ESSO PETROLEUM In de nertsfokkerij kan men zich 'n rijk bestaan opbouwen Geestelijk artikel Moet uw bromfiets 'n winterslaap doen P MO OREN Tel. 1070" depolitierechter Uit Peel en Maas Zaterdag 19 november 1960 No. 47 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG la PEEL EN MAAS^l DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPRKRT A n vnnp VPNPAV PNF OMQTPPPPTM ADVERTENTIEPRIJS S «t per m.m. ABONNEMENTS- GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 15*6.52 LL#AUL/rtU V WWIV VL1U\A1 JErlV VJiflü X iVJUllLdll PRIJS PKR KWARTAAL f 1.4* (balies Yonrmy 1.6S) III. Wij steken van wal. Wanneer U nu, na het lezen der voorgaande artikelen, alles terdege hebt gewikt en gewogen, alle mo gelijkheden goed hebt nagegaan, en ten slotte tot de conclusie bent ge komen, dat het wel net iets voor U zou zijn om nertsen te gaan fokken, dan kunnen we U niet genoeg zeg gen en herhalen: Als U het doet, doe het dan goed en wel goed van het begin af aan. U dient vooral klaar te beseffen, dat de eerst aangeschafte fokdieren de grondslag zullen vormen van Uw toekomstig bedrijf. Laat U bij het kopen van fokmateriaal vooral niet aantrekken door de lagere aan schaffingsprijs op een of andere farm. Meestal verkrijgt U dan fok dieren van een inferieure kwaliteit. Want het is onmogelijk met een slechte fokstapel te beginnen en een hoge productie van prachtige pelzen te hebben, hoe goed het voe der ook mag zijn. Hooggeprijsde pertspelzen komen alleen van dieren, die 'n goede af stamming hebben. Wie met het fok ken van nertsen wil beginnen, moet dus de beste fokdieren kopen, welke hij kan verkrijgen, zelfs als dit be tekent, dat hij met minder dieren moet starten dan hij aanvankelijk van plan was aan te schaffen". Van de kwaliteit van de dieren, waarmee men begint, hangt de ren tabiliteit van een fokbedrijf in be langrijke mate af. Of men nu goede of slechte dieren verzorgt, het werk en de onkosten blijven precies ge lijk, terwijl goede pelzen gemakke lijk de dubbele prijs en meer zullen opbrengen van de slechtere kwali teiten. Anderzijds staat U hier voor het volkomen onbekende. U kunt niet eens een goed dier van een minder waardig onderscheiden en het zal ongeveer wel vier jaren duren, voordat U de kwaliteit van een nerts enigszins kunt beoordelen. Meest alle fokkers verkopen graag hun jonge dieren tegen goede prij zen. De een zal U wijzen op de grootte zijner dieren de andere zal bluffen met 't grote aantal jongen, nog een andere wijst U op de fijn heid zijner pelzen, een laatste ver koopt U fokdieren tegen voordelige prijzen en ten slotte weet U niet eens meer wat of hoe. Om U enigszins een beeld te geven hoe moeilijk het voor een leek is om de kwaliteit van een nertspels te bepalen zullen wij U hier de punten opsommen waarop bij de beoordeling dient te worden gelet. Op de eerste plaats moet een kwa liteitsnerts een zeer dicht behaarde pels hebben met een diepe en rijke tint van de gewenste kleur en wel niet alleen op de rug en de flanken, maar eveneens aan de onderzijde van het lichaam. Grote dichtheid van de pels is een van de voornaamste factoren in de aankleding van de kwaliteitsnerts; hoe groter de dichtheid, hoe beter de nerts. De kleur, zowel van de grannen als van wolharen, .moet zer zui ver zijn en wel vanaf de haarin- planting tot aan de haartoppen. Als b.v. over de wolharen een anders gekleurde streep loopt of als de kleur der haartoppen verkleurd of verschoten is, is de pels minder waardig. De