THEU W S-HOFF 25-jarig jubileum Ontgronding aan de Beemdweg Verhoging tarieven gemeentewerken Gemeentelijke medewerking aan groot voetbalgebeuren ROOTS, een fascinerend verhaal. Maar, ook u heeft wortels in het verleden. Deze boerderij ligt in Heide, links aan het begi nvan de Volenseweg. Het is een oude van oorsprong ver moedelijk Saksische hoeve, die door latere uitbreidingen een gedeeltelijk omsloten binnenplaats krijgt. Uit het meet- of bunderboek van 1628 weten we dat er dan een ze kere Derick Theus woont, die vol gens een veestaat in 1645 de zorg heeft over 4 melkkoeien, 33 schapen en 15 korven met bijen. Van zijn fa milie is mij alleen bekend, dat hij wordt opgevolgd door Hendricus Theuwis en die jaarlijks de volgende belasting-aanslag thuis krijgt: gulden - stuivers voor een halve ploeg 9 0 voor zijn hoofd 6 0 voor zijn vrouw 4 10 voor de knecht 1 4 voor de dienstmeid 0 18 totaal 21 12 Hij wordt opgevolgd door zoon Derick Theus, die op 2 september 1695 huwt met Anna Jans en de Theuws-hoff met 23 morgen grond in het begin van de 18de eeuw in zijn bezit krijgt. Tengevolge van natuurrampen ontstaan er in de periode 1724 tot ppgeveer 1735 enkele misoogsten in het ambt van Kessel, (waartoe ook Venray behoort) hierdoor is er al om grote armoede en hongersnood. Zo erg zelfs dat men b.v. 1724 en 1729 zowel het zaai- en pootgoed als ook het graan voor brood te bakken van elders moet betrekken. De toenmalige bewoners van de Theuwshoff hebben daar kennelijk zo zwaar onder te lijden gehad, dat de boerderij door het ontbreken van een andere mogelijkheid bij de boe delscheidingsakte van 27 juni 7135, door hun dochter Geertruij Theuws gehuwd met de weduwnaar Peter aent Heek voor de openstaande schulden en dorpslasten wordt over genomen. Door noeste arbeid en de inbreng van Peter aent Heek komt men -bij Theuws weer op adem, en de landerijen kunnen met negen morgen worden uitgebreid. Op 15 de cember 1748 stellen bovengenoemde personen een testament op, waarfn zij bepalen, dat „De Theuwshoff" in de toekomst zal toebehoren aan de twee kinderen uit Peter aent Heck's eerste huwelijk met Geritjen Tacken t.w. Gerardus en Johannes. De erfgenamen van wijlen Jan Hendrickx (waaronder Heer Jan van Lendt, Derick Cremers en Peter Hendrickx op Weverslo) laten op 23 juni 1755 de hun toegevallen goede ren publiekelijk verkopen. Hieron der bevindt zich ook een malder rogge erfpacht, die gelegen is in de boüwhof van Peter aent Heek. Deze erfpacht wordt door hem zelf uit gekocht met de palmslag (tweede veiling) na het uitbranden van de kaarsen voor de prijs van 73 gulden, waarvan 2 gulden voor de laatste ophoger zijn. Gerardus aent Heek gehuwd met Jenneke'Wijsmans (Wismans) en Jo hannes met Jenneke Biestervelts sluiten op 5 september 1755 met hun ouders een vriendelijk akkoord, waarbij zij, overeenkomen: dat Ge rardus en 'jenneke de ouderlijke bouwhof zullen aanhouden, met in begrip van alle gerede goederen, het gewas op het veld, het koren op de zolder, het paard, de beesten en de schapen. Zij betalen hiervoor aan hun broer Johannes 500 gld., waar mee wordt geacht dat volledig is voldaan. Verder behoren ze hun ouders levenslang te onderhouden in kost en drank, in linne en wolle en in voor- en tegenspoed, hun jaarlijks nog een rente te geven van 120 gld. Hiervoor blijft de boerderij tot aan hun overlijden met 3000 guld. belast. Bovendien houden ze nog 4 schapen in het voer en oma krijgt jaarlijks nog een gouden ducaat 5'/a gld. Hollands) voor privé verteringen. De acceptanten nemen verder