kou gevat? Hel woningtekort. Twintig jaar geleden.... Stemmen bij volmacht Land- en Tuinbouw Politierechter Zondagsdienst huisartsen Vrijdag 9 maart 1962 No. 10 Drie en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1050652 WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Minister van Aartsen, de minister van Volkshuisvesting blijkt zich weinig aan te trekken van de klachten, die o.m. uit Limburg gekomen zijn om een extra toewijzing van woningwetwoningen en premiewoningen. Zoals bekend hebben Ged. Staten en de Lim burgse KAB zich tot de Minister gewend om een grotere toewij zing in verband met de industrialisatie van onze provincie, het grote vestigingsoverschot en het ver boven het landelük gemid delde liggende geboortecijfer. Het kan niet, aldus de Minister, zowel financieel als technisch is 'n uitbreiding van het bouwpotentieel op dit moment onmogelijk.... Men mag zich dan als leek wel afvragen of een samenleving als de onze, die met haar mechanisatie en rationa lisatie voor niets terugschrikt, ze ventien jaren na de oorlog nog altijd moet kampen met een te groot te kort aan woonruimte. VOOR DE OORLOG Al was het dan voor de oorlog al lemaal geen koek en ei, zeker is, dat er toen een geweldig overschot aan woningen was. Er liggen cijfers voor ons, die meer dan 140.000 leegstaan de woningen aanduidden. Zeker is dat een deel daarvan zeker be woond zouden geweest zijn, als de mensen het geld er voor gehad had den, maar dat was er niet. Maar er was een overschot, ook in ons Ven- ray, waar huurwoningen slechts een klein percentage uitmaakte van het woningbezit, omdat men hier aan het eigen-bezit nog altijd de voor keur gafDe huren die men toen voor huurwoningen moest betalon, of liever wilde betalen waren enorm laag, mede als gevolg van het over grote aanbod. Hoe het ook zij, offi ciële cijfers duidden aan dat iedere vijf personen in Nederland een wo ning als onderdak haddenEn juist dat cijfer is na de oorlog enorm in zijn nadeel veranderd. NA DE OORLOG Oorzaak daarvan was dat gedu rende vijf lange oorlogsjaren prac- tisch niets gebouwd kon worden, terwijl de bevolking toenam. Na de oorlog werd van het woningbezit, dat door slijtage en slecht onder houd in de oorlogsjaren al veel ge leden had, nog 4,2 pet. totaal ver woest, 2,3 pet. zwaar en 23 pet. licht beschadigd. Dat in een land, waarin de bouwnijverheid door uitplunde ring en door gebrek aan materiaal practisch niet op gang kon komen. Voor Venray waren die cyfers nog ongunstiger. Van de 2200 wonin gen, die onze gemeente na de oorlog kende, waren er 179 totaal verwoest (ruim 8 pet.), bijna 40 pet. ofwel 853 zwaar beschadigd. De herbouw en het herstel van een en ander kostte niet alleen 12 mil joen gulden, maar vergde een enorme tijd. In de jaren 1945 en 1946 had men het veel te druk met voorlopig en definitief herstel en woningbouw kwam slechts heel langzaam op gang. "Want naast woningherstel moest ook nog voor 8 miljoen aan scholen en inrichtingen in orde ge maakt worden. Noodwoningen moes ten in de eerste nood wat soulaas geven en het is opmerkelijk dat men dacht dat deze dingen niet langer dan 10 jaar nodig warenDat de nood groot was blijkt uit het feit dat alleen al in Venray 110 van deze bouwsels verrezen. Dan praten we niet over de kippenhokmisère, nood- schuren en noodstallen, die tussen alle bedrijven door ook nog als wo ning gediend hebben. DE HELFT ER INTUSSEN BIJ In 1957 werd de vijfhonderdste nieuwe woningwetwoning in Venray gebouwd. Een opmerkelijke presta tie, als men bedenkt dat in omlig gende plaatsen dergelijke percenta ges niet gehaald werden. Daarnaast waren toen bijna 300 particuliere woningen gebouwd. In 1958 kwam de bouwstop en de toewijzing van een gemeentelijk bouwvolume. Maar voor zijn vertrek kon Burgemeester Janssen zijn handtekening zetten onder de bouwvergunning van de 1000ste nieuwe woning in Venray. Intussen is men ondanks alle moge lijke beperkende bepaligen zover dat 50 pet. van het vooroorlogswoning- bezit ofwel 1100 nieuwe woningen in