Voorlichting bevolking
in geval van oorlog
Tien geboden voor de
televisie-kijkers
Er lag een pakje klaar...!
Politierechter
Uit Peel en Haas
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Geestelijk artikel
Vrijdag 29 september 1961 No. 39
Twee en tachtigste jaargang
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512
75)
Om maar meteen met de deur in
huis te vallendat deze voor
lichtingsactie van de regering juist
in deze, van spanningen zware tijd
valt, is een samenloop van omstan
digheden.
De plannen voor deze voorlich
tingsactie, die verleden jaar werd
aangekondigd, zijn thans rijp voor
openbaarmaking.
Maardat is een geluk bij een
ongeluk, ook de openbare mening is
er op het ogenblik méér rijp voor om
van die voorlichting kennis te ne
men.
Reeds jarenlang is langs allerlei
wegen het Nederlandse volk voor
gelicht onder het motto: Bescher
ming Bevolking begint bij U zélf!
Die voorlichting heeft plaats ge
had via pers en radio, door de Or
ganisatie Bescherming Bevolking
en andere organisaties.
Thans is het de regering zelve,
die op grote schaal deze actie be
gint. En zoals gezegd, eigenlijk had
zij geen beter ogenblik kunnen kie
zen.
Want het moet geconstateerd
het overgrote deel van het Neder
landse volk, dat de voorlichting tot
nu toe niet serieus nam, en eigen
lijk een beetje struisvogelpolitiek
volgde, blijkt thans wel degelijk be
langstelling te hebben.
-De berichten, met name over kern
explosies en verontreiniging van de
atmosfeer door radio-activiteit, ge
voegd bij de heden ten dage be
staande spanningen, doen allerwe
gen de vraag rijzen: hoe kunnen wij
in geval van een oorlog onszelf be
schermen, vooral wanneer die oor
log gevoerd wordt met kernwapens?
THUIS HET BEST
De gevolgen van een oorlog met
kernwapens, zo stelde Minister
Toxopeus, zijn veel ernstiger dan
die van een oorlog, gevoerd met
conventionele wapens, al moeten
wij met het gebruik van de laatste
ook terdege rekening houden. Bij
een directe explosie zijn die gevol
gen weliswaar alleen maar in om
vang en uitwerking groter, maar we
hebben ook rekening te houden met
een nieuwe regeling die van de ra
dio-actieve straling de „fall-out",
gevolg van een atoomexplosie op
grotere afstand.
Bij een voltreffer zijn de kansen
op overleven uitermate gering, maar
in wijde kringen daaromheen zul
len velen die, al of niet gewond, al
of niet dakloos, overleven.
Met nadruk maakte de Minister
een einde aan de zo vaak gehoorde
opvatting: „Eén waterstofbom en
heel Nederland is van de kaart".
De zeer velen, die een ongetwij
feld een overlevingskans hebben,
zullen echter die kans dienen te be
nutten.
Met name waar het gaat om de
hierboven genoemde „radio-actieve-
straling zullen zij de bescherming
bij voorkeur dienen te zoeken in de
eigen woning, aangezien het moge
lijk is, dat men daarin meer dagen
achtereen, van de buitenwereld af
gesloten, zal moeten verblijven.
In dat geval zal men voedsel en
drinken ter beschikking moeten
hebben, eenvoudige medische hulp
moeten kunnen verlenen (dokter en
verpleegster komen er evenmin
door) en de radio-actieve straling
zo goed mogelijk moeten buitenslui
ten.
RICHTLIJNEN WORDEN
THUISBEZORGD
Deze week heeft de P.T.T. huis-
aan-huis bezorgd de „richtlijnen",
welke men daarbij nodig heeft.
Voorts wordt aangeraden te zor
gen voor een kleine „ijzeren" voor
raad (bij voorkeur geconserveerde)
levensmiddelen, zodat men het on
geveer een week zal kunnen „uit
zingen". Pakketten noodvoedsel in
gecomprimeerde vorm, een soort
scheepsbeschuit, worden eveneens in
de handel verkrijgbaar gesteld.
