Overpeinzingen Hoe ver reikt de W.A. van de werkgever De Gemeenteraad stelde vragen MARTENS Politierechter WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN BLJIUPUNKT televisie komt van Opbrengst Memisa-kollekte Vragen over financiën - belastingen ruimtelijke ordening en woningbouw Onze moedertaal is de schoonste taal VRIJDAG 4 FEBRUARI 1966 No. 5 ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652 ADVERTENTIEPRIJS 12 rt. p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL IJS (buitao Vm.ro» 1—) In art. 1403. lid 1 en 3 van het Burgerlijk Wetboek is geregeld de verantwoordelijkheid van de werk gever voor schade, veroorzaakt door zijn werknemer(s). Lid 1 luidt als volgt: „Men is niet alleen verantwoordelijk voor de schade welke men door zijn eigen daad veroorzaakt, maar ook voor die welke veroorzaakt is door de daad van personen voor welke men aan sprakelijk is of door zaken welke men onder zijn opzicht heeft." In dit lid is dus in principe bepaald, dat men ook verantwoordelijk kan zijn voor schade veroorzaakt door ande ren, nl. anderen voor wie men aan sprakelijk is. In de leden 2, 3 en 4 van hetzelf de artikel wordt omschreven wie die „anderen" kunnen zijn. WANNEER WEL EN WANNEER NIET? Aangezien het in dit artikel alleen om de aansprakelijkheid van de werkgever voor de werknemer gaat, behoeft in dit verband slechts aan dacht geschonken te worden aan lid 3. Dit lid luidt als volgt: „De mees ters en degenen die anderen aan stellen tot de waarneming hunner zaken, zijn verantwoordelijk voor de schade door hun dienstboden en on dergeschikten veroorzaakt in de werkzaamheden waartoe zij zelve gebruikt hebben." Onder de meesters bedoelt men de werkgevers. Daarin staat ook vast, dat de werkgever verantwoordelijk is voor de schade veroorzaakt door zijn werknemer. HOE VER Toch dient aandacht besteed te worden aan de laatste zinsnede van lid 3, nl. „veroorzaakt in de werk zaamheden waartoe zij dezelve ge bruikt hebben." Hoe ver strekt die verantwoordelijkheid zich uit? Een veel verbreide misvatting is, dat de werkgever niet alleen tij dens de diensttijd verantwoordelijk is, maar ook terwijl de werknemer zich van huis naar het werk begeeft en van het werk naar huis. Deze misvatting is waarschijnlijk ont staan, door de bepalingen van de Ongevallenwet (welke immers een ongeval, ontstaan op de kortste weg van huis naar het werk en terug ook beschouwt als een ongeval in de zin van deze wet). Er dient evenwel een direct ver band met het werk te bestaan en het feit, dat men van of naar het werk gaat is niet als een direct verband te beschouwen. Op weg naar het werk of op weg van het werk naar huis is de werknemer dus in het algemeen zelf verantwoorde lijk voor zijn daden en kan hij die verantwoordelijkheid niet afwente len op zijn werkgever. VERKEERDE DADEN Hoe nu. wanneer een werknemer tijdens zijn diensttijd een onrecht matige daad begaat die buiten de taak valt die hem door zijn werk gever is opgedragen? In het alge- VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR WERKNEMERS? meen is ook dan de werkgever ver antwoordelijk. In het beroemde ar rest van de Voorburgse politie (H.R. 4 november 1939) besliste de Hoge Raad: „De verantwoordelijkheid, bedoeld in het 3e lid is niet beperkt tot scha de. veroorzaakt door daden die on dergeschikten verrichten ter uitvoe ring van hun opgedragen taak. Zij strekt zich mede uit tot schade ver oorzaakt door daden welke buiten die taak vallen, doch daarmede in zodanig verband staan, dat zij zijn te beschouwen als verricht in werk zaamheden, waartoe de onderge schikten worden gebruikt" Is dus de