mond- en klauwzeer hel is nog niet te laat INDIVIDU of gemeenschap? Thomassen Dagelijks brood WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Ziektenbestrijding VRIJDAG 20 JANUARI 1967 No. 3 ACHT EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652 ADVERTENTIEPRIJS 12 et p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten V.nroy Z— DE VARKENSSTAL IS NOG NIET UITGEMEST Nadat Nederland een jaar geleden door een mkz-epizoötie die uit de buurlanden kwam, een paar honderd miljoen gulden verspeel de, kreeg men de kwaal onder de knie en het rumoer ebde weg. Er werd wat nagepraat over entingen, vervoersverboden (die automatisch marktsluiting inhouden) en vooral over de vraag of het wel in orde was met die grenssluitingen! Wat de bestrijding van de gevreesde ziekte betreft, hebben wjj goede vorderingen ge maakt. Men was ditmaal paraat, is er gezegd. Dat was men ook, maar toch nog net niet genoeg! Een kort overzicht kan dit aan tonen. KRONIEK VAN DE KWAAL Eind december waren Nederland en België geheel vrij van de ziekte, zowel bij varkens als bij runderen. Frankrijk had enkele gevallen, naar verluidt, in het oosten. Of er niet méér waren is niet na te gaan. Na vraag doen naar la fièvre aphteuse in elk dorp is nu eenmaal te tijd rovend. Maar de bondsrepubliek was NIET vrij; ze is zelfs geen dag vrij geweest in 1966. En op dat punt slie pen wij. In het najaar, al vanaf september, waren er verontrustedende berich ten over de ziekte in West-Duits- land. Daar bestreed men de kwaal wel, maar slapjes. Dat kwam door dat vele boeren de kwaal niet meld den, hoewel dat net zo goed ver plicht was als bij ons! Een beter middel om de ziekte te verbreiden is natuurlijk niet denkbaar. Tenslot te werd het zelfs in Nederland dui delijk, dat wij onmogelijk vrij kon den blijven als er zoveel gevallen vlak over de grens waren. Dit nu hadden wij eerder moeten begrijpen. Toen wij het dóór hadden begon nen wij met de z.g. barrière-entin gen langs de grens in Overijssel en Drente. Te laat? Klaarblijkelijk wél en vermoedelijk nog te beperkt ook. Blijkens opgaven van de Vee- artsenijkundige Dienst te Den Haag waren er op 1 januari plotseling 11 gevallen in Overijssel. Op 3 januari waren er 17 bijgekomen, eveneens in Overijssel en veelal niet ver van de grens. Toen was het een paar da gen rustig, maar op 6 januari kwa men er twee gevallen bij, nu in Gel derland. Op 7 januari werd Drente bereikt. Tegelijk werd in deze con treien alarm geslagen, want nabij Goch was mond- en klauwzeer ont dekt. DE BESTRIJDING Zoals men weet komt massale en ting pas in aanmerking als de kwaal dreigt. Enting geeft slechts korte tijd immuniteit en onze varkens worden gemiddeld geen half jaar oud, in tegenstelling tot de runderen. Er wordt dus pas geënt als dat on vermijdelijk is. Zodra een bedrijf be smet is verklaard, wordt in een ring van 3 tot 5 km daaromheen ieder varken geënt en tevens geldt in dat gebied een vervoersverbod. Eerst gold een vervoersverbod voor geheel Overijssel en weldra werden alle Nederlandse markten voor varkens gesloten. Dit alles heeft niet mogen baten, want spoedig sloot land na land zijn grenzen voor onze varkens en ons varkens vlees. Tot welke dra ma's een plotselinge grenssluiting kan leiden bleek op 9, 10 en 11 janu ari. Aan de Belgisch-Franse grens stonden reeds op 9 januari voor de grens, vóór sluitingstijd, vrachtwa gens met 400 ton vlees, waarde zo'n drie miljoen gulden. Twee dagen la ter stonden ze er nógSoortge lijke taferelen kwamen ook elders voor, op kleinere schaal. Het is duidelijk, dat de bestrijding onvoldoende resultaat heeft gegeven. AAN WIE DE SCHULD Bij de deskundigen hoort men wel eens de mening, dat het virus door winterweer geaktiveerd wordt. Dit in tegenstelling tot de boerenmening, die (helaas per abuis!) meent dat het doodvriest. Het doet er weinig toe, want tijdens de grote uitbraak van 1 en 3 januari j.l. was het zacht