wolharen zijn lichter gekleurd dan de grannen en iedere mutatie nerts heeft weer zijn eigen typische kleur wolharen, welke een duidelijk en aangenaam contrast met de grannen moeten vormen. Deze com binatie geeft karakter aan een nertspels. Vervolgens moeten de grannen gelijkmatig over de gehele pels zijn verdeeld en overvloedig genoeg zijn om een goede bedekking of sluier van de wolharen te geven; deze laatsten moeten op hun beurt weer zo dicht zijn, dat ze de grannen zo veel ondersteuning geven, dat deze, als de winterpels op zijn mooist is, rechtop blijven staan. De wolharen dienen een zo groot mogelijke diep te te bezitten, dus zo lang mogelijk te zijn. De lengte der grannen in een bepaalde relatieve verhouding staan tot de lengte der wolharen. Dit noemt men in vakkringen de „nap" van de nertspels. De ideale nerts van heden moet een tamelijk korte „nap" bezitten, met de gran nen ongeveer 1/4 tot 1/3 langer dan de wolharen. Dit geeft de pels een pluche-achtig aanzien. Nertspelzen met een lange „nap" maken een ruige indruk hun ont breekt de elasticiteit, welke de pels met een kortere „nap" wel bezit en ze zien er ook niet pluche-rachtig uit. Verder moet een goede glans schittering en leven aan de nerts pels geven en door een reflexwer king de r wolharen dient er over king der wolharen dient er over schijn te zweven. Tenslotte moet de structuur der grannen zijdeachtig zijn, hetwelk een der voornaamste aantrekkelijk heden van een fijne nertspels is. Uit het vorenstaande zal U wel gebleken zijn, dat het voor U als beginnend nertsfokker onmogelijk is Uw foknertsen naar hun kwali teit te beoordelen. Dit leert men eerst langzamerhand. Voor beginnende nertsfokkers is het kopen van fokdieren dan ook 'n zaak van vertrouwen. Wendt U der halve steeds tot een bonafide nerts fokkerij die wat de kwaliteit der dieren betreft, een zeer goede naam heeft. Een dezer fokkerijen is de „Mink- farm Lutetia", Dorpstraat 10, te Neerkant (Gem. Deurae). De nertsen van deze fokkerij stammen voor 100 procent af van de beste nertsfokkerijen ter wereld en men heeft er een zeer ruime keuze uit ruim 2000 dieren. Alleen reeds in 1956 importeerde deze fok kerij voor een bedrag van 40.000 aan nieuwe fokdieren uit Noord- Amerika. De nertsfokker, waarbij U Uw fokdieren koopt zal U natuurlijk ook een voederchema geven en een bouwtekening voor de hokken en loodsen. Het is geraden dit voederschema zo stipt mo gelijk op te volgen. Elk ingrediënt, waaruit het is samengesteld, heeft zijn reden van bestaan. Het voederen der dieren geschiedt gedurende de wintermaanden en 't voorjaar slechts éémaal daags. Van af begin juni, als de jonge dieren beginnen mee te eten, wordt tot de cember tweemaal per dag gevoe derd. Iets, dat bijzondere aandacht vergt, is, dat de nertsen steeds fris drinkwater hebben. Dit is van groot belang, ook voor de groei der jonge dieren. Daarom is het noodzakelijk, dat de nertsen 's winters tweemaal per dag van vers drinkwater wor den voorzien; in de zomermaanden geeft men drie- tot viermaal per dag vers water. TIJDSTIP OM TE BEGINNEN Foknertsen worden steeds in het najaar verkocht. Begin december is de winterpels van de nerts het mooist en dan worden de dieren gepelsd. Na het pelzen, dus omstreeks Kerstmis, zijn op een nertsfokkerij enkel nog de eigen fokdieren voor handen en kan men er geen meer kopen. Gewoonlijk worden fokdie ren in de maanden October en no vember besteld. Ze kunnen echter eerst wordne afgeleverd nadat