Uw WA verzekering en het buitenland Onze rijkdom en hun armoede Spuitbussen^ BmUPUNKJ MARIENS midden- en kleinbedrijf Stille Omgang 19-20 maart Rijschool JAN JANSEN bodemstructuur televisie komt van NU GROENE KAART WORDT AFGES<'HAFT IS POIJK NIP7T ALTIJD VOLDOEN DL Het is wel bekend dat op 1 Janu ari 1965 in werking is getreden de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (in de wandeling W.A.M. genoemd), welke wet. heel in het kort gezegd, de verplichting inhoudt voor eigenaren van motor rijtuigen om terzake van hun motor rijtuig een W.A.-verzekering te slui ten. Per 1 maart moeten nu de bromfietsen voorzien zijn van een bordje met codelettcrs en nummer uitgereikt door hun verzekerings maatschappij. Deze verzekeringsplicht geldt niet alleen voor de eigen landgenoten, maar evenzeer voor hen. die als bui tenlander met hun motorrijtuig het desbetreffende land bezoeken. Ook de door deze „buitenlanders" geslo ten W.A.-verzekering moet voldoen aan de condities die in het land in kwestie gelden, althans moeten zij kunnen aantonen dat hun assura deur bereid is de veroorzaakte scha den te regelen in overeenstemming met de in dat land geldende wet. Na internationaal overleg is hier voor in het leven geroepen het in ternationale verzekeringsbewijs, dat vanwege zijn groene kleur, al spoe dig beter bekend was onder de naam ..groene kaart". Door de afgifte van een groene kaart verbindt de afge vende assuradeur zich om de schade te regelen overeenkomstig de in het desbetreffende land geldende voor schriften. ook al zou de polis aan de verzekerde zelf géén of onvoldoende dekking bieden. V'-ST-v ü^.'i Zou dus ten opzichte van de ver zekerde zelf. krachtens de polis een uitsluiting gelden, terwijl de wet in het desbetreffende land bepaalt dat uitsluitingen in de polls niet aan een benadeelde mogen worden tegenge worpen, dan zal de assuradeur die de groene kaart heeft afgegeven, overeenkomstig die wet de bena deelde schadeloos stellen en daarna de betaalde schadebedragen terug vorderen van de verzekerde. NEUWE SCHADEBUREAUS In de landen waar de verplichting tot het sluiten van een W.A.-verze kering bestaat, is een bureau aange wezen dat de door buitenlanders veroorzaakte schaden regelt Dit bu reau is veel bevoegd om de schade regeling te delegeren aan bepaalde verzekeringsmaatschappijen. wier regelingen voor de maatschappij die di» groene kaart heeft afgegeven, zonder meer bindend zijn. De W.A.M. bepaalt o.m. (in art. 2) dat ..aan het verkeer motorrijtuigen slechts mogen deelnemen, indien de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe zij aanleiding kunnen geven, gedekt is door een verzekering wel ke aan de bij en krachtens deze wet gestelde bepalingen beantwoord." Hetzelfde artikel bepaalt voorts „dat niettemin motorrijtuigen, die gewoonlijk in het buitenland zijn ge stald. ook tot het verkeer in Neder land toegelaten worden, mits een rechtspersoonlijkheid bezittend bu reau. voor dat doel erkend door onze minister van financiën, zelf tegen over de benadeelden de verplichting op zich neemt de schade door de motorrijtuigen toegebracht overeen komstig de bepalingen van deze wet te vergoeden." Het hiervoor bedoelde bureau is inderdaad in het leven geroepen en is genaamd „De Nederlandse Motor rijtuigenverzekeringsgroep". terwijl het bestuur wordt gevormd door de Nederlandse Vereniging van Auto mobielassuradeuren (NWA). Het Nederlandse bureau belast zich der halve ook met de z.g. grensverzeke- rlng. Weliswaar behoeft een buitenland se automobilist niet in het bezit te zijn van een W.A.