V» J Grond gevraagd. opruiming MODEHUIS Schriftelijke studie Zie de etalages Woningtoewijzing van gemeenten Voor koopjes in de konfektie naar de speciaalzaak in Venray Wilt U uw gezin goed en voordeliger kleden, koop nu dan uw konfektie in de SPECIAAL ZAAK, wat U ook zoektmantels, japonnen, costuums, rokken, vesten, winterjassen, etc. Doe nu uw voordeel. VRAAGKOORTS DOET DE PRIJZEN STIJGEN! In de laatste jaren zijn de prij zen van onroerende goederen snel gestegen. De oorzaak zullen wij meestal zoeken in de toegenomen waardedaling van het geld en in de enorm gestegen kosten van de arbeid. De bouwprijzen zyn hier door rechtstreeks beïnvloed en zo lang er een tendens blijft bestaan om de lonen verder op te trekken, kunnen wij er zeker van zijn dat de prijslijn voor alles wat bouw werk is zich verder naar boven zal bewegen. Geldt deze gang van zaken ook voor de prijs van de grond? Op het eerste gezicht plegen wij dan een vraagteken te plaatsen. Bij nader inzien zullen wij echter spoedig de konklusie moeten trekken dat ook de grondprijs aan een verdere stij ging niet zal ontkomen. Ook voor dit goed kunnen wij zeggen dat. er steeds meer arbeid aan wordt be steed, terwijl er daarnaast nog en kele bijzondere factoren werken. ONZE GROND WORDT SCHAARS Wanneer ergens een stuk grond ligt, is dit zonder meer nog niet voor gebruik gereed. Voor agrari sche doeleinden is er steeds meer sprake van onderzoek voordat de grond in gebruik wordt genomen, maar voor bouwdoeleinden geldt dit nog in veel sterkere mate. Dat blijkt ook uit het rapport van de Com missie Grondkosten, die in 1961 door de minister van Volkshuisvesting is ingesteld. Deze commissie wijst erop dat onder meer de prijzen en ont eigeningsvergoedingen voor ruwe grond een "tendens tot stijging ver tonen. Het is begrijpelijk dat door de uit breiding van steden en dorpen de gemeentebesturen steeds verder vooruit moeten zien en dat zij trach ten de ring van grond rond hun ge meente zoveel mogelijk onder be heer te krijgen. In de eerste plaats om tijdig grondspeculaties te voor komen en vervolgens omdat zij doel matige uitbreidingsplannen willen ontwerpen, die de steden van de toekomst een modern en ruim aan zien zullen geven. Hoe meer zij echter vroegtijdig op die grond beslag leggen, hoe meer er ook voor lange tijd enorme grond- ringen buiten een reeks van ge meenten buiten de sfeer van de di- rekte vraag en het onmiddellijke aanbod worden gebracht. Dit doet de schaarste toenemen of op zijn minst wekt het de gedachte dat de grond zeer schaars wordt. STEEDS WEER NODIG Voor Nederland is bovendien die gedachte van toenemende schaarste beslist geen fictie. Zij wordt voor bouwgrond ook bevoraerd door grootse recreatieplannen. Deze zijn wel nuttig, maar vragen enorm veel grond. Een volgende kostenverhogende factor vinden wij in de vele voor zieningen, die van publieke zijde moeten worden getroffen om de grond als bouwgrond geschikt te maken. Er moeten straten worden aangelegd met veel betere verlich ting dan voorheen om het verkeer van dienst te zijn. Datzelfde verkeer vraagt parkeerterreinen en ruimte voor garages en benzinestations. Aan het wegdek moet alle zorg wor den besteed. Aan de watertoevoer en -afvoer worden de hoogste eisen gesteld. Dit vergt enorme sommen, die uit eindelijk door de bewoners moeten worden opgebracht. Of moeten de ze kosten door de gehele gemeen schap worden gedragen? Dit is een nog niet opgeloste vraag, OPWAARTSE DRUK Bij het maken van uitbreidings- en saneringsplannen moet een ge meente dikwijls aanwezige opstal len kopen. Ook deze kosten moeten er weer uit komen en zij zijn niet gering. Wordt hier wel de nodige zuinigheid betracht? De stemmen hierover zijn nogal verdeeld. Soms ziet men prachtige wijken, die royaal zijn opgezet, maar de grondprijzen zijn er dan ook naar. Als de koper die prijzen hoort, vraagt hij zich wel eens af of de overheid er nu naar streeft de kost prijs zo laag mogelijk te houden of dat zij zoveel mogelijk winst tracht te maken. In elk geval vormt de door de gemeenschap gevraagde prijs