kolen damp caballero ikk MARTENS PONTIAC CAMPS missiezondag 24 oktober Politierechter WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Neemt criminaliteit toe BLAUPUNKT televisie komt van VRIJDAG 22 OKTOBER 1965 No. 42 - ZES EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 ADVERTENTIEPRIJS 8'/i ot. p. mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten Venray 2.—) C.B.S. ONTHULT VERRASSENDE FEITEN AANTAL MOORDEN EN ZEDENDELICTEN NEEMT EER AF DAN TOE In de afgelopen maanden hebben enkele geruchtmakende moorden en een nog groter aantal zedenmisdrijven ernstige ongerustheid on der de bevolking gewekt. Allerwegen werd de mening verkondigd, dat deze vormen van criminaliteit toenemen en dat men kinderen nauwelijks meer op straat kan laten spelen, noch dat het verant woord is dat een vrouw zich 's avonds zonder begeleiding op straat begeeft. Maar is de gewelds- en seksuele criminaliteit toegeno men? Aan de hand van de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek kan men aantonen, dat de geweldsmisdrijven beslist geen toeneming vertonen en dat het aantal zedendelicten vergele ken met voor de oorlog minder is toegenomen dan men zou veron derstellen. TOENEMING VERKEERSDELICTEN BAART MEER ZORG! De aandacht die de publiciteits media aan de criminilaliteit schen ken, en krachtens hun nieuwskarak- ter wellicht ook moeten schenken, versterkt de indruk dat wij in Ne derland nauwelijks meer veilig zijn en dat ons kleine land geterroriseerd wordt door zedendelinkwenten, moordenaars, nozems en andere boosaardige lieden. Als er een moord is gepleegd, krijgt die soms lange tijd de aan dacht van de publiciteitsmedia. Eerst wordt bericht dat de moord is ge pleegd, vervolgens worden de akti- viteiten van de recherche om de moordenaar te vinden in het licht gesteld en wordt daarna de moorde naar gevonden, dan is dat natuurlijk ook nieuws. Later leest men nog over de berechting. Hebben er drie moorden in korte tijd plaats, dan leest men zoveel over moord, dat men de indruk krijgt dat Nederland een land is waar men elkaar voort durend naar het leven staat." „De zogenaamde toeneming van het aantal gewelds- en zedenmisdrijven bestaat meer in de verbeelding en de publiciteit dan in de werkelijk heid", zo meent men op het depar tement van justitie. „Natuurlijk is 'n moord altijd 'n schokkende gebeur tenis, die emotionele reacties oproept maar hieruit mag men niet conclu deren dat dit soort misdrijven wer kelijk toeneemt. NIET MEER MOORDEN Aan de hand van gegeven van het Centraal Bureau voor de Statistiek is aan te tonen dat deze stelling niet op een loze bewering berust. De statistieken spreken alleen van feiten, die bij de polite zijn aange geven, maar ten aanzien van ge weldsmisdrijven zijn zij het be trouwbaarst, omdat dit soort delic ten altijd aangegeven wordt. Wat zeggen de tot en met 1962 bij gewerkte statistieken over agressie ve (tegen leven en personen gerich te) misdrijven? In 1948 werden in Nederland 15 personen wegens moord veroordeeld; in 1949 14; in 1950 10; in 1951 7. Enkele jaren later is het beeld: in 1958 14; in 1959 5; in 1961 7; in 1962 9. In 1938 en 1939 bedroegen deze cijfers 7 en 3. Wat doodslag betreft: in 1948 wer den ter zake van dit misdrijf 28 personen veroordeeld; in 1949 33; in 1950 17; in 1951 22; in 1958 24; in 1960 23; in 1961 22; in 1962 20. In 1939 werden in ons land liefst 33 personen wegens doodslag veroor deeld. Beziet men het beeld van de agressieve criminaliteit vanaf het begin van deze eeuw, dan blijkt uit de officiële cijfers dat deze crimina liteit in de jaren 