Met al even grote nadruk stelde
de minister, dat deze voorziening
niet moet worden getroffen uit
vrees voor een mogelijk voedsel
tekort, maar omdat de mogelijkheid
bestaat, dat men gedurende enige
tiid geen leverancier kan bereiken
en ook geen winkel geopend vindt.
Het heeft dus niet de minste zin
voedsel te gaan hamsteren.
Iedere huisvrouw kan het best
zelf bekijken hoe zij deze voorraad
kan samenstellen en regelmatig
verversen, en ook daarvoor geven
de hiervoor genoemde „richtlijnen"
de bevolking aanwijzingen.
Vanzelfsprekend denkt men bij
dergelijke gevaren aan schuilgele-
genheden. Die kunnen er echter al
leen zijn voor het publiek op straat,
dat plots door alarm zou worden
overvallen.
Zou men, zo zei minister Toxo
peus, voor heel de Nederlandse be
volking schuilkelders hebben willen
bouwen, aangenomen dat zulks al
mogelijk zou zijn, dan had men na
de oorlog de woning-, fabrieks- en
scholenbouw practisch moeten stop
zetten.
De allereerste en belangrijkste
maatregelen moet ieder zelf nemen
voor eigen gezin, in eigen huis.
Daarnaast heeft de regering een uit
gebreid apparaat opgebouwd in de
Organisatie Bescherming Bevolking,
de BB, dat niet alleen in geval van
nood hulp verleent, maar ook thans
reeds door advies en raad de bevol
king bij het nemen van maatregelen
wil dienen.
T.v.-toestel heeft een knop om hem
af te. zetten
De vakanties zijn voorbij. Het
mooie weer, dat we in september
hebben gehad, was een verrassing
van zomer 1961, die daarmee zijn
slechte gedrag van de voorgaande
maanden heeft willen goedmaken.
Maar het einde er van is in zicht en
heel gauw zitten we weer in koude
depressies, welke ons dwingen ons
vertier en onze ontspanning in huis
te zoeken.
Ook de kinderen zullen meer dan
in de zomer hun vrije uren thuis
doorbrengen. En de televisie zal
meer dan ooit hun aandacht op
eisen.
En meer nog dan in de zomer
dagen zullen de ouders er op toe
zien, dat de kijkkast niet alle aan
dacht van de kinderen opeist en dat
de kinderen niet alles zien wat de
t.v. biedt.
Op verzoek van de Zwitserse te-
levisine heeft Dr. Hans Christa van
de „Schweizer Familienschutzkom-
mission" de tien geboden van de
t.v. uitgewerkt ten behoeve van de
ouders.
Misschien dat deze 10 geboden
ook voor de Nederlandse ouders
van nut kunnen zijn.
1. Belichting
Principe; Voor de bescherming
van de ogen mag nooit in een volle
dig verduisterd vertrek naar de t.v.
gekeken worden. Voor de kinderen
is dit des te belangrijker omdat zij
in het duister meestal angstgevoe
lens kennen.
Toelichting: Wij zorgen er steeds
voor dat er in de kamer waarin
naar de t.v. gekeken wordt, steeds
een lichtbron aanwezig is. Om het
licht niet rechtstreeks op het
scherm te laten vallen, verdient het
de voorkeur de lamp op het t.v.-
toestel te plaatsen, ofwel er naast,
ofwel er achter.
2. Afstand
Principe: De kinderen moeten
zich op een afstand van het scherm
bevinden die gelijk is aan achtmaal
de hoogte van het scherm. Bij een
toestel met 53 cm scherm bedraagt
deze afstand minimum 2,75 m. Het
scherm moet derwijze zijn opgesteld
dat het zich op gelijke hoogte be
vindt als de ogen der jeugdige kij
kers. Het verdient de voorkeur dat
de kinderen vóór het scherm zitten
en wanneer zulks niet mogelijk is
mag de afwijking naar links of
rechts hoogstens 1,50 van de as der
beeldbuis zijn.