voor bewerkte grond dikwijls een stimulans voor anderen om ook maar weer de prijs te verhogen. Er zou dus een druk op de grondprijs komen door berekening van over- heidsgrond tegen kostprijs en door het betrachten van zoveel mogelijk soberheid. Genoemde commissie vindt een grondcomplex van bete kenis op langer zicht goedkoper dan het werken met kleine stukjes. Deze stelling is wel aanvechtbaar, want die grote complexen worden dan zo als gezegd voor lange tijd uit de markt genomen. DUURDER GRONDWERK Wij mogen vanzelfsprekend ni^t vergeten te vermelden dat aan de grond bestede arbeid ook steeds duurder wordt. Evenmin werkt de zich uitbreidende welvaart bevor derlijk voor een lage grondprijs. Er komen meer liefhebbers voor een eigen stuk grond en als er geld is, kijkt men niet op een meter! Vermenigvuldig deze gedachte met zoveel maal duizend en er is op nieuw een oorzaak gevonden voor de vraagkoorts. Hoevelen zijn er niet die een stukje recreatiegrond, al dan niet met vakantiehuisje, pri vé willen bezitten? Nederland groeit m tal ca in grondlasten. Er woont een volk bin nen zijn grenzen dat snakt naar ruimte voor industrie en woongele genheid. Als poort van Europa wordt het een internationaal cen trum, dat vestigingen oproept voor allerlei organen. En al deze aktivi- teit mondt uit in vraag naar grond. Zal er ooit een kentering komen in de prijsbeweging? Het lijkt er nog niet op, maar zodra de inves teringen in bouwwerken afnemen, de koopkracht schaarser wordt, zal Als men de advertentiepagina's ven plaats in het bedrijfsleven be- van de grote landelijke dag- en houden, dan zal die wil moeten cor responderen met het inzicht, dat men dan ook de plicht heeft, op die plaats datgene te geven waarop de werkgever recht heeft. weekbladen, maar ook van de in ons gewest verschijnende couranten en periodieken eens inziet, valt het steeds weer op ,dat er blijkbaar (nog steeds) een groot tekort is aan be—1 drijfspersoneel. Beziet men die ad- Het is daarom een zaak van het vertenties wat meer nauwkeurig, allergrootste belang, met name voor dan blijkt al spoedig, dat met name hen, die al een goede positie in het de grotere ondernemingen veelal bedrijfsleven bekleden maar ook personen vragen van een bepaald voor hen, die een positie daarin wil- niveau; met een bepaalde, :n de ad- J len gaan bekleden zoveel moge- vertenties nader aangeduide voorop- lijk kennis van dat bedrijfsleven te leiding. Wij zeiden hiervoor „nog steeds". De vraag is echter of dit zo blijven zal. Beantwoorden we deze vraag met een „het zou wel aardig zijn, maar waarschijnlijk is het niet" dan geven wij daarvan geenszins' blijk van een ongemotiveerd pessi misme met betrekking tot de toe komst, maar we zijn in tegendeel al leszins reëel. En al houden we er direct reke ning mee, dat het aantal „personeel gevraagd" advertenties op korte ter mijn zal verminderen; wij zullen er echter wel rekening mee moeten houden, dat als het aantal tengevol ge van een veranderde conjunctuur situatie zou verminderen, tegelijker tijd de eisen waaraan het dan nog gevraagde personeel zal moeten vol doen, hoger zullen worden. Het effect van dit laatste is twee ledig: Het is hierover, dat wij hel ditmaal eens willen hebben. Dat het, naarmate er meer grotere be kwaamheden voor de vervulling van een bepaalde funktie gevraagd wor den, moeilijker wordt zo'n funktie te verwerven, ligt voor de hand. Maar dat het voor degenen, a;e (in de periode van hoogconjunctuur) vrij gemakkelijk een funktie hebben gekregen, ook moeilijk kan worden, zich op de eenmaal verworven plaats te handhaven ,is iets, waar aan men nogal gemakkelijk pleegt voorbij te gaan. Was er toen deze laatstbedoelde categorie solliciteerde, nauwelijks enige concurrentie van medebelang stellenden voor de toen aangeboden funktie; in een veranderde conjunc tuursituatie is die concurrentie er wel d.w.z. de werkgever weet dat ze er is. En al willen wij helemaal niet aannemen, dat er binnen niet al te lange tijd weer ingenieurs als buschauffeurs zullen dienst doen; men mag toch niet