Gemeenteraadsvergadering. Europa zonder Engeland Welstandscommissie WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SïïraSïïSS&'y'ïï, VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963 No. 5 VIER EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 mm. ABONNEMENTS- .50 (buiten Venray 1.75) Wij leven snel. Nadat op 14 jan. j.l. 's middags om 3 uur de bespre kingen in Brussel hervat waren, be richtten de ochtendbladen de vol gende dag reeds dat De Gaulle kei hard „Neen!" gezegd had, zowel te gen Kennedy en diens Polaris-aan- bod als tot MacMillan en diens po gingen om de E.E.G. binnen te drin gen. De hervatte besprekingen van j.l. maandag en dinsdag in Brussel heb ben hieraan niets veranderd. Enge land kan niet toetreden tot de Euro- markt. Frankrijk bleef pertinent te gen, ondanks de pogingen van de andere vijf landen om Frankrijk tot toegeven te brengen. Bij de hervatte besprekingen wa ren er, precies zoals in december en daarvóór, twee grote knelpunten: Engelands banden met het gemene best en de Britse landbouwpolitiek. Engelands landbouw produceert niet voldoende om het Britse volk te voeden en bijgevolg is Engeland een der grootste voedselimporteurs ter wereld. Bovendien heeft het een zeer uitgebreide handel in levens middelen. Zeer veel grondstoffen worden daar aangevoerd en ver werkt tot allerlei produkten, die ten dele weer uitgevoerd worden. In de E.E.G. daarentegen is een duidelijk streven naar autarkie (zelfvoorzie ning) merkbaar. De gemenebestlanden zijn politiek nauw verbonden met Engeland. Maar ook economisch, want zij zijn de leveranciers van voedsel en grondstoffen en de afnemers van tal van produkten. Hoe is nu de Engelse landbouwpolitiek? DE ENGELSE BOER Doordat Engeland, koopmansland als het is, zeer voordelig op de we reldmarkt voedsel inslaat, zou de Engelse boer al lang tot de aller laatste bankroet zijn, indien er geen uitgebreide hulp voor hem was. Want de eigen produktie moet in stand gehouden worden. Allereerst voor bederfelijke en volumineuze produkten (melk, zuivel, aardappe len, fruit enz.) en ten tweede i.v.m. noodsituaties zoals tijdens de beide wereldoorlogen. Geen enkel land ter wereld geeft zoveel subsidies aan de boeren als Engeland. Het streven in de Euro- markt is er echter op gericht alle subsidies af te schaffen en te stre ven naar een behoorlijk prijspeil, dat voor de beste agrariërs een goed bestaan oplevert. Daarnaast zal de E.E.G. zeer stellig met behulp van uitvoerpremies de afzet in derde landen mogelijk maken als dat kan- Indien nu de E.E.G. industrieel ach terlijk was, dan zou Engeland met zijn machtige industrie er precies in passen. Wij zouden Albion van voedsel voorzien en dit land zou onze markten overstromen met nut tige industriële produkten. rede echter een aaneenrijging van totaal verouderde gezichtspunten. Woalley's argumenten komen op het volgende neer. Indien Engeland zich aansluit bij de E.E.G., dan zal de consument het gelag betalen, want de prijzen van de levensmid delen zullen aanzienlijk stijgen. Im mers: de Europa markt streeft naar een behoorlijk agrarisch prijspeil en gaat hoge invoerrechten heffen. Hij vergeet echter, dat het niveau der levensmiddelenprijzen in Engeland beslist niet lager is dan op het vas teland. Hij vergeet de fabelachtige bedragen, waarmee de Engelse re gering haar eigen landbouw steunt. Hij spreekt veel meer voor de En gelse handel dan voor het publiek en de landbouw. Hij roemt de wet ten van 1947 en 1957, waardoor een redelijk evenwicht werd bereikt tus sen de Engelse bodemproduktie en de invoer uit de gemenebestlanden. Maar hij vergeet dat heel dit stelsel op zijn minst even kunstmatig en ongezond is als wat de E.E.G. t.o.v. derde landen van plan is. Woalley verzwijgt, dat hij doods bang is voor de vrije concurrentie van de continentale landbouw en weigert zich daar op voor te berei den. DE UTOPIE Hoezeer hij van dè reëele politiek verwijderd is ,blijkt wel uit deze fraaie volzin: „Last August the N.E.U. put forward the proposal that confrontation of agricultural po- lioies between the major food tra ding countries of the world, aimed to secure International Commodity Agreements and linked with a World Food Programma for using increa sing production of the Western he misphere as part of the aid for un der-developed countries, could well be the alternative if the negotio- tions with the Six could not be brought to a satisfactory conclu sion". 