X Europa beleefde de strengste winter... kou gevat De oudjes doen hei nog best Zilveren (eest geitenhouders de politierechter SPORT WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Uit Peel en Maas Aswummi Zaterdag 21 januari 1961 No. 3 TWEE EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 150625 ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.50 (buiten Venray 1.75) 220 JAREN GELEDEN.,, „Wat was het toen koud", plegen de mensen te zeggen als ze in een behaaglijk hoekje achter de snorrende kachel de barre ver halen lezen over die winters van vroeger. „Neen, dan kunnen we nu in onze handen klappen'. En daar is reden voor, want we mo gen niet vergeten, dat zo'n wintertijd uit het. grijze verleden voor onze in het algemeen primtief behuisde voorvaderen tienmaal zo erg was dan voor ons nu. Het is niet moeilijk een rijtje van die beruchte ijstijden op te sommen. Daar is bijvoorbeeld de winter van 1794-'95, toen de Fransen doodgemoedereerd over de steen harde rivieren ons land binnenentrokken. En die van 1855 en van 1917 en laten we niet te diep vorsen dat koudegolfje van 1947 en die 27 graden harde vorst in het oorlogsjaar van 1942. We zouden nog best even door kunnen gaan. Maar vast staat, dat koning Winter in de loop der geschiedenis zijn ijzige grillen nooit zo wreed en onbarmhartig uitspeelde als in de winter van 1739- '40, nu ruim twee eeuwen geleden. Het was de rampzaligste vorstperiode die Europa beleefde. Ruim vijf maanden lang vroor het dat het kraakte, slechts afgewisseld door enkele korte perio den van dooi. Duizenden mensen kwamen om van de honger. En met die dieren was het nog slechter gesteld. MENSEN EN DIEREN BEVROREN; WOLVENPLAAG TEISTERDE DE BEWOONDE WERELD Ja, dat was me het wintertje wel! Eind oktober 1739 begon het te vrie zen en begin april van het volgend jaar vroor het nog In november gingen de ijzers al onder en op de grachten en kanalen en spoedig ook op rivieren schaat ste iedereen wie dit kon. Toen viel even de dooi in en aan de vooravond van Kerstmis brak de dijk bij Hedikhuizen, waardoor het Land van Heusden en Altena her schapen werd in één groot meer. Huizen en schuren stortten in en velen werden verzwolgen door het ziedende water, dat een hoogte be reikte van twee a drie meter. In januari keerde de vorst met ongekende hevigheid terug. De men sen konden het nauwelijks warm krijgen bij het open haarvuur. De roggebroden werden zo hard als steen en de kopjes vroren aan de tafel vast. De harde oostenwind sneed door alles heen. Het scheepvaartverkeer raakte ge stremd en dat betekende een stag natie in de aanvoer van levensmid delen en brandstoffen naar de grote steden.. Immers, de treinen waren er nog niet en alle vervoer op de lange routes moest te water ge schieden. DRAMATISCHE BRUILOFT Op 22 januari draaide plotseling de wind waardoor het water werd opgestuwd en het ijs scheurde. Een Friese arreslee dreef urenlang rond op een schots. De inzittenden stonden doods angsten uit maar tenslotte konden ze door een bootje worden gered. In een Frans dorp werd bij 20 graden vorst een boerenbruiloft ge vierd op het ijs, maar het ijs brak en bruid en bruidegom gingen met vijfentwintig dansenden en zwie renden de diepte in. Intussen werd het ijs op de Zui derzee met de dag dikker. Op 27 fe bruari beleefde Enkhuizen een ware invasie van arresleden uit Friesland. Het waren er maar eventjes 160 en 3000 mensen gingen het ijs op om dit schouwspel gade te slaan. Vanuit Enkhuizen en omliggende dorpen waagde het die dag een 50- tal arresleders de Zuiderzee over te steken. En een vrouw uit Hinde lopen kwam de zee overzetten op een prikslede. Nog diezelfde dag maakte deze vermetele dame van uit Enkhuizen de terugtocht. BEVROREN POSTILJON De vorst werd steeds strenger