Uw WA verzekering
en het buitenland
Onze rijkdom
en hun armoede
Spuitbussen^
BmUPUNKJ
MARIENS
midden- en kleinbedrijf
Stille Omgang
19-20 maart
Rijschool JAN JANSEN
bodemstructuur
televisie
komt van
NU GROENE KAART WORDT
AFGES<'HAFT IS POIJK NIP7T
ALTIJD VOLDOEN DL
Het is wel bekend dat op 1 Janu
ari 1965 in werking is getreden de
Wet Aansprakelijkheidsverzekering
Motorrijtuigen (in de wandeling
W.A.M. genoemd), welke wet. heel
in het kort gezegd, de verplichting
inhoudt voor eigenaren van motor
rijtuigen om terzake van hun motor
rijtuig een W.A.-verzekering te slui
ten. Per 1 maart moeten nu de
bromfietsen voorzien zijn van een
bordje met codelettcrs en nummer
uitgereikt door hun verzekerings
maatschappij.
Deze verzekeringsplicht geldt niet
alleen voor de eigen landgenoten,
maar evenzeer voor hen. die als bui
tenlander met hun motorrijtuig het
desbetreffende land bezoeken. Ook
de door deze „buitenlanders" geslo
ten W.A.-verzekering moet voldoen
aan de condities die in het land in
kwestie gelden, althans moeten zij
kunnen aantonen dat hun assura
deur bereid is de veroorzaakte scha
den te regelen in overeenstemming
met de in dat land geldende wet.
Na internationaal overleg is hier
voor in het leven geroepen het in
ternationale verzekeringsbewijs, dat
vanwege zijn groene kleur, al spoe
dig beter bekend was onder de naam
..groene kaart". Door de afgifte van
een groene kaart verbindt de afge
vende assuradeur zich om de schade
te regelen overeenkomstig de in het
desbetreffende land geldende voor
schriften. ook al zou de polis aan de
verzekerde zelf géén of onvoldoende
dekking bieden.
V'-ST-v ü^.'i
Zou dus ten opzichte van de ver
zekerde zelf. krachtens de polis een
uitsluiting gelden, terwijl de wet in
het desbetreffende land bepaalt dat
uitsluitingen in de polls niet aan een
benadeelde mogen worden tegenge
worpen, dan zal de assuradeur die
de groene kaart heeft afgegeven,
overeenkomstig die wet de bena
deelde schadeloos stellen en daarna
de betaalde schadebedragen terug
vorderen van de verzekerde.
NEUWE SCHADEBUREAUS
In de landen waar de verplichting
tot het sluiten van een W.A.-verze
kering bestaat, is een bureau aange
wezen dat de door buitenlanders
veroorzaakte schaden regelt Dit bu
reau is veel bevoegd om de schade
regeling te delegeren aan bepaalde
verzekeringsmaatschappijen. wier
regelingen voor de maatschappij die
di» groene kaart heeft afgegeven,
zonder meer bindend zijn.
De W.A.M. bepaalt o.m. (in art. 2)
dat ..aan het verkeer motorrijtuigen
slechts mogen deelnemen, indien de
burgerrechtelijke aansprakelijkheid
waartoe zij aanleiding kunnen geven,
gedekt is door een verzekering wel
ke aan de bij en krachtens deze wet
gestelde bepalingen beantwoord."
Hetzelfde artikel bepaalt voorts
„dat niettemin motorrijtuigen, die
gewoonlijk in het buitenland zijn ge
stald. ook tot het verkeer in Neder
land toegelaten worden, mits een
rechtspersoonlijkheid bezittend bu
reau. voor dat doel erkend door onze
minister van financiën, zelf tegen
over de benadeelden de verplichting
op zich neemt de schade door de
motorrijtuigen toegebracht overeen
komstig de bepalingen van deze wet
te vergoeden."
Het hiervoor bedoelde bureau is
inderdaad in het leven geroepen en
is genaamd „De Nederlandse Motor
rijtuigenverzekeringsgroep". terwijl
het bestuur wordt gevormd door de
Nederlandse Vereniging van Auto
mobielassuradeuren (NWA). Het
Nederlandse bureau belast zich der
halve ook met de z.g. grensverzeke-
rlng.
