Vernieling van de toren Jerusalem in brand geschoten Loobeek wordt bloedbeek en.... de bevrijding Minder belangstelling VRIJDAG 16 OKTOBER 1964 No. 42 VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.v. VENRAY WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN ^iunBOv™TTS75 GROTE STRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 VOOR 20 JAREN De strijd om Venray, nu 20 jaren geleden, heeft er zjjn bijzon dere data. De dag van het bombardement op St. Anna, de dag van de eerste granaten, de dag van het bombardement van de kom, maar ook de dag van de beschieting van de Petrus Banden toren, zaterdag 14 oktober 1964. Terwijl de Engelsen Overloon ver overd hadden en zich voorbereidden op de aanval op Venray, bleek de toren van Venray's Grote Kerk een onverwachte hindernis. Hier hadden zich de Duitsers in genesteld, die met hun grote schaarkijkers een pracht uitzicht hadden over het ge bied tot Overloon. Waar zich daar maar een Engelsman liet zien, waar zich daar maar een Engelse tank vertoonde, men kon er staat op ma ken, dat even daarna de Duitse gra naten angstig dicht in de buurt sloe gen, dank zij de perfekte vuurlei ding uit Venray's Grote Kerk. De Engelse kanonniers hadden al en kele dagen opdracht om deze uit kijkpost uit te schakelen maar de dikke muren van deze stenen kolos gaven geen krimp en boden een prima dekking aan de Duitse solda ten. De Venrayse mensen, die ook deze nacht weer weinig hadden kunnen slapen door het steeds weer duren de storingsvuur, werden zaterdag morgen klaar wakker geschud door een kanonvuur, dat steeds intensie ver en steeds dreigender werd. Het ontbijt liepen velen mis, omdat er geen mogelijkheid was om gauw even tussen door wat koffie te ma ken of wat melk te warmen, 't Was beter in de kelder te blijven, als men dat geknetter buiten hoorde. Dan duiken de mensen nog meer in elkaar ,daar onder de grond, want weer hoort men vliegtuigen. Vliegtuigen, die reeds eerder dood en ellende brachten. RAKETTEN Nu zijn het de gevreesde Ty phoons, die Generaal Whistier inzet tegen Venrays toren, die sta-in-de- weg voor zijn opmars naar Venray. Ze draaiden een keer over de kom heen en dan gaat de hel los. Gie rend duikend schieten zij hun ra- ketbommen af op de grote gigant, in de ene duikvlucht na de andere. In de Eindstraat verpulveren de hui zen onder het krakend geweld van het inslaande ontuig, de pastorie wordt vernield, het kerkhof omge ploegd. En de toren siddert als de eerste bom tegen zijn zware muren klapt met duivels geweld. Ondertus sen blijven de granaten vallen, het is alsof de hel is losgebroken. De hemel kleurt rood van stof en vuur, maar pal staat Venray's toren. Weer komen de Typhoons, opnieuw en weer opnieuw. De kerk wordt vernield, het prachtige oude orgel van zijn plaats gerukt, de glas-in- lood-ramen knappen, het koor stort in, een zij-torentje wordt finaal van de toren afgerukt, de Hofstraat wordt een puinhoop En steeds maar door gieren de granaten, donderen de vliegtugien. In de straten over het puin, opgejaagd als wild, mensen. Mensen door dit hels geweld uit hun kelders en J schuilplaatsen verdreven, op zoek i naar veiligheid. En boven hen jagen de vliegtuigen op de Petrus-Banden toren, die temidden van puin, stof en rook gehavend, maar fier nog steeds het kruis de lucht in steekt. BLOEDBEEK I Terwijl de Typhoons doken en hun razende aanvallen op deze kerktoren bleven voortzetten, zon der overigens dat succes wat men er van verwachtte, begon tussen1 Overloon en Venray de grote slag om de Loobeek, of Molenbeek, die even over de grens tussen Overloon en Venray stroomt. De brug was opgeblezen en de Britse tanks konden er niet over. Achter de beek, tegen de rand van Venray, stonden de zware Tiger- tanks, ondersteunend door geschut ten oosten van de kom. Het gehele terrein rond de beek en zelfs in de beek was zwaar ondermijnd. En te gen dit alles moest de Britse infan- terie-soldaat de weg naar Venray nemen, moegestreden nog in die soms man-tegen-man gevechten in de Overloonse bossen, waar