1910-1930 sterker was dan nu! SCHOOLSTRAAT VENRAY SEKSUELE MISDRIJVEN ingewikkelder ligt het bij de ze denmisdrijven. Lang niet alles wordt aangegeven. De vraag is of door de grote publiciteit niet meer aangiften i worden gedaan dan vroeger. Vak mensen zijn van mening, dat vooral onder jongelui die op dit gebied meer wordt getolereerd dan vroeger. Bovendien is het opvallend dat jon ge meisjes van mannelijke leeftijd genoten meer accepteren dan van oudere mannen. Een oudere man kan geprikkeld worden door de uit dagende houding, die een meisje te genover jonge mannen aanneemt, dan roept ze de politie. Nemen de zedendelicten toe in Nederland? In 1959 werden 2523 ze denmisdrijven berecht, in 1960 2545, in 1961 2518, in 1962 2122. Hier is dus sprake van een dalende trend. In 1950 lag de seksuele criminali teit zelfs hoger dan nu, hoewel de bevolking is toegenomen. Sinds 1960 zet deze daling door, hoewel juist sinds dat jaar. toen enkele ge ruchtmakende misdrijven werden gepleegd (bijv. de moord op Joke Groeneveld in Venlo) hardnekkig wordt beweerd dat het aantal aan randingen toeneemt. De cijfers tonen ironischerwijs het omgekeerde aan. in 1939 werden in ons land 1689 veroordelingen betreffende zeden misdrijven uitgesproken. Dat waren circa 450 minder dan in 1962, maar als men de bevolkingsgroei in aan merking neemt, is de toeneming van deze criminaliteit minder groot dan dikwijls wordt gesuggereerd. MEER VOORLICHTING? Wat ons frappeert is dat wanneer de statistieken vermelden dat de ge welds- en seksuele criminaliteit niet of nauwelijks toeneemt, deze cijfers vrijwel nergens gepubliceerd wor den. Zodra de cijfers aanzienlijk stijgen, zou dat onmiddellijk bekend worden gemaakt, want dan pas is het nieuws Wat verder opvalt is, dat zeden misdrijven meer emoties oproepen dan ernstige misdrijven van andere aard. De moorden op Corrie Hofman in Eindhoven en op Piet Frijns in Valkenburg wekten in het hele land verontwaardiging, en terecht. Maar toen een Amesterdamse wielrenner door 2 penose-jongens op de wieler baan werd gesmeten, vlak voor de aansnellende motoren, verschenen daarover geen ingezonden medede lingen in de kranten, hoewel dit juist een in koele bloede gepleegd mis drijf was, zorgvuldig beraamd en met groot raffinement uitgevoerd VERKEERSDELICTEN De criminaliteit over het geheel genomen is wel gestegen. Maar die stijging komt niet op rekening van de agresseve misdrijven, maar op die van vermogensmisdrijven en verkeersdelicten. Ronduit verbijsterend is dat het publiek zich niet zo bezorgd toont over de toeneming van ernstige verkeersdelicten. Juist die is veront rustend. In 1959 werden 353 perso nen veroordeeld wegens dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld op grond van art. 36 der Wegenver keerswet. In 1962 was dit al 499, een toeneming van 146 in enkele jaren tijds. Van alle zijden worden moeders gewezen op 't gevaar van kinder lokkers, maar als men de crimine le statistieken bekijkt, is er nog veel meer reden hun te wijzen op het gevaar van verkeersdeelne mers die op onverantwoorde wijze hun voertuig besturen en daardoor een grotere bedreiging voor het le ven van anderen vormen dan het gros van de zedendelinkwenten of welke andere misdadigers ook. Rest de nozems. Daarover wordt zoveel geschreven, dat ook hierdoor de gedachte dat het onveilig wordt in ons land wordt versterkt. De men sen zeggen dat je tegenwoordig met al die nozems nergens meer veilig bent. Maar als die nozems een rel schoppen bij het Lieverdje, gaan de mensen juist kijken. Voelt Uzich moe Futloos, dag in dag