Ruilverkaveling Overloon - Merselo LANDBOUW vist achter welvaartsnet bartels HOUTVEREDELING BESCHERMT HET HOUT VERFRAAIT DE STRUCTUUR BLADDERT NIET AF Leenen WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Veldslag in Pentagon VRIJDAG 4 AUGUSTUS 1972 No. 31 DRIE EN NEGENTIGSTE JAARGANG a PEEL EN MAAS VOOR AL UW DRANKEN DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 2727 GIRO 1050652 VOOR AL UW DRANKEN ADVERTENTIEPRIJS 15 ct. per mm. ABONNEMENTS PRIJS PER HALFJAAR 7.50 (bij vooruitbetaling) PLAN NU TER INZAGE Elders in dit blad vindt U de offi ciële mededeling dat de plannen voor de ruilverkaveling Overloon - Mer selo thans ter inzage liggen o.m. op het Venrayse gemeentehuis. Nadait lang in „het verborgene" gewerkt is door de mensen van de Cultuur Technische Diensten iin Dra- bant en Limburg en zich over die plannen een hele reeks van instan ties en instituten gebogen en ge oordeeld heeft, is nu het woord aan de „gewone" man. De gewone man, die op vrijdag 11 augustus in café De Zwaan, in Merselo, zoals het in de officiële stukken heet, maar waar mee men zaal Arts bedoeld heeft, nog nadere toelichting kan krijgen. Die voorlichtingsvergadering beginit voor wat Merselo betreft om 10 uur, terwijl er die dag om half 3 nog zo'n zelfde bijeenkomst is in zaal Wilde man in Vierlingsbeek. Is men daar nog niet tevreden mee, dan is nu ook het officiële rapport verkrijg baar voor 2.50. RUILVERKAVELING Reeds eerder hebben we er op ge attendeerd dat in deze ruilverkave ling, in totaal groot 7900 ha., 2400 ha Venrayse grond komen liggen. Gaat een en ander door (in november a.s. hoopt men de verkiezing te houden) dan betekent dit, dat aansluitend aan de Lollebeekverkaveling, dan praktisch alle boerengrond in de ge meente Venray verkaveld is of wordt. Dat gaat dan betekenen dat de waterhuishouding een heel stuk verbeterd is of wordt, dat men gro tere kavels heeft gevormd of vormen zal, dat landbouwwegen ingekort en verbeterd worden of zijn, zodanig dat de meeste kavels aan een ver harde weg komen of zijn komen lig gen, kortom dat de Venrapse boer heel wat rationeler kan werken. Dat is en zal juisit voor deze groep een belangrijk winstpunt zijn. Iets anders is, dat juist in dit ge bied de landschapsvernieuwing en -verbetering, waaraan men met ruil- verkavelen gelukkig steeds meer gaa/t 'doen, bij verschillende mensen toch wel vraagtekens heeft opgeroe pen. Vraagtekens, die men verwoord heeft in een memorandum, waarin men zich afvraagt of het nu inder daad zo nodig is, dat b.v. het Loo- beekdal in Merselo in zijn huidige vorm verdwijnen moet. Men is uiter mate bang dat het strakke afvoer kanaal, wat de Loobeek in feite moet gaan worden, eerder landschaps afbraak zal zïjn, dan landschapsver nieuwing of -opbouw, Daar is al een flinke discussie over geweest tussen de betrokken diensten en de werk groep, die zich op het laatste ogen blik daartegen in 't geweer geroepen heeft. Uit ons verslag over deze dis cussie van vorige week heeft men kunnen lezen, dat het voornamelijk financiële bezwaren waren, die er toe geleid hebben dat de Loobeek oude-stijl moet gaan verdwijnen. Of dus nog redding mogelijk is, blijft een open vraag. Wie zdch over deze en andere be zwaren van de werkgroep tegen de ruilverkaveling met name onder Merselo op de hoogte wil stellen kan het desbetreffende memorandum ko pen bij de Stichting Samenlevings opbouw of in de boekhandel. Het blijft echter te betreuren dat met die Loobeekdal niet hetzelfde gebeuren gaat als met het Maasheg- genlandschap, dat in deze ruilver kaveling wel overgaat in handen van Staatsbosbeheer, dat de daar gele gen gronden in pacht gaat uitgeven onder het uitdrukkelijke beding dat de heggen en dé fauna daar in hun oorspronkelijke staat blijven. OPENLUCHTRECREATIE Het zou echter