SS) PETROLEUM Griep ASPRO' BEHAAGLIJKE WARMTE Oude Venrayse boerderijen en hun geschiedenis Qoeci gekozen.. ifêamps' JULI4NASINGEL41'tekf. 1061 (K4780) Politierechter Geestelijk artikel voor moderne mensen natuurlijk een oliehaard gestookt met OLIESERVICE K. VAN ELSEN Gevonden voorwerpen Vrijdag 9 novemberKl962 No. 45 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY AH VOOR VFNRAY FW OM^TRFFFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNBMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 VV ErErlVOLÜU VUUl\ Etlllvil I E#IV UiVlO 1 I\uI\Erll PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bultan Venrny 175) Het is een bekend feit dat immi granten zich in den vreemde zoveel mogelijk op een wijze trachten te vestigen, zoals zij het van huis uit gewend zijn. De oude nederlandse nederzettin gen in Zuid-Afrika, op Ceylon, in Oost-Indië en in Amerika laten dit duidelijk zien. Eenzelfde verschijn sel deed zich voor tijdens de z.g. volksverhuizing die ook wat onze streek betreft, voor de aard der be volking beslissend is geweest. Door het Maasdal leidde een der grote wegen die steeds weer door de trekkende volksstammen werd ingeslagen. Steeds weer hebben de naar geschikte plaats zoekende -aq }ip ut- iipe-TjaS uauiuiejssinoA trekkelijk vruchtbare gebied vaste voet te krijgen. Maar ook steeds weer heeft de bevolking geheel of gedeeltelijk, vooral naar de minder vruchtbare en derhalve minder dicht bevolkte gronden moeten uitwijken (streek rond Venray). Tengevolge van deze verschuivin gen, waarvan de eerste geschied schrijvers en ook de oudheidkundige vondsten getuigen, kan zelfs de her komst der volksstammen, waarvan onze huidige bevolking afstamt, met met zekerheid worden vastgesteld. In 't kort komt het hier op neer, dat de uit het Oosten komende Fran ken, de oorspronkelijke bevolking (Kelten) verdrongen, waarna de op dringende Saksen op hun beurt het. land der Franken in hun bezit na men. Dus drie volksstammen, waaruit de voorouders der tegenwoordige bevolking zijn voortgekomen. Iets van deze volksstammen vinden we tex-ug in de bouwbedrijven van on ze boerderijen. DRIE VOLKSSTAMMEN DRIE BOUWWIJZEN KELTISCHE TYPE (langgcveltype) Woning en bedrijfsgebouwen" la gen onder een dak. Het muurwerk was niet hoog en vervaardigd uit met leem besti-eken vlechtwerk, ook wel uit zoden en plaggen. Dit type boerenwoning, vond men in onze streken vroeger hoofdzake lijk alleen op de hogere gronden en zelden als grote boerderij. In de dorpskommen van onze streek tus sen de grote hoeven gelegen, kwa men ze echter meer voor, omdat ze zeer geschikt waren voor een min of meer aaneensluitende bebouwing. Dit verschil wettigt enigszins de veronderstelling dat de z.g Kelten door de nieuwkomers uit het Maas dal naar 't Westen zijn verdrongen of verlof kregen zich in onderge schikte verhouding in het dorp'' of op minder vruchtbare grond te ves tigen. FRANKISCHE TYPE langgeveltype De Franken, die een meer inten sieve kuituur kenden en over beter bouwmateriaal beschikten, hadden oorspronkelijk in de nabijheid van de Maas de beste gronden in beslag genomen. Van huis uit kenden zij een bouw wijze, waarbij woon- en bedrijfs ruimte over verschillende gebou wen vei'deeld waren, die min of meer onregelmatig om het erf ge groepeerd lagen. De ingangen van de boerderij van het huis ,de stal en de schuur be vinden zich meestal in een van de langgevels (Boerderij