(ampS
JEUGD ONDERZOEK
gaat b
eginnen
N.-Limb. industrialisatie
in gevaar
Belangrijke tussenfase in het
Lollebeekplan
Gouden Zusters
op St. Anna
VRIJDAG 16 APRIL 1965 No. 15
ZES EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN
GROTESTRAAT 28 POSTBUS
MUNCKHOF N.V. VENRAY WPRffRï AH VOOP VPNPAY RW ADVERTENTIEPRIJS 8«/i ct. p. mm. ABONNEMENTS
ITE L. 1512 GIRO 1.05.06.52 ÜIul\DL#/iU V WVJi\ V UlllXn I WIYIO 1 1\ UIV.UH PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten Venray 2.—)
Venray's jeugd mag niet klagen, zou men zo zeggen. Als men b.v.
de gemeentebegroting doorkijkt, vindt men daarin grote bedragen
gereserveerd voor de jeugd en voor de jeugdorganisaties. Maar
desondanks voelen verantwoordelijke mensen zich niet heel geluk
kig. Want hoeveel Venrayse meisjes en jongens nemen nog aktief
deel aan de verschillende vormen van jeugdwerk, die we in onze
gemeente kennen en zijn de betrokkenen met de bestaande vormen
van jeugdwerk wel tevreden?
Waarom nemen ze hieraan deel en waarom niet?
Men zou de vraag ook anders kun
nen stellen, nl. op welke wijze be
steedt de Venrayse jeugd zijn vrije
tijd en is die jeugd daarmede tevre
den? Eerst als men het antwoord op
die vraag vindt, kan men zeggen of
al dat geld wat hieraan besteed
wordt en al die tijd en moeite ook
het grootst mogelijke rendement
geven.
Want uit dat antwoord zal dan
blijken wat de jeugd aanspreekt en
wat ze nog graag zou wensen, wat
er gedaan moet worden om de nieu
we situatie die de vrijetijdsbesteding
ook en vooral voor de jeugd met zich
brengt, te meesteren en wel zo, dat
de jeugd daar het meest mogelijke
profijt van heeft.
Men heeft zich daarover in verant
woordelijke kringen al in 1958 zor
gen gemaakt en in interne kring
hierover menigmaal gesproken. Maar
hoe het antwoord te vinden?
MGR. HOOGVELD INSTITUUT
Men is toen op de gelukkige ge
dachte gekomen op het Mgr. Hoog
veld Instituut uit Nijmegen te hulp
te roepen. Dit instituut geeft advie
zen voor de opvoeding van de rij
pende jeugd op grond van weten
schappelijke onderzoekingen. Een
dergelijk onderzoek zou ook voor
Venray, deze snelgroeiende gemeente
met een groot aantal georganiseerde
en ongeorganiseerde meisjes en jon
gens in de leeftijd van 14 tot 19 ja
ren, van groot belang kunnen zijn.
Een dergelijk wetenschappelijk
onderzoek kost echter kapitalen en
voordat die er (gedeeltelijk) waren,
was men weer een paar jaar verder.
De gemeente had echter al de hel
pende hand gereikt met een subsi
die van 75°/o in de kosten tot een ma
ximum van 15.000,Toen moest
er nog een 'Stichting geformeerd
worden, die dan tevens als een soort
begeleidingscommissie bij dit onder
zoek zou fungeren en ook dat kostte
weer tijd, zodat we 1965 schrijven,
voordat we nu werkelijk een derge
lijk onderzoek gaan krijgen.
