Toneel- en
vermakelijkheids
belasting
DOELMATIG Cü
Werken
in de
vakantie
Nrd.-Limburgse boeren
rijker dan Z.-Limburgse
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
JANNY BAR
Zondagsdienst huisartsen
Zilveren Priesterfeest
VRIJDAG 29 JULI 1966 No. 30
ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
P PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GgOTESTRAAT 28 POSTBUS 1 HL 1512 GIRO 1050852
ADVERTENTIEPRIJS 12 ct p. mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buH«i Vwiroy 2^-)
Dat het met het Venrayse toneel
leven goed gesteld is, kan men
moeilijk zeggen. In de kerkdor
pen leiden de meeste toneelclubs
een nog al kwakkelend bestaan en
in Venray zelf is van het eens zo
trots Hioob alleen de naam nog
over
In onze inrichtingen zijn welis
waar toneel- en oprettegroepen tot
nieuw leven gekomen, maar over
het algemeen moet men constate
ren, dat het Venrayse toneel in zijn
algemeenheid minder belangstelling
krijgt dan ooit, zowel van bezoe
kers als van daadwerkelijke mede
werkers.
En deze mindere belangstelling
van twee kanten is er oorzaak van
dat het toneel het bovengenoemde
„kwakkelende" bestaan leidt.
Een kwakkelend bestaan, ondanks
het feit dat de toneelaccomodatie
door verschillende nieuwe gemeen-
schaps- en parochiehuizen beter is
dan ooit te voren. Vraagt men naar
de oorzaken van een en ander, dan
krijgt men er verschillende aange
wezen. De een zegt dat het publiek
te veel verwend wordt door de t.v.;
daar de beste stukken ziet gebracht
do:r goede spelers en hiervan kan
genieten in een luie stoel met des
noods de benen op tafel. Waarom
zal men zich nog extra op gaan
doffen om op een heel wat minder
gemakkelijke stoel naar amateuris
tisch werk te gaan kijken, dat mees
tal de vergelijking met wat de tele
visie brengt of bracht niet kan
doorstaan. En dat ondanks alle po
gingen die men ook in amateurver-
band doet om aan goede stukken te
komen en een verantwoorde keuze
te maken uit het bestaande amateur
repertoire.
Anderen zeggen dat ondanks het
feit dat er misschien meer vrije tijd
is dan vroeger, de mensen het veel
drukker hebben met allerlei werk
om aktief te werken als lid van een
toneelgroep. Ondanks een groter
wordende bevolking is het aantal
liefhebbers die toneel willen spelen
eerder dalende dan stijgende.
Men heeft er geen tijd voor, geen
zin in. En dat brengt verschillen
de groepen weer in moeilijkheden
omdat men maar een beperkt re
pertoire kan kiezen, terwijl het pu
bliek steeds veeleisender gaat wor
den.
Een wisselwerking, die dieper
grijpt dan men misschien op het
ogenblik wel denkt.
Weer anderen noemen dit ver
schijnsel iets van deze tijd, er zijn
zoveel verschillende nieuwe dingen,
die de aandacht vragen dat de oude
en vertrouwde „opvoering" van de
plaatselijke toneelclub of het con
cert van het muziekgezelschap in
combinatie met toneel niet meer die
aandacht krijgt, die deze vroeger
hadden. Vroeger was zo'n avond met
de plaatselijke kermis feitelijk de
enige ontspanningsgelegenheid, die
men op een dorp had, terwijl nu de
auto de hele wereld voor de mensen
ontsloten heeft en de televisie heel
andere mogelijkheden biedt.
