Hoofdpijn
ASPRO
£>én daq uizm
WELKE HAARD EN
WELKE BRANDSTOF
§ia(zetkm en grafkruizen
hier vandaan....
neem
Geestelijk artikel
Vrijdag 28 september 1962 No. 39
Drie en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512
N.V. VENRAY \A71?I?IfRT A n vnno VCMD A V I7M HMQTPPin^W ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS
GIRO 1050652 WbttvDLAU VUUK VtiNKAI EflN UMolKttVLlN PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten Venray 1.75)
„Nein.das gibts hier nicht mehr...." Het was een weldoor
voede jonge Duitse douane-beambte, die ons dit zei, daar op de
grens tussen West- en Oost-Duitsland.
Hij stond daar met een hond ergens langs de weg, daar op die
scheidslijn, die men letterlijk en figuurlijk door Duitsland heeft
geploegd en nog eens extra heeft geaccentueerd met manshoge
prikkeldraadversperingen. Een scheidslijn, ternauwernood een
dag reizen hier vandaan
Wat zegt ons nu feitelijk wat er
zich afspeelt in het nabije Duitsland.
We zien op de televisie Diesseits und
jenseits der Zonegrenze en we ho
ren over de muur van schande in
Berlijn, maar dat lijkt allemaal zo
ver weg. Het is zo iets onbegrijpe
lijks en het zegt ons net zo min iets,
als het communisme ons iets zegt.
Wat weten we feitelijk van die
„levensbeschouwing" af en wat in
teresseren we ons daarvoor, druk
als we het hebben met eigen zorgen,
met eigen moeilijkheden
Tot op een gegeven moment, men
feitelijk toevalligerwijze op
vakantie, ineens komt te staan bij
een geüniformeerde Duitser, die met
zijn hond, patrouilleert langs de
wegEn nieuwsgierig geworden,
ook al omdat hij een draagbare
zendinstallatie bij zich heeft en druk
praat met een onzichtbare, ergens
ver weg, een praatje aanknoopt
Op onze vraag of hij op smokke
laars uit is, daar midden in Duits
land zegt hij niets, maar wijst enkel
de weg af, omlaag, de bossen in.
En daar kruipt dan de prikkeldraad
midden door Duitsland, door bossen,
door wegen, door beken, door rivie
ren, door rails, door tuintjes enhei-
vlaktenVerroeste prikkeldraad
op manshoogteDaarachter ligt
'n brede omgeploegde strook van 'n
meter of vier. Dan komt een hele
strook niemandsland en dan weer
grote en hoge betonnen palen, weer
met prikkeldraad. Daarachter weer
omgeploegde grond en tenslotte weer
betonpalen met prikkeldraad. Een
heel volk opgesloten achter prikkel
draad
En hoewel het een dag was, dat
de zon hoog aan de hemel stond,
had men het plotseling koud.
Want ondanks het vredige zonne
tje ,de prettige vakantie-stemming
en de stilte rondom, stond je voor de
omheining van één grote gevange
nis, waaruit geen ontkomen is
En terwijl achter ons het verkeer
verder snorde met grote bussen vol
vakantiegangers keken we uit, daar
even buiten Hohegeisz in de Harz in
dat Oost-Duitsland, waar niets de
aanwezigheid van mensen verraad
de.
Tot opeens de Duitse herder zijn
kop draaide naar het Oosten en de
douane-beambte zijn verrekijker
greepDaarachter, achter de
derde prikeldraad-linie kwamen
twee Oostduitse politiemannen te
voorschijn. Ze lummelden wat langs
de prikkeldraad, verhingen hun ge
weer en grepen op hun beurt de
verrekijker naar het Westen. De
Westduitse ouanebeambte gaf via
zijn walkie-talkie door wat hij zag
en meldde de komst van deze twee
Vopo's, die op hun beurt waar
schijnlijk hun meerderen verteld
hebben, dat daar op die heuvel twee
mensen en een hond naar hen ston
den te loeren.
