VAKOPLEIDING dubbel groot! Pickwick Theezakjes GROTEf™S?TG^VEpot?BDusN TS'm2 G1ROve™ WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Streven naar een sociaal- minimum Agenda Centrale K.A.B. Wenken en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Nieuwe koning - nu óók Elk dubbel groot theezakje is voldoende voor ongeveer 1 liter (ca. 8 koppen) geurige thee! VRIJDAG 24 MEI 1963 No. 21 VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS h.ï33 De jonge mens van nu beseft het misschien allemaal wel niet, maar hij krijgt kansen waar zyn vader nooit en zijn grootvader helemaal nooit aan heeft durven denken. Toen zijn vader van de lagere school of wat daarvoor door ging kwam, werd hem niet gevraagd wat hij nu wel het lief ste wou en waarvoor hij nu wel het beste geschikt was. Waar net een baas een jongen vroeg, daar moest hy heen of het vak hem aanstond of niet. Had hij geluk dan bleef hij en groeide langzaam een vakman uit hem, al gebeurde dat soms hard handig. Had hij geen geluk dan stond hij in een minimum van tijd weer op de keien en werden het twaalf ambachten en dertien onge lukkenDe paar centen, die hij als loop- en leerjongen binnen bracht in het huisgezin waren voor namer dan de wensen, die hij mis schien voor zijn latere loopbaan had. Men moet dit ook weer niet te erg dramatiseren, want men wist niet beter GELUKKIGE VERANDERING Daarin is onze tijd gelukkig wel het een en ander veranderd. Op de lagere school al wordt de jonge mens getest, wordt door mensen, die het weten kunnen de richting gezocht, waarin hij of zü het beste verder kan gaan. De een gaat naar het Ly ceum, de ander naar de MMS, weer anderen naar de MULO en een gro te groep naar de Nijverheidsschool. Als wij ons beperken tot de laat ste genoemde vorm van onderwijs dan zien we dat de LTS veel tijd en moeite besteedt aan de opvoeding van de aspirant-vakman. Dat men ook op de LTS rekening houdt met zijn bekwaamheden en zijn voorkeur voor speciale studie is al vanzelfsprekend. Als hij dan na verloop van tijd zijn nijverheidsdi ploma in zijn zak heeft dan kan hij zeggen een behoorlijke basis-kennis van het door hem gekozen vak te hebben en een vrij behoorlijke alge mene vorming. Is hij daarmee al een stuk voor op zijn oudelui, die dat vroeger maar met schade en schande moes ten 2uen te verwerven, de mogelijk heden, die zich dan openen voor ver dere studie zijn beslist niet gering. Wij bedoelen HET LEERLINGENSTELSEL In deze tijd van steeds verder gaande ontwikkeling in alle be drijfstakken met steeds zich aan passende werkwijzen moet ook de vakman en de leerling zich aanpas sen. De basis, die de leerling via zijn LTS opleiding heeft gekregen moet verder worden uitgebouwd en dat gebeurt dan in het zgn. leerlingstel sel. Via de wet op het Nijverheids onderwijs kunnen bepaalde organi saties (gewoonlijk samengesteld uit werknemers en werkgevers-afge vaardigden van verschillende bon den) deze verdere opleiding ter hand nemen. Voor verschillende be drijfstakken bestaan er van deze leerlingstelsels. Een goed voorbeeld van zulk een leerlingstelsel is de Stichting Vak opleiding Bouwbedrijf,, in het leven geroepen door de Raad van Bestuur en de Bedrijfsunie, als vertegen woordigers van de werkgevers- en werknemers-organisaties in het bouwbedrijf. Dit leerlingstelsel is bedoeld voor timmeren, metselen, betontimmeren en betonvlechten. De opleiding vindt plaats in het bedrijf waar men te werk is gesteld. Aan de leerling