'Dat komt er op neer, dat de han delsovereenkomsten der voornaam ste levensmiddelenhandel bedrijven de volkeren er op gericht zouden worden, dat via het Wereld Voedsel Programma de toenemende produk tie van het westelijk halfrond ge bruikt zou kunnen worden als on derdeel van de hulp aan onderont wikkelde gebieden! Dit alternatief van mislukte Brusselse besprekin gen gunnen wij hem van ganser harte, want hét is een utopie en geen basis voor economische onderhande lingen. Trouwens, als deze utopie ooit werkelijkheid zou worden, dan kan de EEG daaraan zeer zeker meedoen. WAT GEBEURT IN DE NEDERLANDSE LANDBOUW Terwijl Frankrijk zich opmaakt om een zo groot mogelijk aandeel in de komende, agrarische produktie te leveren (graanteelt, legkippen en slachtkuikens, maar ook rundvee, zuivel enz.) laat de Nederlandse re gering doorschemeren, dat van haar geen hulp, althans geen subsidies te verwachten-zijn in de mate van vroeger. De afvloeiing van arbeids krachten uit de landbouw en de ver mindering van het aantal bedrijven gaan hier hard, zeer hard. Dat desondanks de produktie niet daalt, wijst op de sterk stijgende ar- beidsproduktiviteit. Op zichzelf is dat gunstig, mits men bedenkt., dat wij nog maar in de overgangs periode van de EEG leven. Wanneer wij echter zo doorgaan komt onher roepelijk het ogenblik, dat ook de totale produktie gaat teruglopen. In de zuivelsector kan dat gunstig zijn, in de andere sectoren niet. Wij ver liezen er markten mee enwie waarborgt ons, dat wij in 1970 wer kelijk de vrije concurrentie (zonder vervalsingen) krijgen, die men ver wacht? Het is goed, dat de agrarische producenten naar efficiëncy streven, maar hierbij moet men nauwlettend in het oog houden wat de andere le den van de E.E.G. op dit punt be reiken. En juist op dit punt zijn er onvoldoende gegevens. OVERSANERING? Van ons land zijn ze in overvloed bekend. Het staat nu reeds vast, dat wij de anderen ver vooruit zijn op bepaalde punten. Instandhouding van een voldoende groot aantal ef ficiënte landbouwbedrijven is zeer zeker een volksbelang. Wij zouden de „kille" sanering bewonderen, in dien men ons duidelijk kon maken, dat zij i.v.m. de E.E.G. gewenst is. Thans dreigt het gevaar van oversa- nering, d.w.z. dat wij meer weg snoeien dan voor de gezonde groei van de boom nodig is. Het staat wel vast, dat het al of niet toetreden van Engeland tot de EEG de landbouw tamelijk onbe roerd zal laten, omdat die toetreding als zij komt, toch voorafgegaan zal worden door een vloed van over gangsbepalingen en door aanpas singen in de Engelse landbouw. Maar onze blik moet voortdurend gericht zijn op de andere partners en hun agrarische politiek. Met hen hebben wij straks in ieder geval te maken. Wanneer daarnaast nog de zeer gewenste garanties gegeven worden over het voorkomen van concurrentievervalsingen, dan is er een vaste basis voor ons landbouw beleid. INGEZONDEN Uitbreiding Ziekenhuis eindelijk van stapel 12 km. landwegen worden verbeterd. Aanschaf straatveegmachine. Bomen Deurneseweg worden geveld. De Rijksgoedkeuring voor de bouw van het ziekenhuis is in april a.s. te verwachten, we schaffen een nieuwe straatveegmachine aan, we gaan weer 12 kilometer landwegen in orde maken en de bomen langs de Deurneseweg gaan verdwijnen.... Dat is zo wat de voornaamste inhoud van de laatste raadsverga