Particuliere bouwerij
wordt bevorderd.
Geestelijk artikel
Er is nog steeds 'n nauw verband
tussen traditie, folklore en geloof
^4
ESSO PETROLEUM
depolitierechter
Het zetten van een
handtekening...!
Zaterdag 12 november 1960 No. 46
EEN EN TACHTIGSTE JAABGANG
PEEL EN MAAS
druk en uitgave van den munckhof n.v. venrat wffkri ah vnnp vfwray fn hm^trf^fn advertentieprijs ct. per t
grotestraat 28 postbus 1 tel. 1512 giro 1586.52 ciüadlthu v uw1\ v iv-m. 1 uivio 1 adivc1» prijs per kwartaal 1.48
ro.ro - ABONNEMENT S-
(bullen Venray 1.68)
VRAAGGESPREK MET WETHOUDER SCHOLS.
Een vraaggesprek met de Wet
houder van Sociale Zaken de heer
Schols, bevestigde de indruk, dat
inzake de woningbouw een andere
koers in onze gemeente wordt ge
varen.... Trouwens dit moet ook
wel.
Woningbouw heeft veel met hel
gemeentelijk"wönïngbeleid te doer,
en zo leek ons Wethouder Schols de
deskundige, die ons over deze ma
terie nadere toelichting zou willen
geven.
Woningbeleid is wel een van de
moeilijkste enondankbaarste
taken, die een wethouder op zich
kan nemen. Want waar niets is
verliest zefs de keizer zijn recht en
waar geen woningen zijn, kan mer.
er geen geven.
Dat het geen sinecure is iedere
week opnieuw de klachten en moei
lijkheden aan te horen van nog zc
talloze vele woningzoekenden heeft
de voorganger van de heer Schols
wijlen wethouder van Boven meei
dan eens in raadsvergaderingen
doen horen.
En ook wethouder Schols kan al
leen maar onderstrepen, dat dit on
derdeel van zijn taken een der
zwaarste is, dat hij heeft leren
kennen.
10 JAREN: 300 WONING
ZOEKENDEN
„Nog steeds", aldus Wethouder
Schols, „heeft Venray meer dan 300
woningzoekenden". Een aantal, dat
de laatste 10 jaren niet noemens
waardig teruggegaan is. Dit, on
danks het feit, dat sinds de bevrij
ding door de gemeente 564 wonin
gen zijn gebouwd (inclusief de
noodwoningen), door de woning
bouwverenigingen 291 woningen en
door particulieren meer dan 150
woningen.
De conclusie is die hieruit te trek
ken valt, heel eenvoudig: Er moet
meer gebouwd worden. Nu het zo
is, dat de woningtoewijzing aan
de gemeente i.v.m. allerlei ryks-
maatregelen ook al door finan
ciële omstandigheden, beslist niet
groter zal worden dan in het ver
leden, komt het er op aan, dat
van particuliere zyde meer ge
bouwd zal moeten worden.
Een groot deel van de woningzoe
kenden zal moeten proberen zelf
een woning te bouwen of te ko
pen. Een deel van hen, die thans
in huurwoningen wonen en finan
cieel in staat zijn om zelf te bou
wen, moeten dit gaan doen. Dan
komen die huurwoningen vrij
voor mensen, die om wat voor
reden ook onmogelijk zelf bou
wen kunnen
EIGEN BOUW
Nu ls dat allemaal gauwer ge
zegd dan gedaan, maar de noodzaak
dringt. En waar in het verleden ge
bleken is, dat er zo te weinigen ge
holpen kunnen worden is men .van
gemeentewege bewust eigenbouw
gaan propageren en helpen.
Wie het bouwprogramma 1960 in
onze gemeente ziet, die merkt toch,
dat in deze richting inderdaad ge
werkt is en wordt.
Door de gemeente worden aller
eerst de 48 woningwetwoningen ge
bouwd, die haar van rijkswege zijn
toegewezen. Bovendien nog de 39
z.g. industriewoningen, die Venray
extra heeft gekregen op grond van
het feit, dat hier de industrie extra
geholpen wordt.
