LINDEBOOM Wie moet huurhuis onderhouden Studenten in Nederland varkenshouderij WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN advertentieprijs P. mm. ABONNEMENTS- la. MARTENS Bier in de "leeg-weg" fles, politierechter VRIJDAG 5 MAART 1965 No. 9 ZES EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 v v Uillin. a llXUIVLrH PRIJS PER KWARTAAL f 1.75 (buiten Venray 2.—) VEEL HAARKLOVERIJ OVER ONDERHOUDSPLICHT De verschillende huurverhogingen blijft de eigenaar in dit opzicht in welke in de loop der tijden zijn gebreke. Besluit de huurder in arren ingevoerd, dienen voornamelijk ofmoede dan zelf maar de kosten van althans mede om de verhuurders onderhoud te betalen, dan kan hij dit tegemoet te komen in de zo aan- aan de huuradviescommissie doorge- zienlijk gestegen kosten van onder houd. Van het begin af is er echter een punt van zorg geweest of de ver huurder die verhoogde inkomsten ook metterdaad zou besteden tot het doen verrichten van noodzake lijk onderhoud. Teneinde hem daartoe min of meer te dwingen werd bjj huurwetwijziging van 1 september 1955 een onderhouds plicht ingevoerd met een straf sanctie in de vorm van vervallen verklaring van huurverhogingen, waarop hjj in normale omstandig heden wel aanspraak had kunnen doen gelden. Nietemin geeft de. on derhoudsplicht veelvuldig aanlei ding tot conflicten tussen huurder en verhuurder, die soms erg hoog kunnen oplopen en de verschillen de huuradviescommissies handen vol werk verschaffen. WAT ZEGT BURGERLIJK WETBOEK? Artikel 1587 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt, dat „de verhuur der is gehouden het verhuurde goed in alle opzichten in goede staat van onderhoud te leveren. Hij moet daar aan, gedurende de huurtijd, alle re- parties laten doen, die noodzakelijk zijn met uitzondering van die, tot welke de huurder verplicht is." Het behoeft echter geen betoog, dat het vooral de laatste zinsnede van dit wetsartikel is, die aanleiding geeft tot alle mogelijke haarkloverijen tus sen de beide partijen. Niettemin is het ietwat verwon derlijk, dat in vele gevallen noch de huurder, noch de verhuurder op de hoogte blijken te zijn van hun ver plichtingen met betrekking tot het onderhoud, ofschoon het burgexiijk' wetboek toch verschillende bepalin- gpn GVPP rlooQ. motai-io r7~ komt het nogal eens voor, dat huur der de rekening van de schoorsteen veger aan de eigenaar presenteert, ofschoon art. 1620 van B.W. uitdruk kelijk bepaalt, dat deze kosten ten laste van de huurder komen. Gerin ge - dagelijkse reparaties zijn even eens voor rekening van de gebruiker (art. 1619) maar zij komen ten laste van de huisheer, „indien zij door de vervallen toestand van het verhuur de noodzakelijk zijn geworden." Het is duidelijk dat deze wetspas- sage, welke immers voor velerlei in terpretatie vatbaar is, gemakkelijk tot meningsverschillen aanleiding kan geven, waarbij elke partij de kwestie natuurlijk bekijkt vanuit de gezichtshoek welke voor hêm het voordeligst is. WELKE PLICHTEN? Tot de verplichtingen van huurder kunnen onder meer worden gere kend: kleine reparaties aan 't hang en sluitwerk van deuren, ramen en luiken, het herstel van gebroken ruiten, het vegen van schoorstenen en het herstel van bevroren water leidingen. Bij de beorodeling van de vraag of een woning uit een oogpunt van on derhoud aan redelijke eisen voldoet, wordt de algemene onderhoudstoe- stand beoordeeld. Daarbij wordt er in het bijzonder op gelet of zich be langrijke gebreken voordoen met be trekking tot een der volgende pun ten: daken, goten, waterafvoer, bal kons, balustraden en andere uitwen dige onderdelen, gas- en elektri sche leidingen, sanitaire installaties, hout- en verfwerk. muren, vloeren en trappen, plafonds, pleisterwerk en voegwerk. In vele gevallen (en dat komt waarachtig niet zo héél zelden voor) ven, die in dat geval de verhuurder verbiedt een bepaalde huurverhoging in rekening te brengen. MOGELIJKHEDEN TOT RECHT Het ligt natuurlijk voor de hand, dat de huurder, zo hij klachten heeft over de door hem bewoonde woning, zich in de eerste plaats tot de eige naar wendt. Krijgt hij