Toelichting: Het gebeuren op het
glazen scherm interesseert de kin
deren meestal zo sterk, dat zij liefst
met hun neus vlak tegen de beeld
buis zouden gaan zitten. Om de
ogen van onze kinderen te bescher
men, moeten wij ze er aan wennen
op een gunstige afstand van het
toestel plaats te nemen en niet met
de neus maar met de ogen te zien.
3. Leeftijd
Principe: Een kleuter begrijpt van
een speelfilm en van de meeste t.v.-
programma's totaal niets. Kleuter
tjes zullen zich daarom meer in een
zandbak op hun gemak voelen dan
voor een scherm.
4. Duur
Principe: Kinderen van minder
dan 9 jaar mogen per dag niet lan
ger dan een half uur naar de t.v.
kijken, oudere kinderen niet langer
dan 1 a lVe uur.
Toelichting: U laat Uw kind niet
aan een maratonwedstrijd deelne
men, nietwaar? Waarom zoudt ge
hem dan bedelven onder de zege
ningen van een continu t.v.-pro-
gramma? Voor wie het nog niet
weet, ieder t.v.-toestel bezit een
knop waarmede het kan uitgescha
keld worden.
5. Programma
Principe: Een kind mag nooit een
programa zien, dat niet voor kin
deren geschikt is.
Toelichting: Wat doet u met een
ongewenste bezoeker? U gooit hem
kort en goed de deur uit. Indien een
t.v.-programma voor de kinderen
niet geschikt blijkt, dan schakelt
men het toestel uit.
6. Journaal
Principe: Een twaalfjarig kind
mag het t.v.-joumaal voor het
avondprogramma gerust bekijken.
Toelichting op deze leeftijd be
gint het kind belangstelling te ver
tonen voor gebeurtenissen in bin
nen- en buitenland. Het overzicht,
dat het door het t.v.-journaal krijgt,
helpt het een eigen opinie te vor
men en is een gewichtige proef in
zijn opvoeding als staatsburger.
7. Avondprogramma
Principe: Het avondprogramma is
in de regel voor volwassenen be
stemd.
Toelichting: Neemt u uw kleine
spruiten mee naar een nachtbar of
naar een worstelwedstrijd? Natuur
lijk niet. Waarom zouden ze dan
's avonds voor het t.v.-scherm zien
wat ze normaal van u niet mogen
zien. Trouwens in de meeste ge
vallen zullen zulke programma's
hen alleen maar opwinden en dan
slapen zij niet of slecht.
8. Geen vrjje toegang
Principe: He kind mag niet vrij
over het t.v.-toestel beschikken.
Toelichting: Iedere moeder zorgt
er voor, dat de snoepjes en depotjets
bessenjam achter slot staan. Zo
niet, dan zouden de kinderen ze
gauw soldaat maken. Waarom zou
den we er dan ook niet voor zorgen
dat de kinderen het toestel zelf niet
kunnen inschakelen. Er bestaan toe
stellen met een deurtje dat met de
sleutel kan afgesloten worden.
Waar dit niet het geval is moet va
der maar een middeltje bedenken
om zijn bengels het inschakelen
van het apparaat, onmogelijk te ma
ken.
9. Wie is de baas?
Principe: De ouders beslissen
naar welke uitzending de kinderen
mogen kijken.
Toelichting: Het is de dokter die
beslist welke ingredënten er in de
medicijn worden gemengd.
10. Kommentaar
Principe: Een t.v.-uitzending mag
nooit middelpunt zijn, doch steeds
uitgangspunt voor een gesprek.
Toelichting: De televisie geeft ons
vele gelegenheden om met onze kin
deren over een bepaald onderwerp
van gedachten te wisselen. Het
kommentaar op 'n gezien program
ma verschaft ouders en opvoeders
heel wat aanknopingspunten, die
kunnen helpen om het kontakt tus
sen jong en oud te bestendigen.
Kommentaar is dus niet alleen ge
wenst, maar zelfs noodzakelijk.
ALS CHRISTEN KAN MEN OP
TWEE MANIEREN SCHAAP ZIJN
Over het algemeen is men het er
onder christenen wel over eens, dat
het domweg ingeschreven staan in
de burgerlijke stand of in de pa-
rochieregisters als katholiek of pro
testant, beslist geen norm is voor
het christen-zijn; die gedachtengang
is echt voorbij.
