De Fijne Engelse melange! Douwe Egberts En de nertsenfokkerij kan men zich een rijk bestaan opbouwen Bouw nooit eigen woning, die eigen budget niet kan dragen! Legt de pacht-overeenkomst schriftelijk vast Ceylon Melange (Ceel etiket) 108 ct Engelse Melange (Groen etiket) 90 ct. Douwe Egberts Pickwick thee! Een verfijnde thee voor ieder, die een kernachtige Engelse smaak prefereert. Let ook op de afschcnk, zo goudkleurig en rijk! Wat nodig is om te kunnen slagen Na lezing van het voorgaande artikel zou men gezien de daarin genoemde resultaten wel met een nertsfokkerü willen beginnen. Niet iedereen echter is geroepen om hierin goed werk te verrich ten. Degene, die nimmer in enig fokbedrijf is werkzaam geweest en niet het minste begrip heeft van landbouw of kleinveeteelt, hoeft er niet aan te beginnen. In de nertsfokkerij, evenmin als elders, moet men er niet op rekenen met het investeren van enkele dui zenden guldens in een paar jaar tijd zonder werk of moeite rijk te worden. Neen, als men er zo over denkt en van fokken niets af weet, laat men deze gedachte maar gauw varen. In dit geval loopt men een grote kans er tijd en geld aan te verliezen. DIERENLIEFDE Om succes met het fokken van nertsen te hebben, moet men in de eerste plaats liefde voor dieren be zitten. Men moet een dier kunnen aanvoelen, dat gedurende vele ge neraties in de wildernissen van Ca nada in vrijheid heeft geleefd en daar zelf zijn voedsel kon uitkiezen. Thans, op de pelsdierenfarm, zijn de levensomstandigheden van dit kleine dier volkomen veranderd. Het is nu opgesloten binnen de wanden van een hok en overgele verd aan de genade van zijn verzor ger. Deze zal al zijn gedachten en bekwaamheid er aan moeten wijden om het dit kleine pelsdiertje geriefe lijk te maken en het zo onder te brengen, dat het goed met zijn om geving tevreden is. De hygiënische omstandigheden op een fokkerij vormen vaak een goede maatstaf voor de goede of slechte gezondheid en het welzijn der dieren, terwijl deze ook van veel invloed zijn op de kwaliteit van de pels. Hoe beter men de hehoeften van een dier begrijpt, hoe waarschijn lijker men met het fokken van nert sen succes zal hebben. Bovendien dient de aanstaande nertsfokker een goede opmerkings gave te bezitten en zijn werk met grote nauwgezetheid en oplettend heid te verrichten. Als men al deze eigenschappen in zich verenigd weet, is men voor het beroep van nertsfokker geschikt. Daarom hebben die personen de meeste kans om zich in de nerts fokkerij een mooie toekomst op te bouwen, welke reeds enige ervaring hebben in gelijk welke dierenfok- kerij of kleinveeteelt en hierin goede resultaten bereikten. Zij we ten genoeg uit ervaring, dat men aan zijn dieren alle nodige zorg moet besteden, ook 's zondags. Zij zijn niet gewoon hun winsten zo maar voor het grijpen te hebben, maar er desnoods hard voor te wer ken. Zij beseffen, dat in elke fok kerij met tegenslagen dient te wor den gerekend, laten zich niet door de eerste tegenslag ontgoochelen, maar trekken er welbedacht de no dige lessen uit en leren aldus voor de toekomst. NIET AL TE GROOT BEGINNEN In de nertsfokkerij kan men het best niet al te groot aanvangen, daar men zich in de eerste jaren de no dige praktische ervaring moet ver werven. Als men dan grove fouten maakt, is het verlies nog niet al te zwaar. Ook voor degene, die van de nerts fokkerij zijn hoofdberoep wil maken, is het raadzaam hiermede eerst als nevenberoep te beginnen en dan al lengs tot hoofdberoep uit te bou wen, hetwelk dan een mooi bestaan biedt. Bijna alle hedendaagse grootfok kers zijn op zeer bescheiden schaal gestart. Want ondanks al de inlich tingen, die door de literatuur èn door andere fokkers kunnen worden gegeven, blijft de praktijk de beste leerschool. „Dat bevel van de H. Maagd, dat Bernadette zich van haar eigen Ro zenkrans zou bedienen, houdt m'n geest vast, zegt dezelfde levensbe schrijver, en hij vervolgt: „Nooit vernamen we een uitleg van Bernadette. Ik zal er ook geen zoeken. Maar denke we aan het voortdurend bidden van het Rozen hoedje door de kleine zienster. De Rozenkrans was