onbillijk zijn niet te zeggen dat inderdaad in dit plan meer nog dan in het Lollebeekplan veel aandacht geschonken is aan het landschap, waarvoor heel wat ka rakteristieke elementen en waarden behouden worden, of een extra ac cent krijgen. Voeg daarbij dat men vooral de oude ontginningsgronden nog gaat beplanten, landbouwwegen, die gaan vervallen voor een deel zal omvor men tot wandel- en ruiterpaden en nieuwe bossen zal gaan vormen. Daarnaast is ook de recreatie niet vergeten. Zoals we reeds eerder meldden zal onder het oorlogs museum van Overloon zand gewon nen worden. Men denkt daarvan over te houden een plassengebied van I6V2 ha, dat kan worden inge richt als zwemvijver met speel- en ligvelden, terwijl de plannen voor een toekomstig kampeerterrein daarin nu reeds passen. Een ander groot plan is de aanleg van een visvijver in de zgn. Rozen- daalse bossen. Daar zal een zand- afgraving dienstbaar gemaakt wor den aan een ruim 3 ha grote vis vijver, waarbij een eenvoudig par keerterrein wordt aangebracht en tafels en banken. Men draagt trouwens de vissport in dit plan een goed hart toe, want ook langs de Maas zullen op een drietal plaatsén in dit plan voorzie ningen voor de vissers komen. LANDBOUWKUNDIGE ASPECTEN De gronden binnen het ruilverka- velingsblok tussen Sam beek en de Deurneseweg zijn voornamelijk cul tuurgronden (76%). Het percentage van de oppervlakte dat uit bos of woeste gronden bestaat is 17. Als ge volg van de ontstaanswijze van het landschap komen binnen het gebied vrij grote hoogteverschillen voor. De ontwikkeling van het grond gebruik toont een teruggang van de oppervlakte bouwland ten gunste van de graslanden met ca. 10%. De cul tuurgrond, die als tuinland in ge bruik is blijft vrijwel constant. WATEROVERLAST Door een ontoereikende capaciteit van het waterlopenstelsel en een gebrekkige ontwatering heeft ruim één kwart van het blok te kampen met wateroverlast Ten aanzien van de vuilwaterafvoer bestaan eveneens problemen, doordat het afvalwater o.m. van Venray in hoofdzaak geloosd wordt op de diverse waterlopen. De verkavelingstoestand laat op verreweg de meeste bedrijven veel te wensen over. Bijna de helft van de bedrijven heeft het grondgebruik over 8 of meer kavels verspreid. Over het gehele gebied is de versnippering groot en de perceelsvorm grillig. De ze situatie kan niet anders dan be lemmerend zijn voor een rendabel gebruik van de gronden. Het ruilverkavelingsplan probeert de voorwaarden voor een rationele bedrijfsvoering te scheppen o.m. door een goede ontsluiting. DE ONTSLUITING Ter verbetering van de ontsluiting is een plan ontworpen, waardoor de bedrijven en kavels rechtstreeks aan of op een aanvaardbare afstand van de openbare wegen komen te liggen. Deze plattelandswegen zullen van een gesloten verharding worden voorzien, met uitzondering van die, welke een recreatieve functie heb ben of in bosgebieden liggen. Na uivtoering van de ruilverkaveling zal de dichtheid van het onverharde wegennet 3.90 m'/ha bedragen (thans 38 m'/ha). De wegendichtheid in to taal, die thans gemiddeld 49.5 m per ha bedraagt, zal worden terugge bracht tot ruim 23 m per ha. DE WATERBEHEERSING Ter verbetering van de plaatselijke slechte waterhuishoudkundige toe stand zijn plannen ontworpen, waar door het gehele gebied kan worden drooggelegd. Uitgezonderd zijn en kele zeer lage en moerassige gedeel ten en uiteraard gebieden met na tuurwetenschappelijke waarde. Hier zullen maatregelen getroffen worden om de gewenste hydrologische om standigheden te behouden. Voorts zal de benedenloop van de Loobeek en het Afleidingskanaal zo danige afmetingen verkrijgen, dat het afvoersysteem van overtollig wa ter van Venray-centrum hierop kan worden aangesloten. KAVELINRICHTIG Om goede gebruikskavels te kun nen vormen