Rosmolen, Venray- Oos tr um) SAKSISCHE TYPE - kortgeveltype Voor Venray en omstreken is het Saksische Type boerderij wel het meest voorkomende ,al zijn er tal rijk van dit type later tot dwars- huis verbouwd, het z.g. T-type. Onder kortgeveltype wordt ver staan de boerderij waarin de beide korte gevels zijn te vinden: a. aan de voorkant het woonhuis; b. aan de achterkant de stal. Oorspronkelijk was dit hoeve type in de Praehistorie niets anders dan een ruimte gedeeltelijk onder de grond, overwelfd door een dak dat uit huiden, vlechtwerk en stro kan hebben bestaan. In latere perioden kwam, vermoe delijk in verband met het klimaat, alsmede door vermeerdering van de technische vaardigheid der voor ouders, de gehele woonruimte boven de grond. Dit hebben oudheidkun dige opgravingen aangetoond. Op grond van onderzoekingen is komen vast te staan dat dit type hoeve voorkomt in N.O. Brabant, Noord Limburg, Neder-Rijngebied, Land van Nijmegen, Twente, Over ijssel, Drente en aangrenzend ge bied van Duitsland. De Saksen waren voornamelijk veehouders en namen bij hun komst in deze streek voor hun bedrijven grotendeels genoegen met de braak- gronden en de daaraan grenzende heidegronden. Hun hoeven beston den uit één groot huis, woon- en bedrijfsruimten onder één dak. Het grote dak overhuifde oor spronkelijk een grote, ongedeelde ruimte, waar mens en vee een drachtig een onderkomen vonden. In de loop der tijden werd het woongedeelte van de stallencomplex gescheiden door een stenen muur. Uit 't oogpunt van Bouwtechniek bezien, lag het maken van zulk een scheidingsmuur voor de hand, alleen reeds met het oog op een goede ver warming en het brandgevaar. Van de haard af kon de boer oor spronkelijk met een oogopslag zijn gehele bezit overzien, een voordeel dat blijkbaar lang opwoog tegen dat van een scheidingsbuur. Kenmerkend voor de Saksische bouwwijze is de in verhouding tot de lengte, de grote breedte, die een hoog dak nodig maakt, terwijl de muren betrekkelijk laag gehouden werden. Het Venrayse landschap is vlak en biedt aan de wind weinig weerstand. Dit was aanleiding om op de hoge re gronden een laagte als bouwter rein uit te kiezen. De constructie van het bouwwerk was op grote lucht druk berekend, terwijl aan het dak een, voor het afvloeien van de wind, gunstige vorm werd gegeven. Dient nog vermeld, dat die oude boerderijen oorspronkelijk rondom een begroeiing hadden met zwarte eiken. Er was van oudsher een ge woonte om juist eikenbomen rond de boerenhoeven te planten, waar van men het ontstaan wel heeft toe geschreven aan de godenverering in de tijd van het heidendom. Zoals bekend, hebben eiken in 't landschap een grotere trefkans voor bliksem. Het is te betreuren, dat deze prachtige versiering van het landschap, waaraan men op grote afstand de plaatsen der hoeven kon herkennen door het kappen der bo men is verloren gegaan. HOE MEN BOUWDE Tot in de vorige eeuw bouwde de boer zelf met helpers zijn boer derij: de leiding had een boeren- timmerman, die het vak van zijn vader had geleerd en die als voor naamste gereedschap de bijl en de dissel hanteerde. Onder zijn leiding wrd de plaats van de boerderij bepaald, de sleu ven voor de steunbalken en muur tjes werden tot op het witte zand, de vaste grond, uitgegraven. Intussen werden de eiken bornen bekapt tot balken, het geraamte (ge binte) van de boerderij werd met pennen in elkaar gezet, de veld- ovens zorgden voor