de ba jonet zo dikwijls gebruikt had moe ten worden. Onder voortdurend vij andelijk vuur, moesten ze nu op trekken midden door dit mijnenge- bied juist door de flessenhals van de opgeblazen brug, daarbij gesteund door de Britse tanks, die echter voor de beek vastliepen. Vast liep ook de mijnenveeg-tank, die men speciaal hiervoor had aangetrokken, vast liep ook de tank, die voor een noodbrug zou zorgen. En tot over maat van ramp kantelde een tank juist op de plek waar men het ma teriaal het snelst over de beek dacht te kunnen brengen. Soldatenlevens eindigden voor en in de beek. De booby-traps en hoe het verraderlij ke mijnentuig heten mag, vermink ten velen voor hun leven. De Loo beek werd bloedbeek, het water roodgekleurd van het bloed van de mannen ,die daar vielen, verminkt en gewond werden. Ook hier weer het schieten over en weer, het doffe knallen van de pantsergranaten, het huilend gieren van de nevelwerpers, het stacato van de mitrailleurs. En boven deze strijdende mannen vlo gen de Typhoons af en aan om de toren van Venray verder te „be werken" uit te schakelen op het moment, dat de strijd om Venray in volle gang wasHet heeft lang, bitter lang geduurd voordat de oude weg van Overloon naar Venray ge bruikt kon worden. Zelfs bedstuk- ken en kapokzakken gebruikte men over de vernielde en in het water gestorte tanks heen om een weg te banen JERUSALEM BRANDT.... Terwijl infanterie en tanks een van de zwaarste gevechten leveren aan de grens van Venray, gaat de strijd in de kom ook door. Het werk van de Typhoons laat puin en ver nieling achter en de aftakeling van het kerkschip steekt vreemd af in de stoflucht, die blijft hangen rond dit zo zwaar geteisterde rtuk van Venray's centrum. Steeds opnieuw vallen de Engelse vliegtuigen aan, die er uiteindelijk wel in slagen de Duitsers uit de toren te verdrijven, bang geworden als ze zijn door dit geweld. Maar de toren staat nog steeds, hoewel zwaar gehavend. Weer opnieuw wordt hij door de vliegtuigen onder vuur genomen, weer opnieuw vallen de bommen in de streek rond de kerk. Dan opeens lekken vuurtongen langs de hemel. Jerusalem is in brand geschoten. Je rusalem, waar zovele evacuee's een veilig onderkomen dachten te vin den, waar zovele doden naar toe zijn gebracht ,die onder het puin van huizen en gebouwen gevonden zijn. Het machtige Jerusalem wordt een grote puinhoop en zijn bewo ners vluchtten, terwijl het granaat- vuur nog gierend oversuist de don kere avond in, dei roodgekleurd is door de brandende gebouwen. Het lykt of dit het definitieve einde is van Venray. Een kapot- gebeukte, brandende plaats, waar niets is dan puin, dood en ellen de. Midden in de Grotestraat staat op al dat puin een koe te loeien tegen het geweld van het granaat- vuur in. Ze is losgebroken uit de weiden tussen Venray en Over loon. Zelfs het stomme dier werd door de oorlog verdreven. Angstige uitgeputte mensen zoe ken, steeds op dekking bedacht, nieuwe onderkomens. Men zoekt fa- mliieleden, die verdwenen zijn en roept bang hun namenZouden zeMaar men moet weg en Huize Servatius zet zijn kelders ver open voor al deze ongelukkigen, die deze dag een hel op aarde hebben gehad En hoe het mogelijk is, snapt geen mens.Bij Jerusalem is men onder het granaatvuur nog aan het blussen. Met wat kleine emmers tegen dit brandend geweld, dat de hele hemel boven Venray een rede gloed geeftDe mens geeft zich niet gewonnen TERUG. Die avond en nacht gebeurt er nog iets anders. De grote nieuwe Tigertanks der Duitsers, ingezet in de strijd tegen de Britten in Over loon en de bikelharde tegenstanders van de Engelse tanks trekken zich terug van dit strijdtoneel. Ze geven het gevecht op ,nu de Engelsen over de Loobeek gekomen zijn, ondanks geweldige verliezen en nu uitzwaaien in een halve cirkel langs de west grens van Venray. Ze geven de strijd op nu er geen leiding meer aan hun vuur gegeven wordt van uit de toren en ze de vijand niet meer onverhoeds kunnen aanvallen, maar nu zelf aangevallen worden door de oprukkende BrittenEn zo