WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SïïffSÏÏKÏStf/ïï, NEDERLAND is voorstander van een-europa TELEURSTELLING mijnwerkers /o Teenagerclub Venray 17 februari Roepingendag Politierechter FEESTAVOND Geestelijk artikel Adverteert in Peel en Maas VRIJDAG 15 FEBRUARI 1963 No. 7 VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 mm. ABONNEMENTS- 50 (buiten Venray 1.75) CUFERS VAN EEN ENQUêTE IN DE ZES EUROMARKTLANDEN i Wij Nederlanders zijn uit traditie en vanwege de situatie van ons land wereldburgers. Dat kan men gerust zo zeggen. Buitenlanders staan, ver baasd over onze kennis van vreemde talen en van de vele landen ter we reld. Onze emigranten zwerven over alle werelddelen en zijn daar graag gezien. Wij mogen dan op vele ter reinen „kruideniers" zijn, we zijn re alisten en durven in de toekomst te zien. Misschien daarom ook wel hebben wij een warm plekje in ons hart ge reserveerd voor de Europese ge dachte. MENINGEN Hoe denken onze mede-Europea nen over deze eenwording en over de toekomst van Europa? Op deze en dergelijke vragen betreffende de Europese gedachte heeft de voor lichtingsdienst der Europese ge meenschappen een enquête gehou den in de zes aangesloten Euro- marktlanden, België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Ne derland. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt duidelijk in hoe verre men voor één Europa is en welke de beweegredenen daarvoor zijn. De voorstanders hopen dat, zo er een Europese eenheid komt, deze zo snel mogelijk en liefst nog tijdens hun leven tot stand wordt gebracht. De enquête is vorig jaar gehouden van 14 februari tot 3 maart. Ver schillende bevolkingsgroepen in di verse streken in de leeftijdsgroep van 20 jaar en ouder werd o.a. ge vraagd of zij voor een verenigd Europa waren. In vijf van de zes Euromarktlanden werd deze vraag positief beantwoord. Luxemburg was de uitzondering, waarschijnlijk vanwege de geringe grootte van het land. 65 pet. van de ondervraagden m België sprak zich uit voor Europese eenheid, 30 pet. tegen in Frank rijk 72 pet. voor, 20 pet. tegen in Duitsland 81 pet. vöor, 4 pet. tegen Italië 60 pet. voor, 4 pet. tegen Luxemburg 27 pet. voor, 5 pet. te gen. In Nederland sprak zelfs 87 pet. van de ondervraagden zich uit voor eenwording van Europa, 4 pet. was tegen en 9 pet. onthield zich van 'n uitspraak. Vijf procent van de on dervraagden in België had geen be paalde mening over deze kwestie, in Duitsland bedroeg dit percentage 15, in Frankrijk 8, in Italië 36 en in Luxemburg zelfs 68. VREDE De redenen die een uitspraak voor- eenwording begunstigen zijn vooral verhoging van de veiligheid en het algemeen welzijn. In Frankrijk en Duitsland overheerst het verlangen naar vrede alle andere motieven. We moeten hierbij echter wel bedenken dat het Algerijnse akkoord nog niet was gesloten en de kwestie Berlijn nog niet op een laag pitje stond. VOOR DE BISSCHOPPEN Een van de grote zorgen van onze bisschoppen is de kerkenbouw. Dat komt, omdat steden en dorpen zich zo snel uitbreiden. Zijn de bisschop pen er niet als de kippen bij om zich in elite nieuwe woonwijk grond voor een kerk te laten reserveren, dan is voor jaren, misschien voor eeuwen de kans voorbij een Gods huis te midden van het volk te heb ben. Dan volgt heel gemakkelijk, zij het geruisloos, de afval. Nu zijn grote bedragen nodig voor kerkenbouw, enorme bedragen elk jaar opnieuw. Die bedragen worden geleend, maar ze moeten ook terug betaald of afgelost worden. En het geld daarvoor