uit? Laat Sanatogen U helpen. Neem het dagelijks en merk hoe Uw oude energie en levenslust terugkeert. f Sanatogen Het versterkend middel voor jong en oud De eerste doden tengevolge van kool-monoxyde-vergiftiging of mis schien duidelijker door kolendamp zijn reeds gevallen. Oorzaak bleek ook hier weer te zijn een verstopte schoorsteen. Nu hoor ik al mensen zeggen: „O, maar zoiets komt bij mij niet voor". En ik geef ze gelijk als ze elk jaar de schoorsteen laten vegen en de circulatie-kanalen van de haard la ten schoonmaken. Want dat laatste wordt vaak vergeten. En die dingen zijn slechts nauw en kunnen ook verstopt raken. ïn Helmond waren 4 doden in dit jaar voor de gemeente aanleiding om de brandweer de opdracht te ver strekken bij alle gepensioneerden 'n onderzoek te laten instellen naar de toestand van de haard, de schoor steen en de verbindingspij pen en roetzakken. En er zijn al heel wat kwalijke dingen aan het licht geko men. Zou het hier anders zijn? Kolendamp-vergiftiging komt vaak voor bij oudere mensen. Omdat ze te zuinig zijn bij het stoken en vaak in plaats van goede kolen een hele hoep rommel mee opstoken, zoals aardappelschillen en ander afval, tot zelfs oude schoenen toe. Dat vormt natuurlijk een veel sterkere roet- neerslag dan anthraciet. GEVAARLIJK GAS Tegen kolendampvergiftiging is een van de voornaamste dingen die men kan en moet doen: ieder jaar de schoorsteen vegen. Niet alleen om dat het bij gemeentelijke verorde ning verplicht is, maar omdat het uw leven kan uitmaken. Kool- monoxyde is namelijk een zeer ge vaarlijk gas. De eerste verschijnselen zijn hoofdpijn, maar ademt U meer in dan wordt U misselijk en worden uw spieren zo zwak dat U niet eens meer in staat bent een deur of raam open te zetten. Hoe komt het nu dat een schoor steen verstopt raakt en kool-mono- xyde de kamer binnendringt? Het antwoord is simpel: omdat de schoorsteen niet warm genoeg is, of beter kouder is dan de buitenlucht. Dan ontstaat er geen trek en de rook ontleedt zich reeds in de schoorsteen. De rook bestaat name lijk uit verschillende bestanddelen, o.a. roet, zwavel en koolmonoxyde. U kunt dat proces het beste verge lijken met het afkoelen van stoom: dan vormt zich weer water. NIET AFDEKKEN Vooral in herfst en lente wordt er niet dag en nacht gestookt. Dan is het zaak bij het aanmaken van de kachel enkele dagen goed door te stoken. Kijk niet op een kitje kolen meer of minder en dek de haard niet direct af. Vooral na deze voch tige zomer is uw schoorsteen over- zadigd van het vocht. Uw schoorsteen zal eerst droog moeten zijn om die temperatuur aan te nemen, die een goede doorstro ming van de rook bevordert. Weet U de schoorsteen niet zo warm te sto ken dat de rook een temperatuur heeft van 70 graden Celcius, dan ontleedt de rook zich in de schoor steen. Met alle nare gevolgen van dien. Er is nog een ander aspect aan de zaak. Nieuwe haarden, vooral de convectoren eisen een zorgvuldige behandeling, vooral als men een convector plaatst in een wat ouder huis met brede schoorsteen. De voorgeschreven breedte van een convector dient namelijk 12 tot 15 cm te bedragen. Een convector heeft een groot rendement. Slechts 15 procent van de warmte gaat ver loren via de schoorsteen. Deze moet dus smal zijn, om snel warm te wor den. Maar sluit men een convector aan op een oude, brede schoorsteen, dan wordt deze niet snel warm, waardoor dus vervuiling van de schoorsteen optreedt, omdat de rook zich ontleedt in de schoorsteen. Klachten van mensen die een con vector hebben aangesloten op een oude schoorsteen zijn dan ook