Van deze 87 woningen in totaal,
zijn voor 70 stuks de vergunningen
al binnen. Hiervan worden er 58 in
Zuid gebouwd. 8 in Oostrum en 4 in
Leunen. Zo gauw de vergunning
binnen is voor de overige 17, zullen
hiervan nog 4 in Oostrum worden
gebouwd, 2 in Leunen en 11 in Zuid
Is dit het gemeentelijk aandeel,
in de particuliere sector is ook het
een en ander te doen.
Zo bouwt de N.V. Jansson uit
Arnhem voor haar arbeiders in de
nieuwe fabriekshallen alhier, in
Zuid nu 28 woningen.
Bekend is ook, dat het make
laarskantoor Seelen in Zuid grond
heeft aangekocht voor 24 woningen.
Bovendien bouwt het aanne
mingsbedrijf N.V. Gebr. Janssen 26
woningen voor doorverkoop en
heeft Huize Servatius plannen om
er 8 ook in diezelfde buurt te zet
ten. Bovendien hebben 4 particu
lieren in datzelfde Zuid nog grond
gekocht, zodat in de particuliere
sector 90 woningen worden ge
bouwd.
Voor I960 wint dus de particu
liere sector het van de gemeente-
bouw.
Dit is voor het eerst na de oorlog,
dat in een jaar in de gemeente
Venray meer woningen in de par
ticuliere sector worden gebouwd
dan van gemeentewege.
1961
Wat 1961 betreft kan de gemeen
te waarschijnlijk weer rekenen op
een woningwet-toewijzing van on
geveer 50 stuks.
Reeds nu al blijkt, dat in dat jaar
de particuliere bouw verre die van
de gemente zal overtreffen, niet het
minst omdat b.v. in de kringen der
.ndustriëlen ernstig gestreefd wordt
jm te komen tot z.g. eigenbouw
/oor de bij hen werkende arbei-
lers, waarvan in Venlo en elders
:eeds voorbeelden te vinden zijn.
Ook bouw- en andere onderne
mingen hebben zich gemeld of blij
den ernstige liefhebbers te zijn...
Men moet niet vergeten, aldus
Wethouder Schols, dat de nieuwe
.andelijke spaarregeling, die op sta-
oel staat, het voor velen aantrek
kelijk zal maken een eigen huis te
jouwen of te kopen. Men krijgt dan
immers extra premies, die even-
.uele hogere kosten aanmerkelijk
verminderen.
De steeds stijgende huren vormen
,n tegenstelling tot vroeger, nu ook
2en prikkel te meer, om eigen bezit
„e verwerven.
Natuurlijk eist een en ander een
goede instelling en dienen de finan
ciële consequenties terdege overwo,-
gen te worden, maar zeker is, dat
thans nog te velen een huurwoning
betrekken, voor wie het goed moge
lijk was zelf een woning te kopen
of te bouwen.
Het is daarom een bewuste poli
tiek betrouwbare bouwondernemin
gen de mogelijkheid te geven wo
ningen te bouwen, die dan doorver
kocht kunnen worden.
Deze manier van eigenbouw voor
komt, dat men als „eenling" ver
drinkt in de papieren en formulie
ren, die nu eenmaal nodig zijn.
Anderzijds is er 'n zekere uniforme
regeling in de bouw, die alleen
maar kostenbesparend kan werken.
Maar daarnaast zal ook
de toekomst van gemeentewge alles
gedaan worden om voor de eenling
eigenbouw daadwerkelijk te maken,
hem te helpen en te steunen waar
zulks maar kan.
GOEDE VOORLICHTING
Men zal waar mogelijk eigen
bouw propageren, hierover voor
lichting geven zonder ook de finan
ciële consequenties te verdoezelen,
kortom men zal alles in het werk
stellen, dat deze vorm van bezit
meer dan in het verleden die aan
dacht zal krijgen, die het van de
zijde van het publiek zo zeer ver
diend.
WIJ DENKEN ANDERS
DAN ONZE OUDERS
Heel ons katholieke '.denken en
doen is in beweging gekomen.
