Venrays bosbezii een rijkdom Gemeenteraad op excursie Kapelaan van Leipsig pastoor Wet op bestrij- dingsmidden Brandgevaar SPORT Ih^van Thiel, arts X Vrijdag 8 september 1961 No. 36 Twee en tachtigste jaargang PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WFFKRI AH VOflR VFNRAY FN HM^TRFIfFN ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 VY CtlwllOL/iU V UUA V EtllixH I EriY UiVlO 1 I\EtlVlwil PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (bu ABONNEMENTS- (buiten Venray 1.75) „Motdikke wat is 't waermzei de nestor van de raad, de heer Steeghs, toen de raad en zijn gasten zaterdag j.l. op excur sie waren in Venrays gemeentebossen. En inderdaad de zon blik kerde fel aan een blauwe hemel, alsof ze de schade van een verregende vacantie ineens in wou halen. Maar onverdroten lie ten de raadsleden zich leiden door de bosbouwkundig hoofd ambtenaar bij 't Staatsbosbeheer de heer Goossens, die de heren een goed overzicht gaf van Venrays bosbezit en wat er zo al ge daan wordt om dit in stand te houden GESCHIEDENIS Er zijn zo'n 50 jaren voorbij sinds onze gemeente besloot de z.g. slech tere gronden te gaan bebossen. Dat vond feitelijk zijn oorzaak in een nieuwe rijksregeling, die het mogelijk maakte om met renteloze voorschotten van het Rijk ook ge meentelijk bosbezit te vergroten of op te zetten. De Wethouder uit die dagen Hu- bert Janssen, zag in deze rijksrege ling een goede kans slechte stuk ken grond uiteindelijk toch nog pro ductief te maken en heeft toen alles op alles gezet om ook in Venray van gemeentewege tot bebossing te komen. Op het Vlakwater en de Ende poel had de gemeente al wat bos sen, maar de nieuwe Rijksregeling, die mede moest zorgen, dat Neder land zelf meer mijnhout zou gaan produceren, gaf Venray grote kan sen. Inderdaad werd toen een contract getekend voor de eerste 400 ha, die dan later zouden uitgroeien tot de 1200 ha van vandaag aan de dag. Venray heeft bijna 10% van zijn grondgebied, ofwel 1431 ha, als bos of voor'bos bestemd. Hiervan zijn ruim 1203 ha bebost, 100 ha is nog woeste grond (o.a. Paarde- kop in Ysselsteyn), 45 ha is na tuurterrein (Boshuizen en Vrede- peel) en tenslotte zijn er 83 ha boswegen. Van de eerste bossen, die hoofd zakelijk bestaan uit de grove den, vinden we nog stukken nabij het Zwartwater en de Ballonzuil. Er is sinds die 50 jaren heel wat veranderd. In menig opzicht. De op excursie zijnde raadsleden hebben dat met eigen ogen kunnen zien en ook degenen, die deze unieke stuk ken natuurschoon eens op hun ge mak bekijken, hebben ervaren, dat de bosbouw van nu wel heel wat verschilt met die van 1910. HOUTWINNING Toen stond voorop de houtwin ning. Een wereldoorlog was drei gend en Nederland moest zorgen, 'dat het zich zelf onafhankelijk kon maken, wat het mijnhout betreft. Er werd dus met alle macht ge streefd naar hout. Maar op de slechte grond zo meende men maar een boomsoort en dat was de grove den. Nu is dat op zich nog een betrek kelijk goede boom, mits men zaad betrekt van goede moederbomen, zaad ook, dat tegen de nukken van ons Nederlands klimaat kan. Daar werd toendertijd echter niet zo streng naar gekeken en kan het gebeuren, dat men nu langs de nieu wen Midden Peelweg door bossen rijdt, die er nu niet bepaald „den derend" bijstaan. Ze zijn afkomstig van een partij goedkoop Frans zaad, dat echter tegen ons klimaat niet kon en waarvan de afstamming een raad sel was. Men is later een heel stuk voor zichtiger geworden, terwijl vlak voor de laatste oorlog ook de eerste proeven met andere boomsoorten genomen werden. Toen werden de corsikaanse den geplant, 'n veel zwaardere en dich tere boom, die veel rechter is dan de grove den en bovendien meer hout produceert. Datzelfde kan men ook zeggen van de Oostenrijkse den, terwijl b.v. bij de brandtoren de eerste douglas aanplantingen werden aan gelegd, bossen, zoals men die in het Zwarte Woud