nog voor hun rekening de kosten van be grafenis en uitvaart. Eveneens op bovengenoemde da tum draagt de bejaarde en onge huwde Jenneke Theus (zuster van Geertruij) wonende op Theuwshoff, al haar bezittingen over aan haar neef Gerard aent Heek, voor het ge not van kost en inwoning, de kosten van ter aarde bestelling en nog 40 leesmissen toe. De nieuwe eigenaar Gerardus aent Heek beoefent behalve het be roep van akkerman ook nog dat van olieslager uit en bezit als zodanig enige bekendheid. Op 18 juli 1754 wordt de familie aent Heck-Wis- •mans verblijd met haar eerste kind, een dochter die ze Gertrudis noe men. Deze huwt later met de in 1746 te Horst geboren Johannes Jennes- kens (zoon van Willem Jenneskens en Petronella Vei-berkt). Het huwe lijk wordt te Venray gesloten op 12 juli 1774 en enige tijd later verkrij gen zij de ouderlijke boerderij in Heide. Maar voor het zover is koopt Ge rardus aent Heek nog eerst een per ceel van 2V2 morgen bouwland, in het Veltumse-veld van de Reguliere Kanunniken uit Uden. Het is gele gen tussen de percelen van Peter Verdellen en Ruth Evers en noord waarts langs de Lijckweg. De Regu liere Kanunniken hadden dit geërfd van broeder Francis Franssen z.g. (Pavdus zoon), die voordat hij in het klooster trad zijn boerderij genoemd Haensgoed (Camps) in Heide op 10 februari 1717 verkocht met uitzon dering van bovengenoemd perceel, daar dit deel uit maakte van een pil- legift doopgeschenk). Gertrudis broer, Martin aent H eek wordt op zondagmiddag 22 no vember 1778 nabij zijn ouderlijk huis door een kennis van Mevr. de Ba ronesse van Wassenaar (vrouwe van Ma eken en de heerlijkheid Venray) op heterdaad betrapt, in het bezit van eën flinte (geweer) om mee te gaan stropen. In plaats van zijn ge weer af te geven, brengt Martin het aan zijn schouder en richt het op de welgeboren jager, om het te doen losbranden. Aldus een verklaring van de in deze zaak gehouden geding op 3 december 1778. Waar de aan klagende officier tevens ingevolge het Jachtreglement van 19 juli 1725 een boete eist van 10 Reichstaler. Maar Martin ook niet van gisteren, neemt de uitgeslapen jurist Mr. Her- kenraet uit Meerlo als zijn verdedi ger, die aanvoert dat de eiseres in gebreke is gebleven het bewijs te le veren, dat het geweer ook daadwer kelijk geladen was. Tevens vermeld de de aanklacht, dat Martin op weg zou zijn te gaan stropen. Daar het onmogelijk is met een lege flinte te stropen en het eventueel op weg zijn te gaan stropen niet strafbaar is gesteld, wordt Martin in het voor jaar van 1788 door het Venrayse schepengerecht van rechtsvervolging vrijgesproken. In 1793 bezit de familie Jennes- kens-aent Heek reeds een 50 tal schapen en behoort daarmee tot de belangrijkste schapenfokkers in Ven ray. Men fokt in dat jaar ook nog 25 lammeren en op de 85 pond die men verkoopt gaat naar de wol- opkoper Peter Minten. Het zijn land bouwers van gegoede stand, zoals dat weieens wordt genoemd. Daar ze een jeneverstokerij exploiteren, zijn ze bovendien nog als kooplieden in het St. Nicolaasgilde opgenomen. Een der vaste afnemers is hun la tere schoonzoon Johannes Janssen (alias Jan de Lor), die veel „Theuws- froezel" over de Peel smokkelde. Tijdens het Franse bestuur onder gaat de schaapskudde 'n geringe uit breiding .Zo betaalt men in 1809 voor 60 schapen 18 frank belasting. Dit als gevolg van het arrest te Aken van 7 februari 1807, waarbij goedkeuring wordt verleend aan het beraad van 29 oktober 1806 van de gemeenteraad van Venray waarin deze vraagt een belasting te mogen heffen