WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SïïffSÏÏKÏStf/ïï,
NEDERLAND
is voorstander van een-europa
TELEURSTELLING
mijnwerkers
/o
Teenagerclub
Venray
17 februari
Roepingendag
Politierechter
FEESTAVOND
Geestelijk artikel
Adverteert in
Peel en Maas
VRIJDAG 15 FEBRUARI 1963 No. 7
VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652
mm. ABONNEMENTS-
50 (buiten Venray 1.75)
CUFERS VAN EEN ENQUêTE
IN DE ZES
EUROMARKTLANDEN
i
Wij Nederlanders zijn uit traditie
en vanwege de situatie van ons land
wereldburgers. Dat kan men gerust
zo zeggen. Buitenlanders staan, ver
baasd over onze kennis van vreemde
talen en van de vele landen ter we
reld. Onze emigranten zwerven over
alle werelddelen en zijn daar graag
gezien. Wij mogen dan op vele ter
reinen „kruideniers" zijn, we zijn re
alisten en durven in de toekomst te
zien.
Misschien daarom ook wel hebben
wij een warm plekje in ons hart ge
reserveerd voor de Europese ge
dachte.
MENINGEN
Hoe denken onze mede-Europea
nen over deze eenwording en over
de toekomst van Europa? Op deze
en dergelijke vragen betreffende de
Europese gedachte heeft de voor
lichtingsdienst der Europese ge
meenschappen een enquête gehou
den in de zes aangesloten Euro-
marktlanden, België, Duitsland,
Frankrijk, Italië, Luxemburg en Ne
derland. Uit de resultaten van het
onderzoek blijkt duidelijk in hoe
verre men voor één Europa is en
welke de beweegredenen daarvoor
zijn. De voorstanders hopen dat, zo
er een Europese eenheid komt, deze
zo snel mogelijk en liefst nog tijdens
hun leven tot stand wordt gebracht.
De enquête is vorig jaar gehouden
van 14 februari tot 3 maart. Ver
schillende bevolkingsgroepen in di
verse streken in de leeftijdsgroep
van 20 jaar en ouder werd o.a. ge
vraagd of zij voor een verenigd
Europa waren. In vijf van de zes
Euromarktlanden werd deze vraag
positief beantwoord.
Luxemburg was de uitzondering,
waarschijnlijk vanwege de geringe
grootte van het land.
65 pet. van de ondervraagden m
België sprak zich uit voor Europese
eenheid, 30 pet. tegen in Frank
rijk 72 pet. voor, 20 pet. tegen in
Duitsland 81 pet. vöor, 4 pet. tegen
Italië 60 pet. voor, 4 pet. tegen
Luxemburg 27 pet. voor, 5 pet. te
gen.
In Nederland sprak zelfs 87 pet.
van de ondervraagden zich uit voor
eenwording van Europa, 4 pet. was
tegen en 9 pet. onthield zich van 'n
uitspraak. Vijf procent van de on
dervraagden in België had geen be
paalde mening over deze kwestie,
in Duitsland bedroeg dit percentage
15, in Frankrijk 8, in Italië 36 en
in Luxemburg zelfs 68.
VREDE
De redenen die een uitspraak voor-
eenwording begunstigen zijn vooral
verhoging van de veiligheid en het
algemeen welzijn. In Frankrijk en
Duitsland overheerst het verlangen
naar vrede alle andere motieven. We
moeten hierbij echter wel bedenken
dat het Algerijnse akkoord nog niet
was gesloten en de kwestie Berlijn
nog niet op een laag pitje stond.
VOOR DE BISSCHOPPEN
Een van de grote zorgen van onze
bisschoppen is de kerkenbouw. Dat
komt, omdat steden en dorpen zich
zo snel uitbreiden. Zijn de bisschop
pen er niet als de kippen bij om
zich in elite nieuwe woonwijk grond
voor een kerk te laten reserveren,
dan is voor jaren, misschien voor
eeuwen de kans voorbij een Gods
huis te midden van het volk te heb
ben. Dan volgt heel gemakkelijk, zij
het geruisloos, de afval.
Nu zijn grote bedragen nodig voor
kerkenbouw, enorme bedragen elk
jaar opnieuw. Die bedragen worden
geleend, maar ze moeten ook terug
betaald of afgelost worden. En het
geld daarvoor moet komen van de
bijdragen van het kerkvolk.