wordt in die nacht Venray nie mandsland ZONDAG 15 OKTOBER Een Engelse krant schrijft van die dag dat de Engelsen voor Venray gelegen de wonden „lekken", opge lopen in de strijd om Overloon en Venray. De Britten zijn uitgeput en nemen geen risico's meer. Men doet kalm aan en laat eerst de artillerie het voorbereidend werk doen. Maar daar de Duitsers zich intussen her groeperen is het betrekkelijk stil op deze dag. Er kan puin geruimd wor den, er kunnen doden geborgen worden. Het regent en het miezelt wat en het dorp biedt een nog troos- telozer aanblik in deze herfst-zon- dag, waarin slechts zo nu en dan een granaat dof-ploffend in 't puin explodeert. Op het kerkhof wordt tussen het puin van de vernielde kruisen en de brokken van de toren en kerk een nieuw massagraf gegraven; bij de Paters worden de doden begra ven, die men na dagenlang zoeken gevonden heeft onder het puin van huizen in de Patersstraat. Er hangt een vreemde rust en de regen sijpelt neer. Tegen de avond bonkt het ka nonvuur weer heftiger op en ook de Duisters geven weer antwoord met hun nevelwerpers. Akelig gierend ko men de granaten van dit vreselijk oorlogstuig weer over het dorp vlie gen en in de kelders vragen de mensen zich moedeloos af: hoe lang nog. Het antwoord wordt 's maan dagsmorgens gegeven als de Engel sen een moordadig artillerievuur leggen op St. Anna en omgeving. De ene slag op de andere volgt, als het zekerste teken dat de oprukkende Britten deze inrichting naderen. Wat er geleden is in de kelders van deze inrichting, volgepropt met zieke mensen, is onbeschrijfbaar, zo als al het leed van deze donkere ok toberdagen niet te beschrijven is, omdat ieder zijn eigen leed te dra gen had Als 's avonds de eerste Engelsen de inrichting binnendringen en deze ellende zien, worden zelfs deze harde kerels stil. Ook zij weten geen antwoord op de vraag: waarom en waartoe. Zij moeten voort, want buiten de inrichting liggen de Duit sers. De nacht valt en men kan aan de lichtbundels, waarmede de En gelsen 's snachts het strijdtoneel verlichten, zien dat ze een heel eind^ op Venray aangeschoven zijn. Hef is betrekkelijk stil die nacht. En men vraagt zich af of de sluipende voet stappen die men door de straten hoort gaan van Duitsers-of van En gelsen zullen zijn. Maar niemand waagt het te gaan kijken, zeker nu zo nu en dan duidelijk mitrailleur- vuur hoorbaar is. Een nieuw, maar ook weer angstaanjagend geluid Zal dat de bevrijding inluiden? VERNIELING VAN DE TOREN Men is voordien nog opgeschrok ken door een machtige knal, die doordreunde in alle kelders. Wie zich net buiten waagde keek in een hem vreemde hemel, waarin de to ren ontbrak. De terugtrekkende Duitsers hadden hun laatste vernie lingswerk verricht. De toren, die zelfs de steeds maar voortdurende Typhoon aanvallen had doorstaan, bliezen ze op met een macht van dy namiet. Hij zou de Engelsen van geen nut meer zijn.... Het zoveel ste teken aan de wand, dat ze Ven ray moesten verlaten In die nacht werd men op de Sta- tionweg verrast door de eerste En gelsen ,die voortsluipend langs de huizen, zo nu en dan een kelder bin nengingen en mensen dodelijk de den schrikken door hun vreemde uniformen, door hun zwart bestre ken gezichten. Ze informeerden naar de vijand, waar niemand iets van wist, ze ga ven een sigaret weg, een stuk cho colade en verdwenen weer in de duistere nacht. Was dat de bevrij ding Maar nog geen uur daarna klon ken de laarzen der Duitsers weer. BEVRIJDING St. AnnaSt. Servaas, langs die lijn trokken de Engelsen van het noorden af Venray binnen. Tegen een sterke weerstand van de Duit sers, die hun scherpschutters inzet ten tegen de opdringende Britten. Er werd fel gevochten. Het geweer vuur bleef swiepen en de mitrail leurs ratelden. De doffe ploffen ble ken afkomstig van handgranaten, die vriend en vijand gebruikten om plaats te maken. Die woensdag bleef het granaatvuur uit. Er deden de wildste geruchten de ronde. De En gelsen kwamen van de richting Deurne, neen, van Merselo, neen van Oostrum. Maar velen interes