Mei de Rijkspolitie op
patrouille
ST. NICOLAAS inteinatiónaal
ÊL
Politierechter
Inbraak of baldadigheid?
VRIJDAG 27 NOVEMBER 1964 No. 48
VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N V. VENRAY WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN M-ShZuen V«W
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52
ABONNEMENTS-
Velen van ons zullen ongetwijfeld
de indruk hebben, dat het Sinter
klaasfeest een typisch Nederlands
feest is. Inderdaad is de wijze waar
op wij het gewend zijn te vieren,
echt Nederlands. De gehele sfeer
van voorpret voor pakjesavond, de
intocht van de bisschop, het zetten
van de schoentjes, de kenmerkende
snoeperijen en vele andere tradi-
tionel facetten aan het geheel, dat
is alles typisch Nederlands. In geen
enkel land wordt het feest zo ge
vierd als bij ons. Maar dat is ook
begrijpelijk, want elk land heeft
uiteraard zijn eigen stijl en opvat
tingen die historisch zijn gegroeid.
Wij mogen echter niet aannemen,
dat het feest van St. Nicolaas alleen
maar in ons land wordt gevierd,
want dan zijn we abuis. In een groot
gebied van midden- en west-Europa
viert men het feest van de goed
heiligman en wel zo ongeveer in een
gebied waarin Tsjecho-Slowakije,
Duitsland, Denemarken, Nederland
en een deel van België vallen. Al
leen viert men het in elk land op
zijn eigen manier.
Het beeld echter dat men zich van
St. Nicolaas vormt is in die landen
vrijwel gelijk, namelijk het beeld
van de bisschop in vol ornaat met
mijter en staf en met een lange wit
te baard. Ook de verschillende ver
halen die over de kindervriend in
omloop zijn, zijn in die landen be
kend evenals bij ons.
VERDER VERBREID
Maar daar houdt het niet mee op.
De figuur van de Heilige Nicolaas
wordt in een nog veel groter gebied
vereerd al of niet met speciale fees
ten. In de Angelsaksische landen
kennen we hem als Santa Claus, de
kerstman. Heilige Klaas ,of Nicolaas
heeft ook hier die lange witte baard,
maar draagt verder de kleding van
noordelijker streken, met bont en
laarzen, waarbij we even willen
aanstippen dat we ook hier dezelfde
elementen terugvinden, zoals de
goedheid, de gulheid van geven,
speciaal aan kinderen, de lange wit-
-te-baard, de ouderdom van de hei
lige, de kleuren rood en wit in de
kleding, kortom zoveel punten van
overeeenkomst, dat het duidelijk is
dat het hier om dezelfde persoon
gaat. Santa Claus mogen we zien als
de verbindingsschakel tussen onze
St. Nicolaas en de Scandinavische
„Joelman". Deze „Joelman" is een
oud dwergachtig mannetje, die we
echter dezelfde kwaliteiten als Sint
Nicolaas mogen toedichten, zoals
goedheid goedgeefsheid, baard, enz.
Zoals bekend, is de „Joelman" in
wezen een overblijfsel uit de hei
dense tijd ,toen hij verscheen rond
de midwinterzonnewende, precies op
de kortste dag, als een feestelijke
gulle figuur, die rijkelijk geschen
ken uitdeelde, een soort combinatie
dus van Sint Nicolaasfeest en ons
germaanse joelfeest. In de Angel
saksische landen komt Santa Claus
daarom met Kerstmis en is tweede
kerstdag, na de devote viering van
de eerste, de dag van pret en ca
deautjes.
