waarom in Oirlo geen carnaval van KAB naar NKV Politierechter WENNEKER Aantrekkelijke regeling bij beëindiging boerenbedrijf Veilig Verk eer VRIJDAG 26 FEBRUARI 1965 No. 8 ZES EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS UW MODEHUIS DRUK EN ÜITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAÏ WPPITRT AH VfTOP UPNR&Y RW flM^TRPPPN ADVERTENTIEPRIJS 8'/i ct. p. mm. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 I» CbAUIwnU V WVJi\ V LiiliVn I Gil LUUO 1 I\ GIVUll PRIJS PER KWARTAAL 1.75 (buiten Venray 2.—) 65ste JAAR NOG TOESLAG De tijd dat Nederland een typisch agrarisch land was, ligt reeds lang achter ons en het is maar al te goed bekend, dat vele kleine Nederlandse boeren de laatste jaren het hoofd slechts met grote moeite boven water konden houden. Die versnippering van onze kostbare landbouwgrond in allerlei kleine bedrijfjes komt natuurlijk onze landbouw niet ten goede. Daarcm heeft de regering naar middelen gezocht om deze be drijfstak te saneren. Met dit doel heeft de Tweede Kamer vorig jaar de regering gemachtigd een extra-begrotingspost in te stellen teneinde boeren, van 35 jaar en ouder, die hun bedrijf wensen te beëindigen, een vergoeding te geven in de vorm van een inkomen toeslag. Bij vele agrariërs heersen echter nog zoveel misverstan den over deze beëindigingsvergoedingsregeling, dat het dienstig is de verschillende details hiervan eens nader uiteen te zetten. BEDRIJFSVERGROTING HET OOGMERK De uitvoering van de beëindigings- vergoedingsregeling is in handen ge legd van de Stichting Ontwikke- lings- en Saneringsfonds voor de Landbouw, die dus gesubsidieerd wordt door de regering. De wenselijkheid de landbouwbe drijven met een vrij groot aantal te verminderen om op deze wijze grond beschikbaar te krijgen van de over blijvende bedrijven wordt vrij alge meen erkend. Bedrijfsvergroting kan immers op zichzelf bijdragen tot verlaging van de produktiekosten. In dit geval vloeit die hoofdzake lijk voort uit het feit dat het vergro te bedrijf per extra hectare grond minder uren arbeid nodig heeft dan de kleine boer, die zijn bedrijf be ëindigd heeft, eerst nodig had. Hier door wordt de mogelijkheid om ra tioneel te werken aanmerkelijk gro ter. Rationeel werken impliceert produceren tegen lagere produktie kosten, waarbij er dus ruimte over blijft voor een betere beloning in de landbouw bij gelijkblijvende prijzen of misschien de prijzensteun zelfs wat kan worden verlaagd. Het doel van de bedrijfsbeëindiging is dus economisch gezond. Op welke manier wordt deze nu uitgevoerd? HOE GROOT IS TOESLAG? Het gebruikte middel is een inko menstoeslag voor degene die defini tief zijn landbouwbedrijf beëindigt. Deze toeslag is alleen beschikbaar voor landbouwers ouder dan 55 jaar. Is de rtebokkene 55 jaar, dan ont vangt hij 255,per maand. Is hij 56, dan 273,en verder loopt de toeslag naar gelang de leeftijd als volgt op: 57 303,—), 58 338,—), 59 392,Voor boeren, die 60 jaar of ouder zijn bedraagt de toeslag 451,per maand. Tot hun 65ste jaar hebben zij recht op deze toeslag. Na hun 65ste jaar ontvangen zij 95,per maand, hetgeen een wel kome aanvulling op hun ouderdoms- uitkering betekent. Bij overlijden van degene, die de ze vergoeding ontving, ontvangt de weduwe vanaf dat tijdstip eveneens 95,per maand. VOORWAARDEN Aan welke eisen moet iemand vol doen om voor deze regeling in aan merking te komen? Afgezien van allerlei bepalingen die dienen om misbruik te voorkomen, zijn er nor maal twee doorslaggevende vereisten t.w.: 1. een inkomen lager dan 6500, per jaar over gemiddeld de laat ste drie jaren voor de aanvrage. Het betreft hier het totaal fiscaal zuiver inkomen, opgelegd volgens definitieve aanslag in de inkom stenbelasting. 