mond- en klauwzeer
hel is nog niet te laat
INDIVIDU
of gemeenschap?
Thomassen
Dagelijks brood
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Ziektenbestrijding
VRIJDAG 20 JANUARI 1967 No. 3
ACHT EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652
ADVERTENTIEPRIJS 12 et p. mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten V.nroy Z—
DE VARKENSSTAL IS NOG NIET UITGEMEST
Nadat Nederland een jaar geleden door een mkz-epizoötie die uit
de buurlanden kwam, een paar honderd miljoen gulden verspeel
de, kreeg men de kwaal onder de knie en het rumoer ebde weg.
Er werd wat nagepraat over entingen, vervoersverboden (die
automatisch marktsluiting inhouden) en vooral over de vraag of
het wel in orde was met die grenssluitingen! Wat de bestrijding
van de gevreesde ziekte betreft, hebben wjj goede vorderingen ge
maakt. Men was ditmaal paraat, is er gezegd. Dat was men ook,
maar toch nog net niet genoeg! Een kort overzicht kan dit aan
tonen.
KRONIEK VAN DE KWAAL
Eind december waren Nederland
en België geheel vrij van de ziekte,
zowel bij varkens als bij runderen.
Frankrijk had enkele gevallen, naar
verluidt, in het oosten. Of er niet
méér waren is niet na te gaan. Na
vraag doen naar la fièvre aphteuse
in elk dorp is nu eenmaal te tijd
rovend. Maar de bondsrepubliek was
NIET vrij; ze is zelfs geen dag vrij
geweest in 1966. En op dat punt slie
pen wij.
In het najaar, al vanaf september,
waren er verontrustedende berich
ten over de ziekte in West-Duits-
land. Daar bestreed men de kwaal
wel, maar slapjes. Dat kwam door
dat vele boeren de kwaal niet meld
den, hoewel dat net zo goed ver
plicht was als bij ons! Een beter
middel om de ziekte te verbreiden
is natuurlijk niet denkbaar. Tenslot
te werd het zelfs in Nederland dui
delijk, dat wij onmogelijk vrij kon
den blijven als er zoveel gevallen
vlak over de grens waren. Dit nu
hadden wij eerder moeten begrijpen.
Toen wij het dóór hadden begon
nen wij met de z.g. barrière-entin
gen langs de grens in Overijssel en
Drente. Te laat? Klaarblijkelijk wél
en vermoedelijk nog te beperkt ook.
Blijkens opgaven van de Vee-
artsenijkundige Dienst te Den Haag
waren er op 1 januari plotseling 11
gevallen in Overijssel. Op 3 januari
waren er 17 bijgekomen, eveneens
in Overijssel en veelal niet ver van
de grens. Toen was het een paar da
gen rustig, maar op 6 januari kwa
men er twee gevallen bij, nu in Gel
derland. Op 7 januari werd Drente
bereikt. Tegelijk werd in deze con
treien alarm geslagen, want nabij
Goch was mond- en klauwzeer ont
dekt.
DE BESTRIJDING
Zoals men weet komt massale en
ting pas in aanmerking als de kwaal
dreigt. Enting geeft slechts korte
tijd immuniteit en onze varkens
worden gemiddeld geen half jaar
oud, in tegenstelling tot de runderen.
Er wordt dus pas geënt als dat on
vermijdelijk is. Zodra een bedrijf be
smet is verklaard, wordt in een ring
van 3 tot 5 km daaromheen ieder
varken geënt en tevens geldt in dat
gebied een vervoersverbod. Eerst
gold een vervoersverbod voor geheel
Overijssel en weldra werden alle
Nederlandse markten voor varkens
gesloten.
Dit alles heeft niet mogen baten,
want spoedig sloot land na land
zijn grenzen voor onze varkens en
ons varkens vlees. Tot welke dra
ma's een plotselinge grenssluiting
kan leiden bleek op 9, 10 en 11 janu
ari. Aan de Belgisch-Franse grens
stonden reeds op 9 januari voor de
grens, vóór sluitingstijd, vrachtwa
gens met 400 ton vlees, waarde zo'n
drie miljoen gulden. Twee dagen la
ter stonden ze er nógSoortge
lijke taferelen kwamen ook elders
voor, op kleinere schaal.
