GEMEENTERAADS Het tweede Vaticaans Concilie ueikiezinq Plaatselijke Commissie voor de ruilverkaveling jioiiCUCCli Geestelijk artikel Vrijdag 8 juni 1962 No. 23 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS^ DRUK EN UITGAVE VAN TEN MUNCKHOF NV. VENRAY AH VHOR VPNR A V RIM HMQTPPITPM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 VV E#ErIVOJUALi V UUI\ V jZtlXfVA. I UiVlO 1 l\CtlVCtl\ PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bulten Venray 1.75) In den lande zijn druk de uitsla gen van de gemeenteraadsverkiezin gen daags voor Hemelvaartsdag be- kommentarieerd. De voornaamste opmerking die men hoort is wel, dat de VVD, de liberale partij, steeds verder afbrokkelt en haar positie van derde grootste partij dreigt te verliezen. De andere bevestiging, welke de gemeenteraadsverkiezingen oplever den, was de afzwakking van de Par tij van de Arbeid tengevolge van de snelle opkomst van de PSP, de Pa cifistisch Socialistische Partij, de zg. anti-atoombom socialisten. De Partij van de Arbeid is haar enkele jaren lang gehouden plaats van grootste partij grondig kwijt. Wanneer het Kamerverkiezingen geweest waren, dan zou de KVP 50 zetels hebben ge had, de P.v.d.A. 45. De protestantse partijen hebben zich vrijwel gehand haafd. De politieke betekenis van de ge meenteraadsverkiezingen voor het land, schulit voornamelijk hierin, dat de P.v.d.A. zelfs in haar lucra tieve positie van oppositie-partij er niet in geslaagd is de teruggang te gen te houden. De winst van de PSP zal voor haar reden kunnen zijn, een nog linksere koers te gaan varen dan zij tot dusver gedaan heeft. Van de ander kant moeten wij ons afvragen of de Nederlandse socialis ten „im groszen Ganzen" nog warm lopen voor de oude socialistische idealen. Dat de Nederlandse kiezers met hun zeer menselijke en logische afkeer van de atoombom de PSP zo ver zullen steunen, dat Nederland een anti-atoombom-natie in de NAVO zou worden, is niet te ver wachten. De PSP is daarvoor te links. Deze partij bestaat meer per gratie van de reactie tegen de ver- burgelijking van de P.v.d.A. dan van de actie. Doch ons zegt dat alles niet veel. We kijken in „onze" verkiezingen meer naar de onderlinge verhoudin gen tussen de verschillende groepe ringen, die niet zo zeer op politieke dan wel op stands-organisatorische grondslag zijn opgebouwd. Met name op de boerenlijst, lijst 1 en 4, (kerkdorpen) de KAB, lijst 2 en de overige lijsten 3 en 5 (het cen trum of de kom). Dit verkiezingsjaar speelde daarbij nog dat onze ge meenteraad wordt uitgebreid met 2 zetels. De eerste reactie, bij het bekijken van de nieuwe uitslagen is intussen wat voorbij, evenals de eerste schrik. Want zo op het eerste oog is er im mers allerhand veranderd. Bekijkt men echter de zaken nuchter dan mogen we vaststellen, dat in 1953 de kerkdorpen 40,2 pet. van de stem men wisten te trekken. In 1958 was dat 37,8 pet., in 1962 (waarbij we dan de lijst Rongen-Strijbos ook al zodanig tellen) 39,5 pet. Het nog al betrekkelijke verlies van 1958 is nog niet helemaal goed gemaakt, maar de vraag is of zulks met een grotere groei van het centrum nog wel mo gelijk is. In ieder geval hebben de kerkdorpen door hun samengaan al hun krachten gebundeld en het re sultaat is navenant geweest. Boven dien hebben ze nog de krachtige hulp in de zeilen gehad van de over schotten ,want met een kiesdeler van 489 hebben zij slechts 432 stem men behoeven te geven voor ieder van hun 8 zetels. Telt men de lijst Rongen er bij dan kost iedere boe- renzetel 459,5 stem. Deze groepering mag dus over deze verkiezing hele maal niet klagen. En