HOE GAAT ZO'N ONDERZOEK?
is de vraag die we Pater Dr. Stoop
stelden, een van de voormannen van
het Mgr. Hoogveld Instituut. Be
dachtzaam kwam toen het antwoord,
dat de vraag hoe men dit onderzoek
zal gaan opzetten nog voorwerp van
studie is. Een ding is zeker, in mei
a.s. zal gestart worden met wat men
zou kunnen noemen de inventarisa
tie van Venray's jeugd. Via het be
volkingsregister, via ledenlijsten van
jeugdverenigingen e.d. wordt een
overzicht samengesteld van de jeugd,
hun leeftijdsopbouw, hun aantallen
e.d. Intussen zal de staf van het
Hoogveld Instituut, waarin verschil
lende psychologen zitting hebben,
zich beraden welke methoden er ge
bruik zullen worden om de mening
te peilen van deze jeugd over hun
vrijetijdsbesteding, over hun jeugd
vereniging, kortom over al die vra
gen, waarop mén graag een ant
woord zou hebben om het uiteinde
lijke rapport zo duidelijk mogelijk te
doen zijn.
Men kan daarvoor verschillende
methoden volgen als enquêtes, inter-
vieuws met de jeugd en met jeugd
leiders, maar wat men-zal gaan dpen
en hoe, dat staat nog niet vast. Wel
hoopt men dat voorname onderdeel
van het onderzoek, waar, voor zover
nodig ook studenten van de Nijmeeg
se Universiteit worden ingeschakeld,
in sepember a.s. te beginnen.
GEEN BOEMANNEN
Pater Dr. Stoop waarschuwde wel,
dat men dit onderzoek niet moet
zien - als een kritiek op bestaande si
tuaties, op bestaande verenigingen.
De ervaring leert schijnbaar dat
sommige mensen zulk een onderzoek
zien als het zoeken naar fouten en
feilen. Zulks is beslist niet het geval.
Natuurlijk zal men bij dit onderzoek
lacunes en tekorten ontdekken, maar
dan kan men dit tenminste gaan op
heffen. De goede dingen die er zijn,
zullen de waardering krijgen, die ze
verdienen. Dit onderzoek is geen kri
tiek, maar wil positieve hulp geven
aan de Venrayse jeugd en daar zal
toch iedereen het nut en de nood
zakelijkheid wel van inzien.
BEGELEIDINGSCOMMISSIE
In dit verband is het werk van de
zgn. begeleidingscommissie zo voor
naam. In deze commissie hebben zit
ting mej. Camps uit Ysselsteyn, Ka
pelaan Driessen en de heren Drs. v.
Noorden, Stemberg, van Batenburg,
Colsen, Rippe, Rats, Janssen (hoofd
MULO) en Claessens uit Oirlo. Ze
vormen als het ware de contact
commissie tussen de onderzoekers en
de Venrayse jeugd, zorgen voor de
nodige contacten en helpen waar het
mogelijk is.
Maar nog belangrijker lijkt o.i. dat
hen de taak wacht minstens tot 5 ja
ren na uitkomen van het rapport
over dit onderzoek (waarschijnlijk
mei 1966) te zorgen dat de suggesties,
die dit onderzoek ongetwijfeld naar
voren brengt, ook verwezenlijkt zul
len worden. Deze commissie is dus
feitelijk de garantie dat wat dit on
derzoek oplevert, ook gedaan en uit
gevoerd wordt. Ze voorkomen daar
mede dat het rapport in de een of
andere lade een zachte en kalme
dood sterft, maar zorgen integendeel
dat het volledige werkelijkheid
wordt en zo voor 100 procent zijn re
sultaten zal hebben tot voordeel van
Venray's jeugd.
We hebben de laatste jaren bij de
behandeling van Venray's begro
ting wel eens smalend gevraagd
waar toch in 's hemelsnaam dat
toegezegde jeugdonderzoek in onze
gemeente wel bleef. We hebben
niet vermoed dat achter de scher
men reeds bergen werk verzet z(jn,
cok al om de zaak financieel rond
te kragen. Maar dat leed schijnt
nu gelukkig voorbij, er wordt bin
nenkort gestart en we kunnen al
leen maar hopen en vertrouwen
dat de gelden, hierin geïnvesteerd,
rijke en grote vruchten mogen af
werpen voor onze jeugd. We ne
men dan op de koop toe dat Ven
ray met dit wetenschappelijk
jeugdonderzoek de primeur in
Noord-Limburg heeft.
