Is 't Ouderdomspensioen im-populair Beroepskeuze, advies of voor lichting dringend gewenst Overpeinzingen Politierechter WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN advertentieprijs 8 ct. Per mm. 1961 goed jaar voor Staatsmijnen JULIANASIKGFL41 'tihf 1061 (KI/80) De bestrijding van de aspergevlieg Vrijdag 9 juni 1961 No. 23 TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150652 W VyAUO 1 rRIJS per KWARTAAL 1.50 (bu ABONNEMENTS- (buiten Venray 1.75) Het ligt in het voornemen van de regering de premie voor het alge meen ouderdomspensioen per 1 jan. 1962 te verhogen. Ook al omdat men; ook in regeringskringen, de uitke ringen a.o.w. (beduidend) wil ver hogen. De staatssecretaris heeft gemeend hiertegen een waarschuwende stem te moeten laten horen. De uitkerin gen mogen z.i. niet al te hoog wor den opgeschroefd, omdat daardoor de premie, op te brengen door het Nederlandse volk, eveneens bedui dend zal moeten stijgen. Mede gezien het feit, dat er ook al premies moeten worden betaald voor andere sociale verzekeringen, is het niet uitgesloten, dat de a.o.w. daar door, vooral bij de jeugd „impopu lair" zou worden, aldus de staats secretaris. EERSTE STAP DATEERT VAN 1889 Het is nu eenmaal zo, dat de so ciale verzekeringen niet alle kunnen worden bekostigd uit de Staatskas; immers het Rijk verkrijgt de in komsten door heffingen op het in komen, vermogens enz. en er moet meer betaald worden. Gaan we de geschiedenis van het ouderdomspensioen eens wat nader bekijken, dan blijkt ons dat reeds in 1880 'n eerste stap is gezet om tot een wettelijke regeling te komen. In 1894 gaf de commissie die daar toe in het leven was geroepen, de regering in overweging een wette lijke regeling tot stand te brengen van een verplichte verzekering voor werklieden tegen invaliditeit ouder dom met geldelijke bijdrage van werkgevers, werknemers en Staat. In 1905 werd het eerste wetsont werp ingediend, maar tot een be handeling kwam het niet door een kabinetscrisis. Eenzelfde lot trof in 1907 een aan hangig gemaakt wetsvoorstel, dat zich 'echter alleen beperkte tot de ouderdomsverzekering. MAAR HET WERD 1919 Het zou nog duren tot 1913 voor een door minister Talma in 1911 in gediend wetsvoorstel, het staatsblad (5 juni 1913) bereikte. Door verschillende omstandighe den trad deze wet, onze tegenwoor dige invaliditeitswet, pas volledig in werking in 1919. Wij kennen nog de regeling, dat de pensioengerechtigde leeftijd 70 jaar was (1913). Om aan een uit kering te komen van 2 per week (indien alleenstaand) dan wel 3 (indien gehuwd) moest de gewezen werknemer beneden een zekere wei standsgrens blijven. Het was in 1919 dat de leeftijds grens werd teruggebracht tot 65 jaar en de kosteloze rente op 3 resp. 5 werd gebracht. Gelijktijdig werd toen ook van kracht de ouderdoms wet 1919, beogende een vrijwillige verzekering van ouderdomspensioen. In dit verband is voor dit artikel slechts van belang de overgangs maatregel, nl. wie 65 jaar was, een bepaalde weistandsgrens niet over schreed en nog niet in aanmerking was gekorhen voor een kosteloze rente krachtens de Invaliteitswet, ontvingen kosteloze rente van 3 resp. 5. De eis in loondienst te zijn ge weest, bleef hierbij achterwege. NAAR DE NOODWET VAN DREES De uitkeringen mochten waarlijk niet erg royaal worden genoemd, maar daar stonden tegenover, dat geen premieverhouding verschuldigd was, behalve dan voor die personen die 'n leeftijd hadden van 35 tot 65 jaar; deze moeten een uniforme pre mie betalen van 0,39 per week. •Tijdens de bezettingsjaren werden op genoemde uitkeringen toeslagen verleend, vooral omdat toen reeds vaststond, dat er een geheel nieuwe ouderdomsvoorziening zou komen. Al dergelijke wetten vragen veel tijd en gezien dit feit, verscheen op 1 oktober 1947 de noodwetouder domsvoorziening :n het Staatsblad. Premiebetaling door de bevolking werd niet gevraagd. Iedereen kwam voor een uitkering in aanmerking, mits zijn inkomen een bepaald