ACHTER HET IJZEREN
GORDIJN
Traditioneel is bij ons het St. Ni
colaasfeest op 5 december geschen
kenavond, terwijl de jeugd op 6 de
cember de. tafels vol vindt met ca
deautjes. Kerstmis vieren wij zon
der presentjes. Onder invloed van
de in ons land sterk penetrerende
Amerikaanse cultuur en de wel
vaart die wij momenteel beleven
gaan velen er toe over (vooral ge
stimuleerd door het bedrijfsleven),
om ook tweede kerstdag tot ge
schenkendag te maken. Uiteraard
iets geheel overbodigs, aangezien
wij in diezelfde maand reeds ons
oude vertrouwde St. Nicolaasfeest
met zijn presentjes kennen.
Zo gezien zou men dan menen,
dat de kindervriend slechts bekend
heid en verering geniet in een deel
van Europa en in de Verenigde Sta
ten, overgebracht door de Europese
kolonisten. Maar dat is beslist niet
waar. De figuur van de bisschop is
in een aanmerkelijk groter gebied
bekend en wordt daar ook vereerd.
Om te beginnen hebben we niet al
leen te maken met midden- en west
Europa, maar ook met de ons on
bekende wereld achter het ijzeren
gordijn kent men de Heilige Nico
laas al reeds van ouds en viert men
zijn naamdag. Daar in Rusland en
omgeving ziet men hem niet als bis
schop in vol ornaat met mijter en
staf, gezeten op een schimmel en
vergezeld van een zwarte knecht.
Neen, men kent hem daar als een
oude boer, ook met lange witte
baard, pofbroek en laarzen, onge
veer zoals de „Joelman" van Scan
dinavië ,een toonbeeld van goedheid
en gulheid ,die iedereen helpt die in
nood verkeert en die tevens een
groot kindervriend is.
NICOLA BLIJFT
De verering van de Heilige Nicóla
is ook nu nog zeer intensief achter
het ijzeren gordijn. Hoe sterk hij
daar leeft blijkt wel uit het feit, dat
toen tijdens de Russische revolutie
de atheïsten overal verklaarden dat
er geen God bestond, zij van sommi
ge eenvoudige lieden ten antwoord
kregen: ,En zelfs als dat waar zou
zijn, wat dan nog? Er is dan toch
nog altijd Nicóla!"
Een ander bewijs hoe sterk men
daar in deze heilige gelooft, is wel,
dat de Russen de figuur van Nicóla
zelfs hebben weten te „exporteren"
bij de Mohammedaanse Tartaren.
Ook zij roepen vaak de hulp van de
ze heilige in en branden kaarsen
voor zijn ikoon. Zelfs de heidense
Samojeden kennen een zekere Ni
cóla als een van hun afgoden en bij
de stam der Jakoeten, die in Siberië
langs de Noordelijke IJszee wonen,
is Nicóla zelfs de naam voor God.
En uiteraard wordt Nicóla in al die
landen en gebieden vereerd en ge
vierd.
Zo zien we ,dat we beslist niet de
indruk mogen hebben, dat Sint Ni
colaas ons Nederlands eigendom is.
Ook in andere landen van de we
reld kent men hem en wordt zijn
feest gevierd en terwijl hij in ons
land slechts rond de 6e december
een rol van betekenis speelt, is hij
voor andere mensen elders in de
wereld een veel voornamer figuur
waarmee zij elke dag te maken heb
ben. Sint Nicolaas is waarlijk een
heilige van internationale allure en
zeer grote betekenis.
EEN AVONDJE UIT MET DE POLITIE
„Halt politie.
De juffrouw, daar op het fietspad van de Beekweg, springt
verschrikt van haar fiets af, als daar plotseling twee politie
mannen en uw verslaggever voor haar neus staan. „Juffrouw
uw achterlicht brandt niet....". We hadden dat gezien,
toen we haar in de patrouille-wagen van de Rijkspolitie
achterop reden. De verschrikte juffrouw wordt met een
waarschuwing het achterlichtje zo spoedig mogelijk te laten
maken doorgestuurd. (Zonder te rijden natuurlijk).
Een gewone patrouille-tocht door 't
Venrayse land, op een natte en
herfstige zondagavond. De blauwe
politiewagen doet niet zo stoer aan
als de snelle televisie-auto's van Isar
Zwölf, maar we zijn per slot van
rekening ook niet in München, maar
doodgewoon in Venray.