HEITJE VOOR EEN KARWEITJE
Gidsengroep „St. Oda"
Parochie St. Petrus-Banden
In geheel ons land houdt de gid-
senbeweging de aktie „Heitje voor
een karweitje" op woensdag en don
derdag in de Paasweek. De gidsen
melden zich daarvoor in uniform
aan uw voordeur. Om U niet meer
lastig te vallen dan nodig is over
handigen ze U na de door hun in uw
opdracht gedane werkzaamheden
zegeltje ter bevestiging aan uw voor
deur. Zij hopen voor hun arbeid
minstens één kwarje („heitje") van
U te mogen ontvangen. Dit geld is
deels voor de eigen parochiegroep,
deels voor de gidsenbeweging in an
dere landen. Het zal goed besteed
worden. Ook onze eigen groep kan
best wat hulp gebruiken. Ze be
staat momenteel zelfs uit twee groe
pen van elk ongeveer 20 gidsen. Er
zijn pas weer een flink aantal gid
sen geïnstalleerd.
Wij danken U voor de steun, die U
ook door „Heitje voor een karweitje"
aan onze parochiële jeugdbeweging
geeft.
Aalmoezenier en leidsters
St. Oda-groep
SCHOPPEN-TROEF
Allerlaatste verantwoording.
Zelfs na de sluiting van de aktie
kwam nog het een en ander binnen:
J. M. J. 10,—
van B. 2,50
Vakbond der R.K. Werknemrs
in de agrarische bedr.
„St. Deusdedit" 15,95
laatste verantwoording 702,03
Totaal
730,48
Wij hebben via de missieprocuur
der Franciscanen, tot welke orde
Pater Camps behoort, de schoppen
besteld. Ze zijn al klaar om te wor
den verzonden. Het zijn 250 stuks, de
vijf schoppen van de 5e klas der
Petrus-Bandenschool niet meegere
kend. Onze missionaris zal opkijken.
Wij ook. De aktie is geslaagd. En ge
sloten. Nogmaals hartelijk dank.
Namens het Par. Missie-comité St.
Petrus-Bandenparochie:
H. Koch - G. Koenen - J. Bors
Degene, die via krantenverslagen de jongste zitting van de Pro
vinciale Staten heeft gevolgd, heeft daarin kunnen lezen, dat ver
schillende Statenleden zich zorgen maken over de industrialisatie
van onze provincie. Een industrialisatie, die volgens hen nodig is
om het steeds groeiende Limburgse volk ook in de toekomst werk
te verschaffen. Reden daartoe gaf het rapport van de Welvaarts
commissie der Staten, waarin ook aandacht is besteed aan genoemd
onderwerp.
De Noord Limburgse lezer heeft
die verslagen misschien wat pessi
mistisch beoordeeld. Er is immers in
de Staten gesproken over het Mijn-
gebied, dat in de toekomst zeker niet
in staat zal zijn alle arbeidskrachten
op te vangen. Er is gesproken over
Midden-Limburg dat door de stilleg
ging van de mijn Beatrix zijn toe
komstprogramma wel danig gestoord
zag en nu op nieuwe industrieën
wacht. Er is gesproken over het
oude industriegebied VerüoBeesel,
dat o.a. dringend verlegen is om I
woonoorden voor de aangetrokken
vreemde arbeiders, maar over de
rest van Limburg heeft er een ang- I
stig aandoend zwijgen geheerst.
Dit was voor ons aanleiding eens i
om inlichtingen te vragen bij het
Statenlid L. Laurensse, die ook als
lid van de Welvaartscommissie nauw
bij dit gehele industrialisatiepro
bleem berokken is.
Deze vertelde ons, dat inderdaad
het ingediende rapport van deze
commissie, dat overigens voor ken
nisgeving aan de Statenleden was
aangeboden, voor sommige van deze
leden reden geweest is in de laatste
Statenvergadering het industrialisa
tieprobleem aan te snijden.