op de beesten, die weiden op gemeentegronden. In 1816 verdient de 19 jarige Pier re van Opbergen er de kost met het verzorgen en hoeden van de scha pen. En in 1819 bestaat de veestapel er uit 2 paarden, 9 melkkoeien en 60 schapen. Intussen wordt de dage lijkse leiding op het bedrijf overge nomen door hun zoon Petrus, gebo ren op 1 juli 1777 en gehuwd met Maria Gertruda Evers. Zij betalen in 1818 3,36 florijn voor de vier in de boerderij belaste deuren en enkele ramen en voor de Personele belas ting moeten ze 16,44 florijn opbren gen. In 1820 eist de gemeenteont vanger 20 florijn belasting op, in ruil waarvoor ze bij Theuws dat jaar hun schapen in de Peel mogen hoe den. Peter overlijdt op 4 maart 1820, in zijn geboortehuis in Heide, 42 jaar oud. Hiermede komt de zorg voor de schapenhouderij geheel voor rekening van de zeer kundige schaapherder Wim van Meijel (alias Theuws Helm), die geboren is op de boerderij „De Geld". Nadat haar schoonouders Gertru dis aent Heek op 5 april 1823 en Jo hannes Jenneskens op 8 maart 18.25 f zijn overleden (het grafkruis van dit echtpaar "stadt *hog -op- het-kerkhof aan de noordzijde van de St. Petrus Bandenkerk), hertrouwt Maria Ger trudis Evers op 21 december 1825 met de schiëper Wilm van Meijel. Hij laat de oude schaapskooi in de Heidse Peel (op de Transchotkaart onder de naam Jeunsche köy), ver vangen door een voor die tijd mo derne en degelijke stenen schaaps kooi. Die vanaf dat moment de ge schiedenis ingaat onder de naam „Helm-Theuws-kuy". In 1839 dienen er als dienstmeid, Anna van den Boom en Petronella Fimerius. Akkerknecht is de uit Ge- mert afkomstige Hendrik Donders en Martin Janssen hoedt er de omvang rijke schaapskudde. Op 1 februari 1844 bestaat de veestapel van de fa milie van Meijel uit 2 paarden, 8 melkkoeien, 2 jonge runderen en 100 schapen. Zo verstrijken de jaren in goede welstand en op 1 mei 1858 huwt het tweede huwelijk van l&Iaria Ger truda Evers) met de Venrayse bak kersdochter Jacoba Antonia Rutten. Zij zetten het boerenbedrijf voort en brenger de schapenfokkerij en -han del op Theuws-plats tot zeer grote bloei. Als onderdeel van deze han del vertrekt zoon Peter Gerard op 30 april 1877, naar het Zuid-Belgi sche centrum voor de schapenhandel Warcoing. Hier vestigt hjj zich blij kend en huwt er met de op 17 de cember 1871 in Warcoing geboren Victoria- Poels, dochter l^aff 'Martin P.oels (e^cojnstig van Marj-ineplats op Weverslo) en VictorineLecomte. De erfgenamen van de familie van Meijel-Poels zijn tot 1960 in het bezit geweest van enkele panden, welke hier aan de Grote Markt wa ren gelegen. Opvolger op de Theuws-plats wordt de op 29 juli 1863 geboren Pe ter Wilhelmus van Meijel, die op 2 mei 1890 huwt met Johanna Wilms. Het is een dochter van de schapen handelaar Johannes Wilms en Anna Maria Thielen (van de grote schaaps compagnie). De familie van Meijel- Wilms moeten de bezitters van Ven- rays laatst gebruikte schaapskooi in de Peel zijn geweest. In 1913 wordt ze als doelwit gebruikt voor schiet oefeningen, door de Nederlandse Veldartillerie. De schaapskooi is be grijpelijker wijs niet tegen de in slaande granaten bestand en wordt in puin geschoten. De familie van Meijel-Wilms wordt opgevolgd door zoon Pierre, die met Petronella Derikx huwt. Na zijn overlijden hertrouwt Petronella met Wilhelmus Claes uit Weverslo en deze familie is inmiddels weer opge volgd door zoon Jan Claes gehuwd met Ans Aarts. G. J. M. Verlinden Onze foto's tonen de .Theuws-plats zoals ze 35 jaar geleden nog uitzag. Deze" foto is