nul op het rekwest, dan staan hem verschillende mogelijk heden open om recht te zoeken. Het is echter altijd weer verwonderlijk te moeten constateren, dat vele huurpandbewoners deze mogelijkhe den niet kennen en dat bijvoorbeeld bij de volkshuisvesting vele mensen met klachten over onderhoud komen aan draven. Welke mogelijkheden staan de ge bruiker open, wanneer hij meent dat „de huisbaas" zijn onderhoudsver plichtingen niet nakomt? In de eerste plaats kan hij zich wenden tot de huuradviescommissie, die, wanneer zij het met de huurder eens is, een verklaring aflegt, welke een verlaging van de huurprijs tot gevolg heeft. BOUW- EN WONINGTOEZICHT Verkeert een woning in een zoda nige toestand, dat zij ongeschikt is voor bewoning, maar wel door het aanbrengen van verbeteringen daar voor geschikt kan worden gemaakt, dan kan de bewoner een bezwaar schrift indienen bij burgemeester en wethouders, die de eigenaar kunnen verplichten de nodige verbeteringen aan te brengen. Het orgaan dat zich hiermee in de praktijk belast, is de gemeentelijke dienst voor bouw- en woningtoezicht. In de derde plaats kan de woning onbewoonbaar ofwel ongeschikt ter bewoning worden verklaard. In dat geval wordt de huurprijs terugge bracht tot de huurprijs die op 31 de cember 1950 gold. Tenslotte kan de huurder zich bij eenvoudig rekwest tot de kanton rechter wenden. Bij de griffie kan hij een verzoekschrift indienen, waarbij de rechter wordt gevraagd een dag te bepalen waarop deze zaak kan worden behandeld. De rechter kan dan, indien hij de klacht ge- gi'ond vindt, de huurder machtigen bepaalde onderhoudswerken of repa raties op kosten van de huurder te doen uitvoeren. In deze procedure is de uitspraak van de kantonrechter bindend. Beroep is niet toegelaten. Een in 1964 uitgekomen publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft ons ten aanzien van de studenten in Nederland het vol gende overzicht: Naast de aanzwellende geboorte golf in Nederland neemt uiteraard ook het aantal studenten bij het we tenschappelijk onderwijs toe. Was bijvoorbeeld in het studiejaar 1960- 61 de toeloop van de eerstejaars ren er 7913 en in 1963: 8425. Het aan tal studerenden van ca. 38.000 in 1960 nam met 27 pet. toe tot 48.000 in 1963. buiten het vlekje Nederland in de rest van de wereld, moet toch eigen lijk wel worden gesproken van een geweldig tekort aan artsen. De psy chologie, welke met 4 pet. relatief een veel grotere plaatst inneemt dan de geneeskunde, spreekt wel duide lijke taal. Voor deze jonge weten schap zijn vooral de vrouwen met haar 10 pet. ambitie de mannen met hun 3 pet. verre de baas. HOELANG DOEN DE STUDENTEN ER OVER OM HET GESTELDE DOEL TE BEREIKEN? Een verdere publicatie van het CBS geeft een overzicht van de stu dietijd der studenten van de na-oor- logse generaties (19481950). Opmerkelijk hierbij is het geringe aantal vrouwelijke studenten van 18 procent, dat in drie jaren niet steeg; voor de mannen was toename in 1962 en 1963 respectievelijk 8 en 6 procent. Daaruit blijkt ten eerste, dat voor alle studierichtingen die tot doctor DE STUDIEKEUZE gepromoveerden in de minderheid j blijven ten opzichte van hen, die en- Wat beti-eft de studiekeuze blijkt kei voor hun kandidaatsexamen het aspect over de laatste drie jaren'slaagden. Indien het juist is, wat nagenoeg gelijk. Het ziet er nog niet professor Gai-mt Stuiveling eens naar uit, dat verscheidene wensen in! voor de radio zei, namelijk dat een een eerder gepubliceerde prognose niet gepromoveerde student een niet- tot 1980 ten aanzien van de behoef- afgestudeerde student is, moeten er ten een academisch geschoolden voor i zich nog heel wat promovendi aan- diverse vakken zullen worden ver- dienen. De professor vei-gat er ech- wezenlijkt. Het geconstateerde tekort ter bij te zeggen, dat 't behalen van aan afgestudeerden in de letterden bijvoorbeeld wordt stellig niet opge heven indien de afname van de eer stejaars studenten (van ruim 13 pro- cent van alle studenten in 1960 tot nog geen 10 procent in 1963) zich zou continueren. Tegenover de, zij het geringe, stij ging van deelname in de rechten