ESSO PETROLEUM
In de nertsfokkerij kan men
zich 'n rijk bestaan opbouwen
Geestelijk artikel
Moet uw bromfiets
'n winterslaap doen
P MO OREN
Tel. 1070"
depolitierechter
Uit Peel en Maas
Zaterdag 19 november 1960 No. 47
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
la PEEL EN MAAS^l
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY WPRKRT A n vnnp VPNPAV PNF OMQTPPPPTM ADVERTENTIEPRIJS S «t per m.m. ABONNEMENTS-
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 15*6.52 LL#AUL/rtU V WWIV VL1U\A1 JErlV VJiflü X iVJUllLdll PRIJS PKR KWARTAAL f 1.4* (balies Yonrmy 1.6S)
III. Wij steken van wal.
Wanneer U nu, na het lezen der
voorgaande artikelen, alles terdege
hebt gewikt en gewogen, alle mo
gelijkheden goed hebt nagegaan, en
ten slotte tot de conclusie bent ge
komen, dat het wel net iets voor U
zou zijn om nertsen te gaan fokken,
dan kunnen we U niet genoeg zeg
gen en herhalen: Als U het doet,
doe het dan goed en wel goed van
het begin af aan.
U dient vooral klaar te beseffen,
dat de eerst aangeschafte fokdieren
de grondslag zullen vormen van
Uw toekomstig bedrijf. Laat U bij
het kopen van fokmateriaal vooral
niet aantrekken door de lagere aan
schaffingsprijs op een of andere
farm. Meestal verkrijgt U dan fok
dieren van een inferieure kwaliteit.
Want het is onmogelijk met een
slechte fokstapel te beginnen en
een hoge productie van prachtige
pelzen te hebben, hoe goed het voe
der ook mag zijn.
Hooggeprijsde pertspelzen komen
alleen van dieren, die 'n goede af
stamming hebben. Wie met het fok
ken van nertsen wil beginnen, moet
dus de beste fokdieren kopen, welke
hij kan verkrijgen, zelfs als dit be
tekent, dat hij met minder dieren
moet starten dan hij aanvankelijk
van plan was aan te schaffen".
Van de kwaliteit van de dieren,
waarmee men begint, hangt de ren
tabiliteit van een fokbedrijf in be
langrijke mate af. Of men nu goede
of slechte dieren verzorgt, het werk
en de onkosten blijven precies ge
lijk, terwijl goede pelzen gemakke
lijk de dubbele prijs en meer zullen
opbrengen van de slechtere kwali
teiten.
Anderzijds staat U hier voor het
volkomen onbekende. U kunt niet
eens een goed dier van een minder
waardig onderscheiden en het zal
ongeveer wel vier jaren duren,
voordat U de kwaliteit van een
nerts enigszins kunt beoordelen.
Meest alle fokkers verkopen graag
hun jonge dieren tegen goede prij
zen. De een zal U wijzen op de
grootte zijner dieren de andere zal
bluffen met 't grote aantal jongen,
nog een andere wijst U op de fijn
heid zijner pelzen, een laatste ver
koopt U fokdieren tegen voordelige
prijzen en ten slotte weet U niet
eens meer wat of hoe.
Om U enigszins een beeld te
geven hoe moeilijk het voor een
leek is om de kwaliteit van een
nertspels te bepalen zullen wij U
hier de punten opsommen waarop
bij de beoordeling dient te worden
gelet.
Op de eerste plaats moet een kwa
liteitsnerts een zeer dicht behaarde
pels hebben met een diepe en rijke
tint van de gewenste kleur en wel
niet alleen op de rug en de flanken,
maar eveneens aan de onderzijde
van het lichaam.
Grote dichtheid van de pels is een
van de voornaamste factoren in de
aankleding van de kwaliteitsnerts;
hoe groter de dichtheid, hoe beter
de nerts.
De kleur, zowel van de grannen
als van wolharen, .moet zer zui
ver zijn en wel vanaf de haarin-
planting tot aan de haartoppen. Als
b.v. over de wolharen een anders
gekleurde streep loopt of als de
kleur der haartoppen verkleurd of
verschoten is, is de pels minder
waardig.