zeker Heide niet dat het oud-raadslid Maas weer terug ziet keren. De verschuivingen van deze ver kiezing hebben zich vooral voorge daan in het centrum van Venray. Weliswaar is het totaal percentage behaalde „kom"-stemmen ten op zichte van 1953 gestegen van 59,8 tot 60,5 pet., maar ten opzichte van 1958 is er een kleine daling te zien van 0.7 pet. Kennelijk is de eenheid van de kerkdorpen hier debet aan. Het grote verschil zit echter in de stemmen-verdeling van de „Cen trum-lijsten". In 1953 wisten de ar beiders 24,5 pet. van alle uitgebrach te stemmen op zich te verenigen. In 1958 zakte dat percentage tot 21,3 en was de KAB een der verliezers van de toenmalige verkiezingsstrijd. Maar in dit jaar hebben ze zich grandioos hersteld want men steeg van 21,3 tot liefst 31,5 pet., een stij ging, die na de bevrijding nog geen enkele partij de zijne kon noemen. Met 488 stemmen per zetel is de KAB-lijst, de lijst, die praktisch ge lijkstaat met de kiesdeler (489). By de KAB-lijst valt vooral op het aantal voorkeurstemmen dat de wethouder van Sociale Zaken, de heer Schols, heeft weten te beha len. Een betere getuigenis dat een groot deel van de kiezers zyn werk o.a. t.b.v. de woningverdeling deze zware en moeilijke taak weet te waarderen had de heer Schols zich moeilijk kunnen wen sen. Het is de KAB-lijst, die de grote overwinnaar is van deze gemeente raadsverkiezingen, een winst, die zich manifesteerde in 2 zetels winst. Lijst 3 met 1832 stemmen daaren tegen heeft voor een deel het gelag moeten betalen, ondanks de propa ganda, die door haar is gevoerd. Van 24,8 pet. in 1958 zakte zij terug op 19.7 pet. en mocht zodoende dank baar zijn, dat zij haar 4 zetels kon behouden. Zetels, die hun 458 stem men per zetel kostte, zodat men nog iets aan de voordelige kant zat. Tenslote is er de derde grote ver liezer van deze verkiezing lijst 5. Met 862 stemmen moest zij een zetel kopen, terwijl 3 stemmen meer voldoende was geweest om een twee de man van deze lijst in de raad te,i brengen. Voor het overige verwijzen we naar bijgaande tabel, waarin een en ander nog eens in nuchtere cijfers te lezen staat. Van de heden nog zittende raads leden keren niet terug de heren H. Janssen (die zich niet meer herkies baar stelde), E. Bartels en J. Tille- mans. Nieuwe leden zijn Mevr. Rut- ten-Tielen, en de heren M. Fleur- kens Oostrum, H. Maas Heide, H. Valkengoed en H. J. Jaegers Ven ray. En nu maar duimen voor de wet houdersverkiezing in september a.s. die misschien ook nog verrassingen brengen kan. BESLUIT VASTSTELLING UITSLAG VERKIEZING VOOR DE GEMEENTERAAD De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeentei-aad van Venray brengt ter openbare kennis, dat het besluit van het centraal stembureau, d.d. 1 juni 1962 tot het vaststellen van de uitslag der plaats gehad hebbende verkiezing van de leden van de gemeenteraad voor 'n ieder ter secretarie dezer gemeente ter inzage is nedergelegd. Venray, 1 juni 1962. De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de gemeente raad van Venray. M. M. L. G. M. CUSTERS DE AANLEG EN REKONSTRUKTIE VAN DE LANDBOUWWEGEN - A Bij de aanleg van landbouwwegen in een blok van ruilverkaveling maakt men onderscheid in land bouwwegen A, B en C. Planwegen zijn verkeerswegen welke op een Europees en/of Rijks-, dan toch op een provinciaal of ter tiair wegenplan voorkomen. De landbouwwegen hebben in te genstelling met de planwegen een veel geringere verkeersintensiteit. Bij het ontwerpen van de land bouwwegen wordt uitgegaan van de volgende normen: 1. Landbouwwegen - A Onder landbouwwegen-A verstaat men