vergeten, dat, naarmate het aantal beschikbare ar beidsplaatsen kleiner wordt, de prestaties van degenen, die een arbeidsplaats bezetten, mede in het licht van de kleiner geworden moei lijkheid een andere, meer bekwame kracht, te kunnen aantrekken, zul len beoordeeld worden. Wil men dus het „recht" op de eenmaal verwor- er ook matiging worden betracht in de vraagprijs voor grond. Dan ebt de speculatiemarkt, die nog altijd bestaat, snel weg. Op dit ogenblik zullen velen zich plotseling afvra gen wat ze toch met al die ruimte moesten. Wellicht komt er dan eni ge rust in de prijzen met een nei ging tot dalen. Voorlopig lijkt het er nog niet op. De grond wordt steeds duurder en wie zal deze beweging- stuiten? verwerven om aldus hun plicht goed mogelijk te kunnen vervullen. Dat te mogen verlangen is immers het recht van de werkgever! Ook al heeft de werkgever daar in het verleden hoewel hij dat recht ter dege had niet zo zeer op gestaan' Het hedendaagse bedrijfsleven is echter zeer gespecialiseerd. Niet al leen maar naar de soort van onder nemingen, maar ook voor wat be treft de interne bedrijfsorganisatie. Het bedrijfsleven vraagt personeels chefs, arbeidsanalysten, bedrijfscal- culators, bedrijfsstatistiek, werk voorbereiders, enzovoorts. Voor al deze soorten van functies is een ge specialiseerde opleiding nodig maar zoals wij reeds zeiden, vele employé's in bedrijven, die een of meer van deze functies vervullen, hebben die specialistische opleiding niet gehad. Wat ligt er meer voor de hand dan dat deze functionarissen alsnog zo'n specialistische opleiding gaan volgen. Toch is dit eerder gezegd dan ge- idaan. Dergelijke praktijkopleidingen jzoals calculatie of werkvoorberei ding, bedrijfseconomie, statistiek 'enz., veronderstellen veelal een be paalde schoolopleiding' Bijvoorbeeld beeld HBS of ULO-B. En als die opleiding er niet isDan is het niet langer een kwestie van niet willen, maar van niet kunnen...., maar ook van in de hoogste mate kwetsbaar zijn! Met name voor deze categorie mensen, waarvan wij weten, dat zij groot is, heeft het Nederlands Schriftelijk Studiecentrum in sa menwerking met het secretariaat van het Katholiek Werkgevers Ver bond een algemene cursus Bedrijfs kennis samengesteld. In deze leer gang, die acht maanden duurt wordt een inleiding gegeven in de proble matiek van de verschijnselen die zich bij het besturen en doen func tioneren van een moderne onderne ming in het huidige dynamische tijdsbestek voordoen. Deze inleiding is zodanig, dat in aansluiting aan deze cursus Be drijfskennis een voortgezélte specia listische opleiding kan worden ge volgd in bijvoorbeeld calculatie, be drijfseconomie, statistiek, perso neelsbeleid en nog vele andere rich tingen. De cursus Bedrijfskennis is tiaarom met name voor hen die om wat voor reden dan ook geen mid delbare schoolopleiding hebben ge noten, en die, ondanks dit gemis 'n ieidinggevende funktie hebben ver worven, of alsnog zouden willen verwei-ven, het startpunt, van waar- pit zij met succes een min of meer gespecialiseerde hogere bedrijfsop leiding kunnen gaan volgen. In antwoord op de algemene be schouwingen in de Statenzitting van december heeft G.S. geant woord op enkele vragen betreffen de extra-contingenten en krotop ruiming. Zij deelden mee, dat voor 1963 is afgezien van een toewijzing van bouwvolume zoals die voor heen gebruikelijk was. Overal waar concrete bouwmogelijkheden aanwezig zijn, zullen in nauw overleg tussen directie Volkshuis vesting en Bouwnijverheid en het districtsbureau voor de Arbeids voorziening in Limburg in de ver schillende sectoren van de wo ningbouw contingenten ter be schikking worden gesteld. Het nauw overleg tussen directie Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in Limburg, Districtsbureau voor Arbeidsvoorziening in Limburg en provinciaal bestuur, dat vanaf be gin 1963 weer zal plaats hebben, be tekent, dat „eigenlijk" het gehele bouwcontingent in Limburg- wordt samengebracht in één permanente overleginstantie. Men wil de ge spreid aanwezig zijnde bouwcapaci teit in Limburg