FRUITTEELT Geen geld ge Zwitóeu sheek Uit Peel en Maas <<\o Politierechter Economische samenutekkiny Veilig Verkeer Ingezonden WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJs'pER^KWARTAAL /"li ut onze VRIJDAG 17 MEI 1963 No. 20 VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 1.50 (buiten Venray 1.75) Venrays gemeenteraad heeft vorige week voor het grootste deel „neen" gezegd op een voorstel van B. en W. voor het huren van een nabij het gemeentehuis gelegen ruimte, die onder meer ge schikt gemaakt kon worden voor de verzameling van de Oudheid kundige Kring Venray. Sommige raadsleden vonden het gebouw ongelukkig, anderen de huur te hoog en de derde groep zag in dit alles slechts een verkapte subsidie aan deze Kring, die men over- rigens zo werd tenminste uitdrukkelijk gesteld een goed hart toedroeg. Hetgeen dan wel vreemd aandoet. Laten we proberen de zaak buiten politiek e.d. te houden, maar ons al leen met de nuchtere feiten bezig houden. Dan mogen we vaststellen dat in Venray sinds jaar en dag een Oudheidkundige Kring is, die in navolging van andere plaatsen pro beert iets te bewaren van de ge schiedenis van onze plaats. Dat deze amateurs hier wonderwel in ge slaagd zijn bewijst de kleine groep „archeologen" die in betrekkelijk korte tijd een verzameling stenen en ijzeren voorwerpen bijeen wist te brengen, waarvoor men tot ver in den lande groot respect heeft en waarover deskundigen meer dan te vreden zijn. We gaan voorbij aan de enorme hoeveelheid werk, die hier mede ten algemene nutte verzet is door deze kleine groep, maar er alleen op wijzen dat alleen voor deze ver zameling waarvoor o.a. in een folder van Venray Vooruit de aan dacht gevestigd wordt grote be langstelling bestaat en dat jaarlijks honderden mensen alleen al hier voor naar het gemeentehuis komen, waar deze kostbare verzameling in enige vitrines is ondergebracht. Dat deze vitrines in het „enge" ge meentehuis vandaag feitelijk in de weg staan weet eenieder, die daar geen vreemdeling is. Het is dus geen wonder dat men bij de laatste verbouwing en uitbreiding onder in de gang van het sousterrain enkele nieuwe vitrines gemaakt heeft, die niet alleen deze archeologische vondsten beter tot hun recht doen komen, -maar ook op de bovenver dieping meer ruimte scheppen Toch is deze „archeologische af deling" maar een klein onderdeel van het werk van de kring. Mag dit onderdeel bij velen misschien niet zo interessant zijn ,wel is voor hen interessant oude foto's van ons Ven ray, oude gebruiksvoorwerpen, oude dingen, die een nog zo heel lang Venrays verleden weer terugbrengt in de huidige tijd. Ook daarvan is mede dank zij de medewerking van vele Venray se burgers al een aardige verzame ling bijeen, die echter onzichtbaar is, omdat die in alle mogelijke hoe ken en gaten is opgeborgen, waar deze spullen veelal in de weg liggen. Dit heeft nog andere gevolgen. Op de eerste plaats voelen de betrok ken leden van de kring er weinig voor steeds andere spullen bijeen te halen en ze maar ergens op te gaan bergen met alle risico's van dien indien dit niet centraal kan gebeuren, waardoor ook de moge lijkheid geschapen wordt, dat an dere mensen hiervan kennis kun nen nemen. Op de tweede plaats voelen de bezitters er weinig voor deze dingen af te geven, als ze „ergens" spoorloos verdwijnen en niet meer te voorschijn schijnen te komen. Het animo verslapt en verdwijnt. En daarmede verdwijnt een grote hoop kostbaar materiaal, dat anders nog gered kan worden GESCHIEDENIS Wat