(ampS JEUGD ONDERZOEK gaat b eginnen N.-Limb. industrialisatie in gevaar Belangrijke tussenfase in het Lollebeekplan Gouden Zusters op St. Anna VRIJDAG 16 APRIL 1965 No. 15 ZES EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN GROTESTRAAT 28 POSTBUS MUNCKHOF N.V. VENRAY WPRffRï AH VOOP VPNPAY RW ADVERTENTIEPRIJS 8«/i ct. p. mm. ABONNEMENTS ITE L. 1512 GIRO 1.05.06.52 ÜIul\DL#/iU V WVJi\ V UlllXn I WIYIO 1 1\ UIV.UH PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten Venray 2.—) Venray's jeugd mag niet klagen, zou men zo zeggen. Als men b.v. de gemeentebegroting doorkijkt, vindt men daarin grote bedragen gereserveerd voor de jeugd en voor de jeugdorganisaties. Maar desondanks voelen verantwoordelijke mensen zich niet heel geluk kig. Want hoeveel Venrayse meisjes en jongens nemen nog aktief deel aan de verschillende vormen van jeugdwerk, die we in onze gemeente kennen en zijn de betrokkenen met de bestaande vormen van jeugdwerk wel tevreden? Waarom nemen ze hieraan deel en waarom niet? Men zou de vraag ook anders kun nen stellen, nl. op welke wijze be steedt de Venrayse jeugd zijn vrije tijd en is die jeugd daarmede tevre den? Eerst als men het antwoord op die vraag vindt, kan men zeggen of al dat geld wat hieraan besteed wordt en al die tijd en moeite ook het grootst mogelijke rendement geven. Want uit dat antwoord zal dan blijken wat de jeugd aanspreekt en wat ze nog graag zou wensen, wat er gedaan moet worden om de nieu we situatie die de vrijetijdsbesteding ook en vooral voor de jeugd met zich brengt, te meesteren en wel zo, dat de jeugd daar het meest mogelijke profijt van heeft. Men heeft zich daarover in verant woordelijke kringen al in 1958 zor gen gemaakt en in interne kring hierover menigmaal gesproken. Maar hoe het antwoord te vinden? MGR. HOOGVELD INSTITUUT Men is toen op de gelukkige ge dachte gekomen op het Mgr. Hoog veld Instituut uit Nijmegen te hulp te roepen. Dit instituut geeft advie zen voor de opvoeding van de rij pende jeugd op grond van weten schappelijke onderzoekingen. Een dergelijk onderzoek zou ook voor Venray, deze snelgroeiende gemeente met een groot aantal georganiseerde en ongeorganiseerde meisjes en jon gens in de leeftijd van 14 tot 19 ja ren, van groot belang kunnen zijn. Een dergelijk wetenschappelijk onderzoek kost echter kapitalen en voordat die er (gedeeltelijk) waren, was men weer een paar jaar verder. De gemeente had echter al de hel pende hand gereikt met een subsi die van 75°/o in de kosten tot een ma ximum van 15.000,Toen moest er nog een 'Stichting geformeerd worden, die dan tevens als een soort begeleidingscommissie bij dit onder zoek zou fungeren en ook dat kostte weer tijd, zodat we 1965 schrijven, voordat we nu werkelijk een derge lijk onderzoek gaan krijgen. HOE GAAT ZO'N ONDERZOEK? is de vraag die we Pater Dr. Stoop stelden, een van de voormannen van het Mgr. Hoogveld Instituut. Be dachtzaam kwam toen het antwoord, dat de vraag hoe men dit onderzoek zal gaan opzetten nog voorwerp van studie is. Een ding is zeker, in mei a.s. zal gestart worden met wat men zou kunnen noemen de inventarisa tie van Venray's jeugd. Via het be volkingsregister, via ledenlijsten van jeugdverenigingen e.d. wordt een overzicht samengesteld van de jeugd, hun leeftijdsopbouw, hun aantallen e.d. Intussen zal de staf van het Hoogveld Instituut, waarin verschil lende psychologen zitting hebben, zich beraden welke methoden er ge bruik zullen worden om de mening te peilen van deze jeugd over hun vrijetijdsbesteding, over hun jeugd vereniging, kortom over al die vra gen, waarop mén graag een ant woord zou hebben om het uiteinde lijke rapport zo duidelijk mogelijk te doen zijn. Men kan daarvoor verschillende methoden volgen als enquêtes, inter- vieuws met de jeugd en met jeugd leiders, maar wat