studie staat de voortgaande vermin dering der belangstelling voor de godsdienstige sector evident. Nog in geen enkel opzicht lijkt er een keer te komen in het grote te kort aan medici, waarover zoveel verontrusting heerst. Grotere deel name aan de artsenstudie was er in 1960 slechts met enkele tienden pro- centen tot ruim 11 pet. van het to taal aantal studerenden; minder dan voor economie. Dit zou overi gens tegemoetkomen aan de progno se, hiervoren genoemd, dat er in 1980 een overschot van 24 pet. bij de art sen te verwachten is. Gezien even wel de enorme behoefte aan medici, ASSURANTIE en FINANCIERINGSKANTOOR KRUIJSEN - MEESTERS julianasingel 41 „ook goed en goedkoop VENRAY Tel. 1061 (04780) voor autoverzekering" III WH HMIMEB— Ook nu nog concurerende autopremies. Vrijwel elk bedrag beschikbaar voor HYPOTHEEK, rente 51/«2 aan academisch geschoolden, ook in de wereld buiten Nederland. HOEVEEL BUITENLANDSE STUDENTEN TELLEN DE NED. UNIVERSITEITEN? Het aantal buitenlanders, dat bij de Nederlandse universiteiten hogescholen studeerde, bedroeg 1168, d.i. 2,5 pet. van alle Nederlandse en buitenlandse studenten samen. Daar onder waren 192 vrouwelijke studen ten, nagenoeg in dezelfde verhouding tot de mannen als bij de Nederlan ders De beide sexen samen verte genwoordigden 22 landen, terwijl er 82 statenlozen onder waren. Indonesië leverde het leeuwenaan deel van 238 studenten, terwijl van Ierland één student college liep Delft. Buiten het aantal statenlozen kwam de grooste toeloop uit de Ver enigde Staten (136), Oost- en West- Duitsland (120), Noorwegen (103) en Hongarije (68). Met 31 procent van het totaal kwamen zij voor de artsenstudie, waarbij vooral Noorwegen met 99 van zijn 103 studenten opviel naast van de 136 Amerikanen en van de 238 Indonesiërs. Geringe belangstelling daarentegen zagen we bij de rechtenstudie met een totaal van 52 studenten, waar van Duitsland met 9 studenten en de statenlozen met 6 de animo van de Indonesiërs met hun 2 studenten overtroffen. Veel groter was de deelname van de Indonesiërs aan de technische stu dies, namelijk 67 en wel 34 procent van alle buitenlandse studenten bij de technische wetenschappen. Economie studeerden de Indone siërs met een aantal van 36 ofwel 37 procent van alle economische buiten landse studenten. Relatief waren de Indonesische studenten voor deze beide vakken heel wat meer in aantal dan de Ne- Voor alle reparaties Schoolstraat 30 vlechtjes, dat herinneringen had aan inentingen. „Ach joh, voor de mazelen toch niet. Da's heel wat anders", wist een derde. En zo ging het consult voort tot etenstijd. Aan de tafel in onze straat werd die avond nergens an ders over gesproken, dan over de pa tiënt. En sommige kinderen deden voor het naar bed gaan een lief ge bedje, opdat Jonathan weer gauw beter mocht worden, om mee te vlie gen met de autoped van Jopie. De volgende morgen voor dag en dauw - het was nauwelijks licht - had Jopie zijn pa weten te bewegen om de grendel van de keukendeur te doen. In zijn piamaatje draafde hij naar het margarinekistje om te kij ken hoe het met zijn duif zou gaan. Hij begon opgewekt met zijn fluit- pogingen. Maar Jonathan reageerde niet meer. Jonathan was dood. Jopie snikte zijn groot verdriet uit aan iedereen die vroeg op was. Hij was ontroostbaar, tot moeder op het idee kwam van de begrafenis. Met een was alle verdriet verdwenen. Jonathan kwam in een sigarenkistje te liggen, er werd een kuil gegra ven en men begrijpt niet waar bij zo'n gelegenheid zo gauw zo veel kinderen met oude jassen van va ders en moeders komen. Er moesten echter ook bloemen zijn en Jopie's vader munt niet uit in de kunst van tuinieren. De buurman daarnaast wel. Maar van jongsaf was Jopie in geprent, dat hij daar niet aan mocht komen. Nu was het echter een an dere kwestie. Parmantig belde hij aan, net zo lang tot buurman van daarnaast zijn bed uitkwam. „Mijn duif is dood", zei Jopie, „en of ik nou aste- blieft Verder kwam hij niet. Buurman, altijd ochtendziek, werd woest over deze onderbreking van zijn nachtrust, gaf het knulletje een draai om de oren en smakte de deur