Het is duidelijk, dat de bestrijding
onvoldoende resultaat heeft gegeven.
AAN WIE DE SCHULD
Bij de deskundigen hoort men wel
eens de mening, dat het virus door
winterweer geaktiveerd wordt. Dit
in tegenstelling tot de boerenmening,
die (helaas per abuis!) meent dat het
doodvriest. Het doet er weinig toe,
want tijdens de grote uitbraak van
1 en 3 januari j.l. was het zacht
weer
Er is een kans, dat het wild het
winterweer voelt aankomen en ac
tiever wordt. Dit geldt vooral voor
ratten en muizen, die zich dan naar
de boerderijen zouden begeven óf
zich meer zouden verplaatsen. Men
Voor alle reparaties
fa. MARTENS
Schoolstraat 30 Tel. 238#
weet het niet. Wat onderzoek zou
wel gewenst zijn.
Wat beter bekend is: de veehou
ders zelf verspreiden de smetstof,
ook zonder dat zij het weten, vooral
via schoeisel. Eigenlijk zou geen
boer zijn erf moeten verlaten zon
der schoenen, laarzen of klompen
(ook op zondag) te ontsmetten, zo
dra het rode sein is gaan branden.
Daar voelen de meesten weinig voor.
Er is nog veel te weinig inzicht in
deze kwestie bij de veehouders en
er is ook te weinig voorlichting over
gegeven. Dit moet vooropgesteld
worden, opdat men niet de schuld
gaat geven aan de gezondheidsdiens
ten voor dieren, de veterinaire in
spectie enz. Want óók de praktijk
kan nog heel wat doen om verbrei
ding van mkz te voorkomen.
HET GING ZO GOED
Sinds 1950 is het aantal varkens
houders gedaald van 279.000 tot
107.000 in 1966. Het aantal varkens
steeg van 1.298.000 tot 3.886.000. Het
aantal varkens per bedrijf steeg van
6,9 tot 38,6! Daar zit een stuk doel
matiger produceren in.
De E.E.G. blijkt voor onze uitvoer
grote betekenis te hebben. Eind vo
rig jaar zei de heer Homburg, groot
industrieel en bestuurslid van het
Produktschap voor Vee en Vlees, dat
Nederland zijn varkensstapel wel
kon uitbreiden tot acht miljoen
stuks!
Men debateerde over contracte
ring ten behoeve van de industrie en
classificatie, stabilisatie van de prij
zen op het niveau van ons land en
dat van de E.E.G. en dergelijke za
ken. Sommigen vreesden, dat een
hoge prijs de produktie te sterk zou
aanmoedigen (zoals bij de slachtkui-
kens), anderen zeiden dat wij het zó
goed deden dat wij de grote var
kensvleesleverancier van geheel Eu
ropa konden worden. Vermoedelijk
wordt nu opnieuw een streep door
al deze optimistische rekeningen ge
haald.
Wij blijken heel wat anders éérst
nodig te hebben. Opnieuw scheept
en ander land van de E.E.G. ons
met mkz op. Dat hindert de andere
landen weinig: wij zijn de grote ex
porteurs in de E.E.G., zij voeren
slechts in. Grenssluitingen kunnen
de eigen produktie een aardig rugge-
steuntje geven. Ook ditmaal is men
er wel opvallend vroeg bij en is er
geen sprake van redelijk overleg ge
weest. Opnieuw moeten wij afwach
ten hoe lang men de grenzen geslo
ten belieft te houden. Opnieuw moe
ten wij zelf maar uitvinden hoe wij
de strop te boven kunnen komen!
EN DE E.E.G.?