En tenslotte geven weer anderen
de vermakelijkheidsbelasting de
schuld. Voordat er nog een cent
verdiend is, legt Vadertje Staat i.e.
de gemeente de nijvere toneelspelers
maar vast een aanslag op van 1/6
van de opbrengst. Dat is dan de be
loning dat de amateurs hun vrije
tijd ter beschikking stellen, zich
moeite en offers getroosten om niet
alleen zichzelf te verrijken, maar
ook anderen een genoeglijke avond
te bezorgen. Men laat alle financiële
risico's voor rekening van deze men
sen en die zijn in deze tijd be
slist niet gering maar pakt voor
af maar vast een flinke portie van
de buit. Dat heeft tot gevolg dat de
meeste toneeluitvoeringen een nade
lig saldo opleveren en dat heeft
weer zijn repercussie op de belang
stelling. Men doet namelijk weinig
moeite meer, als er toch geld bij
moet. En dat er geld bij moet, vindt
zijn oorzaak in het feit dat de mees
te clubs zo niet een betaalde regis
seur aantrekken, dan toch een vak
man, die een beloning vraagt, om zo
het peil opgevoerd te krijgen. Stuk
ken kosten duurder, reclame kost
meer geld, de betere accomodatie in
gemeenschaps- en parochiehuizen
moet ook betaald worden dat alles
werkt al enorm kostenverhogend.
Daarentegen is een navenante
verhoging van de entreegelden
praktisch niet mogelijk, omdat dan
de kosten te hoog worden. En bij
dat alles blijft en komt de vermake
lijkheidsbelasting, die de zwaarste
top is en die er dikwijls oorzaak van
is, dat vele moeite en de grote in
spanning, die men zich voor deze
hobby getroost heeft, afgestraft wor
den met een nadelig saldo, dat mis
schien enkele keren door de kas te
dragen is, maar dat uiteindelijk
mede oorzaak is dat men het moede
hoofd in de schoot legt.
Natuurlijk hebben alle argumenten,
die hierboven beschreven zijn hun
invloed op de mindere belangstel
ling, die het amateurtoneel in onze
streken heeft. Of er veel aan te ver
anderen is, blijft een grote vraag,
want ergens heeft het ook iets te
doen met de mentaliteitsverandering
van het publiek. Natuurlijk is het
een groot verlies als onze toneelge
zelschappen weg zouden vegeteren.
Ze hadden en hebben nog altijd een
belangrijke taak. Op de eerste plaats
voor hen, die deze hobby beoefenen
onder deskundige leiding, op de
tweede plaats voor het publiek, dat
door deze zelfwerkzaamheid ook
aangespoord kan worden tot eigen
initiatieven, terwijl het daarnaast
toch bepaalde indrukken van het
vertoonde stuk met zich neemt. Ten
goede.
Het zal dus zaak zijn, dat dit pro
bleem de aandacht krijgt, die het
verdient. En we geloven, dat ook
de overheid in deze een taak heeft
o.m. door herziening van de ver
makelijkheidbelasting, die dan mis
schien in vroeger tijden verdedig
baar was op bepaalde gronden, maar
nu te zeer een rem gaat vormen om
te komen tot eigen culturele uitin
gen.
We zijn in Venray gelukkig nog
niet zover dat een bioscoop ge
sloten wordt, zoals elders gebeurd
is en nog gebeurt omdat de ver
makelijkheidsbelasting een te gro
te druk legt op deze ondernemin
gen. Maar we geloven dat dit punt
thans wel bereikt is voor ver
schillende toneelclubs, die deze
winst-opstrijkerij -vooral o.i. te
recht gaan zien als een wezenlijke
belemmering van hun amateur-
werk, dat wel bedoeld is om eigen
hobby uit te leven en anderen
daarvan ook te laten profiteren,
doch niet opgezet is om de ge
meentelijke kas te spekken.
De consumptie is het grote pro
bleem van deze eeuw. Vooral na de
laatste wereldoorlog is het actueel
geworden. Niet alleen door de grote
verbruiksdorst die alle volken na de
jaren van ellende hadden gekregen,
maar vooral door een geheel gewij
zigde opvatting ten aanzien van de
te voeren sociaal-economische poli
tiek door de overheid. Deskundigen
hadden leren inzien dat langs de
weg van de opgevoerde consumptie
het gehele economische leven tot een
hoog tempo kon worden opgevoerd.