genomen van een schil derij. De andere foto toont de hui dige bebouwing van Theuwsplats. De heer A. J. J. Jeuken, Geest straat 3 te Oostrum was op 1 maart j.l. 25 jaar bij J. P. A. Nelissen Aan nemingsbedrijf B.V. werkzaam. De heer Jeuken is thans assisterit- projektleider en speciaal werkzaam op bouwprojekten in de sektor ge zondheidszorg. Op 10 maart a.s. wordt zoals het bouwers betaamt voor deze gelegenheid een feest je gebouwd in besloten kring in de kantine van het bedrijf te Venray. De heer Jeuken is thans 43 jaar oud. Het college van b. en w. heeft er geen bezwaar tegen, dat een perceel grond, gelegen aan de Beemdweg wordt ontgrond. Mevr. M. Wismans te Leunen heeft hiertoe een ont- grondingsaanvrage ingediend bij het provinciaal bestuur. Het is de bedoeling om in ver band met de droogtegevoeligheid van deze grond de aanwezige hoog teverschillen te egaliseren, zodat noodzakelijke beregening van deze grond in de zomer het beoogde ef fect heeft. Volgens het college tast deze ont gronding het open landschappelijk karakter ter plaatse niet aan. De commissie voor ruimtelijke or dening zal eerst nog worden ge hoord voordat de aanvraag geduren de dertig dagen voor een ieder ter inzage wordt gelegd. Wanneer de commissie voor open bare werken en verkeer het college hierover gunstig adviseert, zullen de tarieven voor rioolaansluitingen, in ritten en herstel bestrating worden verhoogd. De tarieven voor rioolaansluitin gen zullen met 5% verhoogd worden. Omdat het tarief voor inritten de laatste jaren te laag is geweest, zal in overleg met het ministerie van economische zaken in de loop van dit jaar tweemaal een tariefsverho ging worden toegepast. Met ingang van 1 april gaan deze tarieven met 10% omhoog, gevolgd door een twee de 10°/o-verhoging per 1 oktober. Voor het herstel van bestrating kan worden volstaan met een ver hoging van 5°/o. Deze verhogingen moeten uiter aard goedgekeurd worden door de minister. Geslaagd Aan het Pharmaceutisch Instituut van de Technische Hogeschool te Zürich promoveerde de heer R. Heijnsbroek tot doctor in de natuur wetenschappen op het proefschrift: „Mikropellets aus polymerer milch- saüre als parenterale Depot arxnei- form". Promotoren waren prof. dr. P. Spéiser en prof. dr. M. Soliva. Door het z-g. „Zwaluwen-comité", waarvan de voorzitter van de K.N.V.B., de heer Meuleman, voor zitter is, wordt jaarlijks een z.g. po lio-toernooi georganiseerd, dat jaar lijks rond 150.000,bijeen brengt voor het Prinses Beatrixfonds. De afdeling Limburg van de K.N.V.B. heeft de organisatie van deze wedstrijd voor 1978 toegewezen gekregen en wel op dinsdagavond 2 mei a.s. Omdat een Venrayse indus trie zich garant heeft gesteld voor het grootste deel van de organisatie kosten, heeft het afdelingsbestuur besloten deze wedstrijd op 2 mei in Venray te spelen. Men is bereid daarvoor een aan tal tijdelijke voorzieningen te tref fen op het sportveldencomplex „De Wieën". O.a. zal een bescheiden overdekte zittribune voor enige vooraanstaande voetbalbestuurders moeten worden gebouwd. Verwacht worden o.a. het KNVB- bestuur o.l.v. de heer W. Meuleman, het sectiebestuur amateur-voetbal, het afdelingbestur en enige bestuur ders van de Football-Association uit Engeland. Een KNVB-bestuurders-delegatie zal op die dag officieel op het ge meentehuis worden ontvangen. Een nieuwe hobby komt in ons landje met de dag meer in de belangstelling: het naplui zen van het familie verleden. Allen die er zich mee bezighouden, hun aantal wordt geschat op enige tienduizenden, zijn automatisch