Overpeinzingen
i (aai mUueaiêeid
Persoonlijke
leningen in trek
45
94
145
169
195
129
49
118
190
Raymakers
Supermarkt
98
78
29
145
65
89
Br. Harrie Jenneskens zwerver Gods
Ook deze week weer
voordelige aanbiedin
gen in de goedkoopste
supermarkt
Toiletzeep 2 stuk
70 nu
;soep
36 ni
Groentesoep 2 blik
136 nu
Gezoute pinda's
500 gr 216 nu
Nasi Goreng 1 l.blik
Druivensap grote fles
Pruimen in gr flacon
Soepballen 2 blik
Oploskoffie potje
100 gr Kalfspaté
38 zegels
Knakworst pot 8 stuks
Appelsiroop pot
100 gr Bloedworst
MAASHESEWEG 61
15 zegels
200 gram volvette
VENRAY
Gehaktballen 1 l.blik
Rijst siam 500 gram
KAAS
ENKABE TOCH IETS BETER
15 zegels
Neen, bijster enthousiast is Broeder Harrie Jenniskens niet over
het missiegebied van Noord Katanga in Kongo. Toen hij zich in
1943 melde als Broeder by de Paters van de H. Geest wilde hy
graag missionaris worden, maar nu hij de ervaring van 10 jaren
als missionaris in dit gebied er op heeft „zitten" en voor de twee
de keer met vakantie weer in het ouderlijk huis is, moet hij er
kennen, dat men in plaats van vooruit, de klok minstens 50 jaren
terug gedraaid heeft in zyn missiegebied. En dat is bepaald geen
opgewekte balans voor een missionaris
Hij heeft het dan ook niet getrof
fen. Als hij na de oorlog na een ge
degen vooropleiding eindelijk van
zijn oversten verlof krijgt naar de
Belgische Congo te gaan om daar de
paters te gaan helpen met hun mis-
sioneringsarbeid, dan is hij zich wel
bewust dat het missiewerk thans
geen zieltjeswinnerij meet1 is, maar
op de eerste plaats mee moet helpen
de mensen daar een menswaardig
bestaan te geven. En als hij dan
naar Noord Katanga vertrekt, dan
is er in deze boerenzoon de vaste
wil om juist de inboorlingen in de
rimboe mede door de landbouw en
de veeteelt wat op te heffen uit de
armoede van iedere dag.
BEVRIJDING
Maar hij is er ternauwernood
twee jaren, begint wat van de taal
te leren en te begrijpen, dan is het
al hommeles. Dan moet de Congo
„vrij" komen, trekken de Belgen
weg en laten het land over aan
avonturiers.
Broeder Jenniskens is bepaald bit
ter als hij aan die tijd terugdenkt.
Het begon ook allemaal zo goed. Hij
had een pracht stapel vee opge
bouwd, handelsbetrekkingen aange
knoopt om de produkten van zijn
boerenbedrijf kwijt te raken, waar
door en de zwarten en de missie ge
holpen werd, en daar kwam dan op
eens de stammen-oorlog. Iedereen
wilde baas zijn in Congo en zelfs de
UNO troepen konden niet verhinde
ren dat 2-3 maanden de twee pa
ters en Broeders Jenniskens ergens
geisoleerd in de rimboe zaten en
maar af moesten wachten of ook zij
niet het slachtoffer zouden worden
van de benden, die rovend en moor
dend de Congo aan het „bevrijden"
waren. Wat in twee-drie jaren was
opgebouwd, werd in enkele maan
den tijds totaal afgebroken en men
mocht alleen maar dankbaar zijn
het naakte leven te redden. De
zwarten, die men toch al met veel
moeite uit hun apathie gewekt had
om te gaan werken voor hun dage
lijkse brood, vonden onderlinge
vecht- en moordpartijen veel gezel
liger dan werken.
Als Broeder Jenniskens eindelijk
uit de rimboe de bisschop weer be
reiken kan, dan wordt hij zwerver.
Zwerver naar geplunderde en ver
woeste missiestaties, die weer op de
been geholpen moeten worden.
„BangNeen, dat ben ik nooit
geweest. Ik had eer medelijden met
deze mensen, die dan misschien door
de Belgep niet altijd behandeld zijn
zoals het moest, maar het nu van
hun eigen landgenoten duizendmaal
erger te verduren kregen
Hij bouwt op, wat oproer en op
stand afgebroken hebben, probeert
verbindingen te herstellen, die af
gebroken waren en van zijn 93 kg
lagen er al spoedig 25 op de stoffige
en kapotte wegen van het Congolese
land. Eerlijk gezegd is hij blij
1962 op vakantie te kunnen naar
Nederland, want dan is hij het danig
moe
Zelfs het feit dat hij daar een van
zijn zusters helpen kan, die als mis
siezuster elders in dit Afrikaanse
land werkzaam is, verhindert niet
dat deze boerenzoon het Congolese
leven van die dagen de keel uit
hangt.