de kwaliteit be oordeeld is kunnen worden en dit kan slechts als de winterpels zijn volle bloei heeft bereikt, dus om streeks begin december. Een kwartet (1 reu en 3 teefjes) foknertsen van goede kwaliteit zul len U ongeveer 850 kosten. Voeg hierbij de kosten van hokken, lood sen en materialen, dan ziet U, dat U reeds dadelijk een heel bedrag dient te investeren. De start met slechts één enkel kwartet levert echter steeds 't ge vaar op, dat juist de door U ge kochte reu niet goed paart. Het ligt dus voor de hand, dat een start met minstens twee kwartetten uiterst voorzichtig is. VERZORGING DER DIEREN Daar het voeder van de nerts snel aan bederf onderhevig is, wordt alles, wat niet opgegeten is, een maal per dag uit de voederbakjes verwijderd. Vuil geworden drinkbakjes wor den steeds terstond gereinigd, wan neer men ze opmerkt als men de dieren water geeft. Daar de rennen een gazen bodem hebben, vallen bijna alle uitwerp selen door het gaas heen op de grond en wordt er slechts een en kele ren vuil. Eenmaal per week worden deze gerinigd en al het mest onder de rennen verwijderd. Bij de nieuwste modellen bestaan ook de bodems der nesthokjes uit hetzelfde gaas, waaruit de rennen zijn vervaardigd, en worden dus slechts zeer zelden vuil. In de zomermaanden worden deze eenmaal per week nagezien. Tijdens het koudere jaargetijde en zolang de jongen nog heel klein zijn, voorziet men de nesthokjes van een laag hooi. Dit om de dieren een warmer nest te bezorgen. Van te voren wordt dan een juist pas sende schuif onder de gaasbodem der nesthokjes geschoven. Deze voorkomt, dat het hooi door het gaas heen valt en zorgt er tevens voor, dat het nesthokje warmer is. Zodra men de eerste jongen kan verwachten, legt men bovendien nog een juist passend plankje op de gaasbodem van het nesthokje. Dit moet er voor zorgen, dat de jongen, die slechts zo groot zijn als een ci- garet, niet door de gaasbodem val len, en dan voor de moeder onbe reikbaar worden. Zolang er hooi in de nesthokjes aanwezig is, worden ze tweemaal per week nagezien. De paartijd van de nerts valt steeds van begin maart tot begin april. Daar er steeds een paar da gen verlopen voordat de bronst in het begin van maart goed op gang komt, mag men omstreeks 7 maart met het verparen der teefjes begin nen. In de paartijd worden de teefjes driemaal bronstig. Iedere bronst duurt ongeveer 3 dagen en tussen elke bronst ligt een tijd van 8-10 dagen. In 't begin van de paartijd zijn tamelijk veel paringen on vruchtbaar of hebben slechts een klein aantal jongen tot gevolg. Daarom worden alle teefjes, welke vóór 16 maart reeds eenmaal ver- paard werden, in een volgende bronst nog eenmaal verpaard. Ook probeert men na elke paring het betreffende teefje de volgende dag met dezelfde reu nog eens te laten paren. Ook hierdoor verkrijgt men meer jongen. Omstreeks de paartijd zijn de nertsen meer opgewonden dan an ders, ze lopen veel op en neer, klau teren tegen het gaas omhoog en kij ken naar de andere dieren, maar eigenlijke kentekenen van de bronsttijd zijn vaak in het geheel niet waar te nemen. Daar de teefjes zich slechts laten paren als ze wer kelijk in bronst zijn, is dit voor een beginnend nertsfokker de enigste aanwijzing. In het begin van de paartijd komt het er op aan zo snel mogelijk alle teefjes te onderzoeken of ze gereed zijn om te paren. Men brengt ze daartoe bij de reuen. Paart een teef je, dan is het in bronst. Paart een teefje de eerste dag niet, dan dient