Pluimveehouderij vrijetijdsbouw 'eniCUj. in het nieuws Politierechter CAMPS WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN jcüncsse VRIJDAG 8 APRIL 1966 No. 14 ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652 ADVERTENTIEPRIJS 12 d p. PRIJS PER KWART AAI f 175 ABONNCMENTS- Vaaray 1—) Afgelopen week is Venray weer in het nieuws geweest. Op de eer ste plaats door het dagblad De Gel derlander, dat wist te vertellen in een artikel over de samentrek king van de seminaria dat de proef, die men dit jaar genomen heeft in het klooster van de Kruis heren in St. Agatha bij Cuyck, al daar geen vervolg zal krijgen. Zoals bekend studeren daar de fraters van verschillende orden en congregaties samen en neemt aan dit geconcentreerd onderwijs in de theologie ook een klas van de fra ters minderbroeders uit Venray deel. De Gelderlander wist daarbij te vertellen dat men overwoog in de nabijheid van Utrecht een nieuw convict te bouwen, dat dienst zou gaan doen als algemeen groot se minarie voor verschillende orden en congregaties Intussen blijkt dat het zo ver nog niet is. Op de eerste plaats is van te voren gesteld, dat men in St. Aga tha slechts voor een jaar de proef zou nemen om te komen tot een ge zamenlijke theologie-studie. Die proef heeft in zoverre voldaan dat men nu een praktisch inzicht verkregen heeft in de mogelijkhe den. maar ook in de moeilijkheden, die een dergelijke gezamenlijke stu die met zich brengt. Daarnaast wist men dat St. Agatha niet alleen te weinig ruimte bood, maar bovendien ook geen gelegenheid biedt tot prak tische werkzaamheden. Men wil na melijk de jonge mannen, die voor priester studeren, reeds vrij spoedig ook juist onder hun studie de „harde praktijk" leren ondervinden, waardoor zij ook in hun opleiding reeds kennis maken met de noden van het volk, waaronder het groot ste deel later zal komen te werken. Van die praktijk-inzet komt na tuurlijk in dit kleine dorp weinig of niets te recht. Ook dat was en is een van de redenen, waarom men juist- van te voren gesteld heeft dat dit samen-studeren in St. Agatha slechts een jaar zou duren. Intussen heeft men echter wel praktijk op gedaan over een mogelijke samen- werking-inde-toekomst. Hoe die er dan uit gaat zien, is vers twee. Het is wel zeker dat concentraties van seminaries doorgaat. Maar hoe dat zal gaan ,is nog altijd onderwerp van gesprek en studie. Er zijn stem men opgegaan om n&bij de R.K. Universiteit van Nijmegen tot een dergelijke samenvoeging te komen. Maar hier studeren al zoveel pries ters, die daarnaast in de praktijk werken, dat eventuele nieuw-komers hier geen echte praktijk meer vin den. Het is daarom logisch dat men denkt aan b.v. de Randstad Holland of de Universiteit van Utrecht, waar de praktijk-mogelijkheden een stuk groter zijn. Maar voordat men daar een keuze gemaakt heeft, zijn we nog wel enkele jaren verder. Dat is dan ook de reden dat het komende studie-jaar de fraters hier in Venray weer heel gewoon verder studeren in theologie en filosofie met de mensen waarmee ze in Cuyk gestudeerd hebben die dus nu voor een jaartje naar Venray komen en rustig afwachten, wat de pro vinciaals van de verschillende orden en congregaties zullen beslissen Daarnaast zal het duidelijk zijn dat het iBsdom Roermonl ongaarne de fraters minderbroeders uit deze provincie ziet vertrekken. Men is in Roermond van mening dat voor de praktijk ook in Limburg nog plaat sen te vinden zijn, die hiertoe goede mogelijkheden bieden (mijnstreek en Maastricht), waardoor enerzijds het werk van de parochie- en andere