FRUITTEELT
Geen geld ge Zwitóeu
sheek
Uit Peel en Maas
<<\o
Politierechter
Economische samenutekkiny
Veilig Verkeer
Ingezonden
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJs'pER^KWARTAAL /"li
ut onze
VRIJDAG 17 MEI 1963 No. 20
VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652
1.50 (buiten Venray 1.75)
Venrays gemeenteraad heeft vorige week voor het grootste deel
„neen" gezegd op een voorstel van B. en W. voor het huren van
een nabij het gemeentehuis gelegen ruimte, die onder meer ge
schikt gemaakt kon worden voor de verzameling van de Oudheid
kundige Kring Venray. Sommige raadsleden vonden het gebouw
ongelukkig, anderen de huur te hoog en de derde groep zag in dit
alles slechts een verkapte subsidie aan deze Kring, die men over-
rigens zo werd tenminste uitdrukkelijk gesteld een goed hart
toedroeg. Hetgeen dan wel vreemd aandoet.
Laten we proberen de zaak buiten
politiek e.d. te houden, maar ons al
leen met de nuchtere feiten bezig
houden. Dan mogen we vaststellen
dat in Venray sinds jaar en dag een
Oudheidkundige Kring is, die in
navolging van andere plaatsen pro
beert iets te bewaren van de ge
schiedenis van onze plaats. Dat deze
amateurs hier wonderwel in ge
slaagd zijn bewijst de kleine groep
„archeologen" die in betrekkelijk
korte tijd een verzameling stenen en
ijzeren voorwerpen bijeen wist te
brengen, waarvoor men tot ver in
den lande groot respect heeft en
waarover deskundigen meer dan te
vreden zijn.
We gaan voorbij aan de enorme
hoeveelheid werk, die hier mede
ten algemene nutte verzet is door
deze kleine groep, maar er alleen
op wijzen dat alleen voor deze ver
zameling waarvoor o.a. in een
folder van Venray Vooruit de aan
dacht gevestigd wordt grote be
langstelling bestaat en dat jaarlijks
honderden mensen alleen al hier
voor naar het gemeentehuis komen,
waar deze kostbare verzameling in
enige vitrines is ondergebracht.
Dat deze vitrines in het „enge" ge
meentehuis vandaag feitelijk in de
weg staan weet eenieder, die daar
geen vreemdeling is. Het is dus
geen wonder dat men bij de laatste
verbouwing en uitbreiding onder in
de gang van het sousterrain enkele
nieuwe vitrines gemaakt heeft, die
niet alleen deze archeologische
vondsten beter tot hun recht doen
komen, -maar ook op de bovenver
dieping meer ruimte scheppen
Toch is deze „archeologische af
deling" maar een klein onderdeel
van het werk van de kring. Mag dit
onderdeel bij velen misschien niet
zo interessant zijn ,wel is voor hen
interessant oude foto's van ons Ven
ray, oude gebruiksvoorwerpen, oude
dingen, die een nog zo heel lang
Venrays verleden weer terugbrengt
in de huidige tijd.
Ook daarvan is mede dank zij
de medewerking van vele Venray se
burgers al een aardige verzame
ling bijeen, die echter onzichtbaar
is, omdat die in alle mogelijke hoe
ken en gaten is opgeborgen, waar
deze spullen veelal in de weg liggen.
Dit heeft nog andere gevolgen. Op
de eerste plaats voelen de betrok
ken leden van de kring er weinig
voor steeds andere spullen bijeen
te halen en ze maar ergens op te
gaan bergen met alle risico's van
dien indien dit niet centraal kan
gebeuren, waardoor ook de moge
lijkheid geschapen wordt, dat an
dere mensen hiervan kennis kun
nen nemen. Op de tweede plaats
voelen de bezitters er weinig voor
deze dingen af te geven, als ze
„ergens" spoorloos verdwijnen en
niet meer te voorschijn schijnen te
komen.
Het animo verslapt en verdwijnt.