zal dan ook geleidelijk ander werk die nen te worden opgedragen en hij zal zich bewust moeten zijn, dat het betere werk hem alleen zal worden opgedragen ,als het naar oordeel van zijn uitvoerder of mentor aan hem toevertrouwd kan worden. Voor de opleiding dienen in de eerste plaats in aanmerking te ko men, zij, die het diploma LTS heb ben behaald. Toch bestaat eveneens voor leer lingen, die niet in het bezit zijn van dit diploma, ook de mogelijkheid om aan deze opleiding deel te nemen. Het programma wordt naar de aard van het vak opgemaakt. De patroon is verplicht, de oplei ding zodanig in te richten, dat de leerling aan het einde van de leer tijd aan de eisen voldoet. Aan elke leerling wordt een werk boekje verstrekt, waarin men regel matig het werk dat hij verricht, op schrijft. Daar de leermeester elke week in het werkboekje een cijfer voor ge drag en vlijt en éénmaal per maand een cijfer voor vorderingen geeft, zal het werkboekje, temeer daar hierin tevens nog het rapport van de school en de cijfers der jaarlijk se proefwerkstukken worden opge nomen, in elk opzicht een indruk geven van de ijver, kennis .vaardig heid en interesse van de leerling. Naast zijn opleiding in het bedrijf is de leerling verplicht gedurende deze opleidingstijd een nijverheids avondschool te volgen. De leraar neemt aan de hand van het werkboekje kennis van 't werk van de leerling zodat hij zijn onder wijs hierop kan afstemmen. De leerlingen, die zijn ingeschre ven bij bovengenoemd leerlingstelsel zijn vrijgesteld van het betalen van schoolgeld aan scholen in beheer bij het Rijk of scholen die door het Rijk worden gesubsidieerd. Bij het be ëindigen van de opleiding vindt een examen plaats, hetwelk door een commissie van deskundigen wordt afgenomen. Hierbij worden enige werkstukken gekozen, die de leer ling geheel zelfstandig moet ver vaardigen. Wanneer de leerling slaagt, wordt hem een Rijksnijverheidsdiploma uitgereikt. Het bezit van een zoda nig diploma is bij sollicitaties een waardevol paspoort. Het toezicht op de opleiding berust, zoals gezegd, bij de Stichting Vakopleiding Bouwbe drijf. Gemiddeld eens per maand zal een controleur het bedrijf bezoeken en de werkboekjes controleren. Ook de Inspecteur van het Nijverheids onderwijs kan zijn Inspectie uit oefenen door een bezoek aan het bedrijf. De duur der opleiding is, voor jongelui met diploma L.T.S. in de regel twee jaren, voor de anderen in de regel drie, in bijzondere ge vallen, vier jaren. Om het bovenstaande te bekrach tigen dient een leerovereenkomst te worden aangegaan door de patroon WAAR GAAT HET MET DE AOW NAAR TOE? De laatste tijd is de AOW weer in het gesprek. Het gaat daarbij nl. om de vraag of het basis-bedrag vol doende is, en hoe de verhouding moet zijn tussen de AOW en de be drijfspensioenfondsen. En vervol gens, indien men tot de konklusie zou komen dat de AOW omhoog moet, hoe moet dit dan worden ge financierd, ofwel door verhoging van de premie, dan wel door de kosten op te vangen door betaling uit de algemene middelen, de belastingen. Nu zal men wat dit laatste be treft misschien opmerken, dat dit in feite hetzelfde is. Toch is dit niet waar. Immers, verhoging van de AO W-premie is een vast percen tage zonder progressie, en hieraan behoeven de AOW-gerechtigden, ongeacht hun inkomen niet meer aan te betalen. Betaling van de meerdere kosten uit de belastingen betekent, dat de belastingen hoger worden en in de belastingtarieven zit