Particuliere bouwerij wordt bevorderd. Geestelijk artikel Er is nog steeds 'n nauw verband tussen traditie, folklore en geloof ^4 ESSO PETROLEUM depolitierechter Het zetten van een handtekening...! Zaterdag 12 november 1960 No. 46 EEN EN TACHTIGSTE JAABGANG PEEL EN MAAS druk en uitgave van den munckhof n.v. venrat wffkri ah vnnp vfwray fn hm^trf^fn advertentieprijs ct. per t grotestraat 28 postbus 1 tel. 1512 giro 1586.52 ciüadlthu v uw1\ v iv-m. 1 uivio 1 adivc1» prijs per kwartaal 1.48 ro.ro - ABONNEMENT S- (bullen Venray 1.68) VRAAGGESPREK MET WETHOUDER SCHOLS. Een vraaggesprek met de Wet houder van Sociale Zaken de heer Schols, bevestigde de indruk, dat inzake de woningbouw een andere koers in onze gemeente wordt ge varen.... Trouwens dit moet ook wel. Woningbouw heeft veel met hel gemeentelijk"wönïngbeleid te doer, en zo leek ons Wethouder Schols de deskundige, die ons over deze ma terie nadere toelichting zou willen geven. Woningbeleid is wel een van de moeilijkste enondankbaarste taken, die een wethouder op zich kan nemen. Want waar niets is verliest zefs de keizer zijn recht en waar geen woningen zijn, kan mer. er geen geven. Dat het geen sinecure is iedere week opnieuw de klachten en moei lijkheden aan te horen van nog zc talloze vele woningzoekenden heeft de voorganger van de heer Schols wijlen wethouder van Boven meei dan eens in raadsvergaderingen doen horen. En ook wethouder Schols kan al leen maar onderstrepen, dat dit on derdeel van zijn taken een der zwaarste is, dat hij heeft leren kennen. 10 JAREN: 300 WONING ZOEKENDEN „Nog steeds", aldus Wethouder Schols, „heeft Venray meer dan 300 woningzoekenden". Een aantal, dat de laatste 10 jaren niet noemens waardig teruggegaan is. Dit, on danks het feit, dat sinds de bevrij ding door de gemeente 564 wonin gen zijn gebouwd (inclusief de noodwoningen), door de woning bouwverenigingen 291 woningen en door particulieren meer dan 150 woningen. De conclusie is die hieruit te trek ken valt, heel eenvoudig: Er moet meer gebouwd worden. Nu het zo is, dat de woningtoewijzing aan de gemeente i.v.m. allerlei ryks- maatregelen ook al door finan ciële omstandigheden, beslist niet groter zal worden dan in het ver leden, komt het er op aan, dat van particuliere zyde meer ge bouwd zal moeten worden. Een groot deel van de woningzoe kenden zal moeten proberen zelf een woning te bouwen of te ko pen. Een deel van hen, die thans in huurwoningen wonen en finan cieel in staat zijn om zelf te bou wen, moeten dit gaan doen. Dan komen die huurwoningen vrij voor mensen, die om wat voor reden ook onmogelijk zelf bou wen kunnen EIGEN BOUW Nu ls dat allemaal gauwer ge zegd dan gedaan, maar de noodzaak dringt. En waar in het verleden ge bleken is, dat er zo te weinigen ge holpen kunnen worden is men .van gemeentewege bewust eigenbouw gaan propageren en helpen. Wie het bouwprogramma 1960 in onze gemeente ziet, die merkt toch, dat in deze richting inderdaad ge werkt is en wordt. Door de gemeente worden aller eerst de 48 woningwetwoningen ge bouwd, die haar van rijkswege zijn toegewezen. Bovendien nog de 39 z.g. industriewoningen, die Venray extra heeft gekregen op grond van het feit, dat hier de industrie extra geholpen wordt. Van deze 87 woningen in totaal, zijn voor 70 stuks de vergunningen al binnen. Hiervan worden er 58 in Zuid gebouwd. 8 in Oostrum en 4 in Leunen. Zo gauw de vergunning binnen is voor de overige 17, zullen hiervan nog 4 in Oostrum worden gebouwd, 2 in Leunen en 11 in Zuid Is dit het gemeentelijk aandeel, in de particuliere sector is ook het een en ander te doen. Zo bouwt de N.V. Jansson uit Arnhem voor haar arbeiders in de nieuwe fabriekshallen alhier, in Zuid nu 28 woningen. Bekend is ook, dat het make laarskantoor Seelen in Zuid grond heeft aangekocht voor 24 woningen. Bovendien bouwt het aanne mingsbedrijf N.V. Gebr. Janssen 26 woningen voor doorverkoop en heeft Huize Servatius plannen om er 8 ook in diezelfde buurt te zet ten. Bovendien hebben 4 particu lieren in datzelfde Zuid nog grond gekocht, zodat in de particuliere sector 90 woningen worden ge bouwd. Voor I960 wint dus de particu liere sector het van de gemeente- bouw. Dit is voor het eerst na de oorlog, dat in een jaar in de gemeente Venray meer woningen in de par ticuliere sector worden gebouwd dan van gemeentewege. 