Het was wer carnaval ien 't land van d'n haas
De jeugd en
het sigarettenroken
arbeiders
in 't buitenland
stille omgang
memento mori
VRIJDAG 14 FEBRUARI 1964 No. 7
VIJF EN TACHTIGSTE JAARGANG
m PEEL EN MAASÜ
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPVWRT AT\ vnnp VPWPAY P1]^ OMQTR17Tfï«W ADVERTENTIEPRIJS 81/» Ct. p. mm ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1.05.06.52 LfUIVOLfAU V V LfIIAÜ I JJrlY VJITIO 1 PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten Venray 1.75
Na de bekendmaking van 't Ame
rikaanse rapport en het begin van
de aktie tegen het roken onder de
Nederlandse jeugd ben ik er op uit
getrokken om over dit probleem
eens een balletje op te gooien tus
sen jonge mensen. Ik wilde wel eens
weten hoe zij op al die wijze woor
den hadden gereageerd en of de con
clusie van de rookdeskundigen ook
invloed zou hebben op het rookge
drag van onze tieners.
Ik liep een friture binnen, omdat
ik wist dat hier het ontmoetings
centrum van tieners bij uitstek is.
Een schrale scherpe sigaretten- en
pijptabaksgeur, vermengd met die
van frites drong diep in mijn neus
door. Ik zette mij aan een tafeltje,
tussen een groepje jongelui van een
jaar of 18-19.
Het viel mij op, dat er slechts
eentje aan ons tafeltje een sigaret
tussen zijn lippen liet bungelen, ter
wijl twee anderen aan 'n pijp lurk
ten, alsof het een heerlijke zuurstok
was. „Waarom rook je?" vroeg ik,
na een inleidend babbeltje.
„Dat is toch niets bijzonders",
klonk het terug uit de mond van een
pijpsmoker. „De meesten doen het".
Hij zocht naar een verklaring hier
voor, maar deze kon hij niet geven.
Een niet-roker zei: „Het is zo. dat
ik vroeger veel, om niet te zeggen
zeer veel rookte. Dat „vroeger" moet
je zo met een korreltje zout nemen,
want dat is pas veertien dagen ge
leden. Ik ben er mee opgehouden en
het valt me nu des te meer op, dat
anderen roken, je gaat er veel meer
op letten."
BANG OF VERSTANDIG?
Een jongen met sigaret tussen zijn
lippen merkte op: „Je hebt zeker
ook dat televisiefilmpje gezien en
nu ben jij natuurlijk ook bang ge
worden ,net als die andere lafbek-
ken." De niet-roker gaf eerlijk toe,
dat dat filmpje bij hem de doorslag
l had gegeven. Maar hij zei hem te
vens, dat het beslist niet alleen een
kwestie van angst of van bangig
heid was, die hem er toe dreef er
mee op te houden. De twee andere
jongens, die zich tot nu toe niet in
ons gesprek hadden gemengd, be
gonnen zich er mee te bemoeien.
Allebei waren zij het er over eens,
dat ieder normaal denkend mens
toch wel aan het denken gebracht
wordt, als hij dit alles over het ro
ken van sigaretten hoort en ziet.
Zo'n kostbaar onderzoek wordt toch
niet voor niets ingesteld en de uit
slag liegt er toch echt niet om.
Een van de twee pijprokers was
zelf ook aan de sigaret verknocht
geweest, maar ook hij had ingezien,
dat hij er iets aan moest gaan doen.
Het was hem heus niet gemakkelijk
gevallen, zo vertelde hij en in het
begin kon hij helemaal niet aan zo'n
geval zijn mond wennen. Gelukkig
ging het nu wat beter en volgens
hem zou het niet lang meer duren,
of hij zou pijp roken alsof hij niets
en nooit anders gedaan had. De si
garettenroker vond het allemaal nog
al overdreven, volgens hem waren
èn het Amerikaanse rapport, de
verschillende publicaties van siga-
rettenrokende artsen èn het televi
siefilmpje je reinste bangmakerij.
Hem zouden ze niet zo ver krijgen
dat hij omschakelde, laat staan er
mee ophouden. Hij wilde het voor
zichzelf niet zo moeilijk maken.
Jammer voor deze knul dat hij
het bij het verkeerde eind had.
HET VALT NIET MEE
Voor velen is het moeilijk, zeer
moeilijk van de sigaret af te komen.
Is men er na soms wanhopige ge
ruchten er af dan is men dank
baar en blij. Dat iemand niet met
roken wil ophouden is goed in te
denken, maar dat iemand het risico
wil lopen ernstig ziek te worden is
toch wel zeer eigenaardig en zêer
onnatuurlijk.