een sterke pro gressie, welke zelfs tot 70 pet. van het inkomen kan oplopen. En belas ting betaalt iedereen. Bovendien zit er min of meer een principieel kantje aan de zaak, want betaling uit de belastingen maakt van de oudersdomsverzekering dan een regeling van Staatspensioen. Immers het is nu zo, dat de AOW een ouderdomsverzekering is, met een afzonderlijke financiering, met een jaarlijkse omslag voor de uit- gaverj op het inkomen van dat jaar. Natuurlijk berust dit dan op schat- ting-gegevens, rekening houdende met mogelijke onvoorziene omstan digheden. Want er kan werkloosheid ontstaan met daardoor lagere inko mens, dus lagere premie-ontvang sten, terwijl de uitgaven dezelfde blijven of zelfs toenemen, omdat het aantal ouder wordende mensen steeds toeneemt, ondanks de nu en dan belangrijke sterfte-cijfers, het geen moge blijken uit het feit dat bij de bejaardenbond in dit bisdom op de 20.000 leden zeker rond 1000 sterfgevallen per jaar voorkomen. Terugkomende op de AOW zelf komen we tot de conclusie, dat de drang naar verhoging van 't AOW- bedrag sterk leeft en wel in deze zin, dat dit wordt verhoogd tot een sociaal minimum. Nu is dit laatste geen vaststaand bedrag. Want een sociaal-minimum hangt samen met en de vader of voogd van de leer ling ten overstaan van de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf. Deze leerovereenkomst wordt eveneens getekend door de leerling. De leerling is normaal in loondienst. EIGEN OPLEIDING. Nelissen Aannemingsbedrijf al hier is nog een stap verder gegaan. Daar heeft men in het bedrijf een groep van timmerleerlingen bij el kaar geplaatst, over hen een „men tor" aangesteld en men heeft van bedrijfswege een opleiding ingesteld, die is aangepast aan de eisen van het leerlingenstelsel. Door de groot te van dit bedrijf, dat bovendien nog beschikt over eigen betonfabriek en plastic-verwerking was zulks mogelijk. Als enigeste bedrijf in Nederland heeft J. P. A. Nelissen deze oplei ding ingesteld, die in de praktijk goed blijkt te voldoen. De jongelui worden op gezette tijden in de timmerfabriek, de betonfabriek, bij de plastic-verwerking en op de bouw ingezet en krijgen aldus in de praktijk te verwezenlijken wat ze in de theorie geleerd hebben. Hun mentor zorgt in nauw overleg met het leerlingenstelsel dat ze regel matig werkzaamheden toegewezen krijgen, die de vakontwikkeling be vorderen. Het zal duidelijk zijn dat een der gelijk gerichte opleiding de beste resultaten oplevert en men is tot dusver bij dit aannemingsbedrijf dan ook enthousiast over de mogelijk heden en resultaten en men hoopt slechts dat ook voor de metselaars en schilders een dergelijke regeling tot stand kan komen. Nogmaals door zijn grootte heeft dit bedrijf een voorsprong op ande re en kleinere bedrijven, waar men jammer genoeg niet altijd die aan dacht aan dit leerlingenstelsel kan geven, die het terecht verdient. Dat men hier echter een voorbeeld heeft gesteld, is reden tot verheugen. Want juist hierdoor is de mogelijk heid geopend dat men inderdaad de beste vakmensen krijgt de opvatting wat men in een be paalde tijd noodzakelijk acht. Hoort daar een radio of televisie bij? Hoe hoog zijn de gemiddelde huishuren en wat zijn de kosten van een een voudig levensonderhoud? Moet er verband bestaan tussen het dan gel dende loon en salarispeil, en in wel ke verhouding? Hierover bestaat nog lang geen eenstemmigheid. Er zijn er altijd nog van mening, dat de zorg voor de oude dag