amateur-genealogen en alleen al die benaming klinkt interessanter dan bijvoorbeeld postzegelverzamelaar. Waarmee overigens van de hobby om postzegels te verzamelen niets wordt miszegd. Bovendien „what's in a name" (wat zegt een naam) zei Shakespeare al. Beide hobbies zijn voor de liefhebbers even belangrijk en de naamgeving zal hun een zorg zijn. van het opmaken van een stam boom van u overnemen. Na verloop van tijd krijgt u een en ander uitgewerkt voor u en weet u het. Dan bent u geen „echte" pluizer geweest. Nee, de echte hobby ist doet het zelf en met wat eenvoudige hulpmiddelen, die maar een paar centen kosten, kan dat ook. Het begin is al heel eenvoudig. U begint bij uzelf. Schrijf rechts van uw naam met ante cedenten (geboortedatum, hu welijksdatum, beroep etc.) de naam van uw vader en moeder, daarnaast die van uw grootou ders, vervolgens die van uw overgrootouders. U heeft al 8 overgrootouders en over het al gemeen beginnen daar de pro blemen. Als de grootouders nog in leven zijn (of tantes of ooms) zullen zij aan de hand van familie papieren u wel een eind op weg kunnen helpen. Lukt dat niet, dan is egn eerste contact met de Burgelijke Stand onver mijdelijk en het feitelijke speurwerk begint. Een uitermate geschikt hulp middel om al uw bevindingen vast te leggen, is de door VIC TOR POST/Rotterdam uitge geven Hobbyset Familiekunde. Deze set kost fl. 20,—, maar met deze eenmalige uitgave heeft u dan wel gelijk alle noodzakelijke attributen en aanwijzingen om uw speur tocht aan te vangen. De set is verkrijgbaar d.m.v. storting van fl. 20,— op girorekening 1783584 t.n.v. VICTORPOST, Rotterdam. Hoewel eigenlijk ook weer niet, want de familienaam betekent voor de genealoog heel wat, zij geeft immers al vaak een duide lijke aanwijzing waar het verre familieverleden zich afspeelde. Familienamen van Van Nieuw- poort. Van Amersfoort, Van Amerongen, Van Staveren, Van Maastrïgt, Van Ameide, laten geen twijfel over de plaats van herkomst van één van de verre voorouders. Hetgeen ons gelijk al brengt op één van de vele zijpaden van genealogie, de be tekenis en herkomst van na men. HOE KOMEN WIJ AAN ONZE NAMEN? Heeft u er ooit over nagedacht wat uw naam betekent en waar uw naam vandaan komt? Er moet iemand in de lange rij van uw voorouders geweest zijn, die al of niet met reden die naam heeft aangenomen. Rond het jaar 1650 zijn achter namen nog vrij zeldzaam. Men behelpt zich in die dagen nog met doopnamen gevolgd door de vaders naam, het zogenaam de patronykum. Zoals bijvoor beeld: Willem Barentz (Willem de zoon van Barent) Grietje Tjebbes (Grietje de dochter van Tjebbe) Piet Hein (I) Piet de zoon van Hein) enzovoorts. Langzaam treden in de ge woontes veranderingen op. Via aanduidingen van beroepen als Jan Schoenmakers (Jan de zoon van de Schoenmaker), Kees Dekkers (Kees de zoon van de (dak) of leidekker) en de reeds boven omschreven plaatsen van herkomst, zijn zo rond 1750 de achternamen in steden en grote dorpen vrij al gemeen. Op het platteland hield men zich echter nog aan de oude regeling. In 1811 was dat afgelopen. Napoleon gelastte dat ieder zich van een achternaam moest voorzien. Ook toen al werden dictators niet serieus genomen en uit protest, weigering werd namelijk met strafvervolging bedreigd, werden door vele op- standigen de vreemdste namen aangenomen. Namen als Naaktgeboren, Komtebedde, Natvantranen stammen uit die tijd om nog maar niet te spreken van La- zarom (lazer om!), Verreck (verrek!), verbasterde verwen singen voor de ambtenaar die in die tijd