Wat daarvan de oorzaken zijn
zullen we buiten beschouwing la
ten en ons beperken tot twee we
zenlijke veranderingen: wij willen
ons katholiek levensideaal op een
meer bijbelse leest schoeien dan
voorheen en niet op normen van
dood-zonde en dagelijkse zonde.
Een tweede kenmerk van onze
verandering is een nieuwe houding
ten aanzien van de niet-christenen.
De tijd ligt nog niet zo heel ver
achter ons, dat wij meenden, dat
slechts enkele protestanten in de
hemel konden komen.
De reden was, dat wij maar van
enkelen konden aannemen, datzij te
goeder trouw dwaalden ,maar van
allen zeker wisten, dat zij niet de
genademiddelen der Kerk hebben,
welke zoals de catechismus leert,
noodzakelijk zijn ter zaligheid.
Vooral ten aanzien van het laatste
hebben wij onze opvattingen al
grondig gewijzigd: wij zijn niet
meer zo zeker over de mate van
noodzakelijkheid van somige sacra
menten. En ten aanzien van de
goede trouw beginnen we ook heel
wat royaler te worden.
Als we alleen reeds het verschij
nen nemen van een boek als „Ge
tuigenis van de Reformatie", ge
schreven door de katholiek gewor
den Dr. W. van der Pol, die thans
het protestantisme doceert aan de
Katholieke Universiteit.
Dit boek laat iedere katholiek
zien hoe diep een protestant hechl
aan Jezus Christus, aan zijn Ver
lossing en aan het Heil. Dit bij Ro
men verschenen boek moet nof
veel verder de ogen openen van de
katholieken, die op de protestanten
zouden neerzien.
Maar er is nog veel meer. Er is
het contact met de andersdenken
den via het Vatikaan, via de voor
bereidende commissie van de Twee
de Kerkvergadering.
Er is het bezoek van Ds Nie-
paar jaar geleden.
Er is het komende bezoek van dc
moelier aan de Paus, nu al weer en
Anglikaanse primaat Dr Fisher.
Er zijn de te verwachten ontmoe-
tinge met Orthodoxe Kerken.
Kortom de katholieke werelc'
gaat open ten aanzien van pro-
In de october-aflevering van „De Donk", het bekende Limburg
se maandblad, staat een artikel van dr. H. Litjens over geloof en
leven in de Kerk. Hierin wordt een beknopt overzicht gegeven
van een opinie-onderzoek naar het godsdienstig leven onder de
katholieken in Limburg, dat door de psycholoog drs J. Huyts in
opdracht van Mgr. Hanssen z.g. werd ingesteld. De resultaten van
dit onderzoek zijn onlangs in druk verschenen bij Paul Brand te
Hilversum. Zeer velen, wier opinie door Huyts zyn boek werd
opgetekend, zyn van mening, dat de toenemende onkerksheid in
Limburg voor een groot deel te wyten is aan de uitholling van
de „sociale controle" wordt verstaan een samenstel van factoren,
zoals de gebondenheid aan traditionele leefgewoonten, de rem
mende en vormende invloed van het milieu, waarin men van
kind af aan heeft geleefd, en de afkeer om op te vallen door zich
anders te gedragen dan de mensen, te midden waarvan men da-
gel yks verkeert.
Een geloofsleven, dat geen zelf-
verworven en doorleefd bezit is,
maar veeleer een sleur, heeft wei
nig weerstandskracht. Het is een
vaak besproken verschijnsel, dat
Limburgers en Brabanders, zodra
zij niet meer zijn ingekapseld dooi
de zeden en gewoonten van de ka-
tnoiieke omgeving, waaruit zij
voortkomen, en zien in met-katho-
neke milieux elders hebben geves
tigd .geruisloos veel meer uit ge-
makzuent en onverschilligheid dan
uit onwil van hun geioof afval
len. En naarmate de sociale tradi
tie ook in Limburg zelf aan beteke
nis inboet, wordt het hier eveneens
velen, wier geloof niet veel dieper
zit dan dat zij binnen de grens van
het minimum zich naar buiten nog
als katholiek bekennen, gemakke
lijker gemaakt om deze laatste ban
den te verbreken.