Als blijk van de goede verstand
houding tussen pers en politie is er
nu ook een plaats ingeruimd voor
uw verslaggever, die eens een keer
mee mag om het Venrayse nacht
leven vanuit een politiewagen te be
kijken.
BALS...
Toen we wegreden bij het politie
bureau lag daar een lijstje van alle
festiviteiten, die er te beleven wa
ren. Op de kerkdorpen was bal, in
de kom zelf een soort feestavond en
een cabaret-voorstelling voor de een
of andere vereniging. En met dat
lijstje op zak lieten we de zondag
avond de zondagavond en stapten
we in de kille patrouillewagen. En
meteen midden in de problemen
GOEDE OUDE TIJD
Want adjudant Pijnenburg maak
te op deze tocht van zijn hart geen
moordkuil. Als men 26 politiemensen
moet hebben om in een gemeente als
Venray de orde te handhaven en de
.dienende taak van de politie goed te
vervullen ,maar men heeft er dan
maar 16 ter zijner beschikking, dan
is het al een hele toer om tot een
zodanige taakverdeling te komen,
dat er geen overwerkte mensen ko
men.
Maar dan moeten er ook geen zie
ken zijn of mensen, die verlof heb
ben, want dan wordt dat praktisch
een onmogelijke zaak.
Want de goede oude tijd, dat een
paar marechausees hoog te paard en
een paar veldwachters de zaak wel
runnen konden is lang voorbij. Het
verkeer groeit iedere dag en stelt
iedere dag opnieuw meer en grotere
problemen. En dat is nog maar een
onderdeel van de vele, die een po
litieman op te lossen krijgt.
Midden in dat gesprek fluit als
het ware een Duitse wagen voorbij.
„Die rijdt ook een beetje meer dan
de voorgeschreven kilometersis
het nuchter commentaar van de be
stuurder, maar de adjudant heeft
het autonummer als genoteerd, even
goed als hij noteerde dat een van de
straatlampen het niet meer deed.
Dat laatste geeft hij door aan de
PLEM, het eerste blijft in het noti
tieboekje ,want je kunt nooit weten.
Inderdaad treffen we diezelfde
wagen later op de avond in een van
de zijwegen van de Midden Peelweg.
Dan gaat hij op de bon en krijgt het
advies op te trommen en dat meisje
naar huis te brengen. Een meisje,
waarvan de ouders heilig overtuigd
zijn, dat ze in de danszaal is, maar
nu ergens achteraf met een Duitser
zit te scharrelen.
VREEMDELINGEN
„Wat denk je dat de politie niet al
lemaal met die vreemdelingen te
doen heeftOok dat is weer
werk ,waar men vroeger nooit van
gehoord heeft. „Niet dat het alle
maal kwaje jongens zijn, maar ieder
vogeltje zingt zoals het gebekt is en
vooral de zuiderlingen staan direct
klaar het recht in eigen hand te
nemen
Ook over de bezoekende Duitsers
is men bij de politie niet zo heel
enthousiast. „Zo lang ze komen om
netjes te dansen en zich verder be
hoorlijk gedragen, zijn ze welkom",
aldus onze zegsman, maar het komt
nogal eens een keer voor, dat we ze
terugvinden, zoals nu, ergens achter
af met een meisje; dat ze met een
stuk in hun kraag naar Duitsland
terug rijden, dat ze onderlinge ru-
zie's hier uit komen vechten, dat het
niet bepaald beleefde jongelui zijn
en zich weinig storen aan verkeers-
en andere voorschriften.
Intussen zijn we al in de Vrede-
peel geweest, waar in het gemeerr-
schapshuis een plezierige stemming
heerst onder het dansen. Er hebben
een paar meisjes wat schuw geke
ken toen de geüniformeerde mensen
binnen kwamen en je kon van hun
gezichten lezen dat ze nog geen 18
waren. Maar de politiemannen in
formeerden niet naar de leeftijd van
hen.