Maar z.i. bestond daartoe geen
aanleiding, omdat dit rapport feite
lijk alleen een inventarisatie inhoudt
van bestaande mogelijkheden. Men
heeft daarin verder een prognose ge
maakt van de beroepsbevolking tot
1980 en verdere gegevens verzameld,
die tenslotte de bouwstenen zullen
moeten vormen van een soort wel-
vaartsplan, dat diezelfde commissie
zal moeten opstellen. Eerst als dit
plan er is, waarin ook de andere fa
cetten van het maatschappelijk en
sociale leven nauwkeurig bekeken
worden, is z.i. de tijd daar om over
verschillende onderdelen te debatte
ren.
Uit deze inventarisatie en progno-
sen blijkt b.v. afdoende dat de groei
der beroepsbevolking in Noord Lim
burg zodanig is dat een verdere in
dustrialisatie ook voor deze streken
geboden zal zijn. Dus even goed als
voor Zuid en Midden zullen te zijner
tijd voor deze streken de nodige
maatregelen genomen moeten wor
den.
Op onze vraag of in dit rapport
echter wel een suggestie voor een in
dustrieterrein van 800 ha groot is op
genomen, antwoordde de heer Lau
rensse bevestigend. „Maar ook dit
voorstel moet men weer zien in bo
vengenoemd verband, nl. met het to-
toont U iets beters
in uurwerken
tale welvaartsplan", aldus dit com
missielid. We hebben voorop duide
lijk willen stellen dat de commissie
het juist Inkt, dat in Limburg een
groot industrieterrein zal komen,
waarop een mammoet-bedrijf plaats
kan vinden.
Juist door gebrek aan een derge
lijk groot industrieterrein zijn in het
verleden voor Limburg al enkele
grote fabrieken langs de neus ge
gaan en dat moet men voorkomen in
de toekomst.
Waar zulk een groot terrein moet
komen, is een zaak van Ged. Staten,
die zich hierover wel zullen beraden.
Maar wat het overige industrialisa
tiebeleid betreft, behoeft Noord-Lim
burg niet bang te zijn. Met de daar
voor de toekomst van deze streek
noodzakelijke voorzieningen zal in 't(
komende welvaartsplan zeer zeker
rekening worden gehouden. En dat1
geldt wel in het bijzonder voor ver
dergaande industrialisatie
„Ge kunt me de pot opDit riep een van de vele boreen, die
afgelopen weken een bezoek brachten aan het ruilverkavelings
bureau van de Lollebeek in Castenray. Staande voor een van de
vele kadasterkaarten had hij uiteindelijk ontdekt waar zün gronden
lagen en tegen welke prijzen de schattingscommissie die gronden
gewaardeerd had. Die rode cijfers, ingeschreven in zijn percelen,
ontlokten hem bovenstaande, misschien minder nette, maar toch
alleszins duidelijke ontboezeming
Sinds vorig jaar is men de ruim t boer heeft geen bezwaar ingediend.
15.000 percelen, die in het 12.000 ha
grote ruilverkavelingsplan Lollebeek
liggen, gaan schatten. Gaan schatten
om te weten wat de ruim 3000 grond
eigenaren nu wel inbrengen in deze
ruilverkaveling om hem later die
zelfde bedragen in grond terug te
kunnen geven.
Dat is geen eenvoudige karwei ge
weest. Men heeft daarvoor vertrouw
de mensen uit eigen streek aange
trokken, die hun weetje weten van
de grond, zijn hoedanigheden en zijn
opbrengsten en deze mensen zijn dan
met ambtenaren van de Cultuur
Technische Dienst en van het Kadas
ter de velden ingegaan om hun oor
deel over ieder van de 15.000 per
celen en perceeltjes te geven.
27 KLASSEN
Er was natuurlijk een richtlijn
uitgegeven, die aangaf hoe de prijs
tot stand moest komen. De schatters
dienden te letten op dikte, aard en
structuur van de bovengrond en de
ondergrond en of het maaiveld er
vlak genoeg bij lag. Ze moesten let
ten op de opbrengst en de gebruiks
mogelijkheden van bouwland en
grasland en speciaal kijken naar de
afwateringsmogelijkheden. En dan
kon men prijzen vaststellen.