niet-planwegen welke twee of meerdere kerkdorpen met elkaar verbinden. Hiervoor gelden de vol gende maatstaven: a. Verhardingsbreedte dek en/of slijtlaag 5 m. b. fundering 5V2 m.; c. zandkip 6 m.; d. bermbreedte min. aan weerszij den 2 m. Bij aanwezigheid of verwachting van drinkwaterlei ding, boven- of ondergronds ka belnet voor PTT of PLEM of be planting wordt naar omstandig heden deze berm verbreed; e. bij zichtbare afwatering van de weg komen aan beide zijden bermsloten voor. Men moet er bij verharding van een weg op be dacht wezen, dat na een regenbui op het gesloten wegdek het wa ter direkt naar de bermen af stroomt en niet voor een deel door de grond wordt opgenomen en pas later en geleidelijk aan het ontwateringsstelsel wordt af gegeven. 2. Landbouwwegen-B Dit zijn de wegen waarlangs de boerderijen zijn gevestigd. Een weg met een enkele boerderij zal men in verband met deze kosten niet altijd als een b-weg realiseren. Richtlijnen voor deze B-wegen zijn: a. Verhardingsbreedte dek/slijtlaag 3 m. b. Fundering 3V2 m. c. Zandkip 4 m. d. en e. Bermen en bermsloten overeenkomstig hetgeen onder landbouwwegen-A is vermeld. 3. Landbouwwegen-C Dit zijn de overige landbouwwe gen welke voornamelijk dienen om vanaf een groepje boerderijen bijv. een complex graslanden of bouw landen te bereiken. Deze wegen kunnen naar de te genwoordige maatstaven al of niet verhard zijn. In zandgebieden met bouwland bijv. asperges of rogge- complex is verharding niet altijd lo nend. In de beekdalen zal men in verband met de bodemgesteldheid iets eerder tot verharding overgaan. In de ruilverkaveling „Lollebeek" zijn enkele wegen als landbouwweg- A geklassificeerd, nl. de Lorbaan van America naar de Veulenseweg en de Veulenseweg zelf vanaf boer derij „Slangen" naar de Midden- Peelweg over Veulen naar Schoor, vervolgens over het Hoogriebroek, Zandhoék en Oirlo in de richting Wanssum. Deze laatste weg van Veulen naar Wanssum is reeds verhard doch ver keerstechnisch is hij niet al te best, nl. veel bochten met soms o.a. bij boerderij van Dijk Overbroek geen uitzicht. Verwacht wordt dat het landbouwverkeer langs deze wegen zal toenemen o.a. in verband met de haven van Wanssum en de daar aan wezige accomodatie voor bietenver- vOer, drogen van granen enz. Met de verbetering van de „Lor baan" tot A-landbouwweg wordt eindelijk een goede verbinding ver- kr-egen van America met Venray. In het gebied van de Lollebeek ontbreken de verharde noord-zuid verbindingen praktisch geheel. Men kan over de provinciale van Horst naar Venray komen maar verder ontbreekt in westelijke richting el ke noord-zuidverbin iing. De vol gende verharde noord-zuid-verbin ding is pas Zeilberg-Deurne-de Rips in Brabant. Deze lacune is ontstaan omdat de Peelgronden vroeger grotendeels eigendom waren van de verschillen de Peelgemeenten. Iedere gemeente ontwikkelde in de afgelopen 50 jaar haar eigen vervenings-, ontginnings- en ontwikkelingsplannen voor haar Peelgebied. Onderlinge samenwer king van de gemeentebesturen om deze plannen op elkaar af te stem men en te coördineren was er prak tisch niet. Integendeel de Midden standers van de verschillende oude gemeentekernen wensten destijds dat de bewoners van de nieuwe Peel kerkdorpen zoals Ysselsteyn, de Rips, Elzendorp, St. Odiliënpeel zo veel mogelijk georiënteerd bleven op de oude kerkdorpen waaruit zij ont staan waren. Oude raadsverslagen van Horst, maar vooral van Deurne, geven deze vroegere mening duide lijk weer. Peelplan Zuid en de Moost zijn nog steeds niet door een harde weg met Griendtsveen verbonden door de bijzondere