men-zal gaan dpen en hoe, dat staat nog niet vast. Wel hoopt men dat voorname onderdeel van het onderzoek, waar, voor zover nodig ook studenten van de Nijmeeg se Universiteit worden ingeschakeld, in sepember a.s. te beginnen. GEEN BOEMANNEN Pater Dr. Stoop waarschuwde wel, dat men dit onderzoek niet moet zien - als een kritiek op bestaande si tuaties, op bestaande verenigingen. De ervaring leert schijnbaar dat sommige mensen zulk een onderzoek zien als het zoeken naar fouten en feilen. Zulks is beslist niet het geval. Natuurlijk zal men bij dit onderzoek lacunes en tekorten ontdekken, maar dan kan men dit tenminste gaan op heffen. De goede dingen die er zijn, zullen de waardering krijgen, die ze verdienen. Dit onderzoek is geen kri tiek, maar wil positieve hulp geven aan de Venrayse jeugd en daar zal toch iedereen het nut en de nood zakelijkheid wel van inzien. BEGELEIDINGSCOMMISSIE In dit verband is het werk van de zgn. begeleidingscommissie zo voor naam. In deze commissie hebben zit ting mej. Camps uit Ysselsteyn, Ka pelaan Driessen en de heren Drs. v. Noorden, Stemberg, van Batenburg, Colsen, Rippe, Rats, Janssen (hoofd MULO) en Claessens uit Oirlo. Ze vormen als het ware de contact commissie tussen de onderzoekers en de Venrayse jeugd, zorgen voor de nodige contacten en helpen waar het mogelijk is. Maar nog belangrijker lijkt o.i. dat hen de taak wacht minstens tot 5 ja ren na uitkomen van het rapport over dit onderzoek (waarschijnlijk mei 1966) te zorgen dat de suggesties, die dit onderzoek ongetwijfeld naar voren brengt, ook verwezenlijkt zul len worden. Deze commissie is dus feitelijk de garantie dat wat dit on derzoek oplevert, ook gedaan en uit gevoerd wordt. Ze voorkomen daar mede dat het rapport in de een of andere lade een zachte en kalme dood sterft, maar zorgen integendeel dat het volledige werkelijkheid wordt en zo voor 100 procent zijn re sultaten zal hebben tot voordeel van Venray's jeugd. We hebben de laatste jaren bij de behandeling van Venray's begro ting wel eens smalend gevraagd waar toch in 's hemelsnaam dat toegezegde jeugdonderzoek in onze gemeente wel bleef. We hebben niet vermoed dat achter de scher men reeds bergen werk verzet z(jn, cok al om de zaak financieel rond te kragen. Maar dat leed schijnt nu gelukkig voorbij, er wordt bin nenkort gestart en we kunnen al leen maar hopen en vertrouwen dat de gelden, hierin geïnvesteerd, rijke en grote vruchten mogen af werpen voor onze jeugd. We ne men dan op de koop toe dat Ven ray met dit wetenschappelijk jeugdonderzoek de primeur in Noord-Limburg heeft. HEITJE VOOR EEN KARWEITJE Gidsengroep „St. Oda" Parochie St. Petrus-Banden In geheel ons land houdt de gid- senbeweging de aktie „Heitje voor een karweitje" op woensdag en don derdag in de Paasweek. De gidsen melden zich daarvoor in uniform aan uw voordeur. Om U niet meer lastig te vallen dan nodig is over handigen ze U na de door hun in uw opdracht gedane werkzaamheden zegeltje ter bevestiging aan uw voor deur. Zij hopen voor hun arbeid minstens één kwarje („heitje") van U te mogen ontvangen. Dit geld is deels voor de eigen parochiegroep, deels voor de gidsenbeweging in an dere landen. Het zal goed besteed worden. Ook onze eigen groep kan best wat hulp gebruiken. Ze be staat momenteel zelfs uit twee groe pen van elk ongeveer 20 gidsen. Er zijn pas weer een flink aantal gid sen geïnstalleerd. Wij danken U voor de steun, die U ook door „Heitje voor een karweitje" aan onze parochiële jeugdbeweging geeft. Aalmoezenier en leidsters St. Oda-groep SCHOPPEN-TROEF Allerlaatste verantwoording. Zelfs na de sluiting van de aktie kwam nog het een en ander binnen: J. M. J. 10,— van B. 2,50 Vakbond der R.K. Werknemrs in de agrarische bedr. „St. Deusdedit" 15,95 laatste verantwoording 702,03 Totaal 730,48 Wij hebben