weten we nog weinig van ons aller Venray. Er zijn wat gedenk boeken van enkele kloosters, er is een oud verfomfaaid boekje over de Venrayse kerk, we weten dat er in Oostrum een kasteel gestaan heeft en dat Oirlo een eigen gemeente is geweest; dat er herrie is geweest over de Vredepeel, maarhoe dat nu allemaal precies zit, de he mel mag het weten Neen, dan liever wat koperen pot ten op een oude kist of kast gezet, want dat staat chique. We zijn een tikkeltje vertederd als we nog een oud mensje tegenkomen met de Venrayse toer, maar we realiseren ons niet dat over enkele jaren noch met de vastelaovend er nog toeren zullen zijn. We zwijmelen bij een foto van de oude paardetram, maar gooien hem na een tijdje in de vuil nisbak: weg met die oude rommel. De nieuwe tijd vraagt nieuwe ge bruiksvoorwerpen in de landbouw en de b;4enkorf uit het Venrayse wapen zien we nog zeldenHoe lang nog? Er liggen hieren daar nog oude .ponders" meet-vaten, die ofwel naar de oud-ijzer handelaar vertrekken of in elkaar geslagen worden Er liggen vlasbewei-kings „instrumenten" die kapot geslagen worden omdat ze in de weg liggen en zo kunnen we nog een kolom of wat doorgaan. Veel van het oude is al door de oorlog verloren gegaan en de nieu we tijd met zijn moderne dingen doet het overige met de dag sneller verdwijnen. We realiseren ons eerst dat het definitief weg is, als de kans verkeken is, dat we nog een exemplaar kunnen bewaren voor la terMet dat dillema voor ogen heeft de Kring al jaren gezocht naar een mogelijkheid om al deze dingen te kunnen bewaren en daarnaast ook te kunnen exposeren. Het zou stimulerend werken op hun eigen enthousiasme en de oude bewoners van Venray zouden sneller geneigd zijn om hun „oude dingen" af te staan voor dit museum In een Venray waar woningnood heerst en beschikbare ruimten niet te vinden zijn is dat geen kleine op gave. Dat men daarbij wel eens ja loers gekeken heeft naar b.v. Keve- laer waar ook in tijden van wo ningnood en ruimtegebrek toch voorrang gegeven is aan een groots „Heimat-museum" is vanzelfspre kend. Men kan over de huurprijs rede twisten. We volstaan met wat de voorzitter van de raad zei, nl. dat de normale huur van dergelijke objec ten hoger ligt dan in dit geval. We kunnen redetwisten of dit gebouw nu wel architectonisch aan alle eisen voldoetfeit is dat er geen extra „mannetje" bij gehaald hoeft te worden, maar dat eventuele bezoe kers via het sous-terrain van het gemeentehuis deze ruimte kunnen en moeten betreden Men kan verder alle mogelijke eisen stellen eisen die ook geld kosten als er niets anders is. ver liest zelfs de keizer zijn recht. De kwestie van „verkapte subsi die" zal bij enig nadenken helemaal niet opgaan. De taak die de Oud heidkundige Kring met zoveèl suc ces en elan op zich heeft genomen, is een taak, die ware zij niet dooi de Kring vervuld de gemeente had moeten vervullen. Ook deze had de nodige ruimte hiervoor moeten reserveren. Kost dat geen geld? Of moet men deze kring, die toch al de vele arbeid in brengt, misschien ook de rest van de rekening gepresenteren? Het is jammer, dat er nu na veel vijven en zessen een oplossing in 't zicht van de haven is getorpe deerd. Het waarom hienvan is ons niet duidelijk. Wel weten we dat hierdoor wederom kostbaar ma teriaal verloren gaat, dat met 1400,niet te koop zal zijn over een bepaald aantal jaren. Zelfs niet met het tienvoudige.... Is het een wonder dat verschillen de leden van de Kring bij al die sympathie-betuigingen van de raad wel eens het