en elders in Duits land wel ziet. Donkere zwarte bo men, die kaarsrecht de lucht in schieten en zeer mooie bossen vor men. Dat gebeurde dan in de tijd, dat de eerste bossen kaprijp waren en men in de gelukkige omstandigheid was, dat men een z.g. „scherm" kon laten staan. De nieuwe houtsoorten n.l. zijn, zeker als jonge aanplant gevoeliger voor nachtvorst en heb ben bescherming nodig. Die bescherming bieden de enkele oudere dennen, die men op zo'n perceel laat staan en die zorgen, dat hun jongere broeders niet te veel van de vorst te lijden hebben. Daarnaast werd voor de oorlog ook al wat meer afwisseling ge bracht in het vrij eentonige dennen bos aanzicht, door rand-beplantin- gen van loofhout. Dit gebeurde toen wel niet voor het fraaiere gezicht, maar om de humusvorming in het bos wat ge- mengder en beter te maken. DE OORLOG Veel van het vooroorlogse bos werk is door de oorlog verloren ge gaan. Bijna een derde deel werd ofwel in oorlogsvordering gekapt, werd kapotgeschoten of verbrandde (o.a. door de beruchte brandplaatjes). Het was de bosbouwkundig hoofd ambtenaar de heer Goossens, die na de bevrijding, een helereorganisatie zou doorvoeren in ons gemeentelijk bosbezit. Bij de nieuwe herbeplanting werd gebruik gemaakt van bovengenoem de „nieuwere" soorten, terwijl in geringere mate ook nog geplant: de abis grandis, de thuya en te tsuga, allemaal bomen, die behalve een grotere hout-opbrengst ook een veel afwisselender beeld in en van onze bossen geven. Naast herbeplanting vroeg de be bossing van woeste grond na de oorlog de aandacht. Zo werd de Paardekop beplant en het daartoe gereserveerde gedeelte van de nieuw ontgonnen Vredepeel, terwijl daarnaast ernstige pogingen in het werk werden gesteld om via een voorop gesteld bedrijfsplan te komen tot een verantwoorde ver jonging van onze bossen. Dat is geen eenvoudige taak. Want om een zo rendabel moge lijk en economsich bosbeheer mo gelijk te maken, moeten zowel de leeftijdsopbouw als de bossamen- stelling met elkaar overeen ko men. Dat is een werk van jaren. Heeft de gemeente nu 47.500 m3 hout in haar bossen, men streeft er naar om dit op te voeren tot 90.000 m3. En wel zodanig, dat er van iedere leeftijdsklasse onge veer een zelfde kwantum aanwe zig is. Zoals de papieren nu liggen, zal men in 1990 zo ver zijn, dat dit ideaal om en nabij bereikt is. Het is dus inderdaad uitkijken geblazen om een verantwoord be drijfsplan op te zetten. De raad heeft zich zaterdag j.l. kunnen overtuigen, dat hieraan ernstig gewerkt wordt, wat niet al leen de gemeente meer geld op zal leveren en reeds levert, maar ook de recreatieve mogelijkheden in onze gemeente een heel stuk groter en beter maken. Want het hoofddoel van vroeger: de houtwinnig speelt nu al lang de tweede viool. Het hoofddoel van nu is de recreatie, die het bos biedt Nu zijn wij Venrayers feitelijk dom, want we moeten ons door an deren laten leren welk een kost baar bezit we voor recreatieve doel einden hebben in onze bossen. Onder de vacantie is het langs de Midden Peelweg soms bar druk geweest van mensen, die daar hun wagen geparkeerd hebben en enze bossen eens zijn ingewandeld. Vreemdelingen, die hier een kans zagen om een frisse neus te halen en ons bosbezit schijnbaar meer wisten te waarderen dan het gros van Venrays bevolking. Magnifieke stukken natuurschoon liggen hier vlak bij huis en een Hubert Janssen-park nabij de Bal lonzuil, het gebied rond de nieuwe brandtoren (om er maar enkele te noemen) zijn onvergelijkbaar mooi. Menig plaats zou deze unieke stuk ken de zijne willen noemen Waarom waarderen wij ze dan niet meer BOSBOUW Dit geweldige stuk opbouwwerk in ons Venrays bosbezit was on mogelijk als wij in onze gemeente niet een team bosarbeiders hadden, dat met liefde en vakkennis zijn grootse taak vervult. Burgemeester Custers heeft dat benadrukt, maar dat blijkt ook wel uit alles, wat er