De wolharen zijn lichter gekleurd
dan de grannen en iedere mutatie
nerts heeft weer zijn eigen typische
kleur wolharen, welke een duidelijk
en aangenaam contrast met de
grannen moeten vormen. Deze com
binatie geeft karakter aan een
nertspels.
Vervolgens moeten de grannen
gelijkmatig over de gehele pels zijn
verdeeld en overvloedig genoeg zijn
om een goede bedekking of sluier
van de wolharen te geven; deze
laatsten moeten op hun beurt weer
zo dicht zijn, dat ze de grannen zo
veel ondersteuning geven, dat deze,
als de winterpels op zijn mooist is,
rechtop blijven staan. De wolharen
dienen een zo groot mogelijke diep
te te bezitten, dus zo lang mogelijk
te zijn. De lengte der grannen in
een bepaalde relatieve verhouding
staan tot de lengte der wolharen.
Dit noemt men in vakkringen de
„nap" van de nertspels. De ideale
nerts van heden moet een tamelijk
korte „nap" bezitten, met de gran
nen ongeveer 1/4 tot 1/3 langer dan
de wolharen. Dit geeft de pels een
pluche-achtig aanzien.
Nertspelzen met een lange „nap"
maken een ruige indruk hun ont
breekt de elasticiteit, welke de pels
met een kortere „nap" wel bezit en
ze zien er ook niet pluche-rachtig
uit.
Verder moet een goede glans
schittering en leven aan de nerts
pels geven en door een reflexwer
king de r wolharen dient er over
king der wolharen dient er over
schijn te zweven.
Tenslotte moet de structuur der
grannen zijdeachtig zijn, hetwelk
een der voornaamste aantrekkelijk
heden van een fijne nertspels is.
Uit het vorenstaande zal U wel
gebleken zijn, dat het voor U als
beginnend nertsfokker onmogelijk
is Uw foknertsen naar hun kwali
teit te beoordelen. Dit leert men
eerst langzamerhand.
Voor beginnende nertsfokkers is
het kopen van fokdieren dan ook 'n
zaak van vertrouwen. Wendt U der
halve steeds tot een bonafide nerts
fokkerij die wat de kwaliteit der
dieren betreft, een zeer goede naam
heeft.
Een dezer fokkerijen is de „Mink-
farm Lutetia", Dorpstraat 10, te
Neerkant (Gem. Deurae).
De nertsen van deze fokkerij
stammen voor 100 procent af van
de beste nertsfokkerijen ter wereld
en men heeft er een zeer ruime
keuze uit ruim 2000 dieren. Alleen
reeds in 1956 importeerde deze fok
kerij voor een bedrag van 40.000
aan nieuwe fokdieren uit Noord-
Amerika.
De nertsfokker, waarbij U Uw
fokdieren koopt zal U natuurlijk
ook een voederchema geven en een
bouwtekening voor de hokken en
loodsen. Het is geraden dit
voederschema zo stipt mo
gelijk op te volgen. Elk ingrediënt,
waaruit het is samengesteld, heeft
zijn reden van bestaan.
Het voederen der dieren geschiedt
gedurende de wintermaanden en 't
voorjaar slechts éémaal daags. Van
af begin juni, als de jonge dieren
beginnen mee te eten, wordt tot de
cember tweemaal per dag gevoe
derd.
Iets, dat bijzondere aandacht
vergt, is, dat de nertsen steeds fris
drinkwater hebben. Dit is van groot
belang, ook voor de groei der jonge
dieren. Daarom is het noodzakelijk,
dat de nertsen 's winters tweemaal
per dag van vers drinkwater wor
den voorzien; in de zomermaanden
geeft men drie- tot viermaal per
dag vers water.
TIJDSTIP OM TE BEGINNEN
Foknertsen worden steeds in het
najaar verkocht.
Begin december is de winterpels
van de nerts het mooist en dan
worden de dieren gepelsd.
Na het pelzen, dus omstreeks
Kerstmis, zijn op een nertsfokkerij
enkel nog de eigen fokdieren voor
handen en kan men er geen meer
kopen. Gewoonlijk worden fokdie
ren in de maanden October en no
vember besteld.