bekende liedje fluiten: Geen woorden, maar daden. van zaterdag 24 mei 1913 Mgr. Drehmans, bisschop van Roermond, diende zaterdag in de kerk van het Groot Seminarie het H. Diakonaat toe aan de Eerw. He ren Henri Hanraets uit Venray en van Haeff uit Meerlo. De bevolkingscijfers der navol gende Limburgse gemeenten waren op 1 januari 1913 de volgende: Venray 8562, Horst 5640, Wanssum 802, Meerlo 1745, Venlo 18.663, Roer mond 14.181, Maastricht 38.611. To taal voor de provincie 358.400, waar van 183.152 mannen en 175.237 vrou wen. Zondag hield de Maria Congre gatie van Venray haar vijftigste jaarlijkse bedetocht naar O.L. Vrouw van Oostrum. Maandag heeft te Heerlen de plechtige opening plaats gehad dei- kweekschool voor Vroedvrouwen. aft* ««m&Aftnf» J m\ A KM AvpotMu/. (-4 U61UXW1 L_ fincmeiöfiwjGvj JUL1ANASINGEL41 -tekf.M] (K4780) Met belangstelling wordt de tel ling van de landbouw in Venray cm meer dan een reden tegemoet gezien. Zo wil men weten of de Venrayse fruitteelt ook vooruit gaat, men verwacht van niet. Veel oude boomgaarden zijn verdwenen maar nieuwe slechts ten dele te ruggekomen. Want aan fruitteelt, zo zegt men, is geen droog brood te verdienen Er is geen land ter wereld, waar men per agrarische ondernemer zo veel fruitteeltonderwijs geeft, waar men zoveel aan onderzoek en voor lichting doet en waar de teelttech- nische kennis van de ondernemers zo groot is als in on9 land. Nochtans gaat het de fruitkweker niet naar den vleze. De consument kon dit voorjaar op de markten uitstekend fruit, vooral appels, kopen voor prijzen die zelfs in september niet lonend zijn. De kosten van bewaring in koelhuizen komen er dus niet of nauwelijks uit. Goudreinetten gingen nog van de hand, maar groene jonathans waren bijna onverkoopbaar. De inkomsten van de fruitteeltbedrijven zijn der halve laag, tenzij men gelukkig is met kleinfruit of grote partijen van de meest gevraagde rassen. Hoewel de beteelde oppervlakte daalt, stijgt de fruitproduktie nog. Nieuwe (haag)systemen geven hoge opbrengsten en dat in korte tijd. Snoei, verzorging, ziektenbestrijding het is alles meestal keurig in orde. Waar wringt nu de schoen? MEN FAALT ALS ONDERNEMER De hele kwestie is ,dat teelttech- nische kennis niet baat als men als ondernemer tekort schiet. Het Cen traal Bureau van de Tuinbouwvei- Er was een ruzie geweest in het winkeltje van de groenteman. Een .dame wenste een bloemkool uit een mand te halen. Een heer, die bood schappen moest doen voor zijn vrouw, wilde dezelfde bloemkool uit dezelfde mand halen. Hij had er het eerst zijn oog op laten vallen, zei hij. De dame bestreed dat met de hard nekkigheid, 't vrouwelijke geslacht eigen. De heer schopte daarop de dame tegen het linkerbeen. Wie tenslotte de bloemkool heeft gekregen, is ons niet bekend. De groenteman werd door de politie bij het vooronderzoek als getuige ge hoord. Maar hij verklaarde, dat hij, als zakenman zijnde, zulke dingen niet kon zien in zijn winkel, want het waren allemaal klanten. Hij had wel wat geharewar vernomen, maar wat er precies gaande was, wist hij niet. Dit kon het bloemkoolkopende mannetje echter geen procesverbaal besparen. Hij schreed de rechtszaal binnen met het air van Caesar toen die het met Cleopatra had aange legd. „Hoe kwam dat nou?", vroeg de rechter. „Dat is een zaak van internationa le drift, meneer de edelgrootachtba- re", zei het mannetje. „Internationale drift?" „Jawel", zei de verdachte, „want zulke driften vindt men overal, bin nen en buiten onze grenzen, ter