We dronken een kopje koffie bij
de boswachter, die weer stapels
strikken gevonden had en klaagde
over lichtbak-stropers.
Met de belofte om uit te kijken
werd afscheid genomen, maar we
waren nog niet op de Midden-Peel-
weg of de mobilofoon ging in de
wagen, die werd opgeroepen zich
direct naar de Maasheseweg te be
geven, want daar was een ongeluk
gebeurd. Nog geen tien minuten
daarna waren we op de bewuste
plek, waar een bromfietser was
aangereden door een personenauto.
ONGELUKKEN
„Hij zwaaide ineens de weg op en
ik had hem er voor zitten, voordat
ik het in de gaten had", is het ver
haal van de automobilist, wiens wit
gezicht nog de onverwachte schrik
toont over het gebeurde. Er zijn wat
builen op de wagen en de bromfiets
is behoorlijk vernield. Tegen een
boom leunt het slachtoffer, wiens
kleren besmeurd zijn en kapot. Hij
geeft over terwijl er een paar men
sen nieuwsgierig toekijken. Als hij
naar het licht in de patrouille-wagen
komt .is het geen fris gezicht. Zelfs
een leek kan zien dat hij teveel ge
dronken heeft. Er wordt gepast en
gemeten, geschreven en genoteerd.
Dan gaat het naar het bureau met
het slachtoffer, dat intussen wat is
bijgekomen en de dienstdoende amb
tenaar moet nu de.zaak maar ver
der afhandelen: bloedonderzoek, rap
porten enz. enz.
De adjudant is een tikkeltje nijdig
als we weer in de patrouillewagen
zitten. „Dat een mens een borrel
drinkt moet hij zelf weten en ik gun
hem die van harte, maar laat hij
a.u.b. van brommer, scooter motor
of auto afblijven. Iedere dag op
nieuw vallen de slachtoffers, iedere
dag opniuw lees je hierover in de
kranten, maar je ziet het wel weer.
DRANKMISBRUIK
Onderweg naar Ysselsteyn krij
gen er nog een paar een waarschu
wing. Op de toch wel zeer gevaar
lijke Deurneseweg fietsten vijf jon
gelui rustig naast elkaar, of de weg
wel 40 meter breed is. Ze geven vrij
lompé antwoorden, als hen er op ge
wezen wordt dat twee man naast el
kaar het maximum is. „Verrek man"
zegt er een „er is hier toch geen
dooie kip te bekennenEn dat
terwijl ze de patrouilewagen niet
eens hebben horen aanrijden. „Wie
niet horen wil, moet voelenen
het vijftal gaat op de bon. „Ook de
ze knapen hadden gedronken
ruikt de bestuurder en daarmede ko
men we weer op het drankmisbruik.
Over het algemeen wordt er nog
behoorlijk gedronken ,ook op de bals
en dansavonden. Dat schijnt erbij te
horen. Dat is allemaal nog niet heel
erg ,als ze dan verder rustig naar
huis gaan en geen andere mensen of
het verkeer lastig vallen. Maar heel
dikwijls worden deze mensen lastig,
hinderen anderen, kruipen achter
een stuur en als er brokken komen
of er komt herrie, dan wordt de
politie erbij gehaald.
UW VRIEND EN HELPER
Dan tussen de bedrijven door,
controle van de danszalen, een rit
door een verder uitgestorven kerk
dorp, wordt 'n onderwerp aangesne-
•éen ,dat de politiemensen vrij hoog
zit
„Als ik gekregen had, wat de
mensen me soms toewensen, dan
was ik nog geen twee uren politie
ambtenaar geweest, maar al lang
dood en begravenis het bittere
commentaar ,als men het over de
taak van de politieman heeft. O ze
ker, de politieman moet zorgen voor
orde en veiligheid, hij moet alleen al
door zijn verschijning preventief
werken op misdadige elementen,
maar hij is ook vriend en helper.
