
zoals ze 35 jaar geleden nog uitzag.
Deze" foto is genomen van een schil
derij. De andere foto toont de hui
dige bebouwing van Theuwsplats.
De heer A. J. J. Jeuken, Geest
straat 3 te Oostrum was op 1 maart
j.l. 25 jaar bij J. P. A. Nelissen Aan
nemingsbedrijf B.V. werkzaam.
De heer Jeuken is thans assisterit-
projektleider en speciaal werkzaam
op bouwprojekten in de sektor ge
zondheidszorg. Op 10 maart a.s.
wordt zoals het bouwers betaamt
voor deze gelegenheid een feest
je gebouwd in besloten kring in de
kantine van het bedrijf te Venray.
De heer Jeuken is thans 43 jaar oud.
Het college van b. en w. heeft er
geen bezwaar tegen, dat een perceel
grond, gelegen aan de Beemdweg
wordt ontgrond. Mevr. M. Wismans
te Leunen heeft hiertoe een ont-
grondingsaanvrage ingediend bij het
provinciaal bestuur.
Het is de bedoeling om in ver
band met de droogtegevoeligheid
van deze grond de aanwezige hoog
teverschillen te egaliseren, zodat
noodzakelijke beregening van deze
grond in de zomer het beoogde ef
fect heeft.
Volgens het college tast deze ont
gronding het open landschappelijk
karakter ter plaatse niet aan.
De commissie voor ruimtelijke or
dening zal eerst nog worden ge
hoord voordat de aanvraag geduren
de dertig dagen voor een ieder ter
inzage wordt gelegd.
Wanneer de commissie voor open
bare werken en verkeer het college
hierover gunstig adviseert, zullen de
tarieven voor rioolaansluitingen, in
ritten en herstel bestrating worden
verhoogd.
De tarieven voor rioolaansluitin
gen zullen met 5% verhoogd worden.
Omdat het tarief voor inritten de
laatste jaren te laag is geweest, zal
in overleg met het ministerie van
economische zaken in de loop van
dit jaar tweemaal een tariefsverho
ging worden toegepast. Met ingang
van 1 april gaan deze tarieven met
10% omhoog, gevolgd door een twee
de 10°/o-verhoging per 1 oktober.
Voor het herstel van bestrating
kan worden volstaan met een ver
hoging van 5°/o.
Deze verhogingen moeten uiter
aard goedgekeurd worden door de
minister.
Geslaagd
Aan het Pharmaceutisch Instituut
van de Technische Hogeschool te
Zürich promoveerde de heer R.
Heijnsbroek tot doctor in de natuur
wetenschappen op het proefschrift:
„Mikropellets aus polymerer milch-
saüre als parenterale Depot arxnei-
form".
Promotoren waren prof. dr. P.
Spéiser en prof. dr. M. Soliva.
Door het z-g. „Zwaluwen-comité",
waarvan de voorzitter van de
K.N.V.B., de heer Meuleman, voor
zitter is, wordt jaarlijks een z.g. po
lio-toernooi georganiseerd, dat jaar
lijks rond 150.000,bijeen brengt
voor het Prinses Beatrixfonds.
De afdeling Limburg van de
K.N.V.B. heeft de organisatie van
deze wedstrijd voor 1978 toegewezen
gekregen en wel op dinsdagavond 2
mei a.s. Omdat een Venrayse indus
trie zich garant heeft gesteld voor
het grootste deel van de organisatie
kosten, heeft het afdelingsbestuur
besloten deze wedstrijd op 2 mei in
Venray te spelen.
Men is bereid daarvoor een aan
tal tijdelijke voorzieningen te tref
fen op het sportveldencomplex „De
Wieën". O.a. zal een bescheiden
overdekte zittribune voor enige
vooraanstaande voetbalbestuurders
moeten worden gebouwd.
Verwacht worden o.a. het KNVB-
bestuur o.l.v. de heer W. Meuleman,
het sectiebestuur amateur-voetbal,
het afdelingbestur en enige bestuur
ders van de Football-Association uit
Engeland.
Een KNVB-bestuurders-delegatie
zal op die dag officieel op het ge
meentehuis worden ontvangen.