En daarmede verdwijnt een grote
hoop kostbaar materiaal, dat anders
nog gered kan worden
GESCHIEDENIS
Wat weten we nog weinig van ons
aller Venray. Er zijn wat gedenk
boeken van enkele kloosters, er is
een oud verfomfaaid boekje over de
Venrayse kerk, we weten dat er in
Oostrum een kasteel gestaan heeft
en dat Oirlo een eigen gemeente is
geweest; dat er herrie is geweest
over de Vredepeel, maarhoe
dat nu allemaal precies zit, de he
mel mag het weten
Neen, dan liever wat koperen pot
ten op een oude kist of kast gezet,
want dat staat chique. We zijn een
tikkeltje vertederd als we nog een
oud mensje tegenkomen met de
Venrayse toer, maar we realiseren
ons niet dat over enkele jaren noch
met de vastelaovend er nog toeren
zullen zijn. We zwijmelen bij een
foto van de oude paardetram, maar
gooien hem na een tijdje in de vuil
nisbak: weg met die oude rommel.
De nieuwe tijd vraagt nieuwe ge
bruiksvoorwerpen in de landbouw
en de b;4enkorf uit het Venrayse
wapen zien we nog zeldenHoe
lang nog? Er liggen hieren daar
nog oude .ponders" meet-vaten, die
ofwel naar de oud-ijzer handelaar
vertrekken of in elkaar geslagen
worden Er liggen vlasbewei-kings
„instrumenten" die kapot geslagen
worden omdat ze in de weg liggen
en zo kunnen we nog een kolom of
wat doorgaan.
Veel van het oude is al door de
oorlog verloren gegaan en de nieu
we tijd met zijn moderne dingen
doet het overige met de dag sneller
verdwijnen. We realiseren ons eerst
dat het definitief weg is, als de
kans verkeken is, dat we nog een
exemplaar kunnen bewaren voor la
terMet dat dillema voor ogen
heeft de Kring al jaren gezocht naar
een mogelijkheid om al deze dingen
te kunnen bewaren en daarnaast
ook te kunnen exposeren. Het zou
stimulerend werken op hun eigen
enthousiasme en de oude bewoners
van Venray zouden sneller geneigd
zijn om hun „oude dingen" af te
staan voor dit museum
In een Venray waar woningnood
heerst en beschikbare ruimten niet
te vinden zijn is dat geen kleine op
gave. Dat men daarbij wel eens ja
loers gekeken heeft naar b.v. Keve-
laer waar ook in tijden van wo
ningnood en ruimtegebrek toch
voorrang gegeven is aan een groots
„Heimat-museum" is vanzelfspre
kend.
Men kan over de huurprijs rede
twisten. We volstaan met wat de
voorzitter van de raad zei, nl. dat de
normale huur van dergelijke objec
ten hoger ligt dan in dit geval. We
kunnen redetwisten of dit gebouw
nu wel architectonisch aan alle eisen
voldoetfeit is dat er geen extra
„mannetje" bij gehaald hoeft te
worden, maar dat eventuele bezoe
kers via het sous-terrain van het
gemeentehuis deze ruimte kunnen en
moeten betreden
Men kan verder alle mogelijke
eisen stellen eisen die ook geld
kosten als er niets anders is. ver
liest zelfs de keizer zijn recht.
De kwestie van „verkapte subsi
die" zal bij enig nadenken helemaal
niet opgaan. De taak die de Oud
heidkundige Kring met zoveèl suc
ces en elan op zich heeft genomen,
is een taak, die ware zij niet dooi
de Kring vervuld de gemeente
had moeten vervullen.
Ook deze had de nodige ruimte
hiervoor moeten reserveren. Kost
dat geen geld? Of moet men deze
kring, die toch al de vele arbeid in
brengt, misschien ook de rest van de
rekening gepresenteren?
Het is jammer, dat er nu na veel
vijven en zessen een oplossing in
't zicht van de haven is getorpe
deerd. Het waarom hienvan is ons
niet duidelijk. Wel weten we dat
hierdoor wederom kostbaar ma
teriaal verloren gaat, dat met
1400,niet te koop zal zijn over
een bepaald aantal jaren. Zelfs
niet met het tienvoudige....
Is het een wonder dat verschillen
de leden van de Kring bij al die
sympathie-betuigingen van de raad
wel eens het bekende liedje fluiten:
Geen woorden, maar daden.
van zaterdag 24 mei 1913
Mgr. Drehmans, bisschop van
Roermond, diende zaterdag in de
kerk van het Groot Seminarie het
H. Diakonaat toe aan de Eerw. He
ren Henri Hanraets uit Venray en
van Haeff uit Meerlo.