Venray zijn gebouwd Al met al een cijfer dal tot ver bazing strekt, temeer als men be denkt, dat hiernaast in Venray nog gebouwd is aan scholen, fa brieken, inrichtingen e.d. voor een totaal bedrag van ruim 15 mil joen gulden. Een bouwcapaciteit die men voor de oorlog voor on mogelijk had gehouden EN TOCH En toch is de lijst van woning zoekenden nog groter dan hij ooit is geweest. Toch moeten ieder jaar opnieuw jonge paartjes introuwen bij ouderen, moeten mensen uit Venray gewezen worden, omdat er hier geen plaats voor hen is. NAAR DE 30.000 De oorzaken zijn: een geboorte overschot en een vestigingsover schot. Cijfers die ieder jaar door de groei van Venray weer hoger wor den. Als men spreekt over indus trialisatie, dan is het vanzelfspre kend dat nieuwe inwoners zich zul len melden, mede omdat Venray zelf (nog) niet in alle posten kan voorzien. Bovendien staat ons nog te wachten de huwelijken uit de hoge geboortepiek van direct na de oorlog. We groeien vast in last en tal, om met Vondel te spreken en langzaam maar zeker groeien we naar de 30.000 zielen. Een woning bouw die hier niet meer over gaat, brengt enorme moeilijkheden met zich. Voor de mensen persoonlijk, voor de hele gemeenschap. Tot heden toe zijn we daar jam mer genoeg niet in geslaagd en de vraag is of we daar de eerste jaren wel co^t in zullen slagen, nu men halsiarrig in Den Haag vast blijft houden aan een cijfer, dat niet al leen onvoldoende is, maar daarnaast ook bouwvakarbeiders als het ware dwingt naar Duitsland te gaan. De ze mensen krijgt men ten ene male niet naar Den Haag of Amsterdam, als ze hier niets te doen hebben, die gaan naar Duitsland, waar meer loon te verdienen is en men schijn baar niet zo krenterig is met toewij zingen. Toewijzingen aan wening- bouwvereniging of gemeenten, toe wijzingen aan particulieren. Want ook deze zijn de dupe van alle mo gelijke beperkende bepalingen, die men stelt en in plaats van deze men sen te helpen, heeft het er alle schijn van dat ze op alle mogelijke manie ren worden tegengewerkt om het ideaal: eigen woning te bereiken UITBREIDING SPLANNEN Men kan de gemeente hiervoor niets verwijten. Ook zij is gebonden aan de algemene regels, hoe fout die ook zijn, omdat ze geen rekening houden met de plaatselijke omstan digheden. Men heeft wel eens ver wijten kunnen maken dat er te wei nig grond voor nieuwbouw beschik baar was, maar hier heeft men toch op afdoende wijze op geantwoord. Plan West I en II zijn daar de be wijzen van, even zo goed als plan Desselke en 't nieuwe plan dat voor Veltum op stapel staat. Hier ligt het dus beslist niet aan, evenmin als aan de vergoedingen die betaald worden voor de te gebruiken gronden. Ook die zijn in tegenstelling tot vroeger op normaal peil gebracht, die een behoorlijke beloning geven voor het offer dat de grondeigenaar en de -pachter moeten brengen voor de gemeenschap. 300 WONINGZOEKENDEN Nog steeds staan 17 jaren na de bevrijding meer dan 300 woningzoe kenden ingeschreven. Gehuwden en al jaren verloofde paartjes, die nu eindelijk ook wel eens een eigen nestje willen bouwen. Nog steeds klagen fabrikanten dat zij niet genoeg mensen kunnen aan trekken omdat er geen woningen beschikbaar zijn, en dat terwijl we al weer plannen aan het maken zijn voor de vestiging van nieuwe indus trieën, die ook weer „vreemden" met zich brengen. Nog steeds staan nood woningen tot midden in de hoofd straten en zijn er krotwoningen op te ruimen, waar men vanwege de dierenbescherming geen dieren in mag houden Nog steeds gaan Venrayse bouw vakkers naar Duitsland Minister van Aartsen heeft men op zijn vingers getikt inzake het wo- ningbeleid. Maar de zaak blijft zoals ze is en men rekent nu reeds in de komende jaren op nieuwe records in het getal van woningzoekenden 17 jaren na de bevrijding De KVP-centrale verzoekt ons me de te delen dat leden der KVP, die door omstandigheden niet in de ge legenheid zijn om op 28 maart a.s. in persoon aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten deel te ne men, zich tot