Weliswaar behoeft een buitenland
se automobilist niet in het bezit te
zijn van een W.A.-verzekering over
eenkomstig de Nederlandse wet (zie
het hiervoor geciteerde artikel 2 van
de wet), maar als zijn assaradeur
hem een groene kaart heeft afgege
ven, dan verplicht deze assuradeur
zich de Nederlandse benadeelde
schadeloos te stellen overeenkomstig
de bepalingen van de Nederlandse
wet, terwijl het Nederlands bureau
zich belast met de schaderegeling.
NIET GEDEKT!
Aangezien nu in de gehele Bene
lux de verplichte verzekering tot
stand is gekomen, en de wetten van
de drie landen op de essentiële pun
ten aan elkaar gelijk zijn, is het be
grijpelijk dat men hoopt de groene
kaart voor het motorrijtuigenver-
kocr in de Benelux per 1 april 1966
te kunnen laten vervallen.
Nederlanders, Belgen en Luxem
burgers zullen dan met hun motor
rijtuigen eikaars landsgrenzen kun
nen overschrijden zonder in het be
zit te zijn van een groene kaart,
hetgeen uiteraard ©en ontlasting in
houdt voor de douane, bovendien op
vele terreinen een kostenbesparing
betekent, terwijl ook het sluiten van
de z-g. grensverzekeringen tot het
verleden zal behoren.
Het ligt overigens in de bedoeling
dat ook de groene kaart voor Duits
land zal vervallen.
Een waarschuwing Is hier even
wel op zijn plaats. De meeste
automobielassuradeuren kennen 2
•oorten polissen voor motorrijtui
gen. namelijk één die alleen gel
dig is voor Nederland, en één die
geldig ig in geheel Europa (mees
tal met uitzondering van een aan
tal Oosteuropese landen.) Het ge
vaar is nu niet denkbeeldig dat
molorrijtuigbezitter* door het ver
vallen van de groene kaart van
mening zijn. dat cr ten aanzien
van de Benelux geen verschil
meer bestaat tussen een Neder
landse en een Euraopese polis, en
dat hun binnenlandse polis dus
ook dekking verleent voor scha
den veroorzaakt in België en Lu
xemburg. Aan de grens is geen
controle op groene kaarten meer
aanwezig, zodat z|j met hun mo
torrijtuig ook inderdaad ongehin
derd Belgi Sen Luxemburg kun
nen binnenrijden.
In geval van aan derden veroor
zaakte schade zal men evenwel tot
de onaangename ervaring komen
dat „de verzekering de schade niet
oekt"! Weliswaar zal de assuradeur
de in België veroorzaakte schade,
naar aan te nemen is, aan de bena-
deelde(n) voldoen, maar aangezien
de verzekering alleen dekking ver
leent voor in Nederland veroorzaak
te schaden, zal de assuradeur de be
taalde schadebedragen van zijn ver
zekerde terugvorderen!
Wie autorijden wil leren,
moet het bij Jansen^
proberen.
Tedderstraat 19 tel. 04780-16<)<fy
ZORG VOORAL NU VOOR EEN
GOEDE
Tengevolge van de overmatige
neerslag gedurende de laatste vier
maanden hebben vele percelen kul-
tuurgrond grote overlast van water
ondervonden.
Terwijl in normale winters de
vorst juist een gunstige invloed uit
oefent op de struktuur van de
grond, is dit deze winter op de nat
te percelen niet goed mogelijk ge
weest. De struktuur van de grond
is dan ook duidelijk achteruit ge
gaan.
Om de grond in een voor de in
zaai der gewassen goede toestand te
brengen, zal alles gedaan moeten
worden om deze verslechterde
struktuur te verbeteren.
Dit zal in de eerste plaats moeten
geschieden door de verschillende
noodzakelijlke grondbewerkingen.
Maar ook de bemesting speelt
hierbij een grote rol. Zowel kalk als
fosforzuur oefenen namelijk een
gunstige invloed uit op de struktuur
van de grond. Het is daarom van 't
allergrootste belang bij de bemesting
aan deze twee bestanddelen speciale
aandacht te besteden. Want wanneer
de struktuur in gebreke is. komt alle
overige bemesting met stikstof en
kali ook niet tot zijn recht.