De bevolkingscijfers der navol
gende Limburgse gemeenten waren
op 1 januari 1913 de volgende:
Venray 8562, Horst 5640, Wanssum
802, Meerlo 1745, Venlo 18.663, Roer
mond 14.181, Maastricht 38.611. To
taal voor de provincie 358.400, waar
van 183.152 mannen en 175.237 vrou
wen.
Zondag hield de Maria Congre
gatie van Venray haar vijftigste
jaarlijkse bedetocht naar O.L. Vrouw
van Oostrum.
Maandag heeft te Heerlen de
plechtige opening plaats gehad dei-
kweekschool voor Vroedvrouwen.
aft* ««m&Aftnf» J
m\ A KM AvpotMu/. (-4
U61UXW1 L_ fincmeiöfiwjGvj
JUL1ANASINGEL41 -tekf.M] (K4780)
Met belangstelling wordt de tel
ling van de landbouw in Venray
cm meer dan een reden tegemoet
gezien. Zo wil men weten of de
Venrayse fruitteelt ook vooruit
gaat, men verwacht van niet. Veel
oude boomgaarden zijn verdwenen
maar nieuwe slechts ten dele te
ruggekomen. Want aan fruitteelt,
zo zegt men, is geen droog brood
te verdienen
Er is geen land ter wereld, waar
men per agrarische ondernemer zo
veel fruitteeltonderwijs geeft, waar
men zoveel aan onderzoek en voor
lichting doet en waar de teelttech-
nische kennis van de ondernemers
zo groot is als in on9 land. Nochtans
gaat het de fruitkweker niet naar
den vleze.
De consument kon dit voorjaar op
de markten uitstekend fruit, vooral
appels, kopen voor prijzen die zelfs
in september niet lonend zijn. De
kosten van bewaring in koelhuizen
komen er dus niet of nauwelijks uit.
Goudreinetten gingen nog van de
hand, maar groene jonathans waren
bijna onverkoopbaar. De inkomsten
van de fruitteeltbedrijven zijn der
halve laag, tenzij men gelukkig is
met kleinfruit of grote partijen van
de meest gevraagde rassen.
Hoewel de beteelde oppervlakte
daalt, stijgt de fruitproduktie nog.
Nieuwe (haag)systemen geven hoge
opbrengsten en dat in korte tijd.
Snoei, verzorging, ziektenbestrijding
het is alles meestal keurig in orde.
Waar wringt nu de schoen?
MEN FAALT ALS ONDERNEMER
De hele kwestie is ,dat teelttech-
nische kennis niet baat als men als
ondernemer tekort schiet. Het Cen
traal Bureau van de Tuinbouwvei-
Er was een ruzie geweest in het
winkeltje van de groenteman. Een
.dame wenste een bloemkool uit een
mand te halen. Een heer, die bood
schappen moest doen voor zijn
vrouw, wilde dezelfde bloemkool uit
dezelfde mand halen. Hij had er het
eerst zijn oog op laten vallen, zei hij.
De dame bestreed dat met de hard
nekkigheid, 't vrouwelijke geslacht
eigen. De heer schopte daarop de
dame tegen het linkerbeen.
Wie tenslotte de bloemkool heeft
gekregen, is ons niet bekend. De
groenteman werd door de politie bij
het vooronderzoek als getuige ge
hoord. Maar hij verklaarde, dat hij,
als zakenman zijnde, zulke dingen
niet kon zien in zijn winkel, want
het waren allemaal klanten. Hij had
wel wat geharewar vernomen, maar
wat er precies gaande was, wist hij
niet.
Dit kon het bloemkoolkopende
mannetje echter geen procesverbaal
besparen. Hij schreed de rechtszaal
binnen met het air van Caesar toen
die het met Cleopatra had aange
legd.
„Hoe kwam dat nou?", vroeg de
rechter.
„Dat is een zaak van internationa
le drift, meneer de edelgrootachtba-
re", zei het mannetje.
„Internationale drift?"
„Jawel", zei de verdachte, „want
zulke driften vindt men overal, bin
nen en buiten onze grenzen, ter land
ter zee en in de lucht."
„O', zei de rechter, „maar hoe
kwam het nou eigenlijk?"