1961 Wat 1961 betreft kan de gemeen te waarschijnlijk weer rekenen op een woningwet-toewijzing van on geveer 50 stuks. Reeds nu al blijkt, dat in dat jaar de particuliere bouw verre die van de gemente zal overtreffen, niet het minst omdat b.v. in de kringen der .ndustriëlen ernstig gestreefd wordt jm te komen tot z.g. eigenbouw /oor de bij hen werkende arbei- lers, waarvan in Venlo en elders :eeds voorbeelden te vinden zijn. Ook bouw- en andere onderne mingen hebben zich gemeld of blij den ernstige liefhebbers te zijn... Men moet niet vergeten, aldus Wethouder Schols, dat de nieuwe .andelijke spaarregeling, die op sta- oel staat, het voor velen aantrek kelijk zal maken een eigen huis te jouwen of te kopen. Men krijgt dan immers extra premies, die even- .uele hogere kosten aanmerkelijk verminderen. De steeds stijgende huren vormen ,n tegenstelling tot vroeger, nu ook 2en prikkel te meer, om eigen bezit „e verwerven. Natuurlijk eist een en ander een goede instelling en dienen de finan ciële consequenties terdege overwo,- gen te worden, maar zeker is, dat thans nog te velen een huurwoning betrekken, voor wie het goed moge lijk was zelf een woning te kopen of te bouwen. Het is daarom een bewuste poli tiek betrouwbare bouwondernemin gen de mogelijkheid te geven wo ningen te bouwen, die dan doorver kocht kunnen worden. Deze manier van eigenbouw voor komt, dat men als „eenling" ver drinkt in de papieren en formulie ren, die nu eenmaal nodig zijn. Anderzijds is er 'n zekere uniforme regeling in de bouw, die alleen maar kostenbesparend kan werken. Maar daarnaast zal ook de toekomst van gemeentewge alles gedaan worden om voor de eenling eigenbouw daadwerkelijk te maken, hem te helpen en te steunen waar zulks maar kan. GOEDE VOORLICHTING Men zal waar mogelijk eigen bouw propageren, hierover voor lichting geven zonder ook de finan ciële consequenties te verdoezelen, kortom men zal alles in het werk stellen, dat deze vorm van bezit meer dan in het verleden die aan dacht zal krijgen, die het van de zijde van het publiek zo zeer ver diend. WIJ DENKEN ANDERS DAN ONZE OUDERS Heel ons katholieke '.denken en doen is in beweging gekomen. Wat daarvan de oorzaken zijn zullen we buiten beschouwing la ten en ons beperken tot twee we zenlijke veranderingen: wij willen ons katholiek levensideaal op een meer bijbelse leest schoeien dan voorheen en niet op normen van dood-zonde en dagelijkse zonde. Een tweede kenmerk van onze verandering is een nieuwe houding ten aanzien van de niet-christenen. De tijd ligt nog niet zo heel ver achter ons, dat wij meenden, dat slechts enkele protestanten in de hemel konden komen. De reden was, dat wij maar van enkelen konden aannemen, datzij te goeder trouw dwaalden ,maar van allen zeker wisten, dat zij niet de genademiddelen der Kerk hebben, welke zoals de catechismus leert, noodzakelijk zijn ter zaligheid. Vooral ten aanzien van het laatste hebben wij onze opvattingen al grondig gewijzigd: wij zijn niet meer zo zeker over de mate van noodzakelijkheid van somige sacra menten. En ten aanzien van de goede trouw beginnen we ook heel wat royaler te worden. Als we alleen reeds het verschij nen nemen van een boek als „Ge tuigenis van de Reformatie", ge schreven door de katholiek gewor den Dr. W. van der Pol, die thans het protestantisme doceert aan de Katholieke Universiteit. Dit boek laat iedere katholiek zien hoe diep een protestant hechl aan Jezus Christus, aan zijn Ver lossing en aan het Heil. Dit bij Ro men verschenen boek moet nof veel verder de ogen openen van de katholieken, die op de protestanten zouden