Het „nieuwe regionale industrialisatiebeleid DE JUISTE GREEP! leilig Verkeer... Filmnieuws HET BIER WAAR LIMBURG TROTS OP IS! VRIJDAG 21 AUGUSTUS 1964 No. 34 VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG MlPEEL EN MAASÜ DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WKF'ICRÏ AFl VOOR VPWRAY RIVT OM^TPPTfPN ADVERTENTIEPRIJS 8V1 ct p. mm ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 L(L/IVUL<ilU V UU1\ V V/1VAO L IV UIVUll PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten Venray 1.75 ACCENT OP SPREIDINGSASPECT Onlangs heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken een nota in zake het te voeren industriesprei- dingsbeleid 1965 t.m. 1968 aan de Tweede Kamer aangeboden. Daar mee is de derde periode van het re gionale industrialisatiebeleid inge luid. Na enkele incidentele maatre gelen startte dit beleid in 1951 en had toen tot hoofdmotief een voort durende werkloosheid in enkele landsdelen op te heffen door het scheppen van werkgelegenheid en 't bevorderen van de verhuizing naar elders. In 1959 kreeg het beleid een nieu we gedaante en onder het motto „spreiding der industrialisatie door regionale concentratie" beoogde men tevens een voortdurende volksver huizing uit deze gebieden te keren en daarmee bij te dragen tot een meer evenwichtige verdeling van de bevolking over het gehele land. Thans wordt allereerst op dit spreidingsaspect het accent gelegd. Spreekt men in 1951 nog van ont wikkelingsgebieden en in 1959 van probleemgebieden, vanaf 1965 zal de term stimuleringsgebieden in zwang komen. Aldus een artikel de Economisch Statistische berichten van 29 juli j.l. waarin drs. H. C. M. Grosveld een kritische beschouwing wijdt aan de betekenis van het „nieuwe" re gionale industrialisatiebeleid van de regering waaruit wij enkele uittrek sels publiceren. WERKLOOSHEID Wat btereft het eerste motief: be strijding van de werkloosheid, merkt drs. Grosveld op, dat de desbetref fende cijfers een sterke daling heb ben vertoond en bij gevolg de mi gratiecijfers gunstig werden. De langdurige hoogconjunctuur eeft daar het nodige aan bijgedra- en, maar drs. Grosveld stelt wel de raag of bij terugslag van deze oogconjunctuur nieuwe vestigingen de zgn. ontwikkelinggsebieden terk genoeg zullen blijken om de- .5 terugslag op te vangen zijn dan xtra voorzieningen voor die gebie- en niet even noodzakelijk als ze dat 1951 waren? SPREIDING In 1959 werd het motto: spreiding er industrialisatie speciaal om het verbevolkte westen te ontlasten, die ïen dan de concentratiegebieden oemt. antwoord. Tot hoever moet nu de bevordering van die evenwichtige verdeling van de bevolking gaan? Duidelijk is geconstateerd dat het thans aflopende beleid in die zin reeds direct tot dezebevolkings spreiding heeft bijgedragen, doordat de trek vanuit de probleemgebieden naar de concentratiegebieden vrijwel tot staan is gekomen, vooral uit het noorden. De nieuwe nota stelt dat in deze stimuleringsmaatregelen nu een aantal wijzigingen worden aange bracht. Een nadere beschouwing leert evenwel dat deze wijzigingen dan toch wel van zeer beperkte be tekenis zijn. Op industriële en toe ristische infrastructuur, vervroeging cq versnelling van rijkswerken, be vordering van het woon- en leef klimaat en de wenselijkheid ruilver kavelingen door te voeren wordt zo wel kwantitatief als kwalitatief het zelfde accent gelegd als in de thans aflopende periode. De directe stimu leringsmaatregelen als premie- en prijsreductieregeling krijgen een meer aangepast en flexibeler karak ter. Vooral het vervallen van de te- werkstellingseis wijst sterk op het spreidingsmotief. Maar de door de arbeidsmarkt getrokken natuurlijke grens kan hiermee niet worden doorbroken en daarmee ook niet worden bijgedragen tot een stijgend positief migratiecijfer van enige be tekenis. Dat kan alleen indien onze nationale schaarstefactor van de hoogste orde, de woning, gelijktijdig met het gereedkomen van de pro- duktieruimte wordt aangeboden en bovendien een migratieregeling ver huizing naar de stimuleringsgebie den extra