Ze kunnen echter eerst wordne
afgeleverd nadat de kwaliteit be
oordeeld is kunnen worden en dit
kan slechts als de winterpels zijn
volle bloei heeft bereikt, dus om
streeks begin december.
Een kwartet (1 reu en 3 teefjes)
foknertsen van goede kwaliteit zul
len U ongeveer 850 kosten. Voeg
hierbij de kosten van hokken, lood
sen en materialen, dan ziet U, dat
U reeds dadelijk een heel bedrag
dient te investeren.
De start met slechts één enkel
kwartet levert echter steeds 't ge
vaar op, dat juist de door U ge
kochte reu niet goed paart. Het ligt
dus voor de hand, dat een start met
minstens twee kwartetten uiterst
voorzichtig is.
VERZORGING DER DIEREN
Daar het voeder van de nerts
snel aan bederf onderhevig is, wordt
alles, wat niet opgegeten is, een
maal per dag uit de voederbakjes
verwijderd.
Vuil geworden drinkbakjes wor
den steeds terstond gereinigd, wan
neer men ze opmerkt als men de
dieren water geeft.
Daar de rennen een gazen bodem
hebben, vallen bijna alle uitwerp
selen door het gaas heen op de
grond en wordt er slechts een en
kele ren vuil. Eenmaal per week
worden deze gerinigd en al het
mest onder de rennen verwijderd.
Bij de nieuwste modellen bestaan
ook de bodems der nesthokjes uit
hetzelfde gaas, waaruit de rennen
zijn vervaardigd, en worden dus
slechts zeer zelden vuil.
In de zomermaanden worden deze
eenmaal per week nagezien.
Tijdens het koudere jaargetijde
en zolang de jongen nog heel klein
zijn, voorziet men de nesthokjes
van een laag hooi. Dit om de dieren
een warmer nest te bezorgen. Van
te voren wordt dan een juist pas
sende schuif onder de gaasbodem
der nesthokjes geschoven. Deze
voorkomt, dat het hooi door het
gaas heen valt en zorgt er tevens
voor, dat het nesthokje warmer is.
Zodra men de eerste jongen kan
verwachten, legt men bovendien
nog een juist passend plankje op de
gaasbodem van het nesthokje. Dit
moet er voor zorgen, dat de jongen,
die slechts zo groot zijn als een ci-
garet, niet door de gaasbodem val
len, en dan voor de moeder onbe
reikbaar worden. Zolang er hooi in
de nesthokjes aanwezig is, worden
ze tweemaal per week nagezien.
De paartijd van de nerts valt
steeds van begin maart tot begin
april. Daar er steeds een paar da
gen verlopen voordat de bronst in
het begin van maart goed op gang
komt, mag men omstreeks 7 maart
met het verparen der teefjes begin
nen.
In de paartijd worden de teefjes
driemaal bronstig. Iedere bronst
duurt ongeveer 3 dagen en tussen
elke bronst ligt een tijd van 8-10
dagen. In 't begin van de paartijd
zijn tamelijk veel paringen on
vruchtbaar of hebben slechts een
klein aantal jongen tot gevolg.
Daarom worden alle teefjes, welke
vóór 16 maart reeds eenmaal ver-
paard werden, in een volgende
bronst nog eenmaal verpaard.
Ook probeert men na elke paring
het betreffende teefje de volgende
dag met dezelfde reu nog eens te
laten paren. Ook hierdoor verkrijgt
men meer jongen.
Omstreeks de paartijd zijn de
nertsen meer opgewonden dan an
ders, ze lopen veel op en neer, klau
teren tegen het gaas omhoog en kij
ken naar de andere dieren, maar
eigenlijke kentekenen van de
bronsttijd zijn vaak in het geheel
niet waar te nemen. Daar de teefjes
zich slechts laten paren als ze wer
kelijk in bronst zijn, is dit voor een
beginnend nertsfokker de enigste
aanwijzing.
In het begin van de paartijd komt
het er op aan zo snel mogelijk alle
teefjes te onderzoeken of ze gereed
zijn om te paren. Men brengt ze
daartoe bij de reuen. Paart een teef
je, dan is het in bronst. Paart een
teefje de eerste dag niet, dan dient
het om de andere dag te worden
geprobeerd tot het wel paart.