via de missieprocuur der Franciscanen, tot welke orde Pater Camps behoort, de schoppen besteld. Ze zijn al klaar om te wor den verzonden. Het zijn 250 stuks, de vijf schoppen van de 5e klas der Petrus-Bandenschool niet meegere kend. Onze missionaris zal opkijken. Wij ook. De aktie is geslaagd. En ge sloten. Nogmaals hartelijk dank. Namens het Par. Missie-comité St. Petrus-Bandenparochie: H. Koch - G. Koenen - J. Bors Degene, die via krantenverslagen de jongste zitting van de Pro vinciale Staten heeft gevolgd, heeft daarin kunnen lezen, dat ver schillende Statenleden zich zorgen maken over de industrialisatie van onze provincie. Een industrialisatie, die volgens hen nodig is om het steeds groeiende Limburgse volk ook in de toekomst werk te verschaffen. Reden daartoe gaf het rapport van de Welvaarts commissie der Staten, waarin ook aandacht is besteed aan genoemd onderwerp. De Noord Limburgse lezer heeft die verslagen misschien wat pessi mistisch beoordeeld. Er is immers in de Staten gesproken over het Mijn- gebied, dat in de toekomst zeker niet in staat zal zijn alle arbeidskrachten op te vangen. Er is gesproken over Midden-Limburg dat door de stilleg ging van de mijn Beatrix zijn toe komstprogramma wel danig gestoord zag en nu op nieuwe industrieën wacht. Er is gesproken over het oude industriegebied VerüoBeesel, dat o.a. dringend verlegen is om I woonoorden voor de aangetrokken vreemde arbeiders, maar over de rest van Limburg heeft er een ang- I stig aandoend zwijgen geheerst. Dit was voor ons aanleiding eens i om inlichtingen te vragen bij het Statenlid L. Laurensse, die ook als lid van de Welvaartscommissie nauw bij dit gehele industrialisatiepro bleem berokken is. Deze vertelde ons, dat inderdaad het ingediende rapport van deze commissie, dat overigens voor ken nisgeving aan de Statenleden was aangeboden, voor sommige van deze leden reden geweest is in de laatste Statenvergadering het industrialisa tieprobleem aan te snijden. Maar z.i. bestond daartoe geen aanleiding, omdat dit rapport feite lijk alleen een inventarisatie inhoudt van bestaande mogelijkheden. Men heeft daarin verder een prognose ge maakt van de beroepsbevolking tot 1980 en verdere gegevens verzameld, die tenslotte de bouwstenen zullen moeten vormen van een soort wel- vaartsplan, dat diezelfde commissie zal moeten opstellen. Eerst als dit plan er is, waarin ook de andere fa cetten van het maatschappelijk en sociale leven nauwkeurig bekeken worden, is z.i. de tijd daar om over verschillende onderdelen te debatte ren. Uit deze inventarisatie en progno- sen blijkt b.v. afdoende dat de groei der beroepsbevolking in Noord Lim burg zodanig is dat een verdere in dustrialisatie ook voor deze streken geboden zal zijn. Dus even goed als voor Zuid en Midden zullen te zijner tijd voor deze streken de nodige maatregelen genomen moeten wor den. Op onze vraag of in dit rapport echter wel een suggestie voor een in dustrieterrein van 800 ha groot is op genomen, antwoordde de heer Lau rensse bevestigend. „Maar ook dit voorstel moet men weer zien in bo vengenoemd verband, nl. met het to- toont U iets beters in uurwerken tale welvaartsplan", aldus dit com missielid. We hebben voorop duide lijk willen stellen dat de commissie het juist Inkt, dat in Limburg een groot industrieterrein zal komen, waarop een mammoet-bedrijf plaats kan vinden. Juist door gebrek aan een derge lijk groot industrieterrein zijn in het verleden voor Limburg al enkele grote fabrieken langs de neus ge gaan en dat moet men voorkomen in de toekomst. Waar zulk een groot terrein moet komen, is een zaak van Ged. Staten, die zich hierover wel zullen beraden. Maar wat het overige industrialisa tiebeleid betreft, behoeft Noord-Lim burg niet bang te zijn. Met de daar voor de toekomst van deze streek noodzakelijke