gebeurd is en nog dagelijks gebeurt. Wie meent, dat bos-arbeid fei telijk werk is voor ongeschoolden, had de arbeiders Jacobs uit Merselo en Zegers uit de Vredepeel aan de gang moeten zien bij de schil- en zaagmachine, die men tegenwoordig gebruikt. In een fantastisch tempo werden de bomen hier gezaagd en geschild. Met één blik hebben ze gezien wel ke maten er uit te halen zijn, hoe de boom zo voordelig mogelijk ge zaagd kan worden en de stukken waren al gesorteerd en wel, voordat de argeloze bezoeker feitelijk in de gaten had, wat er aan de hand was. Of men ze nu aan deze schilmachi- ne bezig ziet, ofwel met de in genieuze uitsleepwagen of met de veelzijdige pootmachine, uit alles blijkt de grote vakkennis van deze mensen en vooral de grote liefde voor ons bosbezit. Trouwens dit moet men alle man nen meegeven die hierover de zorg hebben: ze doen wat ze kunnen om inderdaad Venrays bossen in alle opzichten tot een rijk gevarieerd bezit te maken van onze gemeen schap. Een gemeenschap, die dit jammer genoeg nog te weinig waar deert. De denneboeren van vroeger zijn de bosbouwers van nu. Zij zorgen, dat ons bosbezit ieder jaar met bij na 3500 m3 aangroeien kan. 2000 m3 wordt hiervan gerooid, waarvan 400 m3 ten goede komt als boerengeriefhout voor de mensen uit deze streek. De rest is mijnhout, dat in alle breedten en lengten, keurig geschild wordt afgeleverd. Maar afgezien van deze in zich belangrijke economische kant, iso.i. nog belangrijker hun werk voor de ontsluiting, verbetering en ver fraaiing van dit rijke recreatie gebied, dat vooral voor de toekomst voor ons hele land van enorme be tekenis wordt De excursie van j.l. zaterdag heeft dat alles nog eens overtuigend aan getoond en de dank, die Burge meester Custers bracht voor al dit werk, aan al de mensen, die er bij betrokken zijn, was dan ook van harte gemeend. Venray is zeer rijk, mede dank zij hun werk. Mogen wij dit alles dan ook meer gaan waarderen Door Z.H. Exc. Mgr. P. Moors is benoemd tot pastoor aan de H. Mat- thias-parochie te Weert de Zeer Eerw. Heer P. v. Leipzig. Dat betekent dat de Petrus Ban den-parochie afscheid moet nemen van een van zijn kapelaans, die 14 jaren lang in Venray heeft gewerkt. Na zijn priesterwijding in 1939 werd deze in Tegelen geboren pries ter benoemd in Roosteren, waar hij 2 jaren werkzaam was. Dan werd hij benoemd in Neer, waar hij 6 jaren kapelaan was. In 1947 kreeg hij dan als stand plaats Venray, waar hij midden in het na-oorlogse opbouwwerk onder Deken Berden veel heeft kunnen doen. En Deken Loonen noemde niet voor niets kapelaan van Leip zig zijn rechterhand Inderdaad heeft deze priester veel voor zijn parochie en voor Venray mogen doen. We denken speciaal daarbij aan de mede-oprichting van het Dekenaal Sociaal Charitatief Centrum, waarvan hij Bisschoppe lijk Commissaris was. Dat de jeugd hem ter harte ging hebben niet alleen de leden van SVV kunnen merken, waarvan hij geestelijk adviseur was, maar ook de 18-jarigen, die hij jarenlang in de cursus voor 18-jarigen hulp en steun meegaf voor hun verder le ven Trouwens als leger-aalmoeze- nier hadden de jongens, waarover hij gesteld was, veel met deze pries ter op. En dan ging zijn grote liefde uit naar de KAB en de KAV, die mede door zijn toedoen tot grote bloei, zo wel innerlijk als uiterlijk kwamen. De kader-opleiding evenals al het andere hadden zijn bijzondere zorg en men zal de figuur van Ka pelaan van Leipzig ongaarne missen cp de Credo Pugno bijeenkomsten e.d. Dat zal men trouwens op vele an dere plaatsen ook. Want Kapelaan van Leipzig maakte van zijn hart geen moordkuil en vertelde precies waar het op stond, waarbij hij im mer open oog had voor de omstan digheden en zich altijd optimistisch toonde Een stuk priesterleven laat hij achter in een steeds groeiend Ven ray. Een rijk stuk, waarin hij zijn grote gaven van geest en hart im mer heeft gegeven aan de hem toe vertrouwden. 