be drag niet overschreed. Dit bedrag was afhankelijk van de woonplaats van betrokkene. Op 1 januari kwam de noodwet te vervallen, 369.000 personen hadden er van geprofiteerd! Zo zijn we dan nu gekomen tot de „Algemene Ouderdomsverzekering". PENSIOEN OF VERZEKERING? Het nut van de A.O.W. is alge meen bekend. Het was voor de hon derdduizenden een ware feestdag, toen op 1 januari 1957 de eerste uit keringen konden worden gedaan. Ex-minister Suurhoff reikte per soonlijk de eerste bedragen uit. Er bestaat een enorm verschil tus sen een staatspensioen en een ver zekering. Bij een verzekering staat de premiebetaling op de voorgrond Aldus ook nu; om voor uitkering A.O.W. in aanmerking te komen, moet in principe premie worden be taald, al wordt deze voor enkele ca tegorieën niet geïnd, omdat 't inko men geen ruimte hiervoor laat. De normale premie voor de A.O.W. werd vastgesteld op 6,75 pet. en kort na de afkondiging van de wet be gonnen de premie-aanslagen de brievenbussen te vullen, terwijl de loontrekkenden voor het feit kwa men te staan, dat op hun loon ge kort werd; dus dat zij minder ont vingen dan voorheen. Het is echter onjuist, dat de werk nemer 6,75 pet. betaalt; hij toch ont ving van zijn werkgever een com pensatie van 5,6 pet., zodat de A.O.W. hem dus maar 1.15 pet. kost. WEDUWEN EN WEZEN PROFITEREN De vastgestelde premie ad 6,75 pet. bleek echter ruim berekend te zijn, zó ruim dat er in het z.g. „ouder- domspotje" een dergelijk groot be drag aanwezig was, dat op 1 okto ber 1959 aan de weduwen en wezen een uitkering kon worden gegeven zonder premieheffing. De premieheffing A.O.W. van 6,75 pet. werd echter theoretisch gesplitst in een premie voor de A.O.W. van 5,5 pet en voor de A.W.W. van 1,25 pet. Door deze vrijgevigheid is 't potje geslonken en zo kwam nu dezer da gen de mededeling, dat de premie A.O.W. in januari 1962 verhoogd zal moeten worden. Tegelijkertijd is er van verschil lende zijden op aangedrongen het ouderdomspensioen te verhogen. De staatssecretaris legde er echter de nadruk op, dat deze verhoging een extra premieheffing ten gevolge zou hebben waardoor 't gevaar be staat, dat de A.O.W. „Impopulair" zal worden, vooral bij de jeugd. Velen zullen immers 50 lange ja ren een behoorlijke premie moeten betalen voor ze straks aan een uit kering toe zijn. Hierin steekt veel waars, echter is het naar onze mening zo, dat van „impopulair" zijn geen sprake be hoeft te zijn, als zowel de A.O.W. als ook de A.W.W. ten volle worden uitbetaald. DE ONBILLIJKE KORTING Dit nu laat veel te wensen over, omdat de van overheidswege gepen sioneerde een bedrag op haar eigen (of weduwen) pensioen gekort wordt. Immers tot april 1960, werd voor ieder dienstjaar 2 pet van de uitke ring A.O.W. en A.W.W. op het pen sioen ingehouden tot een maximum van 80 pet. Sedert april 1960 is dit percentage teruggebracht tot 1,4 pet met een maximum dus van 40 x 1.4 pet. is 56 pet. Ruim de helft van de uitkeringen wordt dus niet uitbetaald en dit is het, dat de A.O.W. bij velen „impo pulair" maakt. De regering is van plan de korting geheel af te schaffen, maar 't moet blijkbaar gaan in etappes, waardoor vele bejaarden van thans hier niet meer van zullen profiteren. Als de regering de korting nu in haar geheel afschaft, zal de A.O.W. niet langer „impopulair" worden ge noemd en zal de regering zelf het predicaat, „populair", verwerven; 'n populariteit, die zij hard nodig heeft. EERDER UITKERING AAN WEDUWEN? Inmiddels heeft de Sociaal-Econo mische Raad geadviseerd de mini mum leeftijdsgrens voor weduwen zonder kinderen te verlagen van 50. tot 40 jaar. Als weduwen zonder kinderen gelden ook weduwen, wier kinderen getrouwd zijn op het tijd stip, dat zij weduwe wordt. De raad schat, dat verwezenlijking van zijn voorstellen zal leiden tot 'n kostenstijging van ca. 34 miljoen gulden per jaar, d.i. met ca. 15 a 20 pet. Dë premie zal dientengevolge dienen te stijgen met 0,2 a 0,25 pet. van het premieplichtig