voorzieningen zal in 't( komende welvaartsplan zeer zeker rekening worden gehouden. En dat1 geldt wel in het bijzonder voor ver dergaande industrialisatie „Ge kunt me de pot opDit riep een van de vele boreen, die afgelopen weken een bezoek brachten aan het ruilverkavelings bureau van de Lollebeek in Castenray. Staande voor een van de vele kadasterkaarten had hij uiteindelijk ontdekt waar zün gronden lagen en tegen welke prijzen de schattingscommissie die gronden gewaardeerd had. Die rode cijfers, ingeschreven in zijn percelen, ontlokten hem bovenstaande, misschien minder nette, maar toch alleszins duidelijke ontboezeming Sinds vorig jaar is men de ruim t boer heeft geen bezwaar ingediend. 15.000 percelen, die in het 12.000 ha grote ruilverkavelingsplan Lollebeek liggen, gaan schatten. Gaan schatten om te weten wat de ruim 3000 grond eigenaren nu wel inbrengen in deze ruilverkaveling om hem later die zelfde bedragen in grond terug te kunnen geven. Dat is geen eenvoudige karwei ge weest. Men heeft daarvoor vertrouw de mensen uit eigen streek aange trokken, die hun weetje weten van de grond, zijn hoedanigheden en zijn opbrengsten en deze mensen zijn dan met ambtenaren van de Cultuur Technische Dienst en van het Kadas ter de velden ingegaan om hun oor deel over ieder van de 15.000 per celen en perceeltjes te geven. 27 KLASSEN Er was natuurlijk een richtlijn uitgegeven, die aangaf hoe de prijs tot stand moest komen. De schatters dienden te letten op dikte, aard en structuur van de bovengrond en de ondergrond en of het maaiveld er vlak genoeg bij lag. Ze moesten let ten op de opbrengst en de gebruiks mogelijkheden van bouwland en grasland en speciaal kijken naar de afwateringsmogelijkheden. En dan kon men prijzen vaststellen. Voor cultuurgrond had men liefst 27 klassen, die lopen van 800, per ha tot 4000,(oplopend tel kens met 200,en van 4400, tot 8000,(oplopend met 400, per ha. Voor woeste grond kende men 5 klassen, die lopen van 400,per hv lot 2000,(oplopend met 400). "Stuurlijk 'zuilen er"mensen zijn, die vertellen dat goede cultuurgrond wel meer opbrengt dan 8000,per ha, maar het gaat hier niet om de verkoopwaarde van dit moment, maar om de inbrengwaarde. Een boer die thans om maar een voor beeld te gven in 6 perceeltjes ge zamenlijk 10 ha groot, volgens de gedane schattingen 60.000,aan grond inbrengt, mpet laterA als er verkaveld wordt en zijn 6 perceel tjes door ruiling e.d. teruggebracht kunnen worden tot 3 toch weer voor 60.000,aan grond terugkrijgen. En ook deze 60.000,worden be rekend aan de hand van de thans gedane schattingen. Men heeft bij die schatting nog meer gedaan. Op de vele, vele lucht foto's is precies aangetekend wat er op de verschillende percelen ge bouwd werd, hoe ze gebruikt wer den, wat er wel op stond. Men heeft via bodemkaarten en grondwater- standkaarten zich een- indruk kun nen opdoen van de toestand van de grond en men heeft yan de bouw grond waarderingsstaten opgesteld, die inzicht geven in de opbrengst van rogge, haver, mais en suikerbieten. Dit allemaal om te komen tot een zo goed mogelijke waardering, die de betrokkene recht doen wedervaren. Dan zijn al die schattingscijfers bijeen gedaan, nog eens besproken, hier en daar nog eens opnieuw be keken en dan ingetekend op de grote kadasterkaarten van het ruilverka velingsplan. Maar voordat men een en ander zoals wettelijk is voor geschreven officieel ter visie gaat leggen en men officiële bezwaren kan gaan indienen, heeft men feite lijk een tussenfase ingeschakeld, door op voorhand reeds de mensen de cijfers te laten zien. Die tussen fase hebben we dan de afgelopen weken gehad, waarop de betrokke nen zelf konden komen kijken, hoe hun gronden geschat zijn en alle voorlichting kregen, hoe men tot een dergelijke prijsvaststelling is geko- We