Overpeinzingen
C
PETROLEU
De boerderij als bijverdienste
Militaire oorlogsslachtoffers
BEHAAGLIJKE WARMTE
Politierechter
mi/IH! !/M([!
JULIANA5INGEL41 1061CK4780)
voor moderne mensen
natuurlijk een oliehaard gestookimet
OLIESIRVICE K. VAN ELSEN
kankerbestrijding
Vrijdag 5 oktober 1962 No. 40
Orie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF NV. VENRAY WFRK"RT AD VOOR VFNRAY FN OMSTRFKEN ADVERTENTOPRUS 8ct. ptt ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 VV EtEtlVOL/iU VUUI\ V EtlllvA I HgIV VJIVIO I PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray 1.75)
KONTAKTBIJEENKOMST TE VENRAY
Vanuit het gehele Noord- en
Midden-Limburgse gebied waren de
militaire oorlogsslachtoffers naar
Venray gekomen voor hun jaarlijk
se kontaktbij eenkomst. Deze kon-
taktbij eenkomst zal met gouden let
ters geschreven worden in de an
nalen der Bond, want met name het
Venrayse gemeentebestuur had hier
getoond deze vaderlanders waar
voor de oorlog nog steeds voort
duurt vorstelijk te zullen ont
halen.
Het medeleven van de Venrayse
overheid aldus de voorzitter van de
afdeling zuid, de heer Nanninck,
doet ons zo goed. 25.000 oorlogs
invaliden en weduwen verheffen
wel hun stem, maar de overheid
hoort niet. Men hoort niet onze re
delijke verlangens. Nog altijd heb
ben zij een minimum pensioen. Nog
altijd worden er kortingen toegepast
voor hen, welke de mentale kracht
hebben weten op te brengen, om
zelfs geheel invalide zijnde, nog te
gaan werken en dikwijls op de
plaats waar zij staan voor 100 pro
cent werkkracht geven, een presta
tie derhalve van 200 pet. te leveren.
De voorzitter van de afd. Noord
en Midden-Limburg, de heer Seelen
uit Maasbree was het Venrayse ge
meentebestuur ten zeerste erkente
lijk voor de spontaniteit waarmee
zij de Bond was tegemoet getre
den en voor de verzorging. Wij, oor
logsslachtoffers, aldus de heer See
len, wij hebben onze. plicht gedaan
voor het vaderland, wij zijn dit niet
vergeten en wij dragen ons offer
mee tot in ons graf. Wij wensen
geen medelijden, maar wel begrip en
zeker van de overheid.
Burgemeester mr. Custers sprak
tijdens de ontvangst ten gemeente
huize. Hij zei dat het in de week dat
Venray zijn wederopbouw viert
zeer passend was de militaire oor
logsslachtoffers van Noord- en Mid
den-Limburg te ontvangen in Venray
omdat er een zekere band zal blij
ven bestaan tussen Venray en de
slachtoffers, meer dan welke plaats
ook, gezien de offers welke er voor
de bevrijding van Venray zijn ge
bracht. Wij gezonden, moeten met
bijzonder veel erkentelijkheid, met
vriendschap en belangstelling zon
der medelijden U tegemoet tre
den als erkenning voor het offer
door U gebracht. Venray, zeer zwaar
getroffen door de oorlog, ontvangt
U echter met hart en ziel.
H.E.H. Deken Loonen sprak dat
het goed is van tijd tot tijd herin
nerd te worden aan de offers welke
door velen zijn gebracht. Vóór de
ontvangst ten gemeentehuize door
het college van burgemeester en
wethouders werden door de voor
zitters van de afdelingen Noord- en
Midden- en Zuid-Limburg kransen
gelegd bij het oorlogsmonument.
Deken Loonen ging hier voor in
gebed en een hoornblazer van Ven-
rays Koninklijke Harmonie Euterpe
gaf het signaal The Last Post
Door het gemeentebestuur werd
aan alle deelnemers een koffietafel
aangeboden in 't romantische Prin
senhof, een koffietafel waaraan het
aan niets ontbrak. Goede sfeer, pas
sende muziek en wij zagen zelfs dat
de nodige paren het waagde op de
spiegelgladde dansvloer.