inkomen. De raad heeft zich afgevraagd of een dergelijke stijging van de pre mie voor ongehuwden aanvaardbaar is. De vraag wordt bevestigend be antwoord. Ongetwijfeld zal een grote groep vrouwen, die tot nog toe buiten de A.W.W. viel, gebaat zijn met de ver laagde leeftijdsgrens. Ook daar was de regering impopu lair, omdat teveel personen waren uitgesloten van een volwaardige uit kering en soms op steun van sociale zaken waren aangewezen als zij niet zelf in hun onderhoud konden voor zien. Helaas volgt dan een impopu laire premieverhoging. Populariteit kan worden verwor ven als er goede regelingen worden getroffen zonder onbillijke uitzonde ringen. Er zal in Den Haag nog iets moeten veranderen alvorens onze wetten werkelijk „populair" zullen zijn. Bent U echt tevreden met het be roep dat u uitoefent? Het is een vraag, die wij niet zo kunnen beantwoorden, maar wel weten wij, dat velen liever dit of dat geworden zouden zijn. Maar nu een andere vraag aan de ouders: laat u uw kinderen dat wor den, wat zij zelf graag willen? Het schijnt, dat velen zullen ant woorden, dat het niet altijd mogelijk is. Zodat dan toch in de toekomst nog altijd de klacht zal blijven be staan: „Waarom heb ik op de HBS niet harder gewerkt, dan had ik nu procuratiehouder kunnen zijn" of „Als ik vroeger maar niet ineens had moeten gaan verdienen, dan zou mijn salaris nu het dubbele geweest zijn" of „Waarom hebben mijn ouwe lui me op de ULO gestopt, terwijl ik Enfin de een vindt, dat hij in plaats van die ULO eigenlijk een goede vakopleiding had moeten volgen. Een ander meent, dat hij toch echt wel de verstandelijke capaci teiten had, om een universitaire stu die aan te kunnen. Vanwaar die steeds terugkerende wrevel bij vele mensen? En is er reden voor deze ontevre denheid? Inderdaad was het verscheidene jaren terug in de verschillende klas sen van de maatschappij gewoonte, dat kinderen het beroep kozen van vader. Soms zagen de ouders gewoonweg niet, dat er ook levensmogelijkheden waren, of de financiën lieten niet toe, dat zoon (of dochter) verder ging leren. Een boerenzoon werd ook boer, de zoon van een fabrieksarbeider ging naar de fabriek en de jongen van een middenstander moest bij 2ijn vader in de zaak komen. Het hoorde nu eenmaal zo. Niet alleen de arbeidende milieux leden aan dit euvel, maar ook de hogere kringen: De zoon van een arts nam later de practijk van zijn vader over. WAAROM UW KIND NIET OP UNIVERSITEIT? Die beroepsblindheid en dat stands gevoel hebben tot ver in deze eeuw voortgeduurd en helemaal verdwe nen zijn zij zeker nog niet. Waarom kwamen anders in 1936 acht procent van de universiteitsstu denten voort uit arbeidsgezinnen en waarom is dat percentage 15 jaar later bijna niet gestegen, terwijl deze bevolkingsgroep toch het me rendeel van het Nederlandse volk uitmaakt. Met de middelbare scholen is het al niet anders gesteld. Maar 22 pet van de leerlingen komt uit lagere kringen. Voor de ULO bedraagt dat percen tage 40 pet. De rest gaat naar de am bachtschool, niet omdat dit de meest geschikte opleiding zou zijn, maar omdat het bij vele ouders niet in het hoofd opkomt zoon of dochter verder te laten leren. Omgekeerd komt ook voor, dat de ouders in l^westie hun kind bij de geboorte al hebben voorbestemd voor verdere studie. Als er gekozen moet worden bij het verlaten van de lagere school, is er voor zoonlief geen keuze. Hij komt op het gymnasium, blijft drie keer zitten, maar haalt toch nog de eindstreep. En dat alleen omdat de oudelui het minderwaardig von den om zoonlief een andere voor hem beter geschikte studie te la ten volgen. Toch hebben vele ouders een heel verkeerd begrip van de kansen, die de moderne maatschappij biedt om hogerop te komen. Men moet bij het „hogerop" na tuurlijk niet denken, dat wie een eenvoudiger beroep of een handwerk uitoefent, minder is als mens. Laten we toch niet tot 'n derge lijke onmaatschappelijke en onchris telijke beoordeling komen. Maar wel