Overpeinzingen
Hoe ver reikt de W.A.
van de werkgever
De Gemeenteraad stelde vragen
MARTENS
Politierechter
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
BLJIUPUNKT
televisie
komt van
Opbrengst
Memisa-kollekte
Vragen over financiën - belastingen
ruimtelijke ordening en woningbouw
Onze moedertaal
is de
schoonste taal
VRIJDAG 4 FEBRUARI 1966 No. 5
ZEVEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL 1512 GIRO 1050652
ADVERTENTIEPRIJS 12 rt. p. mm. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL IJS (buitao Vm.ro» 1—)
In art. 1403. lid 1 en 3 van het
Burgerlijk Wetboek is geregeld de
verantwoordelijkheid van de werk
gever voor schade, veroorzaakt door
zijn werknemer(s).
Lid 1 luidt als volgt: „Men is niet
alleen verantwoordelijk voor de
schade welke men door zijn eigen
daad veroorzaakt, maar ook voor die
welke veroorzaakt is door de daad
van personen voor welke men aan
sprakelijk is of door zaken welke
men onder zijn opzicht heeft." In dit
lid is dus in principe bepaald, dat
men ook verantwoordelijk kan zijn
voor schade veroorzaakt door ande
ren, nl. anderen voor wie men aan
sprakelijk is.
In de leden 2, 3 en 4 van hetzelf
de artikel wordt omschreven wie die
„anderen" kunnen zijn.
WANNEER WEL EN WANNEER
NIET?
Aangezien het in dit artikel alleen
om de aansprakelijkheid van de
werkgever voor de werknemer gaat,
behoeft in dit verband slechts aan
dacht geschonken te worden aan lid
3. Dit lid luidt als volgt: „De mees
ters en degenen die anderen aan
stellen tot de waarneming hunner
zaken, zijn verantwoordelijk voor de
schade door hun dienstboden en on
dergeschikten veroorzaakt in de
werkzaamheden waartoe zij zelve
gebruikt hebben."
Onder de meesters bedoelt men de
werkgevers.
Daarin staat ook vast, dat de
werkgever verantwoordelijk is voor
de schade veroorzaakt door zijn
werknemer.
HOE VER
Toch dient aandacht besteed te
worden aan de laatste zinsnede van
lid 3, nl. „veroorzaakt in de werk
zaamheden waartoe zij dezelve ge
bruikt hebben." Hoe ver strekt die
verantwoordelijkheid zich uit?
Een veel verbreide misvatting is,
dat de werkgever niet alleen tij
dens de diensttijd verantwoordelijk
is, maar ook terwijl de werknemer
zich van huis naar het werk begeeft
en van het werk naar huis. Deze
misvatting is waarschijnlijk ont
staan, door de bepalingen van de
Ongevallenwet (welke immers een
ongeval, ontstaan op de kortste weg
van huis naar het werk en terug
ook beschouwt als een ongeval in de
zin van deze wet).
Er dient evenwel een direct ver
band met het werk te bestaan en
het feit, dat men van of naar het
werk gaat is niet als een direct
verband te beschouwen. Op weg
naar het werk of op weg van het
werk naar huis is de werknemer dus
in het algemeen zelf verantwoorde
lijk voor zijn daden en kan hij die
verantwoordelijkheid niet afwente
len op zijn werkgever.
VERKEERDE DADEN
Hoe nu. wanneer een werknemer
tijdens zijn diensttijd een onrecht
matige daad begaat die buiten de
taak valt die hem door zijn werk
gever is opgedragen? In het alge-
VOOR SCHADE VEROORZAAKT
DOOR WERKNEMERS?
meen is ook dan de werkgever ver
antwoordelijk. In het beroemde ar
rest van de Voorburgse politie (H.R.
4 november 1939) besliste de Hoge
Raad:
„De verantwoordelijkheid, bedoeld
in het 3e lid is niet beperkt tot scha
de. veroorzaakt door daden die on
dergeschikten verrichten ter uitvoe
ring van hun opgedragen taak. Zij
strekt zich mede uit tot schade ver
oorzaakt door daden welke buiten
die taak vallen, doch daarmede in
zodanig verband staan, dat zij zijn
te beschouwen als verricht in werk
zaamheden, waartoe de onderge
schikten worden gebruikt"
Is dus de onrechtmatige daad be
gaan „in de werkzaamheden, waar
toe de ongeschikten worden ge
bruikt". dan is in principe de werk
gever verantwoordelijk.