dicht. De overburen zag dat. En toen de plechtige begrafenis op een hoog tepunt was, werd er weer gebeld bij de buurman met de bloemen. Het was een agent, die proces-verbaal kwam opmaken wegens mishande ling van een kind. De man is niet naar de rechtszaal gekomen, want de zitting begon al om 10 uur 's morgens. Maar hij werd veroordeeld tot vijf en dertig gulden. ALLEENVERKOOP WENNEKER SCHIEDAM Geen statiegeld. Heel eenvoudig.,, glas vol...fles wegl De duif Jonathan was in zijn leven niet een van de best geslaagde exemplaren der duivenschepping. Wij hebben hem goed gekend, want hij bevuilde met grote frekwentie ons wasgoed. Jonathan was een beet je scheef gebouwd, zou men zo zeg gen. Hij vloog ook niet al te best. Als zijn baas hem per autoped naar de straathoek bracht, fladderde hij onder aanmoedigende kreten van de buurtjeugd naar zijn margarinekist je terug. Dat was Jonathan's top prestatie. en de kinderen beloonden hem royaal met zuinig bewaarde kruimels van koekjes, afgezogen zuurtjes en zelfs één keer met een stukje kauwgom. De baas van Jonathan was een blond ventje met een heleboel krul len. De duif was zijn grote liefde. Hij stond er als het ware mee op en hij ging er mee naar bed sinds hij hem had gekregen van een oom, die geen raad wist met het misbaksel. Het was voor Jonathan een opluchting dat de baas, Jopie heet hij, enkele uren per dag naar de kleuterschool moest. Op een kwade dag echter zat Jo nathan mismoedig in een hoek van het margarinekistje. De amechtige fluitpogingen van Jopie, die er zielig bij stond in zijn lange broek met lichters over het truitje, vermochten hem niet naar buiten te lokken. Hij bleef er even bij staan kijken, praat te wat tegen de vogel, die nu en dan terug knipoogde en ging vervolgens de buurt rond om de droeve mare te verspi'eiden: „Mijn duif is ziek. En nou lust hij zo graag een snoepje." Niemand kon aan deze heerlijke leugen weerstand bieden en een uur tje later zat Jopie op de grond voor het duivenhok drop en toffees te kauwen en de lijder troostend toe te spreken. „Jonathan heeft de mazelen", ver telde hij wijs aan de buurtkinderen, die er in een boog omheen stonden, „en morgen komt de dokter om met zijn buik te telefoneren. Dat is lek ker koud op je buik." „Als de dokter hem maar niet Bij uitbundig feestgedruis! Vers gebotteld Lindeboom bier»», tij, in handige "4 pak" - licht ia ge- r|l wicht - gemakkelijk mee te ne- men -weinig plaatsruimte nodig in de koelkast.Tochniet duurder (37 cent per fles). Vraag Uwwin- kelier...neem de proef en IJ óók zeggen: Héérlijk Limburgs bier brouwt! Wlindeboom BI^BBBOyW^RIJ N.V..NEER lymtwrg) een doctorsbul gewoonlijk slechts is weggelegd voor die studenten, die over voldoende geldmiddelen kunnen beschikken. Eerst bij het zesde studiejaar wordt bij de meeste faculteiten voor het eerst en door slechts enkelen de doctorsgraad behaald, om daarna elk jaar op te lopen. Het grootste aantal promoties werd bereikt na 'n studieduur van 13 jaren; dat waren de generaties van 1948-49. Opvallend hierbij is het hoge percentage bij de geneeskunde, waar bij 76 pet. ge slaagden voor het kandidaatsexamen tevens 72 pet. de doctorsgraad be haalde. Bij de geneeskundige faculteit had reeds binnen twee jaren 5 pet. der studenten zijn kandidaatsexamen gedaan en binnen drie jaren was dit zelfs 25 pet. Wat overigens betreft het slagen voor het artsenexamen, slaagde eerst na acht studiejaren 20 pet., terwijl pas na dertien jaren 65 pet. zijn arsenbul verwierf. Buitengewoon voortvarend zijn de studenten in de economische weten schappen in Rotterdam en Tilburg. Reeds na één studiejaar was er 39 procent van de studenten, die zijn propadeutisch examen deed, terwijl na drie studiejaren reeds 18 procent slaagde voor het kandidaats. Naast de geringe belangstelling voor studie in de Godgeleerdheid valt in deze sector ook het zeer lage percentage geslaagden voor het doc- toi-aal examen op; dit is namelijk 15 procent tegenover bijvooi*beeld bij de medici 72 procent en bij de rechtsgeleerdheid 63 procent. Al met al zou misschien de vraag worden gesteld of het wel juist is dat