staat vast, dat de be hoefte van onze samenleving aan intellectuele en leidende krachten groot is. Hogerop komen" is dus leiding nemen in bedrijf en maatschappij, het is een plicht daarnaar te streven. HOE HOGER OP MET MIJN KINDEREN? De oplossing in onze moderne maatschappij wordt gegeven door het instituut van de school- en be roepskeuze. Bepaalde deskundigen brengen dikwijls in overleg met de onderwijzer van de hoogste klas van de lagere school aan de ouders advies uit, over geschiktheid of ongeschiktheid van hun kind voor een bepaalde opleiding. Op vele lagere scholen in Neder land krijgen kinderen in schoolver band gelegenheid om aan een be knopt schoolkeuzeonderzoek deel te nemen. Het is jammer, dat we in Venray zo ver nog niet zijn. Maar het Ge westelijk Arbeidsbureau kan helpen en zowel in Nijmegen als elders zijn instituten die adviezen geven kun- De adviezen zijn meestal wel van dien aard, dat latere vergissingen er door worden uitgesloten. Vijftig procent van de boeren zoons, die in de laatste jaren na de lagere school in het familiebedrijf zijn gekomen, hebben deze vergis sing wel gemaakt. Te laat hebben zij gemerkt, dat er in de landbouw geen plaats meer voor hen was. Het is goed hier eens aan te denken nu de deuren van de lagere scholen binnen een goede maand zich slui ten voor vele jongelui. De kosten van een en ander mogen geen be zwaar zijn, omdat ze het levensgeluk van Uw kinderen mede helpen be palen. WEGWIJZERS Er stond een foto in de krant. Van een lachende A.N.W.B. voorzitter die symbolisch wegwijzers gaf aan Suri name. Nu weten we beslist niet of in Su riname wegwijzers zo dringend en hard nodig zijn, maar wel, dat we in Venray sinds de nieuwe verkeers regeling van enkele jaren terug nog steeds zitten te wachten op nieuwe verkeersborden van diezelfde A.N. W.B. En ook weten we, dat b.v. de Venrayse politie al lang niet meer lacht over de meer dan gebrekkige beweg-wijzering in onze gemeente en vooral'in de kom, waar nog al eens gezocht moet worden naar de juiste weg, omdat zelfs de meest ele mentaire wegwijzers ontbreken We mogen geen kwaad woord zeg gen over onze A.N.W.B. die sinds haar oprichting inderdaad veel en goed werk heeft gedaan en nog steeds doet. Maar zoals ze in Venray het mes in het varken heeft laten steken en hoe ze hier maar doodgewoon niet reageert op de vele en lange klach ten, dat gaat beslist te ver. Nu men heeft aangekondigd, dat er alweer een nieuwe verkeersrege ling op stapel staat, kan men met angst en vreze de vraag stellen, wanneer dan weer de wegwijzers zullen zijn aangepast aan de nieuwe situatie, nu ze nog steeds niet in de intussen schijnbaar weer verouder- derde situatie de helpende hand bie den. ONZE JEUGD We worden in Venray al langer hoe meer geconfronteerd met vreem de jongelui. Ze komen uit Helmond, uit Deume en ook van over de grens. In soms fraaie auto's of op aller hande versierde brommers. Ze komen, omdat er in Venray „iets loos is" Wat dat dan wel. is, is voor iemand die zijn ogen niet in zijn zak heeft, dra duidelijk, als hij in diezelfde auto's en op diezelfde brommers Venrayse meisjes van 16-17 jaren ziet zitten, die met deze dikwijls wildvreemde jongelui, Venrays na tuurschoon gaan bewonderen. We hebben een nette politie-ver ordening gemaakt, waardoor het verboden is ergens buiten-af stil te staan met zijn auto, indien in deze auto een meisje en een jongen zich alleen bevinden. Men heeft ons daar feitelijk zo'n tikkeltje mee uitgelachen, maar het was juist op verzoek van de politie, dat deze toch veelzeggende maatregel in Venray moest worden getroffen. We hebben zo de indruk, dat er ondanks die verordening zo buiten af toch nog wel eens gepauzeerd wordt en dat het kwaad, dat men denkt te bestrijden, nog altijd ge beurt. Een en ander is langzaam ge groeid, maar intussen zo ver uitge groeid, dat tot in de verre omtrek bij bepaalde jongelui bekend is, dat er in Venray meer schijnt te kunnen dan elders. En als