Daarmee kon dus het fel begeerde
goed van de volledige werkgelegen
heid worden verkregen. Het is dan
ook toegeworpen.
Naarmate de tijd is voortgeschre
den, heeft het verbruiksprobleem
ons tal van rimpels in het voor
hoofd bezorgd. De Europese volken
hebben hun oorlogsachterstand in 't
verbruik kunnen inhalen. Intussen
had men in andere delen van de we
reld de cosumptie op een ongekend
niveau gebracht, terwijl het grootste
deel van de wereldbevolking, dat in
de ontwikkelingslanden woont, in
korte tijd ook veel consumptie-be
wuster werd.
SLOPENDE RACE
En zo zijn we al jaren bezig met
een meedogenloze achtervolging met
het verbruik als inzet. De ontwik
kelde volken jagen met hun con
sumptiepatroon achter de hoog ont
wikkelde naties aan, terwijl de eer
sten door de onder-ontwikkelde ge
bieden in de rug worden gekeken.
Het wereldconsumptieprobleem is
dat de afstand tussen de maximale
en middelmatige welvaartsstaten
niet alleen is vergroot maar dat er
vooral een toenemende afstand
dreigt te ontstaan tussen de midden
moot en de achterblijvers.
Om verbruik mogelijk te maken,
moet er worden geproduceerd. Dit
vereist inspanning van volken en in
dividuen. Die inspanning moet go§d
worden georganiseerd om de pro-
duktie tot een top-niveau te kunnen
opvoeren. Daarom laten wij telkens
een deel van onze verbruiksmoge-
lijkheid achterwege en besteden die
aan goederen, die ons in een later
stadium weer meer verbruiksmoge-
lijkheden kunnen bieden. Dat noe
men wij de omweg-produktie.
REMMEN!
In verschillende delen van de we
reld wordt het duidelijk dat wij in
de omwegproduktie achterop raken
en dat de consumptiedrift te sterk
geprikkeld is. Dan moet er worden
afgeremd. Onmiddellijk rijst dan de
vraag wie en waar er moet worden
verminderd. Dat probleem is levens
groot in Engeland aan de orde. Het
wordt duidelijk dat ook wij in Ne
derland daar voor staan. De correc
tie gaat met grote spanningen ge
paard.
Het is een prachtig verhaal van
volkshuishoudingen, die elkaar na
jagen in verbruiksdrift. Binnen de
volksgemeenschap is het niet anders.
Ook in de kleine economische ge
meenschap, die het gezin heet, doen
wij niet anders. Wij zieneerst de
gezinnen op fietsen rijden, terwijl
anderen met een brommer zijn be
voorrecht en een derde groep met
auto's gewapend aan het verkeer
deelneemt. Wij weten hoe de ver
schuivingen zich hebben voltrokken
en steeds grotere groepen over een
auto de beschikking hebben.
Op het terrein van de kleding en
voeding is het niet anders. De kle
ding wordt luxueuzer en veel ge
varieerder. De eenvoudige voedings
middelen, zoals brood en aardappe
len worden naar het tweede plan
verschoven. Wij zoeken naar steeds
meer middelen, die ons vrije tijd
verschaffen en wij trachten dan die
vrije tijd weer op te vullen met be
zigheden die ons consumptief ver
mogen vergroten.
BOTSING
De jacht naar welvaart is al jaren
in beweging en hetgeen wij daarin
meevoeren wordt steeds weelderi
ger. Ook daar een klim van mini-
mum-bestaansmogelijkheid tot een
situatie van super-welvaart, die
door allerlei status-symbolen wordt
gekenschetst.
Hetgeen zich bij de volken opcrJ
baart, wordt ook hier zichtbaar. Het
wordt steeds moeilijker om elkaar
bij te houden in de zucht naar meer
verbruik en luxe. De consumptie-
trein heeft zoveel vaart dat er zich
bij het afremmen gevoelige botsin
gen kunnen voordoen.
Door tal van oorzaken schijnt de
consument op drift te zijn geraakt.
De mogelijkheden van de techniek,
die steeds nieuwe artikelen op de
markt brengt, zijn daar mede debet.