,,'t Was een impulsieve daad, me
neer de grootedelachtbare".
„Ja, maar nu weet ik nog niet
hoe het kwam?"
„Er was een klein conflict tussen
mijn persoon en die persoon."
„Maar hoe ontstond dat conflict
dan?"
„Dan valt de grens weg tussen ge
dachte en daad. En dan is het con
flict geboren."
De rechter zuchtte vol lijdzaam
geduld. „Waarom viel die grens dan
weg?" vroeg hij. „Wat is de oorzaak
van die internationale drift?"
„Die drift heb ik mijn leven lang
al in mijn bloed', zei het mannetje.
„Kunt u een cholera-bacil uit uw
bloed weren?"
„Ho, een moment", zei de griffier,
„Gola la-bacil, hoe schrijf je dat?"
Deze opmerking veroorzaakte gro
te consternatie in de rechtszaal,
want niemand wist hoe men chole
ra-bacil zou moeten schrijven.
„Golera-basil", veronderstelde de
officier. Deze veronderstelling wek
te een hevig hoofdschudden achter
de perstafel .waar de verslaggevers
het onderling roerend eens waren:
zij hadden al lang besloten dat
moeilijke woord maar uit hun ver
slag te laten. „Chora-baksil", zei de
deurwaarder.
„Ik wil dat woord wel weer in
slikken, edelgrootachtbare!" riep het
mannetje smekend bij het zien van
de verwarring, die hij teweeg had
gebracht. „Het kan ook best myxo-
matose of iets anders zijn!"
Maar de rechter wees dat af met
beslist gebaar. Hij stelde stukken in
handen van de rechter-commissaris
voor het inwinnen van een psychia
trisch rapport. En dat was ongetwij
feld het beste, dat hij kon doen.
lingen publiceerde onlangs een over
zichtje van het aantal bedrijven met
ooftteelt, gerangschikt naar de op
pervlakte fruit in die bedrijven. Dat
zag er als volgt uit:
Aant. bedrijven Opp. fruit in ha
16.108 0,01—0,25
8.746 0,25—0,50
E.366 0,50—1,—
62.243 1—2
2.672 2—3
1.499 3—4
899 4—5
2.185 5 en meer
Hier zien wij de ellende ten voe
ten uit. Want weliswaar zitten er
bij die 16.108 kleinste bedrijven veel
die slechts ooft voor eigen gebi-uik
telen en kan een bedrijf van één of
twee ha best bestaan als het zich op
speciale teelten (klein fruit, vooral
bramen, frambozen en bessen) toe
legt, dat alles neemt toch niet weg,
dat wij tobben met een zeer groot
aantal veel te kleine bedrijfjes. De
voorlichtingsdeskundigen zien uit
bedrijfseconomisch oogpunt graag
tenminste 7 of 8 ha ooft per bedrijf.
Zulke bedrijven zijn er wel, zelfs
meer dan 2.000, maar hun aantal is
te klein in verhouding tot de dwerg-
bedrijfjes.
HET TE KLEINE BEDRIJF
Het is in Nederland bijna mode
geworden, te pleiten voor bedrijven
van voldoende grootte. Dat is al
gedaan t.o.v. het gemengde bedrijf,
het weidebedrijf en het fruitteeltbe-
drijf. Bij het laatste gaat het er ech
ter niet om, voldoende werk te krij
gen en voldoende werkverdeling
over het jaar. Zelfs gaat het er niet
in de eerste plaats om, mechanisatie
mogelijk en rendabel te maken,
want dat kan opk in onderlinge sa
menwerking met het loonbedrijf. De
schoen wringt hier op een heel an
dere plaats.
Bij hard fruit en steenvruchten
gaat men op het kleine bedrijf het
asortiment versnipperen om zoveel
mogelijk spreiding van de oogst te
krijgen. Dat kan natuurlijk. Vooral
bij appelen en peren is dan een zeer
grote arbeidsspreiding mogelijk. Het
gevolg /daarvan is, dat /men met
kleine partijtjes op de veiling komt,
die tegenwoordig niet meer belang
rijk zijn. Men kan dan nog zulk gaaf
en mooi fruit hebben, de prijs en de
kosten staan dan niet meer in een
redelijke verhouding tot elkaar. Dat
is de hoofdoorzaak van de slechte
toestand. Voorts worden nog altijd
veel te veel niet gevraagde rassen
aangevoerd. In 196162 had 58 pet.
van de aanvoerders op veilingen een
omzet van minder dan 5000,zegt
het C.B. Slechts 30 pet. kwam aan
een omzet van 5000,- tot 30.000,-.