land ter zee en in de lucht." „O', zei de rechter, „maar hoe kwam het nou eigenlijk?" ,,'t Was een impulsieve daad, me neer de grootedelachtbare". „Ja, maar nu weet ik nog niet hoe het kwam?" „Er was een klein conflict tussen mijn persoon en die persoon." „Maar hoe ontstond dat conflict dan?" „Dan valt de grens weg tussen ge dachte en daad. En dan is het con flict geboren." De rechter zuchtte vol lijdzaam geduld. „Waarom viel die grens dan weg?" vroeg hij. „Wat is de oorzaak van die internationale drift?" „Die drift heb ik mijn leven lang al in mijn bloed', zei het mannetje. „Kunt u een cholera-bacil uit uw bloed weren?" „Ho, een moment", zei de griffier, „Gola la-bacil, hoe schrijf je dat?" Deze opmerking veroorzaakte gro te consternatie in de rechtszaal, want niemand wist hoe men chole ra-bacil zou moeten schrijven. „Golera-basil", veronderstelde de officier. Deze veronderstelling wek te een hevig hoofdschudden achter de perstafel .waar de verslaggevers het onderling roerend eens waren: zij hadden al lang besloten dat moeilijke woord maar uit hun ver slag te laten. „Chora-baksil", zei de deurwaarder. „Ik wil dat woord wel weer in slikken, edelgrootachtbare!" riep het mannetje smekend bij het zien van de verwarring, die hij teweeg had gebracht. „Het kan ook best myxo- matose of iets anders zijn!" Maar de rechter wees dat af met beslist gebaar. Hij stelde stukken in handen van de rechter-commissaris voor het inwinnen van een psychia trisch rapport. En dat was ongetwij feld het beste, dat hij kon doen. lingen publiceerde onlangs een over zichtje van het aantal bedrijven met ooftteelt, gerangschikt naar de op pervlakte fruit in die bedrijven. Dat zag er als volgt uit: Aant. bedrijven Opp. fruit in ha 16.108 0,01—0,25 8.746 0,25—0,50 E.366 0,50—1,— 62.243 1—2 2.672 2—3 1.499 3—4 899 4—5 2.185 5 en meer Hier zien wij de ellende ten voe ten uit. Want weliswaar zitten er bij die 16.108 kleinste bedrijven veel die slechts ooft voor eigen gebi-uik telen en kan een bedrijf van één of twee ha best bestaan als het zich op speciale teelten (klein fruit, vooral bramen, frambozen en bessen) toe legt, dat alles neemt toch niet weg, dat wij tobben met een zeer groot aantal veel te kleine bedrijfjes. De voorlichtingsdeskundigen zien uit bedrijfseconomisch oogpunt graag tenminste 7 of 8 ha ooft per bedrijf. Zulke bedrijven zijn er wel, zelfs meer dan 2.000, maar hun aantal is te klein in verhouding tot de dwerg- bedrijfjes. HET TE KLEINE BEDRIJF Het is in Nederland bijna mode geworden, te pleiten voor bedrijven van voldoende grootte. Dat is al gedaan t.o.v. het gemengde bedrijf, het weidebedrijf en het fruitteeltbe- drijf. Bij het laatste gaat het er ech ter niet om, voldoende werk te krij gen en voldoende werkverdeling over het jaar. Zelfs gaat het er niet in de eerste plaats om, mechanisatie mogelijk en rendabel te maken, want dat kan opk in onderlinge sa menwerking met het loonbedrijf. De schoen wringt hier op een heel an dere plaats. Bij hard fruit en steenvruchten gaat men op het kleine bedrijf het asortiment versnipperen om zoveel mogelijk spreiding van de oogst te krijgen. Dat kan natuurlijk. Vooral bij appelen en peren is dan een zeer grote arbeidsspreiding mogelijk. Het gevolg /daarvan is, dat /men met kleine partijtjes op de veiling komt, die tegenwoordig niet meer belang rijk zijn. Men kan dan nog zulk gaaf en mooi fruit hebben, de prijs en de kosten staan dan niet meer in een redelijke verhouding tot elkaar. Dat is de hoofdoorzaak van de