OOK DE DADER!
Bij dit alles mag niet uit het oog
verloren worden, dat de eigen aan
sprakelijkheid van de werknemer ex
art. 1401 B.W. volledig blijft be
staan.
Wanneer men dus de werkgever
tot schadevergoeding aanspreekt
geeft men zijn rechten t.a.v. de
werknemer geenszins prijs. Zou der
halve de werkgever insolvabel zijn,
of om andere redenen niet tot scha
devergoeding overgaan, dan heeft
men het volste recht terug te vallen
op de werknemer.
De Hoge Raad nam al op 6 novem
ber 1868 een dergelijke beslissing,
met deze woorden: „De aansprake
lijkheid van de ondergeschikte voor
zijn eigen daden krachtens 1401 B.W.
wordt niet opgeheven door 1403
B.W. Deze bepaling stelt slechts de
meester aansprakelijk naast de on
dergeschikte."
Men heeft dus de keus óf de werk
gever óf de werknemer aan te spre
ken, hoewel men in het algemeen
zich eerst tot de werkgever zal wen
den. omdat ze normaliter meer ver
haal biedt dan zijn werknemers.
VERHAAL?
Een andere vraag is of de werk
gever, eenmaal voor zijn werknemer
betaald hebbende, het door hem be
taalde weer kan terugvorderen van
zijn werknemer, omdat deze immers
de onrechtmatige daad begaan heeft
en de werkgever- alleen door de
werkgever/werknemer - verhouding
verplicht was voor de gevolgen van
die onrechtmatige daad op te komen.
Deze vraag is nog zeer onlangs
door de Hoge Raad ontkennend be
antwoord (H.R. 26 juni 1959). De
overwegingen luidden: „Het oordeel
dat een chauffeur, die een verkeers-
fout begaat en daardoor zijn werk
gever schade berokkent, jegens de
werkgever tot vergoeding daarvan
is gehouden, ongeacht de ernst van
de fout, is niet juist, daar de aard
van een arbeidsovereenkomst kan
meebrengen, dat een werkgever de
gevolgen moet dragen van geringe
fouten, die de arbeider bij de ver
richting van zijn werkzaamheden
begaat. Dit is met name het geval,
wanneer een werkgever zijn arbei
der opdraagt als chauffeur deel te
nemen aan het wegverkeer."
Dit arrest is geheel in overeen
stemming met het billijkheidsgevoel
Draagt een werkgever zijn werkne
mer op een auto te besturen, dan is
het volkomen billijk, dat de werk
gever ook opkomt voor de normale
risico's, die aan het rijden met een
auto inherent zijn.
6CHOOLSTRAAT VENRAY
St. Petrus-Banden 671,
O.L.Vr. van Zeven Smarten 900.
Vredeskerk 249,50
Merselo 335,30
Veulen 316,—
Oirlo 310,—
Ysselsteyn 466,38
Oostrum 472,30
Heide 105,—
Castenray 200,
Gez. kloosters 1.120
Leunen 534.34
Vredepeel 181.40
Smakt en Holthees 350,
6.211,32
Een fiets zonder frame is een on
ding, zoiets als een mens zonder
beenderen. Daarom zat de spoorman
erg onthand toen hij merkte, dat hij
zijn frame kwijt was. Met twee wie
len. trappers, een stuur en spatbor
den kan niemand fietsen.
Hij zat er een beetje mee in. want
hy was net bezig geweest zijn fiets
op t« knappen toen dit belangrijke
onderdeel spoorloos verdween. Daar
om ging hij vol vertrouwen naar de
buurman om te vragen, of die mis
schien soms een verdacht persoon
had zien lopen.
Buurman had geen verdachte per
soon zien lopen. Maar buurman las
veel en daarom wist hij veel uit de
boeken. „Praat er maar met niemand
over", zei hy „ik zal zorgen, dat Je
je frame terug krijgt Reken er maar
op, dat frame komt terug!"
De spoorman raakte onder de in
druk van die stellige belofte en zon
der er verder over to praten, ging
hy voortaan op de fiets van zijn
vrouw naar het werk. (terwyi zyn
eigen wielen doelloos in het schuur
tje stonden. Ondertussen begon
buurman zyn onderzoek. Hy ver
scheen op een zondagmorgen zon
derling uitgedost by het huis van de
spoorman. Hy had een regenmantel
van zijn vrouw aangetrokken en een
alpinopetje op zyn hoofd gezet.