dering, die verder gekenmerkt werd door de schriftelijke rond vraag, waarvan goed gebruik wérd gemaakt. GRONDVERPACHTING G. H. Hendrix, Zwartwater 4, vroeg om de woning die de gemeen te in 1960 van M. Marcellis gekocht heeft, te kunnen huren. Bovendien wilde hij 1,28 ha. ge meentegrond pachten, daar bij die woning. De raad keurde goed dat hij de woning krijgt voor 410,per jaar. Voor 3 ha zal hij 213,87 pacht per jaar moeten betalen, 1 ha krijgt hij gratis in pacht omdat dit woeste grond is. RUILVERKAVELING De ruilverkaveling Lollebeek zou graag kavel 12 in de Meerselsepeel hebben. Hierdoor krijgt deze dienst meer ruilmogleijkheden voor gron den, nodig voor de uitbreiding van verschillende kerkdorpen en voor die grond welke nodig is voor de nieuwe provinciale weg Venlo-Ven- rav. bovendien krijgt men door deze ru ling kans op deze kavel een bcer- df-:ij te stichten met overheidssub sidie, iets wat nu onmogelijk is. De bedoelde kavel werd door de Cultuurtechnische Dienst gewaar deerd op 1.300,per ha. voor een gedeelte van 7.52.20 ha en op 1850,- per ha. voor 8.73.40 ha. De Stichting voor het Taxatiewe zen in Limburg stelde de waarde op 2.100,per ha voor de gehele op pervlakte. woningwetwoningen aan de van Montfortweg, staan er 7 woningen langs die weg terwijl aldaar nog 10 woningen gebouwd kunnen worden. Langs de van Beurdenweg staan thans 2 woningen en kunnen er nog 8 gebouwd worden. EMONTS wilde weten of dit een onderdeel was van hcf reeds lang in behandeling zijnde verlichtings plan kerkdorpen. Neen antwoordde de VOORZIT TER. Dit plan is door de uitbrei ding 'van Ysselsteyn nodig gewor den. STEEGHS wilde echter weten waarom dergelijke plannen wel tot uitvoering komen, maar het grote plan maar blijft liggen. Dat duurt allemaal veel te lang, aldus spreker. De VOORZITTER wees er op dat1 Ged. Staten eerst de financiële toe stand van de gemeente bekijkt alvo rens de nodige toestemming te geven zal worden, mits dit op het financiële vlak mogelijk is. STEEGHS had meer het idee dat dit lange wachten te wijten was, om dat het toch maar voor de kerkdor pen was, maar kreeg van de VOOR ZITTER te horen dat voor Ged. Sta ten zoals ook voor B. en W. de gemeente zowel de kom als de kerkdorpen zonder onderscheid is en dat het geheel bekeken wordt. „Dan maar weer wachten", zei STEEGHS en dat zou hij deze ver gadering nog meer moeten zeggen. Helaas (of gelukkig), wij zijn als E.E.G. industrieel ten minste even ver. En zo passen Engeland en de E.E.G. niet bij elkaar. DE FRANSE ARGUMENTEN De Gaulle zag dat wel. Hij zag, dat aansluiting van Engeland alleen mogelijk was, indien de E.E.G. ver waterde tot een reusachtig vrij han delsgebied. Ongetwijfeld zou in zo'n gebied de handel bloeien als nooit tevoren. Maar tevens zouden de le den de voordelen van hun gecombi neerde agrarisch-industriële ont wikkeling ten dele missen. Bovendien heeft De Gaulle óók nog politieke en militaire idealen: Frankrijk zal het nieuwe Europa leiden en het zal een eigen kern macht bezitten. De Gaulle heeft niets liever, dan dat Europa onder: Frankrijks leiding eenzelfde plaats gaat innemen als Amerika en Rus land. Engeland weet, dat dit econo misch gezien mogelijk is en vreest buitengesloten te worden. Daarom was Engeland tot concessies bereid. Juist toen dat duidelijk werd stak De Gaulle een spaak in het wiel der gemeenschap. Echter, Frankrijk alléén maakt de dienst in de E.E.G. niet uit. Het kan een overeenkomst met Enge land traineren, zelfs onmogelijk ma ken. Maar als dat definitief ge schiedt, zal in ieder geval een as sociatie van Engeland volgen. Dat wil zeggen, dat voor het handels verkeer van en naar Engealnd bij zondere tarieven zullen gelden. Het ziet er naar uit. dat dit de oplos sing gaat worden. HET KAS-PLANTJE Juist zes dagen vóór de besprekin gen in Brussel werden hervat, hield de heer Harold Woalley, voorzitter van de National