slechte toestand. Voorts worden nog altijd veel te veel niet gevraagde rassen aangevoerd. In 196162 had 58 pet. van de aanvoerders op veilingen een omzet van minder dan 5000,zegt het C.B. Slechts 30 pet. kwam aan een omzet van 5000,- tot 30.000,-. Hieruit leidt men af, dat veel te veel kleine partijen worden aangevoerd. ANDERE FOUTEN Andere fouten zijn: nog steeds on rendabele, verouderde boomgaarden die de markt bederven, gebruik van slecht en meermalig fust, klasse I en extra gaat in eenmalig fust naar het buitenland, maar niet voor het binnenland, te weinig reclame voor Nederlands ooft en het ontbreken van goede merken. Met dit laatste zijn wij bij de afzet gekomen. Nie mand maakt zich hierover druk, want, nietwaar, wij hebben hier. in Nederland een net van veilingen waar wij trots op kunnen zijn. Dat zijn wij dan ook, maar wij vergeten, dat de afzet eerst begint bij die mooie doelmatig werkende veilin gen. Samenwerking met winkelbedrij ven en delicatessenzaken is een eer ste eis van deze tijd. Dat is echter slechts mogelijk, wanneer zeer grote partijen van dezelfde rassen in uni forme kwaliteit worden aangevoerd. Dan zijn zelfs merkartikelen moge lijk. Op dit pad moeten echter de eerste schreden nog worden gezet. Er is bij de afzet wel bijzonder wei nig samenwerking bij de telers. Het gevolg zal zijn, dat dra alleen grote bedrijven overblijven en wellicht zullen sommige daarvan eigen afzet kanalen gaan volgen. TENSLOTTE: DE E.E.G. Onze oofttelers zijn bang voor de EEG. Dat lijkt gerechtvaardigd, want in Frankrijk en Italië is het klimaat gunstiger voor bepaalde soorten. Met schrik kijkt men naar de geweldige appelaanplantingen in noord-Italië, vooral van golden de licious. Zal ook het buitenfruit weg gevaagd worden, zoals men dat ver wacht bij de kasdruiven? Dat kan zeer zeker, als men bij voorbaat het hoofd in de schoot legt maar het behoeft volstrekt niet! Het is mogelijk, dat primeurs voortaan uit het zuiden zullen komen, maar het is hoogst onwaarschijnlijk, dat de kostprijs van pit- en steenvruch ten (om van het kleine fruit maar te zwijgen) in het zuiden zoveel lager ligt. Ons klimaat is niet zo slecht als wij denken. De zeer hoge op brengsten bij de moderne aanplan tingen van de laatste tijd tonen dat wel aan. Voorts denkt men in het zuiden al te gemakkelijk over goe de kwaliteit en verpakking. Wij „Vergelijken met anderen, kan veel in Uw bedrijf ten goede veranderen." Dit is een „waarheid als een koe". Door vergelijking van Uw bedrijfscijfers en door uitwisse ling van Uw ervaringen met andere ondernemers, kunt U vaststellen, hoe het er met Üw bedrijfsvoering bij staat. En met hoe meer ondernemers dit gebeurt, des te meer kans be staat er op resultaat. Gelukkig is bedrijfsvergelijking in ons land, vooral in het midden- en kleinbedrijf, geen onbekende bezig heid meer. In verschillende bran ches, o.a. kantoormachine- en kan toorboekhandel, woninginrichting, foto-detailhandel, huishoudelijke ar tikelen etc. etc. bestaan reeds een aantal clubs. Alleen de rijksmidden- standsconsulenten leiden er al een vijftigtal. Regelmatig komen de deelnemers aan deze clubs bijeen om hun bedrijfs-economische erva- rinben en het daarop betrekking hebbend cijfermateriaal uit te wis selen en te vergelijken. Daarnaast worden er ook nog clubs geleid door organisatiefunctionarissen e.a. Op deze manier kunnen onderne mers zeer veel van elkaar leren. Bij bedrijfsvergelijking gaat men uit van het principe, „twee weten meer dan een". In een club zitten