het om de andere dag te worden geprobeerd tot het wel paart. D fokker slaat, enkele schreden van de ren vandaan, alle voorval' len gade en maakt van al het be langrijke korte aantekeningen. Nooit mag men de dieren, als ze bij elkaar zijn, zonder toezicht la ten, daar men anders niet weet of er een goede paring heeft plaats gehad en ook, omdat sommige reuen venij nig aanvallen zodra de paring is af gelopen en dan het teefje kunnen doden. De drachttijd van de nerts onder scheidt zich van die van de meeste andere dieren door zijn on regelmatigheid en het is daarom niet mogelijk een vaste regel te ge ven ten aanzien van de werptijd, De duur van de drachtigheid ligt ergens tussen 39 en 76 dagen; meestal is het ongeveer 50 dagen. Ook van de teefjes individueel blijft de duur van de drachtigheid niet gelijk, maar deze wisselt in de verschillende jaren. En zelfs het weer heeft onmiskenbaar invloed op de drachttijd. In een warme tijd zal hij altijd korter zijn dan in een langere periode van koude. Er bestaat echter wel een lichte, maar bepaalde tendens, dat grote worpen vergezeld gaan van korte drachttijden en dat kleine worpen van lange drachttijden komen. Eén ding weet men echter vrijwel zeker namelijk, dat alle jongen wor den geboren tussen 15 april en 25 mei. Alhoewel de nerts een zeer bloed dorstig diertje is, is zijn moeder- instinkt buitengewoon scherp ont wikkeld en zal het de jongen zeker aan geen zorgen ontbreken. Als ze ongeveer vier weken oud zijn, beginnen de jongen vast voed sel tot zich te nemen. Na 6 weken worden ze gespeend. Kleine worpen blijven dan nog enkele weken bij elkaar; worpen met meer dan vier jongen worden in tweeën gesplitst. Als de jongen 10 weken oud zijn, behoort ieder diertje in een afzon derlijke ren te zijn ondergebracht. Bij ruimtegebrek kan men de jon gen ook met twee in een ren plaat sen, liefst een reu met een teefje. Iedereen kan ze geslachtelijk op het eerste gezicht herkennen. A.H.. JACOBS (wordt vervolgd). HET IS EN BLIJFT EEN AVON TUUR CHRISTEN TE WILLEN ZIJN U staat toch zeker ook ingeschre ven in de Burgerlijke Stand als katholiek of protestant? En als u katholiek bent zult u graag willen, dat in uw overlijdens advertentie straks vermeld staat „voorzien van de Sacramenten der stervenden", of iets soortgelijks. Maar bent u daarmee over uzelf content en is voor u dat het maxi mum van een leven als christen? Het wil mij voor komen dat u als kind van deze tijd, dit toch weinig voldoende acht. Wij willen uit dit dorre schema uitbreken we willen christen zijn, in plaats van gewoon katholiek. De veranderde woordkeus duidt daar op. Nu kun je dat op verschillende manieren proberen te verwezen lijken, maar niet zonder gevaren: het wordt een avontuur. In de twaalfde eeuw probeerden dat een groot aantal groepen: het werden de ketterse Waldenzen. Frans van Assisië probeerde het ook; hij slaagde en werd een klin kende heilige. Luther probeerde een beter christen te zijn door naar een gezuiverde theologie te streven, hem volgden anderen als Calvijn, Zwin- gli enz. Zij kwamen tot de Reformatie en overschreden de gestelde grens lijnen. In vroegere tijden zuiver aan de kerkelijke practijken vasthouden was echter ook niet al te gemakke lijk, want er waren nogal wat mis bruiken en tegenpausen Neen, neen, als eenvoudig mens goed christen willen zijn, het was een avontuur met gevaarlijke kan ten. En vandaag is het naar mijn ge voel niet anders. Wat willen we? We willen losser zijn