uiterlijk zaterdag 10 maart op kunnen geven bij hun af delingsbestuur. Dit bestuur verleent dan medewerking bij het invullen der aanvraagformulieren voor het stemmen bij volmacht. EEN NEDERLAAG DIE EERVOLLER WAS DAN DE OVERWINNING VAN DE TEGENSTANDER Twintig jaar is het nu geleden dat duizend vermoeide mannen alles gaven wat ze hadden in een strijd, die bij voorbaat al ver loren was. Op 27 februari 1942 ging onze vloot, versterkt met schepen van andere geallieerde staten, op de Javazee ten onder, teneinde een bezetting van Ned. Oost-Indië te voorkomen. De economische en politieke gevolgen van dit gevecht waren ramp zalig en leidden tot de revolutie in 1945. DE TOESTAND VOOR DE SLAG Vele politici in die dagen zagen in, dat als wij Java, het rijke Java, zou den moeten afstaan aan de bezetter, dit een gezichtverlies zou betekenen die fnuikend zou zijn voor onze po sitie in de Oost als dit weer in ons bezit zou komen. Dit verklaart ook het feit dat de vrij zwakke Neder landse marine het eiland tot het uiterste verdedigde. Maar terwijl dit voor Nederland uiterst belangrijk kon worden genoemd, bleef het voor de geallieerden slechts een fase in een zeer uitputtende strijd. Voor Japan was het rijke Java al lange tijd een zeer lokkend object en bezat de verovering ook nog een grote ideologische waarde. Was Ja va eenmaal „bevrijd" dan zou dit als strijdkreet door de rest van Azië gaan. In het begin lag de Japanse vloot nog tamelijk verspreid en de enige kans op een overwinning of althans de kans om de Japanners redelijke verliezen toe te brengen, lag in een massale aanval van de gehele gealli eerde vloot op de vijandelijke oor logsbodems. Dit is echter niet ge beurd. Japan maakte zich onge stoord gereed om de invasie van Nederlands-Indië in te zetten. GEEN LUCHT VER STERKINGEN AANWEZIG In Japan lag het 16e leger klaar om onder leiding van generaal Ima- moera Java te bezetten, met een in- vasievloot die onder leiding stond van vice-admiraal Kondo. Verder beschikte de vijand over een zuide lijke slagvloot die ook onder leiding van de vice-admiraal Kondo stond en verdeeld was in 5 groepen, een aanvalsvloot onder bevel van vice- admiraal Takahashi en tenslotte de marine-luchtvloot. Deze grote, prima getrainde, mo dem uitgeruste Japanse vloot, goed bezet met een uitgeruste équipage had als tegenstanders de oostelijke en de westelijke „Striking Force"; deze geallieerde vloten van Ameri kaanse, Australische, Britse en Ne derlandse schepen, hadden beide in de loop van de oorlog al verschillen de verliezen geleden, ook hadden vele oorlogsschepen beschadigingen opgelopen en waren de bemannin gen vermoeid. De oostelijke Striking Force onder bevel van de Neder landse admiraal Karei Doorman had al 3 kruisers en 6 torpedoboot jagers. Wat echter in de hele oorlog tegen Japan al een rol had gespeeld, de berichten van verkenners die te laat binnenkwamen of helemaal ont braken, bleek nu een van de be langrijkste punten te worden waar over de Nederlandse marine struike len zou. Toen de westelijke vloot eindelijk berichten binnenkreeg over de vijand, bleek dat zij niets kon uitrichten en werd ze naar Co lombo gestuurd. GEEN RUST De oostelijke Striking Force moest overdag wel uitvaren, daar zware bombardementen het onmogelijk maakten in de haven te blijven liggen. Oevrdag was het echter al lerminst gunstig op zee, vijandelijke vliegtuigen bestookten de schepen en luchtbescherming van eigen luchtmacht was er niet meer. Het gevolg daarvan was, dat er ook geen berichten doorkwamen waar zich eventueel de Japanse transport- vloot bevond. Eindelijk werd dan toch de viiand verkend, admiraal Doorman besloot uit te varen maar verdere gegevens kwamen niet bin nen en de aanvallen van de Japan se luchtmacht werden zo zwaar, dat er besloten werd terug te keren. Ook al omdat de bemanning bekaf was en de brandstof der schepen begon op te raken. Nauwelijks bin nen kwamen gegevens over de vij and. Tijd om te rusten was er niet, om ongeveer 13.45 uur kwamen de berichten, om 15.00 uur voer de vloot weer op zee. Met de De Ruiter als vlaggeschip voer de geallieerde vloot met een vaartje van 20 mijl op naar het noordwesten. De mannen op de schepen moeten geweten hebben, dat het een wanhoopspoging was. Er waren moeilijkheden met het seinen ondanks de bespreking die admi- r.