Mensen in Venray echte opruiming I topkwaliteiten en spotprijzen! tet 50*/. korting I i m THOMASSEN 20% korting Verschuyten I Verschuyten i tot ziens bij pijls t t t WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN JAARVERGADERING L.L.T.R JEUGDIGE WERKLOZEN 1 Chemisch Reinigingsbedrijf Helmond tel. 04920 3768 6135 geefl vanaf maandag 22 januari gedurende drie weken 20°/o korting op uw stoomgoederen Let op de naam en kwaliteit i VRIJDAG 19 JANUARI 1968 No. 3 NEGEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 2727 GIRO 1050652 ADVERTENTIEPRIJS 12 d p. mm. ABONNEMENTS- t 2.(buiten Vnnroy 7 75] PRUS PER KWARTAAL Een groot deel van de mensheid valt 's avonds om een uur of acht in del uie stoel, draait de televisie- knop om en het is gebeurdGeen paard die ze weg krijgt van de Wre kers en het pratende-paard en wat er dan allemaal nog verder fraais uit dit to verkast je komt Een mens zijn lust is een mens zijn levenEn niemand, die geen televisietoestel heeft is er nog erger aan toe, volgens sommige mensen, dan iemand, die geen auto heeft. Er zijn er en men zou haast zeggen gelukkig ook nog anderen. Met sommigen van hen zijn we eens een praatje gaan maken. Een praatje dat meer dan een avond vulde en waarin we van de ene verbazing in de andere zijn gevallen. Het waren mensen van de Geschied- en Oud heidkundige kring Venray. GESCHIEDENIS Het zijn mensen, die zoals ande ren dat doen met postzegels en mun ten, hun hobby gemaakt hebben van de geschiedenis. En wel van de Ven- rayse geschiedenis. Zij hebben zich dikwijls als schooljongen al afge vraagd waarom het zo nodig is dat men als schoolgaande jongen wel de graven en gravinnen van het Hol landse huis moet kennen, terwijl feitelijk niemand in deze contreien iets af weet van het kruis op de Grote Berg op de grens van Deume en Venray, dat een stuk plaatselijke en landelijke geschiedenis vasthoudt, die voor de mensen van deze streek heel wat belangrijker is. „Waarom moeten we op school le ren dat Jan van Schaffelaar in Bar- neveld van de kerktoren sprong, maar weten we feitelijk niet hoe het mogelijk is dat een klein boerendorp als Venray rond 1400 geweest moet zijn, zo'n kerk heeft kunnen bou wen, die men thans met recht en re den en door zijn grootte en door zijn kunstschatten de kathedraal van de Peel noemt? Deze en andere vragen intrigeren deze mensen, die zich nog niet zo lang geleden verenigd heb ben in de geschied- en oudheidkun dige kring, maar voordien reeds elk voor zich als amateur Venrays ge schiedenis doorvorste KRUYSEN EN KRUISEN Hoe begint men nu daarmede? De heer B. Kruysen begon b.v. in zijn vrije tijd aandacht te besteden aan de oude stenen kruizen, die als res ten van oude graven buiten tussen de steunberen van de grote kerk staan. Hij bracht ze in kaart en pro beerde iets meer te weten te komen van de mensen, die hieronder be graven geweest zijn. Datzelfde gold voor de grafzerken, die onder de oude toren uitkwamen en namen vermeldden van oude families uit Venray, van priesters, die hier ge werkt hebben. Van het een kwam het ander. Zoals b.v. de lange rij priesters, die aan het hoofd gestaan hebben van Venrays kerk. Men vindt ze keurig van jaar tot jaar in grote albums op een van zijn boekenplanken, zomogelijk met bid prentje er bij. En vraag nu niet hoe hij aan al deze gegevens is gekomen, want men wordt dol van alle namen van instellingen, van universiteits bibliotheken en bisschoppelijke en andere archieven, die allemaal zijn aangeschreven en waaruit steentje voor steentje dit alles is opgebouwd. Wist U bijv. dat in het Bonifanten- museum in Maastricht twee schilde rijen hangen van de Gebr. Holthuy- zen, 2 Venrayse priesters. Het is een van de tientallen ontdekkingen, die de heer Kruysen gedaan heeft bij zijn naspeuringen in het donker verleden van Venray. 