aantrekkelijk maakt. Dat wordt zeer zeker niet be reikt door de toewijding van extra woningcontingenten die slechts ver lichting geven van de woningnood onder de reeds gevestigde bevolking. Dat wordt ook niet bereikt door de huidige verplaatsingskostenbijdrage aan (momenteel denkbeeldige) werk loze arbeiders uit de concentratiege bieden en in slechts zeer beperkte mate door zulk een bijdrage aan het kernpersoneel van een bedrijf. Een duidelijk spreidingseffect is alleen te bereiken wanneer met het slaan van de eerste paal voor het bedrijfsgebouw tevens de eerste ste nen gelegd worden voor woningen ten behoeve van werknemers uit de concentratiegebieden en wanneer bovendien een gunstige verplaat singsregeling geldt. CONCENTRATIE trialisatie bleken te beschikken, on der een ongewenste dubbele druk komen te staan. Zij verliezen de faciliteiten, ter wijl de naburige centra deze in zelfs sterkere mate behouden. Wanneer men het beleid landelijk beoordeelt, mag men toch ook deze regionale en gemeentelijke visie niet verwaarlo zen. De terugslag juist in de kernen waar het beleid aansloeg dient men niet te onderschatten. AFRONDING Als vanzelf komt men hiermee bij de beoordeling van het afrondings- beleid dat voor de 4 te elimineren kernen wordt voorzien. Dit beleid zal erop worden gericht binnen af zienbare tijd een duidelijke vermin dering van 't aantal ontwikkelings kernen tot stand te brengen en te vens dat wordt voorkomen dat be ëindiging van het stimuleringsbeleid voor desbetreffende kernen onge wenste effecten met zich zal bren gen. Deze (opzettelijke?) vage omschrij ving biedt een duidelijke gelegen heid discussie aan te gaan en daar mee wederzijds de gedachten te scherpen over de wijze waarop deze afronding dient te geschieden. Hoe wel volgens de nota een plotselinge beëindiging ongewenst voorkomt en de afronding zich niet verder uit mag strekken dan tot de beleidspe riode 19651968, mag men toch niet de gevolgtrekking maken dat de be windsman een soepele afronding voorheeft. Men mag nl. niet veron derstellen dat hij nu reeds in con- creto het beleid uitstippelt voor de periode na 1968. Om vóór dit jaar het beleid vol doende genuanceerd te voeren zal daarom „een duidelijke verminde ring van het aantal ontwikkelings kernen binnen afzienbare tijd" wel een vermidering op korte termijn moeten betekenen, aldus drs. Gros veld. Drs. Grosveld dringt aan wan neer aan de keuze van de kernen niet te tornen valt op een zo' soe pel mogelijk afrondingsbelied. Een beleid, dat aangepast is aan de func tie en de aard van die kernen, die thans niet meer voor rijkssteun in aanmerking komen en dat overeen komt met wat de provincie in deze zich voorstelt! Deze week weer twee opmerkelij ke films in Luxor. De beroemde film THE BRIDGE ON THE RIVER KW AI komt deze week in herverto ning en gaat zeker weer een groot succes tegemoet. Deze film werd onderscheiden met zeven academy awards en 27 internationale prijzen. The bridge on the River Kwai is samen met De kanonnen van Nava- rone, een van de spannendste oor logsverhalen die de film voortbracht. Drie uur weet de film te boeien en het is dan ook een film om te zien en te herzien. De tweede zeer belangrijke film is Lumet Miller's VAN DE BRUG AF GEZIEN. Ook deze film ging met vele internationale prijzen strijken en de pers was unaniem vol lof over deze film. Het oorspronkelijke toneelstuk werd voortreffelijk getransporteerd en men mag bewondering hebben voor de manier waarop het gebeur de. De mogelijkheden die de film boven het toneel heeft zijn 100 pro cent benut en de spelers hebben zich voortreffelijk aan het filmmedium aangepast. Het nogal vrijmoedige dialoog maakt de film voor onvol- wassenen ongeschikt, maar voor vol wassenen is deze film waard gezien te worden. Het programma van Luxor is deze week, evenals vorige week weer van klassewerk en het is te hopen, dat velen de gelegenheid zullen be nutten zulke meesterlijke films te gaan zien. Wij vragen nog steeds PERSONEEL geschoold en ongeschoold Aanme!den_ dagelijks - ock na wèiktijd - aan de fabriek, bij