een zaak van iemand per soonlijk is, dus van zelfzorg. Na tuurlijk heeft iedereen de plicht om ook voor zichzelf te zorgen, maar niemand weet wat hem de toekomst brengen kan. Of zijn inkomen vol doende zal blijven, of hij met ziekte en tegenslag te kampen zal krijgen, of hij komt te overlijden op jonge of oude leeftijd. Bovendien zijn er mensen, die niet voor zichzelf kun nen zorgen. Dat zijn de langdurigee zieken, invaliden, degenen, die voor een ander moeten zorgen enz. En in welke verhouding dient de AOW tot het bedrijfspensioen te staan waarbij men eraan moet den ken dat de AOW een volksverzeke ring is, dus voor iedereen, terwijl een bedrijfspensioen bijna alleen maar voor de loontrekenden uit die bedrijfstak is en in een aantal be drijfstakken nog geen bedrijfspen sioenfonds bestaat. Deze zaak staat dus nog op het vuur; het zal mede van de sterkte en de invloed der bejaardenorgani saties afhankelijk zijn ,wat hiervan terecht zal komen. Want wat uitge keerd wordt moet ook betaald wor den. De Minister van Sociale Zaken wacht nog op een advies van de SER over een sociaal minimum. Zo als bekend is de AOW voor gehuw den thans ruim 2300,en voor ongehuwden ruim 1500,per jaar. Nu is dezer dagen door het Chris telijk Sociaal Werkgeversverbond gepleit voor een totaal pensioen van 70 pet. van 6000,zijnde 4200,- en dit opgebouwd op een AOW-pen- sioen van 3000,en f 1200,— be drijfspensioen, dus in totaal 4200,-. Men denke eraan, het gaat hier over het vrije bedrijf. Hier is thans een concrete gedachte, die ons een basis geeft voor discussie. Moge er niet te lang over gepraat worden. De tijd dringt. Maandag 27 mei 20 uur in zaal Rongen te Oirlo jaarvergadering van de Centrale KAB. Hier worden alle KAB- en .vakbondsafdelingen verwacht. OOK BIJ ONS: MEER VEILIGHEID IN LAND EN TUINBOUW Ook op ons platteland is het le ven niet meer zo veilig en rustig als vroeger. Dat is de schaduwzy- de van mechanisatie en industria lisatie. De vooruitgang van de techniek brengt op het terrein van de land- en tuinbouw heel wat ongevallen mee. Machines en werktuigen, bestrijdingsmiddelen en elektriciteit, dat levert alle maal gevaar op voor een grote groep mensen. Meer voorzichtig heid is ook in deze sector geboden. In 1961 kwamen er in ons land bij arbeiders in de land- en tuin bouw niet minder dan 46 dodelijke ongelukken voor. De meeste (24) werden veroorzaakt door het ver keer in verband met het bedrijf; 12 arbeiders verongelukten er met een trekker. In totaal zijn er in Neder land van 1956 tot 1961 56 agrari sche werknemers verongelukt met een trekker, 34 door vallende voor werpen, 31 bij het werken met ma chines en voertuigen en 14 in het verkeer. Andere oorzaken van on gelukken waren de bestrijdingsmid delen, de dieren en de electriciteit. Tesamen verloren er in die zes jaar 286 personen bij bedrijfsongevallen het leven. Daarnaast doen er zich in de land- en tuinbouw echter ieder jaar nog vele ander ongevallen voor. Dat zijn er wel 15.000! VERLIEZEN Men moet de betekenis van al die ongelukken niet onderschatten. Ten eerste veroorzaken zij heel wat hui selijk leed; ieder dodelijk ongeval betekent een verlies, dat feitelijk niet meer kan worden hersteld. Ten tweede ontstaan daardoor grote be drijfseconomische verliezen. Ten derde kan een ongeval blijvende in validiteit tot gevolg hebben: menig een kan na een bedrijfsongeluk niet meer als volwaardige arbeidskracht aan het produktieproces deelnemen. De werknemers