van de ban den, door de verplichte zondagsmis af te schaffen, we willen zelf over theologie meepraten, we willen b.v. de hele huwelijksmoraal eens gron dig op de helling zetten. Dieper heeft ons gegrepen de wens om het christelijk leven te zien en te er varen als een ontmoeting met Christus. Mijn God, wat een avontuur. Na tuurlijk op zoek gaan naar de Heer is prachtig heerlijk en gezond. Na tuurlijk wij zijn op weg, als pel grims Maar waar is Hij? Ergens is Christus voor ons zoek, speelt Hij met ons verstoppertje. Het is een feit, dat Hij ons laat zoeken en dan soms op een manier dat je er gek van wordt. De voor beelden zijn er. En tot overmaat van ramp heeft Christus dit zelf nog gewild. Want in het Evangelie van deze laatste zondag staat het toch maar zwart op wit, uit ge- inspireerde bron! n. „Als iemand tot u zegt hier is de Christus of daar is Hij, gelooft het niet". Dat is mij dunkt toch om de zoekende mens tot radeloosheid te brengen. Wie Christus wil ontmoe ten moet Hem zoeken. Maar juist dat zoeken blijft een avontuur. Ja, daarom draait het juist. Het simpel ingeschreven staan in het parochie-register of genoteerd staan bij het Bureau voor Statistiek; zelfs het stipt houden aan de „vijf gebo den der H. Kerk" is niet de „Ont moeting", die katholiek en pro testant, orthodox en anglikaan na streven. Neen, het is juist ons op stijgen boven deze minimum-tem peratuur dat ons in het avontuur gaat storten: het aanvaarden van lijden en ellende, het roekeloos op geven van allerlei attracties van 't leven en het riskeren van de bijna zekere verleiding, dat deze of gene straks zegt, dat Christus heel ergens anders is, ziedaar het avontuur. En dat avontuur bestaat onher roepelijk voor ieder, die meer dan een formalist-christen wil zijn, al zal de katholiek veiliger steun ont vangen, als hij zich door de Kerk bij de hand laat nemen. Doch dat zal nóch twijfels, nóch bekoringen voorkomen. Het avontuur blijft. oliehaard de fiaardolle met het hoogste rendement Esso) méér warmte mlncfer roet zuinig K. A. VAN ELSEN, PETROLEUMHANDEL PRINS HENDRIKSTRAAT IS, VENRAY - TEL. 04730-1834 Eerst ketting, motor en frame verzorgen! Vooral onder de categorie brom fietsers voor wie dit voertuig lou ter een bron van genoegen bete kent zullen er velen zijn die ge durende de wintermaanden hun voertuig op stal zetten. Het rijden in de regen of mist of op gladde wegen betekent aller minst en genoegen en in deze tijd van het jaar verkiezen Velen trein of bus boven de bromfiets. Wie echter zijn voertuig op stal zet, dient wel te bedenken dat er enkele voorzieningen moeten wor den getroffen, ten einde te voor komen dat de periode van stil stand een nadelige invloed op het mechanische gedeelte van onze trouwe tweewieler heeft. Het is daarom raadzaam de volgende re gels in acht te nemen. VOLSTA NIET MET EEN SPUITJE Om te beginnen moeten zowel de motor als het rijwiel uitwendig ge heel worden schoongemaakt, waar bij ook de ketting niet mag worden vergeten. Het reinigen van de ket ting vereist nogal wat zorg. Nadat deze is gedemonteerd en in VOOR EEN MODERN TELEVISIETOESTEL EN VAKKUNDIGE PLAATSING ZORGT: een bakje petroleum of benzine ge heel is schoongespoeld, dient ze met een speciaal kettingvet hetgeen door de verschillende oliemaat schappijen voor dit doel in de han del wordt gebracht te worden behandeld. Dit kettingvet wordt verwarmd, waarna de ketting er in wordt on dergedompeld. Zodra de olie goed tot alle schakels is doorgedrongen, kan