Voorlichting bevolking in geval van oorlog Tien geboden voor de televisie-kijkers Er lag een pakje klaar...! Politierechter Uit Peel en Haas WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Geestelijk artikel Vrijdag 29 september 1961 No. 39 Twee en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 75) Om maar meteen met de deur in huis te vallendat deze voor lichtingsactie van de regering juist in deze, van spanningen zware tijd valt, is een samenloop van omstan digheden. De plannen voor deze voorlich tingsactie, die verleden jaar werd aangekondigd, zijn thans rijp voor openbaarmaking. Maardat is een geluk bij een ongeluk, ook de openbare mening is er op het ogenblik méér rijp voor om van die voorlichting kennis te ne men. Reeds jarenlang is langs allerlei wegen het Nederlandse volk voor gelicht onder het motto: Bescher ming Bevolking begint bij U zélf! Die voorlichting heeft plaats ge had via pers en radio, door de Or ganisatie Bescherming Bevolking en andere organisaties. Thans is het de regering zelve, die op grote schaal deze actie be gint. En zoals gezegd, eigenlijk had zij geen beter ogenblik kunnen kie zen. Want het moet geconstateerd het overgrote deel van het Neder landse volk, dat de voorlichting tot nu toe niet serieus nam, en eigen lijk een beetje struisvogelpolitiek volgde, blijkt thans wel degelijk be langstelling te hebben. -De berichten, met name over kern explosies en verontreiniging van de atmosfeer door radio-activiteit, ge voegd bij de heden ten dage be staande spanningen, doen allerwe gen de vraag rijzen: hoe kunnen wij in geval van een oorlog onszelf be schermen, vooral wanneer die oor log gevoerd wordt met kernwapens? THUIS HET BEST De gevolgen van een oorlog met kernwapens, zo stelde Minister Toxopeus, zijn veel ernstiger dan die van een oorlog, gevoerd met conventionele wapens, al moeten wij met het gebruik van de laatste ook terdege rekening houden. Bij een directe explosie zijn die gevol gen weliswaar alleen maar in om vang en uitwerking groter, maar we hebben ook rekening te houden met een nieuwe regeling die van de ra dio-actieve straling de „fall-out", gevolg van een atoomexplosie op grotere afstand. Bij een voltreffer zijn de kansen op overleven uitermate gering, maar in wijde kringen daaromheen zul len velen die, al of niet gewond, al of niet dakloos, overleven. Met nadruk maakte de Minister een einde aan de zo vaak gehoorde opvatting: „Eén waterstofbom en heel Nederland is van de kaart". De zeer velen, die een ongetwij feld een overlevingskans hebben, zullen echter die kans dienen te be nutten. Met name waar het gaat om de hierboven genoemde „radio-actieve- straling zullen zij de bescherming bij voorkeur dienen te zoeken in de eigen woning, aangezien het moge lijk is, dat men daarin meer dagen achtereen, van de buitenwereld af gesloten, zal moeten verblijven. In dat geval zal men voedsel en drinken ter beschikking moeten hebben, eenvoudige medische hulp moeten kunnen verlenen (dokter en verpleegster komen er evenmin door) en de radio-actieve straling zo goed mogelijk moeten buitenslui ten. RICHTLIJNEN WORDEN THUISBEZORGD Deze week heeft de P.T.T. huis- aan-huis bezorgd de „richtlijnen", welke men daarbij nodig heeft. Voorts wordt aangeraden te zor gen voor een kleine „ijzeren" voor raad (bij voorkeur geconserveerde) levensmiddelen, zodat men het on geveer een week zal kunnen „uit zingen". Pakketten noodvoedsel in gecomprimeerde vorm, een soort scheepsbeschuit, worden eveneens in de handel verkrijgbaar gesteld. Met al even grote nadruk stelde de minister, dat deze voorziening niet moet worden getroffen uit vrees voor een mogelijk voedsel tekort, maar omdat de mogelijkheid bestaat, dat men gedurende enige tiid geen leverancier kan bereiken en ook geen winkel geopend vindt. Het heeft dus niet de minste zin voedsel te gaan hamsteren. Iedere huisvrouw kan het best zelf bekijken hoe zij deze voorraad kan samenstellen en regelmatig verversen, en ook daarvoor geven de hiervoor genoemde „richtlijnen" de