Ook tijdens de maaltijd werd er
veel gesproken, o.a. door de heer E,
Bartels, voorzitter van de Katholie
ke Invalidenbond St. Liduina, wel
ke eveneens gewaagde van dat voor
de invaldien nog steeds de oorlog
blijft voortduren, maar dat er een
kentering te bespeuren viel ten op
zichte van het helpen door de over
heid.
Aan mevr. Custers, de echtgenote
van Venrays burgemeester, viel de
eer te beurt aan de heren Martens,
Leunen; Verwey, Mook; Bongaerts,
Venlo; Koenen, Roermond; Verhaeg,
Horst en Backus, Blerick de onder
scheiding voor het 10-jarig lidmaat
schap van de N.B.M.O. uit te rei
ken, terwijl een deputatie de onder
scheiding ging uitreiken aan de heer
Vullings uit Sevenum, 'welke die dag
in het huwelijk trad.
Venray wordt de parel der Peel
genoemd, maar in de harten van de
militaire oorlogsslachtoffers en we
duwen, welke zaterdag gastvrijheid
hebben genoten, is Venray de parel
aan de kroon der gemeenten van dit
gewest geworden en wij zijn over
tuigd dat het geen jaren gaat duren
eer dat Venray weer gastvrouwe zal
worden voor deze Bond.
MISDADIGHEID ONDER DE
JEUGD STIJGT NOG STEEDS
Volgens een mededeling van het
Ministerie van Justitie stijgt de mis
dadigheid onder de jeugd nog steeds.
Een berekening van het Centraal
Bureau voor de Statstiek toont in
derdaad aan, dat in 1960 het permil-
le misdadige jeugd is gestegen van
44 tot 47.
Het terrein waarop deze jonge
mensen zich bewogen betrof voor
namelijk verkeersmisdrijven, dief
stal, verduistering, mishandeling en
vernieling.
De jeugdige misdadigers hebben
daarvoor hun straf gekregen, vaak
gevangenisstraf. Maar wij vragen
ons toch wel af of in vele gevallen
de ouders niet schuldiger zijn. Na
tuurlijk de ouders zullen vaak ge
schrokken zijn en gezegd hebben:
hoe kan dat nou? Hoe kan hij nou
zo iets doen? We hebben hem toch
steeds een goed voorbeeld gegeven!
En de politie zal inderdaad beamen
kunnen, dat de jonge misdadiger uit
een net milieu komt.
-•STEEgjjgqflF
Toch is het z.g. nette milieu geen
garantie. De beste garantie biedt
nog steeds een stevige gezonde op
voeding, welke aan een kind ook
iets durft te weigeren. Dagelijks zien
wij om ons heen hoe in de gezinnen
de ouders aan de kinderen toegeven,
hoe zij hen verwennen en opvoeden
tot nare egoïstjes.
Gemakzucht van de ouders be
zorgt de kinderen de snoep, het uit
gaan, de vrijheid. Een paard went
men aan het bit, de. hond aan de
band, de poes aan haar bak, maar
de kinderen went men niet aan de
tucht, vooral niet aan de zelftucht,
voorwaarde voor een werkelijke vol
wassenheid.
Veel ouders zullen in hun hart
moeten bekennen, dat hun kind een
egoïst is, maar dat zij het zelf zo
hebben gemaakt .Van egoïsme naar
midsdaad is maar 'n kleine stap.
TE GROTE AFSTAND
Wij hebben weer een Universi
teitszondag gehad. Op duizend en
een manieren is de aandacht van de
katholieken op de Universiteit ge
richt, ten minste wanneer zij hun
krant niet dichtvouwden, toen zij
daarover iets geschreven zagen of
de knop van de radio omdraaiden,
wanneer een spreker achter de mi
crofoon erover begon. En wanneer
men luisterde of las, dan was het om
te horen, dat de universiteit mil
joenen tekort komt. Grote bedragen
maken op de mensen geen indruk
meer. Zelfs de miljardendan6 van
de minister van Financiën gaat
langs de kleren van de mensen heen.
De bedragen zijn zo groot, dat men
zich eenvoudigweg niet realiseert
hoe groot ze wel zijn. Toch verdient
de Katholieke Universiteit en ande
re inrichtingen voor universitair on
derwijs zoals de Tilburgse Hoge
school een daadwerkelijke belang
stelling der katholieken, want het
zijn hun instellingen. Zij zijn moge
lijk geworden door de giften en ga
ven van heel het katholieke volk. De
instellingen zijn er ook voor de ka
tholieken.