hebben daarbij eens een kijkje genomen en de belangstelling was niet gering. Het was toen ook dat we de opmerking noteerden, waarmee we dit artikel begonnen: „Ge kimt me de pot op Ze kwam yan een landbouwer, die na enig zoeken blijkbaar niet tevre den was over de resultaten, die hij ingeschreven vond op de grote ka dasterkaarten. Maar een der schat ters is met hem gaan praten, heeft eens gewezen op de schattingen van percelen, die naast die van hem la gen, heeft hem precies verteld, wat zijn grond heeft opgebracht e.d. meer. Kortom, hij heeft hem duide lijk gemaakt dat de boer dan wel mocht menen, dat hij alleen wist hoe goed die grond wel was, maar dat ook de schatters geen kleine jongens zijn. En later is men heel vriend schappelijk uit elkaar gegaan en de WEINIG BEZWAREN Uit een gesprek dat we later had den met de heer Stoffels van de Cul tuur Technische Dienst en de heer Michels van de Plaatselijke Advies commissie bleek dat men over het algemeen weinig bezwaren heeft te gen de schattingen. Van de betrokken deelnemers uit de gemeente Venray hebben slechts 39 bezwaren ingediend. Op onze vraag, wat er nu meer gebeuren gaat vertelde de heer Michels, dat de be trokken percelen opnieuw geschat worden en opnieuw bekeken en dat men dan zal proberen aan eventuele gerechtvaardigde bezwaren tegemoet te komen. bevestigend. Hij heeft andere ruil verkavelingen meegemaakt, waar de belangstelling niet groot was, omdat de boeren met het idee liepen dat de ruilverkavelingscommissie zo opper machtig was dat eventuele bezwaren toch geen nut hadden en weer ande re ruilverkavelingen, waar het bijna op vechten uitdraaide, toen de prij zen bekend werden. Hier is het niet het geval. De belangstelling is goed en men hoopt hier beslist niet met het idee dat de ruilverkavelings commissie het maar voor het zeggen heeft. Neen, daar blijven de boeren wel bij opMaar de stemming is nu eenmaal goed in de streek om de Lollebeek en de mensen willen voor uit. Volgens hen zit er aan deze ruilverkaveling maar een fout en dat is dat ze niet dertig jaren geleden doorgevoerd is. Daarom kan het nu niet snel genoeg gaan. Maar voordat men aan de officiële ter visie leg ging van de schattingsrapporten en de lijst van rechthebbenden toe is, zoals dat wettelijk is voorgeschre ven, schrijven we voorjaar 1966, want dat brengt een uitzoekerij en papieren rompslomp mee, waar men niet overheen kan kijken. En waar schijnlijk zal de ruilverkaveling Oostrum, die nog bij de Lollebeek betrokken wordt, ook nog wel eni,ge stagnatie geven Wat er van zij, de ruilverkaveling Lollebeek heeft weer een flink hoofdstuk van zijn korte geschiede- „Op de 15.000 percelen", aldus denis afgesloten met deze belangrijke tussenfase, heeft daarbij nog eens duidelijk getoond de democratische weg te bewandelen en heeft al de betrokkenen nog eens duidelijk ge maakt welk een berg werk er ver zet is en nog verzet moet worden voordat het hele boek uiteindelijk kan worden dichtgeklapt. Dat duurt nog wel even, maar er zit schot in. heer Michels, „is het zelfs de beste schatters wel eens mogelijk fouten te maken. Maar deze onofficiële ter visie-legging is juist om dergelijke fouten uit de wereld te helpen." Op onze vraag of men over het be zoek van de grond-eigenaars ook tevreden is, knikte de heer Stoffels Zonder uiterlijk vertoon vanwege de Vastentijd werd in intieme kring op het psychiatrische ziekenhuis St. Anna te Venray het feit herdacht dat 50 jaar geleden 4 züstëis de eeuwige geloften van de congregatie van de Eerw. Zusters van Liefde van Jezus en Maria aflegden in het Moe derhuis te Gent in België. Vijftig jaren hebben zij hun krach ten gegeven, de opdracht vervuld, die ze kregen, zonder op te vallen hun plicht gedaan, die ze vrijwillig op zich namen. ZUSTER TRUDA in de wereld mej. Rietra, werd