100.000 JAAR VÓÓR CHRISTUS Een ander als de heer G. van Ass is begonnen met pijlpunten, stenen bijlen, stukken steen, waaraan dui zenden voorbij lopen, doch die be wijzen dat er lang voor de Christe-, lijke jaartelling in deze contreien geleefd, gewerkt hebben en gestor ven zijn. Men spreekt van stenen en andere tijdperken en men toont U vol trots een vondst, waarvan de deskundigen zeggen, dat ze afkomstig is van men sen van zo ongeveer 100.000 jaren voor Christus. Van Ass heeft anderen voor dit zoek-werk enthousiast kunnen ma ken en hun resultaten zijn zodanig geweest dat de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, het Instituut voor Praehistorie in Leiden en het Biologisch Archeologisch In stituut uit Groningen (beide laatste universitaire instituten) wat graag met deze mensen van Venray te doen hebben. Ze zijn in de loop van de jaren specialisten geworden, die een verzameling vondsten opge bouwd hebben, waar menig grotere plaats jaloers op zou zijn. Maar een kollektie ook, die daarnaast een heel wat ruimer beeld gegeven heeft van de praehistorie tot de Romeinse tijd toe van deze contreien. „We zijn amateurs in dienst van det wetenschap.zegt er een, die zich al stiekum zit te verheugen dat Prof. Modderman uit Leiden (een van de grote mannen van de prae historie) nu eindelijk naar het Bod- debroek komt, waar men nog iets vermoedt uit de latere Bekercultuur (nederzettting) (plm. 1500 voor Chr.). ODA EN WILLIBRORD Rond 1400 is Venrays Grote Kerk gebouwd door Pastoor v. d. Gaet. Een bekend feit uit Venrays ge schiedenis, zoals nu ook langzaam maar zeker de voorgeschiedenis van die bouw, met alles wat zich daarbij rond en afspeelde in verband met de Munster-abdij in Roermond (die hierover de zeggingsmacht had) en het hertogdom Geldern (waaronder Venray toen hoorde) uit de doeken wordt gedaan. Men heeft nu al aan kunnen tonen dat Venray rond 750 jaren geleden al bestond. Maar wat is er gebeurd in deze contreien tus sen de Romeinse tijd, waarvan men nog sporen gevonden heeft en 1200- 1300, toen Venrays naam in de Gel derse archieven op kwam duiken? Het is deze periode, die de mensen van de Geschiedkundige Kring nu het meest te doen geeft. Want zijn er alleen de verhalen van de H. Oda en het Willibrordsputje in de Geys- tese bossen, die beide rond 700 in derdaad geleefd hebben en schijn baar in Venray zijn geweest. Om hier nu meer licht in en zekerheid over te krijgen is men aan het zoe ken en aan het speuren geslagen in oude blibliotheken, in archieven en wat dies meer zij. Wat de resultaten zullen zijn, geen mens weet het Maar men wordt nog nijdig, als men er aan denkt dat bij de opbouw van de Grote Kerk de fundamenten zijn blootgesteld en sporen zijn ge vonden van oudere bouwwerken men fluistert van een Romaanse kerk en zelfs van een zgn. houten paalkerk, maar men heeft dat alles toen maar gauw dicht gemaakt om de opbouw niet af te remmen. Hoe veel zou men uit deze resten niet hebben kunnen leren, juist over die periode? GENEALOGIE Maar daarmede komen we terecht bij weer een andere groep „oudheid kundigen" namelijk de mensen, die zich bezig houden met het voorge slacht. Ze stellen familiestambomen op, waaruit precies valt af te lezen wie onze voorouders waren, waar ze vandaan komen en in welke tijd er het eerst sprake is van onze familie naam. Een hoofdstuk apart, waar we nu niet verder op in willen gaan. We stellen alleen maar vast dat me de dank zij hun bemoeienissen nu in het Venrayse gemeente-archief nette kopieën liggen van alle doop-, trouw- en begraafboeken van Ven rays Grote Kerk en die van Oirlo. Zo kan men nu van 1587 terecht in Venray zelf, waarvoor men eertijds naar Maastricht moest. Een knap stuk werk, waarvan behalve de ge- naelogen iedereen nu kan profiteren. Een andere groep is in voorberei ding t.w. de mensen, die zich gaan bezig houden met de plaatsnamen, die verzamelen, proberen te verkla ren en voor het nageslacht vast te leggen. VEEL GEBEURD Maar intussen is ook al veel ge beurd, zoals b.v. een inventarisatie en de geschiedenisbeschrijving van Venrays kruisen en wegkapellen. Men zag met lede ogen dat links en rechts dingen gingen verdwijnen zo maar opeens die voor de ge schiedenis van Venray toch wel be langrijk konden zijn