moet komen van de bijdragen van het kerkvolk. Bovendien worden noodkerken op getrokken, die na enkele jaren als afgeschreven worden opgeruimd.Ook dat zijn kapitalen, die door de gelo vigen moeten worden opgebracht. Merkwaardigerwijs hebben de ka tholieken, vooral in het Oosten en Zuiden de bisschoppen dit jaar in de steek gelaten. Hoe is dat te ver klaren? Wij weten het niet. Maar wij vragen ons wel af of wij, bij de enorme stijging van de prijzen en de waardevermindering van het geld, als katholieken niet te karig blijven tegenover onze priesters. Wij neb ben nog het lef controleert u dat maar eens zondags om nog een dubbeltje op de schaal te gooien, ter wijl we in de vakbond vechten voor nieuwe (de zoveelste) loonsverho ging. Welvaart thuis, voor de Kerk geen cent meer. Wij zijn te conservatief in dit opzicht, hoe progressieve ideeën wij ook over vernieuwing koesteren. In de overige landen speelden ontwikkeling van de welvaart en verbetering van het levenspeil een grote rol. Volgens het gemiddelde percentage in de zes landen is 81 pet. voor verlaging van de douane-tarie ven, verlaging van de belasting op nationale produkten en vergemak kelijking van de invoer van produk ten in andere Europese landen. Uit de antwoorden op deze vraag kan men in verband met de daarop volgende vraag nl. of een deel van de bijeengebrachte belastinggelden aangewend zouden moeten worden voor het opheffen van de armoede in bepaalde gebieden van Europa, de mentaliteit van de moderne Euro peaan duidelijk zien. Slechts de helft van de ondervraagden beant woordde deze vraag met „ja". De hulp uit eigen belastinggeld zou ook voor hulp aan Afrikaanse landen besteed kunnen worden, 49 pet. is hier echter tegen. Men wil wel vermeerdering van eigen welvaart, maar of er andere, mede-Europeanen, in vaak mens onterende omstandigheden verkeren, laat hen koud. Dit is een van de minder prettig aandoende uitslagen van de enquête, het is een bewijs dat het egoïsme welig tiert in het rijke Europa. WEINIG BEGRIP Er bestaat in Europa nog veel te weinig begrip over het werk van de Europese Gemeenschappen. Neder land maakt hierop een gelukkige uit zondering, slechts 17 pet. weet niets van de gemeenschappen af. In Duitsland is dit percentage 35 en in Italië, begrijpelijk, rond de 60 pet. Het is noodzakelijk dat de Europea nen zich meer bewust worden van de verantwoordelijkheid die zij heb ben bij het tot stand komen van één Europa. Alle ondervraagden in de zes lan den waren het er over eens dat de agrarische sector de meeste aandacht verdiende en dat deze sector bij de eenwording de meeste problemen zou oproepen, hetgeen al wel bewe- De pers in Nederland kan tevre den zijn over haar voorlichting over de Europese eenheidsgedachte. Zes tig pet. van de ondervraagde Neder landers had haar wijsheid uit de kranten, 47 pet. in Duitsland, 26 pet. in België, 37 pet. in Frankrijk en 43 pet. in Luxemburg, 42 pet. van de Nederlanders had voor de radio van de Europese Gemeenschappen en de Europese eenheid gehoord, terwijl 28 pet. door programma's voor de televisie met deze kwestie in aan raking was gekomen. BELANGRIJK Tien procent van de Ned eilanders vond de eenwording het belangrijk ste probleem. Wanneer frien hierbij bedenkt dat het tijdens het onder zoek zeer aktuele vraagstuk Nieuw- Guinea bij 62 pet. een belangrijk probleem was en de woningbouw bij 35 pet., is dit percentage tamelijk höog. Verschillende ondervraagden gaven meerdere antwoorden zodat het percentage gezamenlijk boven de 100 kwam te liggen. 