geestelijkheid verlicht wordt, ander zijds de fraters nuttig en goed werk kunnen doen en praktisch geschoold worden. Het zijn al deze punten, die nog veel overleg en studie vragen. Het ligt echter in de lijn van de ontwikkeling dat Venrays Minder broedersklooster o^er een bepaald aantal jaren praktisch leeg komt te liggen. En wat er dan met dat gro te studiekooster gaat gebeuren, dat is nog helemaal in de schoot der go den verborgen. wers hun varkens de staart afsloe gen om te voorkomen dat de var kens zelf elkaar de staart afbeten. Met nijptangen e.d. zou deze opera tie hier praktisch dagelijks voltrok ken worden. Iedere diercnliefheber heeft na tuurlijk bij het lezen van dit bericht zijn gedachten gehad over deze bar baarse methode. Zelfs de NCRV is er in zijn televisie-uitzending op te ruggekomen, maar heeft gelukkig de moeite gedaan om eens na te gaan hoe dit bericht de wereld is ingeko men. Het blijkt dat tijdens de laatste vergadering van de Provinciale Ver eniging voor Dierenbescherming de Venrayse afgevaardigde M. Poels de vraag gesteld heeft of deze Vereni ging niet iets kan doen tegen het couperen in het algemeen en vooral tegen het coaperen van varkens, ze ker als dat op ondeskundige wijze geschiedt Deze vraag trok nog al enige aan dacht omdat de heer Poels door een bedrijfsongeluk enkele maanden ge leden een arm verloor en, zoals hij zelf nu zei. nu aan den lijve onder vonden heeft welk een pijnlijke ge schiedenis couperen is Deze in het algemeen dus gestelde vraag is voor een verslaggever van Parool aanleiding geweest de Ven rayse landbouwers als dierenmis- handelaars te schetsen. Dr. W. Kremer, dierenarts en voor zitter van de plaatselijke vereniging voor Dierenbescherming heeft naar aanleiding van dit bericht nog eens nadrukkelijk verklaard dat van een dergelijke dierenmishandeling geen sprake is en heeft op geen enkel Venray's bedrijf varkens gezien die op ondeskundige wijze zouden zijn gecoupeerd. Ook de heer Poels, ge schrokken over deze reactie, ver klaar de nog eens nadrukkelijk al leen tegen dit euvel gewaarschuwd te hebben zonder daarbij aan enig Ven rays voorbeeld te denken Een heel ander geval is wat Pa rool publiceerde. Die verkondigde namelijk dat de Venrayse landbou Als een militair, keurig en kwiek, de raadszaal binnenstapt, denk je op het verslaggeversbankje met eni ge weemoed terug aan de militair van vroeger, in zijn dik-grijs en hooggesloten uniform met de poet- jes en een hoofddeksel, dat vroeg om afgeschoten te worden. Maar bij de politierechter telt geen weemoed, maar slechts de harde werkelijk heid. En deze kwieke en keurige mi litair had zich bezondigd, voor hij 's Konings wapenrok aantrok, aan wat gewoonlijk genoemd wordt: stroperij. Doodgewone, ordinaire stroperij „Neenzei hij op de beschul digingen van de Officier van Justi tie. „daar was niets van waar. Het was toeval dat er in huis, toen de politie kwam vijf pasgeschoten ha zen lagen. Die had een goede be kende daar net neergelegd „Wie was dan die goede beken de?" informeerde de officier, maar de kwieke en keurige militair vond het niet sportief om zijn naam te noemen. „En ik vind het niet sportief, dat je niet eerlijk togeeeft, dat je zelf de ware schuldige bentrepli ceerde de officier, die er op wees. dat wel zeer vele toevalligheden zich rond dit hazendrama voltrokken hadden. Toevallig stond de jonge man al in het verdom-boekje als stroper. Hij was al eens eerder ge snapt. Toevallig had de Rijkspolitie op die gedenkwaardige avond, toen men onze keurige kwiekeling pikte, schijnwerperlicht