Farmer Union, een rede in Ipswich, waarin hij zich fel verzette tegen de E.E.G. Dat ver wondert ons niet, gezien het glazen kastje, waarin de Engelse boer leeft. Geen enkele kasplant verlangt er naar om in de gure concurrentie- wind gezet te worden. Van conti nental standpunt bezien was zijn Geachte Redaktie, Gevolg gevend aan de raad van de Heer P. W. Lerou zijn ingezonden artikel van 25 januari j.l. in dit blad, aandachtig te lezen, heb ik getracht zijn opmerkingen goed tot me te la ten doordringen. Na deze interes sante en langdurige bezigheid, zijn me enkele punten toch nog niet ge heel duidelijk geworden.' Volgens de geachte polemist is er in mijn dupliek (zie Peel en Maas van januari j.l.) sprake van 'n ern stig wanbegrip inzake 't onderhavi ge onderwerp. Ik zou direkt bereid zijn dit volmondig toe te geven, wa re 't niet dat de Heer Lerou ver zuimt z'n bewering te staven, door mijn van wanbegrip en ondeskun digheid wemelende opmerkingen te citeren. Intussen doet 't me genoegen te konstateren, dat de Heer Lerou er kent dat ook personen, die geen bouwkundige bedrijvigheid ten toon spreiden, toch van inzicht in de ar- chitektuur blijk kunnen geven. Zijn cri de coeur over 't gebrek aan beroeps- en titelbescherming van de architekt kan ik volkomen delen. Zeker nu blijkt dat allerlei beunhazen hun plannen gerealiseerd zien. 'n Deskundige en goed werken de Welstandskommissie is dus meer dan ooit noodzakelijk, dat ik dit geen ogenblik heb betwijfeld, is de aandachtig lezende Heer Lerou ho pelijk niet ontgaan. Dat de Welstandskommissie veel al genoegen moet nemen met plan nen, die nog net niet absoluut en- aanvaardbaar zijn is volstrekt on toelaatbaar. 'n Dergelijk standpunt werkt alleen in 't voordeel van de door de Heer Lerou terecht zc ge smade leurders in architektuur. Al leen een strenge selektie, vooral bij projekten van enige omvang en be langrijkheid, kan hierin verbetering brengen. Nu de Welstandskommis sie naarstig zoekt naar middelen om 't werk een meer positief karakter te geven, is rt alleen maar te hopen, dat zij door een konsekwente hand having van een afwijzende houding, ook t.o.v. „nog net niet absoluut on aanvaardbare plannen", haar werk inderdaad 'n meer positief karakter geeft. Ik kan me voorstellen dat over minder belangrijke ontwerpen niet zo streng geoordeeld hoeft te wor den, gelukkig, maar de Welstands kommissie werkt toch al onder zo'n moeilijke omstandigheden. Tenslotte is een boerderij in de Peel niet. zo representatief als een openbaar ge bouw in 't centrum van Venray. De Heer Lerou geeft in z'n arti kel de gronden aan waarop in 't algemeen 'n Welstandskommissie plannen afwijst of aksepteert. jam mer is 't echter dat hij hiermee niet meer dan een gedeelte van m'n vraag heeft beantwoord. Ik vroeg nl. op welke gronden de Welstands kommissie in de door mij gekriti seerde gevallen gunstig dan wel af wijzend heeft geadviseerd Laten we nu de verbouwing aan het Raadhuis 'ns als voorbeeld ne men. Wat is er nu gebeurd? Er zijn, lijkt me, 4 mogelijkheden: 1. De Welstandskommissie heeft geen mogelijkheid gekregen een advies uit te brengen. 2. De Welstandskommissie is hier toe wel in staat gesteld, maar ze heeft negatief geadviseerd. 3. De Welstandskommissie heeft 'n gunstig advies uitgebracht. 4. De Welstandskommissie vond 't plan „nog net niet absoluut on aanvaardbaar". Is punt 4 het geval dan wil ik nu reeds opmerken, dat de Welstands kommissie in ernstige mate in haar taak is tekort geschoten, want bij zo'n belangrijke zaak als de verbou wing aan het Raadhuis, moet men zich niet tevreden stellen met" 't voorkomen van 't „allerergste". De opmerking van de Heer Lerou dat de Venrayse gemeenschap ver antwoordelijk is voor de verschij ningsvormen van diverse bouwwer ken in haar midden, is in z'n al gemeenheid wel waar, maar deze gemeenschap kiest uit haar midden mensen, die haar