Toch is de afstand tussen de ge
wone katholiek en de hoge weten
schapsbeoefening te groot. De uni
versiteit is in de ogen van velen een
onbereikbare hoogte, waarvan zij
niets begrijpen kunnen.
Maar wil de universiteit in de
harten der gewone mensen blijven
dan moet zij hen aanspreken in een
taal ,die de gewone mensen ver
staan. De betekenis van de Univer
siteit voor de wetenschapsbeóefe
ning, voor het geloofsleven en voor
de maatschappelijke verheffing van
de katholieken kan en moet katho
liek gemeengoed zijn.
Maar deze taak van de public re
lations wordt van de zijde der Uni
versiteitsbestuurderen nog te weinig
beoefend. Wordt het geen tijd, dat
dit gaat gebeuren. Het zou in het
belang van de universiteit en hoge
school zelf zijn, vooral ook met het
oog op bovengenoemde tekorten.
Daarnaast zouden vele afgestu
deerden aan deze universiteit
wiens studie mede mogelijk is ge
worden „door het penningske van
de weduwe" ook t.a.v. de „reclame"
voor deze universiteit iets meer
kunnen doen, dan in het betrekke
lijk kleine kringetje intellectuelen te
blijven
_.=bjT rarnnfnirsitifrfraï
Q>
In ons land komen rond 70.000 be
drijven voor met agrarische pro
duktie, zonder dat de eigenaars
daarvan hun hoofdberoep maken.
Onder „bedrijf" verstaan wij hierbij
een produktie-eenheid, die meer
voortbrengt dan de eigenaar met
zijn gezin opeet. Hij levert dus wel
degelijk aan het economische ver
keer en produceert niet uitsluitend
voor eigen gebruik. Om de zaak
meteen duidelijk te maken, zullen
wij een aantal kategorieën opsom
men:
1. fabrieksarbeiders e.d. mensen in
dorpen met industrievestigingen;
2. landarbeiders met „eigen hoekje
grond" of kleine veestapel;
3. renteniers of gepensioneerden,
die „nog wat om handen willen
hebben";
4. handelaren, vooral in vee of
paarden, met wat weiland en
stallen;
5. buitenplaatsen, landgoederen enz.
met boomgaard, tuin, soms zelfs
weiland met vee en paarden;
6. instituten, ziekenhuizen, stichtin
gen enz. met eigen boerderij of
tuinderij
7. kerkgenootschappen die soms
grond bezitten en fondsen vor
men via het weiden van vee, bijv.
kerkschapen;
volkstuinders e.a. amateurs, die
soms ook derden van groenten,
fruit of bloemen voorzien.
Soms kan zo'n kategorie door
haar totale produktie grote econo
mische betekenis krijgen. Zo neemt
men b.v. aan, dat volkstuinders, an
dere amateurs en „zelfvoorzie tiers"
in ons land 1015 pet. van de totale
Nederlandse produktie groenten
voor hun rekening nemen. Uiteraard
gunt iedereen dat hun van ganser
harte, maar het betekent toch 10-15
pet. minder afzet op de binnenland
se markt voor onze tuinbouw. Nu
is geen andere tak van bodemprc-
duktie zo sterk op de uitvoer gericht
als de tuinbouw en daarom maakt
onze tuinbouw er zich niet druk
over. Evenmin hoorden wij ooit van
bezwaren tegen de produktie van de
kategorieën 2 t.m. 7.
Trouwens, als grote inrichtingen
een eigen boerderij of tuinderij heb
ben, dan wil dat toch al zeggen, dat
er een of meer „beroepsboeren" of
tuinders bij betrokken zijn. Want
zonder vakkundige leiding kost de
produktie meer dan zij waard is.
Daarom ontbreken in ons lijstje
nog twee andere categorieën, die tot
12 jaar geleden nog wel betekenis
hadden. Dat waren de welgestelde
stedelingen, die een rustig leven op
het platteland verkozen en dus er
gens een „hoenderpark" begonnen
en dat waren de burgers, die zich
lieten beetnemen en zonder vakken
nis de champignonteelt in kelders,
schuren of bouwvallen begonnen.
Nadat zij hun geld verspeeld had
den, verdwenen zij weer uit het
nieuws
Het gaat hier tegen de eerstge
noemde kategorie.