veel vuldig en dat terwijl ze met hun oude haard nooit last hadden. Maar deze gaf dan ook ongeveer 55 pro- jcent van de warmte vrij aan de schoorsteen, waardoor deze wel snel verwarmd werd en goed „trok". Er bestaat wel een oplossing voor dit probleem, maar de oplos sing ervan is vrij kostbaar. Provi sorisch kan men het schoorsteen kanaal wel versmallen door er een smalle buis in aan te brengen, maar etemiet- en asbestbuizen hebben de handicap dat ze bij te grote hitte wel eens kunnen barsten, met alle gevolgen van dien. Het is dus zaak om uit te kijken wat men gaat doen. HULP Maar voor alles is het zaak om elk jaar de schoorsteen te laten vegen,, in het begin van het kachelseizoen de kachel goed te laten doorbranden om de schoorsteen droog en op tem peratuur te krijgen. Dan zult U praktisch nooit last krijgen van ko lendampvergiftiging. De vraag mag gesteld worden of hier niet als in Helmond de brandweer b.v. eens ex tra aandacht gaat schenken aan de stookgelegenheid van de bejaarde mensen; zo zij er om vragen. Pontiac Hydraulica, 100% waterdicht encondensproof Kloek van vorm en toch elegant. Uiterst nauwkeurig. Grotestr. 16 Tel. 1261 Venray GEEF ROYAAL! De missionarissen hebben uw hulp nodig. Op 13 oktober j.l. sprak de Nederlandse Missiebisschop Mgr. de Reeper op het concilie als volgt: „Wanneer ik terug kom bij mijn missionarissen in de bush, vragen zij mij beslist NIET in de eerste plaats, welke nieuwe theologische denk beelden over de missie in het Con cilie naar voren gekomen zijn, zij willen wel weten op welke concrete hulp zij nu kunnen rekenen, én voor de Evangelisatie én voor de onder komen mensen, waaronder zij wer ken." (In Kisumu, Kenya, Afrika waar de bewoners slechts een gemiddelde leeftijd van dertig jaar bereiken!) „Het is ontstellend", zegt Mgr. De Reeper „hoe onefficiënt velen in de missie moeten werken, wat er aan tijd en kracht verspild wordt, voor wij aan onze taak toekomen. Dus eerste gedwongen werk is bedelen en nog eens bedelen. Wij moeten eindeloze brieven schrijven en verre reizen maken om aan de minimale basis te komen voor ons werk. Het principe, dat heel het Volk Gods verantwoordelijk is en moet deelnemen aan de ver breiding van het Evangelie, wacht thans ook onder het financieel as pect op verwerkelijking. Mgr. De Reeper was de spreker van meer dan honderd zijner mede bisschoppen. Geef gehoor aan deze oproep! Geef royaal op Missie-zondag. 24 oktober! Hieronder een brief van de Ven- rayse Pater R. Camps o.f.m. Ook daaruit blijkt hoe nodig onze mate riële hulp is en hoe ze op prijs ge steld wordt. Sukarnapura, 31 augustus 1965 Sinds de laatste twee maanden heb ik in de Peel en Maas (waarop we hier geabonneerd zijn, maar die helaas ongeveer een half jaar na da tum komt), het verloop van de „Schoppen-Troef-Atie" kunnen vol gen. In de laatste Peel en Maas die ik ontving, die van 16 april, staat de laatste verantwoording en ik ben werkelijk dankbaar voor het resul taat van jullie actie. Want tegelijk met deze einduitslag, zijn ook de schoppen zelf aangekomen. Aange zien ik sinds een maand of vijf als tijdelijk prokurator van de O.F.M. missie in Irian ben aangesteld, heb ik ze zelf aan de boot in ontvangst kunnen nemen. Hardstikke goed. dat zijn nu precies die schoppen die we hier zo uitstekend kunnen gebrui ken en waar de mensen heel wat over over hebben. Het comité van „Schoppen-Troef' mijn hartelijke dank voor alle moeite en werk en tijd hieraan besteed. Ik zou er wat voor over hebben om jullie getuige te kunnen laten zijn van de ont vangst van zo'n partij schoppen. 