Want niemand behoefde te weten,
wat hy daar deed. zei hy. De dader
moest niet in de gaten hebben dat
hy, buurman, naar hem zocht.
De spoorman moest precies aan-
wyzen waar de fiets had gestaan,
toen hy hem uit elkaar haalde.
Buurman haalde 'n vergrootglas uit
zyn zak en bekeek belangstellend de
grassprietjes. Hy plukte er een paar
en stak die in zijn zak. Ook vond hy
een kwartje, dat daar zeker al eens
verloren was. Dat was een belangrij
ke aanwyzing. zei hii en hy stak het
ook in zün zak. Voorts baalde hij
een duimstok tevoorsehyn en mat
enkele voetstappen op, die in het
zand zichtbaar waren. Zachtjes
mompelend schreef hy de maten op.
Vervolgens zette hy zich op een
steen neer en verborg het hoofd in
de handen alsof hy weende. De
spoorman durfde de detective in
diens concentratie niet te storen. Hy
verwy derde zich op de tenen.
Enkele dagen later keerde buur
man terug met zijn vergrootglas. On
der voortdurend mompelen, viste hy
nu een schroef uit het gras. Daarna
vertrok hy de spoorman hoorde er
niets meer van. Nieuwsgierig infor
meerde hij enige tyd later hoe het
met het onderzoek stond. Hy had al
enkele conclusies getrokken, vertel
de hij, maar hij was er nog niet
Misschien zou hy een helderziende
raadplegen. Maar dat wist hy nog
niet zeker, want hij wilde de spoor
man liever niet op kosten jagen.
Na enkele maanden kwam de
spoorman na de dienstdienst thuis
en had een pakje by zich dat per
spoorexpres aan buurman gezonden
was. Uit vriendeiykheid en om
buurman te helpen had de spoorman
het maar mee genomen. Hy liep het
achterhuis van buurman binnen,
maar er was niets of niemand te
zien. Toen hij onverrichterzake huis
waarts wou keren, kwam hit langs
het schuurtje en met de gedachte
dat misschien iemand van buurmans
familie daar zou zijn, opende hy de
deur, maar ook hier niemand. Wel
hing daar aan de muur een fietsen-
frame. Zijn fietsenframe
„Ik had het net gisteren opge
spoord". zei de buurman later arge
loos, maar de politieman die er by
gehaald was geloofde dat niet En na
het verhoor op het bureau bekende
buurman zelf het frame te hebben
gestolen.
„Ik heb het gedaan zonder na te
denken"A klaagde de buurman-detec
tive toen hij in het verdachtenbank
je stond. „Daar zullen we je dan een
poosje tijd voor geven", zei de of
ficier, die twee maanden eist. En de
rechter vonniste conform.
MINISTRIELE GERUSTSTELLING
Minister Den Uyl heeft gerust
stellende woorden gesproken over
de economische situatie van ons
land. In tegenstellng tot verontrus
te professoren, die een depressie op
zien doemen met werkloosheid,
meende minister, dat dit niet zo'n
vaart zal lopen. Hy zegt de inflatie
(geldontwaarding) in de hand te
hebben. Wel waarschuwt hy niet on
voorzichtig met de lonen en prijzen
om te springen. De regering houdt
de prijzen in het oog en meent die
in de hand te kunnen houden.
In tegenstelling tot wat men zou
kunnen verwachten, heeft de Neder
landse bevolking de ministeriële
geruststelling met gemengde gevoe
lens ontvangen. De minister kan nu
wel zeggen, dat hy de prijzen aar
dig in de hand heeft. Maar zy zyn
wel eens meer uit de hand gelopen.
De minister is ongetwyfeld erg knap.
maar wie geeft de garantie, dat hy
de toenemende druk van de prijzen
spiraal kan weerstaan. Aan zijn
voorgangers is dat in ieder geval
lang niet altijd gelukt.
Twee raadscommissies hebben de
begroting voor onze gemeente van
dit jaar onder de loupe genomen cn
daarover schrifteiyke vragen gesteld
aan het college van B. en W. gesteld.
De ene commissie bestond uit
Mevr. Rutten, De Bruyn, Colsen.