D fokker slaat, enkele schreden
van de ren vandaan, alle voorval'
len gade en maakt van al het be
langrijke korte aantekeningen.
Nooit mag men de dieren, als ze
bij elkaar zijn, zonder toezicht la
ten, daar men anders niet weet of er
een goede paring heeft plaats gehad
en ook, omdat sommige reuen venij
nig aanvallen zodra de paring is af
gelopen en dan het teefje kunnen
doden.
De drachttijd van de nerts onder
scheidt zich van die van de
meeste andere dieren door zijn on
regelmatigheid en het is daarom
niet mogelijk een vaste regel te ge
ven ten aanzien van de werptijd,
De duur van de drachtigheid ligt
ergens tussen 39 en 76 dagen;
meestal is het ongeveer 50 dagen.
Ook van de teefjes individueel
blijft de duur van de drachtigheid
niet gelijk, maar deze wisselt in de
verschillende jaren. En zelfs het
weer heeft onmiskenbaar invloed
op de drachttijd. In een warme tijd
zal hij altijd korter zijn dan in een
langere periode van koude.
Er bestaat echter wel een lichte,
maar bepaalde tendens, dat grote
worpen vergezeld gaan van korte
drachttijden en dat kleine worpen
van lange drachttijden komen.
Eén ding weet men echter vrijwel
zeker namelijk, dat alle jongen wor
den geboren tussen 15 april en 25
mei.
Alhoewel de nerts een zeer bloed
dorstig diertje is, is zijn moeder-
instinkt buitengewoon scherp ont
wikkeld en zal het de jongen zeker
aan geen zorgen ontbreken.
Als ze ongeveer vier weken oud
zijn, beginnen de jongen vast voed
sel tot zich te nemen.
Na 6 weken worden ze gespeend.
Kleine worpen blijven dan nog
enkele weken bij elkaar; worpen
met meer dan vier jongen worden
in tweeën gesplitst.
Als de jongen 10 weken oud zijn,
behoort ieder diertje in een afzon
derlijke ren te zijn ondergebracht.
Bij ruimtegebrek kan men de jon
gen ook met twee in een ren plaat
sen, liefst een reu met een teefje.
Iedereen kan ze geslachtelijk op het
eerste gezicht herkennen.
A.H.. JACOBS
(wordt vervolgd).
HET IS EN BLIJFT EEN AVON
TUUR CHRISTEN TE WILLEN
ZIJN
U staat toch zeker ook ingeschre
ven in de Burgerlijke Stand als
katholiek of protestant?
En als u katholiek bent zult u
graag willen, dat in uw overlijdens
advertentie straks vermeld staat
„voorzien van de Sacramenten der
stervenden", of iets soortgelijks.
Maar bent u daarmee over uzelf
content en is voor u dat het maxi
mum van een leven als christen?
Het wil mij voor komen dat u als
kind van deze tijd, dit toch weinig
voldoende acht.
Wij willen uit dit dorre schema
uitbreken we willen christen zijn,
in plaats van gewoon katholiek. De
veranderde woordkeus duidt daar
op. Nu kun je dat op verschillende
manieren proberen te verwezen
lijken, maar niet zonder gevaren:
het wordt een avontuur.
In de twaalfde eeuw probeerden
dat een groot aantal groepen: het
werden de ketterse Waldenzen.
Frans van Assisië probeerde het
ook; hij slaagde en werd een klin
kende heilige. Luther probeerde een
beter christen te zijn door naar een
gezuiverde theologie te streven, hem
volgden anderen als Calvijn, Zwin-
gli enz.
Zij kwamen tot de Reformatie en
overschreden de gestelde grens
lijnen.
In vroegere tijden zuiver aan de
kerkelijke practijken vasthouden
was echter ook niet al te gemakke
lijk, want er waren nogal wat mis
bruiken en tegenpausen
Neen, neen, als eenvoudig mens
goed christen willen zijn, het was
een avontuur met gevaarlijke kan
ten.
En vandaag is het naar mijn ge
voel niet anders. Wat willen we?