onrechtmatige daad be gaan „in de werkzaamheden, waar toe de ongeschikten worden ge bruikt". dan is in principe de werk gever verantwoordelijk. OOK DE DADER! Bij dit alles mag niet uit het oog verloren worden, dat de eigen aan sprakelijkheid van de werknemer ex art. 1401 B.W. volledig blijft be staan. Wanneer men dus de werkgever tot schadevergoeding aanspreekt geeft men zijn rechten t.a.v. de werknemer geenszins prijs. Zou der halve de werkgever insolvabel zijn, of om andere redenen niet tot scha devergoeding overgaan, dan heeft men het volste recht terug te vallen op de werknemer. De Hoge Raad nam al op 6 novem ber 1868 een dergelijke beslissing, met deze woorden: „De aansprake lijkheid van de ondergeschikte voor zijn eigen daden krachtens 1401 B.W. wordt niet opgeheven door 1403 B.W. Deze bepaling stelt slechts de meester aansprakelijk naast de on dergeschikte." Men heeft dus de keus óf de werk gever óf de werknemer aan te spre ken, hoewel men in het algemeen zich eerst tot de werkgever zal wen den. omdat ze normaliter meer ver haal biedt dan zijn werknemers. VERHAAL? Een andere vraag is of de werk gever, eenmaal voor zijn werknemer betaald hebbende, het door hem be taalde weer kan terugvorderen van zijn werknemer, omdat deze immers de onrechtmatige daad begaan heeft en de werkgever- alleen door de werkgever/werknemer - verhouding verplicht was voor de gevolgen van die onrechtmatige daad op te komen. Deze vraag is nog zeer onlangs door de Hoge Raad ontkennend be antwoord (H.R. 26 juni 1959). De overwegingen luidden: „Het oordeel dat een chauffeur, die een verkeers- fout begaat en daardoor zijn werk gever schade berokkent, jegens de werkgever tot vergoeding daarvan is gehouden, ongeacht de ernst van de fout, is niet juist, daar de aard van een arbeidsovereenkomst kan meebrengen, dat een werkgever de gevolgen moet dragen van geringe fouten, die de arbeider bij de ver richting van zijn werkzaamheden begaat. Dit is met name het geval, wanneer een werkgever zijn arbei der opdraagt als chauffeur deel te nemen aan het wegverkeer." Dit arrest is geheel in overeen stemming met het billijkheidsgevoel Draagt een werkgever zijn werkne mer op een auto te besturen, dan is het volkomen billijk, dat de werk gever ook opkomt voor de normale risico's, die aan het rijden met een auto inherent zijn. 6CHOOLSTRAAT VENRAY St. Petrus-Banden 671, O.L.Vr. van Zeven Smarten 900. Vredeskerk 249,50 Merselo 335,30 Veulen 316,— Oirlo 310,— Ysselsteyn 466,38 Oostrum 472,30 Heide 105,— Castenray 200, Gez. kloosters 1.120 Leunen 534.34 Vredepeel 181.40 Smakt en Holthees 350, 6.211,32 Een fiets zonder frame is een on ding, zoiets als een mens zonder beenderen. Daarom zat de spoorman erg onthand toen hij merkte, dat hij zijn frame kwijt was. Met twee wie len. trappers, een stuur en spatbor den kan niemand fietsen. Hij zat er een beetje mee in. want hy was net bezig geweest zijn fiets op t« knappen toen dit belangrijke onderdeel spoorloos verdween. Daar om ging hij vol vertrouwen naar de buurman om te vragen, of die mis schien soms een verdacht persoon had zien lopen. Buurman had geen verdachte per soon zien lopen. Maar buurman las veel en daarom wist hij veel uit de boeken. „Praat er maar met niemand over", zei hy „ik zal zorgen, dat Je je frame terug krijgt Reken er maar op, dat frame komt terug!" De spoorman raakte onder de in druk van die stellige belofte en zon der er verder over to praten, ging hy voortaan op de fiets van zijn vrouw naar het werk. (terwyi zyn eigen wielen doelloos in het schuur tje stonden. Ondertussen begon buurman zyn onderzoek. Hy ver scheen op een