is nodig: het graven van ■nieuwe en het dempen van oude slo ten het aansluiten van hoogtever schillen en het opruimen van hout gewas voorzover de aanwezigheid ervan sterk belemmerend werkt op het plan der toedeling. Voor een meer rationele indeling van de landbouwgronden zullen ook enige bedrijven verplaatst worden. Gelijktijdig met verplaatsing kan vergroting van de bedrijfsoppervlak- te plaatsvinden. Een aantal gebieden zijn voor dit doel uitgezocht. DE KOSTEN Met de uitvoering van het voor gestelde plan is een bedrag gemoeid van 24.950.000,Hiervan zullen de grondeigenaren en belanghebbende instanties 7.350.000,moeten be talen, al naar gelang het nut, dat de ruilverkaveling voor hen heeft. De betaling geschiedt in de vorm van ruiiliverkavelingsrente. Het resterende deel van de kosten is 17.600.000,overeenkomend met 70% van de totale kosten. Hierin zal worden voorzien door een rijksbij drage van de zijde van de Cultuur technisch Dienst. Wethouder Loonen heeft de discussievergadering rond de ruil verkaveling OverloonMerselo aangegrepen om nog eens met keiharde cijfertjes aan te tonen, dat Venray's land- en tuinbouw in de Venrayse werkgelegenheid dan misschien een paar passen terug heeft gedaan, doch met een bruto.opbrengst van 121,5 miljoen, alleen al in het Venrays, nog altijd een factor is. die meetelt. Nu is hem dat wel toevertrouwd. En misschien had hij ook wel ge lijk, dat hij nog eens even het eco nomisch belang van deze bevol kingsgroep naar voren bracht, want de vraag wordt ook in het Venrayse nog wel' eens gesteldlevert die land bouw zakelijk gezien nog wat op, is het boerenbedrijf financieel nog te runnen. Te dikwijls ziet men hem al leen als een soort milieu-vervuiler. Zelfs een modern geïndustriali seerd land zal zijn voedselvoorzie ning niet weggeven aan staten waar een goedkoper agrarisch produktie- apparaat voorhanden is. De Neder landse agribussiness (landbouw in de meest ruime zindoet echter veel meer en speelt vooral in de EEG 'n rol die men niet moet onderschatten. In tegenstelling met onze EEG-part- ners heeft de Nederlandse boer en tuinder al vroeg gekozen voor een sterk gespecialiseerd produktiepro- ces. Onze landbouw heeft een goede en vroegtijdige start gemaakt in de richting van de veredelingslandbouw (rundvee-fokkerij - pluimvee - var kens - tuinbouw). Hoewel de agra rische bedrijfstak veel grondstoffen invoert (voornamelijk uit derde lan den), blijkt de waarde van de uit voer van landbouwprodukten veel groter te zijn. De navolgende cijfers zijn afkomstig van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Het po sitieve exportsaldo levert onze na tionale economie een niet te ver smaden deviezenvoorraad op (ruim 4Va miljard guldens). Interessant is ook de bijdrage van de landbouw aan de groei van 'slands economie. In 1970 steeg de landbouwproduktie met 3,8 miljard gulden. De inzet van arbeid, kapitaal en grond voor een dergelijk produktie- resultaat is belangrijk minder ge weest dan bijvoorbeeld 20 jaren ge leden. Als men terwille van de ver gelijking de inspanningen in dezelf de guldens (bijvoorbeeld die van 't jaar 1953) meet, beloopt het kosten verschil tussen 1953 en 1970 2,3 mil jard gulden. Deze prestatie, die men ook wel produktieviteitsstijging noemt, heeft meegewerkt aan de groei van het nationaal inkomen. Binnen de genoemde tijdsperiode steeg het inkomen per hoofd van de werkende bevolking met 5500 gul den. Een tiende gedeelte of 550 gul den van deze inkomenstoename was te danken aan de enorme inspan ningen in de agrarische bedrijfstak. EEN BOEREN AFTOCHT ZONDER LAWAAI De landbouw is voor onze economie van niet geringe betekenis. De koopkracht van alle landgenoten tezamen is toegenomen. Voor een deel heeft de landbouw daaraan me degewerkt. De vraag blijft echter nog