haar ononder broken gebed, het enige, dat zij kende en zij had het zo heerlijk le ren doen onder Maria's'ogen. Euwen her heeft die lieve Moeder aan alle Christenen de Rozenkrans gegeven als het gebed, dat redt uit alle nood, dat sterkt en troost. In Lourdes is Zij ons weer komen herinneren, dat hij ons wapen is, dat we nimmer moeten afleggen. En toch zouden alle Christe nen hem kunnen toen, overal en al tijd, als de Moeder Gods hun vra gen kwam: „Waar is Uw (eigen) Ro zenkrans?" Vooral voor de nertsfok is dit het geval. Dit is een wetenschappelijke fok, waarbij het niet zozeer aankomt op zwaar werk, maar waar vooral de hersens het hunne moeten bijdragen en veel orde en doorzicht tot succes moeten voeren. Het zal wel niet nodig zijn te ver melden, dat men dagelijks over de nodige tijd moet beschikken om de dieren te verzorgen. In het begin heeft men 's mor gens en 's avonds slechts ongeveer een half uur nodig om de nertsen te voederen. Hoe meer dieren men echter verkrijgt, hoe meer tijd de verzorging daarvan vergen. Het werk op de nertsfokkerij neemt echter niet in evenredigheid met het aantal dieren toe. Want als men een groter aantal dieren ver krijgt, heeft men ook een grotere vleesmolen nodig en gebruikt men voor het mengen van het voeder een mengmachine. Ook is het absoluut nodig telkens opnieuw de methodes van anderen te bestuderen. De huidige fokme- thodes is de vrucht van vele jaren experimenteren en dikwijls van zware geldelijke offers. In de meeste landen met een grote nertsindustrie werden door de re geringen proefstations voor de nerts fokkerij opgericht, uitsluitend met het doel de voordeligste en doelma tigste werkwijzen op te sporen in zake voeding, paring, fokken, krui sing, en rasverdeling. Hij, die meent deze moeizaam ver kregen kennis in de wind te mogen slaan en op eigen houtje gaat fok ken, zal er waarschijnlijk zwaar voor moeten boeten. HUISVESTING EN MATERIAAL Op nertsfokkerij te Neerkant, voe deren 2 personen in 2 uur tijd, 2000 nertsen, het gereedmaken van het voeder inbegrepen. Tijdens de paartijd, gedurende de maand maart, moet men noodzake lijk meer tijd aan de fokstapel kun nen besteden om de dieren doel treffend te kunnen verparen. Want hiervan hangt het succes van het gehele jaar af. Om de dieren te kunnen onder brengen, moet men natuurlijk in de eerste plaats over de nodige plaats ruimte beschikken. Daar elke nerts een afzonderlijke ren nodig heeft en elke ren onge veer een halve vierkante meter op pervlakte beslaat, er verder tussen de rijen doorgangen moeten wor den vrijgelaten, mag men hoogstens rekenen op één ren per vierkante meter. Of het terrein nu vruchtbaar is of niet, is hoegenaamd van geen belang. Wel moet het aangesloten kunnen worden op het electriciteits- net en bij voorkeur ook op de water leiding en de riolering. De gehele fokkerij dient te wor den omgeven door een goede om heining, welke honden, katten en nieuwsgierige personen buitensluit en het ontsnappen der nertsen on mogelijk maakt. Als een nerts uitbreekt en vrij rondloopt, komt zijn roofdierinstinkt, dat vroeger in het wild levende voorouders hem nalieten, weer bo ven en lokt hem gemakkelijk naar kippen- en konijnenhokken in de omgeving. Voor de aldaar aangerichte schade, die zeer aanzienlijk kan zijn, is de eigenaar-nertsfokker wettelijk aan sprakelijk. De mazen van het gaas der omheining mogen niet groter zijn dan 25 x 25 mm. De omheining moet vooral aan de grond goed dicht zijn. Een nerts klautert echter nog gemakkelijk over het gaas heen, maar doet dit doorgaans slechts in nood, b.v. als hij wordt achtervolgd. Daarom brengt men over de gehele lengte der omheining boven langs het gaas nog een ijzerplaat aan ter breedte van 30 cm. Deze biedt de klauterende nerts geen houvast en maakt elke ontsnappingspoging on mogelijk. Zoals reeds werd vermeld, moet elke nerts beschikken over een ren van ongeveer 50 cm. breed, 50 cm hoog en 1 m lang. Deze wordt ge bouwd van speciaal gepuntlast gaas met mazen van hoogstens 25 mm. doorsnede. Te licht gaas wordt door de nertsen gemakkelijk doorgebeten. Aan de achterkant van