Het is natuurlijk volkomen
waar als drs Huijts vaststelt, dat
het wegvallen van de tradionele,
gebondenheid niet alleen nadelen
heeft. Er is 'n kern en gelukkig
voortdurend groeiende kern
die als reactie op de toenemende
onkerksheid er toe gebracht wordt
zich een persoonlijk verantwoord
geloofsleven op te bouwen, waar
in de sleur vervangen is door een
doorleefd geloof, dat kracht geeft
en een voortdurende steun is.
yEr is, zoals de schrijver zegt.
„een hogere bewustwording en
eigen verantwoordelijkheidsbesef
groeiende". Men gelooft uit eigen
innerlijke behoefte, en het argu
ment, dat het altijd zo geweest is
of dat „de pastoor" het zegt, is
niet meer doorslaggevend.
0—
Dit wil echter niet zeggen, dat
men de traditionele „hulpmiddelen",
de oude zeden en gewoonten, die
eeuwenlang hebben bijgedragen tot
de instandhouding van het geloofs
leven (ook al bleef deze bijdrage 'n
bijkomstigheid), nu maar rustig
moet laten verdwijnen. Vooral bij
ontelbare eenvoudigen-van-harte
hebben juist deze bijkomstigheden
steeds een zeer belangrijke rol ge-
£sso)-^j voor
oliehaard
de haardolie met het hoogste rendement
£ssa
méér warmte
mlncfer roet
zuinig
K. A. VAN ELSEN,
PETROLEUMHANDEL
PRINS HENDRIKSTRAAT 18,
VENRAY - TEL. 04780-1834
testanten, anglikanen en Griekse
kerken.
Het is natuurlijk een schadelijke
misgreep wanneer men deze men
selijke feiten met goddelijke maat
staven gaat meten. Men kan niet
voorspellen noch meten of bereke
nen in hoeverre deze simpele men
selijke verschijningen in het god
delijk denken en besturen een rol
spelen. Maar menselijk gezien, als
hopende en verwachtende chris
tenen, die verlangen naar de een
heid, spreken deze natuurlijke toe
naderingsverschijnselen ons toch
aan.
We menen er hulpmidelen van
God zelf in te zien.
Dan ligt er voor ons ook een con-
ilusie voor de hand: deze mense
lijke feiten te waarderen en te be
vorderen in de mate waarin wij
kunnen. En bidden met de anderen
samen voor de terugkeer van de
aenheid.
Willibrord-zondag geeft ons als
(edachtenis van dit werk der her
eniging alle gelegenheid iets te
ioen.
speeld.
In de luister de processies, in de
rijkdom en romantiek van streek
eigene folkloristische gebruiken, in
aloude volksfeesten en familiege
woonten, hebben zij iets terug ge
vonden van hun Geloof en hun
Kerk, omdat deze zeden en gewoon
ten oorspronkelijk daaruit zijn
voortgekomen of er tenminste door
zijn geraakt. Zij behoren tot, zij
vormen een onderdeel van het rijke
Roomse leven, om het populair te
zeggen.
Onze schutteryen zyn meer dan
willekeu rige onstpanningsverenigin-
gen met 'n erbiedwaardig verleden.
Zij zijn in wezen karakter en stijl
typisch Limburgs. Zij konden in
deze vorm alleen hier tot ontwikke
ling komen en ook de meest een
voudige schutter weet (en is daar
hartelyk trots op), dat hun oor
sprong gedeeltelyk is gelegen in de
beschermende taak, welke hun ten
dienste van de Kerk werd toever
trouwd. Hun patroons zyn heilige
en het jaarlijks patroonsfeest is het
voornaamste verenigingsfeest van
elke schuttery.
De meeste folkloristische gebrui
ken, welke in Limburg bestaan,
hebben een godsdienstige kern. Tel
kens weer grijpt de traditie terug
op het geloofsleven, omdat dit ge
loof door de eeuwen heen het hart
en de ziel van het gemeenschaps
leven in dit gewest is geweest.