open of de boer loon naar werk krijgt, met andere woorden: is het landbouwinkomen wel overeenkom stig de bijdrage aan 'slands econo- .mie. Krijgen boeren en tuinders het aan hen toekomend stuk van de na tionale koek? Ook daarover kan het LEI een boekje open doen. Het land bouwinkomen in ons land is geste gen van 7,1 miljard gulden in 1963 tot 11.5 miljard gulden in 1970. Voor do ene helft wordt dit inkomen ge realiseerd door boeren en tuinders, terwijl de andere helft op rekening van de agrarische industrie en han del komt. Ondanks de absolute stijging wordt het aandeel van de landbouw in het nationaal inkomen 9teeds kleiner. Tussen 1963 en 1970 daalde dat aandeel van 16.5 pet. tot 12.5 pet. Het aantal werkers in de landbouw is weliswaar gedaald, maar bij de ver deling van de nationale koek hebben de boeren een belangrijke veer moe ten laten. De rol van de boer bij 's- lands welvaartssijging is niet gering en toch mist hij een financieel ap plaus (lees: billijk inkomen!). Er zijn daarvoor meerdere oorzaken aan te geven die de boer niet in de hand heeft. In een welvaartsstaat is ook de maag van de mens beperkt. Elke produktietoename in de agrarische sfeer, die boven de consumptiegrens uitgaat, leidt in het algemeen tot la gere prijzen van d'e goederen. Ver volgens is de prijs van de arbeid arbeidsloon, zo hard gestegen dat 'ook de boer zijn heil moet zoeken in produktiemethodien die minder geld kosten en dus arbeidsbesparend zijn. Technisch is dat geen enkel probleem, mits de bedrijven zich qua omvang lenen voor een opti maal machinegebruik. Eén van de knelpunten in onze nationale land bouw is het feit, dat er te veel be drijven en ite veel boeren op een be perkt stuk Nederlands grondgebied voorkomen. Men ontkomt op de duur niet aan de kleine maar wel harde waarheid voor het gehele bedrijfs leven: onrendabele zaken zijn alleen maar goed om afgestoten te worden. Een teveel aan werkers dwingt tot afvloeiing. Frappant is overigens dat men verbaasd raakt en de mond vol heeft over sluitingen en ontslagen bij industriële bedrijven, terwijl de landbouw al jaren vertrouwd is met het afvloeiingsproces dat vrij geruis loos verloopt. In 1970 werkten er in onze land- en tuinbouw 156.000 be drijf shoofden, 38.000 medewerkende zoons en 53.000 overige arbeids- kracten. Het gaat globaal gezien om 250.000 mensen die hun boterham op of rond het erf vergaren. Het aantal werkers in de agribussiness (bijv. mengvoederindustrie, zuivelhandel en banken) gaat veruit boven de ge noemde kwart miljoen werkers. De landbouwbevolking vermindert elk jaar met ruim 4 procent, waarbij tot voor kort de vreemde arbeidskrach ten en medewerkende zoons voor opliepen in de exodus. Tussen 1965 en 1970 zijn echter ook 5.300 be- drijfshoofden er mee gestopt. Het af vloeiingsproces verloopt nu zo snel dat men een daggemiddelde van 17 tot 20 bedrijfsbeëindigingen haalt. Sociaal gezien is dat een kracht toer van de eerste orde. Zakelijk ge zien nog te weinig om de arbeids- produktiviiteit van de blijvende boe ren met harde guldens te belonen. De „overmatige" arbeid vloeit te traag weg. FLINKE INKOMENS ACHTERSTAND Dat de landbouw in een moeilijke tangpositie gemanoeuvreerd is blijkt wel uit het boereninkomen. De be drijf sui'tkoms ten bepalen het inko men, dat zowel voor de gezins- als de bedrijfshuishouding aangewend wordt. In 19701971 daalde het ge middelde besteedbaar inkomen per bedrijf ten opzichte van het voor afgaande jaar met 15 pet. tot 19.000 gulden. De gezinsuitgaven vcor de doorsnee boer zijn ook weer 15 pet. onder het landelijk gemiddelde ge bleven. Wat met voor consumptie uitgegeven wordt resteert als spaar geld en vormt het vermogen waar mee het bedrijf gefinancierd moet worden. Ook zit er een stuk oude dagsvoorziening in omdat een