VERZET IN DE ZANDSTREKEN
De zandstreken van het oosten,
zuiden en midden van ons land ken
nen vanouds het gemengde bedrijf
met varkens en kippen. Dat is in
grote trekken nog zo, zij het dat de
„ontmenging" of specialisatie thans
grote vorderingen maakt. Speciali
seert men zich op kippen (leghen
nen of slachtkuikens), dan houdt
men het bouwland wel aan omdat
graan en stro beide benut kunnen
worden en in de weiden loopt dan
naast wat vetweiders nog wel een
melkkoetje, maar tijd en geld spen
deert men in hoofdzaak aan één be-
drijfsdeel: de kippen. In mindere
mate gaat dat ook op bij de var
kenshouderij, zij het dat die relatief
minder tijd vraagt.
Nu weet men, dat de resultaten
van beide, de varkenshouderij en de
pluimveeteelt, al sinds een jaar
eigenlijk bedroevend zijn. Slechts bij
veel geluk en zeer grote deskundig
heid is daarin nog een redelijke be
loning te vinden. Er is af en toe een
aarzelende tendens naar markther-
stel, maar als men bv. weet, dat in
het afgelopen broedseizoen 20 pet.
minder eieren zijn ingelegd dan in
het seizoen daarvoor en dat deson
danks de eierprijs te laag blijft, dan
is men weinig optimistisch. Het her
stel gaat in ieder geval zeer, zeer
langzaam.
/Onder deze omstandigheden rijst
verzet tegen de agrarische produk
tie door hen, die overdag fabrieks
arbeid verrichten. Van hon bestaat
geen nauwkeurige statistiek maar
men mag aannemen, dat het om ze
ker 5.000 bedrijfjes gaat. Zij kunnen
tot enige hectaren groot zijn on men
vindt er dan zelfs melkkoeien,
jongvee of vetweiders. En soms ook
stalletjes, zij het gebrekkige.
KIND KAN WAS DOEN
Sociaal gezien is dat al geen voor
deel, want bij een negenurige werk
dag op fabriek of in garage of
werkplaats is het niet aan te beve
len 's morgens voor dag en dauw
een paar koeien te melken en dat
s avonds weer te doen. Het land zou
uitstekend kunnen dienen om ande
re bedrijven te vergroten. Maar ook
zonder grond doch met een ruim erf
kan men al vrij wat produceren, als
men stalruimte heeft.
Pluimvee en varkens vragen wei
nig grond. Vaak heeft men wat ka
pitaal door grondverkoop, maar ook
zonder dat speelt men in gebrekkige
hokken nog wel wat klaar. Overdag
kan moeder de vrouw wel een oogje
in het zeil houden als dat nodig is.
Dus zaterdags kan uitgemest en
schoongemaakt worden. Wat is daar
nu tegen?
Dit, zeggen de boeren: om bakker,
slager, kapper, smid en vele andere
beroepen uit te oefenen moet men
een vergunning hebben krachtens
de Vestigingswet Bedrijven plus een
vakdiploma, maar de markt beder
ven met agrarische produktie, dat
mag blijkbaar iedereen zonder di
ploma of vergunning! Men voegt er
aantoe, dat deze mensen vaak niet
goed rekenen kunnen en geen belo
ning voor hun extra arbeid ontvan
gen, maar desondanks doorgaan,
want het is vaak liefhebberij. Er
zijn er echter, die deze liefhebberij
uitbreiden tot tientallen, soms 100
mestvarkens. De veevoederhandel
levert wel op krediet en soms de
varkens erbij! Ook de coöperaties
zijn reeds coulant bij hun leverin
gen, want men zoekt afzet.