en hardnekkiger. In Schotland sprak men van een koude, die men nog nooit eerder had beleefd. De ijzige temperatuur deed zelfs de rotsen barsten. Veertien jongens, die onder één van de rotsen speelden, werden door vallende steenbrokken verpletterd. Veel postiljons in ons land en daar- buiten werden onderweg op hun paarden door de koude bevangen. Ze vielen op de grond en vroren dood. De ziekenhuizen kwamen vol te liggen met mensen met bevroren ledematen. Meermalen was het zó koud, dat veel kerkgangers met bevroren ogen, oren of neus thuis kwamen. Ande ren zakten onderweg in elkaar en moesten met de kar naar huis wor den gebracht. In Boxmeer en Druten moesten de knechten van de mulder hun be vroren handen laten amputeren. Einde januari kon dan ook ge sproken worden van een noodtoe stand De turven die nog te krijgen waren, werden verkocht voor een stuiver per stuk. Hekken en schu ren werden gesloopt om wat brand hout te hebben. En voor een em mertje drinkwater telde men tot drie stuivers neer, wat toen veel was. Bijna nergens ook kon meer wor den gewerkt. De arme mensen moes ten op stro slapen bij gebrek aan 'n bed. Het voedsel omstreeks die tijd was bijzonder karig. De arbeiders aten blauwe gort met stroop of wat aardappelen met panharing. En verder roggebrood. Melk en vlees kwamen maar zelden op tafel. Toen dan ook de voorraden voedsel nog meer uitgeput raakten, was hetgeen wonder dat velen van die arme stakkers bezweken. WOLVENPLAAG Bij alle ellende kwam ook nog de plaag der wolven. Op de Veluwe en langs de Duitse grens en in Brabant deden de uitge hongerde beesten alsmaar aanval len op mensen en dieren. In Loon op Zand, Sprang-Capelle, Udenhout en andere Brabantse dor pen drongen de wolven 's nachts in hele troepen afgelegen boerderijen en schaapskooien binnen. Tegen het einde van januari wa ren ze bijzonder brutaal en bloed dorstig. Verschillende postiljons werden op eenzame wegen door horden wolven overvallen en ver scheurd. Door de boeren werden grote wolvenjachten georganiseerd om de streek te zuiveren. Op iedere geschoten wolf stond een flinke premie. Ook uit andere landen kwamen berichten over aanvallen van wol ven. In Polen en Litauen werd het zelfs zó erg, dat de boeren hun hof steden niet meer durfden te verla ten. De wolven hadden de boerde rijen omsingeld. Ongeveer een kilo meter van Keulen werden naar school gaande kinderen door een wolf overvallen. Eén kind verloor daarbij het leven. Later op de dag werd een gees telijke door hetzelfde dier bespron gen en de man kreeg zulke zware verwondingen, dat hij weldra over leed. In Zweden en Hongarije stoven de wolven in troepen van vijftig over de velden en wegen. In de omgeving van Stockholm moest een veldprediker een verbe ten vuurgevecht leveren met de huilende beesten. De aanvallers deinsden terug en aardig wat wol ven gingen eraan. Maar de troep was veel te groot en toen de arme man zijn laatste kruid verschoten had, stormde de bende op hem af: hij werd genadeloos verslonden. STRUIKROVERS Door de steeds groter wordende nood kwamen ook veelvuldig roof overvallen voor. En op het platte land zwierven aanhoudend struik rovers, er op loerend of ze niet hier of daar hun slag konden slaan. Als dergelijke sinjeurs in handen van de politie vielen, kende die meestal geen pax-don; ze werden op gehangen. Ook de dieren hadden ontzettend van de koude te lijden. Reeën, her ten en wilde zwijnen lagen bij tien- talen doodgehongerd in de bossen. In Amsterdam zat wekenlang een bevroren hond op een bank. Het dier was in een wak geschoten en door zijn baas weer op het droge gebracht. Maar wat later was de poedel op een bank gaan zitten en in een ijsklomp veranderd. De meeste boeren hadden bijna geen hooi meer voor hun vee. Voor duizend pond