Maar ja het valt echt niet mee
als je gewend bent veel te roken, er
ineens rigoreus mee te stoppen. Men
zoekt dan andere oplossingen, net
als deze jongelui. Een was er van
sigaret op piip overgegaan. Een an
der rookte om er af te komen slechts
halve sigaretten. Uit dit korte ge
sprekje met deze lui bleek wel. dat
de jonge mensen over het algemeen
van het roken van sigaretten willen
afkomen, een enkele uitzondering
daargelaten.
GEMEENSCHAPSVERSLAVING
Wij vroegen ons af hoe het nu
eigenlijk komt, dat iemand de brand
in zo'n wit staafje steekt, het tussen
zijn lippen stopt en er aan gaat zui
gen. Na veel heen en weer gepraat
en gissingen kwamen wij tenslotte
tot de conclusie, dat het hier waar
schijnlijk gaat om een soort ge
meenschapsgevoel. Je ziet het al op
de lagere scholen, dat kleine jochies
peukjes van de straat oprapen» en
dan op een stil plekje oproken.
Als je aan dit soort aktiviteiten
niet meedoet, dan ben je een bange
rik, een slungel en nog veel meer.
Je loop de kans te worden uitgesto
ten, omdat je niet in deze gemeen
schap past. Je staat moederziel al
leen! Welke jongen wil dit nu?
Wanneer je later naar een am
bachtschool of andere school gaat,
ligt dit probleem toch wel een iets
je anders. Hier rookt bijna iedereen
en vanzelf ga je ook meedoen. Het
is hier niet de gemeenschap die je
uitstoot, je voelt het eerder als een
soort plicht mee te roken. Doe je het
niet dan pas je er niet bij. Dus wat
doe je? Je steekt een sigaret op,
ondanks dat je het niet „lekker"
vindt.
Gelukkig zijn er toch nog van die
sterke persoonlijkheden, die ondanks
alles zoals het gemis aan die ge
zellige sfeer welke een sigaret kan
scheppen, het gevoel van zekerheid
dat zo'n wit rolletje tussen je vin
gers je geeft, die houdinggevende
kracht tegen dit rolletje tabak
„neen" zullen blijven zeggen. Deze
mensen getuigen van een sterk
standvastig karakter.
Maar even gelukkig komen er
steeds meer mensen bij die inzien,
dat zij verkeerd zijn geweest. Laten
zij dan onthouden, dat hij die zijn
fouten erkent, geen bewijs van
zwakheid, maar juist een bewijs van
kracht ten toonspreidt.
Wij vragen nog steeds
PERSONEEL
l. geschoold en
ongeschoold
I Aarzelden „d^gelijl^.
j ook na werktijd - aan
I de fabriek, bij de portier
N.V. INALFA VENRAY
MEER SOCIALE ZEKERHEID
VOOR
Op 1 februari 1964 is de sociale
verzekering van migrerende werk
nemers opnieuw verbeterd. Grens
arbeiders en ook hun gezinsleden
kunnen aanspraak maken op alle
sociale uitkeringen en verstrekkingen
van het land waar zij werken en
die uitkeringen en verstrekkingen
ontvangen in het land van hun
woonplaats.
Geneeskundige hulp:
De verstrekkingen worden verleend
voor rekening van de instelling in
't land waar de grensarbeider werkt
óf door deze instelling direct óf dooi
de instelling in de woonplaats, óf
door de instelling van het land waar
de werknemer en zijn gezinsleden
verblijven.
Arbeidsongeschiktheid:
De uitkeringen worden rechtstreeks
overgemaakt door de instelling waar
bij de grensarbeider verzekerd is.
Ongevallen tussen de woonplaats en
de grens worden behandeld alsof 't
ging om ongevallen op weg naar en
van het werk in het land waar de
arbeider werkt.
Werkloosheid:
Bij gedeeltelijke of toevallige werk
loosheid worden de werkloosheids
uitkering verleend door het land
waar de grensarbeider werkt; bij
volledige werkloosheid geschiedt dit
door het land waar hij woont.
Kinderbijslag:
De kinderbijslag wordt rechtstreeks
overgemaakt door het land waar de
werknemer werkt; in sommige ge
vallen blijft de kinderbijslag beperkt
tot de bedragen die gelden in het
land van de woonplaats.