EEN UITERMATE MOEILIJK
VRAAGSTUK
Men kan opmerken, dat de totale
produktie van deze „outsiders" mis
schien nauwelijks 10 pet. bedraagt
van de totale produktie in een ge
bied. Maar dat helpt niet, want juist
zo'n 10 pet. extra kan de markt ver
storen en de prijzen bederven. Bo
vendien kan een beroepsboer, die
loon voor zijn arbeid moet hebben
omdat hij van zijn produktie leeft,
nooit op tegen hen, die met geringe
beloning tevreden zijn omdat de
liefhebberij er een rol bij speelt. En
wat de gebrekkige stallen betreft:
het moet al erg zijn wil een varken
er minder snel door groeien of een
koe er minder melk door gaan
geven. De moeizame arbeid neemt
men toch voor lief
Men kan ook antwoorden, dat de
georganiseerde landbouw dan maar
degelijk voor vestigingsvergunnin
gen, eisen van vakbekwaamheid en
kredietwaardigheid volgens model
van de Vestigingswet Bedrijven en
de daarop gegronde uitvoeringsbe
sluiten (volgens welke deze wet ach
tereenvolgens voor tal van bedrijfs
takken toepasselijk werd verklaard)
hadden moeten zorgen. Dat argu
ment snijdt hout, want enig diploma
bezitten deze mensen vaak niet.
Maar daarvoor is het nu te laat.
Wat dan? Verbieden tenzij het
alleen voor eigen gebruik gaat? Ja,
dat was wel aan te bevelen, want
het gaat niet aan andere bedrijvig
heden zwaar te beschermen en de
minstens even belangrijke landbouw
niet.
HET IS NU TE LAAT
De eisen aan de middenstanders
gesteld gaan vaak zo ver, dat som
mige dorpen hun ambachtslieden
verliezen, maar de wet wordt ge
handhaafd. Maar de agrarische pro
duktie verstoren mag iedereen. So
ciale belangen? Die spelen hier niet
mee. Het heeft geen cent recreatieve
waarde, dat 'n monteur of fabrieks
arbeider na zijn dagtaak 100 mest
varkens of 400 legkippen of 1000
slachtkuikens gaat verzorgen: dat is
nauwelijks ontspanning te noemen.
Laat de man, die niet kan ophou
den met werken, dan aardappelen,
groenten, bloemen en fruit voor zijn
gezin gaan kweken, gaan knutselen
of aan sport doen, dat is allemaal
gezonder dan uren te verblijven in
veestallen. Doch wat de klagers ver
geten is, dat het voor ingrijpen al
te laat is. De E.E.G. is in aantocht
en de Duitsers zijn geweldig voor
zulke uitslovers, de Belgen en Fran
sen houden niet van al te diep in
grijpen in persoonlijke zaken.
Daar komt nog bij, dat onze uit
slovers eigenlijk.bijzonder goed
koop produceren. Ze zijn immers
met weinig winst tevreden en ar
beidsloon rekenen ze niet. Ofschoon
wij voorstanders mogen zijn van het
zoeken naar de goedkoopste produk-
tiewijze ligt hier echter toch een
grens. De goedkope produktie (be
ter: de marktverstoring) moet niet
verkregen zijn op zo'n manier.
Voedsel is onmisbaar, daarom
dient het produceren daarvan ook
een redelijk bestaan te geven. Wil
men dus dit kwaad aanpakken, dan
zal dat georganiseerd moeten ge
schieden en men zal het meteen in
ternationaal onder de loep moeten
nemen. Want men zal in Nederland
niet meer een regeling aanvaarden
die straks in EEG-verband weer
losgelaten moet worden. Als men dit
beseft, kan het kwaad bestreden
worden. Kleinzieligheid zij ons
vreemd, maar belangrijke agrarische
produktie voorbehouden aan boeren
lijkt ons redelijk.
SCHOON ZUINIG WARM
Prins Hendrikstraat 18 - VENRAY - Tel. 1834
Hij had het rood-gestreepte jas
je niet aan, maar verder was dit de
huisknecht die men in kluchtspelen
steeds op het toneel ziet verschijnen.
Hij snoof luidruchtig door een neus,
die aangeraakt scheen door de roze-
vingerige Eos, de godin van de mor
genstond, en aan zijn oogjes te zien
had hij pas de ingrediënten schoon
gemaakt voor het uiengerecht, dat
sommige mensen stomp-stamp noe
men.
„Dat is mijn geboorteplaats, edel
achtbare", zei hij.
„O, dacht je dat je je in je ge
boorteplaats wel te buiten mocht
gaan!" riep de rechter.