zondagmorgen zon derling uitgedost by het huis van de spoorman. Hy had een regenmantel van zijn vrouw aangetrokken en een alpinopetje op zyn hoofd gezet. Want niemand behoefde te weten, wat hy daar deed. zei hy. De dader moest niet in de gaten hebben dat hy, buurman, naar hem zocht. De spoorman moest precies aan- wyzen waar de fiets had gestaan, toen hy hem uit elkaar haalde. Buurman haalde 'n vergrootglas uit zyn zak en bekeek belangstellend de grassprietjes. Hy plukte er een paar en stak die in zijn zak. Ook vond hy een kwartje, dat daar zeker al eens verloren was. Dat was een belangrij ke aanwyzing. zei hii en hy stak het ook in zün zak. Voorts baalde hij een duimstok tevoorsehyn en mat enkele voetstappen op, die in het zand zichtbaar waren. Zachtjes mompelend schreef hy de maten op. Vervolgens zette hy zich op een steen neer en verborg het hoofd in de handen alsof hy weende. De spoorman durfde de detective in diens concentratie niet te storen. Hy verwy derde zich op de tenen. Enkele dagen later keerde buur man terug met zijn vergrootglas. On der voortdurend mompelen, viste hy nu een schroef uit het gras. Daarna vertrok hy de spoorman hoorde er niets meer van. Nieuwsgierig infor meerde hij enige tyd later hoe het met het onderzoek stond. Hy had al enkele conclusies getrokken, vertel de hij, maar hij was er nog niet Misschien zou hy een helderziende raadplegen. Maar dat wist hy nog niet zeker, want hij wilde de spoor man liever niet op kosten jagen. Na enkele maanden kwam de spoorman na de dienstdienst thuis en had een pakje by zich dat per spoorexpres aan buurman gezonden was. Uit vriendeiykheid en om buurman te helpen had de spoorman het maar mee genomen. Hy liep het achterhuis van buurman binnen, maar er was niets of niemand te zien. Toen hij onverrichterzake huis waarts wou keren, kwam hit langs het schuurtje en met de gedachte dat misschien iemand van buurmans familie daar zou zijn, opende hy de deur, maar ook hier niemand. Wel hing daar aan de muur een fietsen- frame. Zijn fietsenframe „Ik had het net gisteren opge spoord". zei de buurman later arge loos, maar de politieman die er by gehaald was geloofde dat niet En na het verhoor op het bureau bekende buurman zelf het frame te hebben gestolen. „Ik heb het gedaan zonder na te denken"A klaagde de buurman-detec tive toen hij in het verdachtenbank je stond. „Daar zullen we je dan een poosje tijd voor geven", zei de of ficier, die twee maanden eist. En de rechter vonniste conform. MINISTRIELE GERUSTSTELLING Minister Den Uyl heeft gerust stellende woorden gesproken over de economische situatie van ons land. In tegenstellng tot verontrus te professoren, die een depressie op zien doemen met werkloosheid, meende minister, dat dit niet zo'n vaart zal lopen. Hy zegt de inflatie (geldontwaarding) in de hand te hebben. Wel waarschuwt hy niet on voorzichtig met de lonen en prijzen om te springen. De regering houdt de prijzen in het oog en meent die in de hand te kunnen houden. In tegenstelling tot wat men zou kunnen verwachten, heeft de Neder landse bevolking de ministeriële geruststelling met gemengde gevoe lens ontvangen. De minister kan nu wel zeggen, dat hy de prijzen aar dig in de hand heeft. Maar zy zyn wel eens meer uit de hand gelopen. De minister is ongetwyfeld erg knap. maar wie geeft de garantie, dat hy de toenemende druk van de prijzen spiraal kan weerstaan. Aan zijn voorgangers is dat in ieder geval lang niet altijd gelukt. Twee raadscommissies hebben de begroting voor onze gemeente van dit jaar onder de loupe genomen cn daarover schrifteiyke vragen gesteld aan het college van