1/3 van de Ne derlanders denkt nogal vaak aan problemen als Europese eenwording, E.E.G., Euratom, Euromarkt, terwijl een gelijk aantal daar zelden aan denkt. 29 pet. ziet geen enkel ge vaar in één Europa. Bijna de helft van de ondervraag de Nederlanders zag als belangrijk ste resultaat van de reeds bestaan de samenwerking de economische voordelen; 65 pet. wil een gedeelte van belastinggelden voor hulp aan Afrikaanse landen besteden. Op de vraag „welk doel moet men nastreven als de Europese eenheid tot stand is gekomen" antwoordde 33 pet., een einde maken aan oor logen en 27 pet. verbetering van het lot van ieder individu. De reeds bestaande Europese Ge meenschap van de Zes: Benelux, Frankrijk, West-Duitsland en Italië, omvat een gebied van 1.165.900 km2. Het inwonersaantal bedraagt plm. 170 miljoen, gelijk aan de bevolking van de Verenigde Staten van Ame rika. De beroepsbevolking van de ge zamenlijke Europese landen, rond 73 miljoen, overtreft die van Amerika. Er bestaan nog veel moeilijkheden die overwonnen moeten worden voor er één Verenigd Europa ont staat. De eenwording is veel moei lijker te verwezenlijken dan die van Amerika is geweest. Europa heeft zijn verschillen in taal, cultuur etc. We moeten voortbouwen met wat we hebben en daar rekening mee houden. 'n Eén Europa is de beste waar borg dat in het verleden gemaakte fouten daar tenminste niet meer zo gemakkelijk voor kunnen komen. De eerste stappen zijn gezet. In de laat ste tien jaar is een ontwikkeling be gonnen, die niet meer te stuiten is. DEN HAAG DIENT TE LUISTEREN NAAR KLACHTEN DER De kolenschaarste en de noodzaak bepalende maatregelen daartegen te treffen hebben Den Haag plotseling geconfronteerd met een stemming van ontevredenheid bij de mijnwer kers en bij de mijnbeamBten. Er was op een zeker ogenblik sprake van een noodzaak meer ko len te produceren, hetgeen bij de huidige personeelstactiek van de mijndirecties en de kolencrisis alleen zou worden verkregen door langer werken van de ondergrondsen en eventueel door het opofferen van de vrije zaterdag. Maar nauwelijks waren deze sug gesties gevallen of de reactie bij de mijnwerkers bleek zonneklaar: men dacht er niet aan. Dezelfde mijnwer kers, die kort na de oorlog de be roemde „kolenslag" hebben geleverd en ons land er in korte tijd bovenop hebben gebracht, voelen nu niets meer voor wat extra's. Dat heeft een diepe oorzaak: de hele kolenpolitiek. De regering wei gert in tegenstelling tot de omlig gende landen zo betogen de ar beiders van de mijnen subsidies te geven. Daardoor moeten heel wat dingen achterwege blijven, daardoor mist men heel wat voordelen die mijnwerkers en mijnen in andere, naburige landen wel hebben. Maar zo redeneert men als dan voor ons iets extra's kan worden gedaan, zullen wij ook bereid zijn iets extra's voor anderen te doen. Het is zaak, dat men in Den Haag terdege rekening houdt met de klachten en met de ontevredenheid, die in het zuiden bestaat. Misschien is de kolenschaarste spoedig voorbij. En misschien zal een beroep op de mijnwerkers niet nodig zijn. Maar de klachten blijven. En dat geeft re den tot zorg. hA-l oIU wmuftnfts AKM topotkfco. <^4 financ«ri»9öv J JULIANA5INGEL 41 'ttlêf. 