gezien nabij zijn woning en toevallig vielen er ook schoten. Nog toevalliger weigerde onze keurige militair, die toen nog gewoon burger was, en zijn vader om de deur open te maken toen de politie sterke verdenking had. dat hij de versierder geweest was van dat schijnwerperlicht en die schoten. En toevallig vond diezelfde politie, die toch binnen kwam. niet alleen die vijf bloedende hazen, kers-vers dood, maar ook nog 36 patronen en daarvan had onze keurige militair er liefst 5 nog in zijn zak zitten. En toevallig pikten ze onder zijn bed vandaan een jachtgeweer, dat nog warm was en vonden ze ook weer HERIJK VAN MATEN. GEWICHTEN EN MEETWERKTUIGEN Burgemeester en wethouders van Venray maken bekend, dat dit jaar voor de herijk der maten, gewichten en meetwerktuigen zittingen zullen worden gehouden te Venray in het gebouw San Damiano, Patcrslaan 1. De zittingen worden gehouden: Voor verkopers van nieuwe maten, gewichten en aan individuele keu ring onderworpen meetwerktuigen, op woensdag 13 april van 11.00-11.30 uur; Voor apothekers, apotheekhouden- de geneeskundigen, veeertsen, han delaren in edele metalen, parels, edel gesteenten of munten, juweliers goud- en zilversmeden op 13 april van 11.30-12.30 en van 14, 15.00 uur; Voor openbare instellingen grote partijen op woensdag 13 api van 1517 uur. Voor de overige herijkpliéhtigon donderdag 14 april van 0—12.30 en 14.0016.30 en vrijdag 15 april van 9.00—12.30 en 14.00-15.00 uur. In verband met de herijk wordt voorts ter algemene kennis gebracht: 1. dat de maten en gewichten schoon, droog en roestvrij moe ten worden aangeboden om on derzocht te kunnen worden; dat ijzeren maten van binnen en bul ten geverfd dienen te zijn, kope ren gewichten afgewassen en ook de gaten gereinigd; dat ijzeren gewichten niet gepot lood mogen zijn, doch roestvrij moeten zijn gemaakt en daarna ingewreven met gekookte lijnolie; 2. dat de maten en gewichten vódr 1 oktober 1966 gestempeld mou ten zijn met de leter B en dat Cr bij verzuim of verhindering om van de zitting gebruik te maken, nog gelegenheid bestaat maten en gewichten te laten herkeuren aan het IJkkantoor te Maastricht des vrijdags van 912.30 en 14.30— 17 uur; 3. dat de maten en gewichten, die gestempeld zijn met het afkeu- ringsmerk A niet in winkels, enz. mogen worden terugge- gebracht; 4. dat ten bate van 's-rijks schatkist voor het onderzoek der maten cn gewichten keurloon en voor het justeren der gewichten justeer- loon moet worden betaald 5. dat de milligram gewichten niet op de herijkzitting, doch uitslui tend aan het ijkkantoor ter her keuring kunnen worden aangebo den. De gezegelde enveloppe, af geven bij de vorige verificatie, moet met de gewichten franco per post worden opgezonden, daar deze anders moeten voldoen aan de eisen, welke aan nieuwe gewichten worden gesteld. Voor elk gewicht moet tenminste drie dagen vóór de verzending van de gewichten op postrekening nr. 1055661 van ijkkantoor Maastricht een bedrag van 50 cent worden gestort; 6. dat aan de herijkpliehtigen door de dienst van het IJkwezen zo veel als mogelijk is, oproepingen zullen worden uitgereikt, vermel dende het tijdstip waarop de ma ten. gewichten en meetwerktui gen ter herkeuring aangeboden kunnen worden. Men houde zich. in zijn eigen be lang, aan dit tijdstip! Er wordt uitdrukkelijk op gewe zen, dat de verplichting tot her keuring blijft bestaan, ook al wordt geen oproeping ontvangen. Venray, 4 april 1966 Burgemeester en wethouders voor noemd, Mr. M. M. L. G. M. CUSTERS, burgemeester H. P. L. VORST, secretaris. EEN KERNVRAAGSTUK IN DB toevallig in het schuurtje een schijnwerper, die ook warm was, met een accu„Zo is het toeval lig ook nog eens een keerzei de officier, die al die toevalligheden voor onmogelijk hield. Maar keurig model knikte onze militair steeds maar van neen. Dat hielp hem geen snars. Het werden 150,— boete, want onze hazen worden door vadertje staat wel be waard. 