B. en W. gesteld. De ene commissie bestond uit Mevr. Rutten, De Bruyn, Colsen. Emonts, Maas, Peetere. Ponjee en van der Sterren. De andere commis sie uit de heren Bartels. Fleurkcns, Houben. Jaegers. Jenniskcns. van Valkengoed en Vermeulen. Hieronder een korte samenvatting van vragen dezer commissies en de antwoorden van B. cn W. HOE LANG NOG VADER? Vraag: hoe lang zyn de huidige reserves nog toereikend om eventu ele begrotingstekorten op te kunnen vangen? En wat gebeurt er als die reserves op zyn? Antwoord: Het tekort van de be groting wordt gedekt door deels een beroep te doen op de algemene re serve 15.968,—) en deels door een beroep op de saldi-reserve 287.235). De saldi-reserves worden gevormd door de overschotten van vorige dienstjaren en waren op 1 januari jj. gegroeid tot by na 1,5 miljoen. De algemene reserve was toen groot 140.000,—. Er zit dus nog enige muziek in. Maar zuinigheid biyft geboden, o.a. door verlaging van uitgaven maar daarnaast is verhoging van eigen inkomsten even noodzakeiyk. Overigens biyft men hopen op gro tere rijksuitkeringen, ook al omdat het overgrote deel der gemeenten met tekorten zitten. STRAATBELA8TING EN STRAATAANLKGBELASTING Een deel der commissie-leden vindt de toegezegde verhoging van de straatbelasting en de mogelijke in voering van een straataanlegbclas- ting een ietwat moeiiyke zaak. Ze willen precies weten wat de bedoe ling is. Antwoord: Straatbelasting, zowel als rioolbelasting zijn bedoeld als een bijdrage in de jaarlijkse kosten van onderhoud van straten en we gen. In vergeiyking tot de kosten welke de gemeente voor dit onder houd moet maken, is de opbrengst te gering. In onderwyskringen (maar daar niet alleen) wordt steeds meer ge klaagd over de verarming van onze taal en over de steeds geringer wor dende beheersing ervan. Een deel ervan kan ongetwyfeld worden toe geschreven aan de tendenz tot vi sualisering. Door veel meer gebruik van foto's en ander illustratie-mate riaal vervalt byvoorbeeld in de kranten en tydschriften de nood zaak van de omschrijving met het woord. De televisie draagt het hare ertoe bij. Men traint zich niet meer van jongsaf aan in de omschrijving, om dat de foto en de film het gebeuren direkt laten zien. Maar daarnaast moet ook gecon stateerd worden, dat men steeds slordiger met de taal omspringt. In de kranten kan men ieder© dag de meest ordinaire taalfouten ontdek ken. In de televisiewereld is de taal biykbaar ook van zeer ondergeschikt belang. Wanneer men soms de Nederland se ondertiteling ziet bij een film in een vreemde taal, dan is dat vaak om te huilen. Op de vreemdste manier springt men om met hoofdletters, terwijl men biykbaar weinig notie meer heeft van de regels, die voor het voltooid deelwoord gelden. Naar het gesproken woord voor radio en televisie kan men beter helemaal niet kritisch luisteren. De West-Ne derlandse dialekt-fout om in de eer ste persoon enkelvoud rustig een t achter het werkwoord te voegen, kan men geregeld beluisteren. En dan hebben w(J het nog niet eens over de diep-ingewortelde ge woonte om te pas en onpas Engelse. Franse en Duitse uitdrukkingen cn woorden ertussen door te gooien. Het vakjargon klinkt zo indrukwekkend en intellectueel: het verraadt alleen maar een onstellendc luiheid en een gebrek aan eerbied voor de eigen taal. Een strnataanlegbelasting heeft tot doel een bijdrage te verkrijgen in de kosten van aanleg van straten en wegen, derhalve in de kapitaallas- tcn. Zy beoogt degenen, die profite ren van de werkzaamheden van de gemeente en daarvan nu of later de vruchten plukken, een bijdrage te laten leveren in dc kosten verbonden