Maar de kleintjes probeert men
zoet te krijgen met het dreigement
„ik zal de politie eens roepen". En
als er één 'n bon krijgt, omdat hij
zich niet gehouden heeft aan de
voorschriften ,de veiligheid van het
verkeer in gevaar brengt of om
andere reden ,dan kan men van zijn
gezicht af lezen, dat de man, die de
bon krijgt bij zichzelf denkt: „Man
ik wou dat je het heen-en-weer
kreeg."
Uw vriend en helper ja.maar
moet je een dronkelap uit een café
gaan halen (op verzoek dikwijls van
een kastelein, die hem eerst dronken
heeft gevoerd) dan kun je er don
der op zeggen, dat men de politie
scheel aankijkt. Die man doet toch
nietsMaar als hij met zijn dron
ken kop later door een auto geschept
wordt, krijgt de politieman het op
zijn brood, dat ze de man niet vei
lig opgeborgen hebben. „Zo iemand
I»
De zangertjes van St. Frans, het trotse jeugdkoor van het Rectoraat der
Paters Minderbroeders, heeft onlangs zqn 5-jarig jubileum gevierd. By
deze gelegenheid zijn door Radio Zuid opnamen gemaakt van dit koor
welke eerstdaags zullen worden uitgezonden. Zondag a.s. wordt er een
avond georganiseerd voor de ouders van deze jongens, in San Damiano.
Foto: G. Kruijsen.
kun je toch niet laten lopen
Uw vriend en helper, waar men
op kankert als hij niet in de buurt
blijft van de bromnozems. Maar als
hij in de buurt is, zijn er geen brom
nozems*,want die hebben elkaar al
gewaarschuwd en hij kan niet de
hele middag op dezelfde plaats blij
ven staan. Hij moet psycholoog zijn,
soms zelfs psychiater, hy moet met
mensen om kunnen gaan, hij moet
tact hebben en geduld en een dron
ken pummel in een overvolle dans
zaal, die zijn bierhanden aan zijn
uniform-jasje staat af te vegen, be
leefd er op wijzen, dat je jas geen
handdoek is en dat hij vochtig
spreekt.
Als politieman kom je voor zo'n
pummel te staan, maar ook voor
huwelijksproblemen, voor oplichters
en viezerikken. Je komst staat ge
woonlijk in verband met leed. Leed
om die paar tientjes van de bon, die
je geven moest; leed om de man, die
je naar Roermond moet brengen. Je
wordt gebruikt om de concurrent te
bekeuren, die zich niet houdt aan de
winkelsluitingswet en je bent de
meest vervelende rotvent als je
sluitingsuur de leuke club uit het
café moet verwijderen. En als je
de fiets niet stante pende terug kunt
toveren, die weggepikt is, ook al
omdat hij onafgesloten neergezet
was, dan deug je nergens voor.
NACHTLEVEN
Onder die soms wat bittere
gesprekken door rijden we door het
Venrayse land. Het is er niet druk
op de wegen en in de donkere boer
derijen langs de wegen kun je de
mensen vermoeden, die rustig naar
de laatste berichten van de televisie
zitten te kijken.
De adjudant noteert soms wat in
zijn boekje. Hier een verkeerspaal,
die schuin gereden is. Die moet recht
gezet worden. Daar staat een auto,
onafgesloten, donker en meters in
de omtrek geen mens te zien. Zijn
nummer komt in 't boekje, want je
kunt nooit weten. Zo nu en dan mel
den we ons per mobilofoon, zodat
ze op het bureau weten waar de
wagen ergens uithangt.