seerde dat maar weinig. Hoofdzaak was dat het die dag wat rustig bleef, dat de artillerie hun doelen elders koos en men niet meer telkens op nieuw werd opgeschrikt door gie rende granaten. Men wachtte af, wat moedeloos, want hoe dikwijls waren we al niet bevrijdEn zo kwam dan de donderdagmorgen van de 18e oktober 1944. Een daverend artillerievuur deed de kelders weer schudden sloeg weer gaten in hui zen en gebouwen, deed het puin op dwarrelen in de straten. En dan wordt het stil. Vreemd stil in een verlaten dorp, waar de mensen in de kelders wanhopig zich afvragen wat er nu weer gebeuren gaat Zo nu en dan klinkt een geweer schot ratelt een mitrailleur. Dan opeens ziet een waaghals, die de kelder uitgaat, vlak langs de muren van de vernielde hui zen een vreemde rij soldaten voetje-voor-voetje aankomen. De voorste zwaait met zijn hand, dat hü weg moet gaan en inderdaad wordt er nog geschoten. De don kere rü stopt even, hurkt neer, om dna weer verder te gaan. voet voor voet. Het geweer in de aan- slag, de zwiepende antenne van de draagbare radio op hun rug Ja, ze zijn het ,de Engelsen.. Ze lijken klein in hun vreemde uni formen, met die rare helm. Ze schieten de zijpaden en poortwegen in. Ze wachten in portieken. Ze hebben ternauwernood oog voor de verbaasde en soms verbijsterende gezichten van de mensen, die op 't geroep de kelders uitkomen. ZE ZIJN ER, DE ENGELSEN Ze zwaaien met hun hand, dat de mensen de kelders in moeten en er gens wordt er al weer geschoten. In een portiek staat een Tommy met microfoon en spreekt kalm en rus tig met de achterhoede. Ze gaan verder tot het Henseniusplein, gaan de Paterstraat in en steeds langer wordt de bruine rij langs de huizen, over het puin. Dan kruipt een car rier naar voren en komt een eerste tank met de bekende ster naar vo renDe kom is bevrijdEn in de kelders wordt er gelachen, ge schreid, gebeden en gehoestDat laatste van de onverwacht pittige Engelse sigaretten. Wij zijn vrij. Maar over ons heen huilt de nevelwerper, gieren de gra naten. De strijd gaat voort (Wordt vervolgd) ONNODIG LINKS RIJDEN Geïrriteerd in het verkeer kan leiden tot ondoordachte gevaarlijke handelingen. Op de autosnelweg kan die geïrriteerdheid gemakkelijk ont staan, wanneer een automobilist links blijft rijden, terwijl de rech ter rijstrook volkomen vrij is. Iemand ,die harder rijdt en deze linksrijder voorbij wil, ziet geen kans tot passeren. Hij windt zich op en misschien laat hij zich verleiden om dan maar rechts in te halen, hoewel dat een gevaarlijke en uiter aard verboden manoeuvre is. In hun Aktie Zwarte Zes wijzen Rijkspolitie en Verbond voor Veilig Vorkeer er op, dat de linkerrijstrook bedoeld is als inhaalstrook. Na het inhalen dient men dus naar de rechterzijde van de weg terug te keren. Ook wanneer men, na een of meerdere auto's te hebben gepasseerd, een auto in de verte ziet en deze denkt te gaan inhalen, moet men weer naar rechts gaan en niet „voor het gemak" links blijven rijden. Onnodig links rijden vermindert de wegcapaciteit, kweekt files en vergroot het risico van ongelukken. DE DERDE ZITTINGSPERIODE VAN 'T CONCILIE Het ligt voor de hand dat de ge wone man in Italië niet uitgepraat raakt over de prachtige auto-strada van Milaan tot Napels. Het is wer kelijk ook een genot om 't stuk RomeNapels te zien; een autoweg die zich door de bergen slingert en waarop men ook nog prachtige ver gezichten heeft en met die schoon heid kan een verbluffende snelheid gepaard gaan zodat zelfs een kleine Fiat 500 in twee en een half uur van Rome naar Napels rijdt, het geen toch nog altijd een afstand is van tweehonderd kilometer. Deze prestatie is natuurlijk het grote on derwerp voor een gesprek en in verhouding daarmee praat men maar weinig of niet over 't conci lie. Soms begint er inderdaad iemand een gesprek over een of an der concilie-punt, maar meestal is dit slechts een aanloop voor 't vol gende onderwerp, dat politiek of sport is. Het concilie duurt ook zo lang, zal men zeggen, dat de aktua- liteit ervan af is en