in naam van hoger hand de gekozen namen moest registreren. Beseft werd echter niet dat vaak het hele nage slacht met deze naam zou wor den opgescheept! Geen enkele genealoog neemt echter voetstoots aan dat de bewering familienaam is plaats naam, dus herkomst is de ge noemde plaats, familienaam is beroepsnaam, dus een van de voorouders had dat beroep, juist is. Nee, hij wil bewijzen. En om die te verzamelen is de speurtocht in het familieverle den noodzakelijk. WAAROM ZO'N SPEURTOCHT? Wat beweegt mensen om te gaan zoeken naar hun voorge slacht7 Er zijn talloze redenen. Velen doen het in een opwel ling van heimwee naar de tijd van toen, weer anderen om uit te vinden of er soms een fami liewapen is. Voor sommigen is het ook wel- een vorm van fa milieziekte. Maar voor de meesten is het toch gewoon een oprecht ver langen om meer te weten over hun afkomst en hun voorou ders waarvan zij uiteindelijk de nakomelingen zijn. Wijlen Godfried Bomans schreef, toen men hem zijn uitgewerkte familiestamboom voorlegde: „Ik zie opeens die lange rij mensen staan, waarvan ik de laatste ben. Ik voel me met hen verbonden, want ik zou niet bestaan hebben als zij er niet geweest waren. En bij elk van die namen denk ik: van jou heb ik ook iets meege kregen, laat ik er toch het bes te van maken." En zo is het, juist die verbon denheid met die ogenschijn lijk vreemde mensen die u op zo'n tocht tegenkomt, maakt het zo boeiend en grenzeloos interessant. DEAANHOÜDËR WÏNT De speurtocht kan soms jaren in beslag nemen. Want pas op, het is geen bezigheid met snel le resultaten. Tot zo rond het jaar 1800 is men zijn voorou ders vrij snel op het spoor, maar voor alles wat voor dat jaar ligt, zijn tijdrovende bezoe ken aan rijks-, gemeente- en streekarchieven beslist een voorwaarde. Gelukkig zijn deze archieven ook geopend op za terdagmorgen en voor de ware speurder ligt daar een eldorado van onderzoekmateriaal als doop,trouw- en begraafboeken. Men vindt er papieren van no tarissen, rechtbanken, ambte naren, kerken, waterschappen, teveel om op te nomen. En krachtens artikel 7 van de ar chiefwet 1962 is ieder (dus ook u!) bevoegd om in de studie zaal van het rijks- of gemeente archief kosteloos archiefstuk ken te raadplegen en daarvan afschriften te maken of tegen betaling te laten maken. U KUNT HET ZELF Als u over voldoende contan ten beschikt, geen tijd of geen geduld heeft orh het zelf te doen, dan zijn er verschillende instanties of ambtenaren die voor goed geld het hele karwei IS ZELF EEN STAM BOOM SAMENSTELLEN DUUR? Het hoeft geen dure hobby te zijn. Uw speurtocht tot zo rond 1811 kost u nauwelijks een paar tientjes. De leges-kos ten die u aan de ambtenaar van de Burgelijke Stand moet beta len voor één uittreksel uit een geboorte- of trouwregister va neéren van fl. 1,— tot fl. 5,—. Zodra u kunt putten uit de ge gevens van de archieven (gege vens voor het jaar 1893) kost het u niets meer, alhoewel u natuurlijk rekening moet hou den met de reiskosten om zo'n archief te kunnen bereiken. Woont u in Rotterdam en komt uw voorgeslacht uit Gro ningen, dan gaan de reiskosten natuurlijk aardig meetellen. Maar zoals gezegd, u kunt voor zo'n speurtocht een onbeperk te tijd uittrekken, dus wat let u om zo'n bezoek te combineren met een lang-weekend of om er één of zelfs meer van uw regen achtige vakantiedagen aan op te offeren. Bezwaarlijker wordt dat wan neer mocht blijken dat één van uw voorouders uit het buiten land afkomstig is. Dan kunnen reis- en verblijfkosten natuur lijk aardig aan gaan tikken. Maar