1061 (K4780) Toen in augustus 1962 in Venray op verzoek van vele jongelui een teenagerclub werd opgericht voor spelden de pessimisten dat ook dit wel weer geen stand zou houden. Het bestuur echter pakte de zaak energiek aan, met als resultaat een bloeiende gang van zaken. Er kwamen natuurlijk moeilijk heden, vooral financiële, maar met een bewonderenswaardige vastbe radenheid werkte de organisatoren zich ook door deze moeilijkheden heen in samenwerking met hun gastheer, ide zaalhouder, waar de club hun onderkomen heeft. Dat de idealen van het bestuur hoger liggen dan alleen maar dans gelegenheid bieden aan jongeren blijkt nu wel uit de keurige affiches die overal in Venray en omstreken te zien zijn en waarop bekend ge maakt wordt dat op zaterdag 16 fe bruari a.s. in zaal Wilhelmina een grote talentenjacht gehouden wordt, welke zal worden omlijst en opge luisterd door het optreden van ar- tisten van wereldformaat, n.l. The Blue Diamonds en The Singing Sis ters. The Blue Diamonds zijn wereld beroemd, een ensemble dat in de beste en grootste theaters ter we reld volle zalen trekt. Alleen al voor hun optreden zal de belangstelling enorm groot zijn. Pas terug van 'n groot buitenlands toer- nee komen zij met een geheel nieuw programma, aangevuld met de oude re en geliefde nummers. De Singing Sisters is een wat jon ger stel, enkele weken traden zij tesamen met The Blue Diamonds op voor de KRO-microfoon. Zo komen dan door het initiatief van jongeren weer eens prominente artisten naar Venray, wat zeker een verheugend verschijnsel genoemd mag worden. Vrijdagavond vanaf half 8 kun nen voor deze showavond de entree bewijzen worden afgehaald in Wil helmina. Inschrijvingsformulieren van de talentenjacht inleveren vóór 14 fe bruari a.s. In het verleden hebben wij reeds enkele malen uw aandacht gevraagd voor de opleiding van de toekomsti ge priesters van ons Bisdom. Dit ge us a Suippfuee aeeu le^sosui apjnaq Roepingendag, die dit jaar zal plaats vinden op zaterdag 17 febr. a.s. Deze dag confronteert ons ook met do materiële kant, aan deze oplei- drng verbonden en dit betreft wel hfcel bijzonder het Groot Seminarie, waar de studenten in de laatste ja ren voor hun priesterwijding hun vorming ontvangen. Onze Bisschop heeft op dit punt zorgen, die ten nauwste samenhangen met het feit, dat deze vorm van Hoger Onderwijs geen wettelijke subsidie van Rijks wege ontvangt. Dit mag vreemd lijken in een tijd en een land, waar onderwijs bijna helemaal een aangelegenheid van Rijkssubsidies geworden is. Natuur lijk moeten ouders van kinderen, die lager, middelbaar of hoger onder wijs volgen, ook nu nog vaak naar hun beurs grijpen, maar het bedrag, dat hen ten laste komt, is slechts 'n fractie van wat zij zouden moeten betalen, indien de astronomische be dragen der Rijkssubsidies zouden wegvallen. Realiseert u zich etns een ogenblik, dat op de Rijksbegro ting van de laatste jaren een post van ca. 2 miljard gulden voorkomt ten laste van onderwijs, kunsten en wetenschappen: een der hoogste pos ten van de hele begroting! Een universiteitsstudent „kost" 't „Mijn vrouw was naar de zang. Ik denk: kom, laat ik eens kijken wat mijn schoonvader vanavond doet". Deze op zichzelf onschuldige gedachte had de metaalbewerker bijna een week gevangenisstraf ge kost. Want hij had een cafébezoeker t jwerkt alsof hij metaal onder han den had. Het gevolg wag geweest, dat het slachtoffer allerlei onderde len van zijn gezicht gebroken had, zoals de linkerjukboog en het neus- beentje. Daar was heel wat aan vooraf ge gaan. „Ik kwam daar thuis, en mijn schoonmoeder zat te naaien", aldus verklaarde de metaalbewerker. Ze zegt: kom d'r bij zitten. Ik zet zo thee. Maar ik ging er niet bij zitten. Ik heb een hekel aan dat mens. Zo gauw als je zit begint