Haarlem helpt Venray rob van haaren Na vijf en twintig jaar Monumentenlijst roept vraagtekens op ook de sneeuw verdwijnt en het voorjaar komt denk dan aan Amak Nederland n.v. JONGELUI PULS PULS De boerderij als monument VRIJDAG 20 FEBRUARI 1970 No. 8 EEN EN NEGENTIGSTE JAARGANG IS GOEDKOPER DAW U DENKT PEEL EN MAAS IS GOEDKOPER DAN U DENKT GROTEITRAAV'M'^postbu!SI'RÓS WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ADVERTENTIEPRIJS 13 cl per mm. ABONNEMeJTS- PRIJS PER KWARTAAL f Z15 (buiten Venmy 2J0) Burgemeester Schols heeft verleden week woensdag in de Vishal te Haarlem een tentoonstelling geopend van het Haarlems Inter- scholair Jeugdtoernooi 1970. Op deze tentoonstelling waren werk stukken te bewonderen van de Haarlemse, Bloemendaalse en Heemsteedse schooljeugd, die verder nog in dit toernooi in ver schillende uitvoeringen en in verschillende zalen hebben laten zien wat zü op het gebied van de schone kunsten presteren Men vraagt zich af, waarom Ven- rays burgemeester uitgenodigd was om deze overigens zeer uitgebreide en goed verzorgde tentoonstelling te komen openen. Het antwoord is te vinden 25 jaren geleden, in de Haar lem helpt Venray-aktie VENRAY VERWOEST 25 jaren geleden kwamen om deze tijd de eerste mensen terug van evacuatie. Over een kapot gereden Deurneseweg mochten zij, mits zij iets van bouwen en sjouwen afwis ten naar Venray terug, om daar te beginne^ de chaos te ruimen. Men had vrij kort na de bevrijding het bevel gekregen Venray te verlaten, doodgewoon, omdat geen enkele En gelse militair er kans toe zag de be volking in eigen plaats te laten over winteren. Men leefde in kelders en onderkomens en praktisch geen en kel huis was onbesohadigd. Alle vensters waren kapot, alle ruiten gebarsten. De aanvoerwegen waren doorgeploegd, het vee gedood of ver dreven, de voorraden praktisch op of vernield. In een dergelijke plaats kon men niet overwinteren. En zo ging de bevolking van Venray-cen- trum een onzekere toekomst tege moet. Een klein deel in de ongetrof fen nabuurplaatsen, een ander deel verder Brabant in, rond Helmond en weer anderen naar België, waar ze werden ondergebracht bij vreemde mensen en heel dikwijls het genade brood moesten eten. En onder de winterhemel lag daar het centrum, kapot en verwoest. De steeds maar vallende' regen maakte alles nog triester, nog rotterDe overwinterende Engelse soldaten zochten links en rechts in deze chaos een onderdak of proviseerden er een en het weinig goede wat er nog was, gebruikten zijZo was de ontreddering volkomen toen de eerste mensen terug gingen om orde op zaken te stellen. In het Venray-van-nu kan men zich niet voorstellen hoe men alles terugvond. Kapot, doorweekt, rot, verdwenen. De kostbare spulletjes van praktisch elk gezin waren weg, kapot. Men had dikwijls geen bed meer om te slapen In deze situatie is Venray begon nen. Begonnen met het opruimen van de stapels en bengen puin. Be gonnen met het gappen en stelen van pannen om eigen huis en haard tenminste weer dicht te krijgen. Be gonnen met planken voor de ramen, omidait er geen glas te krijgen was. Begonnen van de grond af aan, in kippenhokken, in schuren, in achter bouwsels, zonder gas, water, electri- citeit. Men schooide bij de Engelse sodaten om brood, men at uit een gaarkeuken, men timmerde met een steen, omdat men geen hamer had en men moest het ene slopen om het andere weer wat op te knappen, in die zin, dat men droog zat. „We kon den nergens anders heen, maar an derswas de wanhoopskreet, waarmede velen terugkeerden, die enkele maanden terug niet meer ge dacht hadden, die ruine, die Venray toen was, nog ooit te kunnen op bouwenEn juist uit die wan hoop is Venray herboren Terwijl Noord Nederland op