Een andere oorzaak is te vinden in
de reclame-psychologie, die tallozen
verdooft voor economische mogelijk
heden.
MOEILIJKE KEUZE
Het assortiment van aangeboden
verbruiksartikelen wordt steeds
breder en dieper. Er zijn steeds
meer goederen te koop in een einde
loze variatie in prijzen. Dat maakt
het de consument zeer moeilijk om
zich goed te oriënteren. Wat moet
hij kiezen voor zijn geld en in wel
ke kwaliteit? Niet iedereen is zo
economisch geschoold dat hij op elk
moment bij ieder artikel en onver
schillig de plek waar hij vertoeft
een juist keuze kan maken.
Het prij zenbeeld, vanouds het bes
te houvast voor de consument,
wordt thans ernstig vertroebeld door
inflatie en snelle assortimentsver
wisseling. De inflatoire werking van
loonsverhoging, kostenvermeerde-
ring, kredietuitzetting etc. heeft
thans een zodanig tempo verkregen
dat de verbruiker zich in zijn aan
koop nog nauwelijks laat remmen
door prijsverhoging. Hij aanvaardt
dat zo langzamerhand als een ge
geven dat past in onze tijd.
OVERBESTEDING
Het is deze ontwikkeling die de
consumptie een extra stimulans en
op zichzelf weer inflatie-verwek
kend werkt.
Wanneer de consument zijn ge
fundeerd oordeel over zijn markt
situatie kwijt raakt door de ons aan
gegeven oorzaken, dan is overbeste-
ding niet meer te voorkomen en
zullen wij via hoge rentestanden,
scheef getrokken betalingsbalansen
en een aantal faillissementen tot de
orde worden geroepen.
iDt spel speelt internationaal tus
sen de landen. Wij zien in Engeland
een duidelijk voorbeeld. Dit spel
speelt ook tusen de gezinnen, waar
bij wij er vele vinden die ondanks
hoge inkomens meer moeite hebben
evenwicht te vinden tussen inkom
sten en uitgaven. Ondanks stijgende
inkomens wordt het steeds moeilij
ker om tot een doelmatige consump
tiebron te geraken.
TOT VANAVOND IN DE
NUTTIG EN LEERZAAM,
MAAR ER ZIJN OOK ENKELE
KLENIGHEIDJES
Reeds jaren is het gewoonste zaak
van de wereld, dat jongelui die de
middelbare scholen bezoeken tijdens
de zomervakantie voor een zekere
tijd werk zoeken en dus deelnemen
ana het normale arbeidsproces.
Soms willen ze al op zeer jeug
dige leeftijd in de vakantie gaan
werken, maar daar heeft de over
heid sinds verleden jaar een stokje
voor gestoken. Onder de veertien
jaar is het zelfs uitgesloten dat jon
gelui gaan werken, voor veertienja
rigen (jongens) bovendien een me
dische verklaring noodzakelijk wil
len zij mogen gaan werken, voor
vijftienjarigen staan er verder geen
beletselen in de weg. Uiteraard die
nen werkgevers zich te houden aan
de wettelijke voorschriften op dit
gebied en daarmee is in elk geval
een zekere garantie geschapen, dat
er van de werkkracht van deze
jeugdigen geen misbruik wordt ge
maakt. Trouwens, ook al is dit wer
ken van jongeren in de vakantie in
ons land gemeengoed geworden,
toch is het verstandig om dit ver
schijnsel eens nader onder de loep
te nemen en te zien, welke voor- en
nadelen eraan verbonden zijn.
In het algemeen bezien mag men
zeggen, dat het werken tijdens de
vakantietij d meer voordelen dan na
delen heeft. Wat de voordelen be
treft mag men stellen, dat het voor
jongelui van vijftien jaar en ouder
zeer nuttig is, dat zij eens kennis
maken met de problemen die zich
voor kunnen doen rond het geld
verdienen.