vertegenwoordi gen. Zij vormen de Gemeenteraad, die op haar beurt 'n Welstandskom- Na gevoerde onderhandelingen is met de Stichting Beheer Landbouw gronden thans akkoord bereikt op basis van 1.850,per hectare voor het ene gedeelte, resp. 2.000,— per hectare voor het andere gedeelte, welke prijzen ook de instemming hebben van de Landbouwcommissie, die tegen deze prijzen verder geen bezwaar meer wil maken, omdat de ruilverkaveling voor de gemeente van groot belang is en derhalve zo veel mogelijk medewerking daaraan dient te worden verleend. De Raad ging ook hiermede ak koord mits de overname stoppelbloot 1963 ingaat, waar de grond reeds is ingezaaid. De P.L.E.M. wil in Ysselsteyn langs de van Montfortweg en de van Beurdenweg laagspanningskabels om de daar in aanbouw zijnde wonin gen te kunnen aansluiten op het electriciteitsnet. Daardoor wordt het ook mogelijk op genoemde wegen 'n openbare verlichting aan ie bren gen. Een hiervoor opgesteld plan om vat het plaatsen van 6 stalen licht masten, hoogte 6Vs meter. De aan deze uitbreiding verbon den kosten bedragen f 1.998,Na de voltooiing van de bouw van 6 sie benoemt, die architektonische plannen, die de verschillende indi viduen uit die gemeenschap hebben, moet beoordelen. Dat is 'n kwestie van delegeren van verantwoorde lijkheid, wat in élke gezonde ge meenschap heel normaal is. Maar hiermee raken we zodanig op 't theoretische vlak, dat de zaak waar 't eigenlijk om gaat uit 't oog verloren dreigt te worden, met 't gevolg dat deze kwestie inderdaad in kompleksiteit gaat toenemen. Daarom volsta ik met op te mer ken, dat 't niet aangaat de schuld vraag bij 'n bepaalde gang van za ken af te schuiven op zoiets vaags als de gemeenschap. Als men op de ze wijze redeneert gaat men altijd vrijuit. Samengevat komt mijn kritiek op 't laatste artikel van de Heer Lerou hierop neer: 1. Hij beschuldigt mij van 'n „ern stig wanbegrip inzake het onder havige onderwerp." M'n vraag is dus: Waaruit blijkt dat? 2. De Heer Lerou geeft wel aan hoe de Welstandskommissie in 't al gemeen te werk gaat, maar ver zuimt erbij op te merken hoe er t.a.v. de door mij gekritiseerde bouwwerken is gehandeld. LUC. POELS De Raad machtigde verder B. en W. tot het doen van de gewone ver kopingen van hak- en dunningshout e.d. en tot het verpachten of verhu ren van perceeltjes op perceelsge deelten grond, tot een oppervlakte van maximaal 25 aren. Een traditioneel gebaar dat ieder jaar terugkomt. Hoe ingewikkeld het wel allemaal is bleek toen de Raad de nieuwe „Bezoldigingsregeling secretarissen en ontvangers Limburg 1962" goed keurde. PETERS vroeg namelijk of er in 1963 weer geen nieuwe rijksregeling is gekomen. Dit bleek inderdaad het geval, maar het zal nog wel even duren voordat die aan de orde komt. Daar komen namelijk nog zoveel schijven aan te pas. HUISVERKOOP In 1961 zijn met het Kerkbestuur Ysselsteyn onderhandelingen ge voerd over de verkoop van de wo ning Lovinckplein 7, tot dusverre steeds bewoond door het hoofd van de lagere school aldaar. De vraag prijs was 12.050, Bedoelde onderhandelingen heb ben echter niet tot resultaat geleid. De huidige bewoner van het pand, de Heer A. J. Steverink, hoofd van de bijzondere lagere school aldaar, wil nu de woning voor die prijs zelf kopen. Daartegen had de Raad geen be zwaar. SCHOLEN De school in Castenray heeft de volgende wensen: a. betegeling van de toegang tot de speelplaats en tot de rijwielberg plaats ad 4.717, b. uitbreiding van de rijwielstal ling met een capaciteit voor 22 rij wielen ad 375,21; c. betegeling van de wanden in de toiletruimten en w.c.'s tot een hoog te van 1.75 m., ad 1.319,20; d. het aanbrengen van naadloze vloerbedekking in 3 klaslokalen en in de personeelskamer ad f 2.488,-; e. het aanbrengen in 3 lokalen van per lokaal 4 TL-armaturen en 1 bordverlichter ad 719,70. De Raad had geen bezwaar. PLAN WEST De Raad besloot eveneens