-verzekering over eenkomstig de Nederlandse wet (zie het hiervoor geciteerde artikel 2 van de wet), maar als zijn assaradeur hem een groene kaart heeft afgege ven, dan verplicht deze assuradeur zich de Nederlandse benadeelde schadeloos te stellen overeenkomstig de bepalingen van de Nederlandse wet, terwijl het Nederlands bureau zich belast met de schaderegeling. NIET GEDEKT! Aangezien nu in de gehele Bene lux de verplichte verzekering tot stand is gekomen, en de wetten van de drie landen op de essentiële pun ten aan elkaar gelijk zijn, is het be grijpelijk dat men hoopt de groene kaart voor het motorrijtuigenver- kocr in de Benelux per 1 april 1966 te kunnen laten vervallen. Nederlanders, Belgen en Luxem burgers zullen dan met hun motor rijtuigen eikaars landsgrenzen kun nen overschrijden zonder in het be zit te zijn van een groene kaart, hetgeen uiteraard ©en ontlasting in houdt voor de douane, bovendien op vele terreinen een kostenbesparing betekent, terwijl ook het sluiten van de z-g. grensverzekeringen tot het verleden zal behoren. Het ligt overigens in de bedoeling dat ook de groene kaart voor Duits land zal vervallen. Een waarschuwing Is hier even wel op zijn plaats. De meeste automobielassuradeuren kennen 2 •oorten polissen voor motorrijtui gen. namelijk één die alleen gel dig is voor Nederland, en één die geldig ig in geheel Europa (mees tal met uitzondering van een aan tal Oosteuropese landen.) Het ge vaar is nu niet denkbeeldig dat molorrijtuigbezitter* door het ver vallen van de groene kaart van mening zijn. dat cr ten aanzien van de Benelux geen verschil meer bestaat tussen een Neder landse en een Euraopese polis, en dat hun binnenlandse polis dus ook dekking verleent voor scha den veroorzaakt in België en Lu xemburg. Aan de grens is geen controle op groene kaarten meer aanwezig, zodat z|j met hun mo torrijtuig ook inderdaad ongehin derd Belgi Sen Luxemburg kun nen binnenrijden. In geval van aan derden veroor zaakte schade zal men evenwel tot de onaangename ervaring komen dat „de verzekering de schade niet oekt"! Weliswaar zal de assuradeur de in België veroorzaakte schade, naar aan te nemen is, aan de bena- deelde(n) voldoen, maar aangezien de verzekering alleen dekking ver leent voor in Nederland veroorzaak te schaden, zal de assuradeur de be taalde schadebedragen van zijn ver zekerde terugvorderen! Wie autorijden wil leren, moet het bij Jansen^ proberen. Tedderstraat 19 tel. 04780-16<)<fy ZORG VOORAL NU VOOR EEN GOEDE Tengevolge van de overmatige neerslag gedurende de laatste vier maanden hebben vele percelen kul- tuurgrond grote overlast van water ondervonden. Terwijl in normale winters de vorst juist een gunstige invloed uit oefent op de struktuur van de grond, is dit deze winter op de nat te percelen niet goed mogelijk ge weest. De struktuur van de grond is dan ook duidelijk achteruit ge gaan. Om de grond in een voor de in zaai der gewassen goede toestand te brengen, zal alles gedaan moeten worden om deze verslechterde struktuur te verbeteren. Dit zal in de eerste plaats moeten geschieden door de verschillende noodzakelijlke grondbewerkingen. Maar ook de bemesting speelt hierbij een grote rol. Zowel kalk als fosforzuur oefenen namelijk een gunstige invloed uit op de struktuur van de grond. Het is daarom van 't allergrootste belang bij de bemesting aan deze twee bestanddelen speciale aandacht te besteden. Want wanneer de struktuur in gebreke is. komt alle overige