We willen losser zijn van de ban
den, door de verplichte zondagsmis
af te schaffen, we willen zelf over
theologie meepraten, we willen b.v.
de hele huwelijksmoraal eens gron
dig op de helling zetten. Dieper
heeft ons gegrepen de wens om het
christelijk leven te zien en te er
varen als een ontmoeting met
Christus.
Mijn God, wat een avontuur. Na
tuurlijk op zoek gaan naar de Heer
is prachtig heerlijk en gezond. Na
tuurlijk wij zijn op weg, als pel
grims Maar waar is Hij?
Ergens is Christus voor ons zoek,
speelt Hij met ons verstoppertje.
Het is een feit, dat Hij ons laat
zoeken en dan soms op een manier
dat je er gek van wordt. De voor
beelden zijn er. En tot overmaat
van ramp heeft Christus dit zelf
nog gewild. Want in het Evangelie
van deze laatste zondag staat het
toch maar zwart op wit, uit ge-
inspireerde bron! n.
„Als iemand tot u zegt hier is de
Christus of daar is Hij, gelooft het
niet". Dat is mij dunkt toch om de
zoekende mens tot radeloosheid te
brengen. Wie Christus wil ontmoe
ten moet Hem zoeken. Maar juist
dat zoeken blijft een avontuur.
Ja, daarom draait het juist. Het
simpel ingeschreven staan in het
parochie-register of genoteerd staan
bij het Bureau voor Statistiek; zelfs
het stipt houden aan de „vijf gebo
den der H. Kerk" is niet de „Ont
moeting", die katholiek en pro
testant, orthodox en anglikaan na
streven. Neen, het is juist ons op
stijgen boven deze minimum-tem
peratuur dat ons in het avontuur
gaat storten: het aanvaarden van
lijden en ellende, het roekeloos op
geven van allerlei attracties van 't
leven en het riskeren van de bijna
zekere verleiding, dat deze of gene
straks zegt, dat Christus heel ergens
anders is, ziedaar het avontuur.
En dat avontuur bestaat onher
roepelijk voor ieder, die meer dan
een formalist-christen wil zijn, al
zal de katholiek veiliger steun ont
vangen, als hij zich door de Kerk
bij de hand laat nemen. Doch dat
zal nóch twijfels, nóch bekoringen
voorkomen.
Het avontuur blijft.
oliehaard
de fiaardolle met het hoogste rendement
Esso)
méér warmte
mlncfer roet
zuinig
K. A. VAN ELSEN,
PETROLEUMHANDEL
PRINS HENDRIKSTRAAT IS,
VENRAY - TEL. 04730-1834
Eerst ketting, motor en frame
verzorgen!
Vooral onder de categorie brom
fietsers voor wie dit voertuig lou
ter een bron van genoegen bete
kent zullen er velen zijn die ge
durende de wintermaanden hun
voertuig op stal zetten.
Het rijden in de regen of mist of
op gladde wegen betekent aller
minst en genoegen en in deze tijd
van het jaar verkiezen Velen
trein of bus boven de bromfiets.
Wie echter zijn voertuig op stal
zet, dient wel te bedenken dat er
enkele voorzieningen moeten wor
den getroffen, ten einde te voor
komen dat de periode van stil
stand een nadelige invloed op het
mechanische gedeelte van onze
trouwe tweewieler heeft. Het is
daarom raadzaam de volgende re
gels in acht te nemen.
VOLSTA NIET MET EEN
SPUITJE
Om te beginnen moeten zowel de
motor als het rijwiel uitwendig ge
heel worden schoongemaakt, waar
bij ook de ketting niet mag worden
vergeten. Het reinigen van de ket
ting vereist nogal wat zorg.
Nadat deze is gedemonteerd en in
VOOR EEN MODERN
TELEVISIETOESTEL
EN VAKKUNDIGE
PLAATSING ZORGT:
een bakje petroleum of benzine ge
heel is schoongespoeld, dient ze met
een speciaal kettingvet hetgeen
door de verschillende oliemaat
schappijen voor dit doel in de han
del wordt gebracht te worden
behandeld.
Dit kettingvet wordt verwarmd,
waarna de ketting er in wordt on
dergedompeld. Zodra de olie goed
tot alle schakels is doorgedrongen,
kan de ketting nadat de schakels
voorzichtig zijn afgewreven en de
kettingwielen zijn schoongemaakt,
weer worden gemonteerd.