bevolking aanwijzingen. Vanzelfsprekend denkt men bij dergelijke gevaren aan schuilgele- genheden. Die kunnen er echter al leen zijn voor het publiek op straat, dat plots door alarm zou worden overvallen. Zou men, zo zei minister Toxo peus, voor heel de Nederlandse be volking schuilkelders hebben willen bouwen, aangenomen dat zulks al mogelijk zou zijn, dan had men na de oorlog de woning-, fabrieks- en scholenbouw practisch moeten stop zetten. De allereerste en belangrijkste maatregelen moet ieder zelf nemen voor eigen gezin, in eigen huis. Daarnaast heeft de regering een uit gebreid apparaat opgebouwd in de Organisatie Bescherming Bevolking, de BB, dat niet alleen in geval van nood hulp verleent, maar ook thans reeds door advies en raad de bevol king bij het nemen van maatregelen wil dienen. T.v.-toestel heeft een knop om hem af te. zetten De vakanties zijn voorbij. Het mooie weer, dat we in september hebben gehad, was een verrassing van zomer 1961, die daarmee zijn slechte gedrag van de voorgaande maanden heeft willen goedmaken. Maar het einde er van is in zicht en heel gauw zitten we weer in koude depressies, welke ons dwingen ons vertier en onze ontspanning in huis te zoeken. Ook de kinderen zullen meer dan in de zomer hun vrije uren thuis doorbrengen. En de televisie zal meer dan ooit hun aandacht op eisen. En meer nog dan in de zomer dagen zullen de ouders er op toe zien, dat de kijkkast niet alle aan dacht van de kinderen opeist en dat de kinderen niet alles zien wat de t.v. biedt. Op verzoek van de Zwitserse te- levisine heeft Dr. Hans Christa van de „Schweizer Familienschutzkom- mission" de tien geboden van de t.v. uitgewerkt ten behoeve van de ouders. Misschien dat deze 10 geboden ook voor de Nederlandse ouders van nut kunnen zijn. 1. Belichting Principe; Voor de bescherming van de ogen mag nooit in een volle dig verduisterd vertrek naar de t.v. gekeken worden. Voor de kinderen is dit des te belangrijker omdat zij in het duister meestal angstgevoe lens kennen. Toelichting: Wij zorgen er steeds voor dat er in de kamer waarin naar de t.v. gekeken wordt, steeds een lichtbron aanwezig is. Om het licht niet rechtstreeks op het scherm te laten vallen, verdient het de voorkeur de lamp op het t.v.- toestel te plaatsen, ofwel er naast, ofwel er achter. 2. Afstand Principe: De kinderen moeten zich op een afstand van het scherm bevinden die gelijk is aan achtmaal de hoogte van het scherm. Bij een toestel met 53 cm scherm bedraagt deze afstand minimum 2,75 m. Het scherm moet derwijze zijn opgesteld dat het zich op gelijke hoogte be vindt als de ogen der jeugdige kij kers. Het verdient de voorkeur dat de kinderen vóór het scherm zitten en wanneer zulks niet mogelijk is mag de afwijking naar links of rechts hoogstens 1,50 van de as der beeldbuis zijn. Toelichting: Het gebeuren op het glazen scherm interesseert de kin deren meestal zo sterk, dat zij liefst met hun neus vlak tegen de beeld buis zouden gaan zitten. Om de ogen van onze kinderen te bescher men, moeten wij ze er aan wennen op een gunstige afstand van het toestel plaats te nemen en niet met de neus maar met de ogen te zien. 3. Leeftijd Principe: Een kleuter begrijpt van een speelfilm en van de meeste t.v.- programma's totaal niets. Kleuter tjes zullen zich daarom meer in een zandbak op hun gemak voelen dan voor een scherm. 4. Duur Principe: Kinderen van minder dan 9 jaar mogen per dag niet lan ger dan een half uur naar de t.v. kijken, oudere kinderen niet langer dan 1 a lVe uur. Toelichting: U laat Uw kind niet aan een maratonwedstrijd deelne men, nietwaar? Waarom zoudt ge hem dan bedelven onder de zege ningen van een continu t.v.-pro- gramma? Voor wie het nog niet weet, ieder t.v.-toestel bezit een knop waarmede het kan uitgescha keld worden. 5. Programma Principe: Een kind mag nooit een programa zien, dat niet voor kin deren geschikt is. Toelichting: Wat doet u met een ongewenste bezoeker? U gooit hem kort en goed de deur uit. Indien een t.v.