40.000 nederlanders
Ongeveer 40.000 nederlanders ko
men voor de nieuwe voorschriften
over sociale zekerheid in aanmer
king, t.w. 25.000 grensarbeiders van
Nederland naar Duitsland en 15.000
|van Nederland naar België.
KRINGVERGADERING
NOORD-LIMBURG
Noord-Limburg zal in de nacht
van 7 op 8 maart de Stille Omgang
maken te Amsterdam en de Krijt-
bergkerk werd Noord-Limburg toe
gewezen voor het bijwonen van een
plechtige Hoogmis. Medegedeeld
werd dat dit jaar wederom met drie
extra treinen naar Amsterdam zal
worden gereisd vanuit Reuver-Ven-
lo, Horst en Venray. De extra trein
Venray zal het eerste vertrekken en
te 0.40 uur in Amsterdam aankomen.
De plaatsen Gennep, Ottersum en
Heijen, Well en Siebengewald, zul
len per autobus de reis maken. De
reizigers met de autobussen zullen
te Amsterdam de Stille Omgang ma
ken met de deelnemers van de
trein Venray.
De algemene intentie voor dit
jaar luidt: „Dat wij ons door boete
en biecht beter voorbereiden op de
gemeenschap met de Heer in de H.
Mis en Communie."
NA VASTELAOVEND
ASWOENSDAG
„Memento mori" heeft deze week
op Aswoensdag de priester tot ons
gezegd.... „Denk er aan, je zult
sterven" en als bevestiging daarvan
heeft hij as over onze hoofden ge
strooid - 'n hoofd waarin soms de
vastelaovend nog nadreunde.
Aan je dood te worden herinnerd,
dat is niet prettig voor de meeste
mensen. Deze overgang naar 'n be
ter leven stelt men niet alleen graag
zo lang mogelijk uit, maar men zal
er liever ook maar niet over praten.
Wij als Christenen geloven - zo
belijden we immers - aan het eeu
wige leven hiernamaals. Maar we
weten wat we hebben, en
Het mysterie van de dood schui
ven we zo lang mogelijk van ons
af, we praten er niet over, het is
te mysterieus, te geheimzinnig en
de gedachte dat we dan zullen staan
vóór God, onze Schepper, is zo iets
machtigs envervuld ons met
zoveel angst en vrees, dat we dat
RADIO TV
wasautomaten, enz.
fa. MARTEHS
Schoolstraat 30 Tel. 2389
alles van ons afschuiven en ergens
ver weg bergen in ons hart. We
praten maar gauw over wat anders.
Memento mori
Denk er aan dat je zult sterven.
Denk er aan dat op een zeker mo
ment je lichaam begraven zal wor
den, weggenomen zal worden uit
de gemeenschap en vergaan zal tot
as, tot stof. Denk er aan dat je
ziel dan zal staan voor God
Is dit nu werkelijk zo'n angst
wekkende gedachte?
Voor ons ligt een brief van een
eenvoudig mens, geschreven enkele
weken voor zijn plotseling sterven.
Na zijn dood vond men deze brief
in zijn bureau. Uit die brief bleek
dat deze gewone man het lef gehad
heeft om wel over zijn dood na te
denken, op een tijdstip dat hij nog
gezond van lijf en leden was
In die brief zegt hij o.m. „ik wens
niet dat er rouw gedragen wordt.
Waarom rouw? Bij een bruiloft ver
schijnt men toch ook niet in het
zwart. En ik ga naar een bruiloft.
Naar mijn Schepper, die men dan
in het Dies Irae van de Requiemmis
wel afschildert als een strenge
Rechter, maar - en daar ben ik van
overtuigd - die toch ook de Onein
dige Barmhartige God is, die mij
mijn kleine menselijke fouten ver
geven zal, en die mij zal opnemen
in Zijn Eeuwige Liefde. Daarom
geen rouw, geen Dies Irae, geen dag
van wrake, maar een feest van de
Liefde, die ik in alle volheid proe
ven mag
Memento mori.... Daaraan heeft
deze man schijnbaar veel gedacht,
niet met schrik, niet met angst en
niet met afschuw. Hij heeft de dood
tegemoet gezien als de bekroning
van een leven, wellicht vol fouten,
vol, misstappen en mislukkingen
maar in volle vertrouwen en in vol
le overgave ook aan Gods oneindige
Liefde
Als deze Aswoensdag dit ook ons
eens zou leren
Foto-Studio Gerard Kruysen maakte voor ons enkele foto's van de Venrayse Vastelaovend, de huldiging van Vorst Karei, de optocht enz. Voor een kleine nabeschouwing verwijzen wij naar een bericht in dit blad.
Coutjèn