vliegen om een strooppot zien we deze jongelui dan naar Venray komen, waar ze schijn baar niet worden teleurgesteld Hoe het mogelijk is, dat o.a. ge noemde meisjes zo maar op stap kunnen gaan met deze jongelui, mag een raadsel heten. Maar waarschijn lijk weten vader en moeder nergens van of worden bedrogen. Maar als er ongelukken gebeuren dan is het te laat. We geloven, dat en ouders en po litie en ook de overheid zich eens met deze zaak ernstiger moeten bezig houden dan tot heden het ge val was. Want er dreigen grote ge varen, groter dan men wellicht tot op heden vermoed. En een rotte appel steekt gauwer een mand ge zonde appels aan, zo zegt een oud spreekwoord Bij 't beëindigen van zij dienst plichttijd kreeg de jongeman een be trekking als fabrieksarbeider. Maar de dienst had ergens in hem een on uitwisbare indruk nagelaten. Wan neer hij op straat iemand in uni form passeerde, dan kon hij niet na laten te blijven staan en deze per soon met een dromerige blik na te staren. Déln dacht hij aan de dagen dat hij zelf in zo'n mooi pak pleeg de rond te lopen. Men noemt zo iets als uniformcomplex. Het lot wilde echter, dat plotse ling de liefde aan de poorten van z'n hart klopte. Een lief blond krullerig meisje had diepe indruk op hem ge maakt, doch hij nog niet op haar. Hij begon op middelen te zinnen om haar te veroveren, want zonder haar meende hij geen toekomst meer te hebben. Er rijpte een idee in 's mans hoofd. Gehuld in een keurig uniform zou hij ongetwijfeld haar aandacht trekken. Bij een opkoper schafte hij zich een tweedehands batlle dres aan. Dat kostte hem 12.50, maar voor het gestelde doel telde dat offer niet Hij trok het aan, bekeek zich in de spiegel en vond het effect wel aar dig. Toch was het nog niet hele maal naar zijn zin. Daarom kocht hij er in een speciaalzaak nog wat sterretjes en het opschrift „Je Main- tiendrai" bij. Al deze versierselen naaide hij keurig op het tweede hands pak. In de uitmonstering van de 2de luitenant van de landmacht fietste hij de eerstvolgende zaterdagmiddag naar de stad. Midden in het drukke verkeersge- woel zocht hij een strategisch punt, vanwaar hij vier straten tègelijk in het oog kon houden. Minzaam liet hij zijn luitenantsblikken glijden over de voorbij schuifelende menigte. Maar het meisje passeerde niet. Wat er wel langs kwam, was een dood gewone korporaal. De pseudo-luitenant zag de kor poraal komen. Wat deed men ook weer in zo'n geval? Hij stelde zich in de houding en bracht de militaire groet, stram de pink op de naad van de broek. De hand van de korporaal ging al iets omhoog, want salueren is ten slotte een gewoontegebaar. Maar aan de groet kwam de korporaal niet toe. Hij ontwaarde in het gezicht van de luitenant een onderdanige blik. Aarzelend nam hij de man tegen over zich op. Waarom groette die luitenant het eerst en zo correct, als of het een soldaat was, die voor zijn meerdere salueerde? Dit was de korporaal nog nooit overkomen en hij voelde, dat hier iets niet klopte. Hij schraapte zijn keel en deed enkele stappen achteruit. De fa brieksarbeider voelde het onheil na deren en hij maakte aanstalten om de korporaal tot orde te roepen. Maar die was hem een slag voor. „Mag ik uw papieren eens zien?" vroeg hij. Daar stond hij, de luitenant. Hij had geen andere papieren, dan de ge dichten die hij op zijn geliefde had gemaakt. Op het politiebureau zakte hij door de mand en wegens het onbe voegd dragen van de uniform moest hij voor de rechter verschijnen. Die vonniste hem tot 25 boete met de opmerking, dat het echt niet alleen in de sterretjes zit, maar dat er nog wel iets meer komt kijken om luitenant te zijn. Het mooie uni form werd verbeurd verklaard. De Staatsmijnen hebben vorig jaar een recordwinst van 112 mil joen gulden geboekt tegen 68 mil joen in het jaar daarvoor. Opmerkelijk was, dat met ruim 2000 man minder mijnpersoneel een kolenproduktie werd bereikt, die ruim 250.000 ton meer was dan in 1959. Deze prestatie