weer Er is een kans, dat het wild het winterweer voelt aankomen en ac tiever wordt. Dit geldt vooral voor ratten en muizen, die zich dan naar de boerderijen zouden begeven óf zich meer zouden verplaatsen. Men Voor alle reparaties fa. MARTENS Schoolstraat 30 Tel. 238# weet het niet. Wat onderzoek zou wel gewenst zijn. Wat beter bekend is: de veehou ders zelf verspreiden de smetstof, ook zonder dat zij het weten, vooral via schoeisel. Eigenlijk zou geen boer zijn erf moeten verlaten zon der schoenen, laarzen of klompen (ook op zondag) te ontsmetten, zo dra het rode sein is gaan branden. Daar voelen de meesten weinig voor. Er is nog veel te weinig inzicht in deze kwestie bij de veehouders en er is ook te weinig voorlichting over gegeven. Dit moet vooropgesteld worden, opdat men niet de schuld gaat geven aan de gezondheidsdiens ten voor dieren, de veterinaire in spectie enz. Want óók de praktijk kan nog heel wat doen om verbrei ding van mkz te voorkomen. HET GING ZO GOED Sinds 1950 is het aantal varkens houders gedaald van 279.000 tot 107.000 in 1966. Het aantal varkens steeg van 1.298.000 tot 3.886.000. Het aantal varkens per bedrijf steeg van 6,9 tot 38,6! Daar zit een stuk doel matiger produceren in. De E.E.G. blijkt voor onze uitvoer grote betekenis te hebben. Eind vo rig jaar zei de heer Homburg, groot industrieel en bestuurslid van het Produktschap voor Vee en Vlees, dat Nederland zijn varkensstapel wel kon uitbreiden tot acht miljoen stuks! Men debateerde over contracte ring ten behoeve van de industrie en classificatie, stabilisatie van de prij zen op het niveau van ons land en dat van de E.E.G. en dergelijke za ken. Sommigen vreesden, dat een hoge prijs de produktie te sterk zou aanmoedigen (zoals bij de slachtkui- kens), anderen zeiden dat wij het zó goed deden dat wij de grote var kensvleesleverancier van geheel Eu ropa konden worden. Vermoedelijk wordt nu opnieuw een streep door al deze optimistische rekeningen ge haald. Wij blijken heel wat anders éérst nodig te hebben. Opnieuw scheept en ander land van de E.E.G. ons met mkz op. Dat hindert de andere landen weinig: wij zijn de grote ex porteurs in de E.E.G., zij voeren slechts in. Grenssluitingen kunnen de eigen produktie een aardig rugge- steuntje geven. Ook ditmaal is men er wel opvallend vroeg bij en is er geen sprake van redelijk overleg ge weest. Opnieuw moeten wij afwach ten hoe lang men de grenzen geslo ten belieft te houden. Opnieuw moe ten wij zelf maar uitvinden hoe wij de strop te boven kunnen komen! EN DE E.E.G.? Vermoedelijk gaat men in de EEG wel weer redetwisten over wat ge daan moet worden en wat niet. Op nieuw zal dan blijken hoe moeilijk het is de belangen van een expor terend maar klein land te verdedi gen. Wat wij vooral moeten hebben is de zekerheid, dat mkz in de gehele E.E.G., maar vooral in de buurlan den, afdoende wordt bestreden. Ten tweede moeten wij op de hoogte ge houden worden van het vóórkomen van de kwaal aldaar, zodat wij pre cies kunnen zien wanneer mkz onze grenzen begint te naderen. Op de derde plaats dient tegen hen die ziekte niet aanmelden, streng te worden opgetreden. Zij spelen met de belangen van tienduizenden col lega's in eigen land en daarbuiten. Op de vierde plaats moeten de grenssluitingen verantwoord zijn. Dat waren ze ditmaal niet. Er was immers al een vervoersverbod in het gehele land. Gemakkelijk waren grote gebieden, zelfs hele provincies, aan te wijzen van waaruit de ex port zonder gevaar doorgang had kunnen vinden. En vermoedelijk, tenslotte, moeten wij de ringentin- gen en de vervoersverboden veel uitgebreider hanteren zodra de ziek te de grens over komt. Dat alles neemt echter niet weg, dat ook de praktijk op grote schaal tot mede werking zal moeten worden bewo gen. Dit laatste zal gemakkelijker gaan wanneer men wat méér weet over de wijze waarop het virus zich verbreidt en hoe dat te voorkómen is. Want juist naarmate