de stenen en de opvulling tussen de balken kon ge schieden door de metselaars. De dekker zorgde voor het dak met riet of stro. De vloeren werden gelegd op het zwarte zand ofwel vastgestampte leem, soms met inge stampte kiezelsteentjes (met mono gram al of niet met jaargetal), soms ook belegd met rode zachte vloerpla vuizen. Zo bepaalde de traditie van eeu wen de manier van bouwen, het uiterlijk zicht van de boerderij, zo bepaalde ook de traditie de inrich ting van het huis, de stalling, de schuur, groter of kleiner en beant woordend aan de welstand van de opdrachtgever. Maar in grote trek ken het traditionele beeld verto nend. Zo was dit nog in de 19e eeuw. De boerderij, een met aan de streek eigen bouwstoffen sarhengesteld nuttigheidsgebouw, is 'n bescheiden en rationeel volkse landelijke archi tectuur, gegrondvest op de eeuwen lange ervaring van vele geslachten en opgericht naar den aard harer bestemming: het in veiligheid bren gen van het te stallen vee (stal- ruimte) en een voor het boerenge zin bestemd woongedeelte (huisin richting) de ziel van het complex, als middelpunt hiervan was het haardvuur. Van de huiselijke kring, die „ös volk" vormde rond het haardvuur, spreidde het volkse le ven zich uit en vandaar drong het door ons gewest. DOCUMENTATIE VENRAYSE BOERDERIJEN Vele boerderijen van diverse ty pen zijn in de loop der jaren (o.a. door oorlogshandelingen en verval) uit het Venrayse land verdwenen. Uit de dorpskern van Venray zelf, waar naast de Keltisch-Frankische vormtypen, eveneens het Saksische bouwtype voorkwam, zijn ze eerder afgebroken dan op het platteland om Venray. Zij moesten plaats ma ken voor de burgerwoningen en voor de neringdoenden. Overlevering, oude foto's en kaar ten kunnen ons nog enig uitzicht geven hieromtrent. Slechts de ouden van dagen kennen nog o.a. de Tol, de Ark, het hoge huis, Jagershuis, de hoeven van Touwes Mieke, Ties Boer, Bert Zeegers, het Stepke etc. In de kerkdorpen en gehuchten een PONTIAC daar kunt U van op aan. 2 Jaar gratis verzekerd. Horlogerie rond Venray vinden we nog vrij veel hoofdzakelijke hoeven van het Saksische type en tot dwarshuis ver bouwde boerderijen. De meeste Saksische boerderijen, die hun bouwvorm nog ongerept be waard hielden zijn o.a.: Merselo-Weverslo Beekerhof, Fiethof, Huynhof, Bij te Minte (thans schuur), Mai-tiene- plats, Siemus-Huuske (vervallen). Gedeeltelijk verbouwd of dwars huis: Wertsplats (1652), Giezen-Han- nus (1750), Nadese-plats (7116), De Kamp. Van al deze boerderijen spant de Martiene-plats (v. Osch) onder We verslo de kroon. Hier vinden we het best bewaarde Saksische boerderij- complex onder Venray. De Schob, Hoeve, Schuur met voormalige schaapskooi, put en bakhuis. Veltum - Wieën - Heide Smits of Huube-plats (dwarshuis), Zandman, Hendrikke (dwarshuis), Bij de Wèver, Theuws-plats (dwars huis), De Liet (met pakhuis en put). Is van oorsprong uit de 16e eeuw. Leunen en omgeving Huube-plats, Kaons-plats, De- Laëste, Op de Goor. Oude schuren van Saksische boerderij-type: Op den Adam (Alem?); Op het Riet; De Hoef; In de Locht. Oirlo - Castenray Aan Bezouw; Lomshof (thans schuur); Notenberg (vervallen); De Thuyl (dwarshuis, 1667). Vens-plats en oude schuur; Wie- ne-plats (1745); Bij Heuvelmans; Bij Smuldei-s en oude schuur en bak huis; Bij „Petter Jenne" (verbouwd, We hebben hier slechts een greep gedaan en zijn veri'e van volledig met de opgave van deze gegevens. In