zo doelmatig moge lijk en zo continu mogelijk inscha kelen en aan bepaalde bouwonder nemingen en gemeenten een conti- nuproduktie voor drie jaar garande ren, hetzij op dezelfde bouwplaats (men denkt hierbij aan de grotere plaatsen), hetzij in samenwer king tussen kleinere gemeenten op het platteland. BOUWPROGRAMMA Daar waar voorshands geen mo gelijkheden op korte termijn aanwe zig zijn, zullen allereerst de lopende programma's verder moeten worden afgewikkeld. Een en ander zal wor den bezien tegen de achtergrond van een over meerdere jaren lopend spreidingsprogramma. „Wanneer op deze wijze de lande lijke impasse in de woningbouw voor wat Limburg betreft zal zijn doorbroken en de resultaten van ons beleid zich beginnen af te tekenen, zal bij de minister zeker de bei-eid- heid aanwezig zijn het primaire contingent 1963 ten getale van 5400 te verhogen, temeer omdat aan ons college beloofd is, dat de minister 'n ruime reserve heeft aangehouden", aldus G.S. Men zal arbeidsbesparende bouw methoden toepassen. Hiervoor is een contingentstoeslag van 25 pet. in het De opleiding ..Bedrijfskennis" is schriftelijk. In de loop van de cur sus wordt een viertal contactbijeen komsten georganiseerd om de les stof mondeling te kunnen toelichten en om gelegenheid te geven voor discussie. Bijwoning van twee van die contactbijeenkomsten (op zater dagen en in Culemborg) is voor waarde om aan het examen te.-kun nen deelnemen. Inlichtingen over dezé leergang Bedrijfskennis ontvangt u op ver zoek van het Studiecentrum Culem borg. vooruitzicht gesteld. De bevordering van de eigenbouw blijft ook in het nieuwe beleid mo gelijk. Tegen de achtergrond van de feitelijke capaciteit zal daarbij aan reeds lang ingediende plannen voor rang worden gegeven. De structuur van het Limburgse bouwapparaat, waarin de kleine aannemers sterk vertegenwoordigd zijn, biedt naar het inzicht van het college voldoende waarborg, dat en de eigenbouwers én de kleine gemeen ten redelijke kansen zullen krijgen. Het Prov. Contactorgaan voor de Volkshuisvestingen de Bouwnijver heid heeft zijn volledige instemming met het nieuwe beleid betuigd: Om het nieuwe beleid kansen te geven, zullen de gemeentebesturen bij de woningwetbouw moeten zor gen voor bouwrijpe gronden en voor het op tijd gereedkomen van bouwplannen. Verder zal de kraan bij de niet-woningbouw sterker moeten worden dichtgedraaid. Wat betreft de wenselijke diffe rentiatie van de woningvoorraad naar huurklassen zou deze verde ling moeten worden gebaseerd op de feitelijke behoeften. Dit probleem zou op landelijk niveau moeten wor den bekeken, aldus G.S. GEEN OVERSCHOT Aan de bestaande aanvragen naar goedkope woningen zou het best kunnen worden voldaan, indien doorschuiving uit goedkope wonin gen naar duurdere woningen zou kunnen worden bevorderd, zo beto gen G.S. Uit de omstandigheid, dat tot nu toe de duurdere woningen in Lim burg over het algemeen snel hun nieuwe bewoners hebben gevonden, mag volgens G.S., niet worden af geleid dat van een overschot aan dergelijke woningen nog geen spra ke is. Conereet zou hiervoor dus in eerste instantie de voorraad aan duurdere woningen moeten worden aangevuld. Complementair is dan vervolgens behoefte aan maatrege len, die doorstroming bevorderen. Het college van G.S. is nog in be raad over een geval, waarin door ge meente maatregelen tot dit doel zijn genomen. In het algemeen moet worden gesteld, dat de plaatsing van gezinnen in woningen met een aan gepast huurniveau een huisvestings aangelegenheid is en derhalve in eerste instantie een taak van Cie ge meenten vormt. ACHTERSTAND Wat de woningproduktie betreft delen G.S. mede, dat volgens hen de achterstand te langzaam wordt weggewerkt indien niet zal worden overgegaan tot een opvoering van de produktie met 7 a 8.000 eenheden per jaar. Pas dan kan er ook sprake zijn van een krotopruimings- en vervangingsprogramma. De redelijke pogingen van het pro vinciaal bestuur tot het verkrijgen van een redelijk aandeel in het lan delijk bouwcontingent zijn tot nu

Peel en Maas | 1963 | | pagina 10