zijn bevrijding wachtte, stumperde men hier met grandioze tekorten op elk terrein HAARLEM HELPT Zo is Venray een tamelijk uitzicht loze lente 1945 ingegaan, tussen puin dajt niet scheen te minderen en men was alleen dankbaar voor iedere dag dat de zon scheen, dan droogde het tenminste wat, dan kon men verder werken. De bevrijding van heel ons land is hier tussen de puin „ge vierd", omdat men argeloos als men toen was dacht dat nu ten minste de narigheid, het tekort en de ellende voor goed voorbij zouden zijn. Maar Nederland was een uit geplunderd land, waar niet alleen geen bouwmaterialen meer waren, maar waar nog aan geen lepel of vork te komen was, laat staan aan textiel, en ander spulZo moesten we verder met oude stenen bikken, om hier en daar de gaten te kunnen dichten. Noodherstel werd groot ge schreven in die dagen en iedere steen, ieder stukje glas, ja, iedere dakpan moest zwaar bevochten wor den van allerlei instanties, die in tussen de wederopbouw, of liever het noodherstel wel moesten gaan begeleiden om tenminste een ietwat redelijke verdeling mogelijk te ma ken. Maar Venray, dat zich in die da gen soms zo alleen op de wereld voelde, bleef niet alleen. Het noor den van ons land, eenmaal bevrijd en enigermate hersteld van het maandenlang hongeren herinnerde zich hoe uit het reeds bevrijde zui den zich had ingespannen om juist die hongerende mensen te hepen. Wagens en wagens met voedsel stonden bij de bevrijding klaar om hulp te gaan bieden. Een dankbaar noorden kwam naar het zuiden en ontdekte toen dat daar ook nood was, ook ellende. Nood, die niet te lenigen was met meel, brood, vlees De toenmalige wethouder van Haarlem de heer Gelik, kwam met Pater Hutjes in het kapot geslagen Venray. De ellende, die ze hier za gen, deed hen spontaan besluiten „hier iets aan te doenEn ze hebben er wat aan gedaan. Want de hele oudere schooljeugd van Haar lem, Bloemendaal en Heemstede hebben ze optrommeld (de eerste maal dat alle gezindten, zoals dat heet, gezamenlijk optrokken) om Venray te helpen. Toen is er een aktie op touw gezet, onder het mot to: Haarlem helpt Venray, die feite lijk eenmalig is in onze vaderlandse geschiedenis. Want die hele jeugd heeft genoemde plaatsen doodgewoon afgestroopt om keukengerei, om tex tiel, om bedstukken, om huisraad. Met karren en fietsen, met alle mo gelijke voertuigen ging men er op uit omdat te verzamelen, wat hier maar bruikbaar kon zijnEn dat was praktisch alles. De kranten schreven daar grote stukken over de nood in Venray, een filmploeg kwam hier opnamen maken, die in alle Haarlemse bioscopen gedraaid wer den. Er werden folder verspreid, of ficiële oproepen geplaatst, winkel- akt'ies voor Venray gehouden en er zijn filmvoorstellingen gehouden, waar de eritree bestond uit een lepel, een vork en een bord. Er zijn op tochten gehouden, inzamelingsakities, kortom Haarlems oudere schooljeugd heeft zijn hele vakantie er aan op geofferd om voor Venray te werken. Als dan begin augustus 1945 de eerste tien wagens ariveerden, boor devol beddegoed, textiel en porce- elin, is dat de voorbode van het grootse convooi dat in een versierd Venray op 15 augustus 1945 meer dan 70 ton goederen aanvoert. Het blijkt dat men zelfs instrumentaria bij doktoren heeft weggehaald net zo goed als spijkers bij de aannemers. Honderden schilderijen en foto's had men verzameld, alleen maar voor het glas dat hier vensterruit werd. Haarlem is goed ontvangen. Dank baar was men voor al dat mate riaal, dat puilde uit de wagens en later uit de noodonderkomens. Maar nog dankbaarder dat men niet meer zo alleen stond in de rommel en de ellende, dat geluk kig anderen zich ook bekommer den om een kapotgeslagen ge meente, die nu steeds op