bemesting met stikstof en kali ook niet tot zijn recht. Behalve de toepassing van de ge bruikelijke fosfaat- en kalkmest- stoffen, zal vooral het gebruik van een meststof als Thomasslakkenmeel van belang kunnen zijn om de struktuur van de grond te verbete ren. De laatste meststof bevat na melijk beide: fosforzuur en kalk. SCHOOLSTRAAT VKNRAY PATRONAAT ST. PETRITS-BANDEN Attentie Bij gelegenheid van het huwelijk van prinses Beatrix is er woensdag avond 9 maart om 7 uur in de LTS een extra filmvoorstelling. Denk aan de lidmaatschapskaart anders betaalt men 25 ct, entree. Zegt het voort. Een oud klasgenoot van het gym nasium stond daar ineens voor ons. Jaren niet meer gezien, noch iets van gehoord, tot hij dan opeens weer in Venray opduikt, in een dun ne missionaris-pij. op vakantie in Nederland Natuurlijk hebben we het ons niet lat enontnemen hem in een auto rond te rijden door de gemeente, waarin hij vlak voor de oorlog zo lang heeft gewoond en waar hij nu bijna niets meer van terugkende. Het is altijd weer een wonderlijke belevenis dergelijke mensen het Venray van 1966 te tonen, met zijn nieuwe straten en wegen, met zijn scholen en gymnastiekzalen, met zijn industrieën, met het boerenland, dat opnieuw verkaveld wordt en met zijn nieuwe wijken en buurten? Maar daarover willen we het nu niet hebben, hoewel het wel eens goed is. dat de mens, die meent dat er hier nog zoveel mankeert, op die manier eens geconfronteerd wordt met het feit, dat er zoveel ten goe de gebeurd is. Zoveel, waar we nu weer achteloos aan voorbij lopen. RIJKDOM Als later onder een kop koffie de indrukken dan wat geordend wor den. dan is maar een conclusie: -..Wat zijn jullie toch rijk in veel op zichtenO neen. deze missiona ris heeft er geen spijt van dat hij weggetrokken is naar het verre Pa kistan. dat hij de luxe en de wel vaart van Nederland verruild heeft voor de armoede en ellende van dat land in Azië. waar men de ene dag niet weet, waarvan men de volgen de dag eten moet Hij zou alleen zo graag Iets van die luxe en welvaart meenemen naar dat land, om die mensen te helpen toch tot een wat menswaar diger bestaan te komen. Het lijkt soms uitzichtloos, die strijd tegen honger en gebrek, tegen domheid en wanbegrip. Hij kijkt wat peinzend naar een brom-nozem, die zijn brommer hoog gierend tegen een stoeprand op laat trekken. „Zo'n ding is hier speelgoed en amusement. Wat zouwen we er in Pakistan plezier van hebben En die vergelijking wordt telkens getrokken. Want zo'n missionaris mag dan op vakantie zijn, zijn ge dachten zijn altijd daar waar zijn werk ligt. Bij het schooltje dat hij gebouwd heeft, bij het ziekenhuis dat hij wil oprichten, bij de land- bouwcursus, die hij wil gaan orga niseren Vakantie noemt men dat, maar het is één bedeltocht om materiaal, om geld, want bij zijn terugkomst meent men dat de „blanke man" over on uitputtelijke fondsen beschikt ONTWIKKELINGSHULP We praten over ontwikkelings hulp. Hij lacht wat, maar we begrij pen hem verkeerd als we daar kri tiek in zien. Ontwikkelingshulp is iets goeds zegt hij en het is geluk kig dat de volkeren van het westen in hun welbegrepen eigenbelang be seffen, dat men miljoenen mensen niet kan laten „verrekken Maar in feite is het toch dwaas, dat een broeder, terug na 12 jaren uit Nieuw Guinea, hier om schoppen moet komen bedelen, om de mensen daar uit het stenen tijdperk te ha len. Tractoren kon hij krijgen, maar een doodgewone schop niet, die meer aan vracht kost, dan het ding zelf kost. Maar aan