-programma voor de kinderen niet geschikt blijkt, dan schakelt men het toestel uit. 6. Journaal Principe: Een twaalfjarig kind mag het t.v.-joumaal voor het avondprogramma gerust bekijken. Toelichting op deze leeftijd be gint het kind belangstelling te ver tonen voor gebeurtenissen in bin nen- en buitenland. Het overzicht, dat het door het t.v.-journaal krijgt, helpt het een eigen opinie te vor men en is een gewichtige proef in zijn opvoeding als staatsburger. 7. Avondprogramma Principe: Het avondprogramma is in de regel voor volwassenen be stemd. Toelichting: Neemt u uw kleine spruiten mee naar een nachtbar of naar een worstelwedstrijd? Natuur lijk niet. Waarom zouden ze dan 's avonds voor het t.v.-scherm zien wat ze normaal van u niet mogen zien. Trouwens in de meeste ge vallen zullen zulke programma's hen alleen maar opwinden en dan slapen zij niet of slecht. 8. Geen vrjje toegang Principe: He kind mag niet vrij over het t.v.-toestel beschikken. Toelichting: Iedere moeder zorgt er voor, dat de snoepjes en depotjets bessenjam achter slot staan. Zo niet, dan zouden de kinderen ze gauw soldaat maken. Waarom zou den we er dan ook niet voor zorgen dat de kinderen het toestel zelf niet kunnen inschakelen. Er bestaan toe stellen met een deurtje dat met de sleutel kan afgesloten worden. Waar dit niet het geval is moet va der maar een middeltje bedenken om zijn bengels het inschakelen van het apparaat, onmogelijk te ma ken. 9. Wie is de baas? Principe: De ouders beslissen naar welke uitzending de kinderen mogen kijken. Toelichting: Het is de dokter die beslist welke ingredënten er in de medicijn worden gemengd. 10. Kommentaar Principe: Een t.v.-uitzending mag nooit middelpunt zijn, doch steeds uitgangspunt voor een gesprek. Toelichting: De televisie geeft ons vele gelegenheden om met onze kin deren over een bepaald onderwerp van gedachten te wisselen. Het kommentaar op 'n gezien program ma verschaft ouders en opvoeders heel wat aanknopingspunten, die kunnen helpen om het kontakt tus sen jong en oud te bestendigen. Kommentaar is dus niet alleen ge wenst, maar zelfs noodzakelijk. ALS CHRISTEN KAN MEN OP TWEE MANIEREN SCHAAP ZIJN Over het algemeen is men het er onder christenen wel over eens, dat het domweg ingeschreven staan in de burgerlijke stand of in de pa- rochieregisters als katholiek of pro testant, beslist geen norm is voor het christen-zijn; die gedachtengang is echt voorbij. De tweede helft van onze eeuw heeft ons met een andere vraag be zig gehouden, die wij tegenwoordig nog al eens geformuleerd zien als: welke is de plaats van de leek in de Kerk? Maar het is juist alsof dat alleen niet genoeg is om de volheid van het christen-zijn te omvatten; er is geleidelijk aan een tweede vraag vastgeknoopt: welke is de taak van de leek in de wereld? De afkondiging van het Tweede Vatikaanse Concilie heeft de vraag naar de plaats van de leek in de Kerk weer eens heel bijzonder naar voren geschoven. En het merkwaardige is, dat bij alle beschouwingen (in het verleden en tegenwoordig) duidelijk gewor den is, dat de plaats van de leek in de Kerk echt die van een luisteren de behoort te zijn. Zeg voor mijn part van het „schaap". Misschien kan een of andere her der nog wel een behoefte gevoelen de leek als adviseur te raadplegen, maar een recht daarop kan deze niet doen gelden. Voor meer dan een katholiek is de verwijzing van de leek naar de plaats van luisteraar en toehoorder een beetje teleurstellend geworden. Dus voor eeuwig „schaap" en alleen „schaap"? Neen, dat heeft Prof. Rogier in zijn befaamde rede van 1960 van de hand gewezen. En terecht. Want op hetzelfde moment, dat de plaatsbe paling in de Kerk gekomen is, werd duidelijk, dat de leek in de wereld een hoogst belangrijke plaats heeft in te nemen. Daar immers is hij de man of vrouw, die het te zeggen en te doen heeft. Doch daar is hij misschien meer „schaap" in de verkeerde zin van het woord, dan geoorloofd is. Het woord „wereld" (de maat schappij waarin wij leven), heeft plotseling voor de katholieken van de 20ste eeuw een aparte en eigen