dat daardoor bij velen ook de interesse verdwenen is. Hierbij komt nog dat de behan delde onderwerpen van de laatste tijd moeilijk, tot zeer moeilijk zijn en dat vaak alleen maar de ingewij den de discussies kunnen volgen. Dit alles tezamen genomen, heeft de be langstelling voor het concilie een flinke duw omlaag gegeven, hoewel juist in deze laatste weken zeer be langrijke beslissingen genomen zijn. SNELHEID Typerend voor het conciliewerk van de laatste weken was de opmer king van een franse secretaris, die als taak heeft mee te helpen tijdens de stemmingen. Gedurende de vo rige zittingen had hij het heerlijk rustig gehad, maar nu was 't juist omgekeerd. Hij vertelde over al 't werk dat hij moest doen tijdens de stemmingen en hoe vermoeiend het wel niet was voor een man op leef tijd om iedere dag de trappen op en af te moeten lopen om de bisschop pen in de gelegenheid te stellen hun stem uit te brengen. En als je inder daad ook nagaat waarover de Va ders in deze derde zittingsperiode reeds gestemd hebben, dan kom je wel tot de overtuiging dat er hard gewerkt wordt op het concilie. Zo is erin de maand september al ge stemd over het schema, dat ook de verhouding van de bisschoppen met de Paus behandelt. Misschien kunt U, na lang nadenken, zich weer iets herinneren van de vorige zittings periode en dat er toen hevig gedis cussieerd is over de collegialiteit van de bisschoppen en over hun verhouding met de H. Vader. GROEI VAN BINNENUIT Dit hoofdstuk over de bisschoppen is een onderdeel van het schema over de Kerk, waarin verder ge sproken wordt over 't mysterie van de kerk, over 't volk Gods, over; de leken, over de roeping tot heilig heid en over de H. Maagd Maria. Dit hele schema is nu door de Va ders aanvaard. Op te merken valt dat het hoofdstuk over de H. Maagd is opgenomen in 't grote geheel van de Kerk. Hoe het college van bis schoppen in werkelijkheid gereali seerd zal worden staat natuurlijk nog niet vast, maar de grote Franse theoloog, P. Daniélou, geeft uitdruk kelijk als zijn mening te kennen dat dit van binnenuit zal komen, d.w.z. een langzame ontwikkeling uit de congregaties, zoals die nu in de Cu rie bestaan. DIAKONAAT De laatste weken is die secretaris nog verschillende andere keren de trappen opgelopen om de bisschop pen de gelegenheid te geven hun stem uit te brengen. Zo b.v. toen er beslist werd over het diakonaat. Ook hier hadden de Vaders reeds in de tweede zittingsperiode over gedis cussieerd. Toen was het vooral een wens van de missie-bisschoppen ge weest om het diakonaat weer in te stellen en de diaken een echte taak in het leven van de kerk te geven. In de eerste eeuwen van 't christen dom kende de Kerk het ambt van de diaken en was het een persoon, die in dienst stond van de bisschop en priester. Duidelijk staat dit opge tekend in het boek van de handelin gen der apostelen. In de loop der eeuwen was de diaken-wijding een laatste stap voor het priesterschap geworden, zodat in werkelijkheid bijna iedereen, die diaken gewijd werd, na verloop van tijd, de heili ge priesterwijding ontving. Nu is de wijding van 't diakonaat weer tot zijn oorspronkelijke vorm terugge bracht zodat het een persoon in 't leven van de Kerk wordt, die de priester kan helpen. Daarvoor heeft de diaken de macht gekregen om b.v. de heilige communie uit te reiken, het Evan gelie te verklaren en om in ster vensgevaar de ziekencommunie naar de zieke te brengen. Het spreekt vanzelf dat dit zeer welkom is in de missie, waar men maar al te vaak met een priestertekort zit. De bis schopsconferenties hebben de be voegdheid om over de noodzakelijk heid hiervan te oordelen, maar zij moeten de goedkeuring van Rome aanvragen. Ook over het gehuwd of niet-gehuwd zijn hebben de Vaders zich uitgesproken in deze zin, dat iemand, die reeds gehuwd is. dia ken kan worden gewijd, terwijl iemand ,die reeds de diaken-wijding ontvangen heeft, niet meer kan hu wen. OECUMENISME Een ander schema, dat in deze derde zittingsperiode besproken is, is het schema over 't oecumenisme, waarin