Behalve de toepassing van de ge
bruikelijke fosfaat- en kalkmest-
stoffen, zal vooral het gebruik van
een meststof als Thomasslakkenmeel
van belang kunnen zijn om de
struktuur van de grond te verbete
ren. De laatste meststof bevat na
melijk beide: fosforzuur en kalk.
SCHOOLSTRAAT VKNRAY
PATRONAAT
ST. PETRITS-BANDEN
Attentie
Bij gelegenheid van het huwelijk
van prinses Beatrix is er woensdag
avond 9 maart om 7 uur in de LTS
een extra filmvoorstelling. Denk
aan de lidmaatschapskaart anders
betaalt men 25 ct, entree. Zegt het
voort.
Een oud klasgenoot van het gym
nasium stond daar ineens voor ons.
Jaren niet meer gezien, noch iets
van gehoord, tot hij dan opeens
weer in Venray opduikt, in een dun
ne missionaris-pij. op vakantie in
Nederland
Natuurlijk hebben we het ons niet
lat enontnemen hem in een auto
rond te rijden door de gemeente,
waarin hij vlak voor de oorlog zo
lang heeft gewoond en waar hij nu
bijna niets meer van terugkende.
Het is altijd weer een wonderlijke
belevenis dergelijke mensen het
Venray van 1966 te tonen, met zijn
nieuwe straten en wegen, met zijn
scholen en gymnastiekzalen, met
zijn industrieën, met het boerenland,
dat opnieuw verkaveld wordt en met
zijn nieuwe wijken en buurten?
Maar daarover willen we het nu
niet hebben, hoewel het wel eens
goed is. dat de mens, die meent dat
er hier nog zoveel mankeert, op die
manier eens geconfronteerd wordt
met het feit, dat er zoveel ten goe
de gebeurd is. Zoveel, waar we nu
weer achteloos aan voorbij lopen.
RIJKDOM
Als later onder een kop koffie de
indrukken dan wat geordend wor
den. dan is maar een conclusie:
-..Wat zijn jullie toch rijk in veel op
zichtenO neen. deze missiona
ris heeft er geen spijt van dat hij
weggetrokken is naar het verre Pa
kistan. dat hij de luxe en de wel
vaart van Nederland verruild heeft
voor de armoede en ellende van dat
land in Azië. waar men de ene dag
niet weet, waarvan men de volgen
de dag eten moet
Hij zou alleen zo graag Iets van
die luxe en welvaart meenemen
naar dat land, om die mensen te
helpen toch tot een wat menswaar
diger bestaan te komen. Het lijkt
soms uitzichtloos, die strijd tegen
honger en gebrek, tegen domheid en
wanbegrip.
Hij kijkt wat peinzend naar een
brom-nozem, die zijn brommer hoog
gierend tegen een stoeprand op laat
trekken. „Zo'n ding is hier speelgoed
en amusement. Wat zouwen we er
in Pakistan plezier van hebben
En die vergelijking wordt telkens
getrokken. Want zo'n missionaris
mag dan op vakantie zijn, zijn ge
dachten zijn altijd daar waar zijn
werk ligt. Bij het schooltje dat hij
gebouwd heeft, bij het ziekenhuis
dat hij wil oprichten, bij de land-
bouwcursus, die hij wil gaan orga
niseren
Vakantie noemt men dat, maar het
is één bedeltocht om materiaal, om
geld, want bij zijn terugkomst meent
men dat de „blanke man" over on
uitputtelijke fondsen beschikt
ONTWIKKELINGSHULP
We praten over ontwikkelings
hulp. Hij lacht wat, maar we begrij
pen hem verkeerd als we daar kri
tiek in zien. Ontwikkelingshulp is
iets goeds zegt hij en het is geluk
kig dat de volkeren van het westen
in hun welbegrepen eigenbelang be
seffen, dat men miljoenen mensen
niet kan laten „verrekken
Maar in feite is het toch dwaas,
dat een broeder, terug na 12 jaren
uit Nieuw Guinea, hier om schoppen
moet komen bedelen, om de mensen
daar uit het stenen tijdperk te ha
len. Tractoren kon hij krijgen, maar
een doodgewone schop niet, die meer
aan vracht kost, dan het ding zelf
kost. Maar aan tractoren heeft hij
niets. Ze moeten eerst nog aan de
schop wennen.