Bovendien worden noodkerken op
getrokken, die na enkele jaren als
afgeschreven worden opgeruimd.Ook
dat zijn kapitalen, die door de gelo
vigen moeten worden opgebracht.
Merkwaardigerwijs hebben de ka
tholieken, vooral in het Oosten en
Zuiden de bisschoppen dit jaar in
de steek gelaten. Hoe is dat te ver
klaren? Wij weten het niet. Maar wij
vragen ons wel af of wij, bij de
enorme stijging van de prijzen en de
waardevermindering van het geld,
als katholieken niet te karig blijven
tegenover onze priesters. Wij neb
ben nog het lef controleert u dat
maar eens zondags om nog een
dubbeltje op de schaal te gooien, ter
wijl we in de vakbond vechten voor
nieuwe (de zoveelste) loonsverho
ging.
Welvaart thuis, voor de Kerk geen
cent meer. Wij zijn te conservatief in
dit opzicht, hoe progressieve ideeën
wij ook over vernieuwing koesteren.
In de overige landen speelden
ontwikkeling van de welvaart en
verbetering van het levenspeil een
grote rol. Volgens het gemiddelde
percentage in de zes landen is 81 pet.
voor verlaging van de douane-tarie
ven, verlaging van de belasting op
nationale produkten en vergemak
kelijking van de invoer van produk
ten in andere Europese landen.
Uit de antwoorden op deze vraag
kan men in verband met de daarop
volgende vraag nl. of een deel van
de bijeengebrachte belastinggelden
aangewend zouden moeten worden
voor het opheffen van de armoede in
bepaalde gebieden van Europa, de
mentaliteit van de moderne Euro
peaan duidelijk zien. Slechts de
helft van de ondervraagden beant
woordde deze vraag met „ja".
De hulp uit eigen belastinggeld
zou ook voor hulp aan Afrikaanse
landen besteed kunnen worden, 49
pet. is hier echter tegen.
Men wil wel vermeerdering van
eigen welvaart, maar of er andere,
mede-Europeanen, in vaak mens
onterende omstandigheden verkeren,
laat hen koud. Dit is een van de
minder prettig aandoende uitslagen
van de enquête, het is een bewijs
dat het egoïsme welig tiert in het
rijke Europa.
WEINIG BEGRIP
Er bestaat in Europa nog veel te
weinig begrip over het werk van de
Europese Gemeenschappen. Neder
land maakt hierop een gelukkige uit
zondering, slechts 17 pet. weet niets
van de gemeenschappen af. In
Duitsland is dit percentage 35 en in
Italië, begrijpelijk, rond de 60 pet.
Het is noodzakelijk dat de Europea
nen zich meer bewust worden van
de verantwoordelijkheid die zij heb
ben bij het tot stand komen van één
Europa.
Alle ondervraagden in de zes lan
den waren het er over eens dat de
agrarische sector de meeste aandacht
verdiende en dat deze sector bij de
eenwording de meeste problemen
zou oproepen, hetgeen al wel bewe-
De pers in Nederland kan tevre
den zijn over haar voorlichting over
de Europese eenheidsgedachte. Zes
tig pet. van de ondervraagde Neder
landers had haar wijsheid uit de
kranten, 47 pet. in Duitsland, 26 pet.
in België, 37 pet. in Frankrijk en 43
pet. in Luxemburg, 42 pet. van de
Nederlanders had voor de radio van
de Europese Gemeenschappen en de
Europese eenheid gehoord, terwijl
28 pet. door programma's voor de
televisie met deze kwestie in aan
raking was gekomen.
BELANGRIJK
Tien procent van de Ned eilanders
vond de eenwording het belangrijk
ste probleem. Wanneer frien hierbij
bedenkt dat het tijdens het onder
zoek zeer aktuele vraagstuk Nieuw-
Guinea bij 62 pet. een belangrijk
probleem was en de woningbouw bij
35 pet., is dit percentage tamelijk
höog. Verschillende ondervraagden
gaven meerdere antwoorden zodat
het percentage gezamenlijk boven de
100 kwam te liggen. 1/3 van de Ne
derlanders denkt nogal vaak aan
problemen als Europese eenwording,
E.E.G., Euratom, Euromarkt, terwijl
een gelijk aantal daar zelden aan
denkt. 29 pet. ziet geen enkel ge
vaar in één Europa.