Emonts, Maas, Peetere. Ponjee en
van der Sterren. De andere commis
sie uit de heren Bartels. Fleurkcns,
Houben. Jaegers. Jenniskcns. van
Valkengoed en Vermeulen.
Hieronder een korte samenvatting
van vragen dezer commissies en de
antwoorden van B. cn W.
HOE LANG NOG VADER?
Vraag: hoe lang zyn de huidige
reserves nog toereikend om eventu
ele begrotingstekorten op te kunnen
vangen? En wat gebeurt er als die
reserves op zyn?
Antwoord: Het tekort van de be
groting wordt gedekt door deels een
beroep te doen op de algemene re
serve 15.968,—) en deels door een
beroep op de saldi-reserve 287.235).
De saldi-reserves worden gevormd
door de overschotten van vorige
dienstjaren en waren op 1 januari
jj. gegroeid tot by na 1,5 miljoen. De
algemene reserve was toen groot
140.000,—. Er zit dus nog enige
muziek in.
Maar zuinigheid biyft geboden,
o.a. door verlaging van uitgaven
maar daarnaast is verhoging van
eigen inkomsten even noodzakeiyk.
Overigens biyft men hopen op gro
tere rijksuitkeringen, ook al omdat
het overgrote deel der gemeenten
met tekorten zitten.
STRAATBELA8TING EN
STRAATAANLKGBELASTING
Een deel der commissie-leden vindt
de toegezegde verhoging van de
straatbelasting en de mogelijke in
voering van een straataanlegbclas-
ting een ietwat moeiiyke zaak. Ze
willen precies weten wat de bedoe
ling is.
Antwoord: Straatbelasting, zowel
als rioolbelasting zijn bedoeld als
een bijdrage in de jaarlijkse kosten
van onderhoud van straten en we
gen. In vergeiyking tot de kosten
welke de gemeente voor dit onder
houd moet maken, is de opbrengst te
gering.
In onderwyskringen (maar daar
niet alleen) wordt steeds meer ge
klaagd over de verarming van onze
taal en over de steeds geringer wor
dende beheersing ervan. Een deel
ervan kan ongetwyfeld worden toe
geschreven aan de tendenz tot vi
sualisering. Door veel meer gebruik
van foto's en ander illustratie-mate
riaal vervalt byvoorbeeld in de
kranten en tydschriften de nood
zaak van de omschrijving met het
woord.
De televisie draagt het hare ertoe
bij. Men traint zich niet meer van
jongsaf aan in de omschrijving, om
dat de foto en de film het gebeuren
direkt laten zien.
Maar daarnaast moet ook gecon
stateerd worden, dat men steeds
slordiger met de taal omspringt. In
de kranten kan men ieder© dag de
meest ordinaire taalfouten ontdek
ken. In de televisiewereld is de taal
biykbaar ook van zeer ondergeschikt
belang.
Wanneer men soms de Nederland
se ondertiteling ziet bij een film in
een vreemde taal, dan is dat vaak om
te huilen. Op de vreemdste manier
springt men om met hoofdletters,
terwijl men biykbaar weinig notie
meer heeft van de regels, die voor
het voltooid deelwoord gelden. Naar
het gesproken woord voor radio en
televisie kan men beter helemaal
niet kritisch luisteren. De West-Ne
derlandse dialekt-fout om in de eer
ste persoon enkelvoud rustig een t
achter het werkwoord te voegen, kan
men geregeld beluisteren.
En dan hebben w(J het nog niet
eens over de diep-ingewortelde ge
woonte om te pas en onpas Engelse.
Franse en Duitse uitdrukkingen cn
woorden ertussen door te gooien. Het
vakjargon klinkt zo indrukwekkend
en intellectueel: het verraadt alleen
maar een onstellendc luiheid en een
gebrek aan eerbied voor de eigen
taal.
Een strnataanlegbelasting heeft tot
doel een bijdrage te verkrijgen in de
kosten van aanleg van straten en
wegen, derhalve in de kapitaallas-
tcn. Zy beoogt degenen, die profite
ren van de werkzaamheden van de
gemeente en daarvan nu of later de
vruchten plukken, een bijdrage te
laten leveren in dc kosten verbonden
aan de aanleg van die wegen.