en daarom be gon men met het fotograferen van al die kruizen en beelden en poogde zoveel mgoelijk over hun geschie denis te weten te komen. Ook dat kwam allemaal in keurige albums en toen men opeens ontdekte dat St. Oda verdwenen was, \yas de kring de enige die kon vertellen, hoe het beeldje er uit zag, hoe groot het was en kon men een zuiver signalement geven van deze verdwenen heilige. En lang voor monumentenzorg kwam met een zgn. voorlopige lijst van monumenten in Venray had de lering wederom in andere albums de oudste gebouwen en boerderijen, van het Venrayse land met naam en toe naam zitten. En hoe raar het klin ken mag, nu men in Veltum oprui ming heeft gehouden onder veel oud „gedoe" kwamen de eigenaars na de sloping bij de kring vragen of ze misschien nog een foto van het oude konden krijgen. Zij hadden ze niet meer VEEL TE VINDEN Wat was feitelijk voor de geschie denis-liefhebber tot voor weinige ja ren te vinden over Venray? Dat wa ren de gedenkboeken van Jerusalem, van de Paters Franciscanen en van het Lyceum. Dat was praktisch al les. Die boeken zijn uitgangspunten geweest. Nu toont men U foto-ko pieën van handschriften uit datzelf de Jerusalem, die men tot zelfs aan de Harvard University in Amerika heeft opgespoord.. En trots vertelt men van nieuwe ontdekkingen op dat punt, waarvan zelfs de schrijver van het boek over Jurusalem niets wist. Waar men het vandaan haaltBij de boeken- antiquariaten kent men deze Ven rayse mensen en hun hobbies en ze krijgen trouw de catalogi thuis ge stuurd van veilingen e.d. En is er een boek bij, waar maar iets over Venray in voor komt, in wat voor verband ook, het gaat naar deze mensen, waarvan sommigen een bi bliotheek hebben opgebouwd, waar men diep en eerbiedig z'n petje voor afzet. „Er is nog genoeg te vinden", zegt er een en wijst op een stapel correspondentie met Duitse en Bel gische archieven, waar telkens iets nieuws uit opduikt. Om maar een heel klein voorbeeld te noemen. De Keulse universiteit heeft de studen- tenregisters gepubliceerd vanaf het begin van deze universiteit. Daar weet men nu al, dat als er een in voorkomt, die van Venray afkomstig is, s.v.p. doorgeven naar de Ge schiedkundige kring. Daar probeert men dan wel meer aan de weet te komen over deze Venrayse student van anno da-zu-mal. Datzelfde ge beurt in Leuven. Nog een ander voorbeeld, via tientallen omwegen en door steeds maar naarstig door te peuteren komt men een dagboek op het spoor van een Duitse mijnheer die in 1661 Henschenius en zijn me dewerker Papenbroch een eindweegs vergezeld heeft op hun tocht langs kloosters en abdijen in het Duitse, op weg naar Rome. Deze mijnheer heeft in dat dagboek precies opge schreven, wat deze priesters uit voerden, zelfs wat ze aten en daar uit komt een Henschenius te voor schijn, die dan wel zeer geleerd mag zijn, maar het smakelijke en het schone der aarde daarom nog lang niet versmaadde. Trouwens wie mocht menen dat Henschenius feitelijk de enige grote zoon van Venray is, die moet zich maar snel laten bekeren door men sen van de genoemde kring. Men vertelt U van eene van der Pullen, de rechterhand van de eerste Bis schop van Roermond, Liridanus van Gruterus, die het bracht tot hof- predikant bij Keizer Maximiliaan in Wenen en vergeet de v. d. Gaet's niet, die nauw verbindingen hadden met het Pauselijk hof (stamt daar van de extra-aflaat voor de bouw van Venrays kerk?) LANG VERHAAL Het verhaal is langer geworden dan we gedacht hebben. Maar wat wil men, als men komt tussen deze enthousiaste mensen, die in een steeds groter wordende kring, die afgelopen jaren veel achterhaald hebben, wat niemand voor mogelijk hield. Er zijn mensen, die deze geschie- denisvorserij maar „raar" vinden, die een oude urn, een stenen bijl niet zegt, maar van de andere kant wel graag een stukje antiek in huis hebben. Ze moeten eens gaan kijken, naar die oude bijbel, die Pastoor v.d. Gaet (ja, de stichter van de Grote Kerk) eertijds aan het klooster Jeru salem gaf als aflossing van schulden aan dat klooster. Het