Zo gaat het zo dikwijlsToen
ik naar Pakistan vertrok, aldus de
ze monnik, moest ik het ontwikke
lingswerk ook nog leren. Want wie
meent dat een missionaris op de
eerste plaats naar vreemde landen
trekt om zieltjes te winnen, die
heeft het mis. Hij probeert eerst de
mensen mens te doen zijn, d.w.z. een
menswaardig bestaan te geven, zon
der de voortdurende zorg om eten,
zonder die vervloekte armoede.
Eerst dan is er tijd om ook aan an
dere dingen te denken
Dat alles moet men leren en zoals
de simpele missionaris het leren
moet, zo ook instanties en landen die
nu aan ontwikkelingshulp doen.
KANKEREN
Met zijn problemen en met die van
andere missionarissen worden we
nogal eens geconfronteerd. Dan is er
een schoppen-aktie, dan vraagt in
Brazilië een oater om een klok. Dan
rammelen de bussen voor eten voor
India en we offeren. Offeren dik
wijls met de smoor in, dat „ze" al
weer met die bussen voor iemands
neus hangen. En nu hebben we zak
jes voor de vastenaktie thuis gekre
gen en er is over gepreekt in de ker
ken. Alweer offerenOf het niet
op kan
HET KAN NIET OP
Inderdaad kan het niet op, want
we beseffen niet hoe rijk we zijn.
We praten over vasten en we weten
niet wat honger lijden is. We lusten
nog geen eens meer de degelijke pot
van vroeger, want daar zit te veel
vet in. En op datzelfde moment kre-
peren aan de andere kant van de
wereld mensen, omdat ze nooit vet
gehad hebben, zo lang ze op de we
reld zijn. We maken ons er wel van
af. dat ze dan hun heilige koeien
maar moeten slachten en aan het
varkensvlees moeten gaan, maar
zelfs dan kreperen ze.
VASTEN
Hoe moeten we in deze tijd het
vasten dan zien? Dat zal iedereen
voor zichzelf uit moeten maken.
Maar de vastentijd moet voor ons
christenen ook een tijd van inkeer,
van bezinning zijn. Bezinning ook
over wat de bisschoppen ons in hun
vastenbrief voorhouden wat nu
eigenlijk Kerk-zijn betekent. Daar
uit vloeit vanzelfsprekend voort, dat
wij meeleven en meevoelen met on
ze mede-kerkleden buiten Neder
land. Heel speciaal met onze mede
christenen in de minder ontwikkel
de minder welvarende gebieden.
Missionarissen van die landen
kloppen bij ons aan voor wat land
bouwgereedschap of medische In
strumenten. voor geld om scholen
draaiend te houden, om kinderen 'n
kans op leven te geven, om zieken te
kunnen verplegen. De Nederlandse
bisschoppen hebben dit jaar 350
aanvragen voor hulp binnengekre
gen.
Wie die lange droeve lijst ziet. zal
beseffen hoe rijk we zijn en hoeveel
hulp van onze rijkdom gegeven moet
worden om anderen tenminste tot 'n
iets meer menswaardiger bestaan te
brengen.
Kleine dingen en grote projekten,
maar allemaal belangrijk genoeg om
een offer in de vasten zinvol te ma
ken. Als alle aanvragers een keine
gift zouden krijgen, dan zou hiermee
tenminste een bedrag van 5'/t mil
joen gulden zijn gemoeid. Vorig jaar
bracht de Vastenaktie van Me Ne
derlandse bisschoppen 4'/t miljoen
op. dat was een half miljoen gulden
meer dan over 1964. Zou het moge
lijk zijn dit jaar de 5miljoen te
halen?
De Vastenaktie V-6 loopt van 23
februari - 10 april. Er zijn drie in
zamelingen: 13 maart, de derde zon
dag van de Vasten; 27 maart, eer
ste Passiezondag en 10 april Pasen.
Denkt U dan eens aan het boven
staande.