De tweede helft van onze eeuw
heeft ons met een andere vraag be
zig gehouden, die wij tegenwoordig
nog al eens geformuleerd zien als:
welke is de plaats van de leek in
de Kerk?
Maar het is juist alsof dat alleen
niet genoeg is om de volheid van
het christen-zijn te omvatten; er is
geleidelijk aan een tweede vraag
vastgeknoopt: welke is de taak van
de leek in de wereld?
De afkondiging van het Tweede
Vatikaanse Concilie heeft de vraag
naar de plaats van de leek in de
Kerk weer eens heel bijzonder naar
voren geschoven.
En het merkwaardige is, dat bij
alle beschouwingen (in het verleden
en tegenwoordig) duidelijk gewor
den is, dat de plaats van de leek in
de Kerk echt die van een luisteren
de behoort te zijn. Zeg voor mijn
part van het „schaap".
Misschien kan een of andere her
der nog wel een behoefte gevoelen
de leek als adviseur te raadplegen,
maar een recht daarop kan deze
niet doen gelden.
Voor meer dan een katholiek is
de verwijzing van de leek naar de
plaats van luisteraar en toehoorder
een beetje teleurstellend geworden.
Dus voor eeuwig „schaap" en alleen
„schaap"?
Neen, dat heeft Prof. Rogier in
zijn befaamde rede van 1960 van de
hand gewezen. En terecht. Want op
hetzelfde moment, dat de plaatsbe
paling in de Kerk gekomen is, werd
duidelijk, dat de leek in de wereld
een hoogst belangrijke plaats heeft
in te nemen.
Daar immers is hij de man of
vrouw, die het te zeggen en te doen
heeft. Doch daar is hij misschien
meer „schaap" in de verkeerde zin
van het woord, dan geoorloofd is.
Het woord „wereld" (de maat
schappij waarin wij leven), heeft
plotseling voor de katholieken van
de 20ste eeuw een aparte en eigen
betekenis gekregen. De vragende
christen van deze tijd wordt plotse
ling duidelijk, dat hij die wereld te
gemoet heeft te treden, niet om er
een passieve rol te spelen, niet om
er zoveel profijt als maar kan, van
te trekken, maar om ze naar God te
richten.
Dat klinkt misschien een beetje
theatraal, maar in feite is het dat
helemaal niet. Want ieder van ons
kan iets doen, om het leven recht
vaardig, blij, liefdevol te maken.
De een heeft meer te vertellen dan
de ander, maar allemaal kunnen we
iets doen.
Allen hebben we een terrein waar
we het wel mogen organiseren, al
is het maar thuis. Ergens is voor
ons ook een stukje wereld wegge
legd, dat we naar God kunnen rich
ten al was het maar in het schijn
baar zuiver menselijke vlak.
Er is een verschil tussen het
schaap-zijn.
Nu is voor sommige diensten
„vol" een betrekkelijk begrip, want
nergens blijkt dan zo duidelijk, dat
de mens als het werkelijk nodig is,
met weinig levensruimte toe kan,
als in een uitpuilende bus.
Er hangt weliswaar een net kaar
tje, dat er maar zoveel staanplaat
sen zijn, maar als men degenen telt,
die eikaars eksterogen aan het ver
morzelen zijn, is dat gewoonlijk een
meervoud van wat dat getal aan
geeft
Nu zijn er met de nieuwe bussen
complicaties mogelijk
Men moet namelijk voor in stap
pen en in het midden uitstappen.
Nu is dat ondanks de aanduidin
gen „In" en UIT bij de betreffende
in en uitgangen schijnbaar nog niet
duidelijk genoeg. Want het volgen
de drama speelde zich af:
De bus reed voor, vol, zoals we U
vertelden. Vol als een sardienen
blikje. De deuren zwaaiden open
en door UIT gingen passagiers naar
buiten, door IN kwamen ze braaf
hun centjes neer tellen bij de chauf
feur, om dan verder geperst te
worden als in een gestopte worst.