eigendomsverhoudin gen welke ten noorden van de spoorlijn VenloEindhoven beston den. Al zijn de nieuwe kaarten voor 't ruilverkavelingsblok nog niet klaar en evenmin de detailplannen voor dctailontwatering, kavelrationalisa tie enz., toch meende de Plaatselijke Commissie nu reeds de voor de streek belangrijke werken van de landbouwwegen-A tot uitvoering te kunnen brengen. In haar verga dering van 26 april j.l. besloot zij aan de Ned. Heidemij opdracht te verlenen tot het opmaken van een concept-bestek voor de Lorbaan tot aan de Veulenseweg en aan de N.V. Grontmij voor de Veulenseweg en vervolgens via Schoor-Zandhoek- Oirlo. In verband met de vele klach ten over de Heidsepeelweg is ock in deze laatste opdracht opgenomen de verharding tot landbouwweg-B van het gedeelte van de Heidsepeel weg vanaf de Heidsepeel tot aan de Rouwkuilenweg. De verharding van het tweede gedeelte van de Heidse peelweg vanaf de Rouwkuilenweg tot aan de Heide kon nog niet in deze opdracht orden betrokken om dat de waterloop welke langs dit tracé zal komen te lopen gelijktijdig met de weg moet worden aangelegd. De aanleg van deze waterlossing geeft belangrijke konsekwenties voor de nog niet verbeterde bene denstroomse gedeelten. Bovendien worden hier de gevolgen voor de nog niet nader uitgewerkte detail ontwatering, kavelindeling, duikers onder andere wegen, grondberging enz. zo groot, dat deze nog niet te overzien zijn. Inmiddels wachten wij dus maar eerst op de bestekken van de Lor baan en Veulenseweg en hierbij ge rangschikte wegen. KERKDORPEN: Ysselsteyn Oirlo - Castenray Overige kerkdorpen Aantal stemmen 591 728 1953 °/o Gekozenen 8.4 Wismans 10.3 (v. d. Sterren (Steeghs 21.5 Pubben Houben v. Dijck Maas 40.2 7 538 1172 Sub totaal 7.7 Odenhoven 16.8 De Bruyn Derickx v. Boven 24.5 Overige: Sub totaal 20.1 v. Haaren Fr. Janssen H. Janssen 15.2 Wintels Veraart Verheugen 35.3 6 Aantal stemmen 576 819 1958 °/o Gekozenen 6.9 Jenniskens 9.8 v. d. Sterren Steeghs 21.1 v. Dijck Emonts Houben 37.8 21.3 De Bruijn Schols Derickx Pon jee 21.3 381 3416 11.5 Wintels Vermeulen 24.8 F. Janssen Colsen Bartels Berkhout 4.6 v. Haaren 40.9 7 Aantal stemmen 1962 Gekozenen /Jenniskens Iv. Dijck 3456 37.1lEmonts 220 /Fleurkens Mevr. Rongen 2.4 jv. d. Sterren I Steeghs f Houben ^Maas 3676 39.5 8 2929 31.5 De Bruijn Schols Pon jee Peeters Valkengoed Jaegers 31.5 6 19.7 F. Janssen Colsen Rutten-Tielen Berkhout 9.3 Vermeulen 2694 29.0 5 7020 9299 1G0.0 19 TOESPRAAK DOOR KARDINAAL ALFRINK TOT DE PRIESTERS VAN DE ZEVEN BISDOMMEN Het Concilie dat januari 1959 is aangekondigd, komt na meer dan drie jaar voorbereiding in zicht. Het begin is aangekondigd voor 11 ok tober van dit jaar, het feest van Ma ria's goddelijke Moederschap. Het zal zijn het 21e Algemeen Con cilie, het 2e Vaticaans Concilie. Kardinaal Alfrink heeft in een toespraak tot de priester van de 7 Bisdommen een en ander verteld over de voorbereidingen tot deze kerkvergadering. Hierin zei hij o.a., dat de kerkgeschiedenis geen Con cilie heeft gekend dat zo intens en zo uitvoerig is voorbereid als dit tweede Concilium Vaticanum. Door de moderne techniek is de wereld zo klein geworden, dat thans contacten mogelijk zijn, zoals nooit tevoren. Het is nooit denkbaar en nooit mogelijk geweest bijv. ciat een Centrale Commissie, waar geheel de Kerk in nucleo aanwezig is, vanuit de verst afgelegen delen der aarde in de loop van één half jaar vijf maal in Rome samenkomt. In vroe gere tijden zou er om éénmaal te vergaderen een halfjaar nodig zijn geweest. Men heeft alle mogelijkheden aan gegrepen om de stem van geheel de