de ketting nadat de schakels voorzichtig zijn afgewreven en de kettingwielen zijn schoongemaakt, weer worden gemonteerd. Deze methode van reiniging vraagt weliswaar meer tijd dan het eenvoudig opspuiten van een hoe veelheid olie op de ketting, doch de grootste slijtage-oorzaken, n.l. vuil en zand, worden met de laatste behandeling niet verwijderd, zodat bovenomschreven methode te ver kiezen is. Het rijwiel moet voorts geheel worden doorgesmeerd, waarbij spe ciale aandacht dient te worden ge schonken aan het veersysteem en ook de kabels voor de bediening van de remmen, gastoevoer e.d. niet mogen worden vergeten. DE MOTOR Vervolgens wordt de bougie-kabel losgemaakt en de bougie gedemon teerd, waarna met behulp van een oliespuitje 'n hoeveelheid motorolie door het bougiegat wordt ingespo ten. Door het met de hand draaien van het vliegwiel of van het achterwiel met ingeschakelde koppeling be weegt men nu de zuiger enige ma len op en neer, zodat de olie gele genheid heeft zich over de gehele oppervlakte van de cilinderwand te verspreiden en aldus een bescher mende laag te vormen. Na de behandeling, welke bij een langere periode van stilstand ca. éénmaal per 6 tot 8 weken dient te worden herhaald, kan de bougie weer los worden ingedraaid ter voorkoming van het indringen van stof en vuil in de motor. De benzinekraan dient te worden gesloten, waarna de carburateur moet worden gedemonteerd en in wendig geheel gereinigd. Indien de bromfiets niet langer dan slechts enkele maanden buiten gebruik wordt gesteld, kan men vol staan met het vullen van de tank met het normale benzine-oliemeng- sel. De tank dient geheel gevuld te zijn, terwijl de dop goed moet zijn afgesloten. LAK EN NIKKEL Het verdient aanbeveling het lak werk van het rijwiel van een laagje was te voorzien, waartoe een nor male autowas zoals die in elke ga rage te koop is, uitstekende dien sten kan bewijzen. Het chroom- en nikkelwerk kunt u beschermen door het aanbrengen van een laagje zuurvrije vaseline, terwijl ook een van de daartoe in de handel gebrachte plastic produk- ten eveneens in de garage verkrijg baar, kan worden gebruikt. Tenslotte wordt de bromfiets op een koele en niet te droge berg plaats opgeslagen en wel zo, dat de wielen vrij van de grond hangen, zodat de banden het gewicht van het rijwiel niet hoeven te dragen. Vanzelfsprekend mogen de weers omstandigheden geen invloed heb ben op deze bergplaats. Een dekkleed schermt het geheel af en aldus toegerust behoeft u zich geen zorgen te maken over de in vloed van deze rustperiode voor uw bromfiets. ,U maakt mij niks", zei de oude juffrouw terwijl het veertje op haar hoed woedend heen en weer bibber de. ,,'t Is allemaal vrij van prijs, en die man heeft het vrijwillig betaald. En zo is het, en niet anders". „Ik zou nog maar even wachten met dat niks-maken", adviseerde de officier. Maar de juffrouw ging al weer verder. „Toen u nog zo'n snotneus was meneer de rechter", wees ze er gens vlak bij de grond, „toen zat ik al op die stoelen. En toen u nog in uw broek deed", wees ze naar de of ficier. toen waren die stoelen al oud". „Het werd de rechter wat gortig, en hij maande de verdachten om stilte. Verdachten, in het meervoud, want het waren er twee. Maar de tweede zei niets. Dat was de man die 565 had be taald voor een dozijn stoelen, die nauwelijks vier gulden per stuk waard waren. „Zeg ook maar eens wat. Als je je niet verdedigt, hebben ze je je zo te pakken", ruide de juffrouw hem