werkelijkheid is door ondei'gete- kende in de loop der jaren een schat van gegevens bijeen gebracht. Zij vormen thans een waai*devol- le documentatie, waarin we o.a. af beeldingen (foto's of tekeningen) vinden. Ook van reeds verdwenen boerderijen. En jaartallen in ankers of in stenen gegrift, ook in balken van de schuur. Door welke families zij werden bewoond, etc. Dat het verzamelen van gegevens omtrent de Venrayse boerderijen 'n vrij urgente kwestie is, wordt dui delijk als men bedenkt, dat van de authentieke oude boerderijen er reeds zeer vele zijn verdwenen zon der te zijn vastgelegd en dat het overige deel der overblijvenden vroeg of laat dezelfde weg zal vol gen. Daarnaast betekenen de ruil- en herverkaveling, de steeds voort schrijdende verburgelijking van het platteland en de vergankelijkheid van de bij de boerderijbouw ge bruikte materialen, waar naast brand, verwaarlozing en verval door ouderdom voortdurend nieuwe slachtoffers vragen, het in snel tem po verdwijnen van talloze oude boerderijen. Het gaat hier om uitingen van 'n cultuur en gemeenschapsleven, ge baseerd op een traditioneel leven. De boerderij bepaalt ook het archi tectonische aanblik van het platte land en zij weerspiegelt in haar ge schiedenis het leven en het bedrijf van een zeer belangrijk deel van onze Venrayse bevolking. Bernard Kruysen ofl« «mftrtuwra •1AKM *VP0tl«k«n Itóïticut C f S De zon scheen stralend uit een blauwe lucht, de vogels kwetterden in de bomen, de nijvere bijen zoem den af en aan en de atmosfeer werd bezwangerd door de volle geur van bloeiende rozen. Om kort te gaan, het was uitgesproken A.O.W.-weer. De 66-jarige verdachte wandelde vergenoegd in zijn tuin, luisterde naar de vogels, hield zich de mug gen van het lijf en trok vreedzaam aan zijn pijp. De donderslag die in de boeken altijd bij heldere hemel komt, werd in dit geval gevormd door het re gelmatig getik van 'n hegge-schaar. De bejaarde wandelaar merkte het getik plotseling op. Hij gunde zich de tijd niet zijn pijp naar behoren uit te kloppen. Met een voor zijn ja ren opmerkelijke snelheid begaf hij zich weer in de richting van het ge tik, beende over het gazon, huppel de door de border en kwam tot stilstand voor zijn bloedeigen rozen haag. Dit was de rozenhaag, die hij eigenhandig had geplant en vertroe teld, bemest, begoten en gesnoeid en tot grote bloei gebracht. Dit was bovendien de rozenhaag, die de doornige afscheiding moest vormen met het terrein van de zeventig jarige buurman, de tweede verdach te in deze zaak. Het ritmisch getik ontstond aan gene zijde van de rozenhaag. De oorzaak is zonder meer duidelijk: de 70-jarige buurman en medeverdach te was met zijn heggeschaar doende de bloeiende haag aan de kant van zijn domein te kortwieken. De 66-jarige hipte over de haag gelijk een mus over een sigaretten peuk. Tegelijk stond hij van aan schijn tot aanschijn met de hegge schaar, die zijn kostelijke rozenhaag teisterde en met de 70-jarige buur man, die de heggeschaar schaamte loos bestuurde. Het onderhoud, dat hierna volgde was zeer beknopt neergelegd in de beide dagvaardingen, die de mannen voor het hekje van de politierech ter riepen. De 66-jarige zou ter ver dediging van zijn rozen de buurman èen ferme oplawaai hebben gegeven. De 70-jarige op zijn beurt zou de ander met de heggeschaar hebben behandeld, alsof hij een rozenhaag was. Beide mannen ontkenden ijverig, zonder hun