neerzien. Maar er is nog veel meer. Er is het contact met de andersdenken den via het Vatikaan, via de voor bereidende commissie van de Twee de Kerkvergadering. Er is het bezoek van Ds Nie- paar jaar geleden. Er is het komende bezoek van dc moelier aan de Paus, nu al weer en Anglikaanse primaat Dr Fisher. Er zijn de te verwachten ontmoe- tinge met Orthodoxe Kerken. Kortom de katholieke werelc' gaat open ten aanzien van pro- In de october-aflevering van „De Donk", het bekende Limburg se maandblad, staat een artikel van dr. H. Litjens over geloof en leven in de Kerk. Hierin wordt een beknopt overzicht gegeven van een opinie-onderzoek naar het godsdienstig leven onder de katholieken in Limburg, dat door de psycholoog drs J. Huyts in opdracht van Mgr. Hanssen z.g. werd ingesteld. De resultaten van dit onderzoek zijn onlangs in druk verschenen bij Paul Brand te Hilversum. Zeer velen, wier opinie door Huyts zyn boek werd opgetekend, zyn van mening, dat de toenemende onkerksheid in Limburg voor een groot deel te wyten is aan de uitholling van de „sociale controle" wordt verstaan een samenstel van factoren, zoals de gebondenheid aan traditionele leefgewoonten, de rem mende en vormende invloed van het milieu, waarin men van kind af aan heeft geleefd, en de afkeer om op te vallen door zich anders te gedragen dan de mensen, te midden waarvan men da- gel yks verkeert. Een geloofsleven, dat geen zelf- verworven en doorleefd bezit is, maar veeleer een sleur, heeft wei nig weerstandskracht. Het is een vaak besproken verschijnsel, dat Limburgers en Brabanders, zodra zij niet meer zijn ingekapseld dooi de zeden en gewoonten van de ka- tnoiieke omgeving, waaruit zij voortkomen, en zien in met-katho- neke milieux elders hebben geves tigd .geruisloos veel meer uit ge- makzuent en onverschilligheid dan uit onwil van hun geioof afval len. En naarmate de sociale tradi tie ook in Limburg zelf aan beteke nis inboet, wordt het hier eveneens velen, wier geloof niet veel dieper zit dan dat zij binnen de grens van het minimum zich naar buiten nog als katholiek bekennen, gemakke lijker gemaakt om deze laatste ban den te verbreken. Het is natuurlijk volkomen waar als drs Huijts vaststelt, dat het wegvallen van de tradionele, gebondenheid niet alleen nadelen heeft. Er is 'n kern en gelukkig voortdurend groeiende kern die als reactie op de toenemende onkerksheid er toe gebracht wordt zich een persoonlijk verantwoord geloofsleven op te bouwen, waar in de sleur vervangen is door een doorleefd geloof, dat kracht geeft en een voortdurende steun is. yEr is, zoals de schrijver zegt. „een hogere bewustwording en eigen verantwoordelijkheidsbesef groeiende". Men gelooft uit eigen innerlijke behoefte, en het argu ment, dat het altijd zo geweest is of dat „de pastoor" het zegt, is niet meer doorslaggevend. 0— Dit wil echter niet zeggen, dat men de traditionele „hulpmiddelen", de oude zeden en gewoonten, die eeuwenlang hebben bijgedragen tot de instandhouding van het geloofs leven (ook al bleef deze bijdrage 'n bijkomstigheid), nu maar rustig moet laten verdwijnen. Vooral bij ontelbare eenvoudigen-van-harte hebben juist deze bijkomstigheden steeds een zeer belangrijke rol ge- £sso)-^j voor oliehaard de haardolie met het hoogste rendement £ssa méér warmte mlncfer roet zuinig K. A. VAN ELSEN, PETROLEUMHANDEL PRINS HENDRIKSTRAAT 18, VENRAY - TEL. 04780-1834 testanten, anglikanen en Griekse kerken. Het is natuurlijk een schadelijke misgreep wanneer men deze men selijke feiten met goddelijke maat staven gaat meten. Men kan niet voorspellen noch meten of bereke nen in hoeverre deze simpele men selijke verschijningen in het god delijk denken en besturen een rol spelen. Maar menselijk gezien, als hopende en verwachtende chris tenen, die verlangen naar de een heid, spreken deze natuurlijke toe naderingsverschijnselen ons toch aan. We menen er hulpmidelen van God zelf in te zien. Dan ligt er voor ons ook een con- ilusie voor de