By de verkoop van grond door de
gemeente worden in de verkoopprijs
verdisconteerd de kosten van aanleg
van wegen, trottoirs, riolering, ver
lichting. enz. Dit heeft tot gevolg dat
meestal een vry hoge prijs per vier
kante meter moet worden betaald.
Het is daarom biliyk dat particu
liere eigenaren, wier eigendommen
door dc aanleg van een weg of an
dere openbare nutsvoorzieningen
worden ontsloten, bouwrijp worden
gemaakt, of op andere wyzo voor
delen genieten van door dc gemeen
te uitgevoerde werken, een evenre
dige bydragc wordt gevorderd.
BU de vaststelling van het te vor
deren bedrag kan cn zal biliyk-
heidshalve rekening moeten worden
gehouden met diverse omstandighe
den welke zich kunnen voordoen.
Er kan grond bij betroken worden
die niet bebouwd mag worden, tcr-
wyi andere alleen een agrarische
bestemming heeft. By de heffing van
genoemde belasting zal met die fac
toren rekening worden gehouden.
B. en W. stellen uitdrukkciyk dat
het onjuist en onbevredigend is dat
een vrij grote groep inwoners wél
kosten van wegenaanleg c.a. betaalt
in de vorm van een h<»gc m2-priis
by aankoop van grond van de ge
meente, terwijl andere personen,
zonder gemeenschapsbydrago alleen
maar de voordelen van bepaalde
werken, welke door de gemeente zyn
uitgevoerd, zouden incasseren.
De door een der commissieleden
uit zgn. biliykhoidsgrondcn Re-
vraagde terugwerkende kracht van
deze belasting-maatregel, wordt af
gewezen. Dit is technisch onmoge
lijk.
MOF.IIJJKF. RUIMTELIJKE
ORDENING
De raad wenst op korte termyn
een beknopte samenvatting van wat
de nieuwe wet op de Ruimtelijke
Ordening nu wel voor consequenties
heeft.
Deze samenvatting zal worden
verstrekt, maar aangezien de zaak
nog in studie is, weet men niet wan
neer
Door de commisic is t.a.v. dit on
derwerp verder ook aangedrongen
op het meer leefbaar maken van
verschillende nieuwe uitbreidings
plannen o.a. door speelgelegenhcid
voor de kleinere Jeugd, betere par
keergelegenheid enz
De nieuwe wettelijke regeling
richt thans de aandacht meer dan
vroeger op dc bestemming en het ge
bruik van gronden, mede o.a. ter
bevordering van de leefbaarheid in
de nieuwe uitbreidingen. In dat ver
band wordt ook by het opstellen
van nieuwe plannen ruimere aan
dacht besteed aan de algemene voor
zieningen. zoals groenvoorziienng.
speelplaatsen, parkeergelegenheid,
en dergeiyke. Bij het opstellen van
plannen voor uitbreidingen wordt al
een groenvoorziening ingeschakeld.
Daarnaast heeft ook de stedebouw-
kundige een hele staf van deskun
digen op allerlei terrein aangetrok
ken, juist om deze punten in de toe
komst tot in de perfectie geregeld te
krijgen. Maar. zo waarschuwen B. cn
W.. de financiële consequenties van
een en ander kunnen zodanig zijn
dat er weinig van terecht kan ko
men. Dan zijn we dus weer even
ver.
WONINGBOUW
Vraag: Wordt ta.v. de bouwnijver
heid in Venray ook overleg gepleegd
met het Gewestelijk Arbeidsbureau?
Antwoord: Ja. hiermee is geregeld
kontakt over dit punt, tcrwyi ook
met de aannemerspatroonsbond deze
kwestie geregeld besproken wordt
Vraag: Bestaat de mogeiykhcid de
woningbouw in de ongesubsidieerde
sector en dc premiebouw te stimu
leren?
Antwoord: In 1964 werd in die
sectoren 40 woningen toegewezen
(waarvan 20 als vrijetijdsbouw cn
Bogaerswoningen). In 1965 was dat
aantal reeds 00. Men verwacht dat
deze stijging in 1966 door zal gaan.
terwijl een nieuwe regeling ta.v. dc
premies deze bouw wellicht zal sti
muleren. Hoe die regeling er uit ziet
hoort de raad binnenkort
VRIJGEZEIXENFLAT8
Vraag: Komen er in Venray vrU-
gczellcn flats?