tractoren heeft hij niets. Ze moeten eerst nog aan de schop wennen. Zo gaat het zo dikwijlsToen ik naar Pakistan vertrok, aldus de ze monnik, moest ik het ontwikke lingswerk ook nog leren. Want wie meent dat een missionaris op de eerste plaats naar vreemde landen trekt om zieltjes te winnen, die heeft het mis. Hij probeert eerst de mensen mens te doen zijn, d.w.z. een menswaardig bestaan te geven, zon der de voortdurende zorg om eten, zonder die vervloekte armoede. Eerst dan is er tijd om ook aan an dere dingen te denken Dat alles moet men leren en zoals de simpele missionaris het leren moet, zo ook instanties en landen die nu aan ontwikkelingshulp doen. KANKEREN Met zijn problemen en met die van andere missionarissen worden we nogal eens geconfronteerd. Dan is er een schoppen-aktie, dan vraagt in Brazilië een oater om een klok. Dan rammelen de bussen voor eten voor India en we offeren. Offeren dik wijls met de smoor in, dat „ze" al weer met die bussen voor iemands neus hangen. En nu hebben we zak jes voor de vastenaktie thuis gekre gen en er is over gepreekt in de ker ken. Alweer offerenOf het niet op kan HET KAN NIET OP Inderdaad kan het niet op, want we beseffen niet hoe rijk we zijn. We praten over vasten en we weten niet wat honger lijden is. We lusten nog geen eens meer de degelijke pot van vroeger, want daar zit te veel vet in. En op datzelfde moment kre- peren aan de andere kant van de wereld mensen, omdat ze nooit vet gehad hebben, zo lang ze op de we reld zijn. We maken ons er wel van af. dat ze dan hun heilige koeien maar moeten slachten en aan het varkensvlees moeten gaan, maar zelfs dan kreperen ze. VASTEN Hoe moeten we in deze tijd het vasten dan zien? Dat zal iedereen voor zichzelf uit moeten maken. Maar de vastentijd moet voor ons christenen ook een tijd van inkeer, van bezinning zijn. Bezinning ook over wat de bisschoppen ons in hun vastenbrief voorhouden wat nu eigenlijk Kerk-zijn betekent. Daar uit vloeit vanzelfsprekend voort, dat wij meeleven en meevoelen met on ze mede-kerkleden buiten Neder land. Heel speciaal met onze mede christenen in de minder ontwikkel de minder welvarende gebieden. Missionarissen van die landen kloppen bij ons aan voor wat land bouwgereedschap of medische In strumenten. voor geld om scholen draaiend te houden, om kinderen 'n kans op leven te geven, om zieken te kunnen verplegen. De Nederlandse bisschoppen hebben dit jaar 350 aanvragen voor hulp binnengekre gen. Wie die lange droeve lijst ziet. zal beseffen hoe rijk we zijn en hoeveel hulp van onze rijkdom gegeven moet worden om anderen tenminste tot 'n iets meer menswaardiger bestaan te brengen. Kleine dingen en grote projekten, maar allemaal belangrijk genoeg om een offer in de vasten zinvol te ma ken. Als alle aanvragers een keine gift zouden krijgen, dan zou hiermee tenminste een bedrag van 5'/t mil joen gulden zijn gemoeid. Vorig jaar bracht de Vastenaktie van Me Ne derlandse bisschoppen 4'/t miljoen op. dat was een half miljoen gulden meer dan over 1964. Zou het moge lijk zijn dit jaar de 5miljoen te halen? De Vastenaktie V-6 loopt van 23 februari - 10 april. Er zijn drie in zamelingen: 13 maart, de derde zon dag van de Vasten; 27 maart, eer ste Passiezondag en 10 april Pasen. Denkt U dan eens aan het boven staande. EEN BLIJVEND ARBEIDSVELD VOOR Uit berichten van het Centraal Registratiekantoor Detailhandel blükt dat ook in 1965 weer een groot aantal detailhandelszaken zyn verdwenen. Ditmaal zUn er 3.600 in één jaar weggevaagd. Het