Die hond liet geen oog af van die
twee mannen daar ginds achter de
prikkeldraad. Al zijn aandacht was
op het doen en laten van die Oost
duitsers gericht. Hij zag niet de ver
woesting die de enorme ploeg daar
getrokken had, midden door vrucht
bare akkers, waar nu het onkruid
torenhoog staat, midden door bos
sen, waarvan de dode bomen als
door een reuze hand zijn wegge
schoven, om plaats te maken voor
prikkeldraad, voor versperringen.
Hij zag niet de wegen, die omge
ploegd zijn alsof men voor het ein
de van de wereld staat. Hij zag niet
de spoorrails ,die zijn losgebrand en
naar binnen toe zijn gedraaid, alsof
men zelfs de treinen wil dwingen
rechtsomkeer te maken. Hij zag niet
de waarschuwingsborden, dat men
de „ZONE" nadert, een woord, dat
klinkt alsof men het over een lij
kenhuis heeft. Hij zag niet de
wachttorens, die langs die grens zijn
neergezaaid door de Oostduitsers,
die zó nog eens benadrukken dat dit
gedeelte van Duitsland één groot
concentratiekamp is geworden. Hij
zag niets dan die twee mannen
daarachter de derde prikkeldraad en
hij gromde ,diep uit zijn keel
Ze wandelden verder, die Vopo's,
in hun grauwe pak en met hun ma
chinegeweer in aanslag. Zo nu en
dan pakken ze hun kijker en loeren
langs de draad, loeren ook naar ons.
De douanebeambte kijkt op zijn
horloge.
„Nog twee minutenzo ver
telt hij dan moeten ze terug
Terug naar een grote boerderij,
waarvan de bezitter op een goede
morgen is gewekt door motor-ge-
ronk van vrachtwagens. Vrachtwa
gens die zijn spullen op kwamen la
den en hem en zijn familie hebben
weggebracht ergens naar toe, maar
geen mens weet waar. Zijn boerderij
is in beslag genomen door de Oost
duitse volkspolitie ,die er een on
derkomen van gemaakt hebben voor
de grenswachtersZijn akkers
liggen, vol met onkruid, langs de
grens en waar vroeger het graan
groeide, groeit nu de prikkeldraad,
steeds hoger, steeds dieper het land
Inderaad keren de Vopo's terug
naar die boerderij, verscholen ach
ter opgaande struiken
„Zelfs zij hebben geen kans
zo vertelt de man-aan-deze-kant.
Ze trekken altijd met tweeën op en
moeten precies de rondjes lopen die
zijn voorgeschreven. Een en ander
ook binnen de voorgeschreven tijd.
Zijn ze te laat, dan zijn er direct
collega's die een kijkje komen ne
men. Zij worden weer in de gaten
gehouden door de mannen in de uit
zichttorens, die zich ook om de zo
veel tijd moeten melden. Trouwens
hoe wil men over de draad komen?
In die omgeploegde stroken liggen
mijnen en men moet dus over die
stroken met mijnen door, door een
niemandsland dat dag en nacht be
waakt wordt. Ook de Vopo's hebben
geen kans zelfs als ze zouden wil
len, laat staan de doodgewone men
sen ,die zich plotseling binnen een
gevangenismuur zagen, waaruit
geen ontkomen is. Ze moeten passen
en legitimatiebewijzen hebben om
zelfs maar in het Oostduitse grens
gebied te mogen komen en worden
bij hun arbeid op nabijgelegen ak
kers netjes in de gaten gehouden
door schildwachten. Trouwens als
men ze maar eventjes niet vertrouwd
is het oppakken geblazen, moet men
huis en haard achterlaten en wordt
men ergens heen gebracht, dieper 't
land inBoerderijen zijn in be
slag genomen horen voortaan aan
de staat en de boer is knecht op
eigen bedrijf, waar bedrijfsleiders
uit andere streken nu de scepter
zwaaienDatzelfde geldt voor
winkels en ambachtsbedrijven, die
men opeens kwijt was en waarin
men niets meer te vertellen had. De
zegeningen van hét communisme
daalden neer over vruchtbare ak
kers, welvarende plaatsen, die nu
plotseling doods en kaal lijken en
waar men niet hoort zingen en
lachen. Waaromheen men prikkel
draad getrokken heeft en waar men
elkaar beloerd en bespied
Neen, dan is de vakantiestemming
opeens weg bij die vervloekte draad,
op nog geen dag rijden van ons af.