Voor cultuurgrond had men liefst
27 klassen, die lopen van 800,
per ha tot 4000,(oplopend tel
kens met 200,en van 4400,
tot 8000,(oplopend met 400,
per ha.
Voor woeste grond kende men 5
klassen, die lopen van 400,per
hv lot 2000,(oplopend met 400).
"Stuurlijk 'zuilen er"mensen zijn,
die vertellen dat goede cultuurgrond
wel meer opbrengt dan 8000,per
ha, maar het gaat hier niet om de
verkoopwaarde van dit moment,
maar om de inbrengwaarde. Een
boer die thans om maar een voor
beeld te gven in 6 perceeltjes ge
zamenlijk 10 ha groot, volgens de
gedane schattingen 60.000,aan
grond inbrengt, mpet laterA als er
verkaveld wordt en zijn 6 perceel
tjes door ruiling e.d. teruggebracht
kunnen worden tot 3 toch weer voor
60.000,aan grond terugkrijgen.
En ook deze 60.000,worden be
rekend aan de hand van de thans
gedane schattingen.
Men heeft bij die schatting nog
meer gedaan. Op de vele, vele lucht
foto's is precies aangetekend wat er
op de verschillende percelen ge
bouwd werd, hoe ze gebruikt wer
den, wat er wel op stond. Men heeft
via bodemkaarten en grondwater-
standkaarten zich een- indruk kun
nen opdoen van de toestand van de
grond en men heeft yan de bouw
grond waarderingsstaten opgesteld,
die inzicht geven in de opbrengst van
rogge, haver, mais en suikerbieten.
Dit allemaal om te komen tot een zo
goed mogelijke waardering, die de
betrokkene recht doen wedervaren.
Dan zijn al die schattingscijfers
bijeen gedaan, nog eens besproken,
hier en daar nog eens opnieuw be
keken en dan ingetekend op de grote
kadasterkaarten van het ruilverka
velingsplan. Maar voordat men een
en ander zoals wettelijk is voor
geschreven officieel ter visie gaat
leggen en men officiële bezwaren
kan gaan indienen, heeft men feite
lijk een tussenfase ingeschakeld,
door op voorhand reeds de mensen
de cijfers te laten zien. Die tussen
fase hebben we dan de afgelopen
weken gehad, waarop de betrokke
nen zelf konden komen kijken, hoe
hun gronden geschat zijn en alle
voorlichting kregen, hoe men tot een
dergelijke prijsvaststelling is geko-
We hebben daarbij eens een kijkje
genomen en de belangstelling was
niet gering. Het was toen ook dat we
de opmerking noteerden, waarmee
we dit artikel begonnen: „Ge kimt
me de pot op
Ze kwam yan een landbouwer, die
na enig zoeken blijkbaar niet tevre
den was over de resultaten, die hij
ingeschreven vond op de grote ka
dasterkaarten. Maar een der schat
ters is met hem gaan praten, heeft
eens gewezen op de schattingen van
percelen, die naast die van hem la
gen, heeft hem precies verteld, wat
zijn grond heeft opgebracht e.d.
meer. Kortom, hij heeft hem duide
lijk gemaakt dat de boer dan wel
mocht menen, dat hij alleen wist hoe
goed die grond wel was, maar dat
ook de schatters geen kleine jongens
zijn. En later is men heel vriend
schappelijk uit elkaar gegaan en de
WEINIG BEZWAREN
Uit een gesprek dat we later had
den met de heer Stoffels van de Cul
tuur Technische Dienst en de heer
Michels van de Plaatselijke Advies
commissie bleek dat men over het
algemeen weinig bezwaren heeft te
gen de schattingen.