hooi werd grif 130 gul den betaald de normale prijs was 5 gulden. Veel beesten stierven van honger en kou en het erbarmelijke geloei was bijna niet aan te horen. En ondertussen duurde de winter maar voort. Slecht geklede en on dervoede mensen stierven in huis en op straat. Overal heerste koude, armoede en ellende. Tot vier kilometer uit de kust was de Noordzee met ijs bedekt. En van Stockholm kon zo met paarden en sleden over de kilometers brede Oostzee naar Finland worden gere den. Eerst in april week de vorst. Maar daarmede was het leed niet geleden, want toen begon het ijs te kruien. Dijken scheurden open, bruggen werden vernield. En half mei was op sommige plaatsen de vorst nóg niet uit de grond. Ziedaar de winter 1739-1740! Er zullen ongetwijfeld niet zo heel veel mensen zijn, die weten, dat er volgens de laatste gegevens in ons land nog ruim 115.000 werkers zijn 65 jaar en ouder. Natuurlijk zijn hierin begrepen een 70.000 zelfstandigen; de rest, dus 45.000, zijn werknemers in loon dienst. 8.000 vrouwen van 65 jaar en ouder werken meestal in huishou delijke beroepen, in de landbouw en in horica-bedrijven. Het aantal ouden van dagen neemt nog steeds toe en een voor zichtige raming wijst uit, dat in 1980 anderhalf miljoen Nederlan ders ouder zijn dan 65 jaar, d.w.z. dat dit neerkomt op 10,4% van het to taal. Voor 1960 ligt de schatting op 8,4% waartegenover men kan stel len dat dit percentage in 1850 lag op 4,3%. Wat leren ons nu deze cijfers? Men kan hieruit opmaken, dat de neiging bestaat, dat ondanks gees telijke en lichamelijke verminde ringen, deze mensen willen blijven doorwerken! Natuurlijk moet dit in hoofdzaak worden toegeschreven aan de moei lijkheden welke ontstaan op finan cieel gebied, als men van werken terug valt op niets doen. Dat is begrijpelijk, want een groot deel van deze oude werkers kan er zich heus niet op beroepen finan cieel sterk te staan na het opgeven van de betrekking. BELASTING BLIJFT Daarbij komt nog dit, dat bedoel de werkers vrijwel alleen in de in komstenbelasting vallen, een be lasting welke doorgaans na afloop van het „werkjaar" betaald moet worden, al heeft men reeds vooraf een voorlopige aanslag ontvangen en betaald. Met zekerheid kan men, op deze leeftijd, nooit precies opgeven hoe veel er in 't komende jaar verdiend zal worden, derhalve zijn de meeste belastingplichtigen wat aan de voor zichtige kant. Het gevolg hiervan is, dat de voorlopige belastingaanslag doorgaans niet meer bedraagt dan de helft van de inkomsten welke men in werkelijkheid zal gaan ge nieten. Dat heeft tot gevolg, dat ondanks de ouderdomsaftrek, de belasting plichtige zal komen te staan met een vrij hoge definitieve aanslag, welke toch ook weer betaald zal moeten worden op de verplichte tijdstippen. Wie nu niet meer werkt, zit toch met een hoge belastingaanslag en een veel lager inkomen in het jaar waarin de belasting betaald moet worden. Daardoor ontstaat de vrees dan niet meer vooruit te kunnen, m.a.w. dat men dan niet genoeg meer zal overhouden voor het nood zakelijke levensonderhoud. ANDERE KNELPUNTEN Men heeft dan niet genoeg aan de wettelijke uitkering volgens de a.o.w. en mogelijk een pensioentje, waarop voor velen een niet geringe korting wordt toegepast. Al wordt die pensioenkorting dan hopelijk wat verzacht, dat neemt niet weg, dat de korting tóch altijd nog 1,4% per dienstjaar zal blijven bedragen of maximaal 56% van het pensioenbedrag. 