Later, bij een grensovergang, waar
men alleen te voet mag komen,
komt de waanzin van dit alles nog
duidelijker uit. Er is een tolboom
over de weg gezet en er staat een
Westduits wachthuisje. Maar achter
de tolboom loopt de prikkeldraad
door, is de weg omgeploegd, staan
de betonnen palen. En ginds ziet
men dat Oostduitsers ook een tol
boom gezet hebben maar er is geen
mens, die over deze opgebroken we
gen kan, die over het prikkeldraad
en de betonpalen komt. Men kan
wenken en zwaaien tegen mensen,
die daar op de akker bezig zijn met
twee Vopo's naast zich als bewa
king. Ze rooien aardappelen, maar
kijken niet op of om en beantwoor
den niet de groeten van „diesseits".
Daar in dat boerendorpje in de
Harz loopt achter de tuintjes de
prikkeldraad, zijn families, die nog
geen honderd meter van elkaar wo
nen nog verder gescheiden van hun
dierbaren dan wij van emigranten
in Australië of Canada. We kunnen
ze nog bezoeken, daar kan men al
leen nog zwaaien, zonder dat terug-
gezwaaid wordt
Dat alles op nog geen dag reizen
van ons vandaan. Van ons, die met I
onze vrijheid soms geen raad weten.
Het is beangstigend, die gedach
te
Wanneer we spreken over „behaaglijke" warmte, dan gaau in de
regel onze gedachten automatisch naar het woord kolenhaard
uit. Want hoe men het ook bekijkt, verwarming met kolen is toch
nog steeds voor velen het voordeligst. Een met zorg gekozen haard
of kachel is bovendien gezellig om bij te zitten. Het kiezen van
het juiste type kolenhaard is echter van groot belang. Stoken is
cp zichzelf geen kunst, maar door een paar eenvoudige regels in
acht te nemen, geeft uw haard meer warmte voor minder geld.
Bovendien gaat hij langer mee.
Een haard is geen toverdoos. De
calorieën die hij afgeeft, haalt hij
uit de kolen die u stookt. Een kilo
goed anthraciet levert ongeveer 8.000
kilo-calorieën. Een klein deel daar
van gaat voor de kamerverwarming
verloren. De rook neemt warmte
mee naar buiten. Kleme koolsplin
ters komen soms on verbrand in de
asla terecht.
VTER EISEN
Als U een kolenhaard koopt, noet
uw weg allereerst leiden naar een
vertrouwd adres. Uw haard moet
voldoen aan de volgende eisen:
1. des morgens moet uw naard, na
dat hij 's nachts de kilheid uit
het vertrek heeft gehouden, weer
in snel tempo op temperatuur
komen.
2. een haard moet goed te temperen
zijn, zodat hij :s nachts bijna
geen kolen verbruikt.
3. een haard moet voldoende capa
citeit bezitten om het gehele ver
trek, waarin hij is geplaatst,
prettig te verwarmen.
4. een haard moet zuinig branden.
De haard die u koopt, moet passen
in uw kamer. Hij moet zonder over
belast te worden het gehele vertrek
kunnen verwarmen, een overbelaste
haard vormt sintels en slijt gauw,
hetgeen geld kost waar u niets aan
hebt.
Wilt u er zeker van zijn dat u de
geschikste haard krijgt ,dan doet u
er goed aan een vakman te raadple
gen. Deze is in staat de capaciteit in
kilocalorieën te berekenen.
WAT IS EEN KILO-CALORIE?
Een kilo-kalorie is de maat waar
mede warmte wordt gemeten, zoals
melk per liter wordt gemeten. Een
kilo-calerie is de hoeveelheid warm
te, die nodig is, om een kg water één
graad warmer te maken.