Bijna de helft van de ondervraag
de Nederlanders zag als belangrijk
ste resultaat van de reeds bestaan
de samenwerking de economische
voordelen; 65 pet. wil een gedeelte
van belastinggelden voor hulp aan
Afrikaanse landen besteden.
Op de vraag „welk doel moet men
nastreven als de Europese eenheid
tot stand is gekomen" antwoordde
33 pet., een einde maken aan oor
logen en 27 pet. verbetering van het
lot van ieder individu.
De reeds bestaande Europese Ge
meenschap van de Zes: Benelux,
Frankrijk, West-Duitsland en Italië,
omvat een gebied van 1.165.900 km2.
Het inwonersaantal bedraagt plm.
170 miljoen, gelijk aan de bevolking
van de Verenigde Staten van Ame
rika.
De beroepsbevolking van de ge
zamenlijke Europese landen, rond 73
miljoen, overtreft die van Amerika.
Er bestaan nog veel moeilijkheden
die overwonnen moeten worden
voor er één Verenigd Europa ont
staat. De eenwording is veel moei
lijker te verwezenlijken dan die van
Amerika is geweest. Europa heeft
zijn verschillen in taal, cultuur etc.
We moeten voortbouwen met wat
we hebben en daar rekening mee
houden.
'n Eén Europa is de beste waar
borg dat in het verleden gemaakte
fouten daar tenminste niet meer zo
gemakkelijk voor kunnen komen. De
eerste stappen zijn gezet. In de laat
ste tien jaar is een ontwikkeling be
gonnen, die niet meer te stuiten is.
DEN HAAG DIENT TE LUISTEREN
NAAR KLACHTEN DER
De kolenschaarste en de noodzaak
bepalende maatregelen daartegen te
treffen hebben Den Haag plotseling
geconfronteerd met een stemming
van ontevredenheid bij de mijnwer
kers en bij de mijnbeamBten.
Er was op een zeker ogenblik
sprake van een noodzaak meer ko
len te produceren, hetgeen bij de
huidige personeelstactiek van de
mijndirecties en de kolencrisis alleen
zou worden verkregen door langer
werken van de ondergrondsen en
eventueel door het opofferen van de
vrije zaterdag.
Maar nauwelijks waren deze sug
gesties gevallen of de reactie bij de
mijnwerkers bleek zonneklaar: men
dacht er niet aan. Dezelfde mijnwer
kers, die kort na de oorlog de be
roemde „kolenslag" hebben geleverd
en ons land er in korte tijd bovenop
hebben gebracht, voelen nu niets
meer voor wat extra's.
Dat heeft een diepe oorzaak: de
hele kolenpolitiek. De regering wei
gert in tegenstelling tot de omlig
gende landen zo betogen de ar
beiders van de mijnen subsidies te
geven. Daardoor moeten heel wat
dingen achterwege blijven, daardoor
mist men heel wat voordelen die
mijnwerkers en mijnen in andere,
naburige landen wel hebben. Maar
zo redeneert men als dan voor
ons iets extra's kan worden gedaan,
zullen wij ook bereid zijn iets
extra's voor anderen te doen.
Het is zaak, dat men in Den Haag
terdege rekening houdt met de
klachten en met de ontevredenheid,
die in het zuiden bestaat. Misschien
is de kolenschaarste spoedig voorbij.
En misschien zal een beroep op de
mijnwerkers niet nodig zijn. Maar
de klachten blijven. En dat geeft re
den tot zorg.
hA-l
oIU wmuftnfts
AKM topotkfco. <^4
financ«ri»9öv J
JULIANA5INGEL 41 'ttlêf. 1061 (K4780)
Toen in augustus 1962 in Venray
op verzoek van vele jongelui een
teenagerclub werd opgericht voor
spelden de pessimisten dat ook dit
wel weer geen stand zou houden.
Het bestuur echter pakte de zaak
energiek aan, met als resultaat een
bloeiende gang van zaken.