hand: deze mense lijke feiten te waarderen en te be vorderen in de mate waarin wij kunnen. En bidden met de anderen samen voor de terugkeer van de aenheid. Willibrord-zondag geeft ons als (edachtenis van dit werk der her eniging alle gelegenheid iets te ioen. speeld. In de luister de processies, in de rijkdom en romantiek van streek eigene folkloristische gebruiken, in aloude volksfeesten en familiege woonten, hebben zij iets terug ge vonden van hun Geloof en hun Kerk, omdat deze zeden en gewoon ten oorspronkelijk daaruit zijn voortgekomen of er tenminste door zijn geraakt. Zij behoren tot, zij vormen een onderdeel van het rijke Roomse leven, om het populair te zeggen. Onze schutteryen zyn meer dan willekeu rige onstpanningsverenigin- gen met 'n erbiedwaardig verleden. Zij zijn in wezen karakter en stijl typisch Limburgs. Zij konden in deze vorm alleen hier tot ontwikke ling komen en ook de meest een voudige schutter weet (en is daar hartelyk trots op), dat hun oor sprong gedeeltelyk is gelegen in de beschermende taak, welke hun ten dienste van de Kerk werd toever trouwd. Hun patroons zyn heilige en het jaarlijks patroonsfeest is het voornaamste verenigingsfeest van elke schuttery. De meeste folkloristische gebrui ken, welke in Limburg bestaan, hebben een godsdienstige kern. Tel kens weer grijpt de traditie terug op het geloofsleven, omdat dit ge loof door de eeuwen heen het hart en de ziel van het gemeenschaps leven in dit gewest is geweest. Er zyn duizend en een voorbeel den te noemen van de nauwe ver bondenheid tussen traditie en geloof. En het op het eerste gezicht merk waardige, maar eigenlijk toch voor de hand liggende verschijnsel doet zich voor, zodra het geloofsleven af zwakt ook de oude kleurige leefge woonten beginnen af te sterven. Een eeuw geleden waren de fol kloristische gebruiken in het Land van Luik zeker zo talrijk en rijk geschakeerd als in Limburg. Er is weinig van overgebleven, nadat het Luikse door de industrialisatie ook geestelijk onder de voet werd gelo pen als geheel bezien grotendeels het geloof verloor. In Frankrijk om een ander voor beeld te noemen, kan men de stre ken, waar het geloofsleven zich handhaafde gemakkelijk ontdekken. Want juist daar bleven de traditio nele gebruiken bestaan, tot in de kfisjderdracht der plattelandsbevol king toe, zoals evenals bij ons speciaal in Brabant en Limburg - in tal van dorpen in Bretagne het ge val is. En waarom zo ver van huis te gaan? Hoeveel eeuwenoude leefgewoon ten zijn in de Limburgse Mijnstreek gedurende de laatste tientallen ja ren niet door de industrialisatie ver loren gegaan! Maar het is opvallend, dat in plaatsen, waar de laatste tijd be zinning op het geloofsleven aan kracht en inhoud wint, er ook een groeiend streven bestaat om in het vergeetboek geraakte folkloristische gebruiken in ere te herstellen. We zien schutterijen, die jaren lang „geslapen" hebben, plotseling weer actief worden. We zien pogin gen om de Meifeesten opnieuw op gang te brengen en vergeten ker- misgebruiken worden opgerakeld. 0— Daarmee beweren we niet, dat de traditie al-zaligmakend is en de fol klore voor eens en voor altijd een onaantastbaar bezit moet blijven. Alles verandert naarmate de we reld, waarin wij leven, verandert. Het gehele levensrythme ondergaat voortdurend wijzigingen en past zich aan aan de verlangens en be hoeften van het ogenblik. Daaraan ontkomen ook traditie en folklore niet. Maar dat is niets nieuws dat is altijd zo geweest. Alleen is het tempo, waarin deze verande ringen zich voltrekken, versneld en dat bi'engt ongetwijfeld moeilijk heden mee. Maar verandering naar vorm en inhoud is heel iets anders dan het geleidelijk verdwijnen, het afster ven van oude zeden en gebruiken. Deze voorzien nog steeds in een we zenlijke behoefte in deze tijd wellicht meer dan ooit, nu aan de ene kant een voortwoekerend ont bindingsproces het geestesleven en de structuur van de maatschappij aanvreet en ten andere