nieuw de hand open moest houden om iets terug te krijgen van het vele dat verloren en verdwenen was 25 JAREN LATER Ja, zult U zeggen, allemaal mooi en wel, maar boe zit dat met Ven- rays burgemeester en die Haarlem se tentoonstelling. Deze Haarlem- helpt-Venray-afctie is, zoals we reeds schreven, grotendeels het werk ge weest van de oudere Haarlemse schooljeugd. Uit die samenwerking van 1945 om Venray te helpen, is een samengaan ontstaan van de leer lingen van het voortgezet onderwijs uit Haarlem, Bloemendaal en Heer stede, die tot de dag van vandaag duurt. Nu is het geen inzamelen meer van goederen, al doet men dat nog wel eens van tijd tot tijd voor een of ander goed doel, maar vooral een beijveren om om de twee jaren een toernooi te organiseren op het gebied van de kunsten. Een week lang musiceren deze jongeren, decla meren ze, spelen ze toneel, geven ze balletopvoeringen, schilderen ze en tekenen, geven cabaret, pantomine, kortom vullen ze een heel program ma met aktiviteiten, waarvoor vele schoolkalen, gymnastieklokalen, au la's, de stadsschouwburg en helt con certgebouw bezet worden. Maar dan in de goede betekenis van het woord. En dat men Venray niet vergeten is, blijkt uit de uitnodiging van Ven- rays burgemeester om de tentoon stelling te komen openen van de werkstukken, die de jongelui voor dat toernooi gemaakt hebben. Uit het hulp-initiatief van 25 jaren geleden is zo iets groots en blijvend gegroeid, waarvan de hele Haarlemse jeugd nu 25 jaren daarna nog profiteert. Mis schien dat dit voorbeeld ook op de Venrayse jeugd stimulerend kan werken Burgemeester Schols heeft ervaren, dat het grootse resultaten kan hebben. Minister Klompé mag bp tijd en wijle zeer vooruitstrevende schrij vers met een kus vereren, ze kijkt ook wel eens achterom. Dat blijkt uit de toepassing van de Monu mentenwet. Want Nederland is rijk aan monumenten. Zelfs zó rijk dat onherroepelijk de vraag rijst, wie het onderhoud van al die monu menten wel moet betalen. Venray alleen telt er meer dan 30. En dat is niet weinig dachten we. Het ge vaar dreigt, dat Nederland tien duizend monumenten krijgt, die niemand goed onderhouden kan en die alleen maar weerzin opwek ken. Beter is een beperkt aantal monumenten dat keurig onderhou den wordt dan een groot aantal dat tóch langzaam maar zeker ver gaat. WAT IS EEN MONUMENT? Volgens de wet is een monument een ten minste 50 jaar geleden ver vaardigde zaak, die van algemeen belang is vanwege haar schoonheid, haar betekenis voor de wetenschap of haar volkskundige waarde. U ziet dat men met deze definitie alle kan ten uit kan. Bij de toepassing van dit uitgangs punt neemt men echter in aanmer king, aldus de minister: de ouder dom, de kunsthistorische betekenis, de architectonische bijzonderheden, de vraag of er méér exemplaren van bestaan, de ligging alsmede de funk- tie die het gebouw vroeger in de sa menleving had of nóg heeft. Ook daarmee kan men veel kanten uit en onmiddellijk vraagt men zich dan af hoe het mogelijk was dat alleen Limburg 766 boerderijen telt die voorlopig op de lijst gezet zijn, waar van 740 inmiddels al onherroepelijk! Deze provincie is dus overdekt met een leger van monumentboerderijen, wat nog iets anders is dan monu mentale hoeven. Tien procent van 't aantal reeds zou reeds rijkelijk veel zijn, maar het kan blijkbaar niet op. De provincie Groningen daarente gen heeft slechts 8 hoeven op de lijst, terwijl Venray alleen al 18 boerderijen er op heeft staan. VELE COMMISSIES Behalve de beide ministeries, dat van landbouw en C.R.M., bespreekt ook de konta'kt-oommissie Land- bouw-Monumentenzorg dé zaak. De ze commissie bestaat uit de Werk groep Monumentenzorg van het Landbouwschap, vertegenwoordigers