argumenten kracht bij te zetten met de waardigheid, die zij aan hun grijze haren hadden kunnen ontlenen. De ander had het wel gedaan. Buurman zelf niet. En de andere buurman ook niet. In dit spel van nietes-welles kwam de officier van justitie overpind om officieel welles te zeggen. Hij vond beide gevallen bewezen. Hij vond ook dat de 70-jarige met zijn heg geschaar meer dan hinderlijk is ge weest. Dus eiste hij tegen de man van 66 met de rozen vijftien gulden boete, maar tegen de 70-jarige schaarbestuurder vijftig gulden. De rechter kwam bij de bejaarde rozenkweker niet aan een veroorde ling toe. Hij ontsloeg de man van rechtsvervolging. De 70-jarige met de heggeschaar hield evenwel zijn vijf tientjes boete. Maar tussen de beide tuinen staat de geteisterde ï'ozenhaag gelijk een tamme kraai, die aan één zijde is gekortwiekt. Sinds die tijd is het daar alsof de zon niet meer zo hard straalt, de vogels niet meer zo opgewekt kwetteren en de bijen niet meer zo nijver zoemen. „Alsof de ratten d'r aan hebben zitten vreten", zei de oude eigenaar giftig. i GEMASKERD BAL Een gemaskei'd bal is spannend. Men zoekt tevergeefs naar het eer ste herkenningspunt, de ogen. Zij zijn .verhuld achter nauwe spleten in het masker, dat gemakkelijk nog andere herkenningspunten bedekt. Uit hetgeen er aan herkenbaars overblijft zoekt men dikwijls tever geefs naar de persoon, die er achter schuilt. Het leven heeft veel overeenkomst met een gemaskerd bal en is min stens even spannend. Wanneer we eerlijk in onszelf kiiken, dan moe ten wij bekennen, dat wij kiekeboe spelen met onze medemens. Wij la ten hem net zoveel zien, dat hij niet goed weet wie hij nu werkelijk voor zich heeft. Wij doen vrolijk met een schreiend hart en wanneer er teer geluk in ons hart is, dan doen wij stug om dit geluk niet te laten schenden in andermans han den of woord. Het is maar zelden, dat de mens zichzelf opent voor een ander. Hij kan het alleen bij diegene, die hij lief heeft en van wiens liefde hij zeker is. Bij gelukkig getrouwde mensen kunnen wij die openheid SCHOON ZUINIG WARM Prins Hendrikstraat 18 VENRAY - Tel. 1834 waarnemen. Daar hebben twee men sen zich werkelijk aan elkaar over gegeven. Het is niet zo moeilijk te raden, waarom wij de luiken voor ons diepste innerlijke leven dicht laten. Het is omdat wij ons kwetsbaar we ten zodat wij onze intiemste gedach ten eenvoudigweg aan een ander niet zouden kunnen toevertrouwen. Maar juist in die innerlijkste ge dachten zijn wij het meest onszelf en daar vindt de ontmoeting plaats tussen God en mens. Voor Hem we ten wij ons de naakte mens, die niets kan verbergen. Voor hem be kennen wij onze schuld, onze onze kerheid, Die „onze harten en nie ren doorgrondt". Ons hele leven is een gemaskerd bal voor de mens, maar voor God is er geen demasqué. Voor Hem kunnen we ons niet anders voor doen dan wij zijn. En hierop slaat Christus' verma ning, dat wij niet over anderen moeten oordelen teneinde niet de kans te lopen zelf te worden ver oordeeld. Ons oordeel kan zelden de mens recht doen, omdat wij niet in zijn hart kunnen kijken. EL CID IN VENRAY EL CID is een grootse film gewor den die zich kan scharen in de groep van Ben Hur, de Tien Ge boden e.a. 50 miljoen gulden waren nodig om dit heldenepos in beeld te brengen en twee van de grootste sterren ver leenden hun medewerking. Chax-lton Heston de winnaar van de academy ward, die reeds eerder grote rollen