NIEUWE MOED
Hier in Venray krijgt hij weer
nieuwe moed. Als hij in 1963 weer
Zondag droeg in Castenray, temidden van de Castenrayse gemeenschap,
de Z.E. Heer P. Philipsen, zijn eerste plechtige H. Mis op. De buurt
bewoners zorgden voor een toepasselijke versiering, zoals uit boven
staande foto blijkt. De neomist werd met zijn familie ter kerke geleid
door praktisch alle Castenrayse verenigingen.
GROTE VRAAG NAAR KLEIN KREDIET
De welvaart heeft als alle maatschappelijke verschijnselen zijn
zon- en schaduwzijden. In een samenleving waarin de inkomens
snel omhoog schieten en de consumptie een krachtige groei ver
toont, ontstaat aldra de behoefte aan statussymbolen, luxe en
andere begerenswaardige zaken, die meer geld kosten dan menig
een contant op tafel kan leggen. De loonslaaf van vroeger ruikt
een nieuwe status, waarmee hij zijn omgeving kan imponeren en
wanneer hij die status niet snel bereiken kan door het ontbreken
van ontoereikende middelen, probeert hij het anders. Bijvoorbeeld
door geld te lenen. Het lenen van kleine bedragen is in Neder
land de laatste jaren steeds omvangrijker geworden en dat
brengt grote problemen met zich mee.
Zoals wij vorige week reeds mede
deelden, komen er nog dit jaar drie
viaducten in de aan te leggen weg
LeunenOostrum. Het eerste via
duct komt over de spoorlijn in Oos
trum, waar aan de Wanssumse kant
de oprit al wordt aangelegd door de
aanvoer van gele zand. Aan de Ven-
rayse kant van de spoorlijn is men
nog bezig met de Oostrumsebeek te
verleggen, doch ligt het zand voor
de oprit ook al klaar.
Een tweede viaduct komt over de
nog aan te leggen provinciale weg
HorstMaashees, terwijl het derde
over de Leunseweg gaat, nabij de
Zuivelfabriek. Daar is men intussen
terug gaat, en weer op zijn oude
statie terecht komt, dan gaat hij met
frisse kracht aan de gang om dit
gebied van 200 km in doorsnee, met
ongeveer 20.000 zielen weer in zijn
oude staat te krijgen. Er is zoveel
verwoest en veel geplunderd. Maar
de scholen komen gelukkig weer op
gang en in zijn boerderij groeit weer
de veestapel, die ook al danig ge
decimeerd was. Er is machtig veel
werk te doen, want behalve archi
tect, bouwer en boer, is hij ook zie
kenverpleger, de dokter van de
streek. Een streek, die zijn kostbare
koffieplantages kwijt is, zijn katoen-
velden vernield ziet en daarmede
iedere bestaansmogelijkheid voor
zijn zwarte bevolking. Een bevol
king, die armoe lijdt en van wat
vruchten uit de rimboe en de jacht
leven moet. Heel heel langzaam
komt er weer wat schot in, al blij
ken nu ook de Congolezen St. Buro-
cratius in hevige mate te vereren.
Zelfs als de gevreesde Simbas in
opstand komen, gaat het leven zijn
gewone gang. De Congo begint moe
te worden van al die vechtpartijen.
Als hij nu naar Nederland op va
kantie gaat en de balans op moet
maken, da staat hij er met zijn mis
sie feitelijk nog beroeder voor dan
toen hij tien jaren geleden daar
kwam. Er is geen enkele zekerheid
en de zwarte mag dan een stuk ge
makkelijker leven dan wij hier in
Europa, hij moet toch ook vrouw en
kinderen kunnen onderhouden en
daar is hij nog heel, heel ver van
daan. De missie doet wat ze kan,
geeft voorbeelden van hoe men wer
ken moet, wat er gedaan kan wor
den, zorgt voor medicamenten, voor
onderwijs, voor technische opleiding.