EEN BLIJVEND ARBEIDSVELD VOOR
Uit berichten van het Centraal Registratiekantoor Detailhandel
blükt dat ook in 1965 weer een groot aantal detailhandelszaken
zyn verdwenen. Ditmaal zUn er 3.600 in één jaar weggevaagd. Het
zwaartepunt van de uitval wordt weer gevonden in de levensmid-
delenhoek. Daarnaast bleek het aantal kleinhandelaren in brand
stoffen, fietsen en tabak groot, dat er de voorkeur aan gaf de be
drijfsvoering te beëindigen. De teruggang van het aantal zelfstan
digen gaat dus door en het einde zal er voorlopig nog niet zijn.
Bü de opheffingen van thans is nog geen sprake van aanmoedi
ging. BU het in werking treden van het ontwikkelings- en sane
ringsfonds zal het aantal zelfstandige ondernemers nog verder
teruglopen. Het verschijnsel is wel betreurenswaardig, nochtans
niet onbegrijpelijk en in sommige gevallen gewenst.
WAAROM?
In het verleden is de toeloop naar
het zelfstandig ondernemerschap wel
eens te groot geweest Wij denken
bijvoorbeeld aan de dertiger jaren
met zijn grote werkloosheid. Velen
hebben zich toen zelfstandig geves
tigd. De meesten van hen zijn in de
na-oorlogse jaren het ondernemer
schap trouw gebleven door een aan
tal aan te wijzen oorzaken.
In de eerste plaats is de leeftijd
van de betrokkenen van belang.
Plaatsing of herplaatsing op de ar
beidsmarkt was dikwijls geen een
voudige zaak meer. De economische
situatie werd gekenmerkt door een
vlotte vraag met hier en daar zelfs
onvoldoende aanbod. In die sfeer is
het zaken doen niet moeilijk. Dat is
nu weer een beetje anders. De
marktverhoudingen zijn totaal ver
anderd en de structuur van het eco
nomisch leven is geheel verkleurd.
Een geweldige dynamiek in het
produktieproces heeft zijn intrede
gedaan. Dit stelt zware eisen aan de
ondernemer met betrekking tot
marktinzicht en -strategie. De recla
me stelt zware eisen aan de verbeel
dingskracht van de zelfstandigen.
Onder deze druk verliezen zij ter
rein en die druk wordt nog ver
zwaard door de noodzaak tot steeds
grotere investeringen, waarbij de in
flatie juist kleine spaarders het eerst
tot slachtoffers maakt
INZICHT NODIG
Tegen deze achtergrond wordt een
gedegen financieel inzicht gevraagd.
Een achterstand aan aanpassings
vermogen. financiële kracht, oplei
ding en ondememerscapaciteiten
trekt de ouderen na verkrijging van
de a.o.w. naar de ruststand en de
jongeren naar de loondienst. Als te
genkant is deze laatste veel aantrek
kelijker geworden. De beloning van
de factor arbeid is veel hoger dan
vroeger en de sociale voorzieningen
zijn in vele opzichten ideaal gewor
den.
Zal deze ontwikkeling het midden-
en kleinbedrijf vernietigen? Geen
sprake van. Het aantal ondernemers
zal geringer worden, maar de kwa
liteit beter. Het ontwikkelingspeil
van de nieuwkomers in het midden-
en kleinbedrijf ligt reeds hoger dan
voorheen, al was het alleen maar
hierom dat elke Nederlander thans
gemiddeld langer naar school gaat.
Maar ook de aanvullende scholing
via vakscholen, vakcursussen en bij-
schoing ligt reeds op een hoger ni
veau.
De vestiging, vooral in nieuw
bouw, geschiedt gefundeerder op ba
sis van deskundige adviezen of van
een voorafgaande marktanalyse.
FINANCIERING
De financieringswegen voor wak
kere zakenmensen is via speciale
kredieten mogelijk en afzetmogelijk
heden zijn er voldoende, mits men
de behoeften van het publiek maar
volgt. Zelfstandigen moeten daar
met hun dienstverlening klaar staan,
waar de consument op hen wacht.
Houdi deze daium hiervoor vrij!
Sanaiogon
het versterkend,
middel voor jong en
oud voor lichaam
en geest.
Noem het elke dag!
Dat betekent dat hun arbeidspatroon
bepaald afwijkt van de loontrekken-
den. Het aanvaarden van risico moet
hun gemiddeld een hoger inkomen
brengen.