ze te vitten. Ze heeft altijd overal kritiek op. Ik denk: hoe kom ik hier met goea fat soen weg? Ik zeg: waar is vader naar toe, zeg ik. Ze zegt: die is naar 't café op de hoek, geld wisselen. Maar hij is al wel een uur weg. Hij zal direct wel terugkomen. Ga maar zitten. We kunnen met de thee toch niet op hem wachten. Hij kletst al tijd zo lang. Dan zeggen ze dat vrou wen kletsen. Maar mannen zijn veel erger. Die jas van je staat je hele maal niet. Hoe kun je nou toch zo dom iets kopen.". „Juist", sprak de rechter, „maar daar ging het hier nu niet om." „Nee", antwoordde de verdachte, „dat is zo. Ik zei dus tegen mijn schoonmoeder: weet je wat, ik ga vader wel even zoeken. Nou, en toen ging ik naar 't café op de hoek". In het café op de hoek had vader ondertussen zijn tijd besteed aan toepen en daarna was hij gaan bil jarten. Maar al tijdens het toepen was er ruzie ontstaan met een van de cafébezoekers, die zich met het kaarten bemoeide. Dat was toen af gedronken met een paar rondjes, maar tijdens het biljarten laaide de twist opnieuw op. „Die vent is een zuiger", verklaar de de verdachte. „Hij treedt uit zijn stukken niet naar voren als 'n sympathiek mens", gaf de rechter toe. „Nou, en toen ik dat café binnen kwam was ik eigenlijk de enige die nog nuchter was. Nou en toen schreeuwt mijn schoonvader, Adrie, schreeuwt-ie, sla die vent effe lens! Nou en toen gaf ik hem een dreun dat-ie zo door de cafédeur naar bui ten dweilde, 't Kwam wel 'n beetje hard aan, geloof ik." „Die indruk heeft de man zelf ook gekregen, ja", wist de officier. Het probleem in deze strafzaak echter bleek niet zozeer de door de verdachte toegediende klap, als wel uit het complex van klappen. „Ik heb hem maar één dreun verkocht!" zei Adri. De rest van het toetakelen was door andere cafébezoekers ge schied. De officier vond dit geen eenvoudige mishandeling. Het slacht offer heeft zwaar lichamelijk letsel opgelopen en dat is hem samen en in vereniging toegebracht. Vandaar de zware eis: één week. De metaalbewerker schrok ervan. Hij had nog nooit iets met de politie te doen gehad. „En ga nou eens een avond bij je schoonmoeder zitten theedrinkenzei hij veront schuldigend. De rechter had kennelijk gevoel voor dit argument. Hij strafte met veertien dagen voorwaardelijk en 75,boete. Thee van schoonmoe der is wel voordeliger Rijk jaarlijks 6000,—, afgezien van studiebeurzen. Iedere school, die niet onder een wettelijke subsidierege ling valt, moet dan ook grote jaar lijkse tekorten hebben. Dit is nu de situatie van het Groot Seminarie en u begrijpt dat het voor nze Bis schop een zware opgave is om dit grote .wetenschappelijke instituut in stand te houden. De jaarlijkse ex ploitatietekorten kunnen onmogelijk opgevangen worden door de studie gelden, die de ouders der studenten betalen. Op verzoek van de Bisschip heeft zich een Comité gevormd, dat in de ze de helpende hand wil bieden en dat zich aandient onder de naam „Actie-Comité Groot Seminarie". Het comité is samengesteld uit personen, die tesamen beschouwd mogen worden als een vrijwel^ vol- lédige vertegenwoordiging van de Limburgse katholieken, zowel maat schappelijk als regionaal. Hier vol gen de namen: H. Dassen, burge meester van Sittard, voorzitter; M. Ament, econoom van het Groot Se minarie, secretaris; A. H. Brandsma, Maastricht, voorzitter van de Kath. Middenstandsbond Limburg; F. Doh- men, Heerlen, voorzitter van de Ned. Kath. Mijnwerkersbond; P. Th. van Enckevort, Sittard, voorzitter van de