over te gaan tot het verbeteren en aanleg gen van wegen en de aanleg van riolering in het uitbreidingsplan „West I". Nadere mededelingen werden hier over niet gedaan, ook al omdat de werken nog moeten worden aanbe steed. FR. JANSSEN wilde echter weten waarom in de begroting rekening gehouden was met een 5 pet. toe slag. Is dat de beruchte en beroem de risicofactor? WETH. COLSEN vertelde dat hier in een mogelijke loon- en materiaal stijging wordt opgevangen met bo vendien de kans dat bepaalde wer ken door onteigeningskwesties in gedeelten uitgevoerd moeten wor den. FR. JANSSEN vroeg zich af of er dan geen moeilijkheden zouden ont staan omdat Den Haag „incalcule ring van de zgn. risicofactor immers verboden heeft, ook al omdat in de meeste gevallen in de prijzen al met dit risico rekening is gehouden. De VOORZITTER beaamde dat 't ministerie van Economische Zaken de risicofactor wel verbied, doch het ministerie van Volkshuisvesting hem toelaat. Bovendien valt hier niet zo zeer de nadruk op hogere lonen en duurdere materialen die echter ook verrekend moeten wor den als wel op mogelijke stagna ties. JACHTHUT Janssen-De Wit N.V. te Schijndel heeft gevraagd om het „Wehr- machtshuisje" te kunnen huren in het Zwartwater vcor de tijd van 7 jaren, als jachthut. De huurprijs is 150,per jaar, waarbij de huur geacht wordt te zijn ingegaan op 1 juni 1961. Ten behoeve van de afrastering van het terrein waarop het huisje staat zullen door de gemeente de be nodigde palen boshout worden geleverd, terwijl door de huurder voor het plaatsen van de palen en het aanbrengen van de nodige dra den zal worden gezorgd. De Raad had hiertegen geen enkel bezwaar. VERBETERING LANDBOUWWEGEN In de afgelopen 2 jaren zijn 12 landbouwwegen met een totale lengte van 10.108 m verbeterd. Intussen heeft de N.V. Grontmij een tweede plan ingediend voor de verbetering en verharding van 11 landbouwwegen, met een totale lengte van plm. 14 km. Het betreft de verbetering van de weg Rosendaal-Venray's Broek, de Loobeeksedijk, de Smakterweg (ged.), de Loobeekseweg, de Rosmo- lenweg, de Zuiderbergweg, de weg SpraalandOostrumseheide, de Oostrumseheiweg, de Kiekweg, de Handrikweg en de Merselosepasweg. De Cultuurtechnische Dienst geeft een subsidie voor dit werk, maar daarnaast vroeg de commissie van Openbare Werken zich af of hier geen baatbelasting ingevoerd mpest worden. B. en W. hebben dit in be raad. JENNISKENS vond de subsidie van de Cultuur Technische Dienst zeer laag. Vroeger gaf die toch 65'Vo van de kosten, terwijl in ruilverka- velingsverband ook heel andere be dragen uit de bus komen. Zowel de VOORZITTER als Weth. COLSEN betoogden dat spreker zich moest vergissen. In dergelijke ge vallen geeft men 20,subsidie per strekkende meter, dus geen be paald percentage. Bij de vorige ver betering kwam dat zo wat uit op 45 pet. Men moet verder geen ver gelijking trekken met ruilverkave ling, omdat dit iets anders is. Beide sprekers meenden dat ei praktisch geen verschil zal zijn met eerder uit gevoerde werken. VALKENGOED kon zich met de verbetering van deze wegen natuur lijk wel verenigen, maar zou toch ook graag zien dat dan berm en slo ten beter onderhouden zouden wor den. Nu is het soms een schandaal. Hij bleek hiermede een nog al nete lig probleem aangesneden te hebben omdat dikwijls niet vaststaat, wie de onderhoudsplicht heeft en zo die wel vaststaat blijkt personeelstekort goed onderhoud praktisch onmoge lijk wordt. Zowel Waterschap als gemeente zoeken al lang een oplossing, maar tot heden vond men ze niet. Een en ander kon STEEGHS slechts onderschrijven. VALKENGOED kwam nog met een andere opmerking. Hij vond het onjuist dat men met plannen rond loopt om hier baatbelasting op te leggen. Niet alleen de aanwonenden aan die wegen hebben van deze we gen profijt, maar de gehele gemeen- Vervolg: zie elders in dit blad)

Peel en Maas | 1963 | | pagina 1