Er kwamen natuurlijk moeilijk
heden, vooral financiële, maar met
een bewonderenswaardige vastbe
radenheid werkte de organisatoren
zich ook door deze moeilijkheden
heen in samenwerking met hun
gastheer, ide zaalhouder, waar de
club hun onderkomen heeft.
Dat de idealen van het bestuur
hoger liggen dan alleen maar dans
gelegenheid bieden aan jongeren
blijkt nu wel uit de keurige affiches
die overal in Venray en omstreken
te zien zijn en waarop bekend ge
maakt wordt dat op zaterdag 16 fe
bruari a.s. in zaal Wilhelmina een
grote talentenjacht gehouden wordt,
welke zal worden omlijst en opge
luisterd door het optreden van ar-
tisten van wereldformaat, n.l. The
Blue Diamonds en The Singing Sis
ters.
The Blue Diamonds zijn wereld
beroemd, een ensemble dat in de
beste en grootste theaters ter we
reld volle zalen trekt.
Alleen al voor hun optreden zal de
belangstelling enorm groot zijn. Pas
terug van 'n groot buitenlands toer-
nee komen zij met een geheel nieuw
programma, aangevuld met de oude
re en geliefde nummers.
De Singing Sisters is een wat jon
ger stel, enkele weken traden zij
tesamen met The Blue Diamonds op
voor de KRO-microfoon.
Zo komen dan door het initiatief
van jongeren weer eens prominente
artisten naar Venray, wat zeker een
verheugend verschijnsel genoemd
mag worden.
Vrijdagavond vanaf half 8 kun
nen voor deze showavond de entree
bewijzen worden afgehaald in Wil
helmina.
Inschrijvingsformulieren van de
talentenjacht inleveren vóór 14 fe
bruari a.s.
In het verleden hebben wij reeds
enkele malen uw aandacht gevraagd
voor de opleiding van de toekomsti
ge priesters van ons Bisdom. Dit ge
us a Suippfuee aeeu le^sosui apjnaq
Roepingendag, die dit jaar zal plaats
vinden op zaterdag 17 febr. a.s.
Deze dag confronteert ons ook met
do materiële kant, aan deze oplei-
drng verbonden en dit betreft wel
hfcel bijzonder het Groot Seminarie,
waar de studenten in de laatste ja
ren voor hun priesterwijding hun
vorming ontvangen. Onze Bisschop
heeft op dit punt zorgen, die ten
nauwste samenhangen met het feit,
dat deze vorm van Hoger Onderwijs
geen wettelijke subsidie van Rijks
wege ontvangt.
Dit mag vreemd lijken in een tijd
en een land, waar onderwijs bijna
helemaal een aangelegenheid van
Rijkssubsidies geworden is. Natuur
lijk moeten ouders van kinderen, die
lager, middelbaar of hoger onder
wijs volgen, ook nu nog vaak naar
hun beurs grijpen, maar het bedrag,
dat hen ten laste komt, is slechts 'n
fractie van wat zij zouden moeten
betalen, indien de astronomische be
dragen der Rijkssubsidies zouden
wegvallen. Realiseert u zich etns
een ogenblik, dat op de Rijksbegro
ting van de laatste jaren een post
van ca. 2 miljard gulden voorkomt
ten laste van onderwijs, kunsten en
wetenschappen: een der hoogste pos
ten van de hele begroting!
Een universiteitsstudent „kost" 't
„Mijn vrouw was naar de zang.
Ik denk: kom, laat ik eens kijken
wat mijn schoonvader vanavond
doet". Deze op zichzelf onschuldige
gedachte had de metaalbewerker
bijna een week gevangenisstraf ge
kost. Want hij had een cafébezoeker
t jwerkt alsof hij metaal onder han
den had. Het gevolg wag geweest,
dat het slachtoffer allerlei onderde
len van zijn gezicht gebroken had,
zoals de linkerjukboog en het neus-
beentje.
Daar was heel wat aan vooraf ge
gaan. „Ik kwam daar thuis, en mijn
schoonmoeder zat te naaien", aldus
verklaarde de metaalbewerker. Ze
zegt: kom d'r bij zitten. Ik zet zo
thee. Maar ik ging er niet bij zitten.
Ik heb een hekel aan dat mens. Zo
gauw als je zit begint ze te vitten.