ook deze kosten lonen de moeite. Wat is immers leuker en spannender om met zo'n speurtocht raadsels van uw ei gen familie en het ontstaan van uzelf op te lossen? „U bent bediende van uw beroep?" informeerde de politierechter arge loos, toen een wat buiten zijn boord en buiten zijn mouwen gegroeide jongeling van omstreeks 28 jaren voor de balie trad. „Dienderbediende, jawel edelacht bare", klonk het antwoord. „Wat is dat?" „Dat is een bediende die een dien der van dienst is, edelachtbare." „O, hm, jaja. U hebt een politie agent aangevallen, zie ik." „Neenee, bediend, edelachtbare." „Nou, als dat bedienen van u be staat uit het aanreiken van oorvijgen en watjekauwen, kan ik gevoeglijk spreken van aanvallen inplaats van bedienen. Je kunt het nauwelijks aanreiken noemen." „Nee, hij viel tegen mij aan. Ik heb belet dat ie omviel, edelacht bare." „U hebt zich daarmee toch wel vergaloppeerd!" „Pardon, ik galoppeerde niet, ik stond stil. Degene die niet stilstond maar in woeste galop op me afkwam was juist de diender, edelachtbare." „Dan zult u toch wel wat uitge haald hebben, hè? Anders komt er geen politieman op je afstormen". „Edelachtbare, ik was een wind stilte. Die diender kwam als een on weerswolk opzetten. Ik was gedwon gen hem tegen te houden. Ik hielp hem tot staan komen, anders was hij dóór me heen gedonderd." „En moet dat met een oorvijg en een watjekauw gepaard gaan?" „Edelachtbare, voor dat soort din gen moet je je handen bewegen. Anders kun je geen oplawaai uit delen. Ik stond bewegingloos. Ik hield alles stil, wat ik aan me heb hangen. Maar die diender vloog te gen mij op, dus zijn kop kwam te gen mijn handen. Hij heeft zichzelf dus met zijn kop een watjekauw te gen mijn hand aan gegeven. Wat zeg ik, hij gaf mij een dreun!" „En die oorveeg dan?" „Kan ik 't helpen als ik ergens sta en d'r komt een diender aan die z'n oor aan me wil afvegen?" Er werd lang en breed gepraat, maar de verdachte hield strak en stijf vol, dat hij bewegingloos bleef stilstaan en dat de agent om onver klaarbare redenen onverwachts te gen hem aansprong. Daarom werden achtereenvolgens de beide getuigen binnengeroepen. Toen was alles snel opgehelderd. Beiden verklaarden on afhankelijk van elkaar, dat de „dien derbediende" op tien pas afstand van de politiebeambte eigentijdse treiter- liedjes op de heilige hermandad had staan kwelen. Stokstijf stilstaande, weliswaar, maar heel duidelijk hoor baar enprikkelbaar. „Een dergelijke laakbare aktie moet een reaktie tot gevolg hebben", concludeerde de officier van justitie, „als deze bediende de pestkop wil uithangen voor de politie, dan kan de justitie eens pesterig doen tegen deze pestkop." En hij vorderde hon derd gulden boete of vijf dagen ge vangenisstraf. „Hij had me gewoon kunnen ver baliseren", meende de lange figuur in het te korte pak. „Wat krijgt die stormram nou?" „U krijgt tachtig gulden boete, of vier dagen", antwoordde de politie rechter. „En als u het nog eens uit haalt, wordt het waarschijnlijk dub bel tarief". Toen ging de bediende maar heen. Tweede buiten speelterrein Brukske Omdat de Stichting Peuterspeel zalen Venray zich bereid heeft ver klaard de kosten van aanleg en in richting volledig voor haar rekening te nemen hebben b. en w. goed ge vonden, dat een tweede buiten- speelterrein bij de Peuterspeelzaal in Brukske op grond van de gemeen te wordt aangelegd. Dit speelterrein komt nabij de achteroitgang van de flat, op de andere hoek van het plein waaraan het eerste terrein is gesitueerd.

Peel en Maas | 1978 | | pagina 15