Hieruit leidt men af, dat veel te veel
kleine partijen worden aangevoerd.
ANDERE FOUTEN
Andere fouten zijn: nog steeds on
rendabele, verouderde boomgaarden
die de markt bederven, gebruik van
slecht en meermalig fust, klasse I
en extra gaat in eenmalig fust naar
het buitenland, maar niet voor het
binnenland, te weinig reclame voor
Nederlands ooft en het ontbreken
van goede merken. Met dit laatste
zijn wij bij de afzet gekomen. Nie
mand maakt zich hierover druk,
want, nietwaar, wij hebben hier. in
Nederland een net van veilingen
waar wij trots op kunnen zijn. Dat
zijn wij dan ook, maar wij vergeten,
dat de afzet eerst begint bij die
mooie doelmatig werkende veilin
gen.
Samenwerking met winkelbedrij
ven en delicatessenzaken is een eer
ste eis van deze tijd. Dat is echter
slechts mogelijk, wanneer zeer grote
partijen van dezelfde rassen in uni
forme kwaliteit worden aangevoerd.
Dan zijn zelfs merkartikelen moge
lijk. Op dit pad moeten echter de
eerste schreden nog worden gezet.
Er is bij de afzet wel bijzonder wei
nig samenwerking bij de telers. Het
gevolg zal zijn, dat dra alleen grote
bedrijven overblijven en wellicht
zullen sommige daarvan eigen afzet
kanalen gaan volgen.
TENSLOTTE: DE E.E.G.
Onze oofttelers zijn bang voor de
EEG. Dat lijkt gerechtvaardigd,
want in Frankrijk en Italië is het
klimaat gunstiger voor bepaalde
soorten. Met schrik kijkt men naar
de geweldige appelaanplantingen in
noord-Italië, vooral van golden de
licious. Zal ook het buitenfruit weg
gevaagd worden, zoals men dat ver
wacht bij de kasdruiven?
Dat kan zeer zeker, als men bij
voorbaat het hoofd in de schoot legt
maar het behoeft volstrekt niet! Het
is mogelijk, dat primeurs voortaan
uit het zuiden zullen komen, maar
het is hoogst onwaarschijnlijk, dat
de kostprijs van pit- en steenvruch
ten (om van het kleine fruit maar te
zwijgen) in het zuiden zoveel lager
ligt. Ons klimaat is niet zo slecht
als wij denken. De zeer hoge op
brengsten bij de moderne aanplan
tingen van de laatste tijd tonen dat
wel aan. Voorts denkt men in het
zuiden al te gemakkelijk over goe
de kwaliteit en verpakking. Wij
„Vergelijken met anderen, kan
veel in Uw bedrijf ten goede
veranderen." Dit is een „waarheid
als een koe". Door vergelijking van
Uw bedrijfscijfers en door uitwisse
ling van Uw ervaringen met andere
ondernemers, kunt U vaststellen, hoe
het er met Üw bedrijfsvoering bij
staat. En met hoe meer ondernemers
dit gebeurt, des te meer kans be
staat er op resultaat.
Gelukkig is bedrijfsvergelijking in
ons land, vooral in het midden- en
kleinbedrijf, geen onbekende bezig
heid meer. In verschillende bran
ches, o.a. kantoormachine- en kan
toorboekhandel, woninginrichting,
foto-detailhandel, huishoudelijke ar
tikelen etc. etc. bestaan reeds een
aantal clubs. Alleen de rijksmidden-
standsconsulenten leiden er al een
vijftigtal. Regelmatig komen de
deelnemers aan deze clubs bijeen
om hun bedrijfs-economische erva-
rinben en het daarop betrekking
hebbend cijfermateriaal uit te wis
selen en te vergelijken. Daarnaast
worden er ook nog clubs geleid door
organisatiefunctionarissen e.a.
Op deze manier kunnen onderne
mers zeer veel van elkaar leren.