Een nieuwe hobby komt in ons landje met de dag meer in de belangstelling: het naplui
zen van het familie verleden. Allen die er zich mee bezighouden, hun aantal wordt
geschat op enige tienduizenden, zijn automatisch amateur-genealogen en alleen al die
benaming klinkt interessanter dan bijvoorbeeld postzegelverzamelaar. Waarmee overigens
van de hobby om postzegels te verzamelen niets wordt miszegd. Bovendien „what's in a
name" (wat zegt een naam) zei Shakespeare al. Beide hobbies zijn voor de liefhebbers
even belangrijk en de naamgeving zal hun een zorg zijn.
van het opmaken van een stam
boom van u overnemen. Na
verloop van tijd krijgt u een en
ander uitgewerkt voor u en
weet u het. Dan bent u geen
„echte" pluizer geweest. Nee,
de echte hobby ist doet het
zelf en met wat eenvoudige
hulpmiddelen, die maar een
paar centen kosten, kan dat
ook.
Het begin is al heel eenvoudig.
U begint bij uzelf. Schrijf
rechts van uw naam met ante
cedenten (geboortedatum, hu
welijksdatum, beroep etc.) de
naam van uw vader en moeder,
daarnaast die van uw grootou
ders, vervolgens die van uw
overgrootouders. U heeft al 8
overgrootouders en over het al
gemeen beginnen daar de pro
blemen.
Als de grootouders nog in leven
zijn (of tantes of ooms) zullen
zij aan de hand van familie
papieren u wel een eind op weg
kunnen helpen. Lukt dat niet,
dan is egn eerste contact met
de Burgelijke Stand onver
mijdelijk en het feitelijke
speurwerk begint.
Een uitermate geschikt hulp
middel om al uw bevindingen
vast te leggen, is de door VIC
TOR POST/Rotterdam uitge
geven Hobbyset Familiekunde.
Deze set kost fl. 20,—, maar
met deze eenmalige uitgave
heeft u dan wel gelijk alle
noodzakelijke attributen en
aanwijzingen om uw speur
tocht aan te vangen. De set is
verkrijgbaar d.m.v. storting van
fl. 20,— op girorekening
1783584 t.n.v. VICTORPOST,
Rotterdam.
Hoewel eigenlijk ook weer niet,
want de familienaam betekent
voor de genealoog heel wat, zij
geeft immers al vaak een duide
lijke aanwijzing waar het verre
familieverleden zich afspeelde.
Familienamen van Van Nieuw-
poort. Van Amersfoort, Van
Amerongen, Van Staveren, Van
Maastrïgt, Van Ameide, laten
geen twijfel over de plaats van
herkomst van één van de verre
voorouders. Hetgeen ons gelijk
al brengt op één van de vele
zijpaden van genealogie, de be
tekenis en herkomst van na
men.
HOE KOMEN WIJ
AAN ONZE NAMEN?
Heeft u er ooit over nagedacht
wat uw naam betekent en waar
uw naam vandaan komt? Er
moet iemand in de lange rij van
uw voorouders geweest zijn,
die al of niet met reden die
naam heeft aangenomen.
Rond het jaar 1650 zijn achter
namen nog vrij zeldzaam. Men
behelpt zich in die dagen nog
met doopnamen gevolgd door
de vaders naam, het zogenaam
de patronykum. Zoals bijvoor
beeld: Willem Barentz (Willem
de zoon van Barent) Grietje
Tjebbes (Grietje de dochter van
Tjebbe) Piet Hein (I) Piet de
zoon van Hein) enzovoorts.
Langzaam treden in de ge
woontes veranderingen op. Via
aanduidingen van beroepen als
Jan Schoenmakers (Jan de
zoon van de Schoenmaker),
Kees Dekkers (Kees de zoon
van de (dak) of leidekker) en
de reeds boven omschreven
plaatsen van herkomst, zijn zo
rond 1750 de achternamen in
steden en grote dorpen vrij al
gemeen. Op het platteland
hield men zich echter nog aan
de oude regeling.
In 1811 was dat afgelopen.
Napoleon gelastte dat ieder
zich van een achternaam moest
voorzien. Ook toen al werden
dictators niet serieus genomen
en uit protest, weigering werd
namelijk met strafvervolging
bedreigd, werden door vele op-
standigen de vreemdste namen
aangenomen.
Namen als Naaktgeboren,
Komtebedde, Natvantranen
stammen uit die tijd om nog
maar niet te spreken van La-
zarom (lazer om!), Verreck
(verrek!), verbasterde verwen
singen voor de ambtenaar die
in die tijd in naam van hoger
hand de gekozen namen moest
registreren. Beseft werd echter
niet dat vaak het hele nage
slacht met deze naam zou wor
den opgescheept!