14 jaren is een lange tijd en daar in is veel gebeurd. Maar de Petrus Banden-parochie kan de Weerter parochie alleen maar feliciteren met deze benoe ming en zal dankbaar blijven den ken aan wat hij voor Venray heeft gedaan. Het is nu zover, dat de minister van landbouw %en visserij en zijn ambtgenoot van sociale zaken en volksgezondheid een wet op de be strijdingsmiddelen hebben ontwor pen en aan de Tweede Kamer voor gelegd. De oude wet bestrijdingsmiddelen en meststofffen 1947 en het daarop gebaseerde bestrijdingsmiddel enbe- sluit waren niet voldoende aange past aan de sterke vooruitgang in het gebruik van bestrijdingsmid delen. Behalve deze verouderde wetten bestond er nog een landbouwveilig- heidsbesluit en gaf ook de waren wet nog voorschriften met betrek king tot de bestrijdingsmiddelen. Daarnaast gaf de plantenziekte- wet in artikel 6 nog voorschriften voor de wijze van toepassing. Het bedoelde ontwerp heeft ten doel een regeling te geven van het gehele vraagstuk, waardoor dus de geschetste bestaande onoverzichte lijke wetgeving kan vervallen. Bij aanvaarding van deze wet zal het verboden zijn een bestrijdings middel te verkopen, in voorraad te hebben of te gebruiken, waarvan niet blijkt, dat het ingevolge deze wet is toegelaten. We zouden dit de kern van de wet kunnen noemen, waar alles om draait. Een bestrijdingsmiddel wordt slechts toegelaten, indien het voldoet aan bij de in de Staatscou rant bekend te maken beschikking gegeven algemene voorschriften; als met redelijke zekerheid mag worden aangenomen, dat het middel deugdelijk is voor het doel, waar voor het bestemd is en indien bij gebruik geen schadelijke nevenwer kingen zullen optreden. Dat is zeer belangrijk, daar dit de land- of tuinbouw meer zekerheid geeft wat de werking van het be strijdingsmiddel betreft. De toelating van een bestrijdings middel kan worden aangevraagd door de fabrikant, de importeur of de handelaar. Indien het middel wordt toegela ten, wordt het aangetekend in een register, waarvan afschrift is te krijgen. De toelating geschiedt voor hoog- tens tien jaar. Beroep op de beslis sing is mogelijk bij het college van beroep voor het bedrijfsleven. Gebruikers van bestrijdingsmid delen moeten zijn voorzien van een legitimatiebewijs. Voor de handelaar is dit niet no dig, maar wel voor de loonsproeiers, individuele gebruikers enz. Ieder is verplicht een zodanige zorgvuldigheid en voorzichtigheid ten aanzien van bestrijdingsmidde len, resten daarvan en ledige ver pakking in acht te nemen, dat geen gevaar ontstaat voor mens en dier en dat van planten, delen van plan ten. grond of viswater, welke aan anderen toebehoren, geen grotere schade wordt toegebracht dan uit het juiste gebruik van het middel voortvloeit. Dit gedeelte is zeer belangrijk, daar hiertegen maar al te veel ge zondigd wordt met alle nadelige, soms dodelijke gevolgen hiervan. Een bestrijdingsmiddelencommis sie zal advies geven over de alge mene voorschriften tot uitvoering van deze wet. De leden van deze commissie zul len komen uit organisaties en in stellingen, werkzaam op het gebied van de industrie en de handel in bestrijdingsmiddelen, de landbouw, de landbouwambachten, de land bouw- en de voedingsmiddelenin dustrie, de jacht, de visserij en de natuurbescherming, dus alle die be lang hebben bij deze materie. Verwacht wordt, dat de openbare behandeling van deze wet nog dit jaar zal plaats hebben. Voor de bestaande bestrijdings middelen is er 'n overgangsperiode van 6 maanden, waarin ze na het inwerkingtreden van de wet nog kunnen worden verhandeld. Behoudens misschien enkele wij zigingen is er dus hoop dat deze wet, die in een grote behoefte voor ziet, spoedig in werking zal treden. BRANDVEILIGHEID, HET ZWAKKE PUNT OP MENIGE BOERDERIJ De invoer van de verbrandings motor moge voor het landbouwbe drijf vele voordelen hebben, er zijn