Ze heeft altijd overal kritiek op. Ik
denk: hoe kom ik hier met goea fat
soen weg? Ik zeg: waar is vader
naar toe, zeg ik. Ze zegt: die is naar
't café op de hoek, geld wisselen.
Maar hij is al wel een uur weg. Hij
zal direct wel terugkomen. Ga maar
zitten. We kunnen met de thee toch
niet op hem wachten. Hij kletst al
tijd zo lang. Dan zeggen ze dat vrou
wen kletsen. Maar mannen zijn veel
erger. Die jas van je staat je hele
maal niet. Hoe kun je nou toch zo
dom iets kopen.".
„Juist", sprak de rechter, „maar
daar ging het hier nu niet om."
„Nee", antwoordde de verdachte,
„dat is zo. Ik zei dus tegen mijn
schoonmoeder: weet je wat, ik ga
vader wel even zoeken. Nou, en toen
ging ik naar 't café op de hoek".
In het café op de hoek had vader
ondertussen zijn tijd besteed aan
toepen en daarna was hij gaan bil
jarten. Maar al tijdens het toepen
was er ruzie ontstaan met een van
de cafébezoekers, die zich met het
kaarten bemoeide. Dat was toen af
gedronken met een paar rondjes,
maar tijdens het biljarten laaide de
twist opnieuw op.
„Die vent is een zuiger", verklaar
de de verdachte.
„Hij treedt uit zijn stukken niet
naar voren als 'n sympathiek mens",
gaf de rechter toe.
„Nou, en toen ik dat café binnen
kwam was ik eigenlijk de enige die
nog nuchter was. Nou en toen
schreeuwt mijn schoonvader, Adrie,
schreeuwt-ie, sla die vent effe lens!
Nou en toen gaf ik hem een dreun
dat-ie zo door de cafédeur naar bui
ten dweilde, 't Kwam wel 'n beetje
hard aan, geloof ik."
„Die indruk heeft de man zelf ook
gekregen, ja", wist de officier.
Het probleem in deze strafzaak
echter bleek niet zozeer de door de
verdachte toegediende klap, als wel
uit het complex van klappen. „Ik
heb hem maar één dreun verkocht!"
zei Adri. De rest van het toetakelen
was door andere cafébezoekers ge
schied. De officier vond dit geen
eenvoudige mishandeling. Het slacht
offer heeft zwaar lichamelijk letsel
opgelopen en dat is hem samen en
in vereniging toegebracht. Vandaar
de zware eis: één week.
De metaalbewerker schrok ervan.
Hij had nog nooit iets met de politie
te doen gehad. „En ga nou eens een
avond bij je schoonmoeder zitten
theedrinkenzei hij veront
schuldigend.
De rechter had kennelijk gevoel
voor dit argument. Hij strafte met
veertien dagen voorwaardelijk en
75,boete. Thee van schoonmoe
der is wel voordeliger
Rijk jaarlijks 6000,—, afgezien van
studiebeurzen. Iedere school, die niet
onder een wettelijke subsidierege
ling valt, moet dan ook grote jaar
lijkse tekorten hebben. Dit is nu de
situatie van het Groot Seminarie en
u begrijpt dat het voor nze Bis
schop een zware opgave is om dit
grote .wetenschappelijke instituut in
stand te houden. De jaarlijkse ex
ploitatietekorten kunnen onmogelijk
opgevangen worden door de studie
gelden, die de ouders der studenten
betalen.
Op verzoek van de Bisschip heeft
zich een Comité gevormd, dat in de
ze de helpende hand wil bieden en
dat zich aandient onder de naam
„Actie-Comité Groot Seminarie".
Het comité is samengesteld uit
personen, die tesamen beschouwd
mogen worden als een vrijwel^ vol-
lédige vertegenwoordiging van de
Limburgse katholieken, zowel maat
schappelijk als regionaal. Hier vol
gen de namen: H. Dassen, burge
meester van Sittard, voorzitter; M.
Ament, econoom van het Groot Se
minarie, secretaris; A. H. Brandsma,
Maastricht, voorzitter van de Kath.
Middenstandsbond Limburg; F. Doh-
men, Heerlen, voorzitter van de Ned.