Van de betrokken deelnemers uit
de gemeente Venray hebben slechts
39 bezwaren ingediend. Op onze
vraag, wat er nu meer gebeuren gaat
vertelde de heer Michels, dat de be
trokken percelen opnieuw geschat
worden en opnieuw bekeken en dat
men dan zal proberen aan eventuele
gerechtvaardigde bezwaren tegemoet
te komen.
bevestigend. Hij heeft andere ruil
verkavelingen meegemaakt, waar de
belangstelling niet groot was, omdat
de boeren met het idee liepen dat de
ruilverkavelingscommissie zo opper
machtig was dat eventuele bezwaren
toch geen nut hadden en weer ande
re ruilverkavelingen, waar het bijna
op vechten uitdraaide, toen de prij
zen bekend werden. Hier is het niet
het geval. De belangstelling is goed
en men hoopt hier beslist niet met
het idee dat de ruilverkavelings
commissie het maar voor het zeggen
heeft. Neen, daar blijven de boeren
wel bij opMaar de stemming is
nu eenmaal goed in de streek om de
Lollebeek en de mensen willen voor
uit. Volgens hen zit er aan deze
ruilverkaveling maar een fout en dat
is dat ze niet dertig jaren geleden
doorgevoerd is. Daarom kan het nu
niet snel genoeg gaan. Maar voordat
men aan de officiële ter visie leg
ging van de schattingsrapporten en
de lijst van rechthebbenden toe is,
zoals dat wettelijk is voorgeschre
ven, schrijven we voorjaar 1966,
want dat brengt een uitzoekerij en
papieren rompslomp mee, waar men
niet overheen kan kijken. En waar
schijnlijk zal de ruilverkaveling
Oostrum, die nog bij de Lollebeek
betrokken wordt, ook nog wel eni,ge
stagnatie geven
Wat er van zij, de ruilverkaveling
Lollebeek heeft weer een flink
hoofdstuk van zijn korte geschiede-
„Op de 15.000 percelen", aldus denis afgesloten met deze belangrijke
tussenfase, heeft daarbij nog eens
duidelijk getoond de democratische
weg te bewandelen en heeft al de
betrokkenen nog eens duidelijk ge
maakt welk een berg werk er ver
zet is en nog verzet moet worden
voordat het hele boek uiteindelijk
kan worden dichtgeklapt. Dat duurt
nog wel even, maar er zit schot in.
heer Michels, „is het zelfs de beste
schatters wel eens mogelijk fouten
te maken. Maar deze onofficiële ter
visie-legging is juist om dergelijke
fouten uit de wereld te helpen."
Op onze vraag of men over het be
zoek van de grond-eigenaars ook
tevreden is, knikte de heer Stoffels
Zonder uiterlijk vertoon vanwege
de Vastentijd werd in intieme kring
op het psychiatrische ziekenhuis St.
Anna te Venray het feit herdacht
dat 50 jaar geleden 4 züstëis de
eeuwige geloften van de congregatie
van de Eerw. Zusters van Liefde van
Jezus en Maria aflegden in het Moe
derhuis te Gent in België.
Vijftig jaren hebben zij hun krach
ten gegeven, de opdracht vervuld,
die ze kregen, zonder op te vallen
hun plicht gedaan, die ze vrijwillig
op zich namen.
ZUSTER TRUDA
in de wereld mej. Rietra, werd op
24 december 1890 te Horn geboren
en is al die 50 jaar in de verpleging
werkzaam geweest. Baanbrekend
werk heeft deze zuster vooral ge
daan toen zij in 1935 met de gezins
verpleging werd belast. Mede dank
zij haar werk kunnen nu 70 zieken
in de gezinsverpleging worden on
dergebracht, wat inhoudt, dat zij in
de gezinnen de nacht doorbrengen
en het middagmaal gebruiken, maar
op het psychiatrische ziekenhuis aan
de arbeidstherapie deelnemen.
Dankbaar is zij voor dit werk de
hulp gekregen te hebben van de on
vergetelijke zuster Smits en later
van zuster Simons. Op het prachtige
paviljoen St. Jozef is deze zuster
niet weg te denken.