Terwijl de chauffeur moedige po
gingen deed de worst nog voller te
stoppen, komt een heer aanlopen
met een koffer.
Met een sierlijke zwaai wou hij
door UIT naar binnen schieten,
maar van dat voornemen moest hij
afzien, omdat het publiek hem
grommend duidelijk maakte, dat hij
IN de ingang is. Hij naar IN, maar
liet het koffer bij UIT staan.
Terwijl hij op weg is naar IN,
schuiven o wonder der techniek
met een lichte zucht de deuren
dicht en rijdt de bus verder.
Bij de halte staat een vertwij
feld man, die niet alleen zijn bus,
maar ook zijn koffer ziet verdwij
nen. Maar gelukkig zijn er behulp
zame mensen. Zo ook hier.
Een kleine schriele man in de bus
had het gezien. Hij begreep hoe
deze buitenstaander zich moest voe
len nu plotseling zijn koffer van
hem was afgesplitst. Wie weet wat
voor belangrijke dingen er voor
hem inzitten, dacht hij.
De passagier nam een kloek be
sluit. Hij greep de koffer die voor
de deur stond en wierp die met een
zwaai door een openstaande raam.
Krakend barsttte het koffer open
en in de volgestopte bus zagen de
passagiers toe hoe de man druk ge
sticulerend alles bij elkaar graaide.
Na enige tijd stopte de bus op
nieuw en uit de kluwen der saam
gedrevenen, worstelde zich een per
soon los, die wenste uit te stappen.
Hij greep een koffer dat bij de uit
gang stond, zette grote ogen op en
dit moment leek het alsof de gehele
wagen onder hoogspanning stond.
De passagier constateerde na
drukkelijk dat dit zijn koffer niet
was doch die van de man bij de
halte die de bus had gemist. Nu
miste de uitstapper zijn koffer. Hij
zoog zich de machtige borstkas vol
met lucht, gromde iets en kwam
dreigend op de schriele hulpvaar
dige passagier toe, die de koffer
naar buiten had geworpen. Deze
slikte vele malen met grote hevig
heid en trachtte dekking te zoeken
achter de massa.
De ander plukte hem er uit als
een rijpe vrucht. Hij dreef hem de
bus uit. De chauffeur die van het
drama niets gezien had reed door.
Er was een duidelijk merkbaar
verschil in lichamelijke uitgroei
tussen beide mannen. De gediensti
ge was klein en schriel, in zijn
jeugd kennelijk niet op tijd naar
een vakantiekolonie gezonden. De
ander daarentegen was onwaar
schijnlijk breed en zijn spieren wa
ren dwars door zijn colbertje zicht
baar.
Een pakje met een verroeste rozenkrans, een identificatieplaatje
met geheimzinnige letters en cijfers en een uitgebreid formulier,
waarin van allerlei gegevens.
Het adres was: Deutsche Dienststelle, Berlin. De rozenkrans en
het plaatje waren te voorschijn gekomen uit een van de 7000
graven, waarop, op het kerkhof voor Duitse gesneuvelden in Ys-
selsteyn, het aluminium plaatje staat: onbekende soldaat
Het stoffelijk overschot van deze
duitse soldaat was pas opgegraven
en opnieuw aan een onderzoek on
derworpen.
Het is in 1948 van een van Neer-
lands kerkhoven naar Ysselsteyn
overgebracht, als zijnde van een
duitse soldaat, wiens naam onbe
kend is.
De toestand van de dode was toen
zodanig, dat men op de sectietafel
ook niets naders vond en zo is het
bijgezet bij die 7000 anderen, wier
namen niet bekend zijn
Nu er jaren verlopen zijn en plan
nen zijn opgesteld tot verbetering
van het Duitse kerkhof, worden die
stoffelijke resten echter weer op
nieuw opgegraven en probeert men
voor de laatste maal de dode te
identificeren. De tand des tijds zorgt
dan soms voor verrassingen, want
nu vindt men identificatieplaatjes
terug, een gebruiksvoorwerp, een
gebit, allemaal dingen, die het mo
gelijk maken, dat de Deutsche
Dienststelle daar in dat verre Ber
lijn de naam terug vindt van de
onbekende.