Bij bedrijfsvergelijking gaat men
uit van het principe, „twee weten
meer dan een". In een club zitten
ongeveer 8 tot 12 deelnemers, zodat
hieraan ruimschoots wordt voldaan.
DE „TAAL" VAN HET WEGDEK
Voor de weggebruker-met-aan-
dacht wat we allemaal, zonder
uitzondering, zouden moeten zijn!
spreekt het wegdek met zijn witte
pijlen, strepen, blokjes en wat dies
meer zij, boekdelen. Tenminste
zo zou het moeten zijn, maar het is
een vaststaand feit dat deze „taal
van het wegdek" niet door iedereen
volkomen juist ge-interpreteerd
wordt. En, willen we het verkeer
veiliger proberen te krijgen, dienen
misverstanden zoveel mogelijk ver
meden te worden. Daarom geeft het
Verbond voor Veilig Verkeer, in het
kader van zijn kernthema-aktie „uw
plaats op de weg", een verduidelij
king van deze „taal van het weg
dek".
De voornaamste streep op 't weg
dek (die niet overal is getrokken) is
de wegas, die het midden van de
weg aangeeft en deze deelt in weg
helften. Is het midden op de weg 'n
dubbele streep geschilderd, dan be
tekent dat een herinnering van het
ter plaatse geldende inhaalverbod;
bij tunnelwegen is overschrijding
van deze dubbele streep zelfs abso
luut verboden. Als naast een door
lopende een geblokte streep is ge
schilderd, betekent dat, dat degene,
die de doorlopende streep aan zijn
kant heeft, niet mag inhalen. Voor
al deze hier genoemde strepen
behalve die, welke voor een tunnel
weg wordt gebruikt geldt, dat zij
geen wetskracht hebben; het ter
plaatse geldende inhaalsverbod,
waaraan de strepen herinneren,
daarentegen wél, en inhalen op deze
plaatsen is dus strafbaar!
In steden vinden we dikwijls
voorsoortvakken en -pijlen. Deze
moeten net zo worden opgevat als
politie-bevelen en de overtreding
van de bepalingen is dus strafbaar.
Welke bepalingen? Zoals bekend
moeten bestuurders van motorvoer
tuigen (het zgn. snelverkeer) voor
sorteren; fietsers en bromfietsers
mogen voorsorteren, dus hoeven 't
niet. Als er voorsorteervakken met
pijlen zijn, moet ook dat zgn. lang
zame verkeer er gebruik van maken
endus zich opstellen in deze vakken!
Bovendien geldt ook voor hen, dat
zij wanneer eenmaal een vak is
gekozen de richting moeten rij
den, welke de pijl aangeeft. Is men
in het verkeerde vak terecht geko
men wat bij filevorming in min
der bekende stad nog wel eens ge
beurt dan zit er niets anders op
dan een blokje om te rijden
Tot slot zijn er dan nog de zg.
suggestiestrepen: in sommige bin
nensteden, ongeveer een meter van
de stoeprand op het wegdek ge
schilderde geblokte strepen. Men be
oogt hiermede de fietsers en brom
fietsers eigenlijk een apart rijstrook-
je te geven; deze behoren daar dus
rechts van te blijven. Het is echter
geen echt fietspad: auto's mogen
achter die suggestiestrepen stoppen
en parkeren, vooropgesteld dat er
geen wachtverbod van kracht is.
hebben het al gezien bij de tomaten.
Bij de druiven zien wij al hetzelfde,
want werkelijk goede druiven, die
men enige tijd bewaren kan, komen
nog steeds niet daar vandaan.
Als men het goed doet en de afzet
beter verzorgt, kan onze fruitteelt
zich best handhaven in de EEG. Ook
bij de fruitteelt zijn het dus bedrijfs
economische en afzetvraagstukken
die opgelost moeten worden. Slagen
wij daarin dan kunnen wij ons
handhaven en is zelfs uitvoer op be
hoorlijke schaal mogelijk, ook in de
EEG.
Een duidelijk voorbeeld is het na
volgende: „Twee ondernemers heb
ben ieder een gulden en wisselen die
uit. Geen van beiden wordt er be
ter van. Doch als twee ondernemers
ieder een idee hebben en dat uit
wisselen, dan worden beiden er wél
beter van. Ieder heeft er daarna
twee".