Deze methode van reiniging
vraagt weliswaar meer tijd dan het
eenvoudig opspuiten van een hoe
veelheid olie op de ketting, doch
de grootste slijtage-oorzaken, n.l.
vuil en zand, worden met de laatste
behandeling niet verwijderd, zodat
bovenomschreven methode te ver
kiezen is.
Het rijwiel moet voorts geheel
worden doorgesmeerd, waarbij spe
ciale aandacht dient te worden ge
schonken aan het veersysteem en
ook de kabels voor de bediening
van de remmen, gastoevoer e.d. niet
mogen worden vergeten.
DE MOTOR
Vervolgens wordt de bougie-kabel
losgemaakt en de bougie gedemon
teerd, waarna met behulp van een
oliespuitje 'n hoeveelheid motorolie
door het bougiegat wordt ingespo
ten.
Door het met de hand draaien van
het vliegwiel of van het achterwiel
met ingeschakelde koppeling be
weegt men nu de zuiger enige ma
len op en neer, zodat de olie gele
genheid heeft zich over de gehele
oppervlakte van de cilinderwand te
verspreiden en aldus een bescher
mende laag te vormen.
Na de behandeling, welke bij een
langere periode van stilstand ca.
éénmaal per 6 tot 8 weken dient te
worden herhaald, kan de bougie
weer los worden ingedraaid ter
voorkoming van het indringen van
stof en vuil in de motor.
De benzinekraan dient te worden
gesloten, waarna de carburateur
moet worden gedemonteerd en in
wendig geheel gereinigd.
Indien de bromfiets niet langer
dan slechts enkele maanden buiten
gebruik wordt gesteld, kan men vol
staan met het vullen van de tank
met het normale benzine-oliemeng-
sel. De tank dient geheel gevuld te
zijn, terwijl de dop goed moet zijn
afgesloten.
LAK EN NIKKEL
Het verdient aanbeveling het lak
werk van het rijwiel van een laagje
was te voorzien, waartoe een nor
male autowas zoals die in elke ga
rage te koop is, uitstekende dien
sten kan bewijzen.
Het chroom- en nikkelwerk kunt
u beschermen door het aanbrengen
van een laagje zuurvrije vaseline,
terwijl ook een van de daartoe in
de handel gebrachte plastic produk-
ten eveneens in de garage verkrijg
baar, kan worden gebruikt.
Tenslotte wordt de bromfiets op
een koele en niet te droge berg
plaats opgeslagen en wel zo, dat de
wielen vrij van de grond hangen,
zodat de banden het gewicht van
het rijwiel niet hoeven te dragen.
Vanzelfsprekend mogen de weers
omstandigheden geen invloed heb
ben op deze bergplaats.
Een dekkleed schermt het geheel
af en aldus toegerust behoeft u zich
geen zorgen te maken over de in
vloed van deze rustperiode voor uw
bromfiets.
,U maakt mij niks", zei de oude
juffrouw terwijl het veertje op haar
hoed woedend heen en weer bibber
de. ,,'t Is allemaal vrij van prijs, en
die man heeft het vrijwillig betaald.
En zo is het, en niet anders".
„Ik zou nog maar even wachten
met dat niks-maken", adviseerde de
officier.
Maar de juffrouw ging al weer
verder. „Toen u nog zo'n snotneus
was meneer de rechter", wees ze er
gens vlak bij de grond, „toen zat ik
al op die stoelen. En toen u nog in
uw broek deed", wees ze naar de of
ficier. toen waren die stoelen al
oud".
„Het werd de rechter wat gortig,
en hij maande de verdachten om
stilte. Verdachten, in het meervoud,
want het waren er twee. Maar de
tweede zei niets.
Dat was de man die 565 had be
taald voor een dozijn stoelen, die
nauwelijks vier gulden per stuk
waard waren.
„Zeg ook maar eens wat. Als je
je niet verdedigt, hebben ze je je zo
te pakken", ruide de juffrouw hem
op. Maar de tweede verdachte zweeg
wijselijk. En het verloop van de ge
schiedenis leert dat hij er het beste
af kwam.