ver- mogensdeel als pensioenreservering gezien wordt. Dat laatste zal ingevolge een nieuw wetsontwerp tot bepaalde hoogte be lastingvrij kunnen gebeuren. In de landbouw wordt de laatste jaren meer dan 30 pet. gespaard, terwijl het spaarvarken van de doorsnee Nederlander goed is voor 20 pet. van zijn inkomen. Uit dit alles wordt duidelijk dat de boer achter loopt bij de algemene inkomensontwikke ling, zuiniger leeft en zoveel moge lijk spaargelden in zijn bedrijf pro beert te stoppen. De magere prijs stijgingen voor de landbouwproduk ten iets anders dan consumenten prijzen!) worden verre overtroefd door de sterk gestegen kosten van arbeid en kapitaal. Het landbouw inkomen is sinds 1969 met 18 pet. achter gebleven bij het niet-land- bouwinkomen. De boei is dan ook veel meer inflatiebestrijder dan in flatiemaker. MILIEUPREMIES YOOR DE BOER Bij dat alles komt dezelfde boer door alle milieu-discussies ook nog eens aan de tocht te staan. De land bouw en tuinbouw moet zo heet dat dan maar eens stoppen met de bestrijdingsmiddelen, kunstmest en gebrui kvan zwavelrijke olie. De mi lieuvervuilende boer moet daarvoor maar een zware (financiële) pijp ro ken. Daar tegenover fungeren alle boe ren, die toch zo'n 80 pet. van Neder lands grondareaal behoren, als stof feerder van het landschap. Deze taak reikt verder dan het produceren van goederen. Het grondgebruik krijgt ruimer perspectief (recreatie-land- schapsbesoherming-natuurbehoud). Het zou konsekwent zijn als de land bouw voor de aktiviteiïen een pas sende beloning ontvangt. De medaille met de betalende vervuiler heeft na melijk ook een keerzijde: de milieu- bevorderende landbouw. Zou het niet de moeite lonen om naast mi lieuboetes of heffingen ook milieu- premies toe te kennen? Zondagavond omstreeks elf uur werd politiehulp gevraagd voor een vechtpartij in de bar Pentagon in de Hofstraat. Daar waren een aantal lie den, die zich de White Power uit Roermond noemden, begonnen aan een veldslag. Zonder aanwijsbare redenen wa ren zij slaags geraakt met de 18- jarige Duiitser Karl L. uit Kevelaer. Met 5 man durfde men en de Duit ser werd dan ook flink afgetuigd, geschopt en geslagen en toen hij op de grond lag, werd er nog stevig op hem ingetrapt. Personeel en politie wist de vech tenden buiten te krijgen, maar in de Hofstraat ging het gevecht door. Toen werden door de politie de no dige rake klappen uitgedeeld en van de wapenstok gebruik gemaakt. Een politieman werd de pet van zijn hoofd geslagen en vernield en de patrouilleauto van de politie werd beschadigd. Uiteindelijk gelukte het de politie toch (toen deze versterking had gekregen) een vijftal met ge weld naar het politiebureau over te brengen. Het bleken te zijn de 21-jarige P. H. montagearbeider, de 24-jarige L. P. genietend van de uitkering van de w.w., de 18-jarige J. P. heftruck- chaufeur, de 19-jarige L. L. los- arbeider, allen uit Roermond en de 20-jarige E. S. zonder beroep uit Ge leen. De laatste twee werden inge sloten en deze zullen worden voor geleid aan de officier van justitie te Roermond. Allen zal zware mishandeling, ge weldpleging en verzetbenevens ver nieling ten laste worden gelegd. De politie had handenvol werk om zich door getuigenverklaringen een juist beeld te vormen van de situatie en de motieven. Enkele weken geleden was reeds een vechtpartij geweest in dezelfde bar-dancing, waaraan eveneens door Roermondenaren van de White Po wer bende was deelgenomen. Toen kregen zij een nederlaag te incas seren, maar hadden beloofd met versterking terug te keren. Voor het slachtoffer moest medi sche hulp worden ingeroepen. Sadoiins SADOLINS HOUTVEREDELING IS VOOR BINNEN EN BUITEN EEN HOUT BESCHERMING DIE IN HET HOUT DRINGT. GAAT SCHIMMEL EN HOUTROT TEGEN. IN 7 LICHTECHTE KLEUREN.

Peel en Maas | 1972 | | pagina 5