Geenszins, edelachtbare geens
zins. Maar ik dacht, kom, laat ik
eens kermis gaan vieren in mijn ge
boorteplaats, edelachtbare. Dat doe
ik elk jaar, edelachtbare." Daarbij
bewijzend de trekkracht van de ge
boortegrond
Aan beleefdheid schortte het deze
verdachte niet en het zou niemand
hebben verbaasd als hij tegelijk met
zijn vonnis een flinke fooi van de
rechter had gekregen. Doch in feite
hadden wij hier te doen met een
wolf in huisknechtkleren. Want als
goed begin was hij alle café's van
zijn geboortedorp afgegaan. Daar
trof hij oude schoolmakkers aan,
wier haren en streken met de jaren
minder werden. Maar jeugdherinne
ringen en jenever deden het hunne
om deze kermis een drama te ma
ken. Want wat deed onze heer
Hij stapte na vele omzwervingen bij
zijn vroegere buurman naar binnen,
zonder eerst de deur open te doen.
Dit gaf heel wat splinters en daar
om was er een civiele vordering van
37,50 wegens reparatie van de ver
nielde deur.
„Je was dronken, hè?" begon de
rechter.
„Nou, dronken is het woord niet,
edelachtbare".
„Nou, laveloos dan."
„Ik had wel een glaasje op", gaf
de verdachte toe.
„Een fles bedoel je zeker!" dacht
de officier.
Na het opwekkend genot van deze
lafenis viel het onze huisknecht op,
dat Trui, de echtgenote van een van
die vrienden, er niet meer bij was.
Truis was het huis van de vroegere
buurman binnengegaan en het ge
zelschap besloot haar te gaan halen.
Haar heer gemaal ging daar op de
stoep staan en smeekte haar naar
buiten te komen. Maar Trui riep van
binnen, dat ze niets met zo'n dron
kemansbende te maken wilde heb
ben. De heer gemaal gebruikte toen
steeds krachtiger termen, verwenste
zijn vrouw in plastische uitdrukkin
gen, riep, dat ze voor zijn part naar
de weerlicht kon lopen, en ging toen
op de stoep zitten huilen.
De huisknecht, die vroeger bij
Trui in de klas had gezeten, zei dat
hij haar wel even naar buiten zou
halen. Hij drong door de voordeur
als een bazooka door een bordpapie
ren tank. „En toen was 't in orde,
edelachtbare", vertelde hij niet zon
der trots. In hoeverre het in orde
was herinnerde hij zich niet precies,
want toen Trui goed en wel buiten
was, lag de huisknecht al op de
brits onder het gemeentehuis van
deze vermoeienissen te bekomen.
Op school was 't al een klik
spaan", riep de gewezen buurman
als getuige, terwijl hij met de kwi
tantie van 37,50 zwaaide, „en la
ter bij 't voetballen lichtte hij ieder
een zijn pootje".
De rechter kwam van deze gru
welijke bijzonderheden hoegenaamd
niet onder de indruk. Vijf en veer
tig gulden boete kreeg de huis
knecht en binnen een half jaar moet
hij de schade aan de deur vergoe
den.
,,'t Was toch in mijn geboorte
dorp!" sputterde de verdachte nog.
Hoe verder men van zijn geboor
teplaats woont, hoe schoner die
wordt. Het beeld van geboortehuis,
van de straat waarin men woonde,
van de plaatsen waar men gespeeld
heeft, krijgt gouden randjes en
wordt soms onwerkelijk. Dat geeft
teleurstellingen bij wederkomst,
maar van de ander kant blijft het
beeld trekken. Dat ondervond ook
de hoofdpersoon van deze politie-
rechter-geschiedenis.
OPBRENGST KOLLEKTE
De onlangs gehouden jaarlijkse
kollekte voor de kankerbestrijding
in de gemeente Venray heeft de
mooie som opgebracht van 1519,12,
gespecificeerd als volgt:
Venray-kom f 554,01
Ysselsteyn 202,30
Oostrum 187,40
Oirlo 119,20
Leunen 117,31
Castenray 90,
Merselo 87,50
Veulen 51,89
Heide 44,
Smakt 35,51
Vredepeel 30,
Totaal f 1519,12
(Opbrengst kollekte 1961 1428,17)
Het bestuur der Ned. Ver. tot
steun aan het Koningin Wilhelmina-
Fonds voor de Kankerbestrijding,
afd. Venray, betuigt allen hierbij
gaarne zijn dank voor deze op
brengst, speciaal aan de ijverige col-
lectrices.
Namens het bestuur voornoemd:
Th. van Thiel, voorzitter
P. van Lieshout, secretaris.