Men heeft op dit gebied meer er
varing opgedaan, er zijn betere ge
gevens bekend geworden o.a. door
familie en het personeel is nog
beter geschoold.
Zo verwacht men dat van deze
7000 onbekenden er zo ongeveer
2000 nog kunnen worden achter
haald.
Een leek zal zich afvragen, wat
voor zin het heeft deze stoffelijke
resten weer op te graven en weer
te onderzoeken.
Maar wie op het beureau van Ka
pitein Timmermans de stapels post
ziet liggen nu nog met telkens
opnieuw vragen om zekerheid, met
telkens opnieuw een smeken bijna
of een verdwenen Duits soldaat
misschien niet rust op ,t Ysselsteynse
kerkhof, die begrijpt, dat dit alles
toch van groot belang is voor die
vele duitse families, die nog altijd
niet weten, waar hun vader, hun
broer gebleven is.
Dan spreken we nog niet van
pensioen-kwesties, erfenisproble
men, e.d., die allemaal mede van de
identificatie van een onbekende
soldaat afhangen
Nu krijgen die mensen hun laat
ste kans, want in liefst 4 sectie-
kamers worden al de stoffelijke
resten van deze onbekenden op
nieuw terdege onderzocht.
Weer worden nieuwe rapporten
opgesteld, die dan, met wat men in
van 7 oktober 1911
Z. D. H. de Bisschop van Roer
mond heeft benoemd tot kapelaan
te Wijk, de Eerw. heer A. J. H. Len
ders, kapelaan te Venray. Tot ka
pelaan te Venray, de Eerw. heer J.
A. Grispen, kapelaan te Heerlen.
Tot kapelaan te Heerlen de Eerw.
heer Fr. M. H. Poels. Tot rector te
Castenray en kapelaan te Oirlo, de
Eerw. heer G.H.J. Gerards.
Witte en rode kool werd te
koop aangeboden a 4 per 100
pond, puike wortelen f 2.25 per
100 pond.
van 10 oktober 1936
Ingevolge de bouwverordening
werd vergunning verleend aan J.
Gossens, tot het bouwen van een
woonhuis aan de Wilhelminastraat,
aan P. de Mulder, Scheide, tot het
bouwen van een woonhuis aldaar.
De varkenspest eist in onze
gemeente zeer vele slachtoffers.
De grote joeg de kleine op naar
het politiebureau. De schriele be
zweek bijna onder de koffer, die de
ander hem dwong te dragen. Maar
de woedende oermens gebruikte zijn
lichamelijke overwicht niet zonder
succes. Met inspanning van zijn
laatste krac-hten zeulde de verkeer
de koffer h£t politiebureau binnen.
Daar zat "de rechtmatige eigenaar
al te wachten, zodat ieder zijn eigen
bagage terug kreeg.
Daar ging het lichamelijk over
wicht van de grote teniet, want in
het huis van h^t recht beklaagde de
kleine zich over de behandeling.
De politierechter vond ook, dat de
grote „mijnheer* een tikkeltje te
bruut was opgetreden.
Het werden 25 voor lichamelijk
geweld.
Toen de rechter aan de kleine
vroeg of hij dergelijke menslieven
de daden ooit zou stellen, klonk het
benepen: „Nooit nie? meer
de graven vindt, worden opgezon
den naar die Deutsche Dienststelle,
waar alle mogelijke gegevens be
kend zijn van alle duitse soldaten.
Daar gaat men minitieus zoeken en
misschien krijgt dan na verloop van
tijd niet alleen een duitse familie
het droeve, maar toch verlossende
bericht, dat het „verdwenen" fami
lielid in Venray begraven ligt, maar
wordt ook hier het plaatje onbe
kend vervangen door een naam
31.200 DODEN
rusten in Ysselsteyn. De droeve
balans van een verloren oorlog
Wie mocht menen, dat 16 jaren
na deze verschrikking de belang
stelling voor het kerkhof wel af zal
nemen omdat intussen ook weer fa
milieleden van aldaar begraven sol
daten gestorven zijn, die vergist
zich.