ongeveer 8 tot 12 deelnemers, zodat hieraan ruimschoots wordt voldaan. DE „TAAL" VAN HET WEGDEK Voor de weggebruker-met-aan- dacht wat we allemaal, zonder uitzondering, zouden moeten zijn! spreekt het wegdek met zijn witte pijlen, strepen, blokjes en wat dies meer zij, boekdelen. Tenminste zo zou het moeten zijn, maar het is een vaststaand feit dat deze „taal van het wegdek" niet door iedereen volkomen juist ge-interpreteerd wordt. En, willen we het verkeer veiliger proberen te krijgen, dienen misverstanden zoveel mogelijk ver meden te worden. Daarom geeft het Verbond voor Veilig Verkeer, in het kader van zijn kernthema-aktie „uw plaats op de weg", een verduidelij king van deze „taal van het weg dek". De voornaamste streep op 't weg dek (die niet overal is getrokken) is de wegas, die het midden van de weg aangeeft en deze deelt in weg helften. Is het midden op de weg 'n dubbele streep geschilderd, dan be tekent dat een herinnering van het ter plaatse geldende inhaalverbod; bij tunnelwegen is overschrijding van deze dubbele streep zelfs abso luut verboden. Als naast een door lopende een geblokte streep is ge schilderd, betekent dat, dat degene, die de doorlopende streep aan zijn kant heeft, niet mag inhalen. Voor al deze hier genoemde strepen behalve die, welke voor een tunnel weg wordt gebruikt geldt, dat zij geen wetskracht hebben; het ter plaatse geldende inhaalsverbod, waaraan de strepen herinneren, daarentegen wél, en inhalen op deze plaatsen is dus strafbaar! In steden vinden we dikwijls voorsoortvakken en -pijlen. Deze moeten net zo worden opgevat als politie-bevelen en de overtreding van de bepalingen is dus strafbaar. Welke bepalingen? Zoals bekend moeten bestuurders van motorvoer tuigen (het zgn. snelverkeer) voor sorteren; fietsers en bromfietsers mogen voorsorteren, dus hoeven 't niet. Als er voorsorteervakken met pijlen zijn, moet ook dat zgn. lang zame verkeer er gebruik van maken endus zich opstellen in deze vakken! Bovendien geldt ook voor hen, dat zij wanneer eenmaal een vak is gekozen de richting moeten rij den, welke de pijl aangeeft. Is men in het verkeerde vak terecht geko men wat bij filevorming in min der bekende stad nog wel eens ge beurt dan zit er niets anders op dan een blokje om te rijden Tot slot zijn er dan nog de zg. suggestiestrepen: in sommige bin nensteden, ongeveer een meter van de stoeprand op het wegdek ge schilderde geblokte strepen. Men be oogt hiermede de fietsers en brom fietsers eigenlijk een apart rijstrook- je te geven; deze behoren daar dus rechts van te blijven. Het is echter geen echt fietspad: auto's mogen achter die suggestiestrepen stoppen en parkeren, vooropgesteld dat er geen wachtverbod van kracht is. hebben het al gezien bij de tomaten. Bij de druiven zien wij al hetzelfde, want werkelijk goede druiven, die men enige tijd bewaren kan, komen nog steeds niet daar vandaan. Als men het goed doet en de afzet beter verzorgt, kan onze fruitteelt zich best handhaven in de EEG. Ook bij de fruitteelt zijn het dus bedrijfs economische en afzetvraagstukken die opgelost moeten worden. Slagen wij daarin dan kunnen wij ons handhaven en is zelfs uitvoer op be hoorlijke schaal mogelijk, ook in de EEG. Een duidelijk voorbeeld is het na volgende: „Twee ondernemers heb ben ieder een gulden en wisselen die uit. Geen van beiden wordt er be ter van. Doch als twee ondernemers ieder een idee hebben en dat uit wisselen, dan worden beiden er wél beter van. Ieder heeft er daarna twee". WAT IS