Een haard van gemiddelde groot
te kan bijvoorbeeld 10.000 kilo-calo
rieën per uur afstaan. Men zegt dan
dat de capaciteit van de haard
10.000 k/cal bedraagt.
Evemnin als een auto .behoeft een
haard voortdurend zijn maximum
vermogen te ontwikkelen. Koude en
warme dagen loor elkaar gerekend,
brandt een haard niet. meer dan op
de helft van zijn capaciteit. Maar
net als een auto moet hij zijn maxi
mum vermogen kunnen afgeven,
zodra dat nodig is.
WAT HOUDT U OVER?
U hebt alleen iets aan de warmte,
die beneden ,in uw kamer achter
blijft. Een goede baard haalt 80 pet.
van de warmte uit zijn kolen. Het
i-endement of mders gezegd het nut
tige effect bedraagt dus 80 pet.
Stookt u kolen, die 8.000 kilo-calo-
rien per uur kunnen leveren, dan
brengt de haard dus uit iedere kilo
kolen ongeveer 6400 kilo-calorieën
per uur in uw kamer.
En nu stellen we u voor eens sa
men met ons een rekensommetje te
maken. Laten we als voorbeeld een
haard met een capaciteit van 12.800
kilo-calorieën nemen. Wanneer al
deze kilo-calorieen tevoorschijn ko
men, dan hebt u per uur niet één
kilo nodig ,maar twee. De haard is
dan vol belast. Dat gebeurt echter
niet altijd. Bij halve belasting komt
u met een kilo kolen per uur toe.
Tempert u de haard tot 10 pet.
(als u haar bv. des nachts laat door
branden) dan verbrukit zij in een
heel uur niet meer dan twee ons.
Dat is al heel weinig. U kunt dan
ook uw haard 's nachts rustig laten
branden, het is een groot gemak,
zonder dat uw beurs de schreek om
het leer (hart) slaat.
WELKE BRANDSTOF?
Welke kolen u moet gebruiken
hangt af van de soort haard die u
gekocht hebt. In veel haarden kan
vrijwel alles gestookt worden, d.w.z
grof of fijn. Dat zijn dan de „alles-
branders".
Voor kleinere nootjes no. 4 (tegen
woordig ook al no. 5) worden spe
ciale haarden geconstrueerd, zo b.v.
ook bij Inalfa in Venray. Maar de
kleine goedkope nootjes kunnen niet
in alle haarden gestookt worden
Er zijn haarden die geconstrueerd
zijn voor een ,bovenafbrandsysteem"
maar er zijn er ook met een „onder-
afbr andsysteem". Gewone vul
kachels en ook vele haarden werken
volgens het „bovenafbrandsysteem".
De lucht komt onder het rooster en
trekt dwars door de kolen heen naar
boven. Op die manier wordt de ver
branding onderhouden. De verbran
dingsgassen die ontstaan, trekken
verder, soms via een circulatie en
verdwijnen door de schoorsteen.
Deze kachels en haarden trekken
zich weinig aan van de soort brand
stof, waarmede zij worden ge
stookt.
Veelal kan men in deze soort
haarden en kachels zonder enig be
zwaar nootjes 2 of 3, of half vette
nootjes van deze afmeting gebrui
ken. Ook eierkolen kunt u rustig
stoken. Het nuttig effekt van deze
haarden is groot, ze zijn beslist niet
ouderwets. Het zijn zuinige haar
den. Er is een grote keuze in de
brandstofsoort voor deze haarden en
dat is gemakkelijk.
DE MODERNE METHODE
De kleine soorten no. 4 en 5 zijn
niet geschikt voor deze bovenaf-
brandhaarden. De brandstoflaag zou
al gauw te dik worden en te com
pact waardoor de verbrandingslucht
onvoldoende kan toetreden. Het vuur
brandt slecht. Gooit u steeds kleine
hoeveelheden in de kachel dan gaat
dat natuurlijk wel, want dan wordt
de laag niet te dik, maar dan hebt
u behalve veel werk ook beslist een
haard nodig met een fijn rooster,
anders vallen de kleine nootjes er
onverbrand uit.