2. meer dan de helft van dat ge middelde komen moet zijn ver kregen uit het door de aanvrager uitgeoefende landbouwbedrijf. Voorwaarde voor de verlening van de inkomenstoeslag is dat het land bouwbedrijf definitief wordt beëin digd. Indien de grond eigendom is, moet deze woren verkocht, waarbij de verkoper de volle vrije marktprijs ontvangt. PLM. 4500 AANVRAGEN Hoe gaat het bij een gepacht be drijf? Ook hiervoor is een regeling getroffen. Bij pacht moet de pacht worden beëindigd en van de eige naar medewerking worden verkre gen tot verkoop of verpachting voor lange termijn aan 'n boer, wiens be drijf er duurzaam door wordt ver beterd (aan te wijzen door 't fonds). Is aan deze voorwaarden voldaan, dan kan de boer, die de grond eerst had gepacht, ook voor een inkomens toeslag in aanmerking komen. Reeds nu is gebleken dat er veel animo voor deze regeling is. Per be gin januari 1965 waren er reeds cir ca 4500 aanvragen ingediend. Het blijkt dat een aantal aanvra gers valt boven een gemiddeld fis caal zuiver inkomen van 6500, Van de zijde der landbouworganisa ties is daarom reeds aandrongen op verhoging van de inkomensgrens. Een gemiddeld inkomen van 8000,- als bovengrens achten wij zeker de moeite van het overwegen waard, maar vooralsnog blijft die grens 6500,—. RIJDEN OP ROSSEN Mannen berijden 84 procent van de brommers en 28 procent daarvan is 16 tot 24 jaar. Wij zijn er drie van. Ze noemen ons bromnozems. Ouderen vinden ons een gevaar op de weg, maar wordt de verkeers veiligheid bedreigd als wij soepel weten te manoeuvreren in het druk ke stadsverkeer? Behendiger dan heel wat volwassenen? Opvoedkundige kreten lappen wij aan onze gepoetste laars. Waar wij ons wel aan willen houden is de ma ximum snelheid van 30 km in de be bouwde kom. En nogal glad dat wij onze glanzende brompaardjes in houden voor een droom van een meisje dat een zebra oversteekt. Maar ook voor de bejaarden, de kleuters en andere weggebruikers! Over volwassenen gesproken: mis schien kunnen zij van ons wat be hendigheid leren in het verkeer. Want met snel reageren is de ver keersveiligheid toch ook gediend? INGEZONDEN Als men een ingezonden stuk in een krant plaatst, moet men weten, waarover men schrijft en niet door onwetendheid anderen onrecht doen. Dit geldt de redaktie van dit blad, die in antwoord op een ingezonden stuk in Peel en Maas van 19 febr. er blijk van geeft de klok te hebben horen luiden, maar niet te weten waar de klepel hangt. Ik wil me nu richten tot elke ech te Oirlonaar. Weet U hoe de zaak van de carna val ervoor staat en hoe dit zover is gekomen en in hoeverre 't oude be stuur hieraan schuld heeft? De moeilijkheden begonnen dit jaar, ondanks de in andere jaren zo levendige carnaval, met de Raad van Elf. Enige van de ouderen wilden aftreden en inderdaad was de raad ook aan verjonging toe. Er werd een vergadering uitgeschreven, die totaal mislukte. Teneinde raad riep de vorst de hulp in van de heren Claessens en van de Sterren. De heer Stevens wenste toen het totale aftreden van de raad en bestuur, zo dat de hele carnavalsvereniging weer van grond af aan opgebouwd kon worden. Iedereen zou weer her kiesbaar zijn en stelde zich ook weer beschikbaar. Er werd een werkcommissie in het leven geroe pen, waarin ook twee leden van het oude bestuur zitting hadden. De he le vereniging zou men opnieuw op richten en daarvoor werden 20 jon ge Oirlonaren aangeschreven om zitting te nemen in de raad. Maar schaam u, Oirlonaren, er kwamen er slechts drie bij de vol gende vergadering opdagen. Men kan zich nu afvragen: wil men in Oirlo een carnaval of niet. Verwacht men dat altijd dezelfde mensen zich voor alles moeten inspannen, of bent u allen lid van deze gemeenschap. Op zo'n basis moest de zaak na tuurlijk weer mislukken en daarom nam het oude bestuur de zaak weer in handen en met succes. In één avond notabene was de hele carna val weer in kannen en kruiken met een voltallig bestuur en raad van elf. Maar nu kwamen de moeilijkhe den van een kant waarvan men ze helemaal niet verwachtte. De zaal houder van wie de Oirlose gemeen schap vanzelfsprekend afhankelijk is wilde niet meewerken. Men deed hem dezelfde voorstellen waarmee hij ieder jaar akkoord was gegaan en iedereen weet dat deze geheel aanvaardbaar waren. Maar er viel niet met hem te praten. De zaalhou der wilde blijkbaar alleen