250 stuks, inderdaad, daar mee is schop pen troef! Nu moeten jullie niet menen dat we daarmee Sinterklaas gaan spe len. Iets voor niets doen of geven, kennen deze primitieven nu eenmaal niet en ook als wij het doen uit pure christelijke naastenlefde, begrijpen ze daar niets van. Achteraf hoor je wel eens dat ze je voor getikt ver slijten. Dat is natuurlijk niet erg, in tegendeel St. Paulus heeft het daar ook over. In deze omstandigheden is het mooie echter, dat deze eenvou dige stukken gereedschap voor ons in een gebied dat nog in zijn eerste stadium van openlegging verkeert, uterst waardevol zijn. Voor het aan leggen van een tuin, voor het gra ven van sloten, voor het maken van een omheining, voor de aankoop van houten palen, enfin voor al die werkjes die nodig zijn in het begin- stadum, vormen die schoppen niet alleen een waardevol betalingsmid del, maar tevens een uitstekend kon- taktmiddel. Zo gauw bekend is ge worden dat de pater schoppen heeft aangekregen, of bijlen of hakmessen, komen ze van alle kanten aanzetten. Dagenlang zitten ze rond je huis om te weten te 'komen hoe zij zo'n schop, hakmes of bijl kunnen ver dienen. Men zegt wel eens: „no ta- bacco no halleluja", van jonge pri mitieve christengemeenschappen, die alleen maar alleluja zingen opdat ze na afloop een strootje mogen opste ken. In de Baliem hebben we echter nog geen christenen, daar moeten we eenvoudig weg de mensen nog voor ons zien te winnen en daarbij vormt datgene wat je kunt bieden het voornaamste aantrekkingspunt Meen niet dat ze onze blanke huid zo interessant vinden; daar zijn ze gauw op uitgekeken! De Ba- liemer is té realistsch en stelt heel duidelijk voorop in zijn kontakt met ons missonarssen: „£n hoeverre word ik er beter van, ga ik er op vooruit?" Dat is het wat hem voor lopig het meeste interesseert. Wij mogen hem niet kwalijk nemen dat hij nog zo denkt. Wij mogen blij zijn dat hij zo realistisch is, want dit geeft hoop voor de toekomst. Als het zo ver komt. dat hij straks christen gaat worden, dan weten wij nu al, dat het goede christenen zul len zijn, want ook daarin zullen ze realistisch zijn! De enkele tientallen jongens die het resultaat zijn van ruim 7 jaren missiewerk, geven in ieder geval alle hoop voor de toekomst. Ze hebben 'n sterke overtuiging, zijn plichtsge trouw, en onder die weinigen zijn enkele echte apostelen. Zoals ik boven schreef, ben ik sinds 5 maanden niet meer in de Balim werkzaam. Maar dit is tijde lijk, hoogstwaarschijnlijk dat ik over een maand of 34 weer terug zal gaan naar de Baliem. Ofschoon er onlangs weer een oorlogje was vlakbij de post van een onzer missionarissen, met als gevolg 34 doden, zijn er toch zekere tekenen dat er een kentering begint te ko men. De scholen en schooltjes begin nen wat beter te lopen en de animo ervoor wordt groter. Het beste re sultaat is wel, dat we dit jaar drie jongens die de lagere school geheel hebben afgekregen, hebben door kunnen sturen voor verdere oplei ding: 2 voor onderwijzer, 1 naar de middelbare school. Van de Missie Jeugd Club te Ven ray kreeg ik met dezelfde zeepost hun blad toegestuurd, tegelijk met een briefje van de hoofdredacteur Bert Janssen en een foto van de „Schoppen-Troef" wagen van Car naval. Hardstikke aardig! In het laatste bericht in Peel en Maas staat ook vermeld dat de 5e klas van de Petrus-Bandenschool 5 schoppen „in natura" bij elkaar kreeg. Wilt U die leerlingen namens mij hartelijk groeten en danken. Beste mensen, tenslotte nogmaals mijn hartelijke dank voor uw hulp en van de leden van het Parochieel Missie-comité, nl. H. Koch en G. Koenen. Waarschijnlijk dat ik over twee jaar op verlof kom en we el kaar dan nog persoonlijk kunnen ontmoeten. Met beste groeten, jullie dankbare missionaris, Pater Rombout Camps o.f.m. Misi Katolik - Sukarnapura Irian Barat - Indonesia. anders dan andere CONSTANTt KWALITEIT - 25 STUKS f L25 „Ik heb dat konijn wel gestolen meneer de rechter, maar wat moest ik? 