Het was een ingewikkeld geval.
Die juffrouw had een stukje bouw
terrein, en dat wilde ze voor 765
kwijt aan die andere verdachte. Die
ander wilde het er grif voor betalen.
Maar „Ho", riep de overheid. De
grondkamer kwam er aan te pas, en
die schatte de waarde van het ter-
reintje op f 200. Duurder mocht
het niet zijn.
Nu werd daar over gepraat in het
dorp, en toen hoorde die juffrouw
dat de prijzen van tweedehands
goederen vrij zijn. Ze had nog wat
stoelen staan en die verkocht ze
voor 565 aan de tweede verdachte.
De grond kon hij toen voor 200
krijgen de stoelen haalde hij nooit
op want je mag cadeau geven wat
je wilt, en ze schreden voortaan
door het dorp in de volle overtui
ging, dat ze nu lekkertjes door de
mazen van het net waren gekropen.
De juffrouw, die 73 jaar was,
sprong ondanks haar oude dag
bijna over het verdachtenbankje
toen ze hoorde dat ze toch veroor
deeld zou worden. „Is dat nou een
land", schreeuwde ze, „is dat nou
een regering!"
„Aan die regering stemt u ook mee",
zei de rechter. Vijfhonderd gulden
boete kreeg ze, zodat de winst naar
„die" regering gaat.
De tweede verdachte stond onder
tussen zichzelf op te eten van de
zenuwen.
„Meneer", riep hij, „die vijfhon
derd gulden van haar heb ik eigen
lijk betaald, omdat ik die grond te
duur heb. Als ik er nou ook nog
vijfhonderd gulden boete bij krijg,
dan is dat terrein duizend gulden te
duur!"
De officier hield daar rekening
mee, toen hij honderd gulden eiste
tegen de koper van de grond en
die dure stoelen.
De rechter dacht er heel anders
over: ,De prijs is gevormd door de
verkoopster, en niet 'door de kopei\
Deze verdachte kan alleen worden
verooi'deeld als hem het opzettelijk
medebewerken ten laste wordt ge
legd!" Zodoende werd de koper
vrijgesproken.
„Wat blieft u?" vroeg de man, die
er niets van begreep, terwijl hij een
hand achter zijn oor hield om het
beter te kunnen verstaan.
„Vrijspraak", zei de rechter, „maar
die straf had u eigenlijk wel ver
diend".
„Vrijspraak?" herhaalde hij ver
heugd. Toen tikte hij het oude
vrouwtje op de schouder: „Zie je
wel, dat je hier niet zo veel moet
smoezen!"
Inenting tegen diptherie,
kinkhoest en tetanus
In de kerkdorpen Veulen, Yssel-
steyn, Heide en Merselo, op dins
dag 22 nov. 1960:
om 2 u. n.m. in de lagere school
te Veulen;
om 2.20 u. n.m. in het gemeen
schapshuis te Ysselsteyn;
om 2.40 u. n.m. in de lagere school
te Heide;
om 3 u. n.m. in het jeugdhuis te
Merselo.
In de kerkdorpen Leunen, Cas-
tenray, Oirlo en Oostrum, op 25
nov. 1960:
om 2 u. n.m. in de lagere school
te Leunen;
om 2.20 uur n.m. in de lagere
school te Castenray;
om 2.40 u. n.m. in de lagere school
te Oirlo;
om 3 u. n.m. in 't gemeenschaps
huis te Oostrum.
Burgemeester en wethouders vnd.,
A.H.M. JANSSEN, burgemeester.
H. VORST, secretaris.
van 23 november 1935
Voor de afdeling kleinbedrijf
van de Kamer van Koophandel
werd o.m. candidaat gesteld de heer
H. Verheugen, in de plaats van de
heer A. de Haen, uit Venray, die
hiervoor niet meer in aanmei'king
wenste te komen.
De eerste prijs der loterij van
de landbouwtentoonstelling is nog
niet afgehaald.
De Congregatie der Zusters
Ursulinen alhier, zal maandag 26
november a.s. haar 400-jarig be-
staansfeest herdenken.
Voor het doctoi*aal examen ge
neeskunde slaagde te Leiden onze
dorpsgenoot de heer J. Rutten.