Vermoedelijk gaat men in de EEG
wel weer redetwisten over wat ge
daan moet worden en wat niet. Op
nieuw zal dan blijken hoe moeilijk
het is de belangen van een expor
terend maar klein land te verdedi
gen.
Wat wij vooral moeten hebben is
de zekerheid, dat mkz in de gehele
E.E.G., maar vooral in de buurlan
den, afdoende wordt bestreden. Ten
tweede moeten wij op de hoogte ge
houden worden van het vóórkomen
van de kwaal aldaar, zodat wij pre
cies kunnen zien wanneer mkz onze
grenzen begint te naderen. Op de
derde plaats dient tegen hen die
ziekte niet aanmelden, streng te
worden opgetreden. Zij spelen met
de belangen van tienduizenden col
lega's in eigen land en daarbuiten.
Op de vierde plaats moeten de
grenssluitingen verantwoord zijn.
Dat waren ze ditmaal niet. Er was
immers al een vervoersverbod in het
gehele land. Gemakkelijk waren
grote gebieden, zelfs hele provincies,
aan te wijzen van waaruit de ex
port zonder gevaar doorgang had
kunnen vinden. En vermoedelijk,
tenslotte, moeten wij de ringentin-
gen en de vervoersverboden veel
uitgebreider hanteren zodra de ziek
te de grens over komt. Dat alles
neemt echter niet weg, dat ook de
praktijk op grote schaal tot mede
werking zal moeten worden bewo
gen. Dit laatste zal gemakkelijker
gaan wanneer men wat méér weet
over de wijze waarop het virus zich
verbreidt en hoe dat te voorkómen
is. Want juist naarmate de koppels
groter worden groeit de bereidheid
om mee te werken bij de bestrij
ding. Er moeten middelen gevonden
worden om aan de jaarlijkse drei
ging een einde te maken. Wanneer
Nog enkele weken scheiden ons
van het mmoent waarop meer dui
delijkheid kan bestaan over het eco
nomisch beleid dat onze welvaart in
de komende vier jaar zal bepalen.
Er wordt over geklaagd dat die
duidelijkheid er niet kan zijn voor
dat er andere politieke partijen zijn
dan nu bestaan. Vanzelfsprekend is
dat onzin. Men zou hoogstens kun
nen zeggen dat de politieke groepe
ringen zich duidelijker moeten uit
spreken. In de afgelopen weken zijn
er wel glasheldere uitspraken ge
daan. Het is alleen maar de vraag
of de beloften en programma's van
de politieke partijen worden uitge
voerd. Daar wringt de schoen het
meest.
Het komt ons voor dat de hoofd-
inzet van de komende verkiezingen
zal gaan over de vraag of bij het
kömende beleid het individu of de
gemeenschap centraal zullen wor
den gesteld.
VRAGEN
Zullen wij zelf als enkelingen de
vrijheid hebben om ons inkomen
voor het grootste deel te verdelen of
moeten wij dat aan de regering of
een lager overheidsorgaan overla
ten? Dragen wij er zelf verantwoor
delijkheid voor of de produktie om
hoog of omlaag gaat of maakt de
overheid dat in beginsel uit?
Komt een volk tot de grootste
prestatie wanneer de individuen be
palen wat, hoe en langs welke weg
de produktie tot stand komt of moe
ten wij wachten met ons aktiviteit
in een bepaalde richting te ont
plooien totdat er een order „ergens"
van bovenaf komt? Dat is de kern
vraag van het verkiezingsspektakel.
GELEIDE ECONOMIE
Bij de beantwoording van de bo
venstaande vraag heeft de P. v. d.
A. het meest duidelijk stelling gek
zen. Zij wil een grotere beslissings
bevoegdheid over onze economische
macht in handen van de overheid
leggen. In feite is bij haar de over
heid de hoedster over alle inkomen.
Zij stelt de belastingen vast, bepaalt
in welke richting ons land econo
misch verder zal groeien; zij stelt
vast hoe hoog de premies van de so
ciale verzekeringen moeten zijn. Ten
slotte blijft er dan nog een inkomen
over vóór de burgers en dat moet
dan opnieuw worden herverdeeld
naar de inzichten van een overheid.