WAT IS
BEDRIJFSVERGELIJKING EN
WAAROM WORDT DIE
TOEGEPAST?
Bedrijfsvergelijking, of ervarings
uitwisseling, is het met branche-ge
noten uitwisselen van bedrijfsecono
mische ervaringen en cijfers. Het
doel is. het opsporen en zo mogelijk
verhelpen van onvolkomenheden in
de eigen bedrijfsvoering, door toet
sing van de eigen gegevens aan die
van de ander deelnemers aan de
club.
De administraties van clubleden
moeten op bedrijfsvergelijking zijn
afgestemd. Als dit niet zo is, wordt
vergelijking van cijfers een moeilijke
zaak. Overigens is het zó, dat serieu
ze deelnemers voldoende prikkel on
dervinden, om hun administraties
aan te passen.
Enige onderwerpen, die op zo'n
club-bijeenkomst kunnen worden
besproken zijn: inkoop, verkoop, re
clame, assortiments-samenstelling,
voorraadvorming, kosten, omzetten
etc. etc.
Er wordt ook aan bedrijfsbezoek
gedaan. Sommige clubs hebben zelfs
de gewoonte, hun bijeenkomsten om
toerbeurt bij een van de deelnemers
in het bedrijf te houden. Bij zo'n
gelegenheid becritiseert men dan
in opbouwende zin eikaars be
drijf, de etalages, de winkelruimte
en de inrichting, de werkplaats, de
ligging van het magazijn, de opslag
van de voorraad enz.
Iedereen er zijn vaak ook me
dewerkers van de ondernemer aan
wezig komt met zijn eigen me
ning en ervaring voor de dag. Het
is immers vaak zó, dat kollega's
scherper de ondervolkomenheden in
het bedrijf zien, dan de ondernemer
zelf, omdat zij voldoende afstand er
van kunnen nemen, om zich een
objectief oordeel te kunnen vormen.
In het gezamenlijke gesprek wordt
dan gezocht naar een doeltreffende
oplossing van de eventueel vastge
stelde inefficiënte bedrijfstoestan-
den.
Bedrijfsvergelijking betekent der
halve: „verrijken door vergelijken".
Voor ondernemers, die over dit
onderwerp meer willen weten, be
staat er alle gelegenheid dit verlan
gen te verwezenlijken. Zij kunnen
terecht bij hun vakorganisatie, of
bij een van de provinciale rijksmid-
denstandsconsulenten. Deze hebben
'n ruime praktijkervaring op dit ge
bied.
Geachte Redaktie.
In Uw begrotingsoverzicht hebt U
aangegeven dat voor 1963, evenals
voor 1962 ruim 60.000.is uitge
trokken voor onderhoud plantsoenen
e.d.
Ik geloof namens velen te kunnen
spreken als ik zeg, dat Venrays
plantsoenen er mogen zyn. Wie nu
de verschillende perken vol kleu
rige bloemen ziet staan, brengt 'n
ere-saluut aan de mensen, die
hieraan tijd en moeite gaven. Het
is fantastisch
Als ik desondanks toch een op
merking maak, dan is het alleen dat
er te weinig zijn en dat de begroting
aangeeft dat er ook dit jaar geen
uitbreiding aan gegeven wordt.
Ik hoor al zeggen dat 20 jaar ge
leden nog geen 1000,- op deze post
was uitgetrokken, maar 20 jaar ge
leden was er ook weinig industrie,
leefden er heel wat minder mensen
in Venray en stelde men op dit ter
rein nog geen eisen
U «hebt eens misschien wat
schamper opgemerkt dat in plan
Zuid wel alle straten de namen van
bomen kregen, maar dat er praktisch
geen enkele boom in te ontdekken
isEn gelijk hebt UDe aan
kleding van onze gemeente bepaalt
mede de leefbaarheid en het is zo
zonde en jammer dat we op dit ter
rein zo niet achterblijven, dan
toch wel een stilstand zien.
"Wie ,op de baan" is zal ervaren
dat in andere en dikwijls kleine
re plaatsen op dit terrein nog
veel en veel meer gebeurt dan in
onze gemeente en dat goede voor
beeld moet voor ons allen een sti
mulans te meer zijn. Dat we het
goed kunnen, bewijst het fleurige en
kleurige beeld, wat nu enkele plant
soenen bieden
J. J.