van de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg en van het ministerie van volkshuisvesting en bouwnijver heid. Het is genoemde Rijksdienst, die persoonlijk en groepsgewijs voorlichting geeft over zich voor doende gevallen. In het algemeen mag aan een boer derij die op Monumentenlijst staat, uitwendig niets veranderd worden tenzij het goed onderhoud betreft. Met name verbouwingen zijn verbo den. Soms mag men inwendig wèl verbouwen, soms ook niet. Maar veelal is verbetering van het inte rieur onmogelijk als het exterieur niet gewijzigd mag worden. Dat dit soms een ernstige belemmering is voor de boer spreekt vanzelf. Van daar dat men een subsidieregeling hanteert, die compensatie moet g^- ven voor de schade die men lijdt. Blijkt geen overeenstemming moge lijk tussen monument en boerderij, dan wordt het monumentenbelang prijsgegeven, aldus de minister van C.R.M. op de vragen uit de Tweede Kamer. Het is wellicht goed even op dit laatste te wijzen, want het is geen pretje om een monument te bewo nen. Want ondanks al die commissies, die het dan allemaal zo mooi vinden is het de landbouwer die moet be talen en dikwijls veel extra moet be talen als hij een „monumenten boerderij" bewoont. Vraag het de heer van Osch maar eens die op We- verslo de prachtige Martienplats be woont, daaraan veel zorg en geld besteed heeft, doch het grotendeels uit eigen zak heeft mogen betalen. Het was niet voor nidts dat hij in een uitzending van Gewest tot Gewest duidelijk en kernachtig zei: „Gillie viendt 't moj, mer ik mot 't betale." VENRAYSE TOESTANDEN Datzelfde hoort men bij een an dere van Osch, die de boerderij bij de Wever op de Wieënweg 8 be woont. Ook hier een prachtig onder houden Hallenhuis, zoals de vakuit drukking heet, maar de eigenaar wordt van het kastje naar de muur gestuurd, als hij er weer eens wat aan wil laten doen. Is het wonder dat de boerderij Hiept 5, ook een hallenhuis, ver bouwd is tot varkensstal en op dit moment weinig monumentaals meer heeft? Een monumentenlijst mag dan strenge regels stellen, maar de Land- bouwschuur van Graate Boer in Vel- tum, die ook op die lijst staat, werd doodgewoon afgebroken toen plan Veltum verwezenlijkt moest worden. De een mag niets, de ander schijn baar alles. Wat gaat er gebeuren in de ruil verkaveling Merselo, waar thans Beekerhof, op Beek 9 nog inderdaad een goed onderhouden monument is, evenals de schuur met schaapskooi op Beek 8. Volgen zij het voorbeeld van de Wertsplats, een boerderij uit 1652, die op invallen staatWat gaat er gebeuren met de schuur en oude schaapskooi van Muijsers op Kleindorp 12. De poging om de Wertsplats te verkopen aan de een of andere kun stenaar is mislukt en daarmee schijnt deze boerderij ten dode te zijn opgeschreven. In Leunen prijkt nog altijd het bakhuis van Steeg 2 op de monu mentenlijst, maar zijn eigenaar heeft 't ding al lang afgebroken. Het stond hem in de weg. De Huubeplats is gelukkig gered door de kunstenaar Gussen Wie er introk, maar vraag hem eens naar de rompslomp als er wat veranderd of verbeterd moet worden. Op de monumentenlijst prijkt ook de Hebbenplats op Scheiweg 6 met het prachtige rieten dak. Maar de eigenaar betaalt zoveel meer aan de brandverzekering en o wee, als er reparaties aan moeten gebeuren. Er zijn geen vaklieden meer voor te vinden en als ze gevonden worden, kosten ze goudgeld In Oostrum is een goed voorbeeld van het „hoftype" de boerderij Klein Spraland, waarvan ook de schuur de moeite waard is. Een ander monu ment, de Rosmolen, krijgt met het nieuwe molenrad opnieuw, nu meer toeristische funktie, terwijl de Wa termolen aldaar aantoont dat een monument ook in deze tijd een goe de funktie kan hebben als jeugdhuis. Maar