het vraag stuk van een gezonde, geest en ka rakter vormende vrijetijdsbesteding met de dag van grotere betekenis wordt. detflev\s/e specialist TEL. 1070 Traditie en folklore zijn waarde volle „hulpmiddelen" voor het be houd van het geloofsleven gebleven. Het is nuttig, dat men zich hierop nadrukkelijker gaat bezinnen. De man die in deze zaak als ge tuige opirad, legde de eed af op de manier die ons wetboek voorschrijft, iviaar toch was hij eigenlijk iemand, die zwoer bij de almanak. Jaren achtereen had hij ondervonden, dai aimanak gelijk had, beweerde hij. Met De But wilde hij niets van doen nebben. Weliswaar zitten daar ge leerde lieden vol statistieke en de- presies ,maar tegen de almanak Kunnen zij toch niet concurreren. Die heeft een ondervinding achter zich van vele eeuwen,* en tegen de praktijk weegt niets op. Hij kon zijn ongeschokt geloof in de aimanak zo enthousiast en wel sprekend verdedigen, dat anderen ervan onder de indruk kwamen. Geen prediker heeft ooit het suc ces gehad van deze getuige, die elk jaar zijn vakantie baseerde op de weersvoorspellingen op lange ter mijn, die van humor bezielde lieden in de almanak zetten. Nu kunnen wij zonder overdrij ving vaststellen, dat deze zomer ons niet heeft gebracht wat de plaatjes van de reisbureaus ons beloofden. De blauwe luchten waren nimmer daar, waar wij wel waren. Dit was weer een van die zomers, die hei emigrantencijfer in Nederland met sprongen doen stijgen. De buurman van deze getuige had De Bilt steeds beschouwd als een der vastigheden in 's mensen leven. Hij bouwde op De Bilt, zoals de ge tuige op de almanak. Doch dit jaar was zijn vertrou wen in de Biltse betrouwbaarheid ernstig geschokt door een reeks van verregende snipperdagen. Zo viel hij in handen van de ge tuige, die hem tot het almanakisme wist te bekeren. Hij stelde zijn vakantie vast in overleg met de ge tuige en diens onfeilbare almanak. Weken tevoren schepte hij op te gen vrienden en bekenden, die nat en verkleumd weer aan het werk gingen, blij dat hun vakantie er op zat. „Ik heb het beter voor elkaar", zei de buurman dan geheimzinnig. „Je zult de juichende zon zien, als ik op vakantie ben". En hij belegde een deel van zijn salaris in zonne brandcrème en dergelijke zaken, las kort voor zijn vakantie achter de kachel in de encyclopedie het hoofdstuk over zonnesteek nog eens door, liet de manufacturier een kort broekje uit motballen halen en gedroeg zich in alles als een kin derlijke optimist. Zo begon hij zijn fietstocht, in de regen. Het kon een drukfout in de almanak zijn, dacht hij. Morgen zou het beter gaan. De volgende dag fietste hij opnieuw in de regen. Een zwakke rug van hoge druk ging net aan onze neus voorbij, zodat hij de derde dag drééf. En toen keerde hij huiswaarts. Met de trein, om de rest van de week mokkend achter de kachel door te brengen. De eerste avond kwam de ge tuige op bezoek, in de hoop zelf wat kolen uit te sparen. Hij droeg de geprezen almanak onder de arm. „Zie je wel", riep hij stralend, „de almanak had weer gelijk!" Er klonk een dof gebrom uit de verkouden buurman. Maar de ge tuige begon ijverig te bladeren in zijn almanak en ging voorlezen: „Zeer kil, herfstachtig weer. Voort durende regenval. Krachtige wind". Dit citaat was te veel voor de ge teisterde buurman. Hij griste de an der de almanak uit de hand en keek naar het jaartal. Hot was er een van vorig jaar. In buurmans binnenste stak nu een storm op, die door geen enkele almanak was voorspeld. Hij ran selde op de getuige los tot hij hele maal warm was, voor 't eerst in de vakantie. „Het was net een wild beest", verklaarde de getuige onder ede. Buurman moet daar een tientje boete voor betalen. „En toch was het een goedkope vakantie, dit jaar", zei hij. Men moet niet op iemands eerlijk gezicht afgaan Zeer vaak moet ik constateren, dat velen van onze boeren en tuin ders erg vlug zijn met het zetten van hun handtekening of duidelijker uitgedrukt, hun handtekening