ook nadelen aan verbonden. Een van de grootste nadelen is wel het verhoogde brandgevaar, gezien de veelal zeer brandbare voorraden. Vooral op oudere boerderijen, w&ar ook de opstallen zelf veelal zeer brandbaar zijn door de houten balken en zolders, het rieten dak enz.. Nog een nadeel is de vaak zorge loze en onvoorzichtige omgang met bedoelde motoren, het roken enz. Men vergeet zo vaak, dat er maar een kleine vonk nodig is om de boel in lichterlaaie te zetten. De werkgroep „brandveiligheids- zorg in boerderijen" heeft om hier tegen te waarschuwen enkele pu blicaties uitgegeven, waarin o.a. op de volgende punten wordt gewezen. Gebruik in een schuurruimte geen trekker zonder speciale maatrege len te nemen. Een benzine-, petroleum- of die selmotor voor rijdend gebruik, b.v. een trekker, mag niet in een schuur ruimte worden gebruikt, of deze moet voorzien zijn van een speciaal aangebrachte vonkenvanger. Deze voorkomt het uitwerpen van von ken uit de uitlaat. Vergeet niet, dat ook de uitlaat pijpen gevaar opleveren. Deze kun nen zo heet worden, dat een daar op vallende pluk hooi of stro met een vlam vat. Men mag daarom een motor bin nenshuis nooit zonder toezicht laten werken en elke boer moet zorgen dat er steeds een blusmiddel bij de hand is. OPSLAG EN DAMPEN Stationaire motoren dienen in 'n brandvrije ruimte te worden opge steld. De toegangsdeur naar deze ruimte moet eveneens brandvrij zijn. Het bijvullen van verplaatsbare motoren o.a. trekkers, met benzine, petroleum of dieselolie e.d. moeten op een brandveilige wijze worden opgeslagen, o.a. in een tank. olie in de grond, in elk geval buiten het gebouw gelegen en waaruit dan de vloeistof opgepompt kan worden. Wanneer de vloeibare brandstof in 'n brandvrije ruimte binnenshuis is opgeslagen, dan dient deze ruim te op vloerhoogte goed geventileerd te zijn en wel rechtstreeks door middel van roosters op de buiten lucht, waardoor de zwaardere ben zinedamp zich niet in het vertrek kan ophopen, want anders kan er een zeer explosief lucht-benzine- mengsel ontstaan. Wanneer b.v. een door een ver brandingsmotor aangedreven hooi- transporteur in een schuurruimte wordt gebruikt, moet deze motor speciaal beveiligd zijn. Men moet dan niet alleen een vonkevanger gebruiken, doch de ge hele motor met uitlaat omgeven door een kap van metaalgaas om te voorkomen, dat hooi of stro hierop vallen. VERZEKERING EN BLUS MIDDELEN De stalling van trekkers e.d. mag nooit in de schuurruimte of in een stalgedeelte geschieden. Beter is 'n vrijstaand schuurtje of wel een brandveilig afgescheiden gedeelte van schuur of stal. Denk hierbij aan de eisen die een brandverzekering stelt! Wanneer dit vrijstaand schuur tje van brandbaar materiaal, b.v. hout is opgebouwd, dient dit op minstens 15 meter van andere ge bouwen geplaatst te zijn. Wanneer, niettegenstaande alle vcorzorgeen toch onverhoopt brand in benzine of olie mochten ontstaan, dan moet bedacht worden dat deze niet met water kan worden geblust, evenmin als een motorbrand. Maak hiervoor gebruik van een schuimblusapparaat of van zand. Een goed blusapparaat is voor zien van het rijkskeurmerk, dat be staat uit een dubbele ovaal met de lettters BZ en het keuringsnummer. In elke motorstallingsruimte die nen een dergelijk apparaat alsmede een bak met minstens 50 liter schoon zand aanwezig te zijn. Veiligheid voor alles moet steeds de leus zijn, want in de brand be tekent: in de misère. JUL1ANASINGEL41 'tekf. 1061 (K4780) OOSTRUM-NIEUWS Afgelopen zondag speelde ons le elftal haar eerste wedstrijd voor de kring-beker tegen BW 2. Ondanks de invallers bleek ook dit elftal zeer produktief te zijn, ge tuige de 10-1 overwinning. Onze jongens startten in een hoog tempo, wat al spoedig resulteerde in een tweetal doelpunten van resp. onze linksbinnen en midvoor. BW hierdoor aangeslagen wijzig de haar opstelling, wat echter niet het gewenste