Zij gaat er van uit dat bij een der
gelijk systeem ieder bereid zal zijn
de beste krachten te geven die hij
in zich heeft om het totaal zo goed
mogelijk te doen functioneren.
VRIJHEID
De VVD stelt het individu voorop.
De verantwoordelijkheid van de en
keling is bepalend voor de aktiviteit
die ieder wil presteren. Uit het to
taal van die individuele aktiviteit
groeit het nationaal inkomen. Van
dat nationaal inkomen moet een ge
deelte ter beschikking komen van
de gemeenschap voor de aktiviteit
die een volk gezamenlijk pleegt.
Er moet geld zijn voor onderwijs,
defensie, wegen en de gemeenten.
Hoe hoog dat bedrag moet zijn is
bij haar een kwestie van discussie
en beoordeling van de concrete si
tuatie. In beginsel behoort echter
het inkomen aan de enkeling, die
daarvoor een prestatie heeft gele
verd. De particuliere produktie
staat voorop en zij wordt gecorri
geerd door de gemeenschap voor zo
ver dit noodzakelijk is om de staat
goed te doen functioneren.
CONFESSIONEEL
De andere drie grote partijen,
CHU, AR en KVP kennen in hun
uitgangspunt geen economisch cri
terium. Uit hun programma's blijkt
echter dat ook zij van mening zijn
een maximale inspanning van de
burgers te verwachten wanneer die
in beginsel zelf over de vruchten
van hun arbeid kunnen beschikken.
Voor Boerenkielen
in effe, gestreept
en gebloemd
de kwaal bij ons uitroeibaar is, is zij
dat ook in andere landen. Daar zal
onze aandacht zich dus vooral op
moeten richten.
Er zijn echter nuance-verschillen in
het oordeel van deze partijen over
de mate waarin de staat gerechtigd
is de vrijheid van inkomensbeste
ding te beperken.
Bij de KVP vinden wij een grote
groep die van mening is dat het
overheidsingrijpen heel ver mag
gaan. De kracht van hun opvatting
wordt afgeremd door een groep die
dit overheidsingrijpen wil miniseren.
Bij A.R. en C.H.U. vinden wij
eveneens sterke nuanceverschillen
ten aanzien van de beschikkings
macht over het individueel inko
men. Uitspraken uit deze kringen
vestigen de indruk dat men in anti
revolutionaire kringen bereid is ver
der te gaan met overheidsinvloed
dan bij de C.H.U. Het is begrijpe
lijk dat een fijnbesnaard economisch
programma bij de confesionele groe
peringen nauwelijks is te vinden. In
laatste instantie worden zij door
niet-economische beginselen gedre
ven.
BELASTINGEN
Nog meer dan in het verleden
zullen de staatsfinanciën en de be
lastingen bij deze verkiezingen een
rol spelen. Kon voorheen de niet-
bezittende klasse dit hoofdstuk met
een schouderophalen voorbij gaan,
daar zal ditmaal geen sprake van
zijn. Nu de indirecte belastingen in
de toekomst van groter betekenis
zullen worden dan de directe, zal
het verbruik meer dan voorheen
door de belastingdruk worden be-
invloed.
De totale belastingdruk zal bij
ieder regiem wel hoog zijn. Voor de
beter gesitueerden is deze reeds tot
aan de grens van het mogelijke op
gevoerd. In de praktijk gaat het er
om wat er nog bij komt in de sfeer
van de verbruiksbelastingen. Daar
is het gehele volk bij betrokken en
daarom zijn deze verkiezingen ook
al van meer belang dan anders.
WERKLOOSHEID
Wie ook aan het bewind komt, zij
zullen zich allen met het werkgele
genheidsprobleem moeten bezig
houden.