Niettemin is dit bezwaar wel op
te heffen, en wel door het aanschaf
fen van een onderafbrandkachel of
-haard. Bij deze haarden bevinden
de kolen zich in een voorraadtrech-
ter. Zakt het vuur, dan stromen de
kolen vanzelf met kleine hoeveel
heden uit de trechter. Op deze wijze
kan nooit een te dikke en dichte
vuurlaag ontstaan. De verbrandings
assen worden buiten de voorraad-
trechter om afgevoerd waardoor de
kolen in de voorraadtrechter niet
zullen gaan branden. Alleen de ko
len die uit de voorraadtrechter naar
onderen stromen, vormen bij deze
haarden het vuur. Vandaar de naam
„onderafbrand-haard".
De geconstrueerde haarden ge
schikt voor nootjes 4 en 5 zijn stuk
voor stuk „onderafbrandhaarden".
Roosters in haarden waarin nootjes
5 kunnen worden gestookt, zijn spe
ciaal geconstrueerd. Bij onderaf
brandhaarden moet men zich in te
genstelling tot bovenafbrandhaarden
aan de kleine maat brandstof hou
den, dus alleen maat 4 en 5.
Het is niet altijd zo, dat in een
„nootjes 5" haard geen nootjes 4
kunnen worden gestookt, men zal
dat echter wel even moeten probe
ren. Meestal kunnen nootjes 5 wel
dienen voor afdekking voor de
nacht. Ook als het niet zo koud is,
kunt u doorgaans wel nootjes 5 sto
ken, maar ga dan niet te wild om
met de pook of schutrooster, want
dan kost u 't geld. Al doende zult u
dit gauw leren.
KINDERPOSTZEGELS
NEDERLAND 1962
Van 12 november 1962 tot en met
11 januari 1963 zullen op alle post-
inrichtingen in Nederland de kin
derzegels 1962 verkrijgbaar worden
gesteld. Zoals bekend, worden deze
zegels uitgegeven ten bate van het
misdeelde en hulpbehoevende kind.
Als onderwerp voor deze serie is
gekozen „Kinderen in hun bezighe
den". De ontwerper van de Kinder
zegels van dit jaar is de heer Pam G
Rueter te Amsterdam.
De kleuren en voorstellingen zijn:
4 4 ct. vermiljoen, potje koken;
6 4 ct. goudgeel, fietsen;
8 4 ct. blauw, bloemen begieten;
12 -f 9 ct. groen, kippen voeren;
30 9 ct. karmijn, musiceren.
Uitvoering in een kleur in raster-
diepdruk door de N.V. Joh. Ensche
dé en Zn., Grafische Inrichting te
Haarlem.
Overige gegevens: beeldgrootte
21,2 x 28,55 mm; zegelgrootte: 24,2 x
31,55 mm, vellen van 10 x 10 100
zegels, papier: zonder watermerk,
gomming: normaal, tanding: 12,5:12.
De zegels blijven voor frankering
geldig tot en met 31 december 1963.
In de jongste Publications, het
Jaarboek van Limb. Geschied- en
Oudheidkundig Genootschap zijn
opgenomen genealogische en heral
dische gedenkwaardigheden in en
uit de kerken der Provincie Lim
burg, van de hand van Dr. J. Be-
Ion je.
Daarin blijkt o.a. dat in de kerk
toren van Bergen een grafzerk
wordt bewaard van de Pastoor An-
tonius Roelofs, een in Venray ge
boren minderbroeder (14-1-1755) en
in Bergen op 25-4-1824 gestorven.
In Broekhuizenvorst vindt men
een grafsteen van Jan Alexander
Leopold Haffmans, die getrouwd
was met vrouwe Dorothea Ver-
blackt. Deze laatste was 26-9-1795
in Venray geboren.