zwaartepunt van de uitval wordt weer gevonden in de levensmid- delenhoek. Daarnaast bleek het aantal kleinhandelaren in brand stoffen, fietsen en tabak groot, dat er de voorkeur aan gaf de be drijfsvoering te beëindigen. De teruggang van het aantal zelfstan digen gaat dus door en het einde zal er voorlopig nog niet zijn. Bü de opheffingen van thans is nog geen sprake van aanmoedi ging. BU het in werking treden van het ontwikkelings- en sane ringsfonds zal het aantal zelfstandige ondernemers nog verder teruglopen. Het verschijnsel is wel betreurenswaardig, nochtans niet onbegrijpelijk en in sommige gevallen gewenst. WAAROM? In het verleden is de toeloop naar het zelfstandig ondernemerschap wel eens te groot geweest Wij denken bijvoorbeeld aan de dertiger jaren met zijn grote werkloosheid. Velen hebben zich toen zelfstandig geves tigd. De meesten van hen zijn in de na-oorlogse jaren het ondernemer schap trouw gebleven door een aan tal aan te wijzen oorzaken. In de eerste plaats is de leeftijd van de betrokkenen van belang. Plaatsing of herplaatsing op de ar beidsmarkt was dikwijls geen een voudige zaak meer. De economische situatie werd gekenmerkt door een vlotte vraag met hier en daar zelfs onvoldoende aanbod. In die sfeer is het zaken doen niet moeilijk. Dat is nu weer een beetje anders. De marktverhoudingen zijn totaal ver anderd en de structuur van het eco nomisch leven is geheel verkleurd. Een geweldige dynamiek in het produktieproces heeft zijn intrede gedaan. Dit stelt zware eisen aan de ondernemer met betrekking tot marktinzicht en -strategie. De recla me stelt zware eisen aan de verbeel dingskracht van de zelfstandigen. Onder deze druk verliezen zij ter rein en die druk wordt nog ver zwaard door de noodzaak tot steeds grotere investeringen, waarbij de in flatie juist kleine spaarders het eerst tot slachtoffers maakt INZICHT NODIG Tegen deze achtergrond wordt een gedegen financieel inzicht gevraagd. Een achterstand aan aanpassings vermogen. financiële kracht, oplei ding en ondememerscapaciteiten trekt de ouderen na verkrijging van de a.o.w. naar de ruststand en de jongeren naar de loondienst. Als te genkant is deze laatste veel aantrek kelijker geworden. De beloning van de factor arbeid is veel hoger dan vroeger en de sociale voorzieningen zijn in vele opzichten ideaal gewor den. Zal deze ontwikkeling het midden- en kleinbedrijf vernietigen? Geen sprake van. Het aantal ondernemers zal geringer worden, maar de kwa liteit beter. Het ontwikkelingspeil van de nieuwkomers in het midden- en kleinbedrijf ligt reeds hoger dan voorheen, al was het alleen maar hierom dat elke Nederlander thans gemiddeld langer naar school gaat. Maar ook de aanvullende scholing via vakscholen, vakcursussen en bij- schoing ligt reeds op een hoger ni veau. De vestiging, vooral in nieuw bouw, geschiedt gefundeerder op ba sis van deskundige adviezen of van een voorafgaande marktanalyse. FINANCIERING De financieringswegen voor wak kere zakenmensen is via speciale kredieten mogelijk en afzetmogelijk heden zijn er voldoende, mits men de behoeften van het publiek maar volgt. Zelfstandigen moeten daar met hun dienstverlening klaar staan, waar de consument op hen wacht. Houdi deze daium hiervoor vrij! Sanaiogon het versterkend, middel voor jong en oud voor lichaam en geest. Noem het elke dag! Dat betekent dat hun arbeidspatroon bepaald afwijkt van de loontrekken- den. Het aanvaarden van risico moet hun gemiddeld een hoger inkomen brengen. De problematiek van het