Geen enkele genealoog neemt
echter voetstoots aan dat de
bewering familienaam is plaats
naam, dus herkomst is de ge
noemde plaats, familienaam is
beroepsnaam, dus een van de
voorouders had dat beroep,
juist is. Nee, hij wil bewijzen.
En om die te verzamelen is de
speurtocht in het familieverle
den noodzakelijk.
WAAROM ZO'N
SPEURTOCHT?
Wat beweegt mensen om te
gaan zoeken naar hun voorge
slacht7 Er zijn talloze redenen.
Velen doen het in een opwel
ling van heimwee naar de tijd
van toen, weer anderen om uit
te vinden of er soms een fami
liewapen is. Voor sommigen is
het ook wel- een vorm van fa
milieziekte.
Maar voor de meesten is het
toch gewoon een oprecht ver
langen om meer te weten over
hun afkomst en hun voorou
ders waarvan zij uiteindelijk de
nakomelingen zijn.
Wijlen Godfried Bomans
schreef, toen men hem zijn
uitgewerkte familiestamboom
voorlegde: „Ik zie opeens die
lange rij mensen staan, waarvan
ik de laatste ben. Ik voel me
met hen verbonden, want ik
zou niet bestaan hebben als zij
er niet geweest waren. En bij
elk van die namen denk ik:
van jou heb ik ook iets meege
kregen, laat ik er toch het bes
te van maken."
En zo is het, juist die verbon
denheid met die ogenschijn
lijk vreemde mensen die u op
zo'n tocht tegenkomt, maakt
het zo boeiend en grenzeloos
interessant.
DEAANHOÜDËR WÏNT
De speurtocht kan soms jaren
in beslag nemen. Want pas op,
het is geen bezigheid met snel
le resultaten. Tot zo rond het
jaar 1800 is men zijn voorou
ders vrij snel op het spoor,
maar voor alles wat voor dat
jaar ligt, zijn tijdrovende bezoe
ken aan rijks-, gemeente- en
streekarchieven beslist een
voorwaarde. Gelukkig zijn deze
archieven ook geopend op za
terdagmorgen en voor de ware
speurder ligt daar een eldorado
van onderzoekmateriaal als
doop,trouw- en begraafboeken.
Men vindt er papieren van no
tarissen, rechtbanken, ambte
naren, kerken, waterschappen,
teveel om op te nomen. En
krachtens artikel 7 van de ar
chiefwet 1962 is ieder (dus ook
u!) bevoegd om in de studie
zaal van het rijks- of gemeente
archief kosteloos archiefstuk
ken te raadplegen en daarvan
afschriften te maken of tegen
betaling te laten maken.
U KUNT HET ZELF
Als u over voldoende contan
ten beschikt, geen tijd of geen
geduld heeft orh het zelf te
doen, dan zijn er verschillende
instanties of ambtenaren die
voor goed geld het hele karwei
IS ZELF EEN STAM
BOOM SAMENSTELLEN
DUUR?
Het hoeft geen dure hobby te
zijn. Uw speurtocht tot zo
rond 1811 kost u nauwelijks
een paar tientjes. De leges-kos
ten die u aan de ambtenaar van
de Burgelijke Stand moet beta
len voor één uittreksel uit een
geboorte- of trouwregister va
neéren van fl. 1,— tot fl. 5,—.
Zodra u kunt putten uit de ge
gevens van de archieven (gege
vens voor het jaar 1893) kost
het u niets meer, alhoewel u
natuurlijk rekening moet hou
den met de reiskosten om zo'n
archief te kunnen bereiken.
Woont u in Rotterdam en
komt uw voorgeslacht uit Gro
ningen, dan gaan de reiskosten
natuurlijk aardig meetellen.
Maar zoals gezegd, u kunt voor
zo'n speurtocht een onbeperk
te tijd uittrekken, dus wat let u
om zo'n bezoek te combineren
met een lang-weekend of om er
één of zelfs meer van uw regen
achtige vakantiedagen aan op
te offeren.
Bezwaarlijker wordt dat wan
neer mocht blijken dat één van
uw voorouders uit het buiten
land afkomstig is. Dan kunnen
reis- en verblijfkosten natuur
lijk aardig aan gaan tikken.