wereldkerk te vernemen, ook reeds voordat het Concilie samenkomt. Men is hierin werkelijk niet eng hartig geweest, aldus Kardinaal Al frink, ook al heeft men er niet zo zeer aan gedacht de stem v.d. leek direct te laten klinken, veronderstel lend dat deze evenals trouwens die van de clerus voldoende zou doorklinken in het geluid dat de Concilie-Vaders, de Bisschoppen, zouden doen horen, ook in de wen sen die de Bisschoppen naar Rome hebben gezonden zal waarschijnlijk geen van die in die kringen levend verlangen gemist worden. Bovendien zal de stem van de leek en van de clerus voldoende tot zijn recht ko men, omdat men de verschillende in de wereld verspreide katholieke uni versiteiten en faculteiten aan het woord liet komen, de priester- en leken-hoogleraren beschouwend als de meest geëigende en vooraanstaan de vertegenwoordigers van het kerk volk. De wensen van deze universi teiten en faculteiten vullen drie lij vige boekdelen van bijna 2000 blad zijden, waarvan er 800 afkomstig zijn van universiteiten, waarin dus ook de stem van de leek klinkt. VERSCHILLENDE FASEN We bevinden ons thans in de der de pfase van voorbereiding: die van de Centrale Commissie, die vorig jaar tweemaal heeft vergaderd en in het eerste half jaar van dit jaar vijfmaal samenkomt. De eerste fase van voorbereiding, die we al bijna weer zijn vergeten, is de taak geweest van de z.g. Com- missio Ante-praeparatoria. Deze commissie moest de voorbe reiding van het Concilie mogelijk maken, prepareren. Haar taak werd door de H. Vader bij de instelling op 17 mei 1959 omschreven als: 1. contact nemen met het wereld episcopaat om wensen en sug gesties te vernemen; 2. de voorstellen van de Romeinse Congregaties opvragen; 3. in algemene lijnen de materie aangeven die op het Concilie be handeld zou moeten worden, na ook de theologische faculteiten en universiteiten te hebben gehoord. 4. de diverse Commissies en orga nen samenstellen ,die de prepara tie van het Concilie ter hand zou den nemen. Deze Commissie waarvan Kardi naal Tardini voorzitter was, heeft zeer voortvarend gewerkt. Zij beeft alle gegevens verzameld die uit de gehel wereld binnenkwamen van alle Bisschoppen, van de katholieke universiteiten en faculteiten van de Romeinse congregaties, van de kloosterorden en Congregaties. Dit alles is gepubliceerd in een reeks boeken. Daarna heeft zij ook nog al deze gegevens geordend, zodat men in twee dikke banden, samen meer dan 1500 bladzijden, kan zien wat door welke Bisschoppen enz. is voor gesteld. Heel de collectie beslaat 15 delen. Men heeft zich alle moeite ge geven en niets achterwege gelaten om zich zo volledig mogelijk te oriënteren over alle wensen die er in de Kerk leven en over alle noden die de Kerk kent. Men kan zich bijna geen onder werp denken, dat er niet in wordt aangeraakt. de tweede fase van voorbereiding van het a.s. Concilie omvat de in stelling en de arbeid van de ver schillende Commissies en Secreta riaten. Naast de Centrale Commissie zijn er elf Commissies ingesteld voor de verschillende sectoren van net kerkelijk leven en daarnaast twee Secretariaten; een voor de hereni ging der Christenen en een voor de publiciteits-media. Deze organen zijn samengesteld uit deskundigen in de betreffende sectoren en zijn in ternationaal uitgezocht. De werkstukken, die van deze Commissies de Centrale Commissie bereiken, getuigen dat zij open oog hebben gehad voor alles wat er op het ogenblik in de Kerk leeft Alles wat thans in re Kerk in discussie is, vindt men in deze stukken terug. Als voorbeeld van dergelijke werkstukken noemde kardinaal Al frink