Veel middelbare schVlieren ken
nen vooral in onze welvaartstijd
de waarde van het geld niet. Veel
ouders zijn snel geneigd aan bijna
elke gril van deze jongeren toe te
geven. Ze krijgen dit en ze krijgen
dat, ook al zijn het dikwijls kost
bare zaken, omdat men het zich kan
veroorloven enomdat vriendjes
en vriendinnetjes ze ook hebben.
Zeker de jongelui hebben wel eens
gehoord dat men moet werken voor
zijn geld en dat vader en moeder
het ook niet cadeau krijgen, maar
velen hebben er geen flauw idee
van wat er eigenlijk voor komt kij
ken. Daarom is het wel goed, dat zij
als werknemer deelnemen aan het
arbeidsproces. Ze kunnen dan on
dervinden hoe lang en hoe hard men
soms moet werken voor enkele tien
tallen guldens. Ook komen zij dik
wijls in contact met andere jonge
ren, die reeds van school zijn en
werken en zij kunnen meemaken
hoe die jongelui voor hun geld moe
ten werken. Op die manier kan er
ook een beter begrip ontstaan. Te
vens ontstaat dan eerbied voor het
werk van anderen.
Mogelijke nadelen van het werken
in de vakantie kunnen zijn: de nei
ging de school te verlaten, omdat
men heeft ervaren dat geld verdie
nen en werken in de maatschappij
zo aantrekkelijk kunnen zijn. Bij
materialistisch ingestelde jongeren
bestaat tevens het gevaar, dat zij
bijvoorbeeld ook willen blijven wer
ken wanneer de school weer is be
gonnen en dat moet toch wel wor
den afgeraden aangezien middelba
re scholieren op school toch ook be
hoorlijke dagtaken hebben en daar
naast nog huiswerk. Eenzelfde ge
vaar schuilt erin, wanneer we het
goed zouden vinden, dat ze de ge
hele vakantie blijven werken. De
jongelui hebben dan in wezen geen
vakantie gehad en gaan vermoeid
weer naar school. Het moet toch
echt wel tot enkele weken worden
beperkt.
Dan is er nog een gevaar van het
milieu waarin de jongeren gaan
werken. Het is zeker nodig, dat de
ouders vooraf grondig informeren
wat voor werk hun kinderen gaan
doen en in welk milieu. Het contact
met ouderen kan soms ook minder
aangename gevolgen hebben.
Over het algemeen genomen zou
dus kunnen worden gesteld, dat het
werken tijdens de vakantie een goe
de invloed op de jongeren kan heb
ben mits het gaat om werken voor
enkele weken, waarbij het werk en
het milieu waarin dit wordt gedaan
geschikt is voor hen. Werk in de
buitenlucht verdient uiteraard
steeds de voorkeur.
Wij viagen nog steed*
PERSONEEL
geschoold en
p* ongeschoold
Aanmelden dagelijks -
I, ook na ""werktijd - aan
i de fabriek, bij de portier
N.V. INALFA VENRAY
EIGEN VERMOGEN 79 PROCENT
VAN BALANSTOTAAL
Het Landbouw-Economisch Insti-
tuur heeft een studie gepubliceerd
over de financiële positie van de
landbouwbedrijven in Limburg in
1962.
Het eerste deel analyseert de be-
drijfsbalansen van een aantal steek
proef bedrijven in grootte variërend
van 4-15 ha.
Het gemiddelde balanstotaal per
ha per bedrijf bedroeg in Noord- en
Zuid-Limburg resp. 10.000,en ca.
7.400,Dit opmerkelijke verschil
is grotendeels te verklaren uit het
feit dat men in Noord-Limburg een
hoger percentage grond in eigendom
heeft.
Het gemiddelde eigen vermogen
was in Noord- en Zuid-Limburg
resp. 90.000 en 60.000. In beide
delen van Limburg was het eigen
vermogen 79 pet. van het balans
totaal. De spreiding van de percen
tages eigen vermogen bleek gering
te zijn. De financiële positie van de
Limburgse landbouwbedrijven was
gezien het relatief hoge percen
tage eigen vermogen over het al
gemeen gunstig.