Er zyn duizend en een voorbeel
den te noemen van de nauwe ver
bondenheid tussen traditie en geloof.
En het op het eerste gezicht merk
waardige, maar eigenlijk toch voor
de hand liggende verschijnsel doet
zich voor, zodra het geloofsleven af
zwakt ook de oude kleurige leefge
woonten beginnen af te sterven.
Een eeuw geleden waren de fol
kloristische gebruiken in het Land
van Luik zeker zo talrijk en rijk
geschakeerd als in Limburg. Er is
weinig van overgebleven, nadat het
Luikse door de industrialisatie ook
geestelijk onder de voet werd gelo
pen als geheel bezien grotendeels
het geloof verloor.
In Frankrijk om een ander voor
beeld te noemen, kan men de stre
ken, waar het geloofsleven zich
handhaafde gemakkelijk ontdekken.
Want juist daar bleven de traditio
nele gebruiken bestaan, tot in de
kfisjderdracht der plattelandsbevol
king toe, zoals evenals bij ons
speciaal in Brabant en Limburg - in
tal van dorpen in Bretagne het ge
val is. En waarom zo ver van huis
te gaan?
Hoeveel eeuwenoude leefgewoon
ten zijn in de Limburgse Mijnstreek
gedurende de laatste tientallen ja
ren niet door de industrialisatie ver
loren gegaan!
Maar het is opvallend, dat in
plaatsen, waar de laatste tijd be
zinning op het geloofsleven aan
kracht en inhoud wint, er ook een
groeiend streven bestaat om in het
vergeetboek geraakte folkloristische
gebruiken in ere te herstellen.
We zien schutterijen, die jaren
lang „geslapen" hebben, plotseling
weer actief worden. We zien pogin
gen om de Meifeesten opnieuw op
gang te brengen en vergeten ker-
misgebruiken worden opgerakeld.
0—
Daarmee beweren we niet, dat de
traditie al-zaligmakend is en de fol
klore voor eens en voor altijd een
onaantastbaar bezit moet blijven.
Alles verandert naarmate de we
reld, waarin wij leven, verandert.
Het gehele levensrythme ondergaat
voortdurend wijzigingen en past
zich aan aan de verlangens en be
hoeften van het ogenblik. Daaraan
ontkomen ook traditie en folklore
niet. Maar dat is niets nieuws
dat is altijd zo geweest. Alleen is
het tempo, waarin deze verande
ringen zich voltrekken, versneld en
dat bi'engt ongetwijfeld moeilijk
heden mee.
Maar verandering naar vorm en
inhoud is heel iets anders dan het
geleidelijk verdwijnen, het afster
ven van oude zeden en gebruiken.
Deze voorzien nog steeds in een we
zenlijke behoefte in deze tijd
wellicht meer dan ooit, nu aan de
ene kant een voortwoekerend ont
bindingsproces het geestesleven en
de structuur van de maatschappij
aanvreet en ten andere het vraag
stuk van een gezonde, geest en ka
rakter vormende vrijetijdsbesteding
met de dag van grotere betekenis
wordt.
detflev\s/e specialist
TEL. 1070
Traditie en folklore zijn waarde
volle „hulpmiddelen" voor het be
houd van het geloofsleven gebleven.
Het is nuttig, dat men zich hierop
nadrukkelijker gaat bezinnen.
De man die in deze zaak als ge
tuige opirad, legde de eed af op de
manier die ons wetboek voorschrijft,
iviaar toch was hij eigenlijk iemand,
die zwoer bij de almanak. Jaren
achtereen had hij ondervonden, dai
aimanak gelijk had, beweerde hij.
Met De But wilde hij niets van doen
nebben. Weliswaar zitten daar ge
leerde lieden vol statistieke en de-
presies ,maar tegen de almanak
Kunnen zij toch niet concurreren.
Die heeft een ondervinding achter
zich van vele eeuwen,* en tegen de
praktijk weegt niets op.
Hij kon zijn ongeschokt geloof in
de aimanak zo enthousiast en wel
sprekend verdedigen, dat anderen
ervan onder de indruk kwamen.