zet ten zonder te lezen wat er in het te tekenen stuk staat. Wanneer er dan later moeilijkheden komen wordt vaak als excuus aangevoerd, dat men toch die lange stukken niet helemaal kan lezen, of degene die vroeg om de handtekening zei, dat het stuk geen verplichting inhield. Ook wordt er blijkbaar getekend omdat men de gouden bergen, die de tegenpartij belooft, deelachtig wil worden. Alles bij elkaar is het triest te moeten constateren dat velen zo met hun handtekening omgaan. Veel mensen hebben blijkbaar nog een zo groot vertrouwen in andere men sen, dat ze alles ondertekenen wat hun voorgelegd wordt, wanneer het niet beseffen wat 't betekent „iets of de tegenpartij maar aardig kan praten (b.v. dat hij ook katholiek is en tien kinderen heeft). Of moeten we concluderen dat veel mensen niet beseffen wat 't betekent „iets ondertekenen"? Des te erger. Degenen, die reeds tot hun schade en schande hebben moeten onder vinden, dat ze iets ondertekend hebben waarvan ze de betekenis niet geheel of in het geheel niet wisten, zullen allen tezamen wel een aardig aantal voorbeelden bij elkaar kun nen brengen. Voor degenen die deze fout nog niet gemaakt hebben en toch gaarne willen weten op welk gebied ze deze fout gemakkelijk kunnen ma ken, is het misschien wel goed en kele voorbeelden te noemen. Wanneer iemand een aanvraag formulier voor een verzekering of een spaarkas ondertekent, verklaart hij daarmee dat hij akkoord gaat mt alle polisbepalingen. Wie leest nu de polisbepalingen. Of liever wie vraagt zo'n polis eens te laten zien? Jachthuurcontracten worden door honderden aan de lopende band on dertekend, zonder dat ze zich afvra gen wie nu precies het jachtrecht krijgt en voor hoelang. Er worden tegenwoordig veel mestcontracten gesloten. Veel lezen ze zeker niet. Hetzelfde geldt voor financieringscontracten. Men tekent in op schriftelijke en mondelinge cursussen, zonder dat men verder kijkt dan het eerlijke gezicht van de colporteur. Men verleent optie op ontgra- vingsrechten, zonder zich ervan te overtuigen wat het te tekenen pa pier inhoudt. Vele akten, ook notariële, worden getekend ofschoon ze het monde ling afgesprokene niet juist of on voldoende weergeven. Deze ontdek king doet men natuurlijk later pas, als er moeilijkheden zijn. U zult misschien opmerken: „Moeten wij dan alles nalezen en moeten wij dan alles begrijpen wat in 't stuk staat?" Dat is weer het andere uiterste. Dit hoeft u zeker niet altijd. Als re gel kunt u het volgende aanhouden. U moet alles nalezen of u alles door een vertrouwensman laten uitleg gen. indien degene, met wie u de overeenkomst denkt te sluiten, niet absoluut betrouwbaar is en ook uw belangen niet mede bekeken heeft. Indien een onbekende bijv. langs de deur komend, met u 'n overeen komst wil aangaan, moet u dit nooit doen, zonder eerst personen die u kent om raad gevraagd te hebben. Indien u meent dat die iemand u wel zo'n mooi contract presenteert, dat er wat in moet zitten, moet u beginnen de pen uit het raam te werpen, om niet in de verleiding te komen te tekenen Denkt er wel aan het is maar één keer per jaar Sinterklaas en de gene die op andere dagen dan 5 december voor Sinterklaas komt spelen bij u of m.a.w. u gouden bergen belooft, wijst hem de deur. Onze boeren en tuinders zijn vaak te goed gelovig (dit is geen deugd hoor!) en gaan af op iemands eerlijk gezicht. Men vergeet dat men in zaken moet beginnen de tegen partij te wantrouwen. Ook van belang is, dat u van alles wat u ondertekent een afschrift vraagt. Bij onbekenden moet u dit afschrift in handen hebben voordat u tekent. Het gebeurt ook wel, dat iemand u om een handtekening vraagt met de mededeling dat de handtekening toch geen betekenis heeft. In deze gevallen hetzelfde advies als bover». „Wijst hem de deur". Een handtekening heeft altijd bete kenis. Een handtekening zetten op blanco stukken is natuurlijk hele maal uit den bozo.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1