de portiei N.V. INALFA VENRAY Het hoofdthema van het beleid al, aldu9 drs. Grosveld, vrijwel niet estreden worden. Evenmin dat de verheid in ons lnad tot taak heeft iet positieve maatregelen bevolking n welvaart te spreiden. Eén levens- rote vraag wordt echter niet be- GEVAARLIJKE UITLATINGEN Het is weer de tijd, dat we zwaar epakte auto's langs de wegen zien Ljden. De tijd, dat we pa tegen ma oren klagen, dat hij niet door het chterruit kan zien wat er aankomt, [ij kan het verkeer niet zien. Het eluk moet hem behulpzaam zijn. En dus haalt hij onverantwoorde- jk in. Het is ook weer tijd, dat vele ïensen achter het stuur gaan alsof e geboren afstandsrijders zijn. Zo iet de air van: het is nu acht uur de morgen, vanavond om dezelf- e tijd moeten we in Ulm zijn. "We unnen dan twee keer een half uur usten. Het zijn van die kreten, waarmee elfs de meest geroutineerde rijder edrogen uitkomt. Het zijn levens- evaarlijke uitlatingen, want het he rkent een tempo rijden, dat dik wijls boven de kracht van automo- ilist en de auto ligt. Het betekent dus meer krachten ergen, dan verantwoord is. Het he rkent ongelukken provoceren, om- at o.a. de reactie-snelheid terug- jopt. Oververmoeidheid is een ge- aarlij ke metgezel in de auto. Kortom vakantie is anders. Va- antie moet rust betekenen op aller- n gebied. Ook in het verkeer. We ragen niet aan u om over de weg oort te kruipen. We vragen alleen erantwoordelijkheid. Dus geen verbelaste auto's. Niet met zijn vij- en als er eigenlijk maar vier in unnen. Zorg voldoende lucht te ebben. En vergeet niet dat over- ermoeidheid levensgevaarlijk is. Denk aan deze punten. Dan hebt hopen we een prettige vakantie. Opent du9 in dit opzicht het be leid geen nieuwe gezichtspunten, dat doet het wel wanneer wordt gesteld dat meer dan in net verleden de maatregelen erop worden afge stemd het beleid zoveel mogelijk te concentreren. Het zal dan ook in de eerste plaats zijn gericht op de sti mulering van de twintig als primai re kern aangewezen centra. Dit zijn plaatsen die qua ligging en functie geschikt zijn om de industrialisatie te bevorderen en die potentieel de mogelijkheid in zich bergen om tot een autonome groei te komen: „Trekpaarden voor de sociaal- economische ontwikkeling van een geheel gebied". Men kan wel aan geven welke plaatsen beslist niet aan deze criteria voldoen. JËr zullen echter in de stimuleringsgebieden beslist meer dan twintig plaatsen zijn die in meerdere of mindere ma te aan deze eisen beantwoorden. Daarom is de aanwijzing van het huidige twintigtal een keuze en de kiezer staat in zoverre sterk, dat de opponent maar moet aantonen dat zijn keuze beter is. Zeker wanneer wordt gesteld dat „de beperktheid der middelen" mede tot deze stren ge selectie noopt. Daarnaast wordt als argument aangevoerd, dat naarmate men de stimuleringsmaatregelen spreidt over meerdere plaatsen in een bepaald gebied, het effect daarvan op de verbetering van het industrieel kli maat geringer is. Achter deze stelling mag men toch wel een vraagteken plaatsen, wan neer zulk een scherpe selectie in de betrokken gebieden dezelfde oneven wichtigheden dreigt op te roepen die men landelijk tracht te bestrijden. Sprak men reeds in de eerste pe riode van het regionale industriali satiebeleid over het leeglopen van het platteland, toen naar het Wes ten, de tweede periode geeft hetzelf de beeld, nu echter naar de ontwik kelingskernen. Men behoeft geen voorstander te zijn van het uitbou wen van iedere dorpsgemeenschap om te mogen pleiten voor regionaal aanvullende kernen. Zonder twijfel zal de verdere groei van enkele le venskrachtige kernen uit het oude beleid, die toch ook over de vereiste accommodatie voor verdere indus- Dat is de juiste greep! BRAND'S BIER! U bent aan 't winkelen. U neemt niet zó maar wat bier mee! U kiest bewust BRAND'S BIER! U vraagt om BRAND'S BIER! Lekker bier in 4 smaken voor verwende bierdrinkers! Feestelijk voor bij het eten, gezellig 's-aYonds voor bij de TV. Haal vandaag nog wat flesjes BRAND'S BIER in huis!

Peel en Maas | 1964 | | pagina 7