Dat alles kost enorme bedragen, die
de Congo zelf onmogelijk op kan
brengenMaar ook de missie
heeft geen boompje waar men maar
aan het schudden kan blijven. Me-
misa en andere missie-akties heb
ben overal ter wereld vragende mis
sionarissen en zo moet veel wat
wenselijk is voorlopig maar opge
borgen worden. Tot nadeel van de
zwarte mens, die van dit alles de
dupe is
TERUG
En toch zal Bvoeder Jenniskens
weer terugaan naar dit stukje we
reld, waar hij nu 10 jaren van zijn
missionaris-leven heeft liggen. Tien
moeilijke jaren
Maar ook hij is gegrepen door de
nood van die zwarte mens; een
nood, waar wij in ons welvarend
1
ook de werkzaamheden begonnen,
o.m. de omlegging van de afrit van
de Deurneseweg. Al deze werkzaam
heden hebben nu reeds grote be
langstelling by het publiek, een be
langstelling, die nog toe zal nemen
wanneer men eenmaal „uit de
grond" is.
Foto's: Gerard Kruijsen.
land maar moeilijk begrip voor op
kunnen brengen.
Natuurlijk hoopt hij dan wat mee
terug te kunnen nemen. Geld voor
medicamenten voor mensen en dier.
Kleding, die er tekort is. Mochten
er Venrayse mensen zijn, die hem
willen helpen bij zijn arbeid, dan is
er altijd zijn rekening op de Boe
renleenbank, terwijl hij zich graag
aanbevolen houdt voor kleding, die
op Brukske nr. 1 graag in ont
vangst wordt genomen.
ADIEU BEEREN
Vrijdag gaan de poorten van Bee-
ren dicht. Een kleine honderdtal
mannen en vrouwen staan dan, zo
als men dat zegt, op de keien. Het
klinkt cru en het is cru. Men heeft,
feitelijk tegen beter weten in, ge
hoopt dat er nog de een of andere
industrie dit Venrays onderdeel van
het Beeren-concern over zou nemen
en er zijn inderdaad liefhebbers ge
weest, maar het droeve resultaat is
nul komma nul geweest. Daarmede
is dan ook Venray geconfronteerd
met de crisis in de textielwereld, die
behalve in Weert vooral in Twente
vele slachtoffers maakte.
Wat in 1950 in de barak van de
wederopbouw aan de Merseloseweg
is gestart, heeft daarmede een on
verwacht einde gekregen. Hoe ver
heugt was men indertijd over deze
vestiging, een van de eerste indus
trieën, die het veranderde Venray
aantrok. En was de bouw van de
nieuwe ateliers in 1958-1959 geen
duidelijk bewijs dat deze Venrayse
vestiging van het Weerter concern
vaste voet in Venray had gekregen?
Nu nog geen 10 jaren daarna, gaan
de poorten dicht en moeten de men
sen proberen nieuw en ander werk
te zoeken.
Het is cru. En het is een waar
schuwing voor ons allen. Wat nu
nog blinkt en schittert, kan roem
loos ten onder gaan. En de gevol
genWe kunnen slechts hopen
en vertouwen dat de daarbij betrok
ken mensen er inderdaad in slagen
mogen nieuwe werkgelegenheid te
vinden. Wat er met het fraaie, maar
thans lege fabrieksgebouw gaat ge
beuren zal de toekomst leren.
ADIEU AMBONEZENKAMP
Komende week zullen de gezin
nen die thans nog in het Ambone
zenkamp aan de Kampweg wonen,
de toewijzigingsbrief ontvangen voor
een nieuwe woning in de Houten
Hoek, waar men thans nog volop
aan het bouwen is. Dat betekent
dan dat rond Venrayse kermis dit
oude kamp van de Arbeidsdienst
dicht gaat en gesloopt zal worden.
Een winstpunt voor onze gemeente,
die met dit vrijwel uitgeleefde kamp
beslist geen visitekaartje tonen kon.
Er is wel niemand, die ooit ver
wacht zou hebben dat deze in 1941
en 1942 gebouwde barakken nog zo
lang dienst zouden doen. Maar dat
schijnt nu eenmaal het noodlot te
zijn van dergelijke oorlogs-bouwsels
want ook in de Patersstraat treffen
we nog altijd een dergelijk souvenir
uit de laatste oorlog aan. En even
zo goed als de barak in de Paters
straat, hebben ook de barakken in
het Vlakwater na de oorlog hun
dienst nog gedaan als opvangmoge-
lijkheid voor de Ambonezen, die
niet in Indië wilden blijven, maar
trouw bleven aan het eens gegeven
woord.
Daar is veel leed geweest, veel
heimwee, maar daar had de buiten
wereld weinig kennis van, gesloten
als deze gemeenschap bleef.