op. Maar de tweede verdachte zweeg wijselijk. En het verloop van de ge schiedenis leert dat hij er het beste af kwam. Het was een ingewikkeld geval. Die juffrouw had een stukje bouw terrein, en dat wilde ze voor 765 kwijt aan die andere verdachte. Die ander wilde het er grif voor betalen. Maar „Ho", riep de overheid. De grondkamer kwam er aan te pas, en die schatte de waarde van het ter- reintje op f 200. Duurder mocht het niet zijn. Nu werd daar over gepraat in het dorp, en toen hoorde die juffrouw dat de prijzen van tweedehands goederen vrij zijn. Ze had nog wat stoelen staan en die verkocht ze voor 565 aan de tweede verdachte. De grond kon hij toen voor 200 krijgen de stoelen haalde hij nooit op want je mag cadeau geven wat je wilt, en ze schreden voortaan door het dorp in de volle overtui ging, dat ze nu lekkertjes door de mazen van het net waren gekropen. De juffrouw, die 73 jaar was, sprong ondanks haar oude dag bijna over het verdachtenbankje toen ze hoorde dat ze toch veroor deeld zou worden. „Is dat nou een land", schreeuwde ze, „is dat nou een regering!" „Aan die regering stemt u ook mee", zei de rechter. Vijfhonderd gulden boete kreeg ze, zodat de winst naar „die" regering gaat. De tweede verdachte stond onder tussen zichzelf op te eten van de zenuwen. „Meneer", riep hij, „die vijfhon derd gulden van haar heb ik eigen lijk betaald, omdat ik die grond te duur heb. Als ik er nou ook nog vijfhonderd gulden boete bij krijg, dan is dat terrein duizend gulden te duur!" De officier hield daar rekening mee, toen hij honderd gulden eiste tegen de koper van de grond en die dure stoelen. De rechter dacht er heel anders over: ,De prijs is gevormd door de verkoopster, en niet 'door de kopei\ Deze verdachte kan alleen worden verooi'deeld als hem het opzettelijk medebewerken ten laste wordt ge legd!" Zodoende werd de koper vrijgesproken. „Wat blieft u?" vroeg de man, die er niets van begreep, terwijl hij een hand achter zijn oor hield om het beter te kunnen verstaan. „Vrijspraak", zei de rechter, „maar die straf had u eigenlijk wel ver diend". „Vrijspraak?" herhaalde hij ver heugd. Toen tikte hij het oude vrouwtje op de schouder: „Zie je wel, dat je hier niet zo veel moet smoezen!" Inenting tegen diptherie, kinkhoest en tetanus In de kerkdorpen Veulen, Yssel- steyn, Heide en Merselo, op dins dag 22 nov. 1960: om 2 u. n.m. in de lagere school te Veulen; om 2.20 u. n.m. in het gemeen schapshuis te Ysselsteyn; om 2.40 u. n.m. in de lagere school te Heide; om 3 u. n.m. in het jeugdhuis te Merselo. In de kerkdorpen Leunen, Cas- tenray, Oirlo en Oostrum, op 25 nov. 1960: om 2 u. n.m. in de lagere school te Leunen; om 2.20 uur n.m. in de lagere school te Castenray; om 2.40 u. n.m. in de lagere school te Oirlo; om 3 u. n.m. in 't gemeenschaps huis te Oostrum. Burgemeester en wethouders vnd., A.H.M. JANSSEN, burgemeester. H. VORST, secretaris. van 23 november 1935 Voor de afdeling kleinbedrijf van de Kamer van Koophandel werd o.m. candidaat gesteld de heer H. Verheugen, in de plaats van de heer A. de Haen, uit Venray, die hiervoor niet meer in aanmei'king wenste te komen. De eerste prijs der loterij van de landbouwtentoonstelling is nog niet afgehaald. De Congregatie der Zusters Ursulinen alhier, zal maandag 26 november a.s. haar 400-jarig be- staansfeest herdenken. Voor het doctoi*aal examen ge neeskunde slaagde te Leiden onze dorpsgenoot de heer J. Rutten.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1