'Daar komt nog bij, dat de uitga ven voor de vrijwillige ziekenfonds verzekering voor bejaarden aan een niet al te hoge grens is verbon den, zodat deze grens al heel spoe dig bereikt wordt, waardoor men in een kostbare ziekenfondsverzeke ring komt te vallen. Het mag immers als bekend wor den verondersteld, dat deze grens maximaal ligt op f 3.800 en de vrij willige ziekenfondspremie zeker op 3,25 per week per persoon. Die premie vraagt dus al een grote hap van het inkomen. De levensbehoeften brandverzeke ring en andere verzekeringspremies enz. blijven vrijwel steeds op 't zelf de peil en dat alles naast een steeds maar stijgende levensstandaard. GELEIDELIJKE OVERGANG Hoeveel werknemers van 65 jaar en ouder zijn er niet, die werken beneden het vastgestelde loon, om dat rekening wordt gehouden met het pensioen en andere sociale uit keringen? Mede hierdoor vallen deze men sen niet in de loonbelasting, doch dat moeten zij betreuren, want de belastingdienst komt na afloop met een aangiftebiljet waarop alle ge noten inkomsten moeten worden opgegeven. Wie doorwerkt komt dan te staan voor 't volle belastingbedrag en om dit te kunnen betalen, is hij wel verplicht er wederom een jaartje aan vast te koppelen. Aldus komt het van kwaad tot er ger en ten lange leste breekt on herroepelijk het tijdstip aan, waar op het werk toch moet worden neergelegd en is hij toch het kind van de rekening. Deze oude werkers dienen het daarheen te leiden, dat zij het wer ken geleidelijk er aan gaan geven, waardoor niet alleen hun belasting lager wordt, maar ook de overgang naar het algehele niets doen wordt vergemakkelijkt. Hiertoe kan de werkgever het zijne bijdragen, b.v. door zijn trou we werkkracht althans geruime tijd, halve dagen in dienst te blij ven houden, natuurlijk tegen een evenredige vergoeding naar gelang van 't gepresteerde. In een zeer geanimeerde bijeen komst in lokaal Vollënbergh, kwa men de geitenhouders van de afde ling Venray, omvattende de leden geitenhouders van Noord-Limburg en Oost-Brabant, bijeen voor het zilveren bestaansfeest. De heer van Duinhoven gaf een resume van het wel en wee gedu rende deze kwart eeuw en met vreugde kon hij konstateren, dat de drie oprichters, de heren Leike Janssen, Sjefke Jacobs en van Gestel aanwezig waren. Naast de vele opgekomen leden gaven ook acte de presence de leden van het hoofdbestuur van de Provinciale Limburgse Bond. Al was de economische noodzaak van het geitent houden niet meer gezien de betere sociale voorzie ningen zo erg aanwezig, aldus de heren van het hoofdbestuur, juist in het kader van de vrije tijdsbeste ding, was het geiten houden nog aan te bevelen. Venray was altijd, van de tijd van de oprichting tijdens de werkverschaffing in de Peel tot op heden een zeer actieve afde ling geweest vol levensdrang. De andere grote afdelingen als Heerlerheide en Wolder waren ter ruste gegaan omdat wegens ge meentelijke maatregelen i.v.m. uit breidingsplannen het houden van kleinvee verboden was geworden. Venray heeft nog altijd 50 leden met nog een 70 tal geiten en het ziet er niet naar uit, dat dit aantal zal verminderen. Was het vroeger zo, dat de geit naar de bok moest gaan, thans had men de bok gemotoriseerd en gaat de bok naar de geit toe. Het is, aldus het hoofdbestuur maar goed, dat de afdeling Venray zo actief is, want mede door een verordening is het onmogelijk voor particulieren een bok aan te houden! Economisch heeft men met het houden van geiten nog voordeel. Immers, de geit is niet kieskeurig met het voer, de productie bedraagt nog altijd 1200 kg melk, wat in ge wicht meer is dan het 15-voudige der geit, terwijl het aantal kg vet meer bedraagt dan het eigen ge wicht van het dier. De afdeling Venray kan altijd op financiële bijdragen van de bond rekenen. Natuurlijk kwamen nog andere onderwerpen aan de orde maar zij hadden toch allen te maken met de „koe van de arbeider", zoals de vertoning van de prachtige Duitse film, over het leven van de geit al daar (Bondsrepubliek heeft nog 900.000 geiten). De verdere avond werd gezellig doorgebracht met koffietafel, ver loting en