100,— voor de stroperij, 25,voor het onbevoegd in het bezit hebben van munitie en het jachtgeweer werd plechtig in beslag genomen. De keurige kwiekeling besloot in arrenmoede maar 30 dagen te gaan zitten, want hij was „toch" maar in militaire dienst, zoals hij volkomen overbodig vertelde. Elke tak van de agrarische produktie heeft tegenwoordig een kernvraagstuk, dat In betekenis boven alle andere uitstrekt. In de rundveehouderij is dat de kwestie van de prijzen en een mogelijk daardoor veroorzaakte overproduktie van melk. In de pluimvee houderij zUn veie vraagstukken uitent actueel: de organisatie, de afzet, de verbetering van de kwaliteit, de ontwikkeling naar gro tere eenheden, de haalbaarheid van de datum van 1 Juli 1967 als beginpunt van een vrije, Europese markt en nog vele meer, zoals de discriminaties, de subsidies enz. Wij heben nu echter enige weken achter de rug, waarin verkiezingen zijn gehouden, felle debatten zijn gevoerd en waarin de EEG tekenen van bedrijvig heid heeft gegeven, o.a. bU het rundvee, de melk en de zuivel. Dit alles heeft met de pluimveehouderij te maken. Een korte weergave van allerlei standpunten bewijst dat SPEELBAL TUSSEN VRLIE EN- GELEIDE ECONOMIE Wat alle pluimveehouders bijzon der hoog zit is het feit, dat de prij zen van het voeder zo hoog zijn door de graanprijsregelingen, maar dat de prijs van alle pluimveeprodukleu (eieren, slachtkuikens, eenden, oude kippen, eendagskuikens, broedcieren enz.) geheel vrij wordt toegelaten. Eigenlijk is dit nog te zwak uitge drukt. Men moet er aan toevoegen: dat de regering in Brussel ingrijpt als de eierprijs wat hoog oploopt (eind 1964 en 1965), maar geen vin ger uitsteekt als die maanden aaneen tot beneden de kostprijs daalt Nu begint het debat! Wat te doen? Nu wij toch in dat voor de pluim veehouders zo rampzalige Europese schuitje zitten, zeggen sommigen, moet die EEG een prijsregeling op stellen. Om te beginnen voor de eet- eieren, de slachtsector redt zich nog weL Daar de EEG nog altijd eieren invoert, moet de sluisprijsregeling aangepast worden aan de eierprijs. Zó zal er een voor ieder lonende eierprijs tot stand komen. „Helemaal niet', zegt de andere groep, „doordat de eierproduktie niet aan grond gebonden is en er voer in overvloed is, zou in een mum van tijd de produktie zó sterk stijgen, dat de prijsregeling miljarden zou gaan kosten. Immers, om de prijs voor instorten te behoeden, zouden spoedig grote partijen uit de markt genomen moeten worden om óf tot produkten te worden verwerkt óf tegen verlies in derde landen afgezet te worden." EUROPESE TEELTREGELING? Bedoelde overproduktie is, zo zegt men, natuurlijk te voorkomen door een sluitende teeltregeling, zoals wij die vijf jaar geleden afgeschaft heb ben. Dan kan men vrij nauwkeurig de produktie bepalen, 'n Klein over schot kan gemakkelijk uit de markt genomen worden en een tekort kan even gemakkelijk van buiten wor den aangevuld. Inderdaad heeft een teeltregeling vele voordelen. Het is beslist niet waar, dat zij de vooruit gang remt. Het is voldoende bewe zen. dat op een mammoetbedrijf per man of man-uur geen groter aantal dieren verzorgd wordt dan op een goed geleld, modern maar gewoon