ambach telijk en industriële midden- en kleinbedrijf heeft vele raakpunten met die van de detailhandel. Ook in de produktiesfeer heeft het groot aantal fusies en de voortdurende concentratie de vraag opgeworpen of de tijd niet zal aanbreken waar in het midden- en kleinbedrijf zal worden uitgeschakeld. Het is de directie van de Neder landse Middenstandsbank. die in haar jaarverslag over 1965 tracht met deze misvatting af te rekenen. Er wordt opnieuw gewezen op de ve le economische voordelen, die ook kleinere eenheden kunnen hebben. GEEN IMITATIE Men moet niet trachten de groot industrie te imiteren, maar zoeken naar de eigen markt, die bepaald niet in het massa-artikel wordt gevonden. Juist kleine bedrijven kunnen snel wisselen van model len. In een steeds welvarend wor dende wereld zoeken veel consu menten het geheel eigene, dat juist ambacht en kleinindustrie kunnen brengen. Zij zijn de kampioenen van specialisatie en diepteassorti ment. Zij kunnen zich veel sneller aan passen aan gewijzigde omstandighe den omdat hun organisatie beperk ter is. De slagvaardigheid van de kleine ondernemer is veel groter dan die van de leiders van grote fabrie ken. Zij staan als ondernemers veel dichter bij hun klantenkring omdat zij daar zelf kontakt mee hebben. NIET IN DE SCHADUW Ongetwijfeld kunnen kleine onder nemingen in de vorm van toeleve ring ook de leveranciers zijn van het concern, maar uit deze gedach te moet niet de misvatting groeien dat het kleine bedrijf alleen kan floreren in de schaduw van het gro te. Dit te stellen is een gezonde re actie op een al te grote aanbidding van de fusie- en concentratietendens die als een soms ook kwade geest in het bedrijfsleven is gevaren. Als een bepaalde produktielijn doodloopt, betekent dat dus niet dat men steeds alleen te kiezen heeft tussen ophouden of zich laten op kopen. Eerst eens nagaan of men zich misschien zelf op dood spoor heeft gezet, waarvan evengoed een weg terug mogelijk kan zijn. Onze fabrieken, handelshuizen en winkels van morgen zullen er anders uitzien dan die van vandaag, maar zij zul len er blijven in diverse afmetingen en organisatievormen. Onder hen zal naar onze mening het grootste deel blijvend worden gedreven door zelfstandigen die niet hun knieën gebogen voor de groot heidsgedachte en soms ook dito waanzin van onze tijd. KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN Veel produkten worden tegen woordig verpakt in spuitbussen. We noemen insectenverdelgende midde len. ontdooiers. haarlak, scheerzeep, verf en zelfs tandpasta enz. Z]Het is in principe een beetje vreemd gesteld met de spuitbussen. We vinden het maar vanzelfspre kend dat. na het indrukken van de knop. de inhoud van het busje wordt verstoven en vragen ons nauwelijks af hoe dit in zijn werk gaat. Nog minder zal men zich afvragen waar om de druk even groot blijft, ook al vermindert de inhoud van het busje bij gebruik. Welnu dan, men bereikt deze con stante druk door aan het produkt een vloeibaar gas toe te voegen, dat gedeeltelijk verdampt en de ruimte boven het produkt vult. Naarmate de inhoud van het busje wordt ver bruikt. komt er meer ruimte vrij die onmiddellijk weer wordt opgevuld, doordat er meer van de stuw vloei stof verdampt. De druk in de bus blijft zodoende constant. Wat echter teveel buiten beschou wing wordt gelaten en we komen nu terug en het in de aanhef gestelde is het feit dat een „ledige" bus nog altijd wat gas bevat. Wanneer het „ledige" busje dan ook wordt verwarmd in het algemeen zijn