ZUSTER SANCIA
in de wereld mej. Maens, werd op
26 juni 1892 te Gronsveld geboren.
Zij heeft een zeer verdienstelijke
staat van dienst achter de rug in de
Missie van de congregatie. Vooral in
de zeikenverpleging in de Belgische
Congo heeft zij velen aan zich ver
plicht. In 1963 kwam zij ziek uit de
missie terug om haar „otium cum
dignitate" door te brengen in het
Venrayse klooster en de laatste
maanden is zij veelal bedlegerig.
ZUSTER RUFIN
in de wereld mej. Alberta Caluwe,
werd op 28 april 1883 in Wallonië in
België geboren, Na in diverse kloos
ters in België te hebben gewerkt,
kwam zij in 1915 naar Venray en
is daar 50 jaar gebleven. Zij is van
Nederland en van Venray gaan hou
den zoals zo vele van haar medezus
ters. Van deze zuster kan worden
gezegd dat zij een echte dienstmaagd
des Heren is, daar zij 50 jaar temid
den van de ergste geesteszieken in
de observatie heeft gewerkt, wat een
opgave is, welke alleen de allersterk-
sten kunnen volbrengen. Van de op
gave kwijt zij zich nog dagelijks.
ZUSTER SYLVANIE
de oudste van het viertal, was in de
wereld mej. Leonora Giesen en werd
op 20 juli 1884 in Helden geboren.
Op een vraag van ons waarmede zij
zich verdienstelijk had gemaakt, ver
telde zij „de kantjes er af gelopen
te hebben". Maar dat blijkt wel mee
te vallen. Kwiek en monter fietst zij
op het 81e jaar nog dagelijks over
de uitgestrekte terreinen van St. An
na. In 1915 op St. Anna gekomen,
heeft zij zich tot 1945 in de verple
ging verdienstelijk gemaakt en toen
in dal jaar een „kapitein" n'oaig was
op de boerderij vroeg de overste
haar voor die post. Nu, 20 jaar later,
bekleedt zij deze nog. Kippen verzor
gen, melkhuis in orde houden, toe
zicht op de tewerkgestelde verpleeg
den etc. zijn enkele van de taken die
zij met veel vuur en elan vervult.
Op 18 mei a.s. zullen deze vier
Venrayse gouden bruiden gekroond
worden met het goud. Dan zullen zij
tesamen met de andere gouden brui
den van de congregatie, die waar ook
ter wereld werkzaam zijn, in het
Moederhuis te Gent met goud wor
den gekroond. Dat is een van de
mooise en grootste momenten in de
ze congregatie.
De huldiging in eigen konvikt zal
medio juni plaas vinden temidden
van religieuzen, verpleegsters en
verpleegden.
NIEUWS UIT VENRAY
EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Van zaterdagmiddag 12 uur tot
zondagnacht 2 uur
DR. W. J. A. BLOEMEN
Stationsweg 5 Telefoon 1465
Van zondagnacht 2 uur tot maan
dagnacht 2 uur:
Dr. L. COENEN
Henseniusstraat Telefoon 1878
Uitsluitend voor spoedgevallen l
ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS
Eerste Paasdag:
Zr. Janssen, Kard. van Rossum-
straat, tel. 1504.
Tweede Paasdag:
ZR. A. PEELEN
Tel. 1468
GROENE KRUIS
Dinsdag a.s.
Zuigelingen-bureau voor de kerk
dorpen.
ZIEKENAUTO
Bel 04780-1592 b.g.g. 2116
ZONDAGSDIENST
VERLOSKUNDIGEN
Eerste en Tweede Paasdag
Vroedvrouw Kruijsen-Meesters
Julianasingel 41-43 - Venray
Tel. 1061 (04780) b.g.g. 1152
BEKENDMAKING
Burgemeester en wethouders van
Venray brengen ter algemene ken
nis, dat op vrijdag 16 april a.s.
(Goede Vrijdag) alle gemeentediens
ten voor het publiek gesloten zullen
zijn.
Venray, 13 april 1965.