pluimvee- of gemengd bedrijf. Er is maar één bezwaar. Een teeltregeling is alleen maar denk baar in een sterk op zelfvoorziening gerichte E.EG. Ofschoon wij die kant wel opgaan, wil niemand zich thans daarop vastleggen. Ook dc aan een teeltregeling verbonden ambte narij (toezicht, inventarisatie enz.) schuif velen af. Vandaar dat men schijnoplosingen zoekt. Eén daarvan is het zojuist gereed komen. Westduitse „Gesetzentwurf", wetsontwerp dus, ter regeling van de dierlijke veredeling. Volgens dat ontwerp zou men per jaar 1000 mestvarkens, 120.000 slachtkuikens of 10.000 legdieren per bedrijf mo gen houden. Wat is daarop tegen? Het is natuurlijk geheel tegen de mammoetbedrijven gericht, die in Duitsland in opkomst zijn. Of dat nu goed is of niet laten wij rusten. Maar ieder voelt, dat deze maxima- regeling geen enkele waarborg biedt tegen overproduktie. Zij zou ze zelfs in hoge mate bevorderen. HET KERNPUNT Ondanks alle propaganda voor specifieke pluimvcebedrijven komt het overgrote deel van de eieren nog steeds van gemengde bedrijven met gemiddeld minder dan 400 legdieren. Hun aantal is nog zó groot (alleen in Nederland nog meer dan 100.000!), dat onmiddellijk een overproduktie zou ontstaan, wanneer een deel van deze bedrijven gebruik zouden ma ken van hun „recht" om genoemde delijke beleidslijn intussen zeer veel twisten en wrijving geeft, zal duide lijk zijn. Het is 't gevolg van de ge- hccl unieke positie die de pluimvee- In Kuicnj thans inneemt Vooral In de legsector wordt dit bezwaar sterk gevoeld, maar wanneer eenmaal de slachtsector de grenzen van zijn gr» K t begint te bereiken, zullen zich daar dezelfde vraagstukken gaan voordoen. Dat het ontbreken van bedoelde beleidslijn ook wel politie ke gevogrn kan hebben Is op 23 maart J. gebleken. aantallen dieren te gaan houden. Het Duitse wetsontwerp wordt nu In Brussel aanhangig gemaakt maar het ziet er niet naar uit dat men het daar „lust" en o.i. terecht Het is een schijnoplossing. Maar alweer: wat dan? In de kringen van de E.RG. over heerst de mening, dat men zo gauw mogelijk moet komen tot vrijmaking van het agrarische handelsverkeer. Men zal trachten die op 1 Juli 1967 alsnog te bereiken. Dan moeten de pluimveehouders het zélf maar uit vechten. Blijkt het, dat de Neder landse en Belgische producenten een goedkoper ei of slachtkuiken kunnen leveren dan hun Westduitse of Fran se collega's, dan moeten ze hun gang maar gaan. Tenzij de Duitse of Franse regering nog wat wil doen om hun pluimveehouders te helpen. Want die mogelijkheid blijft open, maar het zal een dure liefhebberij worden, meent men. Is er dan geen sociaal beleid to.v. het gemengde bedrijf? Dat wel, maar het mag niet teveel kosten en het mag niet de rationele voortbren ging in de weg staan. Ziedaar in grote trekken het EE G.-beleid, zo als men zich dat voorstelt Vele vraagtekens blijven nog staan, met name bij de subsidies, het belasting beleid. de steun aan producenten- groepen enz., maar dat er een grote re mate van handelsvrijheid en van mededinging komt staat natuurlijk wel vast ANDERE OPLOSSING Omdat het uitgesloten is, dat uit de heffingen op de granen veel bij de pluimveehouders terecht komt (dc uitvoer naar derde landen is daar voor te gering) en er evenmin veel kans bestaat op een anti-mammoet wet of een teeltregeling blijft er. zo zeggen de organisatiemensen, niets anders over dan samenwerking. Als voorbeeld kan de tuinderij gelden met haar veilingsysteem, haar bo dem In de markt en haar door draaierij. Het verschil is alleen maar, dat tuinbouwprodukten waterrijk