Kath. Onderwijzersbond Limburg, prof. dr. ir. H. Gelissen, Maastricht, directeur van de PLEM; mr. F. Haff- mans, Helden, voorzitter van de KVP-fraktie in de Prov. Staten; A. Hennekens, Geleen, voorzitter Kath. Vereniging van Mijnbeambten; mr. R. Höppener, burgemeester van Roermond; drs. J. C. Hupperetz, apo theker te Weert; J. H. Janssen, Meerssen .voorzitter van het Studie fonds Limburg; J. Maenen, Heerlen, voorzitter KAB Limburg; G. Mer- tens, Blerick, voorzitter LLTB en Kath. Ned. Boeren- en Tuinders- bond; L. A. Nelissen, Venray, direc teur Aannemingsbedrijf; drs. A. Rot tier, president-directeur Staatsmij nen Limburg; mr. E. Teeuwen, Ven- lo, oud-voorzitter Kath. Werkgevers vereniging Limburg; A. Thijssen, in dustrieel te Tegelen, mede bekend als regisseur der Passiespelen. Het Comité heeft reeds verleden jaar een beroep gedaan op vele par ticulieren, organisaties, instellingen en bedrijven in Limburg. De reactie was van dien aard, dat het vertrouwt dat zijn appèl ook in 1963 een gun stig antwoord zal ontvangen. Het hoopt vooral dat de kerkkollekte van zondag 17 februari een groot succes zal worden. Het zal zich zich daartoe, evenals verleden jaar, tot alle gelovigen van Limburg richten in een speciale brief, die op 17 febr. in alle kerken zal worden voorgele- zijn. Het vertrouwt dat dit woord van de leek, dat niet zo vaak bin nen de kerkruimte beluisterd kan worden, met een gewillig oor aan hoord zal worden. Een goede priesteropleiding is voor ons allen een zaak van groot belang. De zorg hiervoor rust dus ook op ons allen! Het Actie-Comité Groot Seminarie PERSONEELSVERENIGING COOP. ZUIVELFABRIEK VENRAY Een der succesvolste aktiviteiten van de Personeelsvereniging Zuivel fabriek „Venray" is wel de jaarlijk se feestavond. Dit bleek weer eens op zaterdag 2 februari j.l. toen deze feestavond in zaal Prinsenhof te Venray voor de leden met echtgenoten en ver loofden werd gehouden. Ondanks de slechte weersomstan digheden was de opkomst zeer goed. Op het laatste moment waren er dan ook door de vereniging nog ex tra bussen ingeschakeld, om de le den die buiten Venray wonen, ook gelegenheid te geven deze avond mee te maken. De voorzitter van de personeels vereniging. de heer W. van Geffen, opende de avond met een welkomst woord aan alle aanwezigen, speciaal gericht aan het aanwezige dagelijks bestuur en direkteur van de fabriek. Ook de voorzitter van de fabriek en de direkteur spraken alle aan wezigen op hartelijke wijze toe en zeiden verheugd te zijn over de goe de verstandhouding, die onder het personeel heerst en waarvan spe ciaal deze avond weer blijk gaf. De feestavond was geheel opgezet in Camavalssfeer, wat duidelijk bleek uit de fraaie carnavalskleding en de opgewekte stemming die er heerste. De avond werd omlijst met vro lijke Carnavalsmuziek, waarbij de gulheid van de Personeelsvereniging de stemming en de sfeer in zaal Prinsenhof verhoogde. Het hoogtepunt van de avond was wel de uitreiking van de prijzen aan het meest origineel verklede paartje en individueel persoon. Eerder dan eenieder lief was, sloeg het sluitingsuur; het bestuur van de personeelsvereniging kon weer terug zien op een zeer geslaagde feest avond. RECTIFICATIE De lezer van het ingezonden stuk over de Welstandscommissie in ons nummer van vorige week zal de storende fout ontdekt hebben die 't zetduiveltje veroorzaakt heeft. De heer Lerou geeft o.m. als antwoord op een vraag van de heer Poels: 1. De Heer Poels noemt ons raad huis een gebouw met enige allu re. Hij