betekenis gekregen. De vragende christen van deze tijd wordt plotse ling duidelijk, dat hij die wereld te gemoet heeft te treden, niet om er een passieve rol te spelen, niet om er zoveel profijt als maar kan, van te trekken, maar om ze naar God te richten. Dat klinkt misschien een beetje theatraal, maar in feite is het dat helemaal niet. Want ieder van ons kan iets doen, om het leven recht vaardig, blij, liefdevol te maken. De een heeft meer te vertellen dan de ander, maar allemaal kunnen we iets doen. Allen hebben we een terrein waar we het wel mogen organiseren, al is het maar thuis. Ergens is voor ons ook een stukje wereld wegge legd, dat we naar God kunnen rich ten al was het maar in het schijn baar zuiver menselijke vlak. Er is een verschil tussen het schaap-zijn. Nu is voor sommige diensten „vol" een betrekkelijk begrip, want nergens blijkt dan zo duidelijk, dat de mens als het werkelijk nodig is, met weinig levensruimte toe kan, als in een uitpuilende bus. Er hangt weliswaar een net kaar tje, dat er maar zoveel staanplaat sen zijn, maar als men degenen telt, die eikaars eksterogen aan het ver morzelen zijn, is dat gewoonlijk een meervoud van wat dat getal aan geeft Nu zijn er met de nieuwe bussen complicaties mogelijk Men moet namelijk voor in stap pen en in het midden uitstappen. Nu is dat ondanks de aanduidin gen „In" en UIT bij de betreffende in en uitgangen schijnbaar nog niet duidelijk genoeg. Want het volgen de drama speelde zich af: De bus reed voor, vol, zoals we U vertelden. Vol als een sardienen blikje. De deuren zwaaiden open en door UIT gingen passagiers naar buiten, door IN kwamen ze braaf hun centjes neer tellen bij de chauf feur, om dan verder geperst te worden als in een gestopte worst. Terwijl de chauffeur moedige po gingen deed de worst nog voller te stoppen, komt een heer aanlopen met een koffer. Met een sierlijke zwaai wou hij door UIT naar binnen schieten, maar van dat voornemen moest hij afzien, omdat het publiek hem grommend duidelijk maakte, dat hij IN de ingang is. Hij naar IN, maar liet het koffer bij UIT staan. Terwijl hij op weg is naar IN, schuiven o wonder der techniek met een lichte zucht de deuren dicht en rijdt de bus verder. Bij de halte staat een vertwij feld man, die niet alleen zijn bus, maar ook zijn koffer ziet verdwij nen. Maar gelukkig zijn er behulp zame mensen. Zo ook hier. Een kleine schriele man in de bus had het gezien. Hij begreep hoe deze buitenstaander zich moest voe len nu plotseling zijn koffer van hem was afgesplitst. Wie weet wat voor belangrijke dingen er voor hem inzitten, dacht hij. De passagier nam een kloek be sluit. Hij greep de koffer die voor de deur stond en wierp die met een zwaai door een openstaande raam. Krakend barsttte het koffer open en in de volgestopte bus zagen de passagiers toe hoe de man druk ge sticulerend alles bij elkaar graaide. Na enige tijd stopte de bus op nieuw en uit de kluwen der saam gedrevenen, worstelde zich een per soon los, die wenste uit te stappen. Hij greep een koffer dat bij de uit gang stond, zette grote ogen op en dit moment leek het alsof de gehele wagen onder hoogspanning stond. De passagier constateerde na drukkelijk dat dit zijn koffer niet was doch die van de man bij de halte die de bus had gemist. Nu miste de uitstapper zijn koffer. Hij zoog zich de machtige borstkas vol met lucht, gromde iets en kwam dreigend op de schriele hulpvaar dige passagier toe, die de koffer naar buiten had geworpen. Deze slikte vele malen met grote hevig heid en trachtte dekking te zoeken achter de massa. De ander plukte hem er uit als een rijpe vrucht. Hij dreef hem de bus uit. De chauffeur die van het drama niets gezien had reed door. Er was een duidelijk merkbaar verschil in lichamelijke uitgroei tussen beide mannen. De gediensti ge was klein en schriel, in zijn jeugd kennelijk niet op tijd naar een vakantiekolonie gezonden. De ander daarentegen was onwaar schijnlijk breed en zijn spieren wa ren dwars door zijn colbertje zicht baar. Een pakje met een