aan de aanleg van die wegen. By de verkoop van grond door de gemeente worden in de verkoopprijs verdisconteerd de kosten van aanleg van wegen, trottoirs, riolering, ver lichting. enz. Dit heeft tot gevolg dat meestal een vry hoge prijs per vier kante meter moet worden betaald. Het is daarom biliyk dat particu liere eigenaren, wier eigendommen door dc aanleg van een weg of an dere openbare nutsvoorzieningen worden ontsloten, bouwrijp worden gemaakt, of op andere wyzo voor delen genieten van door dc gemeen te uitgevoerde werken, een evenre dige bydragc wordt gevorderd. BU de vaststelling van het te vor deren bedrag kan cn zal biliyk- heidshalve rekening moeten worden gehouden met diverse omstandighe den welke zich kunnen voordoen. Er kan grond bij betroken worden die niet bebouwd mag worden, tcr- wyi andere alleen een agrarische bestemming heeft. By de heffing van genoemde belasting zal met die fac toren rekening worden gehouden. B. en W. stellen uitdrukkciyk dat het onjuist en onbevredigend is dat een vrij grote groep inwoners wél kosten van wegenaanleg c.a. betaalt in de vorm van een h<»gc m2-priis by aankoop van grond van de ge meente, terwijl andere personen, zonder gemeenschapsbydrago alleen maar de voordelen van bepaalde werken, welke door de gemeente zyn uitgevoerd, zouden incasseren. De door een der commissieleden uit zgn. biliykhoidsgrondcn Re- vraagde terugwerkende kracht van deze belasting-maatregel, wordt af gewezen. Dit is technisch onmoge lijk. MOF.IIJJKF. RUIMTELIJKE ORDENING De raad wenst op korte termyn een beknopte samenvatting van wat de nieuwe wet op de Ruimtelijke Ordening nu wel voor consequenties heeft. Deze samenvatting zal worden verstrekt, maar aangezien de zaak nog in studie is, weet men niet wan neer Door de commisic is t.a.v. dit on derwerp verder ook aangedrongen op het meer leefbaar maken van verschillende nieuwe uitbreidings plannen o.a. door speelgelegenhcid voor de kleinere Jeugd, betere par keergelegenheid enz De nieuwe wettelijke regeling richt thans de aandacht meer dan vroeger op dc bestemming en het ge bruik van gronden, mede o.a. ter bevordering van de leefbaarheid in de nieuwe uitbreidingen. In dat ver band wordt ook by het opstellen van nieuwe plannen ruimere aan dacht besteed aan de algemene voor zieningen. zoals groenvoorziienng. speelplaatsen, parkeergelegenheid, en dergeiyke. Bij het opstellen van plannen voor uitbreidingen wordt al een groenvoorziening ingeschakeld. Daarnaast heeft ook de stedebouw- kundige een hele staf van deskun digen op allerlei terrein aangetrok ken, juist om deze punten in de toe komst tot in de perfectie geregeld te krijgen. Maar. zo waarschuwen B. cn W.. de financiële consequenties van een en ander kunnen zodanig zijn dat er weinig van terecht kan ko men. Dan zijn we dus weer even ver. WONINGBOUW Vraag: Wordt ta.v. de bouwnijver heid in Venray ook overleg gepleegd met het Gewestelijk Arbeidsbureau? Antwoord: Ja. hiermee is geregeld kontakt over dit punt, tcrwyi ook met de aannemerspatroonsbond deze kwestie geregeld besproken wordt Vraag: Bestaat de mogeiykhcid de woningbouw in de ongesubsidieerde sector en dc premiebouw te stimu leren? Antwoord: In 1964 werd in die sectoren 40 woningen toegewezen (waarvan 20 als vrijetijdsbouw cn Bogaerswoningen). In 1965 was dat aantal reeds 00. Men verwacht dat deze stijging in 1966 door zal gaan. terwijl een nieuwe regeling ta.v. dc premies deze bouw wellicht zal sti muleren. Hoe die regeling er uit ziet hoort de raad binnenkort VRIJGEZEIXENFLAT8 Vraag: Komen er in Venray vrU- gczellcn flats? Antwoord: Er zijn onderhandelin gen