weet of ziet dus niet, dat dit gebouw een matig specimen is van het eclecticisme. Dit was de periode van de stijlimitaties, één van de zwarte bladzijden uit de geschiedenis der bouwkunst. De bogenstelling op de hoek is min of meer contrapunisch. Het primaire gedeelte (de bogen stelling zelf) is door de laatste verbouwing aangetast, maar niet onherstelbaar vernield. Het se cundaire gedeelte (onder het ge bouw) was en is na de laatste wijziging niet bijzonder geslaagd te noemen. Laten wij hopen, dat dit t.z-t, zo mogelijk beter dan voorheen, nogeens wordt veran derd. WAT DUNKT U VAN. VIER OORLOGSMISDADIGERS? Door het feit, dat twee Nederland se hoogleraren, van wie één katho liek, de gedachte hebben gelanceerd vier notoire oorlogsmisdadigers, die lange straffen hebben uit te zitten, zelfs na een grootmoedige begenadi ging opnieuw gratie te verlenen en ze op vrije voeten te stellen, heeft veel stof doen opwaaien. Het Nederlandse volk schijnt als het ware verdeeld in twee kampen, voorstanders van verdere begenadi ging en tegenstanders. Ieder heeft zijn argumenten. Nu is het goed bij het bepalen van zijn houding als christen niet zon der meer uit te gaan van wat recht of onrecht is, maar eerst en vooral eens te denken aan hetgeen God over onszelf denkt: of Hij ons ziet als bedrijvers van misdaden tegen over Hem? Of God daar reden voor heeft ons zo te bezien? Het ant woord op die vraag brengt ons wel licht al in een bijzondere positie om een objectief rechtvaardig oordeel gemakkelijker te maken. Die vraag overslaan, lijkt mij bij voorbaat al een verkeerd standpunt innemen. Daarna kan men als christen zich afvragen of men in zijn beoordeling van de misdadigers, ik bedoel hier nadrukkelijk de vier uit de Bredase strafgevangenis zich niet door wraak laten leiden als men hun vrij lating veroordeelt V/raak is ten al le tijde misplaatst, want „Mij is de wrake" zegt de Heer. Het enige argument, dat voor het pro of contra de vrijlating van de misdadigers in aanmerking komt is o.i. de vergelding. Nu staat daarbij voorop, dat ook over dat argument een duidelijk christelijke uitspraak bestaat: „Gij zult geen kwaad met kwaad vergel den". Zo deze christelijke norm met zekerheid geldt in onze verhouding van mens tot mens, dan is het de vraag of zij geldt bij de toepassing van het recht in de gemeenschap. Daarover zijn de geleerden het niet eens. Een aanvaardbare grond voor de vrijheidsberoving van de oorlogs misdadigers is in ieder geval de straf: de uitwendige boetedoening die hun door de gemeenschap, en in dienst van de gemeenschap en zelfs van eigen welzijn is opgelegd door de rechterlijke macht. Van die straf, die men al of niet als vergelding kan zien van het leed de gemeen schap aangedaan, dient te worden vastgesteld dat zij symbolisch is. Nimand hoeft erover te twijfelen, dat de massale moorden door deze mannen bedreven, nooit vergolden of uitgeboet kunnen worden door uiterlijke daden. Zelfs de dood van alle vier staat in geen verhouding tot hun misdaad. Is de straf of vergelding aan deze mensen dus symbolisch, wie zal het wagen te bepalen of het symbool te groot of te klein is, te lang of te kort duurt? Naar onze mening is het symbool altijd relatief, betrekkelijk. En daar in ieder geval aan het symbool is voldaan, waarin verdisconteerd zijn de eigenlijke straffen, rest ons als christenen nog maar één norm. „En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij aan anderen hun schulden ver geven".

Peel en Maas | 1963 | | pagina 5