BEDRIJFSVERGELIJKING EN WAAROM WORDT DIE TOEGEPAST? Bedrijfsvergelijking, of ervarings uitwisseling, is het met branche-ge noten uitwisselen van bedrijfsecono mische ervaringen en cijfers. Het doel is. het opsporen en zo mogelijk verhelpen van onvolkomenheden in de eigen bedrijfsvoering, door toet sing van de eigen gegevens aan die van de ander deelnemers aan de club. De administraties van clubleden moeten op bedrijfsvergelijking zijn afgestemd. Als dit niet zo is, wordt vergelijking van cijfers een moeilijke zaak. Overigens is het zó, dat serieu ze deelnemers voldoende prikkel on dervinden, om hun administraties aan te passen. Enige onderwerpen, die op zo'n club-bijeenkomst kunnen worden besproken zijn: inkoop, verkoop, re clame, assortiments-samenstelling, voorraadvorming, kosten, omzetten etc. etc. Er wordt ook aan bedrijfsbezoek gedaan. Sommige clubs hebben zelfs de gewoonte, hun bijeenkomsten om toerbeurt bij een van de deelnemers in het bedrijf te houden. Bij zo'n gelegenheid becritiseert men dan in opbouwende zin eikaars be drijf, de etalages, de winkelruimte en de inrichting, de werkplaats, de ligging van het magazijn, de opslag van de voorraad enz. Iedereen er zijn vaak ook me dewerkers van de ondernemer aan wezig komt met zijn eigen me ning en ervaring voor de dag. Het is immers vaak zó, dat kollega's scherper de ondervolkomenheden in het bedrijf zien, dan de ondernemer zelf, omdat zij voldoende afstand er van kunnen nemen, om zich een objectief oordeel te kunnen vormen. In het gezamenlijke gesprek wordt dan gezocht naar een doeltreffende oplossing van de eventueel vastge stelde inefficiënte bedrijfstoestan- den. Bedrijfsvergelijking betekent der halve: „verrijken door vergelijken". Voor ondernemers, die over dit onderwerp meer willen weten, be staat er alle gelegenheid dit verlan gen te verwezenlijken. Zij kunnen terecht bij hun vakorganisatie, of bij een van de provinciale rijksmid- denstandsconsulenten. Deze hebben 'n ruime praktijkervaring op dit ge bied. Geachte Redaktie. In Uw begrotingsoverzicht hebt U aangegeven dat voor 1963, evenals voor 1962 ruim 60.000.is uitge trokken voor onderhoud plantsoenen e.d. Ik geloof namens velen te kunnen spreken als ik zeg, dat Venrays plantsoenen er mogen zyn. Wie nu de verschillende perken vol kleu rige bloemen ziet staan, brengt 'n ere-saluut aan de mensen, die hieraan tijd en moeite gaven. Het is fantastisch Als ik desondanks toch een op merking maak, dan is het alleen dat er te weinig zijn en dat de begroting aangeeft dat er ook dit jaar geen uitbreiding aan gegeven wordt. Ik hoor al zeggen dat 20 jaar ge leden nog geen 1000,- op deze post was uitgetrokken, maar 20 jaar ge leden was er ook weinig industrie, leefden er heel wat minder mensen in Venray en stelde men op dit ter rein nog geen eisen U «hebt eens misschien wat schamper opgemerkt dat in plan Zuid wel alle straten de namen van bomen kregen, maar dat er praktisch geen enkele boom in te ontdekken isEn gelijk hebt UDe aan kleding van onze gemeente bepaalt mede de leefbaarheid en het is zo zonde en jammer dat we op dit ter rein zo niet achterblijven, dan toch wel een stilstand zien. "Wie ,op de baan" is zal ervaren dat in andere en dikwijls kleine re plaatsen op dit terrein nog veel en veel meer gebeurt dan in onze gemeente en dat goede voor beeld moet voor ons allen een sti mulans te meer zijn. Dat we het goed kunnen, bewijst het fleurige en kleurige beeld, wat nu enkele plant soenen bieden J. J.

Peel en Maas | 1963 | | pagina 5