de koppels groter worden groeit de bereidheid om mee te werken bij de bestrij ding. Er moeten middelen gevonden worden om aan de jaarlijkse drei ging een einde te maken. Wanneer Nog enkele weken scheiden ons van het mmoent waarop meer dui delijkheid kan bestaan over het eco nomisch beleid dat onze welvaart in de komende vier jaar zal bepalen. Er wordt over geklaagd dat die duidelijkheid er niet kan zijn voor dat er andere politieke partijen zijn dan nu bestaan. Vanzelfsprekend is dat onzin. Men zou hoogstens kun nen zeggen dat de politieke groepe ringen zich duidelijker moeten uit spreken. In de afgelopen weken zijn er wel glasheldere uitspraken ge daan. Het is alleen maar de vraag of de beloften en programma's van de politieke partijen worden uitge voerd. Daar wringt de schoen het meest. Het komt ons voor dat de hoofd- inzet van de komende verkiezingen zal gaan over de vraag of bij het kömende beleid het individu of de gemeenschap centraal zullen wor den gesteld. VRAGEN Zullen wij zelf als enkelingen de vrijheid hebben om ons inkomen voor het grootste deel te verdelen of moeten wij dat aan de regering of een lager overheidsorgaan overla ten? Dragen wij er zelf verantwoor delijkheid voor of de produktie om hoog of omlaag gaat of maakt de overheid dat in beginsel uit? Komt een volk tot de grootste prestatie wanneer de individuen be palen wat, hoe en langs welke weg de produktie tot stand komt of moe ten wij wachten met ons aktiviteit in een bepaalde richting te ont plooien totdat er een order „ergens" van bovenaf komt? Dat is de kern vraag van het verkiezingsspektakel. GELEIDE ECONOMIE Bij de beantwoording van de bo venstaande vraag heeft de P. v. d. A. het meest duidelijk stelling gek zen. Zij wil een grotere beslissings bevoegdheid over onze economische macht in handen van de overheid leggen. In feite is bij haar de over heid de hoedster over alle inkomen. Zij stelt de belastingen vast, bepaalt in welke richting ons land econo misch verder zal groeien; zij stelt vast hoe hoog de premies van de so ciale verzekeringen moeten zijn. Ten slotte blijft er dan nog een inkomen over vóór de burgers en dat moet dan opnieuw worden herverdeeld naar de inzichten van een overheid. Zij gaat er van uit dat bij een der gelijk systeem ieder bereid zal zijn de beste krachten te geven die hij in zich heeft om het totaal zo goed mogelijk te doen functioneren. VRIJHEID De VVD stelt het individu voorop. De verantwoordelijkheid van de en keling is bepalend voor de aktiviteit die ieder wil presteren. Uit het to taal van die individuele aktiviteit groeit het nationaal inkomen. Van dat nationaal inkomen moet een ge deelte ter beschikking komen van de gemeenschap voor de aktiviteit die een volk gezamenlijk pleegt. Er moet geld zijn voor onderwijs, defensie, wegen en de gemeenten. Hoe hoog dat bedrag moet zijn is bij haar een kwestie van discussie en beoordeling van de concrete si tuatie. In beginsel behoort echter het inkomen aan de enkeling, die daarvoor een prestatie heeft gele verd. De particuliere produktie staat voorop en zij wordt gecorri geerd door de gemeenschap voor zo ver dit noodzakelijk is om de staat goed te doen functioneren. CONFESSIONEEL De andere drie grote partijen, CHU, AR en KVP kennen in hun uitgangspunt geen economisch cri terium. Uit hun programma's blijkt echter dat ook zij van mening zijn een maximale inspanning van de burgers te verwachten wanneer die in beginsel zelf over de vruchten van hun arbeid kunnen beschikken. Voor Boerenkielen in effe, gestreept en gebloemd de kwaal bij ons uitroeibaar is, is zij dat ook in andere landen. Daar zal onze aandacht zich dus vooral op moeten richten. Er zijn echter nuance-verschillen in het oordeel van deze partijen over de mate waarin de staat gerechtigd is de vrijheid van inkomensbeste ding te beperken. Bij de KVP vinden wij een grote groep die van mening is dat het overheidsingrijpen heel ver