't Was om zo te zeggen een ge val van overmacht", zo verweerde zich de verdachte. Maar de rechter wilde niet aannemen, dat iemand door de omstandigheden wordt ge dwongen andermans konijnen te ste len. Daarom kreeg de jongeman een week voorwaardelijk en nog vijf en twintig gulden boete bovendien. In de grond van de zaak bleek het een menselijke liefdesaffaire met dierlijke achtergrond. De jongen had een meisje leren kennen. Zij was, vond hij, anders dan alle andere meisjes en het aardige van het ge val was, dat het meisje hem ook an ders vond dan alle andere jongens. Deze opvattingen resulteerden in lange wandelingen bij maneschijn en sterrenlicht, tot de moeder van het meisje vond, dat die knul maar eens aan moest komen om kennis te ma ken. Dit nu is een van de moeilijkste momenten in een mannenleven. De jongeman zag er ook erg tegenop. Hij vond, dat hij iets mee moest brengen. Een bosje bloemen vond hij zo alledaags en bovendien zou hij daarmee wel de aanstaande schoon moeder. maar waarschijnlijk niet de aanstaande schoonvader plezieren. Maar het meisje hielp hem uit de nood. „We eten 's zondags altijd kip" zei ze. „Breng een vette kip mee, dn ben je welkom." Aldus werd besloten. De jongeda me vertelde haar moeder, dat de voor a.s. zondag geen vlees behoefde te worden gekocht. Haar aanstaande zou voor kip zorgen. De aanstaande kon echter niet voor kip zorgen, want hij had geen geld. De getergde jongen bracht lange slapeloze nachten door in zijn zorg om een vette kip. Hij begreep, dat hij niet met lege handen kon aankomen. Zijn toekomst hing om zo te zeggen van een kip af. Maar za terdagsmorgens had hij nog niets. Die nacht lag hij te woelen in zijn bed tot het misdadig plan in hem rijpte: hij trok zijn pantoffels aan en gapte in piama het konijn van de buurman. Daarmee vond het buurkonijn een ontijdig einde, want het had uitstel van executie tot Kerstmis. Overi gens viel alles een beetje tegen, want schoonmoeder had nu eenmaal op kip gerekend. Schoonvader echter vond na zoveel jaren van kipzonda gen een konijnenzondag wel een prettige afwisseling. In hemdsmou wen zette hij zich aantafel om zün aandeel in het van misdrijf afkom stige boutje te gaan genieten. De jongeman at niet veel. Hij ver deelde zijn aandacht tussen het meisje en de angst voor ontdekking. Halverwege de maaltijd verslikte hij zich. Er werd namelijk gebeld en de wachtmeester stond op de stoep om de rest van de maaltijd in beslag te nemen. De gunstige indruk bij de a.s. schoonouders was daarmee vrijwel teniet gegaan. Niemand lustte meer een hap toen de adspirant schoon zoon naar het politiebureau werd geleid voor het verhoor. Het werd een galgenmaal, voor allemaal. Nu stond hij in het verdachten bankje. Een geschokt man, want de schoonouders willen niets meer van hem weten. Zo bezag de rechter hem ook. „Van die verkering komt nu natuurlijk niets meer", zei hij. Het gezicht van de verdachte klaarde op. „Neen", zei hij, „geluk kig niet. Want haar vader heeft sinds zijn trouwdag al meer dan dui zend kippen opgegeten. En dat hing mij ook boven het hoofd. „Je kunt er die boete wel voor over hebben, om dat te ontkomen", vond de politierechter.

Peel en Maas | 1965 | | pagina 5