De belangstelling neemt toe. Wel
iswaar komen er meer en meer
nieuwsgierigen en toeristen, maar
iedere week opnieuw opnieuw ko
men ook nu nog mensen aan om te
vragen naar de laatste rustplaats
van een dierbare.
Bij ons jongste bezoek kwam een
duits meisje van ongeveer 22 jaren
vragen naar het graf van haar va
der. Ze was door Nederland ge
zworven onder haar vacantie om op
eigen houtje het spoor te zoeken
van haar vermiste vader
De familie had indertijd bericht
gekregen, dat hij in het Zeeuwse
Zoutelande was gesneuveld en be
graven. Bij haar naspeuringen al
daar, werd zij verwezen naar de
militairen in Middelburg en de gar
nizoenscommandant van die plaats
verwees haar naar Ysselsteyn
Inderdaad hadden de mannen van
het kerkhof Ysselsteyn in Zoute
lande drie lijken van Duitsers opge
graven, waarvan de namen onbe
kend waren. Met de gegevens door
het meisje verstrekt (lengte, gebits
toestand e.d.) is er nu een goede
kans, dat alsnog het stoffelijk over
schot van haar vader wordt ge
ïdentificeerd.
Deze gevallen doen zich gelukkig
meer voor dan men denkt en het is
opmerkelijk, dat ook de duitse jeugd
de nagedachtenis aan gesneuvelde
familieleden levendig houdt
REORGANISATIE
Hierboven hebben we al verteld,
dat men begonnen is met de reor
ganisatie van het kerkhof. Daaraan
is een bepaalde voorgeschiedenis
vooraf gegaan.
In andere landen, als België en
Frankrijk heeft de Duitse Kriegs-
graberfürsorge (Duitse Oorlogsgra-
vencomité) de zorg op zich genomen
voor de kerkhoven met Duitse ge
sneuvelden.
In ons land is dat niet het geval.
Al werkt men met deze Duitse in
stantie nauw samen, het kerkhof is
en blijft in Nederlandse handen.
Daar is lang en breed over onder
handeld, maar het Departement van
Defensie blijft degene, die dit kerk
hof onder zijn hoede heeft
Aanvankelijk heeft men gedacht
tot een soort concentratie te komen.
Het is zelfs een leek duidelijk,
dat het onderhoud van 31.200 gra
ven met alles wat daarbij hoort veel
tijd en geld kost. Bovendien had
men verwacht, dat na verloop van
tijd de belangstelling voor dit kerk-
-ej jepuio 'uapaoAv noz aapuiui jon
milieleden en bekenden van de be
graven soldaten ook langzaam maar
zeker verdwijnen.
Men heeft aanvankelijk dus ook
gedacht om na verloop van tijd de
stoffelijke resten bijeen te brengen
in een soort aula, gedachteniskapel
of iets dergelijks.
Dat zou dan een groots gebouw
worden met eventueel een monu
ment, maar dat zou verder onder
houd van deze enorme begraaf
plaats onnodig maken.
Men is hiervan echter afgestapt,
ook al omdat de belangstelling eer
der toe, dan afneemt. Men komt nu
tot reorganisatie van het kerkhof
zelf. Men laat de doden rusten, waar
ze rusten, maar de graven zelf zul
len veranderen. Alleen de asfalt
wegen blijven, maar de z.g. graf-
wegen (voor langs de graven) gaan
verdwijnen.
Het wordt nu een groot gazon,
want de huidige grasmat wordt to
taal vernieuwd en een nieuwe wordt
aangebracht. 250 graven zijn leegge
haald door familie, die de stoffe
lijke resten van hun dierbaren heb
ben doen overbrengen naar Duits
land.
Op deze opengevallen plaatsen
komen groepen bomen staan, die de
uitgestrektheid van dit kerkhof wat
doen verkleinen. Rond het gehele
kerkhof komt een nieuwe wal, met
aan de buitenkant een sloot. Deze
wal wordt beplant met alle moge
lijke boom- en struiksoorten.
Het geheel wordt in drie jaren
uitgevoerd door de Heide-my, die