Geen prediker heeft ooit het suc
ces gehad van deze getuige, die elk
jaar zijn vakantie baseerde op de
weersvoorspellingen op lange ter
mijn, die van humor bezielde lieden
in de almanak zetten.
Nu kunnen wij zonder overdrij
ving vaststellen, dat deze zomer ons
niet heeft gebracht wat de plaatjes
van de reisbureaus ons beloofden.
De blauwe luchten waren nimmer
daar, waar wij wel waren. Dit was
weer een van die zomers, die hei
emigrantencijfer in Nederland met
sprongen doen stijgen.
De buurman van deze getuige had
De Bilt steeds beschouwd als een
der vastigheden in 's mensen leven.
Hij bouwde op De Bilt, zoals de ge
tuige op de almanak.
Doch dit jaar was zijn vertrou
wen in de Biltse betrouwbaarheid
ernstig geschokt door een reeks van
verregende snipperdagen.
Zo viel hij in handen van de ge
tuige, die hem tot het almanakisme
wist te bekeren. Hij stelde zijn
vakantie vast in overleg met de ge
tuige en diens onfeilbare almanak.
Weken tevoren schepte hij op te
gen vrienden en bekenden, die nat
en verkleumd weer aan het werk
gingen, blij dat hun vakantie er op
zat.
„Ik heb het beter voor elkaar",
zei de buurman dan geheimzinnig.
„Je zult de juichende zon zien, als
ik op vakantie ben". En hij belegde
een deel van zijn salaris in zonne
brandcrème en dergelijke zaken,
las kort voor zijn vakantie achter
de kachel in de encyclopedie het
hoofdstuk over zonnesteek nog eens
door, liet de manufacturier een
kort broekje uit motballen halen en
gedroeg zich in alles als een kin
derlijke optimist.
Zo begon hij zijn fietstocht, in de
regen. Het kon een drukfout in de
almanak zijn, dacht hij. Morgen zou
het beter gaan. De volgende dag
fietste hij opnieuw in de regen. Een
zwakke rug van hoge druk ging
net aan onze neus voorbij, zodat hij
de derde dag drééf. En toen keerde
hij huiswaarts. Met de trein, om de
rest van de week mokkend achter
de kachel door te brengen.
De eerste avond kwam de ge
tuige op bezoek, in de hoop zelf wat
kolen uit te sparen. Hij droeg de
geprezen almanak onder de arm.
„Zie je wel", riep hij stralend,
„de almanak had weer gelijk!"
Er klonk een dof gebrom uit de
verkouden buurman. Maar de ge
tuige begon ijverig te bladeren in
zijn almanak en ging voorlezen:
„Zeer kil, herfstachtig weer. Voort
durende regenval. Krachtige wind".
Dit citaat was te veel voor de ge
teisterde buurman. Hij griste de an
der de almanak uit de hand en keek
naar het jaartal. Hot was er een
van vorig jaar.
In buurmans binnenste stak nu
een storm op, die door geen enkele
almanak was voorspeld. Hij ran
selde op de getuige los tot hij hele
maal warm was, voor 't eerst in de
vakantie. „Het was net een wild
beest", verklaarde de getuige onder
ede.
Buurman moet daar een tientje
boete voor betalen. „En toch was
het een goedkope vakantie, dit
jaar", zei hij.
Men moet niet op iemands eerlijk
gezicht afgaan
Zeer vaak moet ik constateren,
dat velen van onze boeren en tuin
ders erg vlug zijn met het zetten
van hun handtekening of duidelijker
uitgedrukt, hun handtekening zet
ten zonder te lezen wat er in het te
tekenen stuk staat. Wanneer er dan
later moeilijkheden komen wordt
vaak als excuus aangevoerd, dat
men toch die lange stukken niet
helemaal kan lezen, of degene die
vroeg om de handtekening zei, dat
het stuk geen verplichting inhield.
Ook wordt er blijkbaar getekend
omdat men de gouden bergen, die
de tegenpartij belooft, deelachtig wil
worden.