gaande om to k<*ncn lot de bouw van een vrijgezellenflnt aan de Westsingel. Daarnaast wordt de stichting overwogen van een flat gebouw op de hoek Pa ter*» trant Oude Oostrumseweg. waarin naast winkels, kantoren en woningen, ook gedacht wordt aan een aantal woon eenheden voor alleenstaanden Wan neer die plannen concreet zijn, hoort men er nader over Vraag: Waar biyft de nieuwe bouwverordening? Antwoord: Hier wordt met man cn macht aan gewerkt, maar men heeft te maken met vele cn aller hande instanties. Men hoopt echter in dc eerste heft van 1966 dc nieu we verordening in de raad tc bren gen. DOORSTROMINGSMAATRKGEIJEN Vraag: Wat denkt dc gemeente te doen om dc doorstroming te be vorderen van huurders van goedko pere woningen naar duurdere wo ningen. indien deze daar kapitaal krachtig genoeg voor zyn? Antwoord: De minister heeft on langs maatregelen vastgesteld waar door gemeentebesturen een door stroming in dc woningvoorraad kun nen bevorderen. Op grond daarvan kunnen aan de gemeenten bydragen ineens van rijkswege worden verstrekt waar door in gevallen, die daarvoor naar hel oordeel van het gemeentebestuur in aanmerking komen, op enigerlei wyze kan worden bijgedragen in de kosten van nieuwe huisvesting van hen. die woonruimte vrijmaken om andere, aan hun omstandigheden be tere aangepaste woonruimte te be trekken. S De ryksbydrage is samengesteld uit een bedrag van 50.— per wo ning of woningeenheid, gereedgeko men in het Jaar voorafgaande aan dat van de aanvrage, vermeerderd met een bedrag van 0.50 per inwo ner van de gemeente nnnr d© toe stand op 31 december van dat jaar. Voorwaarde voor het verkrijgen van de bedoelde bydragc ineens is. dat de gemeente een zogenaamd ..doorstromingsfonds" vormt, waarin die bijdrage wordt gestort cn waarin dc gemeente ook desgewenst van haar kant bydragen kan storten. Dc gemeente kan zelf bepalen aan wie. op welke wijze en tot welk bedrag zij een tegemoetkoming wil verlenen in de hierboven bedoelde kosten. Opgemerkt mag worden, dat in dc regeling gesproken wordt van „aan hun omstandigheden beter aange paste woonruimte". Dit houdt in. dat onder de rege ling ook kunnen vallen verhuizingen van een grotere naar een kleinere woing. bv. door bejaarden cn van een duurdere naar «vn goedkopere woning. Dc beoordeling in deze is aan het gemeentebestuur overgela ten. Nagegaan wordt thaa-% of en in welke mate aan bepaalde bewo- ningsverschuivingcn in onze ge meente behoefte bestaat, opdat in samenhang met hel tc voeren woon- ruimtebelcid. aan de doorstromlngs- regeling de gewenste uitvoering ge geven kan worden. Hoe een en ander gaat. daarover hoort men later nog. ERFPACHT Een der commissieleden vroeg of het geen aanbeveling verdiende gronden in erfpacht uit te geven voor woningbouw. De gemeente blijft dan eigenares, heeft later geen mociiykhedcn by eventuele uitvoe ring van openbare werken en de waardevermeerdering van dc grond komt in de gemeentekas. B. cn W. menen in hun antwoord, dat onderscheid gemaakt moet wor den tussen uitgifte van grond in erf pacht voor woningwet bouw en voor particuliere bouw. In het eer»te ge val wordt deze vorm wel toegepast om een wonmgvereniging in dc ge legenheid tc stellen reserves te vor men om de continuïteit van haar werkzaamheden tc verzekeren. Een dergelyke uitgift© voor particuliere bouw wordt moeilijker omdat de erfpachtslermyn over hel algemeen langer gesteld moet worden dan dc geschatte levensduur van dc daaqpp te stichten woning. Een nader onderzoek wordt inge steld naar de voor- en nadelen van deze materie, mede gelet op d« er varingen elders.

Peel en Maas | 1966 | | pagina 9