op 24 december 1890 te Horn geboren en is al die 50 jaar in de verpleging werkzaam geweest. Baanbrekend werk heeft deze zuster vooral ge daan toen zij in 1935 met de gezins verpleging werd belast. Mede dank zij haar werk kunnen nu 70 zieken in de gezinsverpleging worden on dergebracht, wat inhoudt, dat zij in de gezinnen de nacht doorbrengen en het middagmaal gebruiken, maar op het psychiatrische ziekenhuis aan de arbeidstherapie deelnemen. Dankbaar is zij voor dit werk de hulp gekregen te hebben van de on vergetelijke zuster Smits en later van zuster Simons. Op het prachtige paviljoen St. Jozef is deze zuster niet weg te denken. ZUSTER SANCIA in de wereld mej. Maens, werd op 26 juni 1892 te Gronsveld geboren. Zij heeft een zeer verdienstelijke staat van dienst achter de rug in de Missie van de congregatie. Vooral in de zeikenverpleging in de Belgische Congo heeft zij velen aan zich ver plicht. In 1963 kwam zij ziek uit de missie terug om haar „otium cum dignitate" door te brengen in het Venrayse klooster en de laatste maanden is zij veelal bedlegerig. ZUSTER RUFIN in de wereld mej. Alberta Caluwe, werd op 28 april 1883 in Wallonië in België geboren, Na in diverse kloos ters in België te hebben gewerkt, kwam zij in 1915 naar Venray en is daar 50 jaar gebleven. Zij is van Nederland en van Venray gaan hou den zoals zo vele van haar medezus ters. Van deze zuster kan worden gezegd dat zij een echte dienstmaagd des Heren is, daar zij 50 jaar temid den van de ergste geesteszieken in de observatie heeft gewerkt, wat een opgave is, welke alleen de allersterk- sten kunnen volbrengen. Van de op gave kwijt zij zich nog dagelijks. ZUSTER SYLVANIE de oudste van het viertal, was in de wereld mej. Leonora Giesen en werd op 20 juli 1884 in Helden geboren. Op een vraag van ons waarmede zij zich verdienstelijk had gemaakt, ver telde zij „de kantjes er af gelopen te hebben". Maar dat blijkt wel mee te vallen. Kwiek en monter fietst zij op het 81e jaar nog dagelijks over de uitgestrekte terreinen van St. An na. In 1915 op St. Anna gekomen, heeft zij zich tot 1945 in de verple ging verdienstelijk gemaakt en toen in dal jaar een „kapitein" n'oaig was op de boerderij vroeg de overste haar voor die post. Nu, 20 jaar later, bekleedt zij deze nog. Kippen verzor gen, melkhuis in orde houden, toe zicht op de tewerkgestelde verpleeg den etc. zijn enkele van de taken die zij met veel vuur en elan vervult. Op 18 mei a.s. zullen deze vier Venrayse gouden bruiden gekroond worden met het goud. Dan zullen zij tesamen met de andere gouden brui den van de congregatie, die waar ook ter wereld werkzaam zijn, in het Moederhuis te Gent met goud wor den gekroond. Dat is een van de mooise en grootste momenten in de ze congregatie. De huldiging in eigen konvikt zal medio juni plaas vinden temidden van religieuzen, verpleegsters en verpleegden. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Van zaterdagmiddag 12 uur tot zondagnacht 2 uur DR. W. J. A. BLOEMEN Stationsweg 5 Telefoon 1465 Van zondagnacht 2 uur tot maan dagnacht 2 uur: Dr. L. COENEN Henseniusstraat Telefoon 1878 Uitsluitend voor spoedgevallen l ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS Eerste Paasdag: Zr. Janssen, Kard. van Rossum- straat, tel. 1504. Tweede Paasdag: ZR. A. PEELEN Tel. 1468 GROENE KRUIS Dinsdag a.s. Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. ZIEKENAUTO Bel 04780-1592 b.g.g. 2116 ZONDAGSDIENST VERLOSKUNDIGEN Eerste en Tweede Paasdag Vroedvrouw Kruijsen-Meesters Julianasingel 41-43 - Venray Tel. 1061 (04780) b.g.g. 1152 BEKENDMAKING Burgemeester en wethouders van Venray brengen ter algemene ken nis, dat op vrijdag 16 april a.s. (Goede Vrijdag) alle gemeentediens ten voor het publiek gesloten zullen zijn. Venray, 13 april 1965.

Peel en Maas | 1965 | | pagina 1