in de land- en tuinbouw zijn verplicht verzekerd. De bedrijfsvereniging voor Ongeval lenverzekering voor het Agrarische Bedrijf int ieder jaar ongeveer zes miljoen gulden ter dekking van de uitkering aan getroffenen, voor me dische hulp en voor nazorg aan in validen. Maar de zelfstandige boe ren en tuinders moeten hun risico zelf dragen. En die groep is twee maal zo groot. Slechts een deel heeft zich vrijwillig verzekerd. GEEN ENKEL RISICO De meeste ongevallen in de land en tuinbouw ontstaan doordat de aan de beroepsarbeid verbonden ge varen niet tijdig zijn onderkend en vooraf niet de vereiste en verplichte veiligheidsmaatregelen zijn genomen want ingevolge het Landbouw- veiligheidsbesluit is men wettelijk verplicht de nodige voorzorgsmaat regelen te nemen de gewenste beveiligingen aan machines, werk tuigen en gebouwen ontbreken of 't onderhoud daarvan wordt verwaar loosd, het ontbreekt aan zindelijk heid en orde in het bedrijf, en on verschilligheid en onwetendheid heersen ten opzichte van veilig wer ken en de gevaren worden onder schat. Om op al die gevaren te wijzen en onze landbouwers en tuinders praktische wenken te geven ter voorkoming van veel leed en scha de verspreidt het Landbouwschap bij ons door bemiddeling van de Plaatselijke Bureauhouder van de Voedselcommissaris op grote schaal 'n boekje met veiligheids voorschriften en wenken. Deze bro chure werd samengesteld op initia tief van de Commissie Landbouw- veiligheid door enige deskundigen van de Arbeidsinspektie en uitge geven door het ministerie van So ciale Zaken en Volksgezondheid in samenwerking, met de boven al ge noemde bedrijfsvereniging. Dit boekje, dat geïllustreerd is met grappige tekeningen, behandelt beknopt maar duidelijk de veilig heid in en om de bedrijfsgebouwen, het werken in kassen en warenhui zen, de omgang met elektriciteit en met trekkers .werktuigen, machines en dieren en verder de veilige op slag en toepassing van bestrijdings middelen en kunstmeststoffen. Ten slotte wijst het met nadruk op het belang van enige kennis van de eerste hulp bij ongevallen. Het volgen van een EHBO-cursüs wordt voor allen, die in de land- en tuinbouw werkzaam zijn, sterk aan bevolen. Ook onze Peellandse boeren en tuinders doen goed dit boekje aan dachtig te lezen. En verder te zor gen, dat het geregeld bij de hand is. Zij maar zij niet alleen, ook hun vrouwen en gezinsleden moeten er vooral uit leren, dat de veiligheid in het bedrijf voor alles moet gaan en dat ze, in het belang van hen zelf en van hun gezinnen, met be trekking tot die veiligheid geen en kel risico mogen nemen. Door voort durend voorzichtig te zijn kan veel onheil worden voorkomen. Bij het gehouden Koningschieten van Schutterij St. Anna, wist de heer Cor van Gaal bij het 2e schot in de vierde ronde bij het 40e schot de koningstitel te behalen voor het jaar 19631964. De nieuwe koning was 3 weken lid van de schutterij. Na de spannende wedstrijd werd een groot Koningsfeest gehouden in zaal Wilhelmina alwaar de Konin gin (echtgenote van de nieuwe ko ning) geïnstalleerd werd. De nieu we koning is woonachtig in de St. Jozef weg. DOUWE EGBERTS Naast de bekende groene doosjes theezakjes Groot Formaat, biedt Douwe Egberts u thans óók Pickwick theezakjes DUBBEL GROOT, verpakt in een aantrekkelijke rode doos. Handig en gemakkelijk om ca. 8 koppen geurige thee van te zetten! «■MflCk - - 1Wf f k J i" f. t - êm Vraagt uw wlnkellerl

Peel en Maas | 1963 | | pagina 21