De problematiek van het ambach
telijk en industriële midden- en
kleinbedrijf heeft vele raakpunten
met die van de detailhandel. Ook in
de produktiesfeer heeft het groot
aantal fusies en de voortdurende
concentratie de vraag opgeworpen
of de tijd niet zal aanbreken waar
in het midden- en kleinbedrijf zal
worden uitgeschakeld.
Het is de directie van de Neder
landse Middenstandsbank. die in
haar jaarverslag over 1965 tracht
met deze misvatting af te rekenen.
Er wordt opnieuw gewezen op de ve
le economische voordelen, die ook
kleinere eenheden kunnen hebben.
GEEN IMITATIE
Men moet niet trachten de groot
industrie te imiteren, maar zoeken
naar de eigen markt, die bepaald
niet in het massa-artikel wordt
gevonden. Juist kleine bedrijven
kunnen snel wisselen van model
len. In een steeds welvarend wor
dende wereld zoeken veel consu
menten het geheel eigene, dat juist
ambacht en kleinindustrie kunnen
brengen. Zij zijn de kampioenen
van specialisatie en diepteassorti
ment.
Zij kunnen zich veel sneller aan
passen aan gewijzigde omstandighe
den omdat hun organisatie beperk
ter is. De slagvaardigheid van de
kleine ondernemer is veel groter dan
die van de leiders van grote fabrie
ken. Zij staan als ondernemers veel
dichter bij hun klantenkring omdat
zij daar zelf kontakt mee hebben.
NIET IN DE SCHADUW
Ongetwijfeld kunnen kleine onder
nemingen in de vorm van toeleve
ring ook de leveranciers zijn van
het concern, maar uit deze gedach
te moet niet de misvatting groeien
dat het kleine bedrijf alleen kan
floreren in de schaduw van het gro
te. Dit te stellen is een gezonde re
actie op een al te grote aanbidding
van de fusie- en concentratietendens
die als een soms ook kwade geest in
het bedrijfsleven is gevaren.
Als een bepaalde produktielijn
doodloopt, betekent dat dus niet dat
men steeds alleen te kiezen heeft
tussen ophouden of zich laten op
kopen. Eerst eens nagaan of men
zich misschien zelf op dood spoor
heeft gezet, waarvan evengoed een
weg terug mogelijk kan zijn. Onze
fabrieken, handelshuizen en winkels
van morgen zullen er anders uitzien
dan die van vandaag, maar zij zul
len er blijven in diverse afmetingen
en organisatievormen.
Onder hen zal naar onze mening
het grootste deel blijvend worden
gedreven door zelfstandigen die niet
hun knieën gebogen voor de groot
heidsgedachte en soms ook dito
waanzin van onze tijd.
KUNNEN GEVAARLIJK ZIJN
Veel produkten worden tegen
woordig verpakt in spuitbussen. We
noemen insectenverdelgende midde
len. ontdooiers. haarlak, scheerzeep,
verf en zelfs tandpasta enz.
Z]Het is in principe een beetje
vreemd gesteld met de spuitbussen.
We vinden het maar vanzelfspre
kend dat. na het indrukken van de
knop. de inhoud van het busje wordt
verstoven en vragen ons nauwelijks
af hoe dit in zijn werk gaat. Nog
minder zal men zich afvragen waar
om de druk even groot blijft, ook al
vermindert de inhoud van het busje
bij gebruik.
Welnu dan, men bereikt deze con
stante druk door aan het produkt
een vloeibaar gas toe te voegen, dat
gedeeltelijk verdampt en de ruimte
boven het produkt vult. Naarmate de
inhoud van het busje wordt ver
bruikt. komt er meer ruimte vrij die
onmiddellijk weer wordt opgevuld,
doordat er meer van de stuw vloei
stof verdampt. De druk in de bus
blijft zodoende constant.
Wat echter teveel buiten beschou
wing wordt gelaten en we komen nu
terug en het in de aanhef gestelde
is het feit dat een „ledige" bus
nog altijd wat gas bevat. Wanneer
het „ledige" busje dan ook wordt
verwarmd in het algemeen zijn
spuitbussen bestand tegen tempera
turen van 70 - 80° Celcius kan
er een explosie ontstaan die, zoals
de onderstaande voorbeelden aange
ven. niet te onderschatten is.