vertolkte in Ben Hur en de Tien Geboden, speelt thans op onovertref bare wijze de legendai-ische figuur van EL CID. Sophia Loren eveneens een oscar winnares, speelt de prachtige rol van Chimene. Kosten noch moeiten werden ge spaard om van deze film 'n mijl paal in de cinematografie te maken. De Technirama 70 mm camera's met hun kristalheldere beeld werden gebruikt om een middeleeuws epos in prachtige kleuren weer te geven. EL CID is het verhaal van een edelmoedig man wiens verdraag zaamheid hem bijna tot een verra der van zijn eigen koning en volk maakte. Het bittere lot der balling schap viel hem dan ook ten deel. Zijn leven werd beheerst door lief de voor zijn land, zijn stad Valen cia maar bovenal door die van een vrouw Chemine, van wie hij zo vaak door het slagveld werd gescheiden. EL CID is niet alleen maar een epos waarin een kleurrijke avon tuurlijke tijd met c^uels en veldsla gen op grandioze wijze herleeft. EL CID is bovenal een film die tegen de magistrale achtergrond van het Spanje der 11e eeuw een lief desdrama vertelt zoals de geschie denis maar zelden heeft gekend. EL CID is dan ook vooral een film die vrouwen midden in 't hart treft en men kan tenslotte besluiten door te zeggen dat EL CID een unie ke film is. Kinderarmbandje, J. Verstappen, Pr. Beatrixstraat 5; blauw ceintuur, roze vulpen, licht bruin garbadine jongensjas, witte spatlap van rij wiel, zilveren kettinkje met Maria medaillon, wit kinderschoentje, Po litiebureau; vierkante damesbeurs met inhoud, A. de Jong, Stations weg 22; VW wieldop, Gommans, Smaklerweg 15; etui met kammetje (bruin), Smits, Stationsweg 46; brui ne herenportemonnaie met inhoud, van Opbergen, Kolkweg 15; witte sjaal met groene noppen, de Vos, Pr. Bemhardstraat 21; wit kussentje uit reismand, Nagelhout, Grotestraat 5a; zak stro in plastic, G. Janssen, Oranjestraat 12; bruine portemon- naie met foto's e.d., herenbril met zwart montuur, Politiebureau; touw 5 meter lang, Hoenderstraat 47; bruine lederen portemonnaie met inhoud, A. Swachhoven, Julianasin- gel 13; wit kinderschoentje, Politie bureau; rozenkrans met etuitje, Zwitserlood, Bergweg 4; stalen duimstok, Langstraat 51; gekleurde hoofdsjaal, Lucassen, Oude Oostr. weg 29; kinderbeursje rood met wit, lederen portefeuille met persoons bewijs, gestreepte das, bruin school tas, Politiebureau; bruine jongens- beurs met inhoud, Landweertweg 8; rijwielsleuteltje, Politiebureau; wiel dop VW, Politie Oostrum; beige kin derschoentje, van Diepen, Esdoorn- straat 9, Venray; zakmes met kur kentrekker, bruine portemonnaie, Politiebureau; dames polshorloge, Hendricx, Grotestraat 5; heren handschoen, Wismans, Oude Oostr. weg 5; stalen meetstok, Kleuskens, Horsterweg 17; zwarte jonge hond. zuster Leenders, p.a. Slagerij Leen- ders; 2 terlenka rokken, Oudenho ven, Oranjestraat 6; zwarte hond, Verheijen, Beukenlaan 29; Marok kaans lederen portemonnaie, Po litiebureau; broeikist, J. v. Dijck, Overloonseweg 91; 5 vakantiebon nen, Janssen-Clevers, Henseniusstr. 8; linker dameshandschoen, Politie bureau; reserve wiel compleet van een Opel, Sanders, Ch. Ruysstraat 3: oude boekentas, Politiebureau; gar badine regenjas, Veltum 12; big- ben regenjas, Aben, Servatiusweg 20; 3 strengetjes garen, Strijbosch, Arkstraat 1; rijwielsleuteltje, Mo- rees, Stationsweg 184; stromat, Pee- ters, Langeweg 36. Bescherm u tegen Rilj^rig? Onprettig? Vlug:

Peel en Maas | 1962 | | pagina 5