verroeste rozenkrans, een identificatieplaatje met geheimzinnige letters en cijfers en een uitgebreid formulier, waarin van allerlei gegevens. Het adres was: Deutsche Dienststelle, Berlin. De rozenkrans en het plaatje waren te voorschijn gekomen uit een van de 7000 graven, waarop, op het kerkhof voor Duitse gesneuvelden in Ys- selsteyn, het aluminium plaatje staat: onbekende soldaat Het stoffelijk overschot van deze duitse soldaat was pas opgegraven en opnieuw aan een onderzoek on derworpen. Het is in 1948 van een van Neer- lands kerkhoven naar Ysselsteyn overgebracht, als zijnde van een duitse soldaat, wiens naam onbe kend is. De toestand van de dode was toen zodanig, dat men op de sectietafel ook niets naders vond en zo is het bijgezet bij die 7000 anderen, wier namen niet bekend zijn Nu er jaren verlopen zijn en plan nen zijn opgesteld tot verbetering van het Duitse kerkhof, worden die stoffelijke resten echter weer op nieuw opgegraven en probeert men voor de laatste maal de dode te identificeren. De tand des tijds zorgt dan soms voor verrassingen, want nu vindt men identificatieplaatjes terug, een gebruiksvoorwerp, een gebit, allemaal dingen, die het mo gelijk maken, dat de Deutsche Dienststelle daar in dat verre Ber lijn de naam terug vindt van de onbekende. Men heeft op dit gebied meer er varing opgedaan, er zijn betere ge gevens bekend geworden o.a. door familie en het personeel is nog beter geschoold. Zo verwacht men dat van deze 7000 onbekenden er zo ongeveer 2000 nog kunnen worden achter haald. Een leek zal zich afvragen, wat voor zin het heeft deze stoffelijke resten weer op te graven en weer te onderzoeken. Maar wie op het beureau van Ka pitein Timmermans de stapels post ziet liggen nu nog met telkens opnieuw vragen om zekerheid, met telkens opnieuw een smeken bijna of een verdwenen Duits soldaat misschien niet rust op ,t Ysselsteynse kerkhof, die begrijpt, dat dit alles toch van groot belang is voor die vele duitse families, die nog altijd niet weten, waar hun vader, hun broer gebleven is. Dan spreken we nog niet van pensioen-kwesties, erfenisproble men, e.d., die allemaal mede van de identificatie van een onbekende soldaat afhangen Nu krijgen die mensen hun laat ste kans, want in liefst 4 sectie- kamers worden al de stoffelijke resten van deze onbekenden op nieuw terdege onderzocht. Weer worden nieuwe rapporten opgesteld, die dan, met wat men in van 7 oktober 1911 Z. D. H. de Bisschop van Roer mond heeft benoemd tot kapelaan te Wijk, de Eerw. heer A. J. H. Len ders, kapelaan te Venray. Tot ka pelaan te Venray, de Eerw. heer J. A. Grispen, kapelaan te Heerlen. Tot kapelaan te Heerlen de Eerw. heer Fr. M. H. Poels. Tot rector te Castenray en kapelaan te Oirlo, de Eerw. heer G.H.J. Gerards. Witte en rode kool werd te koop aangeboden a 4 per 100 pond, puike wortelen f 2.25 per 100 pond. van 10 oktober 1936 Ingevolge de bouwverordening werd vergunning verleend aan J. Gossens, tot het bouwen van een woonhuis aan de Wilhelminastraat, aan P. de Mulder, Scheide, tot het bouwen van een woonhuis aldaar. De varkenspest eist in onze gemeente zeer vele slachtoffers. De grote joeg de kleine op naar het politiebureau. De schriele be zweek bijna onder de koffer, die de ander hem dwong te dragen. Maar de woedende oermens gebruikte zijn lichamelijke overwicht niet zonder succes. Met inspanning van zijn laatste krac-hten zeulde de verkeer de koffer h£t politiebureau binnen. Daar zat "de rechtmatige eigenaar al te wachten, zodat ieder zijn eigen bagage terug kreeg. Daar ging het lichamelijk over wicht van de grote teniet, want in het huis van h^t recht beklaagde de kleine zich over de behandeling. De politierechter vond ook, dat de grote „mijnheer* een tikkeltje te bruut was opgetreden. Het werden 25 voor lichamelijk geweld. Toen de rechter aan de kleine vroeg of hij dergelijke menslieven de daden ooit zou stellen, klonk het benepen: „Nooit nie? meer de graven vindt, worden opgezon den naar die Deutsche Dienststelle, waar alle mogelijke gegevens