spuitbussen bestand tegen tempera turen van 70 - 80° Celcius kan er een explosie ontstaan die, zoals de onderstaande voorbeelden aange ven. niet te onderschatten is. Een man, die bezig was bladeren op een hoop te harken en te ver branden wierp een „ledige" spuit bus op de brandende hoop met als gevolg dat de bus ontplofte en de man ernstig werd gewond. Een vrouw plaatste haar „lege" haarlak spuitbus op een straalkachel in de badkamer. De spuitbus sprong uit elkaar en de vrouw werd dodelijk getroffen. Uiteraard is niet alleen de „lege" spuitbus gevaarlijk. Ook met een ge vulde bus kunnen en zijn! on gelukken voorgekomen. Een automobiel werd vernield door het ontploffen van een spuit busje dat in de brandende zon in de gesloten auto werd achtergelaten. In een pakhuis ontplofte tengevolge van verhitting door een brand een grote voorraad spuitbussen, die daar was opgeslagen. Het vuur viel toen niet meer te stuiten. Het grootste gevaar van spuitbus sen bestaat in het onoordeelkundig gebruik ervan. Iedereen gebruikt ze en niemand staat stil bij de mogelij ke gevaren. Typerend voor dit laat ste is het volgende geval. Een vrouw in New York verbrandde tengevolge van het feit dat ze haar haar had bespoten met haarlak. Eer ze het goed en wel wist stond alles om haar heen in vuur en vlam. Ze had geen acht geslagen op de waarschu wing over de brandbare inhoud, die op het spuitbusje was vermeld. Er zijn nog vele andere gevallen van ongelukken, die ontstonden door het gebruiken en dan natuurlijk verkeerd gebruiken van spuitbus sen. Men lette dus goed op de ge- bru i dsaa n wij zingen. Wij viagen -.og <ï»edj PFRSONFCI geschoold ci -i ongeschoold I'vï 'l' dagelijks - j I mk na wei li tijd - mn 1 I '*il' hii portier B ki N.V. IN ALFA VENRAY REÜNIE M.L.S. HORST De oud-leerlingen vereniging van de R.K. Middelbare Landbouwschool te Horst, zal ook dit jaar weer haar traditionele bijeenkomst houden. Deze zal plaats vinden op vrijdag 4 maart 1966 in zaal van Heyster te Horst en zal worden ingezet met een gezamenlijke koffietafel. De bijeen komst begint om 18.00 uur. Na die koffietafel zal een korte vergadering worden gehouden onder leiding van voorzitter Reintjes uit Broekhuizen. Tijdens die vergade ring zijn diverse belangrijke punten af te werken o.a. het kiezen van een nieuw bestuurslid. Vervolgens zal om ongeveer 20.00 uur een inleiding worden verzorgd door de weled. gestr. heer Ir. A. Horsmans, lid van de Tweede Ka mer. Hij zal spreken over „De Lim burgse landbouw in het kader van de Europese landbouw-poliek". Na die inleiding zal er een gezellig sa menzijn plaats vinden. SPEELGROEP TOI-TOI Al bijna anderhalf jaar is er in Venray een toneelclubje dat voort vloeide uit het cultureel vormings programma van de Levensschool en zich speciaal met toneel is gaan be zig houden. In de korte tijd van hun bestaan, heeft dit groepje al enkele goede toneelstukken op de planken ge bracht, zoals „Peerke Kustermans". „De samenspraak van Pierrot en Harlekijn" en het Kerstspel „Waar de sterre bleef stille staan". Op de laatst gehouden bijeen komst in de Levensschool werd de groep uitgebreid met een viertal eerstejaars deelnemers. De belangrijkste besluiten op deze vergadering waren de keuze van een nieuw stuk. dat omstreeks septem ber zal worden gespeeld; taakverde ling en de nieuwe naam van dit en thousiaste speelgroepje. dat van nu af aan „Toi-Toi" zal zijn geheten. Als nieuw stuk werd onder meer genoemd „Jeugd" of „De Huistiran"

Peel en Maas | 1966 | | pagina 10