Antwoord: Er zijn onderhandelin
gen gaande om to k<*ncn lot de
bouw van een vrijgezellenflnt aan
de Westsingel. Daarnaast wordt de
stichting overwogen van een flat
gebouw op de hoek Pa ter*» trant
Oude Oostrumseweg. waarin naast
winkels, kantoren en woningen, ook
gedacht wordt aan een aantal woon
eenheden voor alleenstaanden Wan
neer die plannen concreet zijn,
hoort men er nader over
Vraag: Waar biyft de nieuwe
bouwverordening?
Antwoord: Hier wordt met man
cn macht aan gewerkt, maar men
heeft te maken met vele cn aller
hande instanties. Men hoopt echter
in dc eerste heft van 1966 dc nieu
we verordening in de raad tc bren
gen.
DOORSTROMINGSMAATRKGEIJEN
Vraag: Wat denkt dc gemeente
te doen om dc doorstroming te be
vorderen van huurders van goedko
pere woningen naar duurdere wo
ningen. indien deze daar kapitaal
krachtig genoeg voor zyn?
Antwoord: De minister heeft on
langs maatregelen vastgesteld waar
door gemeentebesturen een door
stroming in dc woningvoorraad kun
nen bevorderen.
Op grond daarvan kunnen aan de
gemeenten bydragen ineens van
rijkswege worden verstrekt waar
door in gevallen, die daarvoor naar
hel oordeel van het gemeentebestuur
in aanmerking komen, op enigerlei
wyze kan worden bijgedragen in de
kosten van nieuwe huisvesting van
hen. die woonruimte vrijmaken om
andere, aan hun omstandigheden be
tere aangepaste woonruimte te be
trekken. S
De ryksbydrage is samengesteld
uit een bedrag van 50.— per wo
ning of woningeenheid, gereedgeko
men in het Jaar voorafgaande aan
dat van de aanvrage, vermeerderd
met een bedrag van 0.50 per inwo
ner van de gemeente nnnr d© toe
stand op 31 december van dat jaar.
Voorwaarde voor het verkrijgen
van de bedoelde bydragc ineens is.
dat de gemeente een zogenaamd
..doorstromingsfonds" vormt, waarin
die bijdrage wordt gestort cn waarin
dc gemeente ook desgewenst van
haar kant bydragen kan storten. Dc
gemeente kan zelf bepalen aan wie.
op welke wijze en tot welk bedrag
zij een tegemoetkoming wil verlenen
in de hierboven bedoelde kosten.
Opgemerkt mag worden, dat in dc
regeling gesproken wordt van „aan
hun omstandigheden beter aange
paste woonruimte".
Dit houdt in. dat onder de rege
ling ook kunnen vallen verhuizingen
van een grotere naar een kleinere
woing. bv. door bejaarden cn van
een duurdere naar «vn goedkopere
woning. Dc beoordeling in deze is
aan het gemeentebestuur overgela
ten.
Nagegaan wordt thaa-% of en in
welke mate aan bepaalde bewo-
ningsverschuivingcn in onze ge
meente behoefte bestaat, opdat in
samenhang met hel tc voeren woon-
ruimtebelcid. aan de doorstromlngs-
regeling de gewenste uitvoering ge
geven kan worden.
Hoe een en ander gaat. daarover
hoort men later nog.
ERFPACHT
Een der commissieleden vroeg of
het geen aanbeveling verdiende
gronden in erfpacht uit te geven
voor woningbouw. De gemeente
blijft dan eigenares, heeft later geen
mociiykhedcn by eventuele uitvoe
ring van openbare werken en de
waardevermeerdering van dc grond
komt in de gemeentekas.
B. cn W. menen in hun antwoord,
dat onderscheid gemaakt moet wor
den tussen uitgifte van grond in erf
pacht voor woningwet bouw en voor
particuliere bouw. In het eer»te ge
val wordt deze vorm wel toegepast
om een wonmgvereniging in dc ge
legenheid tc stellen reserves te vor
men om de continuïteit van haar
werkzaamheden tc verzekeren. Een
dergelyke uitgift© voor particuliere
bouw wordt moeilijker omdat de
erfpachtslermyn over hel algemeen
langer gesteld moet worden dan dc
geschatte levensduur van dc daaqpp
te stichten woning.
Een nader onderzoek wordt inge
steld naar de voor- en nadelen van
deze materie, mede gelet op d« er
varingen elders.