was vooral te dan ken aan een opvoering van de pro- duktiviteit ondergronds met 10 pet. Voorgaande mechanisatie speelt hierbij een belangrijke rol. Bijna de helft van de totale produktie werd vorig jaar geheel langs mechanische weg gewonnen. Wanneer er geen (overigens ma tige) prijsdalingen hadden plaatsge vonden, zou de winst nog groter zijn geweest. De stijging van de loonkos ten (plm. 5 miljoen gulden op een totaal van 375 miljoen) is binnen nauwe grenzen gebleven. Dit was vooral een gevolg van de vermindering van de personeelsbe zetting. Vooral de produktie van de che mische bedrijven is een belangrijke factor bij de uitbouw van de Staats mijnen geweest Daarnaast was na tuurlijk de hierbovengenoemde me chanisering een gunstige omstandig heid. De verwachtingen voor het lopen de jaar zijn overwegend gunstig. Wel zullen we de resultaten van dit jaar weer onder druk komen te staan van verdergaande verlaging der prijzen, onder meer door de re valuatie van de gulden. De verbetering der arbeidsvoor waarden, zoals de invoering der vijf daagse werkweek, brengt hogere kosten met zich mede. Echter wor den de produktie en dus de omzet- mogelijkheden uitgebreid, terwijl ook de rationalisatie en mechanisering verder worden doorgevoerd. Ter bestrijding van de asperge- vlieg zijn in het Besluit bestrijding aspergevlieg 1958 enige be strijdingsmaatregelen verplicht ge steld, waarvan de volgende thans de nodige aandacht vraagt: Alle door de aspergevlieg aange taste stengels moeten in het tijd vak van 15 juni tot 1 september, zodra de aantasting zich open baart, geheel worden uitgetrokken of afgesneden en onmiddellijk daarna worden vernietigd. Het uittrekken of afsnijden der aangetaste stengels dient zodanig te geschieden, dat de in de stengels aanwezige larven of poppen van de aspergevlieg worden verwijderd. Worden de stengels niet diep ge noeg weggenomen, dan blijven de larven of poppen in de stengel stompjes achter en vormen dan weer een infectiebron. Bovenvermelde verplichte maat regelen zijn van kracht in de ge meenten: Arcen en Velden, Beesel, Belfeld, Broekhuizen, Grubbenvorst, Helden, Horst, Kessel, Maasbree, Meerlo, Neer, Overasselt, Sevenum, Swalmen, Tegelen, Venlo, Venray, Wanssum en Wychen. De aspergetelers, wier aspergeper celen gelegen zijn in deze gemeenten, waar de bestrijding van de asperge vlieg verplicht is gesteld, worden aan deze bestrijdingsmaatregel her innerd. Door het tijdig en op de juiste wijze uitvoeren van deze bestrij dingsmaatregel, kan iedere asperge teler in belangrijke mate meehelpen dit schadelijke insekt te bestrijden. Op de juiste en tijdige uitvoering van de verplichte bestrijdingsmaat regelen zal door de Algemene In spectie Dienst van het Ministerie van Landbouw en visserij streng worden toegezien. Bij nalatigheid zal onmid dellijk worden opgetreden. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de praktijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. VAN THIEL Patersstraat 30 Telefoon 1887 Uitsluitend voor spoedgevallen GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. ZONDAGSDIENST GROENE KRUIS Zr. J. Janssen Leunen K 3 tel. 1361 GESLAAGD Voor het diploma Controleur Fok- en Controlever. vanwege de Cen trale Melkcontroledienst te Arnhem, slaagde te Utrecht, J.J. Volleberg te Deurne, stal- en voederadviseur bij de Coöp. Zuivelfabriek „Venray". AANRIJDING Vrijdagmorgen had omstreeks 8 uur een aanrijding plaats tussen een vrachtwagen en een bromfietser op de Grotemarkt. De bromfietsberijder A. uit Venray sloeg met zijn hoofd op het wegdek en liep een lichte hersenschudding op. VERKEERSONGELUK TE WANSSUM De heer D. uit Castenray kwam, toen hij de Geijsterseweg wilde in slaan vanaf de Venrayseweg, met zijn bestelauto in botsing met de scooterrijder D. uit Siebengewald. Gelukkig deden zich geen ernstige persoonlijke ongelukken voor maar de schade aan de scooter was vrij groot.

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1