We drinken een kop koffie, die een
vriendelijk iemand ons aanbiedt. Er
loopt een danser door de keuken, op
zoek naar de hemel-weet-wie. In de
gang horen we hem tegen een ander
zeggen, dat de „bietsers" er ook
weer zijnDe vrienden, de hel
persWe kijken elkaar eens aan,
maar de koffie smaakt niet lekker
meer
ZORG DAT JE ERBIJ KOMT
Dan zijn we tegen sluitingstijd in
Vènray, waar de komst van de ge-
uniformeerde mannen dikwijls het
einde betekent van een leuke avond
in de een of andere café. Verschil
lende café's zijn al dicht, bij andere
staan de laatste bezoekers af te re
kenen, bij de een heeft men net nog
een borreltje getapt, dat wel tergend
langzaam leeg gedronken wordt,
maar waar dan ook toch ten lange
leste de deur op slot gaat. De ver
enigingsavond wordt nog bezocht
en daar zingt men juist te samen het
schone lied: Zorg dat je erbij komt.
De politie laat ze rustig schunkelen
en rijdt het dorp door, waar nog
enkele brommers zelfs in de late
avonduren knallend rondstuiven en
plotseling brave jongens worden als
de politiewagen in zicht komt.
Later op kantoor als de wijzers al
in de kleine uurtjes draaien praten
we onder een sigaret nog na.
„We zijn misschien wat bitter ge
weest", zegt de adjudant, maar schil
der ons nu a.u.b. niet af als een stel
kerels, die stiekem zitten te janken
omdat een deel van het publiek geen
benul opbrengt voor onze taak.
Dat nemen we rustig op de koop toe
al is het soms bitter te ervaren hoe
een mens een ander mens, die ook
voor hem zijn soms moeilijke taak
zo goed mogelijk denkt te vervullen,
kan behandelen. Dit onbegrip, die
onwil wordt weer goedgemaakt door
het begrip en de goede verstandhou
ding van en met vele andere men
sen, die weten dat onze taak een
dienende taak is. Ook als we ze
bekeuren, omdat van hun achterlicht
misschien hun leven af kan hangen.
En voor de rest zijn en blijvep we
mensen, met fouten misschien, maar
ook met goede hoedanigheden en
achter de politieman staat altijd de
mens, die het goed meent, met allen,
die zijn taak verlichten.
En 's anderdaags vroeg er een,
wat we in 's remelsnaam toch wel
uitgespookt hadden, want we wa
ren immers opgebracht in de po
litiewagen en eerst in de nacht
weer losgelaten op het politie
bureau.
Wij vragen nog steeds
PERSONEEL
l geschoold en
yC, i
T* ongeschoold
1
Aanmelden dagelijks -
j
j ook na werktijd - aan
i \i
de fabriek, bij de portier
M
N.V. INALFA VENRAY
Deze los-werkman is weinig los
en weinig werkman, want meestal
logeert hij achter de tralies van
's rijks gevangenissen en Huizen van
Bewaring. Maar nu en dan is hij
weer enige tijd op vrije voeten, om
nieuwe strafbare feiten te bedenken.
Meestal gaat het dan om een vorm
van diefstal, want op het gebied van
de eerlijkheid pleegt de los-werk
man het niet zo nauw te nemen.
Deze keer had hij elektriciteit ge
stolen ten nadele van het provin
ciale elektriciteitsbedrijf. Hoe nu,
zult ge zegen, had hij ingebroken en
een zak vol stroom weggehaald?
Neen, zo liggen de zaken niet. Hij
had een vernuftige aftakking ge
maakt, buiten de elektriciteitsmeter
om. Dat gebeurde nadat men de
stroomtoevoer had afgesloten omdat
hij niet bereid bleek de rekening te
betalen. De rechter verdeed er niet
veel tijd aan. Veertien dagen gevan
genisstraf kreeg de verdachte, en
zelf vond hij" dat ook niet de moeite
waard om veel woorden aan vuil te
maken.