gesproken werd over de ge loofsvrijheid en ook over de Joden. De geloofsvrijheid berust wezenlijk op de natuur en de waardigheid van de menselijke persoon; een gemeen schap kan niet de vrije uitoefening van een godsdienst beperken, mits zij tegen de waardigheid van de menselijke persoon zou ingaan en tegen het recht van de anderen. De Vaders hebben zeer goed naar vo ren gebracht dat ieder mens vrij God moet kunnen dienen. In dit ver band komen natuurlijk de grote we reld-godsdiensten ter spraken, zoals het Hindoeisme of de Isdam. En de Vaders, die veel met deze godsdiens ten in kontakt hebben gestaan, heb ben telkens gewezen op hun mooie en waardevolle elementen. Zo neemt iedere Islamiet of Mohammedaan toch ook Abraham aan als eerste uitverkorene en spreken zij over Je zus als een grote profeet, die gebo ren is uit Maria. En het is opval lend dat ook de Islamieten een bedevaart kennen naar Ephese, om daar Maria te vereren in het huis waar zij met de heilige Johannes zou hebben gewoond. JODEN Een ander punt in het schema over het oecumenisme is het hoofd stuk over de Joden. Misschien hebt U zich tijdens of na de oorlog ook wel eens afgevraagd hoe het toch mogelijk is dat de Joden altijd ver volgd worden en dat er een soort gemeenschappelijke afkeer of haat bestond ten opzichte van de Joden. Zelfs in de liturgie van de Kerk op Goede Vrijdag bad men lange tijd voor de ontrouwe Joden, en de ver houding van de katholieke kerk met de Joden was zeker niet totaal vlekkeloos. Tussen ons geloof en het geloof van de Joden bestaat een zeer enge band en zelfs om ons evangelie goed te begrijpen moet men als 't ware indringen in de joodse mentaliteit, omdat vele beelden komen uit het joodse leven. En zonder twijfel her innert u zich de wreedheden van de laatste wereldoorlog ten opzichte van de joden en dat er een waar anti-semitisme heerste in bepaalde kringen. Het concilie heeft onze verhou ding als katholiek emt de joden weer willen herstellen of verbete ren en daarom heeft het onze ban den met het jodendom weer eens opnieuw belicht. Een bisschop, die zelf van joodse afkomst is, zegt zeer duidelijk dat dit schema slechts een beginpunt is in onze verhouding met de joden en dat 't geen eindpunt kan zijn. De grote waarde van dit sche ma, zegt die bisschop, is het feit dat het er is, dus dat men er vol doende aandacht aan besteed heeft. Dit ging echter niet zonder moei lijkheden, omdat vooral de Vaders uit de Oosterse landen het tijdstip niet geschitk of oppertuun vonden dat men nu juist deze verklaring af legde. Zij vreesden grote moeilijk heden voor hun kerken met de re geringen als die hoorden dat de Ka tholieke Kerk zo'n welwillende hou ding aannam ten opzichte van de joden. De Vaders uit het westen daarentegen, legden er steeds de na druk op dat dit totaal niets met po litiek te maken had, maar dat het enkel gezien moest worden vanuit religieus oogpunt. Dat juist dit schema aanleiding geworden is tussen een openlijke controverse tussen vooral de noor delijke kardinalen (de progressieven) en de curie, is nieuws van de laatste dagen. De Paus zelf is om tussenkomst verzocht nu gebleken is dat deze curie kardinalen niet van zins zijn de door de vader genomen besluiten te eerbiedigen. GROTE VOORUITGANG Dit zijn slechts de voornaamste feiten uit 't begin van deze zittings periode. Op het ogenblik discus sieert men zeer heftig over de bron nen van de Openbaring. Als men de resultaten van deze zittings-periode overziet, dan moet men toch wel toegeven dat het Concilie enkele zeer belangrijke beslissingen geno men heeft en dat deze beslissingen voor 't concilie als zeer gewenst werden beschouwd. Toen sprak men er zelfs over dat het concilie volledig zou geslaagd zijn, als het de toekomende plaats zou geven aan de bisschoppen naast de Paus en ook als het Concilie zich zou uitspreken over de kwestie van de godsdienst-vrijheid. Deze twee wensen zijn door de Vaders toch zeer positief opgelost. H. JANSSEN, Montfortaan, Rome.

Peel en Maas | 1964 | | pagina 7