het Hallenhuis „op de Goor" in Schoor mag dan nog op de lijst staan, de boerderij is verdwenen en afgebroken. De kinderen Janssen aan de Castenraysestraat 44 hebben nog een goed onderhouden hallehuis uit 1715, maar eenzelfde type op de zelfde straat nr. 20 staat al leeg en de schuur begint al in te vallen. De boerderij de Liet op de Heide mag dan al in stukken van Maarten Schenk in 1588 genoemd worden als een van de rustplaatsen van diens roversbende, ze ligt thans leeg om dat de eigenaar wel is wat moderner en gemakkelijker wilde gaan wonen. En leegstaan maakt gewoonlijk de situatie niet beter. IETS MIS We hebben ons met opzet tot de „landbouw-monumenten" beperkt, die Venray thans nog rijk is. En we weer eens gepoogd aan te tonen, dat er ergens iets mis moet zijn, als in de gehele provincie Groningen be duidend minder boerderijen op de monumentenlijst staan, dan Venray zelf kent. En we hopen ook aange toond te hebben, dat van die Ven rayse portie de situatie met het jaar slechter gaat worden. We dachten ook aangetoond te hebben, dat bij de veelheid van commissies die er aan te pas komen Om een boerderij of schuur tot mo nument te verklaren, er bitter wei nig commissies zijn, die de betrokken eigenaars ook eens vertelt, wie er nu wel voor de kosten van het onder houd van zulk een monument op mag draaien. Een monument dat overigens in deze tijd van intensi vering van bedrijven, bedrijf svergro- ting en veranderende situaties met het jaar doelmatiger wordt, terwijl gewoonlijk de woonsituatie ook al niet overeenkomt, met de eisen, die men thans aan woongenot e.d. stelt. VREEMD BELEID Het gaat er niet om iets van het verleden te bewaren. Dat is goed. Het is gewoon een uiting van mense lijke beschaving. Over het nut en de schoonheid er van kan men uren lang filosoferen evenals over de landschappelijke kant, waarin juist deze oude en dikwijls zeer fraaie boerderijen, schaapskooien en schu ren wel degelijk een funktie hebben. Maar men krijgt de indruk dat men met zo'n 750 boerderijen alleen al in Limburg het platteland tot museum gemaakt wordt. En dat wordt de Venrays voorbeelden liegen er niet om een onbetaalbare zaak. En met vervallen en in elkaar zakkende mo numenten is geen mens gebaat En toch gaat het daar langzaam maar zeker naar toe ALGEMEEN MAKELAARS- EN ASSURANTIEKANTOOR AMAK NEDERLAND N.V. GENNEP PRINS BERNHARDLAAN 2-12 TEL. 08851-2017 ONROERENDE GOEDEREN TAXATIES BE HEER HYPOTHEKEN ASSURANTIËN FINANCIERINGEN Amak Nederland N.V. is een jonge zeer vooruitstrevende onderneming met verscheidene bestaande en in oprichting zijnde vestigingen. Onze werknemers zijn jong en bekwaam en beschikken over een gro te dosis vakkennis en inzicht en tonen de bereidheid tot volledige in zet. De werksfeer bij AMAK NEDERLAND is zonder meer voortreffelijk. In verband met de verdergaande ontwikkeling van onze onderneming zoeken wij ter opleiding tot makelaar in onroerende goederen en of makelaar in assurantiën Uitsluitend zij die HBS-, Gymnasiumdiploma of een daarmee ge lijk te stellen opleiding bezitten komen hiervoor in aanmerking. De praktische opleiding zal plaatsvinden op ons kantoor te Gennep Voor het volgen van de studie is een regeling aanwezig. Na succes volle beëindiging van de opleiding bestaat de mogelijkheid tot plaatsing op één van onze kantoren. Bij gebleken geschiktheid is een zeer goede toekomst verzekerd. Gaarne nodigen wtf diegene, die interesse heeft in deze opleiding, uit om via een eigenhandig geschreven brief mededeling te doen van zyn kennen en kunnen. Brieven te richten aan de Direktie van AMAK NEDERLAND N. V. te Gennep t.a.v. de Heer J. Smedema, Makelaar in Onroerende Goederen en Assurantiën.

Peel en Maas | 1970 | | pagina 1