In de kerk van Meerlo ligt de
grafsteen van Petrus Reinier van
Haeff en zijn vrouw Maria Gertru-
dis Evers. Zij was op 23-12-1787 in
Merselo geboren en had o.a. 4 pries
terzonen.
In Venlo is nog het priestergraf
te vinden van Jacob Antoon Sax, die
kapelaan was in Venray van 1844
1856.
PETRUS-BANDEN
Van de Petrus-Banden staan ver
meld de grafsteen van de familie
v. Dael, waaronder begraven lagen
Jan van Dael met zijn vrouw Elisa
beth en zoon Jan, Pastoor Henrick
van Dael en Johan van Dael met
zijn vrouw Dinge.
Pastoor Henrick van Dael was in
1570 pastoor te Wanssum in 1578 te
Venray en was hier in 1603 deken.
Hij stierf in 1607
Verder de steen van pastoor Mat
thias Roebroeck, welke in het por
taal is opgesteld.
Twee grafstenen waarvan de na
men niet meer te achterhalen zijn
en de steen van Pastoor Gijsbertus
van der Gaet ,die in 1493 is over
leden. Hiervan is slechts een restant
teruggevonden.
De volgende grafkruizen staan
vermeld:
1. Peter Bystevelt t 8-5-1678, zijn
vrouw Metyen Groene. (Achter
op: Jan van Dijk t 13-7-1792 en
zijn vrouw Joanna Bystervelts
t. 23-5-1779.
2. Toves V'hoeven, zijn vrouw Die-
risken en haar kinderen 1631.
3. Joannes Tenneskens t 18-3-1825
en zijn vrouw Geertrui Aant Hek
t 4-4-1823 (beiden afkomstig van
Heijde).
4. Gerit Thevis t 15-1-1656.
5. Jan Henskens t 28-3-1642 en zijn
vrouw Baetgen t 1-8-1628.
6. Matheus van Geldrop t 8-1728 en
Johanna Peters Dehv f 8-9-1758.
7. Hendrick Tylen 1-7-1677 en
zijn vrouw Maria f 5-8-1693.
Willem Tylen en zijn vrouw Ma
ria Lemmens.
8. Hendrick Claessen t 18-4-1658,
zijn vrouw Pieterken Groenen en
Adolf Claessen t 21-3-1676.
9. Peter Claessens f 14-5-1635 en
zijn vrouw Heilken van Nunhem
t 25-4-1655.
Jan Claessen 18-8-1662 en zijn
vrouw Anna van den Pas 18-
2-1652.
Verder staan in dit boek nog ver
meld de grafsteen van de priester
Petrus Hebben t 29-10-1759, de steen
welke van Jerusalem indertijd is
overgebracht en waarop alleen nog
een wapen is te vinden en de steen
met de voorstelling van 'n priester.
(Mgr. Omen le president van 't
Groot Seminarie? Red.)
In de grafkelder ligt dan nog een
steen waarop de volgende priesters
staan vermeld:
Cornelius van Heusden t 12-2-
1690; Jacobus Frencken f ?-9-1754
en Caugericus Jos. Suringar t 26-10-
1781, alle drie rectoren van Jerusa
lem.
Boven de grafkelder ligt de steen
van Pastoor H. W. H. van Haeff
t 18-12-1884 (pastoor te Venray van
1862-1884).
Tenslotte is er nog de steen op het
graf van Pastoor Godefridus Groe
nen t 27-4-1700 en worden nog ver
meld de grafstenen van:
1. Antonius Geurtiens en z'n vrouw.
Dris Geurtiens.
Hendrikus Meunckhofs t 1765.
Antonius Kocks.
Peteenelle Meunckhofs.
2. Jan Verblackt.
3. Peter Minten t 1839 en zijn vrouw
Cornelia Driessen t 1804.
Peter Conrad Esser en zijn
vrouw Maria Petron. Minten.
Jan Theodor Esser.
Deze laatsten zijn resp. de groot
ouders, de ouders en de broer van
de burgemeester van Venray, Jo
seph Frederik Sigismund Esser t
14-41875.