Alles bij elkaar is het triest te
moeten constateren dat velen zo met
hun handtekening omgaan. Veel
mensen hebben blijkbaar nog een
zo groot vertrouwen in andere men
sen, dat ze alles ondertekenen wat
hun voorgelegd wordt, wanneer het
niet beseffen wat 't betekent „iets
of de tegenpartij maar aardig kan
praten (b.v. dat hij ook katholiek is
en tien kinderen heeft). Of moeten
we concluderen dat veel mensen
niet beseffen wat 't betekent „iets
ondertekenen"? Des te erger.
Degenen, die reeds tot hun schade
en schande hebben moeten onder
vinden, dat ze iets ondertekend
hebben waarvan ze de betekenis niet
geheel of in het geheel niet wisten,
zullen allen tezamen wel een aardig
aantal voorbeelden bij elkaar kun
nen brengen.
Voor degenen die deze fout nog
niet gemaakt hebben en toch gaarne
willen weten op welk gebied ze
deze fout gemakkelijk kunnen ma
ken, is het misschien wel goed en
kele voorbeelden te noemen.
Wanneer iemand een aanvraag
formulier voor een verzekering of
een spaarkas ondertekent, verklaart
hij daarmee dat hij akkoord gaat
mt alle polisbepalingen. Wie leest
nu de polisbepalingen.
Of liever wie vraagt zo'n polis
eens te laten zien?
Jachthuurcontracten worden door
honderden aan de lopende band on
dertekend, zonder dat ze zich afvra
gen wie nu precies het jachtrecht
krijgt en voor hoelang.
Er worden tegenwoordig veel
mestcontracten gesloten. Veel lezen
ze zeker niet. Hetzelfde geldt voor
financieringscontracten.
Men tekent in op schriftelijke en
mondelinge cursussen, zonder dat
men verder kijkt dan het eerlijke
gezicht van de colporteur.
Men verleent optie op ontgra-
vingsrechten, zonder zich ervan te
overtuigen wat het te tekenen pa
pier inhoudt.
Vele akten, ook notariële, worden
getekend ofschoon ze het monde
ling afgesprokene niet juist of on
voldoende weergeven. Deze ontdek
king doet men natuurlijk later pas,
als er moeilijkheden zijn.
U zult misschien opmerken:
„Moeten wij dan alles nalezen en
moeten wij dan alles begrijpen wat
in 't stuk staat?"
Dat is weer het andere uiterste.
Dit hoeft u zeker niet altijd. Als re
gel kunt u het volgende aanhouden.
U moet alles nalezen of u alles door
een vertrouwensman laten uitleg
gen. indien degene, met wie u de
overeenkomst denkt te sluiten, niet
absoluut betrouwbaar is en ook uw
belangen niet mede bekeken heeft.
Indien een onbekende bijv. langs
de deur komend, met u 'n overeen
komst wil aangaan, moet u dit nooit
doen, zonder eerst personen die u
kent om raad gevraagd te hebben.
Indien u meent dat die iemand u
wel zo'n mooi contract presenteert,
dat er wat in moet zitten, moet u
beginnen de pen uit het raam te
werpen, om niet in de verleiding te
komen te tekenen
Denkt er wel aan het is maar één
keer per jaar Sinterklaas en de
gene die op andere dagen dan 5
december voor Sinterklaas komt
spelen bij u of m.a.w. u gouden
bergen belooft, wijst hem de deur.
Onze boeren en tuinders zijn
vaak te goed gelovig (dit is geen
deugd hoor!) en gaan af op iemands
eerlijk gezicht. Men vergeet dat men
in zaken moet beginnen de tegen
partij te wantrouwen.
Ook van belang is, dat u van alles
wat u ondertekent een afschrift
vraagt. Bij onbekenden moet u dit
afschrift in handen hebben voordat
u tekent.
Het gebeurt ook wel, dat iemand
u om een handtekening vraagt met
de mededeling dat de handtekening
toch geen betekenis heeft.
In deze gevallen hetzelfde advies
als bover». „Wijst hem de deur".
Een handtekening heeft altijd bete
kenis. Een handtekening zetten op
blanco stukken is natuurlijk hele
maal uit den bozo.