De gemiddelde schuld op lange
termijn was in Noord- en in Zuid-
Limburg resp. 19.000 en 16.000
per bedrijf en de gemiddelde schuld
op korte termijn resp ca. 3100 en
ca. 2500,De Boerenleenbanken
zijn de voornaamste kredietgevers.
In Noord-Limburg werd 42 pet., in
Zuid-Limburg 48 pet. van de kredie
ten door Boerenleenbanken ver
strekt.
Kent men aan de activa de bij
kredietverlening gebruikelijke on-
derpandswaarde toe, dan was er nog
een belangrijke kredietruimte op de
bedrijven, namelijk gemiddeld ca.
3700 gld. per ha in Noord-Limburg
NIEUWS UIT VENRAY
EN OMGEVING
Van zaterdagmiddag 12 uur tot
zondagnacht 2 uur
DR. W. J. A. BLOEMEN
Stationsweg 5 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen!
ZONDAGDIENST PAROCHIE
GEESTELIJKEN VENRAY-KOM
KAPELAAN J. DRIESSEN
Grote Markt 5 - Tel. 1882
De zondagdienst duurt van zon
dagmorgen tot maandagmorgen 8 u.
ZIEKENAUTO
Bel 04780-1592 b.g.g. 2116
ZONDAGSDIENST GROENE KR UI 8
ZR. A. JANSSEN
Pr. Bemhardstraat 66
Tel. 1504
GROENE KRUIS
ZUIGELINGENBUREAU
Zuigelingenbureau kom van 23 uur
maandag voor letters A t.m. L; dins
dag voor letters M tm. Z.
ZONDAGSDIENST
VERLOSKUNDIGEN
Vroedvrouw Kruysen-Meesters
Julianasingel 41-43 - Venray
TeL 1061 (04780) b.g.g. 1152
VAN KAPELAAN J. H. DRIESSEN
Zondag 31 juli viert kapelaan J,
H. Driessen van de Westsingel zijn
25-jarig Priesterfeest. Ofschoon de
feesteling nog maar kort in Venray
is zal de Petrus Bandenparochic,
waaraan hij als kapelaan is verbon
den, deze dag niet ongemerkt voor
bij laten gaan.
Kapelaan Driessen is geboortig uit
Wijnandsrade (1915) en komt uit een
gezin van 9 kinderen. Na zijn stu
die aan het gymnasium van de Pa
ters Conventuelen in zijn geboorte
plaats, trad hij in 1935 in bij deze
orde en voltooide zijn studies in de
Philosophie en de Theologie aan de
Universiteit te Leuven.
In 1941 werd hij door Mgr. Lem-
mens tot priester gewijd. Nog dat
zelfde jaar werd hij benoemd tot
kapelaan te Leuven en vertrok van
daar in 1947 naar Nunspeet om daar
voornamelijk te gaan werken onder
de a-socialen. Na nog een jaar ka
pelaan te zijn geweest in Purme-
rend, werd hij in 1953 benoemd tot
rector van Hoensbroek. Hij zou nu
ruim 17 jaar zielzorg gaan uit
oefenen onder de mijnwerkers. Zijn
meest geliefde parochie, waar hij
en ca. 2500 per ha in Zuid-Lim
burg. Kent men aan de roerende
goederen echter geen onderpands-
waarde toe, dan was de krediet
ruimte voor de meeste bedrijven
slechts 750 - 1400 per ha klei
ner.
VERGELIJKING
De onderzoekresultaten over 1962
zijn vergeleken met die over 1957.
De balanstotalen waren in 1962 in
Noord-Limburg ruim 4.000 per ha
en in Zuid-Limburg ca f 2400 per
ha hoger dan in 1957, vooral als ge
volg van een hogere waardering
van de activa. In Noord-Limburg
was de boekwaarde van de toene
ming ca 40.000 en in Zuid-Lim
burg ca 10.000 per bedrijf. Ook de
schulden op lange termijn zijn in de
periode 1957 - 1962 toegenomen. De
bestedingsruimte op de bedrijven
was in 1962 aanmerkelijk groter dan
in 1957. Uit het tweede deel van de
studie blijkt dat voor een meer effi
ciënte bedrijfsopzet een investering
in gebouwen, werktuigen en veesta
pel is vereist van gemiddeld 37.900
op eigenaarsbedrijven en van
34.200 op pachtbedrijven.