KERK OIRLO
Van de Oirlose kerk is vermeld de
grafsteen van de pastoor Joes Ryc-
kens die op 17-7-1720 overleed.
Op het kerkhof vindt men nog en
kele oude grafkuizen, aldus dr. J.
Belonje. Hij noemt:
1. Dreis Coenen en zijn vrouw
Hyl 1664.
2. Marten Deckers, zijn vrouw
Meth. Weerkens en haar ouders
1635.
3. Kerstien Simons en zijn vrouw
Lysbet 1674.
Jacobs Simons en zijn vrouw
Ienneken 1682.
4. Peter Wilberts.
5. Wilhem Maesz Antholdt en zijn
vrouw Dirxken 1635.
In de kerk van Kessel is een
grafsteen van de pastoor Rudolf
Bems die in 1821 pastoor van Oirlo
was.
KAPEL SMAKT
Van de St. Jozefkapel op de
Smakt wordt de (gevel?)steen ver
meld ,die thans tegen de kapel is
opgesteld. Hierop zijn de wapens te
vinden van Johan Albert Bouwens
van er Boyen, die op 14-7-1698 huw
de met Maria Amalia van Gelder-
Arcen. Deze wapens komen ook op
het hoofdaltaar voor.
Van Merselo staan enkele glas in
lood raampjes vermeld, die echter
verloren zijn, terwijl van Oostrum
onder Geysteren enkele namen te
vinden zijn van heersers over dit
dorp. Deze stenen zijn echter ver
loren gegaan.
DE LEKEN STELLEN
BISSCHOPPEN VOOR
PROBLEMEN
Te pas en te onpas horen en lezen
wij, dat het Concilie gehouden
wordt om de Kerk aan te passen
aan de grote veranderingen, die de
wereld van nu doormaakt. Maar
zelden wordt er dan bij verteld wat
nu die veranderingen wel zijn.
Meestal worden zij op congressen
en vergaderingen wel opgedist,
maar dan in theologisch en filoso
fisch, psychologisch en sociologisch
vakjargon, zodat zij voor de niet
vakman nauwelijks begrijpelijk zijn.
Wanneer zij dan nog in ingekorte
vorm in de pers gepubliceerd wor
den, dan wordt het helemaal moei
lijk te begrijpen waar het nu eigen
lijk om draait.
Toch liggen de voorbeelden in het
dagelijkse leven voor de hand. Ne
men wij de parochie. In vroeger tij
den was de pastoor de onbetwist
bare leider van „zijn kudde". Hij
ontmoette diep respect en zijn wen
sen werden beschouwd als geboden.
De gelovigen volgden hem als de
schapen hun herder. De afstand tus
sen pastoor en gelovigen was zeer
groot ,het werkelijke contact gering.
Natuurlijk, dit is een zwart-wit-
tekening, maar in grote lijn zeker
waar. Nu is dit anders. De kudde
is roerig geworden. Men kan ook
zeggen, dat de gelovigen volwassen
geworden zijn. Zij willen in hun pas
toor minder een leider dan een be
geleider zien. De priester is niet
meer iemand ,die beschikken moet
over een onbeperkte kennis en in
zicht in alle zaken. Hij is meer en
meer teruggetreden tot zijn wezen
lijke laak: de priesterlijke taak van
uitdeler der Sacramenten en van
prediker. De gelovigen daarentegen
zien meer en beter dan vroeger hun
verantwoordelijkheid in de parochie,
in de wereldkerk.
Dit is een wezenlijke verandering,
welke wij overal om ons heen zien.
Een verandering met vele goede
kanten, maar ook met problemen.
De belangrijkste vraag hier is wel:
hoe moet de zielzorg op de dag van
vandaag en morgen dan zijn? Voor
deze vraag en nog vele andere staat
het Concilie. Hieruit ziet men ook
duidelijk, dat de leek direct bij het
Concilie betrokken is.
De leek heeft de priester een
vraag gesteld. De Concilie-vaders
moeten deze vraag beantwoorden.
Het is niet meer dan billijk, wan
neer de leken thans de Concilie-va
ders helpen met hun gebed!