be kend zijn van alle duitse soldaten. Daar gaat men minitieus zoeken en misschien krijgt dan na verloop van tijd niet alleen een duitse familie het droeve, maar toch verlossende bericht, dat het „verdwenen" fami lielid in Venray begraven ligt, maar wordt ook hier het plaatje onbe kend vervangen door een naam 31.200 DODEN rusten in Ysselsteyn. De droeve balans van een verloren oorlog Wie mocht menen, dat 16 jaren na deze verschrikking de belang stelling voor het kerkhof wel af zal nemen omdat intussen ook weer fa milieleden van aldaar begraven sol daten gestorven zijn, die vergist zich. De belangstelling neemt toe. Wel iswaar komen er meer en meer nieuwsgierigen en toeristen, maar iedere week opnieuw opnieuw ko men ook nu nog mensen aan om te vragen naar de laatste rustplaats van een dierbare. Bij ons jongste bezoek kwam een duits meisje van ongeveer 22 jaren vragen naar het graf van haar va der. Ze was door Nederland ge zworven onder haar vacantie om op eigen houtje het spoor te zoeken van haar vermiste vader De familie had indertijd bericht gekregen, dat hij in het Zeeuwse Zoutelande was gesneuveld en be graven. Bij haar naspeuringen al daar, werd zij verwezen naar de militairen in Middelburg en de gar nizoenscommandant van die plaats verwees haar naar Ysselsteyn Inderdaad hadden de mannen van het kerkhof Ysselsteyn in Zoute lande drie lijken van Duitsers opge graven, waarvan de namen onbe kend waren. Met de gegevens door het meisje verstrekt (lengte, gebits toestand e.d.) is er nu een goede kans, dat alsnog het stoffelijk over schot van haar vader wordt ge ïdentificeerd. Deze gevallen doen zich gelukkig meer voor dan men denkt en het is opmerkelijk, dat ook de duitse jeugd de nagedachtenis aan gesneuvelde familieleden levendig houdt REORGANISATIE Hierboven hebben we al verteld, dat men begonnen is met de reor ganisatie van het kerkhof. Daaraan is een bepaalde voorgeschiedenis vooraf gegaan. In andere landen, als België en Frankrijk heeft de Duitse Kriegs- graberfürsorge (Duitse Oorlogsgra- vencomité) de zorg op zich genomen voor de kerkhoven met Duitse ge sneuvelden. In ons land is dat niet het geval. Al werkt men met deze Duitse in stantie nauw samen, het kerkhof is en blijft in Nederlandse handen. Daar is lang en breed over onder handeld, maar het Departement van Defensie blijft degene, die dit kerk hof onder zijn hoede heeft Aanvankelijk heeft men gedacht tot een soort concentratie te komen. Het is zelfs een leek duidelijk, dat het onderhoud van 31.200 gra ven met alles wat daarbij hoort veel tijd en geld kost. Bovendien had men verwacht, dat na verloop van tijd de belangstelling voor dit kerk- -ej jepuio 'uapaoAv noz aapuiui jon milieleden en bekenden van de be graven soldaten ook langzaam maar zeker verdwijnen. Men heeft aanvankelijk dus ook gedacht om na verloop van tijd de stoffelijke resten bijeen te brengen in een soort aula, gedachteniskapel of iets dergelijks. Dat zou dan een groots gebouw worden met eventueel een monu ment, maar dat zou verder onder houd van deze enorme begraaf plaats onnodig maken. Men is hiervan echter afgestapt, ook al omdat de belangstelling eer der toe, dan afneemt. Men komt nu tot reorganisatie van het kerkhof zelf. Men laat de doden rusten, waar ze rusten, maar de graven zelf zul len veranderen. Alleen de asfalt wegen blijven, maar de z.g. graf- wegen (voor langs de graven) gaan verdwijnen. Het wordt nu een groot gazon, want de huidige grasmat wordt to taal vernieuwd en een nieuwe wordt aangebracht. 250 graven zijn leegge haald door familie, die de stoffe lijke resten van hun dierbaren heb ben doen overbrengen naar Duits land. Op deze opengevallen plaatsen komen groepen bomen staan, die de uitgestrektheid van dit kerkhof wat doen verkleinen. Rond het gehele kerkhof komt een nieuwe wal, met aan de buitenkant een sloot. Deze wal wordt beplant met alle moge lijke boom- en struiksoorten. Het geheel wordt in drie jaren uitgevoerd door de Heide-my, die

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1