en goedkoop zijn, maar dat eieren en slachtpluimvee hoogwaardige eind- produkten zijn. Die bij oen bepaalde minimumprijs uit de markt nemen kan wel, maar wat moet er mee? Vernietigen zou een grote schande zijn. Men kan er eiprodukten of diermeel enz. van maken. Maar waaruit zouden de gelden moeten komen om dit te betalen? Die gelden zouden door de pluim veehouders zelf bijeen gebracht moeten worden via een heffingen- stelsel. Bovendien zou het alleen door te voeren zijn wanneer er in elk land één organisatie bestond die de lakens uitdeelde (produktschap. marketing, board of hoe men het noemen wil) en die dat samen met de andere nationale organisaties in de E.E.G. deed. ONZEKERHEID Ook deze gedachte stuit nogal op verzet, omdat de uitvoering dwin gend voorgeschreven zou moeten worden óf, zoals bij dc boardge dachte, een machtspositie zou ver eisen Een board is «cn organisatie waarbij men contracteren kan. maar wie het niet doet is onzeker van prijs en afzet. Het is mogelijk dat deze gedachte, nu Engeland graag dc EEG in wil, wat meer aandacht krijgt. Maar ook hier zullen er voor- en tegenstanders zijn- Het is duidelijk, dat dc grote UJn voor het pluimveeteeltbolcid in de EEG net zo goed ontbreekt as in ons eigen land. Zo lang dit zo is blijft er voor de pluimveehouder niets an ders over dan te trachten zo goed en zo goedkoop mogelijk te produ ceren, in de hoop dat hij daarvan de vruchten zal plukken en dat die vruchten na 1967 wat talrijker wor den. Dat het ontbreken van een dul- Groiattr. 16 Tal. 1261 Venray LIMBURGSE AANNEMERS IN AKTÏE TEGEN De UmburgK aannemers gaan zich bezinnen op maatregelen tegen bouwvakkers, die in e end eel van hun vrije tijd gaan bouwprojecten. Volgens de CAO is deze vrijetijdsbouw verboden, maar de werkgever van een bouwvakker kan hem van dit verbod ontheffing verlenen. Naar de heer F. Straus, voorzitter van de Limburgse afde ling van de Nederlandse Katholieke Patroon- cn Aanncmersbond. tijdens een vergadering ln hotel De la Sta tion te Roermond mededeelde, neemt deze vrijetijdsbouw thans exorbitan te vormen aan. Er bestaan heel ploegen die ook bouwopdrachten aanvaarden, waar door bij sommige bouwondernemers onbenutte bouwcapaciteit ontstaat Als gevolg van deze vorm van vrijetijdsbesteding komen vele bouwvakkers niet uitgerust oq hun werk. Hun prestaties bij dc aanne mers gaan achteruit er wordt meer verzuimd en materiaal van de aan nemers wordt in de vrijtijdsbouw gebruikt Bovendien draaien dc pa troons op voor dc sociale risico's die tijdens de vrijetijdsbouw worden ge nomen. GEEN VERLOF MEER Het bestuur van de N.K. PA-B. adviseert de aangesloten leden, om niet aan de vrijetijdsbouw mee te werken en daar voortaan geen ver lof meer voor te geven aan het per soneel. Sommige kleine aannemers menen dat zij gedwongen zijn zo'n verlof te geven. „Doen wij het niet, dan lopen onze vaklieden weg", me nen zij. De N.K. PA.B zal daarom de taak van hem overnemen en verzoeken om vrijetijdsbouw behandeen. Door gaans zal de toestemming voor vrije tijdsbouw worden geweigerd, terwijl do handelaren in bouwmaterialen er nog eens aan herinnerd zullen wor den. dat ze enkel nan erkende aan nemers mogen leveren. Overigens was dc landelijke bonds voorzitter Nelisecn van mening, dat de patroons 't verlofstelsel tot vrije tijdsbouw in eigen handen moeten houden en dit niet moeten overdra gen aan b.v. het ministerie van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Ook dienen de patroons, volgens hem. zelf te waken over hun mate riaal.

Peel en Maas | 1966 | | pagina 13