Maar nu kwam de volgende in het
verdachtenbankje, en dat was een
elektriciën. Waar halen losse-werk-
lieden ,die meestal in het gevang
zitten, de deskundigheid vandaan
om een vakkundige stroomaftakking
te maken ergens voorbij de elektri
citeitsmeter? Dat heeft de politie
zich ook afgevraagd. En het resul
taat was de verschijning van deze
electriciën, die nog niet eerder voor
de groene tafel was geweest. Hij
bleek de buurman van de strafbare
los-werkman.
De officier had een bijzonder
fraaie dagvaarding samengesteld. De
elektriciën had, volgens de dagvaar
ding, het strafbare feit van de los-
werkman opzettelijk uitgelokt, door
inlichtingen te verstrekken tot het
maken van een clandestiene aanslui
ting op het elektrisch licht in diens
woning, waarbij elektrische energie
buiten de meter om werd verkregen.
De deskundige buurman was zich
een hoedje geschrokken toen hij dit
proza thuis kreeg, want geen haar
op zijn hoofd had er aan gedacht de
los-werkman te verlokken tot het
plegen van een strafbaar feit. „Ik
heb hem nog gewaarschuwd het niet
te doen", zei hij benepen. „Maar
ondertussen", zei de officier, „hebt
u hem toch maar verteld hoe het
moest."
Nu trad de kostganger van de
elektriciën naar voren als getuige a
décharge. Hij was er bij geweest, zei
hij ,toen de los-werkman op bezoek
kwam met de achterkant van een
shagdoosje in de hand. Op dat shag-
doosje^had de los-werkman met pot
lood geschetst hoe hij de clandes
tiene aansluiting dacht te maken.
„Is het goed zo?" vroeg hij. „Ja",
heeft de electriciën toen gezegd.
De officier vond daarmee de zaak
wel rond. Hij eiste 25,boete.
Maar de rechter dacht er anders
over. „Er is uitlokking ten laste ge
legd", zei de hij, „maar er viel niets
meer uit te lokken. Want het plan
voor het strafbare feit was er al.
Dus werd de vakkundige buurman
vrijgesproken.
„Ik snap er niets van", zei de ver
dachte „maar ik ben het er wel mee
eens."
In vrij kprte tijd zijn er te Ysseh-
steyn twee inbraken gepleegd tij
dens de afwezigheid van de bewo
ners die ter bruiloft waren. Beide
keren werd een bepaald bedrag ver
mist.
Zaterdagavond ging weer een ge
zin naar een bruiloftsfeest. De Rijks
politie besloot op te letten. Twee
Rijkspolitiemannen stelden zich in
de woning op en jawel hoor rond
een uur zagen de verdekt opgestelde
politiemannen enkele bromfietsers
naderen welke zich van een ladder
meester maakten en zo de woning
wisten binnen te dringen. Dat was
het moment voor de Rijkspolitie
mannen om in te grijpen.
Het bleken enkele bruiloftsgasten
te zijn welke geen andere be
doeling hadden gehad om in de
woning van het zilveren bruidspaar
want daar waren zij binnenge
drongen, na het feest even verlaten
te hebben alles over hoop
te zetten en o.m. het bed van het
zilveren bruidspaar „scherp" te zet
ten.
De drie, allen in de leeftijd van
17 tot 19 jaar konden aannemelijk
maken dat zij geen arfdere bedoeling
hadden dan het bruidspaar 'n poets
te bakken. Toch was het maar goed
dat op deze manier het de Rijkspoli
tie gelukte een paar op heterdaad te
betrappen.
Het komt in de Peelstreek nogal
eens voor dat bruiloftsgasten huis
houden in de woning of toekomstige
woning van een bruidspaar. De drie
en later ook degene welke de jon
geren had aangezet kregen een pro
ces verbaal volgens art. 138 het bin
nendringen van de woning op een
wijze anders dan de gebruikelijke
weg c.q. wegens baldadigheid en
zullen zich te zijner tijd voor de
politierechter voor hun baldadigheid
moeten verantwoorden.