Naast de werkloosheid dragen ook
andere vraagstukken een internatio
naal karakter zoals de omzetbelas
ting, de betalingsbalans en de infla
tie. Het zijn de algemene grote eco
nomische vragen van deze tijd, die
een toenemende druk uitoefenen op
de situatie in het binnenland. Zij
maken voor ons menige regerings
beslissing ondoorzichtig.
Het lijkt soms alsof een maatregel
tegen het belang van de eigen bur
gers is, terwijl zij in groter verband
toe hvoordeel brengt. Dit betekent
echter niet dat men terwille van
een beperkt maar wel duidelijk pro
gramma zijn toevlucht moet nemen
tot een kleine partij. Juist om de
beperktheid van blik kan men in die
kringen zijn programma niet waar
maken. Vandaar dat het verzamelen
van stemmen op een beperkt aantal
lijsten ons meer richtsnoer zal ge
ven omtrent de te volgen lijn. Moge
de beleidslijn uit de komende ver
kiezingen duidelijk naar voren te
komen.
UW AUTO GOED DE WINTER DOOR!
Winter, mist, kou en ijs,
dat betekent voor de automobilist
een zorgelijke en misschien dure tijd
wanneer hij zijn auto niet op die
omstandigheden heeft voorbereid.
De overgang van het milde naar het
koude klimaat heeft namelijk con
sequenties voor de auto in zijn to
taliteit en voor vrijwel al zijn onder
delen.
STARTEN
De eerste onaangenamen ervarin
gen met de slechtere weersomstan
digheden zijn over 't algemeen start-
moeilijkheden 's morgens. Vochtaan-
slag op de ontstekingsonderdelen is
hier vaak schuldig aan. Het tijd
rovende drogen van de desbetref
fende onderdelen is door de moder
ne wetenschap achterhaald. Midde
len die sterk waterafstotend zijn en
bovendien een hoge isolatieweer
stand bezitten, kunnen als voor
zorgsmiddel worden gebruikt om de
bobine, de verdeelkap, de bougieka
bels en de bougies, alsmede de ver
bindingen tussen deze delen te vrij
waren tegen de funeste uitwerking
van vocht.
Ook een lage buitentemperatuur
is een factor, die tot startmoeilijk
heden kan leiden. De capaciteit van
een accu daalt aanmerkelijk bij kou
de, terwijl door de startmotor juist
onder deze omstandigheden een gro
te prestatie van de accu wordt ver
langd. Een dunnere olie, waardoor
de .motor wat gemakkelijker rond
draait, brengt hierin al verbetering,
terwijl bij gebruik van de moder
ne multigrade-oliën tevens een per-
fekte smering onder alle klimatolo
gische omstandigheden en bedrijf s-
temperaturen blijft gewaarborgd.
Toch is een in goede staat verke
rende accu absoluut noodzakelijk,
omdat anders het gevaar niet denk
beeldig is, dat onvoldoende spanning
zou overblijven voor de bobine om
een krachtige vonk te produceren.
Dat tevens de bougies in prima staat
dienen te zijn, mag zonder meer als
een eerste vereiste worden gesteld.
BRANDSTOF
De vluchtigheid van de benzine
speelt bij het starten eveneens een
grote rol. Bij lage buitentempera
turen zullen alleen de vluchtigste
bestanddelen in dampvorm over
gaan. Redenen waarom de oliemaat
schappijen 's winters aan de brand
stof voor auto's fracties benzine toe
voegen met een zeer hoge vluchtig
heid. Hierdoor wordt bereikt dat het
gas-luchtmengsel bij de eerste vonk
van de bougie al ontbrandt, zelfs bij
extreem lage temperaturen. Deze zo
genaamde winterbenzine bevat bo
vendien een dope die ijsvorming in
de carburateur voorkomt. De ben
zinemaatschappijen beschouwen de
ze toevoegingen als een service, die
zij niet aan de automobilist doorbe
rekenen.