vertellen van voorvallen des geit rakende in vroeger dagen. Nee de gemeenten, Vierlingsbeek, Wanssum en Venray geven de jaar lijkse subsidie niet onnodig zo heb ben wij ervaren. Jammer is, dat de gemeente Horst heeft gemeend, deze jaarlijkse bij drage van de begroting te moeten schrappen. Zoete lieve Gerretje behoort niet bepaald tot de meest populaire fi guren op het dorp. Het was te voor zien, dat ze op de bruiloft van Hen drik en Marie het slachtoffer zou worden, vooral omdat zij het was die in de buurt de acht wekkers had geleend, die om het half uur af liepen in een kast die ze tevoren op slot had gedaan. De avond van de bruiloft had ze de meeste praats en het was geen wonder dat een van de jongens haar het handtasje afhandig maakte, de poederdoos meenam naar de keuken en er zelfrijzend bakmeel in stopte in plaats van de kostbare gelaats poeder die Gerrie steeds in een wolk van geuren doet rondwandelen. Maar hoe later het werd die avond, en hoe hoger de feeststem ming steeg, des te meer moed kre gen de jongens. Andermaal stalen if *5 ze het tasje maar nu kwam er heel iets anders in dan zelfrijzend bak meel. Een van de buren had namelijk de zaterdagmiddag tevoren twee kleine ringslangetjes gevangen en in blikken trommels met zand en groen opgeborgen, om te zien of het wel waar is, dat die dieren een win terslaap houden. Haastig haalden ze er een van op, en deden die in het groene handtasje van zoete, lieve Gerretje. Er volgde nu spannende ogen blikken, want de ingewijden moes ten Gerrie zo ver krijgen, dat ze in haar handtasje ging graaien. Eén begon te informeren naar die poe derdoos. Dat was zo'n mooi ding, zei hij, en of dat nu schildpad of zoiets was. Gerrie begon uit te wijden over die doos die zo duur was, en die ze gekregen had van een van haar be wonderaars. Niet een van die zui nige pinnen zoals de jongens van 't dorp, maar een echte heer uit de stad die weet wat een dame toë- komt. Ze kwam zo ver, dat ze de doos voor de dag haalde en liet zien. Daarna veegde ze zich wat zelfrij zend bakmeel op de wangen en deed de doos weer in de tas. Van het slangetje een jong diertje van hoostens een centimeter of vijftien lang had ze niets gemerkt. Opnieuw volgde nu de strijd om het openen van de tas. Ze begonnen over de liefdesbrieven die de stadse jongens haar schreven en ze be weerden, dat die handtas tot ber stens toe met dergelijke brieven was gevuld. Gerrie bestreed dat en ze kregen haar zo ver dat ze de tas zou leeg- pakken om ze te laten zien dat er geen liefdesbrieven in zaten. Na zakdoekje, sleutel en lippen stift kwam de doos met zelfrijzend bakmeel weer voor de dag. Toen een pcrtemonnaie. Leeg, leek het wel, een paar handschoenen; zelf ge breid, zei ze. Vervolgens een ko peren armband. Echt goud beweerde ze. En meer zat er niet in. Om dat te bewijzen graaide ze met haar rechterhand door het handtasje. Het is tamelijk moeilijk te be schrijven, wat er nu gebeurde. De glimlach op haar gezicht verstarde. Dat wil zeggen, dat haar gezicht verstarde. Dat wil zeggen, dat haar gezicht nog steeds lachende vormen had, zonder dat ze echt lachte. On der het zelfrijzend bakmeel ver spreidde zich een vreselijke bleek heid. Tegelijk met dit alles sprong ze zó hoog op, dat menigeen naar het plafond keek in de overtuiging dat ze daar door zou schieten de lucht in, om in de toekomst als een andere spoetnik door het hemel ruim te klieven. Het helemaal onge vaarlijke slangetje, dat op haar schoot had gekrioeld, viel op de grond. Toen ze het zag, haalde ze uit en mepte de dichtstbijzijnde lacher driemaal om de oren, zodat zijn bril in gruizels op de dansvloer viel. De verwarring verspreidde zich over de hele zaal. Glazen en stoelen vielen om en mensen die helemaal niet wisten wat er aan de