mag gaan. De kracht van hun opvatting wordt afgeremd door een groep die dit overheidsingrijpen wil miniseren. Bij A.R. en C.H.U. vinden wij eveneens sterke nuanceverschillen ten aanzien van de beschikkings macht over het individueel inko men. Uitspraken uit deze kringen vestigen de indruk dat men in anti revolutionaire kringen bereid is ver der te gaan met overheidsinvloed dan bij de C.H.U. Het is begrijpe lijk dat een fijnbesnaard economisch programma bij de confesionele groe peringen nauwelijks is te vinden. In laatste instantie worden zij door niet-economische beginselen gedre ven. BELASTINGEN Nog meer dan in het verleden zullen de staatsfinanciën en de be lastingen bij deze verkiezingen een rol spelen. Kon voorheen de niet- bezittende klasse dit hoofdstuk met een schouderophalen voorbij gaan, daar zal ditmaal geen sprake van zijn. Nu de indirecte belastingen in de toekomst van groter betekenis zullen worden dan de directe, zal het verbruik meer dan voorheen door de belastingdruk worden be- invloed. De totale belastingdruk zal bij ieder regiem wel hoog zijn. Voor de beter gesitueerden is deze reeds tot aan de grens van het mogelijke op gevoerd. In de praktijk gaat het er om wat er nog bij komt in de sfeer van de verbruiksbelastingen. Daar is het gehele volk bij betrokken en daarom zijn deze verkiezingen ook al van meer belang dan anders. WERKLOOSHEID Wie ook aan het bewind komt, zij zullen zich allen met het werkgele genheidsprobleem moeten bezig houden. Naast de werkloosheid dragen ook andere vraagstukken een internatio naal karakter zoals de omzetbelas ting, de betalingsbalans en de infla tie. Het zijn de algemene grote eco nomische vragen van deze tijd, die een toenemende druk uitoefenen op de situatie in het binnenland. Zij maken voor ons menige regerings beslissing ondoorzichtig. Het lijkt soms alsof een maatregel tegen het belang van de eigen bur gers is, terwijl zij in groter verband toe hvoordeel brengt. Dit betekent echter niet dat men terwille van een beperkt maar wel duidelijk pro gramma zijn toevlucht moet nemen tot een kleine partij. Juist om de beperktheid van blik kan men in die kringen zijn programma niet waar maken. Vandaar dat het verzamelen van stemmen op een beperkt aantal lijsten ons meer richtsnoer zal ge ven omtrent de te volgen lijn. Moge de beleidslijn uit de komende ver kiezingen duidelijk naar voren te komen. UW AUTO GOED DE WINTER DOOR! Winter, mist, kou en ijs, dat betekent voor de automobilist een zorgelijke en misschien dure tijd wanneer hij zijn auto niet op die omstandigheden heeft voorbereid. De overgang van het milde naar het koude klimaat heeft namelijk con sequenties voor de auto in zijn to taliteit en voor vrijwel al zijn onder delen. STARTEN De eerste onaangenamen ervarin gen met de slechtere weersomstan digheden zijn over 't algemeen start- moeilijkheden 's morgens. Vochtaan- slag op de ontstekingsonderdelen is hier vaak schuldig aan. Het tijd rovende drogen van de desbetref fende onderdelen is door de moder ne wetenschap achterhaald. Midde len die sterk waterafstotend zijn en bovendien een hoge isolatieweer stand bezitten, kunnen als voor zorgsmiddel worden gebruikt om de bobine, de verdeelkap, de bougieka bels en de bougies, alsmede de ver bindingen tussen deze delen te vrij waren tegen de funeste uitwerking van vocht. Ook een lage buitentemperatuur is een factor, die tot startmoeilijk heden kan leiden. De capaciteit van een accu daalt aanmerkelijk bij kou de, terwijl door de startmotor juist onder deze omstandigheden een gro te prestatie van de accu wordt ver langd. Een dunnere olie, waardoor de .motor wat gemakkelijker rond draait, brengt hierin al verbetering, terwijl bij gebruik van de moder ne multigrade-oliën tevens een per- fekte smering onder alle klimatolo gische omstandigheden en bedrijf s- temperaturen blijft gewaarborgd. Toch is een in goede staat verke rende accu absoluut