Maar door de jaren heen is er
toch langzaam een soort integratie
gekomen met Venrays bevolking,
zijn die mensen gaan werken in
Venrayse en andere industrieën en
vonden daarin zulk een waardering
dat zelfs geprotesteerd werd toen
op een gegeven ogenblik de verhui
zing van het hele kamp naar elders
ter sprake kwam. Na lang vijven en
zessen is toen het besluit gevallen
de nog in het kamp achtergebleven
gezinnen in Venray een woning te
verschaffen en dat ogenblik nadert
thans met rasse schreden. Dat be
tekent echter nu ook de sloop van
dit kamp, dat getrokken gaat wor
den bij het recreatieoord Vlakwater
en waarop men het komende jaar
niet alleen caravans en tenten hoopt
te kunnen ontvangen maar ook te
beginnen met de bouw van 12 va
kantiehuisjes, die dit terrein een
nieuw en meer aangepast gezicht
zullen geven.
ONZEKERHEID MET
BONAFIDE MOGELIJKHEDEN
In „Sociale Zorg", vakblad voor
maatschappelijk werkenden, geeft
dr. W. Schoonderbeek een overzicht
van de ontwikkeling van het klein-_
geldkrediet in Nederland gedurende
de laatste tien jaar.
die men door leningen mogelijk
trachtte te maken. Vermoedelijk zal
straks de kleurentelevisie deze fi
guur herhalen, maar op het ogen
blik is het vooral de buitenhuisluxe,
die menigeen de gang naar de geld-
scihetbanken doet ondernemen. Va
kantie en auto zijn de grote stimu
lators van deze ontwikkeling.
In 1955 was de gemiddelde leen-
som:
a. gemeentelijke banken 311,
omzet: 38.742.000,—
b. particuliere banken 334,
omzet: 7.500.000,
c. betaalzegelkassen 104,
omzet: 34.000.000,
Voor 1965 waren de cijfers: ge
meentelijke banken: 823,(omzet:
93.000.000,particuliere banken:
1100,— 47.000.000,—); betaalze
gelkassen: 283,— 42.500.000,—).
De grote stoot naar boven is be
gonnen na 1955, eigenlijk pas goed
na de loonexplosie 1963-1964. Dreef
het krediet in het tijdvak 1900
1930 op de armoede, thans drijft het
op de ruimte in het budget. Men kan
meer lenen, omdat men een hoger
inkomen heeft en dus ook sneller
kan aflossen.
Jn 1954 was circa 90 pet. der le
ningen onder de 500,Nu ligt
60 pet. van de leningen tussen 500
en 1500. Zelfs als men de gedaalde
geldwaarde in aanmerking neemt,
kan men zeggen dat er thans hogere
bedragen worden geleend dan vroe
ger.
VAKANTIEPIEK
Wel te verstaan gaat het hier om
kleine kredieten. De schaarste op de
kapitaalmarkt belemmert het klein-
kredietwezen uiteraard minder dan
het grootkredietwezen.
De vraag naar kleinkrediet werd
aanvankelijk, vooral gestimuleerd
door de hang naar binnenhuisluxe.
Televisie, wasmachine, koelkast,
meubilering vergden hoge uitgaven,
De geldschietbanken kennen nu
reeds de vakantiepiek. Het vakantie
geld schijnt dit juist te bevorderen.
Dit geld is groot genoeg om plan
nen te maken, maar niet groot ge
noeg om die plannen ook uit te voe
ren Dus worden er kort voor de
vakanties tal van leningen afgeslo
ten om naar Majorca, Gardameer of
de Noorse fjorden te kunnen gaan.
PAS OP!
De kredietbehoefte is groot en
daarom verbaast dr. Schoonderbeek
zich er over, dat de bestaande bo
nafide kredietmogelijkheden zo wei
nig bekend zijn. „Hier wreekt zich
het niet-reclame willen maken van
de gemeentelijke banken".
Waarom stichten de vakvereni
gingen, ambtenarenorganisaties, per-
soneelfondsen e.d. geen kredietver
enigingen (credit-unions) zoals men
die in het buitenland kent?,- zo po
neert dr. Schoonderbeek.
Deze auteur waarschuwt tegen de
zogenaamde bemiddelaars, die in de
vrije sector opereren. Zij adverteren
als waren zij geldschieters. Elke re
flectant ontvangt een brochure
waaruit blijkt dat zij tegen betaling
van 25,zijn aanvrage „in behan
deling" nemen. Deze „behandeling"
bestaat uit afwijzen of doorgeven
aan de geldschietbank. Aan deze
bemiddeling heeft niemand behoef
te behalve de bemiddelaar zelf.
CENTRAAL ADRES
Duizenden zijn er argeloos inge
vlogen, waaruit weer eens blijkt hoe
groot de onbekendheid is met de bo
nafide kredietmogelijkheden. De .be-