-.al Doorman met de gezagvoerders had gehouden. Alleen eenvoudige manoeuvres konden worden gehou den. De vloot bestond uit 14 schepen met een bewapening van 12 stukken van 20 cm en 25 stukken van 15 cm. De Japanse vloot bestond uit 18 sche pen die echter lichter waren. De formatie van de geallieerde vloot was allerongelukkigst, want door de snelheid van het wegvaren waren enkele jagers die vooraan hadden moeten zijn, achterop ge raakt, terwijl Doorman bovendien de Britse jagers vooruit had moeten sturen om verkenningen uit te voe ren. DE SLAG Om 12 minuten over vier kwamen de eerste vijandelijke schepen boven de kim. In het nu volgende treffen kreeg eerst De Ruiter een voltref fer, maar deze explodeerde niet; de Exeter echter kreeg ook een treffer en week uit naar bakboord, nu wreekte zich de gebrekkige seinin- richting waardoor de rest van de schepen mee zwenkte met de Exeter en een prachtige schietkans bood voor het Japanse torpedogeschut. Ook de Kortenaer kreeg een vol treffer en brak doormidden. De Perth legde nu een rookgordijn tus sen de schepen en het Japanse ge schut. Doorman nam onmiddellijk deze kans waar en leidde zijn sche pen ten aanval tegen de vijandelijke oorlogsbodems. Deze weken uit, ze hadden hun doel echter bereikt, de transportschepen waren veilig door gevaren. De White en With begeleid de de Exeter naar Soerabaja. Er volgde een beschieting op de Mlnie schade HET GEVECHT IN DE NACHT! Uit het nu volgende blijkt welk een moed er daar vertoond werd. Steeds weer vielen de geallieerde schepen aan zonder het convooi te kunnen raken, doordat er niet pre cies bekend was waar het zich be vond. Een kleine groep ten dode ge doemde schepen die steeds weer de oppermachtige vijand aanvielen en steeds weer kennis maakten met het noodlot dat ze precies daarheen dreef waar zich de sterkste punten van de viiand bevonden. Op goed geluk gingen de schepen er in de nacht weer op uit, het transport te hinderen in de richting in welke admiraal Doorman ver moedde dat zich het convooi troe penschepen zou bevinden. Achteraf is gebleken dat dit inderdaad de juiste richting was, maar een verlaat bericht deed Doorman besluiten zijn koers te veranderen. De nieuwe koers bracht hem naar de plaats waar de Japanse vloot lag te wach ten. Een korte schermutseling volg de, door het hevige torpedovuur moesten onze bodems de Japanners ontwijken, waarna ze weer op zoek gingen naar het convooi. De Ameri kaanse schepen moesten hier de strijd staken, daar hun brandstof voorraad opraakte. Zij bereikten la ter met veel geluk Fremantle en wa ren de enige schepen die niet tot zinken waren gebracht. Opnieuw volgde daarna een tref fen waarin De Ruiter tot zinken werd gebracht evenals de rest van de vloot. Het grootste deel van de bemanningen kwam hierbij om het leven, evenals admiraal Doorman met zijn hele staf. De Perth en de Houston hadden orders zich uit de voeten te maken en dit lukte inderdaad, zij weken uit naar Tandjong Priok. De vol gende dag waagden de Evertsen, de Perth en de Houston een uitbreek poging waarbij ze in de grond wer den geboord na eerst nog schade te hebben toegebracht aan de weste lijke Japanse transportvloot. Het was erg lang geleden dat onze marine een echte zeeslag geleverd had, het bleek dat in die tijd niets ingeboet was aan dapperheid en kunde. Op de oorlog heeft het alle maal geen invloed gehad, de invasie op Java is in het totaal 24 uur opge houden HET KIPPENMEST IS NOG MEER WAARD DAN DE EIEREN De eierpryzen, die de kippenhou der op dit moment uitbetaald krygt, is bepaald niet om over naar huis te schrijven„Hun mest is nog meer waard dan de eieren....", zei een gramstorig kippenhouder, die naast de eier- briefjes de rekeningen had lig gen van