Kath. Mijnwerkersbond; P. Th. van
Enckevort, Sittard, voorzitter van
de Kath. Onderwijzersbond Limburg,
prof. dr. ir. H. Gelissen, Maastricht,
directeur van de PLEM; mr. F. Haff-
mans, Helden, voorzitter van de
KVP-fraktie in de Prov. Staten; A.
Hennekens, Geleen, voorzitter Kath.
Vereniging van Mijnbeambten; mr.
R. Höppener, burgemeester van
Roermond; drs. J. C. Hupperetz, apo
theker te Weert; J. H. Janssen,
Meerssen .voorzitter van het Studie
fonds Limburg; J. Maenen, Heerlen,
voorzitter KAB Limburg; G. Mer-
tens, Blerick, voorzitter LLTB en
Kath. Ned. Boeren- en Tuinders-
bond; L. A. Nelissen, Venray, direc
teur Aannemingsbedrijf; drs. A. Rot
tier, president-directeur Staatsmij
nen Limburg; mr. E. Teeuwen, Ven-
lo, oud-voorzitter Kath. Werkgevers
vereniging Limburg; A. Thijssen, in
dustrieel te Tegelen, mede bekend
als regisseur der Passiespelen.
Het Comité heeft reeds verleden
jaar een beroep gedaan op vele par
ticulieren, organisaties, instellingen
en bedrijven in Limburg. De reactie
was van dien aard, dat het vertrouwt
dat zijn appèl ook in 1963 een gun
stig antwoord zal ontvangen. Het
hoopt vooral dat de kerkkollekte
van zondag 17 februari een groot
succes zal worden. Het zal zich zich
daartoe, evenals verleden jaar, tot
alle gelovigen van Limburg richten
in een speciale brief, die op 17 febr.
in alle kerken zal worden voorgele-
zijn. Het vertrouwt dat dit woord
van de leek, dat niet zo vaak bin
nen de kerkruimte beluisterd kan
worden, met een gewillig oor aan
hoord zal worden.
Een goede priesteropleiding is
voor ons allen een zaak van groot
belang. De zorg hiervoor rust dus
ook op ons allen!
Het Actie-Comité Groot Seminarie
PERSONEELSVERENIGING
COOP. ZUIVELFABRIEK VENRAY
Een der succesvolste aktiviteiten
van de Personeelsvereniging Zuivel
fabriek „Venray" is wel de jaarlijk
se feestavond.
Dit bleek weer eens op zaterdag
2 februari j.l. toen deze feestavond
in zaal Prinsenhof te Venray voor
de leden met echtgenoten en ver
loofden werd gehouden.
Ondanks de slechte weersomstan
digheden was de opkomst zeer goed.
Op het laatste moment waren er
dan ook door de vereniging nog ex
tra bussen ingeschakeld, om de le
den die buiten Venray wonen, ook
gelegenheid te geven deze avond
mee te maken.
De voorzitter van de personeels
vereniging. de heer W. van Geffen,
opende de avond met een welkomst
woord aan alle aanwezigen, speciaal
gericht aan het aanwezige dagelijks
bestuur en direkteur van de fabriek.
Ook de voorzitter van de fabriek
en de direkteur spraken alle aan
wezigen op hartelijke wijze toe en
zeiden verheugd te zijn over de goe
de verstandhouding, die onder het
personeel heerst en waarvan spe
ciaal deze avond weer blijk gaf.
De feestavond was geheel opgezet
in Camavalssfeer, wat duidelijk
bleek uit de fraaie carnavalskleding
en de opgewekte stemming die er
heerste.
De avond werd omlijst met vro
lijke Carnavalsmuziek, waarbij de
gulheid van de Personeelsvereniging
de stemming en de sfeer in zaal
Prinsenhof verhoogde.
Het hoogtepunt van de avond was
wel de uitreiking van de prijzen
aan het meest origineel verklede
paartje en individueel persoon.
Eerder dan eenieder lief was, sloeg
het sluitingsuur; het bestuur van de
personeelsvereniging kon weer terug
zien op een zeer geslaagde feest
avond.