de instelling van een perma nent diakonaat, de internationalise ring van het bestuur van de kerk, invoering van de volkstaal in de Liturgie e.d. Met het werk van de Centrale Commissie is de dan derde fase van voorbereiding begonnen. Deze Cen trale Commissie is een novum in de geschiedenis van de Kerk. Alle schema's die de elf Commis sies en de twee Secretariaten heb ben opgesteld, passeren deze Cen trale Commissie en ze worden hier in alle eerlijkheid, in alle openheid en vrijmoedigheid bediscussieerd. Hier ontmoet zich de gehele Kerk en door de meningsuitingen uit ge heel de Kerk ervaart men, hoe ver schillend er in de veelsoortige delen van de Kerk wordt gedacht ondanks de fundamentele eenheid van geloof, die overal wordt erkend. Juist uit deze confrontatie met de gehele Kerk ervaart men heel sterk, hoe- vele punten er zijn waarin het bij alle fundamentele eenheid uiterst moeilijk is aan de gehele Kerk een zelfde visie op te leggen. En het is tevens verheugend te ervaren, aldus de Kardinaal, hoe ieder bereid is met die verschillende omstandighe den, verschillende visie en verschil lende behoeften rekennig te houden. Uit deze misschien ietwat schema tische beschrijving van dé voorberei ding van het a.s. Concilie zal duide lijk zijn geworden, dat deze voorbe reiding zeer degelijk is opgezet en uiterst serieus is doorgevoerd. Er is nooit een Concilie in de Kerk ge houden, dat zo intensief kon wor den voorbereid en in feite voorbe reid is. De mogelijkheden van dc moderne communicatie-middelen heeft men zeer zorgvuldig benut. Dat houdt o.a. het voordeel in, dat heel veel discussies, die anders op het Concilie zelf zou moeten ge schieden, reeds heeft plaats gevon den, zodat het Concilie voor een goed deel daarvan kan worden ont last. Misschien ligt het aan het Conci lie, misschien aan andere factoren, zeker echter lijkt een groter besef van de betekenis, die de H. Geest in ons geloofsleven bezit, door te bre ken. Men kan spreken van een nieu we dageraad, maar dan moet men er wel bij overwegen dat deze dageraad nog maar heel pril is. Voor de Kerk in haar geheel is de H. Geest nog maar al te zeer een on derontwikkeld gebied. Zeker, de tra ditie wil, dat bij opening van het nieuwe schooljaar een H. Mis voor de H. Geest wordt gelezen, dat bij opening van 't veertigurengebed of een retraite het Veni Creator wordt gezongen. Formeel bestaat de H. Geest wel in onze levenspraktijk. Ons denken zelf omtrent de H. Geest gaat niet verder, dan dat wij als katholieken hem een funktie toe kennen van „verlichter". Wat ons aan intelligentie ontbreekt, of wat we door gebrek aan studie-ijver niet verstandelijk hebben opgenomen, moet de H. Geest dan maar aanvul len. Deze praktijk van het leven toont echter hoe verwrongen en onder ontwikkeld het beeld van de H. Geest is. Want wat Hij wél is, dat zouden we natuurlijk allereerst in de H. Schriften zelf kunnen vinden. Maar voor wie nog niet zover is, kan heel goed de hymne dienen, welke de li turgie heeft opgenomen in de Pink- stermis. Daarin ziet men hoe de H. Geest eerst en vooral de aanstichter is van onze liefde tot God. Maar Hij is ook een vertrooster in onze ellende. Veel ander schone dingen worden van Hem gezegd: Hij zou in ons leven heel wat anders kunnen zijn, vooral een „lieve Gast". Als wij de H. Geest toch maar eindelijk niet meer degraderen tot een anti-bioticum tegen een tekort aan verstandelijke ontwikkeling. Ongetwijfeld is daar iets T;oor no dig: we moeten over de H. Geest le ren denken, mét of zonder de zon- dagspreek. Maar gebeuren moet het.

Peel en Maas | 1962 | | pagina 5