het kippevoer e.d. Reeds vorig jaar is er van vele kanten gewaarschuwd dat er feite lijk veel te veel kuikens werden in gelegd. Die kuikens zijn intussen uitgegroeid tot volwaardige kippen, wier eierproduktie dergelijke om vang heeft aangenomen, dat de eier- prijzen kelderden en nog steeds te laag staan. Dit heeft natuurlijk tot gevolg dat er nu weer heel wat min der kuikens zullen komen, waardoor de prijs misschien later meer op zal trekken. Maar nu is het helemaal geen feest, die eier-prijs. Integen deel, want er zijn al kippenhouders, die er zo geen lol meer aan vinden. En die men zeker niet aan moet ko men met verhalen dat er nog wel het een en ander te doen is aan de eieren Toch is het misschien goed eens te luisteren naar vakmensen, die nu niet bepaald te spreken zijn over de kwaliteit van het ei in het algemeen en dat uit onze streek in het bij zonder. En toch zullen zeker in de toekomst de kwaliteitseisen al lan ger hoe groter worden. Wil men mee kunnen en een nog reeële prijs voor zijn eieren maken, dan moeten kwaliteitsprodukten geleverd wor den. Snel en goed Daarover is bijv. in exporteurs kringen al het een en ander te doen en wie zijn vakbladen leest weet dat bijv. enkele grote kippenvoer-produ- centen zgn. ringen aan het vormen zijn die een beter kwaliteit-ei voor staan Maar afgezien van dit alles, kan ook de kippenhouder in eigen bedrijf in eigen omgeving nog veel doen om een kip productiever te maken, d.w.z. voor hetzelfde geld meer eie ren te laten leggen. De kosten het zelfde, maar meer-opbrengst en dus Want men is er niet met prima kuikens en prima voer. Beide zijn zeer noodzakelijk, maar er komt nog wat anders bij. En dat is de zorg voor de hokkenWe krijgen al langer hoe meer fraaie hokken, die echter voor de kippen als zodanig geen prettig tehuis zijn. Zomers te warm, 's winters te koud. Te koud, te vochtig, te trekkerig. Daardoor ontstaan ziekten, vragen de dieren meer voer en dat alles doet de pro- duktiekosten stijgen zonder dat de opbrengst hierdoor groter wordt. In tegendeel zelfs ze wordt belangrijk lager. En dan de legnestenHet moet in feite niet nodig zijn dat eieren ge wassen worden. Daarmede gaat een deel van de bescherming verloren, die het ei van natura heeft en ver mindert de kwaliteit, afgezien dan nog van het werk, dat men met die wasserij heeften de eieren, die daarbij sneuvelen. Vuilschalige eieren krijgt men doordat de legnesten niet goed zijn. Men spaart aan het haksel, wat men later weer uitgeeft aan het wassen van de eieren. Trouwens de kippen voelen zelf dikwijls dat hun legnest niet goed is en gaan hier of daar dan zelf een nestje maken Betere hokken en goede legnesten zijn voor een kwaliteitsei even be langrijk als voer en afstamming. Misschien dat men daar ook eens aan denken wil. KOPZIEKTEGEVAAR? Als de koeien van stal komen en dat is alweer gauw leeft meni ge boer in angst en vrees. Het is dan ook zaak reeds nu alles te doen, wat het kopziektegevaar kan afwenden. En dit kan. Uit onderzoek is thans bekend, dat kopziekte een kwestie is van gebrek aan Magnesium bij het vee. Nu is het geen wonder, dat dit magnesiumgebrek veel voorkomt: 't Mg-gehalte van het weidegras is in het voorjaar bijna altijd te laag! Gelukkig is de laatste jaren ge bleken, dat dit gehalte vrij goed ver hoogd kan worden door een Mg-be- mesting in de vorm van kieseriet. Vooral op percelen die het eerst worden geweid en speciaal wan neer kopziekte er wel eens voor kwam is zo'n bemesting zeer wenselijk. Er moet dan ongeveer 500 kg kieseriet per ha. worden ge strooid, zo vroeg mogelijk; maart kan nog goed. Het spreekt vanzelf, dat men ook de andere voorzorgen niet mag ver geten: geleidelijke overgang van de stal naar de weide, bijvoeren van zetmeelprodukten enhet ver mijden van het gebruiken van gier. Met gier heeft men nl. a) gauw meer stikstof en kali dan men denkt. Dit jaagt het vroege weidegras te veel op en dit heeft ook al doordat gier zelf heel arm is aan magnesium een zeer ongunstige invloed op de Mg-voorziening