RECTIFICATIE
De lezer van het ingezonden stuk
over de Welstandscommissie in ons
nummer van vorige week zal de
storende fout ontdekt hebben die 't
zetduiveltje veroorzaakt heeft. De
heer Lerou geeft o.m. als antwoord
op een vraag van de heer Poels:
1. De Heer Poels noemt ons raad
huis een gebouw met enige allu
re. Hij weet of ziet dus niet, dat
dit gebouw een matig specimen is
van het eclecticisme. Dit was de
periode van de stijlimitaties, één
van de zwarte bladzijden uit de
geschiedenis der bouwkunst.
De bogenstelling op de hoek is
min of meer contrapunisch.
Het primaire gedeelte (de bogen
stelling zelf) is door de laatste
verbouwing aangetast, maar niet
onherstelbaar vernield. Het se
cundaire gedeelte (onder het ge
bouw) was en is na de laatste
wijziging niet bijzonder geslaagd
te noemen. Laten wij hopen, dat
dit t.z-t, zo mogelijk beter dan
voorheen, nogeens wordt veran
derd.
WAT DUNKT U VAN.
VIER
OORLOGSMISDADIGERS?
Door het feit, dat twee Nederland
se hoogleraren, van wie één katho
liek, de gedachte hebben gelanceerd
vier notoire oorlogsmisdadigers, die
lange straffen hebben uit te zitten,
zelfs na een grootmoedige begenadi
ging opnieuw gratie te verlenen en
ze op vrije voeten te stellen, heeft
veel stof doen opwaaien.
Het Nederlandse volk schijnt als
het ware verdeeld in twee kampen,
voorstanders van verdere begenadi
ging en tegenstanders. Ieder heeft
zijn argumenten.
Nu is het goed bij het bepalen van
zijn houding als christen niet zon
der meer uit te gaan van wat recht
of onrecht is, maar eerst en vooral
eens te denken aan hetgeen God
over onszelf denkt: of Hij ons ziet
als bedrijvers van misdaden tegen
over Hem? Of God daar reden voor
heeft ons zo te bezien? Het ant
woord op die vraag brengt ons wel
licht al in een bijzondere positie om
een objectief rechtvaardig oordeel
gemakkelijker te maken. Die vraag
overslaan, lijkt mij bij voorbaat al
een verkeerd standpunt innemen.
Daarna kan men als christen zich
afvragen of men in zijn beoordeling
van de misdadigers, ik bedoel hier
nadrukkelijk de vier uit de Bredase
strafgevangenis zich niet door
wraak laten leiden als men hun vrij
lating veroordeelt V/raak is ten al
le tijde misplaatst, want „Mij is de
wrake" zegt de Heer.
Het enige argument, dat voor het
pro of contra de vrijlating van de
misdadigers in aanmerking komt is
o.i. de vergelding.
Nu staat daarbij voorop, dat ook
over dat argument een duidelijk
christelijke uitspraak bestaat: „Gij
zult geen kwaad met kwaad vergel
den". Zo deze christelijke norm met
zekerheid geldt in onze verhouding
van mens tot mens, dan is het de
vraag of zij geldt bij de toepassing
van het recht in de gemeenschap.
Daarover zijn de geleerden het niet
eens.
Een aanvaardbare grond voor de
vrijheidsberoving van de oorlogs
misdadigers is in ieder geval de
straf: de uitwendige boetedoening
die hun door de gemeenschap, en in
dienst van de gemeenschap en zelfs
van eigen welzijn is opgelegd door
de rechterlijke macht. Van die straf,
die men al of niet als vergelding
kan zien van het leed de gemeen
schap aangedaan, dient te worden
vastgesteld dat zij symbolisch is.
Nimand hoeft erover te twijfelen,
dat de massale moorden door deze
mannen bedreven, nooit vergolden
of uitgeboet kunnen worden door
uiterlijke daden. Zelfs de dood van
alle vier staat in geen verhouding
tot hun misdaad.
Is de straf of vergelding aan deze
mensen dus symbolisch, wie zal het
wagen te bepalen of het symbool te
groot of te klein is, te lang of te
kort duurt?
Naar onze mening is het symbool
altijd relatief, betrekkelijk. En daar
in ieder geval aan het symbool is
voldaan, waarin verdisconteerd zijn
de eigenlijke straffen, rest ons als
christenen nog maar één norm. „En
vergeef ons onze schulden, zoals ook
wij aan anderen hun schulden ver
geven".