ligt nu mooi bewaard in het gemeentemuseum van Venlo. Ze zullen dan wellicht wat meer begrip voor dit werk krij gen en chauvenist genoeg zijn om toch ook te menen dat dergelijke stukken toch feitelijk in een Venrays museum thuis horen Geen nood, de kring heeft dan ook al een stichting geformeerd voor een eigen museum in Venray en wie hun „doordouwwerk" gezien heeft in de geschiedenisvorserij twijfelt er niet aan of ze zullen ook door blij ven douwen tot dat museum er is. AFD. HEIDE-VENRAY Op dinsdag 16 januari j.l. werd in zaal Rongen te Heide-Venray de jaarvergadering gehouden van de LLTB afd. Heide-Venray. Voorziter Loonen memoreert in zijn openingswoord de gang van za ken in de verschillende takken van land- en tuinbouwbedrijven en de fruitteelt van het afgelopen jaar. Een kritische beschouwing over de verschillende bedrijfstypen wijst aan dat we over het algemeen uitzonde ringen nagelaten, niet ontevreden mogen zijn. Wat de toekomst betreft meent voorzitter dat de goed geleide bedrijven met een goede opzet ook in EEG verband levensvatbaar blij ven, hiervoor geldt wel een kwali- teitsprodukt van de eerste rang te gen een zo laag mogelijke kostprijs. Verder hield voorzitter Loonen de leden voor ogen de vele diensten die de organisatie hun te bieden heeft. Bij de behandeling van de jaar stukken over het boekjaar 1966-1967, toegelicht door secretaris-zaakvoer der Nabben kon worden vastgesteld dat de afdeling dit boekjaar een flinke groei heeft gehad. Er was een totale omzetstijging van 872 ton waarvan het veevoeder 783 ton voor zijn rekening nam. De totale omzet van dit boekjaar kwam hierdoor op 6.307.397 kg voor een geldswaarde van 2.201.397,08. De verhouding bulkvoer en veevoeder in gezakte vorm zette zich in dit jaar weer ver der door ten gunste van het buik- voer. In het boekjaar 1965-'66 was van het totale veevoer ruim 18 pet. in bulk en in dit boekjaar liep dit op tot ruim 40 pet. Daar deze veevoeder in bulkvorm niet op onze eigen afdeling gepro duceerd kunnen worden, maar dit gebeurt door onze Centrale „Land bouwbelang" liep onze eigen pro- duktie dit jaar terug met ruim 14%. De balans en de verlies- en winst rekening sloten met een batig saldo van 22.271,35 waarvan het grootste gedeelte c\er de ledenomzet aan de leden wordt uitgekeerd. VORMING TEN BEHOEVE VAN Op initiatief van het Gewestelijk Arbeidsbureau Venray is er, na overleg met Directie van de Levens school, voor de jeugdige werklozen van Venray en Horst, een nieuwe aktiviteit ontwikkeld. Voor jeugdige werklozen beneden 19 jaar is het mogelijk gemaakt om één dag in de week de levensschool te bezoeken. Uitnodigingen aan de ze jeugdigen voor een eerste kon- takt-bijeenkomst (op 18, 19 en 22 ja nuari) zijn reeds door het Geweste lijk Arbeidsbureau verzonden, ter wijl de ouders al tevoren in een uit voerig schrijven op de hoogte zijn gesteld van dit initiatief en de be doeling er van. Uit een oogpunt van vorming en ontwikkeling is het van groot be lang, dat betrokken jeugdige werk lozen door deskundige krachten in deze periode kunnen worden opge vangen en begeleid. Het een en an der is tengevolge van subsidie van de overheid praktisch kosteloos en verplicht tot niets. De aktiviteiten van de levens school zullen onder meer inhouden: a. Een op deze werkloze jongens aangepaste levensvorming door in z.g. gespreksgroepen te spre ken over voor hen belangrijke levenskwesties; b. beoefening van sport; c. handvaardigheid en creatief werk, door middel van emaille ren en boetseren, etc. Het ligt in het voornemen om te komen tot de formering van drie groepen van ieder ongeveer 15 jon gens, waarvan twee groepen voor de Levensschool te Venray en één groep voor de dependance te Horst. Van zelfsprekend is, dat de pogingen van het Gewestelijk Arbeidsbureau tot bemiddeling, gewoon doorgang vin den en dat wanneer zich de moge lijkheid tot het aangaan van een nieuw dienstverband voordoet de desbetreffende jeugdige onmiddellijk beschikbaar is voor die werkkring. w

Peel en Maas | 1968 | | pagina 13