noodzakelijk, omdat anders het gevaar niet denk beeldig is, dat onvoldoende spanning zou overblijven voor de bobine om een krachtige vonk te produceren. Dat tevens de bougies in prima staat dienen te zijn, mag zonder meer als een eerste vereiste worden gesteld. BRANDSTOF De vluchtigheid van de benzine speelt bij het starten eveneens een grote rol. Bij lage buitentempera turen zullen alleen de vluchtigste bestanddelen in dampvorm over gaan. Redenen waarom de oliemaat schappijen 's winters aan de brand stof voor auto's fracties benzine toe voegen met een zeer hoge vluchtig heid. Hierdoor wordt bereikt dat het gas-luchtmengsel bij de eerste vonk van de bougie al ontbrandt, zelfs bij extreem lage temperaturen. Deze zo genaamde winterbenzine bevat bo vendien een dope die ijsvorming in de carburateur voorkomt. De ben zinemaatschappijen beschouwen de ze toevoegingen als een service, die zij niet aan de automobilist doorbe rekenen. VEILIGHEID Van geheel andere aard maar niet minder belangrijk is de aandacht die de automobilist zal dienen te schenken aan de deugdelijkheid van banden en remmen een deugde lijkheid die bij natte wegen, sneeuw of ijzel van doorslaggevende beteke nis kan zijn. Maar ook kleine onderdelen als bijvoorbeeld de rui tenwissers zullen bij zware regen val geen verstek mogen laten gaan. CAROSSERIE Tot de problemen waarmee de automobilist 's winters eveneens in versterkte mate te kampen heeft, behoort de roestvorming. De pekel die er enerzijds voor zorgt dat de gladde wegen weer berijdbaar wor den, is anderzijds de ergste vijand van alles wat er van metaal aan een auto te vinden is. Er zijn uitmunten de preparaten die 't onderstel van de auto tegen de funeste uitwerking van het pekelwater beschermen. Ook de chroomdelen behoeven dit sei zoen extra aandacht; de in de handel zijnde spuitbussen zijn bijzonder handig in het gebruik. KOELING Tenslote nog iets over de koeling. Bij luchtgekoelde motoren is het niet nodig maatregelen te treffen en het vloeistofpeil bij motoren met een ge sloten koelsysteem is eenvoudig te controleren. Anders is het met wa- tergekoelde motoren, waarvoor anti vries op ethyleen-glycol basis het geëigende middel is. Vóór het toe voegen van het anti-vries aan het koelwater kan het aanbeveling ver dienen de waterslangen e.d. nog eens op dichtheid te controleren. Resumerende kan worden gesteld, dat het uiterlijk van de auto met enige voorzorgsmaatregelen op peil kan worden gehouden gedurende het natte en koude jaargetijde, dat de veiligheid ten zeerste gediend is met een controle van remmen en banden, en dat om startmoeilijkhe den te voorkomen het ontstekingsys teem in goede staat dient te verke ren. GROTE RAVAGE OP MIDDEN PEELWEG Donderdagmorgen ontstond op de Midden Peelweg te Ysselsteyn een enorme ravage toen de vrachtwagen met aanhangwagen, bestuurd door L. H. uit Bracht Did., tengevolge van de gladheid van het wegdek in een slip geraakte. De vrachtwagencombinatie ver voerde 18 ton lijm en poeder. De wagen belandde in de sloot, kantel de, maar liet een spoor achter van vaten en zakken welke her en der over de Midden Peelweg verspreid lagen. Behoorlijke materiële schade. Enkele minuten later slipte op vrijwel dezelfde plaats de vracht wagen van een kaashandelaar uit Hoornaar, beladen met 61/* ton kaas. Ook deze wagen belandde in de sloot terwijl de kazen verspreid la gen over het wegdek. Door beide slippartijen was het verkeer gestremd. DAGELIJKS BROOD Met het stijgen van het cijfer der werkeloosheid, niet alleen in Neder land, maar ook in Duitsland en Frankrijk, is er een eind gekomen aan onze rustige zekerheid, dat het dagelijks brood voor ons geen punt meer was. Vijftig zestig jaren gele den leefden er duizenden en duizen den, die zich bij het begin van iede re dag zorgen moesten maken hoe ze vandaag weer aan eten zouden ko men. En in de dertiger jaren, de tijd van de crisis, liep menigeen met zijn ziel