van het vee. Op percelen die straks direct wor den geweid en waar kopziektege vaar bestaat voorzichtig dus. Geen gier, wel kieseriet. Houdt men zich voor elk overig perceel aan de bekende adviesnormen voor stikstof én voor kali beide zijn onmisbaar voor een goede giasopbrengst dan verdwijnen angst en vrees, dan wijkt het kopziektegevaar! De wereld zou er gezelliger uit zien als de mensen maar niet zo flink wilden schijnen. Maar steeds doemen er lieden op die zichzelf zo veel minder achten dan een ander, dat zij iets gaan doen om hun zelf vertrouwen te herwinnen. Er zijn streken waar men dan gaat koppen snellen: door het bezit van ander mans hoofd meent men ook in het bezit te geraken van andermans ca paciteiten. In onze cultuur is deze methode minder gebruikelijk. Hetgeen niet betekent dat wij het probleem niet zouden kennen. Bij ons trachten een gevoel van zelfverzekerdheid te ver werven ten koste van wat dan ook. De een gaat in de politiek, een an der en een derde in misdrijven. Hij belandt vroeg of laat voor het hek je van de politierechter. Tot de laatste soort behoort zon der enige twijfel het schreeuwerige manneke van negentien, dat nu 14 dagen de gevangenis in gaat. Ook hij behoort tot de flinkdoeners. Zijn hart was zo klein dat hij zich moest aanstellen als een geweldenaar om enige achting voor zichzelf te ver werven. Twee jaar geleden heeft hem dat al eens vijfentwintig gul den boete gekost omdat hij een an der een oog dichtsloeg. Later is er nog eens een diefstalletje geweest en een bekeuring wegens het rijden zonder rijbewijs. Het portret van de verdachte is daarmee wel duidelijk: een beeld van grote innerlijke leegte; een foto die alleen maar een gezicht toont, zonder dat er een mens achter staat. Op een avond in oktober zag de knaap aan de overkant van de straat een jongen staan, die wat kleiner is. Die kon hij wel aan, dacht hij. Hij schreeuwde: „Sta je daar om mij te ke ,anaër"Wfa^°rii5'-ïito',¥JKea Zijn vrees dat iemand zou zien hoe weinig flink hij was, is zo groot, dat hij in tegenstelling tot de humoris ten in elke lacher een tegenstander ziet. Omstanders haalden de politie er bij, want er was geen enkele reden om ruzie te maken. De balorige knaap werd naar het bureau ge bracht. Daar verklaarde hij letter lijk: „Ik heb die jongen neergesla gen, want hij trachtte een meisje aan te randen waarmee ik een af spraak had. Er stonden wel twintig schooiers omheen. Maar ik heb haar ontzet." Maar de jongen zelf was de enige schooier ter plaatse. De getuigen hebben geen meisje gezien, geen aanranding en geen twintig omstan ders. Het gevaar bestond alleen in het brein van deze onevenwichtige knaap. Als 't slachtoffer aan de over kant groter was geweest zou de ver dachte ook geen „aanranding" heb ben gefantaseerd. Wat moet de rechter doen met een Don Quichotte? Tenslotte kan men niet elke rare snijboon in een ge sticht stoppen. Maar men mag van de justitie ook verwachten dat zij ons beschermt tegen lummels die volslagen onzinnig reageren en die hun gebrek aan innerlijke bescha ving botvieren op argeloze voorbij gangers. Het was de derde keer dat de politie heeft ontdekt dat deze jon gen in botsing kwam met de wet Hij is nog in een proeftijd van een voorwaardelijke veroordeling. Als stok achter de deur heeft de vorige straf hem dus niet in het rechte spoor kunnen houden. Daarom gaf de rechter hem de veertien dagen gevangenisstraf die hij verdiende. De kruik gaat zolang te water tot ze breekt. Als knapen als deze dat niet willen inzien, kunnen zij beter emigreren naar gebieden waar het koppensnellen nog wel in zwang is. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Van zaterdagmiddag 12 uur tot zon dagnacht 2 uur. Dr. L. COENEN Henseniusstraat Telefoon 1878 Uitsluitend voor spoedgevallen 1 ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS Zr. T. TACKEN Landweertweg 22 telefoon 1629 CtROENE kruis Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. ZIEKENAUTO bel 04780-1592 b.g.g. 2116

Peel en Maas | 1962 | | pagina 1