VEILIGHEID
Van geheel andere aard maar niet
minder belangrijk is de aandacht
die de automobilist zal dienen te
schenken aan de deugdelijkheid van
banden en remmen een deugde
lijkheid die bij natte wegen, sneeuw
of ijzel van doorslaggevende beteke
nis kan zijn. Maar ook kleine
onderdelen als bijvoorbeeld de rui
tenwissers zullen bij zware regen
val geen verstek mogen laten gaan.
CAROSSERIE
Tot de problemen waarmee de
automobilist 's winters eveneens in
versterkte mate te kampen heeft,
behoort de roestvorming. De pekel
die er enerzijds voor zorgt dat de
gladde wegen weer berijdbaar wor
den, is anderzijds de ergste vijand
van alles wat er van metaal aan een
auto te vinden is. Er zijn uitmunten
de preparaten die 't onderstel van de
auto tegen de funeste uitwerking
van het pekelwater beschermen. Ook
de chroomdelen behoeven dit sei
zoen extra aandacht; de in de handel
zijnde spuitbussen zijn bijzonder
handig in het gebruik.
KOELING
Tenslote nog iets over de koeling.
Bij luchtgekoelde motoren is het niet
nodig maatregelen te treffen en het
vloeistofpeil bij motoren met een ge
sloten koelsysteem is eenvoudig te
controleren. Anders is het met wa-
tergekoelde motoren, waarvoor anti
vries op ethyleen-glycol basis het
geëigende middel is. Vóór het toe
voegen van het anti-vries aan het
koelwater kan het aanbeveling ver
dienen de waterslangen e.d. nog
eens op dichtheid te controleren.
Resumerende kan worden gesteld,
dat het uiterlijk van de auto met
enige voorzorgsmaatregelen op peil
kan worden gehouden gedurende
het natte en koude jaargetijde, dat
de veiligheid ten zeerste gediend is
met een controle van remmen en
banden, en dat om startmoeilijkhe
den te voorkomen het ontstekingsys
teem in goede staat dient te verke
ren.
GROTE RAVAGE OP
MIDDEN PEELWEG
Donderdagmorgen ontstond op de
Midden Peelweg te Ysselsteyn een
enorme ravage toen de vrachtwagen
met aanhangwagen, bestuurd door
L. H. uit Bracht Did., tengevolge
van de gladheid van het wegdek in
een slip geraakte.
De vrachtwagencombinatie ver
voerde 18 ton lijm en poeder. De
wagen belandde in de sloot, kantel
de, maar liet een spoor achter van
vaten en zakken welke her en der
over de Midden Peelweg verspreid
lagen. Behoorlijke materiële schade.
Enkele minuten later slipte op
vrijwel dezelfde plaats de vracht
wagen van een kaashandelaar uit
Hoornaar, beladen met 61/* ton kaas.
Ook deze wagen belandde in de
sloot terwijl de kazen verspreid la
gen over het wegdek.
Door beide slippartijen was het
verkeer gestremd.
DAGELIJKS BROOD
Met het stijgen van het cijfer der
werkeloosheid, niet alleen in Neder
land, maar ook in Duitsland en
Frankrijk, is er een eind gekomen
aan onze rustige zekerheid, dat het
dagelijks brood voor ons geen punt
meer was. Vijftig zestig jaren gele
den leefden er duizenden en duizen
den, die zich bij het begin van iede
re dag zorgen moesten maken hoe ze
vandaag weer aan eten zouden ko
men. En in de dertiger jaren, de tijd
van de crisis, liep menigeen met zijn
ziel onder zijn arm of rende hij van
de ene zaak naar de andere om
werk. Zijn dagelijkse brood was een
hachelijke zaak. Heel de gemeen
schap werd in beweging gezet om
te zorgen, dat er voor ieder tenmin
ste iets te eten was. Werklozensteun
al was die teveel om van te ster
ven en te weinig om van te leven
moest en zou er zijn.
In die tijd kan ik me voorstellen,
hadden de woorden van het Onze
Vader: „Geef ons heden ons dage
lijks brood" werkelijk zin en kon
menigeen met aandacht en welge
meend tot God zó bidden. Ook in de
hongerwinter was er aanleiding om
vurig van God iets af te smeken al
was het maar een bord koolsoep of
een prak stampot van ondefinieer
bare samenstelling.