aan zijn eigen belang denken en niet aan dat van de Oirlose gemeenschap. En dat terwijl men toch waarlijk geen lief dadigheid verlangt. Maar ik vraag me toch wel af of hij hiermee niet zijn eigen ruiten ingooit. Er werden hem alle mogelijke voorstellen ge daan; van de zijde van de carnaval was er voldoende wil tot samenwer king. Men vroeg de zaalhouder dan zelf met een voorstel op de proppen te komen, maar dat wees hij af. Hierdoor moest het carnavalsplan wel in duigen vallen. Maar ik wil hier evenwel duidelijk stellen dat aan het mislukken van de carnaval het oude bestuur geen enkele schuld heeft, waarvan iedereen nu wel overtuigd zal zijn en wat ten on rechte in het ingezonden stuk van 19 febr. geinsinueerd werd. Waar de redaktie in haar antwoord haar in lichtingen vandaan heeft weet ik niet, maar zeker is, dat zij zich geen objectief oordeel heeft gevormd. De oude raad heeft alles gedaan om de zaak in het reine te brengen, maar struikelde hierbij door de zaalhou der. Haar treft dus geen enkele schuld. Verder wil ik over deze droevige gebeurtenissen niet uitwei den. Daarvoor is de zaak te deli caat. Er zal dus dit jaar in Oirlo geen carnaval zijn, maar ik hoop hiermee iedereen in Oirlo voldoende ingelicht te hebben, zodat schuld treft, die schuld heeft en niet diegenen be kritiseerd worden die zich nu nog zoveel meer dan andere jaren inge zet hebben voor de Oirlose gemeen schap. Een Spurriemök. Antwoord van de Redaktie: Het spijt ons als onze inlichtingen, die wij vorige week gaven, onjuist zijn. Ondanks het feit dat we ze van de ingestelde werkcommissie hadden, die dan schijnbaar ook niet wist dat het oude bestuur een Raad van XI geformeerd heeft. We zijn dus niet alleen onwetend. Hoe het mogelijk is, dat in Oirlo vastelaovend afhankelijk is van een zaalhouder, is voor ons een grote vraag. Hoe deze zaalhouder bals kan geven, die krachtens oude rech ten alleen de vastelaovesvereniging geven kan, nog een groter raadsel. Wat er van zij, Oirlo heeft geen Het gebeurt niet vaak, dat een verdachte tevreden en dankbaar de raadszaal van ons gemeentehuis uit komt, behalve dan natuurlijk nadat hij is vrijgesproken. Maar nu ver scheen er een roodkonige jonge ke rel met carnavalsachtig boerenpetje op de kop, die een stevige straf kreeg en die zich desondanks zo dankbaar en tevreden betoonde als Prins Carnaval na het 48ste rondje van de kroegentocht. De dankbare verdachte had ruzie gemaakt op de boerderij, waar hij werkte. Het verhaal werd niet hele maal duidelijk, maar het scheen, dat de ene knecht de andere te veel werk liet doen. De woordenwisse ling, die daar op volgde, liep uit in een handgemeen, waarbij de ver dachte de getuige met een zakmes in de hand stak. „Buitengewoon ernstig", zei de of ficier, „het gaat niet aan, dat u er maar op los steekt. Mensen als u zijn een gevaar voor de maatschappij. Het zou het verstandigst zijn, als we u maar een poosje verstopten in het Huis van Bewaring in Roermond. Dan kunt U tenminste geen kwaad meer doen." „Jawel edelachtbare, dat is zo", gaf de verdachte toe. De gestoken getuige kwam met eenzelfde boerenpetje, maar van veel groter formaat. pi i.» h- rnriwrmmr „Zet die petten eens af", zei de deurwaarder. Maar deze groothoof- dige figuur moest toen juist de eed afleggen en kon niet in één hand een grote enveloppe en z'n fors uit gevoerde hoofddeksel vasthouden, dus stak hij twee vingers op met de pet er in. „Leg die pet daar maar neer", meesmuilde de politierechter. De en veloppe bleek tweedehands. Er zaten bus- en spoorkaartjes in en wat kwi tanties. „Ik wou graag schadever goeding", begon hij. Maar eerst moest hij zijn verklaring afleggen. Het had pijn gedaan en er was flink wat bloed uitgekomen. „Alsof je een tpaard de hals had afgesneden", be weerde hij. De schadevergoeding bleek nogal ingewikkeld. Er was verzuim dat niet en verzuim dat wel doorbetaald was. Er verscheen een retourtje naar 't ziekenhuis om de hand weer in fatsoen te laten brengen en er kwam een kwitantie van de stomerij tevoorschijn, wegens