zoveel studenten gedurende der tien jaren (en over een aantal jaren zal blijken hoeveel jaren méér) col lege blijven lopen, terwijl toch na vijf studiejaren reeds gemiddeld 60 procent in de meeste vakken slaagt voor het kandidaatsexamen. De tijd waai'in vele studenten enkel stu deerden om student te spelen, zou tocht eens tot het verleden moeten gaan behoren, gezien de grote nood prikt", zei een meisje met eigenwijze ECONOMISCHE ASPECTEN VAN Winst of verlies in de varkens houderij is in het bijzonder afhanke lijk van het aantal grootgebrachte biggen per toom en de opbrengstprijs van de big. Daarnaast zijn de kosten van belang die voor de opfok moe ten worden gemaakt. In tegenstelling tot de kostprijs geeft de opbrengstprijs vrij grote schommelignen te zien, waardoor de winstgevendheid nogal uiteen loopt. Bij regelmatig aanbod van biggen per bedrijf kan een deel van deze prijsschommelingen echter worden afgezwakt. Dit geldt ook voor de prijsschommelingen over langer pe riode de zogenaamde varkens cyclus. Op grond daarvan kan wor den verwacht, dat de biggenprijzen in de winter 1965-'66 een hoogtepunt zullen bereiken. De kostprijs van de big wordt door een groot aantal factoren beïnvloed, zoals blijkt uit het onlangs gepu bliceerde L.E.l.-verslag over de var kenshouderij. De kostprijs per big is voor de weidebedrijven in Zuid-Hol land berekend op ongeveer 55, en voor het zuidelijk zandgebied op ongeveer 51, Bij beoordeling van de kosten wordt onderscheid gemaakt in op- fokkosten tot en met de eerste worp en de kosten voor de oudere zeugen- Tot de opfokkosten worden alle kos ten gerekend, die men in de opfok- zeug investeert. In de zandgebieden blijkt b.v., dat van de 100 biggen bestemd voor de fokkerij er slechts 64 eersteworpszeugen over blijven, die biggen hebben grootgebracht; 60 van deze woi*den dan aangehouden voor verder fokken. De totale kosten voor deze reste rende eerstworpszeugen bedragen na speendatum, met inbegrip van alle risico's, ongeveer 300,per zeug. De slachtwaarde van een eerste- worpszeug is lager dan deze investe ring. Hierbij is rekening gehouden, dat een eersteworpszeug 7 tot 8 big gen groot brengt. Dat is gemiddeld twee biggen per worp minder dan een oudere zeug. De extra kosten voor de eersteworpszeugen moeten dus door meer worpen per zeug wor den terug verdiend. In de kostprijs berekening worden daarom de op fokkosten toegerekend aan alle wor pen. Het is gebleken, dat in het aantal worpen per zeug een vrij grote spreiding bestaat. In het zuidelijk zandgebied heeft een zeug gemiddeld ruim drie worpen; in zuid-Holland waar de zeug langer wordt aange houden gemiddeld ruim 4 worpen. Bij groter aantal worpen per zeug daalt de kostprijs per big, omdat de opfokkosten over een groter aantal worpen worden verdeeld. In Zuid- Holland is de kostprijs per big ech ter 4,hoger dan in het Zuidelijk zandgebied, als gevolg van hogere krachtvoerprijs en hoger voederver- bruik. Verder blijkt de winstgevendheid in belangijke mate te zijn beïn vloed door een vrij grote spreiding in het aantal grootgebrachte biggen per worp, de gustperiode en de zoog- periode. Het blijkt namelijk, dat 30 procent van de oudere zeugen door verschil lende oorzaken minder dan 9 biggen per worp hebben grootgebracht. Bij een opbrengstprijs van 55,per big is er voor die worpen geen winst behaald en is de arbeid slechts ge deeltelijk terug verdiend. Bij 70 pro cent van de worpen zijn meer dan 9 biggen per worp groot gebracht en steeg het winstsaldo naarmate het groter aantal biggen per worp. Eén big meer betekent namelijk een stij ging van het inkomen met 85, per zeug per jaar. Ander factoren van invloed op de resultaten, zijn een te lange gustpe riode en een te lange zoogperiode door traag groeiende biggen. Tien dagen te lang veroorzaakt een da ling van het inkomen met ongeveer f 40,per zeug per jaar. De spreiding in de resultaten van de onderzochte bedrijven is voor elk van de genoemde factoren nog zo groot, dat er voldoende ruimte be staat voor meer verbetering van de rentabiliteit in de varkenshouderij.

Peel en Maas | 1965 | | pagina 5