Maar ook deze kosten lonen de
moeite. Wat is immers leuker
en spannender om met zo'n
speurtocht raadsels van uw ei
gen familie en het ontstaan van
uzelf op te lossen?
„U bent bediende van uw beroep?"
informeerde de politierechter arge
loos, toen een wat buiten zijn boord
en buiten zijn mouwen gegroeide
jongeling van omstreeks 28 jaren
voor de balie trad.
„Dienderbediende, jawel edelacht
bare", klonk het antwoord.
„Wat is dat?"
„Dat is een bediende die een dien
der van dienst is, edelachtbare."
„O, hm, jaja. U hebt een politie
agent aangevallen, zie ik."
„Neenee, bediend, edelachtbare."
„Nou, als dat bedienen van u be
staat uit het aanreiken van oorvijgen
en watjekauwen, kan ik gevoeglijk
spreken van aanvallen inplaats van
bedienen. Je kunt het nauwelijks
aanreiken noemen."
„Nee, hij viel tegen mij aan. Ik
heb belet dat ie omviel, edelacht
bare."
„U hebt zich daarmee toch wel
vergaloppeerd!"
„Pardon, ik galoppeerde niet, ik
stond stil. Degene die niet stilstond
maar in woeste galop op me afkwam
was juist de diender, edelachtbare."
„Dan zult u toch wel wat uitge
haald hebben, hè? Anders komt er
geen politieman op je afstormen".
„Edelachtbare, ik was een wind
stilte. Die diender kwam als een on
weerswolk opzetten. Ik was gedwon
gen hem tegen te houden. Ik hielp
hem tot staan komen, anders was hij
dóór me heen gedonderd."
„En moet dat met een oorvijg en
een watjekauw gepaard gaan?"
„Edelachtbare, voor dat soort din
gen moet je je handen bewegen.
Anders kun je geen oplawaai uit
delen. Ik stond bewegingloos. Ik
hield alles stil, wat ik aan me heb
hangen. Maar die diender vloog te
gen mij op, dus zijn kop kwam te
gen mijn handen. Hij heeft zichzelf
dus met zijn kop een watjekauw te
gen mijn hand aan gegeven. Wat zeg
ik, hij gaf mij een dreun!"
„En die oorveeg dan?"
„Kan ik 't helpen als ik ergens
sta en d'r komt een diender aan die
z'n oor aan me wil afvegen?"
Er werd lang en breed gepraat,
maar de verdachte hield strak en
stijf vol, dat hij bewegingloos bleef
stilstaan en dat de agent om onver
klaarbare redenen onverwachts te
gen hem aansprong. Daarom werden
achtereenvolgens de beide getuigen
binnengeroepen. Toen was alles snel
opgehelderd. Beiden verklaarden on
afhankelijk van elkaar, dat de „dien
derbediende" op tien pas afstand van
de politiebeambte eigentijdse treiter-
liedjes op de heilige hermandad had
staan kwelen. Stokstijf stilstaande,
weliswaar, maar heel duidelijk hoor
baar enprikkelbaar.
„Een dergelijke laakbare aktie
moet een reaktie tot gevolg hebben",
concludeerde de officier van justitie,
„als deze bediende de pestkop wil
uithangen voor de politie, dan kan
de justitie eens pesterig doen tegen
deze pestkop." En hij vorderde hon
derd gulden boete of vijf dagen ge
vangenisstraf.
„Hij had me gewoon kunnen ver
baliseren", meende de lange figuur
in het te korte pak. „Wat krijgt die
stormram nou?"
„U krijgt tachtig gulden boete, of
vier dagen", antwoordde de politie
rechter. „En als u het nog eens uit
haalt, wordt het waarschijnlijk dub
bel tarief".
Toen ging de bediende maar heen.
Tweede buiten
speelterrein
Brukske
Omdat de Stichting Peuterspeel
zalen Venray zich bereid heeft ver
klaard de kosten van aanleg en in
richting volledig voor haar rekening
te nemen hebben b. en w. goed ge
vonden, dat een tweede buiten-
speelterrein bij de Peuterspeelzaal
in Brukske op grond van de gemeen
te wordt aangelegd. Dit speelterrein
komt nabij de achteroitgang van de
flat, op de andere hoek van het
plein waaraan het eerste terrein is
gesitueerd.