het chemisch reinigen en waterdicht maken van 'n regenjas. „Maar hij hoeft toch niet jouw garderobe in orde te houden?" vond de officier. „Nee, maar die jas zat onder de bloedvlekken, die kon ik zo niet meer aan.", vertelde de getuige, die maar steeds twee vingers de lucht inhield, omdat hij onder ede stond. „Doe die hand maar naar beneden", verzocht de officier. Zodoende kreeg de getuige twee handen vrij om met zijn kwitanties te zwaaien en z'n petje terug te pakken. Alsof dat niet veilig lag op de groene tafel. „Dat bloed is nog daaraan toe. Maar 't waterdicht maken, 't Is toch niet zijn schuld, als je regenjas niet meer waterdicht is?" Daar wist de getuige geen ant woord op, zodat het waterdicht ma ken bijna van de schadevergoeding was weggeschrapt. Maar toevallig had de rechter net zijn jas uit laten stomen. „Dat hoort er bij", zei hij, „het één is het gevolg van het an der". Prins Carnaval, pardon de ver dachte, kreeg zodoende de verplich ting om twintig gulden en een dub beltje schadevergoeding te betalen. En als straf kreeg hij een week voorwaardelijk met een jaar proef tijd. „Mag ik u bedanken?" vroeg hij. ,,'t Mag wel, maar 't hoeft niet", zei de officier. „Dank u zeer", zei de messteker daarop beleefd en hij klom het po dium op om de rechter, de officier en de griffier een hand te geven. Maar die waren daar niet op gesteld, zodat de deurwaarder hem (de) weg wees. Hij knikte nog wel vriendelijk tegen de pers, die overigens toch ook geen invloed heeft op rechter lijke beslissingen. Maar de getuige bleef nog even. „Dat retourtje van vandaag", zei hij „en dat verzuim om hier naar de zit ting te komen. Dat moet hij toch ook betalen?" Maar daar zorgt de griffie voor. Per slot van zaken mag er toch ook wel iets voor rekening van de belastingbetaler komen. „En ga nou maar gauw carnaval vieren", zie iemand op de tribune. vastelaovend al dan niet in het bezit van een Raad van XI. We betreuren dit voor dit kerkdorp en wensen de genen, die voor dit niet doorgaan de verantwoording dragen wijsheid ge noeg toe om de obstakels, die dit jaar oorzaak zijn van het misluk ken, komend jaar te kunnen oprui men. Beter dan welke speech op die afgelopen donderdagavond liet een der oudleden t.w. de heer Sanders bjj z(jn afscheidswoord de ge weldige veranderingen zien, die in de arbeidersorgansatie, de laat ste 60 jaren z\jn voorgekomen. Hij heeft namelijk de tijd nog meegemaakt van de Volksbond, de Werkliedenbond, waaruit de KAB weer is voortgekomen, die thans weer omgezet wordt in NKV. Er is in die tijd een machtige hoop ge beurd ten goede van de werkne mers. Ook voorzitter W. Franssen toon de dat aan in zijn overzicht over de afgelopen 60 jaren, waarin mede dank zij de organisaties de werkne mer een waardige plaats in de maat schappij verworven heeft. Daarbij heeft de werknemer ervaren dat vooral door samenbundeling van krachten en het vergaren van meer kennis veel bereikt kan worden. Er is een nieuwe tijd aangebroken en daartoe dienen de bakens verzet te worden, aldus deze Voorzitter. De verandering van KAB tot Neder landse Katholieke Vakcentrale zal nog meer dan voorheen de arbeider de plaats geven, die hij verdient. Maar de plaatselijke afdeling der KAB heeft met het uitzicht op deze verandering van statuten, reglemen ten en doelstellingen niet de armen over elkaar geslagen. Integendeel, uit de verschillende jaarverslagen, die secretaris Th. Pe ters bracht, blijkt de KAB in 1964 'n vruchtbaar jaar achter de rug te hebben. VELE AKTIVITEITEN Het ledental van de KAB groeide van 1315 mensen naar 1327. De Ge westelijke Sociale School loopt goed en men hoopt ook voor het komende cursusjaar weer vele werknemers aan te kunnen trekken, die zich wil len ontwikkelen. De KAV had een goed jaar, met veel aktiviteiten, iets wat jammer genoeg niet van de Ka jotters gezegd kon worden. De aktie Wij en Zij le verde 1383,op. Het Priesterstudiefonds kon meer dan 2000,afdragen. Het Gezins zorgfonds telt 473 leden en kon meer dan 2200 dagen hulp verstrek ken. Het is de enigste