Maar die tijden zijn voorbij, de
welvaart deed zijn intrede. Er was
geen huis meer of men had het zó
best, dat men af en toe uit eten
ging, dat men bij de kerstmaaltijd
kalkoen wenste en dat de vermage
ringsmiddelen triomfantelijke op
gang deden, om de dikker wordende
Nederlanders van overtollig vet af
te helpen.
„Geef ons heden ons dagelijks
brood", wordt een bede, die we
misschien vroeg of laat allemaal
wel weer met overtuiging zullen uit
spreken. Misschien is dan weer het
oude begrip in ons wakker gewor
den, dat de overvloed, die wij ge
nieten, een wisselvallige zaak is, be
slist niet alleen te danken aan de
mensen alleen. Misschien wordt in
ons dan toch weer levendig, dat er
een God is, die over ons waakt, die
ons voor- en tegenspoed overzendt.
Misschien wordt dan ook weer dui
delijk, dat als wij het daarom van
Gods handelen met ons niet kunnen
verklaren, wij toch in ieder geval
het feit niet ontkennen, dat hij zich
om ons bezorgd maakt. In onze tijd
van welvaart was het zo goedkoop
te vergeten, dat God zich om alles
bekomert, niet alleen om de vogels
en de bloemen, maar eerst en vooral
om de mens.
Geef ons heden ons dagelijks brood
blijft een bede voor alle tijden, want
Gods zorg over ons blijft.
LANDBOUW EN VEETEELT
In ons land bestaan terwille van
de veehouders op het gebied van de
dierenbestrijding, zeer goede ge-
zondsheidsdiensten; ze worden door
de veehouders bestuurd en gefinan
cierd. Door een hechte samenwer
king ook met de overheid is al veel
bereikt. Wanneer wij denken aan
een ziekte, als rundertuberculose,
abortus Bang, kan men wel zeggen
dat deze kwaal thans bijna geheel
is uitgeroeid. Ook de bestrijding van
de runderhorzel is een prachtig
voorbeeld van georganiseerde die-
renziektenbestrijding, waar men
trots op kan zijn.
Het zo gevaarlijke mond- en
klauwzeer, wordt door jaarlijkse
voorbehoedende enting van onze
veestapel binnen de perken gehou
den. Maar nu de mastitis of uier
ontsteking; de bestrijding van deze
ziekte is nog lang niet opgelost en
meer dan ooit zal men ook aan dit
vraagstuk aandacht moeten schen-
ken.Uierontsteking komt nog zeer
veelvuldig voor, dit tot grote schade
van onze veehouderij.
In hoofdzaak ontstaat mastitis,
door grote of kleinere wonden aan
uier of tepel, maar ook zeer diwijls
als gevolg van slecht melken. Het is
noodzakelijk om de veehouders hier
op bij voortduring te wijzen, want
slecht melken veroorzaakt veel meer
uierontsteking dan goed melken.
Ook een te hoog vacuum, versle
ten tepel voering zijn belangrijke
factoren bij het optreden van deze
ziekte.
Ieder veehouder kent mastitis. Bij
acute vorm vooral zien wij, dat het
ontstoken kwartier vergroot is, rood
van kleur en vaak hard en pijnlijk.
De melk is afwijkend van samen
stelling, er zitten vlokken in. Maar
nu de bestrijding. Grote verbeterin
gen zijn vastgesteld, wanneer net
vóór of tijdens de droogstand, peni
cilline in de uier werd gebracht. Dit
moet wel een langdurige werking
hebben, als het kan de geheel droog-
standduur dus wel tot 2 maanden.
Acute gevallen moeten door de
dierenarts worden behandeld. Wil
men een blijvend succes hebben,
dan zal ook de melktechniek verbe
terd moeten worden, maar hierover
in een volgend artikel.