Een man, die bezig was bladeren
op een hoop te harken en te ver
branden wierp een „ledige" spuit
bus op de brandende hoop met als
gevolg dat de bus ontplofte en de
man ernstig werd gewond. Een
vrouw plaatste haar „lege" haarlak
spuitbus op een straalkachel in de
badkamer. De spuitbus sprong uit
elkaar en de vrouw werd dodelijk
getroffen.
Uiteraard is niet alleen de „lege"
spuitbus gevaarlijk. Ook met een ge
vulde bus kunnen en zijn! on
gelukken voorgekomen.
Een automobiel werd vernield
door het ontploffen van een spuit
busje dat in de brandende zon in de
gesloten auto werd achtergelaten. In
een pakhuis ontplofte tengevolge van
verhitting door een brand een grote
voorraad spuitbussen, die daar was
opgeslagen. Het vuur viel toen niet
meer te stuiten.
Het grootste gevaar van spuitbus
sen bestaat in het onoordeelkundig
gebruik ervan. Iedereen gebruikt ze
en niemand staat stil bij de mogelij
ke gevaren. Typerend voor dit laat
ste is het volgende geval. Een vrouw
in New York verbrandde tengevolge
van het feit dat ze haar haar had
bespoten met haarlak. Eer ze het
goed en wel wist stond alles om
haar heen in vuur en vlam. Ze had
geen acht geslagen op de waarschu
wing over de brandbare inhoud, die
op het spuitbusje was vermeld.
Er zijn nog vele andere gevallen
van ongelukken, die ontstonden door
het gebruiken en dan natuurlijk
verkeerd gebruiken van spuitbus
sen. Men lette dus goed op de ge-
bru i dsaa n wij zingen.
Wij viagen -.og <ï»edj
PFRSONFCI
geschoold ci
-i ongeschoold
I'vï 'l' dagelijks -
j I mk na wei li tijd - mn
1 I '*il' hii portier
B ki N.V. IN ALFA VENRAY
REÜNIE M.L.S. HORST
De oud-leerlingen vereniging van
de R.K. Middelbare Landbouwschool
te Horst, zal ook dit jaar weer haar
traditionele bijeenkomst houden.
Deze zal plaats vinden op vrijdag
4 maart 1966 in zaal van Heyster te
Horst en zal worden ingezet met een
gezamenlijke koffietafel. De bijeen
komst begint om 18.00 uur.
Na die koffietafel zal een korte
vergadering worden gehouden onder
leiding van voorzitter Reintjes uit
Broekhuizen. Tijdens die vergade
ring zijn diverse belangrijke punten
af te werken o.a. het kiezen van
een nieuw bestuurslid.
Vervolgens zal om ongeveer 20.00
uur een inleiding worden verzorgd
door de weled. gestr. heer Ir. A.
Horsmans, lid van de Tweede Ka
mer. Hij zal spreken over „De Lim
burgse landbouw in het kader van
de Europese landbouw-poliek". Na
die inleiding zal er een gezellig sa
menzijn plaats vinden.
SPEELGROEP TOI-TOI
Al bijna anderhalf jaar is er in
Venray een toneelclubje dat voort
vloeide uit het cultureel vormings
programma van de Levensschool en
zich speciaal met toneel is gaan be
zig houden.
In de korte tijd van hun bestaan,
heeft dit groepje al enkele goede
toneelstukken op de planken ge
bracht, zoals „Peerke Kustermans".
„De samenspraak van Pierrot en
Harlekijn" en het Kerstspel „Waar
de sterre bleef stille staan".
Op de laatst gehouden bijeen
komst in de Levensschool werd de
groep uitgebreid met een viertal
eerstejaars deelnemers.
De belangrijkste besluiten op deze
vergadering waren de keuze van een
nieuw stuk. dat omstreeks septem
ber zal worden gespeeld; taakverde
ling en de nieuwe naam van dit en
thousiaste speelgroepje. dat van nu
af aan „Toi-Toi" zal zijn geheten.
Als nieuw stuk werd onder meer
genoemd „Jeugd" of „De Huistiran"