hand was, waren een flauwte nabii. Het was de bruidegom persoonlijk die ingreep en onder de strijdkreet: „Nou heb ik er tabak van" met har de hand deze zaalhoek schoonveeg- de door Gerrie èn haar belagers de deur uit te smijten. Gerrie nam het niet en klaagde hem en de plaag geesten aan. De politierechter wilde het niet onder mishandeling rangschikken ook niet onder huisvredebreuk. De getuigen spraken elkaar op alle punten tegen en één beweerde zelfs, dat Gerrie zelf een slang had gezocht. Het werd vrijspraak maar zoete lieve Gerretje klemt voortaan haar tasje stijf onder de arm. SCHAAKNIEUWS Zondag jl. speelde S.C.V. I tegen Reuver I voor de competitie van de le klas L.S.B.. Na een zware en spannende wed strijd behaalde Venray met 51/2-41/2 de overwinning. De persoonlijke resultaten waren als volgt: J. Peters-A. Holtkamp 10 J. Verhaegh-P. Beyk 01 P. Rouvroye-L. Wilms 10 P. O. Janssen-F. v. Leeuwen 0-1 F. Broens-C. Altena 01 A. Lucassen-M. Heinen VaVa J. Veldhoven-D. Hoyer 10 V. v. Mil-F. Erdkamp VaVa W. Jeuken-H. Geerlings sr. VaVa Th. Jeuken-J. Jetten 10 0o. Loopt U met plannen rond een bezoek aan uw kinderen te bren gen in CANADA, AMERIKA, AUSTRALIË of NIEUW-ZEELAND Schrijf een kaartje of telefoneer voor een bezoek aan huis en wij zullen u volledig over kosten en mogelijkheden inlichten. Het ver plicht tot niets. Geen extrakosten. ^uy<> 0o. Molenstraat 225 HELMOND - tel. 04920-2401 PASSAGE-AGENTEN sedert 1868 - De heer J. Poels, jeugd-lid van de S.C.V., speelde in 's Hertogenbosch in een simultaan wedstrijd tegen de IJslandse Grootmeester Olafsson. J. Poels was de enige die remise speelde, alle andere partijen wer den door de Grootmeester gewon nen. Proficiat. Venray II speelde tegen Arcen II voor de 2e klas L.S.B. Venray be haalde een grote overwinnig. 7-1. De persoonlijke resultaten waren: W. Jeuken-N.O. 1—0 J. Poels-E. Verstappen 01 J. Kok-P. Peeters 10 T. B aid win-J. v. Rijs wij ck 10 G. Spee-F. Marcellis 1-0 Th. Jeuken-J. Beeker 10 J. Nugteren-H. Rievers 10 R. Jenniskens-N.O. 10 Aan bord 7 speelde de oudste deelnemer (71 jaar) uit Venray te gen de jongste uit Arcen (9 jaar). De schaakclub Venray mocht deze week haar 3e dameslid inboe ken. Enkele andere dames zijn zich al aan 't oefenen in ons edele spel. Nog even volhouden en de S.C.V. komt 't volgend seizoen met een da mes-team in de competitie. Dit zou dan een unicum in Neder land zijn. Wie volgt? van zaterdag 4 febr. 1911 Tot onderwijzer te Leunen werd benoemd de heer R. Maas uit Merselo. Tot onderwijzer te Oos trum werd benoemd de heer Coen- ders uit Meerlo. Aan de firma Vincken-Wolfs te Roermond werd de standplaats met de kermis toegewezen voor een stoomcaroussel. Deze firma moest hiervoor 405 betalen. Er is een verbeterde verorde ning van de hand- en spandiensten ingesteld. Hiertoe zijn verplicht alle hoofden van gezinnen, of alleen lopende personen, die minstens 250 per jaar verdienen. De handiensten kan men afkopen voor 1.20 per dag, de spandiensten voor 3. Deze moeten 2 X 24 uren van tevoren worden aangekondigd. Boven 60 jaren is men hiervan vrijgesteld. Plaatsvervangers moeten ouder dan 16 jaar zijn. van zaterdag 1 febr. 1936 Voor de dienstplichtlichting 1937 werden in deze gemeente 117 personen ingeschreven, waarvan er 51 vrijstelling wegens broeder dienst aangevraagd hebben. Er bestaat de laatste weken 'n levendige strohandel met België. De prijs varieert van 4 tot 6 gulden de 1000 kilo voor gewoon en van 10 tot 11 gulden voor geschud stro. De kleine boeren en midden standers werden opgeroepen ter vergadering in zaal Wijnhoven, al waar als spreker zal optreden A. Bouwman uit Puiflijk. oils Nwrrefisrin^n j t AKM 4vpdM»i (--4 MUfQU C financwrmya S" JU1IANASINGEL41 'twf. 1061 (K4780)

Peel en Maas | 1961 | | pagina 1