resultaat op zou le veren. Na nog enkele fraaie doel punten ging de rust in met een 60 voorsprong. Na de thee deed ons elftal het rustig aan, wat het zich kon ver oorloven door deze ruime voor sprong. Desondanks scoorden onze voorwaartsen toch nog 4 doelpun ten. Een kwartier voor het einde wist BW door het benutten van 'n vrij trap de eer toch nog te redden. Zo zijn we dan heelhuids door deze eerste bekerwedstrijd heen geko men. Zaterdag en zondag organiseerde onze vereniging een jeugdtournooi waaraan 6 B-elftallen en 5 A-elf tallen deelnamen. Bij de B-junioren bleek al spoe dig, dat de strijd hoofdzakelijk ging tussen Swolgen, Venray en Oos trum. Oostrum werd uiteindelijk winnaar, dankzij 2 overwinningen en 3 gelijke spelen. Swolgen en Venray eindigden gelijk, maar door het benutten van de penaltys werd Swolgen tweede en Venray derde. Wanssum eindigde als no. 4 en Merselo en Meterik deelden de vijf de en zesde plaats. Bij de A-junioren werd fel om de ere-plaatsen gestreden. Na een spannende strijd tussen Venray en Wanssum, waarin Venray liet zien dat het ook nog iets anders kan dan voetballen, besliste Wanssum deze wedstrijd in haar voordeel en werd zodoende eerste. In de wedstrijd Oostrum-Venray, die Venray won met 10, nadat er een zuiver doelpunt van Oostrum door toedoen van de Venrayse Igrensrechter was afgekeurd, viel tevens de beslissing voor de tweede en derde plaats. De einduitslag werd: 1 Wanssum 7 punten; 2 Venray 6 punten (voor lopig); 3 Oostrum 5 punten (voorlo pig); 4 en 5 Meterik en Ysselsteyn 1 punt. Mede dank zij het mooie weer kunnen we op een geslaagd tour- nooi terugzien. Naar onze mening is hier geble ken, dat de tournooien ook heden ten dage nog wat te betekenen heb ben in onze voetbalwereld. We ho pen dan ook, dat dit in Oostrum 'n traditie zal worden. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de praktijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. W.J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen 1 GROENE KRUIS Donderdag a.a.: Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS Zr. M. JANS Overloon Tal. K 4788—262 ZIEKENAUTO bel 04780-1592 b.g.g. 2116 afwezig dinsdag 12 sept. Voor^gpeCdgevallen plaatsèïTcollegae R.K. INSTUIF VENRAY Nu er definitief een punt achter de vakantie is gezet en de herfst voor de deur staat, gaat de Instuif haar aktiviteiten weer ontplooien. Het komende seizoen zal enkele veranderingen gaan brengen in 't programma, zoals we dat tot nu toe gewend waren. Het ligt in de lijn der verwachtingen, dat er voortaan ook instuifavonden op zondag zul len plaats vinden. Ook zal er in de toekomst meer aandacht besteed worden aan culturele avonden, hoe wel het dansen voorlopig de hoofd schotel zal blijven vormen van het Instuifprogramma. De details hier over zullen alle nog gepubliceerd worden. Het nieuwe bestuur, dat uit en door de Instuifleden zelf gekozen wordt, zal op de derde Instuifavond (in oktober) gevormd worden. •sDe eerste Instuif-dansavond vindt pïb^ts op zondag 17 sept. om 7 uur in zaal Wilhelmina. Om lid te kun nen worden van de Instuif is een minimum leeftijd van 17 jaar ver eist. De inschrijvingkosten bedra gen 2,50 per jaar, terwijl de en tree-kosten voorlopig 0,75 blijven. 40-JARIG JUBILEUM Zondag 10 september zal de heer Jos Nellen zijn 40-jarig jubileum als koster op de Smakt herdenken. De inwoners van dit kerkdorp en de kloostergemeenschap der Paters Ongeschoeide Carmelieten, hebben besloten deze dag voor de jubilaris tot een grootse feestdag te maken. Om 10 uur zal er een plechtige H. Mis uit dankbaarheid worden opge dragen. Om half 2 begint dan de receptie in het klooster, die wordt opgeluisterd met zang en muziek. De vele bekenden van koster Nel len zullen zeker aanwezig zijn om hem met dit jubileum geluk te wen sen. Tot slot is er om 3 uur een plechtig lof.

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1