onder zijn arm of rende hij van de ene zaak naar de andere om werk. Zijn dagelijkse brood was een hachelijke zaak. Heel de gemeen schap werd in beweging gezet om te zorgen, dat er voor ieder tenmin ste iets te eten was. Werklozensteun al was die teveel om van te ster ven en te weinig om van te leven moest en zou er zijn. In die tijd kan ik me voorstellen, hadden de woorden van het Onze Vader: „Geef ons heden ons dage lijks brood" werkelijk zin en kon menigeen met aandacht en welge meend tot God zó bidden. Ook in de hongerwinter was er aanleiding om vurig van God iets af te smeken al was het maar een bord koolsoep of een prak stampot van ondefinieer bare samenstelling. Maar die tijden zijn voorbij, de welvaart deed zijn intrede. Er was geen huis meer of men had het zó best, dat men af en toe uit eten ging, dat men bij de kerstmaaltijd kalkoen wenste en dat de vermage ringsmiddelen triomfantelijke op gang deden, om de dikker wordende Nederlanders van overtollig vet af te helpen. „Geef ons heden ons dagelijks brood", wordt een bede, die we misschien vroeg of laat allemaal wel weer met overtuiging zullen uit spreken. Misschien is dan weer het oude begrip in ons wakker gewor den, dat de overvloed, die wij ge nieten, een wisselvallige zaak is, be slist niet alleen te danken aan de mensen alleen. Misschien wordt in ons dan toch weer levendig, dat er een God is, die over ons waakt, die ons voor- en tegenspoed overzendt. Misschien wordt dan ook weer dui delijk, dat als wij het daarom van Gods handelen met ons niet kunnen verklaren, wij toch in ieder geval het feit niet ontkennen, dat hij zich om ons bezorgd maakt. In onze tijd van welvaart was het zo goedkoop te vergeten, dat God zich om alles bekomert, niet alleen om de vogels en de bloemen, maar eerst en vooral om de mens. Geef ons heden ons dagelijks brood blijft een bede voor alle tijden, want Gods zorg over ons blijft. LANDBOUW EN VEETEELT In ons land bestaan terwille van de veehouders op het gebied van de dierenbestrijding, zeer goede ge- zondsheidsdiensten; ze worden door de veehouders bestuurd en gefinan cierd. Door een hechte samenwer king ook met de overheid is al veel bereikt. Wanneer wij denken aan een ziekte, als rundertuberculose, abortus Bang, kan men wel zeggen dat deze kwaal thans bijna geheel is uitgeroeid. Ook de bestrijding van de runderhorzel is een prachtig voorbeeld van georganiseerde die- renziektenbestrijding, waar men trots op kan zijn. Het zo gevaarlijke mond- en klauwzeer, wordt door jaarlijkse voorbehoedende enting van onze veestapel binnen de perken gehou den. Maar nu de mastitis of uier ontsteking; de bestrijding van deze ziekte is nog lang niet opgelost en meer dan ooit zal men ook aan dit vraagstuk aandacht moeten schen- ken.Uierontsteking komt nog zeer veelvuldig voor, dit tot grote schade van onze veehouderij. In hoofdzaak ontstaat mastitis, door grote of kleinere wonden aan uier of tepel, maar ook zeer diwijls als gevolg van slecht melken. Het is noodzakelijk om de veehouders hier op bij voortduring te wijzen, want slecht melken veroorzaakt veel meer uierontsteking dan goed melken. Ook een te hoog vacuum, versle ten tepel voering zijn belangrijke factoren bij het optreden van deze ziekte. Ieder veehouder kent mastitis. Bij acute vorm vooral zien wij, dat het ontstoken kwartier vergroot is, rood van kleur en vaak hard en pijnlijk. De melk is afwijkend van samen stelling, er zitten vlokken in. Maar nu de bestrijding. Grote verbeterin gen zijn vastgesteld, wanneer net vóór of tijdens de droogstand, peni cilline in de uier werd gebracht. Dit moet wel een langdurige werking hebben, als het kan de geheel droog- standduur dus wel tot 2 maanden. Acute gevallen moeten door de dierenarts worden behandeld. Wil men een blijvend succes hebben, dan zal ook de melktechniek verbe terd moeten worden, maar hierover in een volgend artikel.

Peel en Maas | 1967 | | pagina 1