VOLDOENDE ONDERPAND
In het algemeen was voldoende
onderpand aanwezig om krediet te
verkrijgen voor de financiering van
deze investeringen. De aflosings- en
renteverplichtingen van de leningen
behoeven geen bezwaar te zijn om
de investeringen te verrichten daar
het inkomen zodanig kan stijgen,
dat hieruit dat deel van de aflossin
gen wordt gefinancierd, dat de af
schrijvingen te boven gaat.
Vooral de jongere bedrijfshoofden
zijn bereid de noodzakelijke inves
teringen uit te voeren. Deze bereid
heid is tevens afhankelijk van het
al dan niet hebben van een opvol
ger.
veel tot stand heeft mogen brengen,
is voor hem geweest het rectoraat
Kaalheide, waar hij 13 jaar als rec
tor werkte. Hier bouwde hij een
nieuwe kleuterschool en vernieuw
de het interieur van de kerk. Er
kwamen nieuwe banken, een nieuwe
verwarming en nieuwe klokken. Het
kloosterpark, waarin zich een Lour-
desgrot bevond, werd op zijn initia
tief weer een geliefd gebedsoord
voor velen uit de omtrek.
Nog graag praat hij over deze tijd
en vele dingen in zijn kamer her
inneren hem aan de parochianen
van Kaalheide.
Met Valkenburg als springplank
is kapelaan Driessen sinds april j.l.
zijn werk begonnen in Venray en hij
heeft er sinsdien al vele vrienden
gemaakt. Een ervaren en rustig
priester die met veel liefde zijn werk
doet en nog lang in Venray hoopt te
werken.
Zondag a.s. om half tien zal in de
parochiekerk van St. Petrus-Banden
een Plechtige Concelebratie plaats
vinden met de feesteling als hoofd
celebrant en de Hoogeerwaarde
Heer Deken Loonen en zijn mede
kapelaans Driessen en Bongaerts als
medecelebranten. De H.E.H. Deken
zal de feestpredikatie houden.
Van 12.00-13.00 uur heeft er dan
een receptie plaats in de hal van de
Dr. Poelsschool aan de Langeweg,
waar vele, zo niet alle, parochianen
en bekenden uit Venray verwacht
worden om de zilveren priester te
feliciteren.
HEMELVAART EN
ALLERHEILIGEN
GEWONE WERKDAGEN
De bisschop van Breda, mgr. G.
do Vet en de kapittel-vicaris van
Den Bosch, mgr. J. Bluyssen, heb
ben in antwoord op een vraag van
de diocesane raad van overleg en
de Brabantse katholieke werkge
versvereniging als hun mening ken
baar gemaakt, dat in hun bisdom
men vanwege de veranderde om
standigheden op de feestdag van
Maria ten Hemelopneming (15 aug.)
en Allerheiligen (1 november) win
kel- en industriële bedrijven niet
gehouden zijn hun zaak te sluiten.
De bisschoppen hopen echter dat
velen deze feestdag als zondag blij
ven vieren, met name daar waar het
gemengd godsdienstig karakter min
der op de voorgrond treedt en waar
zulks zonder bijzondere financiële
of andersoortige lasten gevoeglijk
kan geschieden.
De bisschoppen, die deze aangele
genheid ook ter sprake hebben ge
bracht in de landelijke bisschoppen
conferentie, spreken de hoop uit dat
ieder die zich hierin betrokken weet
met behulp van bovenstaande richt
lijn in staat is zijn houding in deze
te bepalen. Dispensatie in de zon
dagsviering op deze dagen ligt bui
ten de bevoegdheid van de bis
schoppen.