Limburgse afdeling die zichzelf geheel kan be druipen. Herwonnen Levenskracht dat voor zijn gouden bestaansfeest staat, heeft ook afgelopen jaar weer aller lei akties ondernomen, die een be drag van liefst 5673,opleverden. De Culturele Dienst zorgde tradi tiegetrouw weer voor een plezierig St. Nicolaasfeest. De Dr. Poelsstichting hielp nood verlichten met het bedrag van f 1777,dat voor dit doel bijeen gebracht werd. De Centrale Volksbank had een gunstig jaar. Er werd meer ingelegd dan terugbetaald, zodat men dus wel moet concluderen, dat er geluk kigerwijze nog gespaard wordt. De Reisvereniging marcheert ook lekker en verzorgde een uitstapje naar België voor de leden. De heer Peters sloot zijn overzicht met zijn dank aan allen, die de ze gunstige resultaten van allerlei akties hebben mogelijk gemaakt. Vooral de mensen, die het „school werk" hebben gedaan. Ook de penningmeester van de KAB, de heer W. Peters, kon een te vreden geluid laten horen. De afde ling zit behoorlijk in zijn geld en kan de nieuwe NKV een aardig be drag meegeven. Ja en dan was het zoverDe Venrayse KAB hield op te bestaan. VAN KAB NAAR NKV Districtsbestuurder van Gennip was speciaal naar Venray gekomen om de leden nog eens duidelijk te maken, wat er nu feitelijk gebeuren gaat. Men kende tot op heden twee af zonderlijke organisaties, de stands organisatie en de vakorganisatie, die weliswaar tot een twee-eenheid uit groeide, maar nog altijd twee afzon derlijke groepen waren. Dit gaat nu veranderen. Er is een sociaal-econo mische, maar ook stands-organisato rische eenheid gegroeid, waardoor de vakbondsbestuurder, verenigd in de NKV in de toekomst alle arbei ders en werknemers zullen verte genwoordigen. De vroegere KAB-af- delingen gaan dus verdwijnen, even als de kringen. Dat worden onder geledingen, overkoepeld door een centraal bestuur. In deze nieuwe vorm zal plaats zijn voor andere vakorganisaties als ARKA e.d.-, die vroeger buiten de KAB bleven. Hij bracht dank aan alle mensen, die in de loop der jaren hun beste krachten gegeven hebben voor de KAB. Bij dit dankwoord sloten zich ve len aan, o.a. Mevr. Arts namens de KAV, evenals de heer van Els, die als kringvoorzitter ook zijn funktie neer moet leggen. Bedrijfsaalmoezenier Pater Latte sprak over de nieuwe vormen, die ook in het bedrijf sa postolaat naar voren komen, terwijl de heer Schoes- ter er op aan drong dat het belang- ÈHEKÉk Voor alle reparaties fa. MARTENS Schoolstraat 30 rijke vormingswerk, waarin de Ven rayse afdeling steeds vooraan ge staan had, ook in de toekomst zou gestimuleerd worden. Wethouder Schols sprak namens 't gemeentebestuur zijn dank uit voor de goede samenwerking, die er altijd is geweest tussen KAB en gemeente. BESTUURSVERKIEZINGEN De nieuwe constellatie kwam tot uitdrukking door de verkiezing van een nieuw bestuur. De heren W. Franssen, G. Trois- fontaine, W. Peters, M. Peters, G. Cox, H. Hermans en L. Janssen werden bij acclamatie gekozen in de geleding van het NKV in Venray- centrum. De voorzittersverkiezing duurde wat langer doordat de heren Frans sen en Troisfontaine gelijk op gin gen, maar bij de derde stemming bleek de voorkeur uit te gaan naar G. Troisfontaine, die beloofde voor een jaar de teugels in handen te zullen nemen. Niet terugkeerden als bestuursleden de heren J. Arts, M. Borghs, H. Wismans, J. Swinkels en W. Sanders. BELANGRIJKE ALGEMENE PUNTEN Op deze jaarvergadering noteerden we twee punten, die blijkens de woorden van de voorzitter en ande re sprekers de Venrayse werkne mers schijnbaar hoog zitten. Allereerst was er de verklaring dat men volkomen stond achter ret industriële beleid van onze gemeen te, die ook de nodige differentiatie nastreeft in de werkgelegenheid, zo dat ook buiten de metaal- en bouw sector werkgelegenheid in Venray gaat komen. Op de tweede plaats werd ook hier aangedrongen op een snelle op lossing van het bejaardenprobleem, in die zin, dat men een spoedige re alisatie hoopt van een bejaarden tehuis annez verpleeginrichting.

Peel en Maas | 1965 | | pagina 9