elke ren wordt een houten nesthokje beves tigd met een afmeting van ongeveer 30x30x45 cm. In dit nertshokje moet de nerts door middel van een schuif kunnen worden opgesloten. Verder wordt aan elke ren een drink- en een voederbakje beves tigd. De rennen worden meestal sa- mengebouwd tot batterijen van steeds vijf rennen aan elkaar. Deze batterijen hebben dan dubbele tus senwanden, zodat de nertsen elkan der niet kunnen bijten. Men kan deze rennen en nesthokjes zeer goed zelf maken. Praktische bouwplannen zijn voor dit doel gemakkelijk te verkrij gen. Meestal worden ze U gratis verstrekt door de fokker, waarvan U Uw fokdieren betrekt. Wie geen tijd heeft om deze rennen zelf te bouwen, kan ze ook in de handel verkrijgen. De rennen worden ongeveer 60 cm boven de grond naast elkaar opge hangen aan beide zijden van daar voor speciaal ingerichte nertslood- sen en wel zo, dat de nesthokjes in de middengang naast elkaar komen te hangen; de drink- en voederbak jes bevinden zich dan aan de bui tenzijde van de loods. Deze loodsen zijn ongeveer 2.50 m hoog bedekt met etemit golfplaten en dienen uitsluitend als dakbedek king voor de rennen en de nesthok jes. Ze zijn aan de zijden geheel open en zodanig opgesteld, dat iedere ren gedurende een bepaald gedeelte van de dag een weinig zonlicht ont vangt. Bij te veel zonlicht in de rennen kunnen de dieren ernstige last van de hitte hebben en geeft ook verkleuring van de pelzen, ter wijl bij te weinig zonlicht de nert sen niet in bronst komen. Alleen de gevels der loodsen zijn gedeeltelijk afgeschermd. De uitwerpselen der dieren vallen door de gaasbodem van de ren op de grond, zodat de rennen gemakkelijk zijn schoon te houden. De rennen en nesthokjes, waarvan wij hier hebben gesproken, zijn de fokkooien der nertsen. Op de grotere nertsenfokkerij bestaat het meren deel der kooien echter niet uit fok kooien doch uit pelskooien. Deze laatsten zijn veel kleiner en bedui dend goedkoper. Ook de nesthokjes der pelskooien zijn kleiner en weer anders ge bouwd. Het verschil tussen fok kooien en pelskooien is, dat in de fokkooien de jongen worden gebo ren en dus groter dienen te zijn, om dat ze, behalve de moeder, ook de jongen moeten herbergen; in de pelskooien worden de jongen afzon derlijk gezet, zodra deze groot ge noeg zijn om voor zich zelf te kun nen zorgen. Een beginnende nertsfokker dient de eerste jaren echter uitsluitend met fokkooien uit te breiden, omdat het zijn bedoeling is het aantal die ren gestadig en snel uit te breiden en dus ieder jaar meer fokdieren zal aanhouden. Als aanvullend materiaal dient men ook een behoorlijke vleesmolen te bezitten, welke door een electri- sche motor wordt aangedreven. Een paar vaten of gemetselde bakken, ondergebracht in een overdekte ruimte, kunnen in het begin dienen voor het bewaren van de vlees- en visafvallen. In fris water, dat twee maal per dag wordt ververst, kun nen deze afvallen gemakkelijk een paar dagen worden bewaard. Een koelcel is natuurlijk zeer doelmatig. Wanneer al deze punten goed zijn overwogen en de bestaande moge lijkheden als gunstig kunnen wor den beschouwd, kan men met het eigenlijke fokken starten. De start, die van overgroot belang is, en de verder te volgen werkwijze zullen we in een volgend artikel bespre ken. A.H. JACOBS „Wat de verkoop van woningwetwoningen (i.e. de z.g. gemeente woningen Red.) betreft, is mijn persoonlijke mening, dat hiertegen toch wel bezwaren bestaan, niet alleen uit een oogpunt van stede- bouw en een gezonde exploitatie van woningverenigingen. Het is vooral het klimaat van de woningwetwoning, in welk klimaat iemand een eigen woning eigenlijk liever niet wenst. Was 't vol gens de bestaande regelingen mogelijk door aankoop van een wo ningwetwoning aan een goedkope eigen wonnig te komen, dit gaat tot de verleden tijd behoren. Want ook de woningwetwoning zal voortaan tegen marktprijs van de hand gaan", aldus de lioofd- ingeneur-directeur van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid in Limburg, ir. C. Kluiters, tijdens een lezing, welke hij maandag avond in Geleen heeft gehouden. BEVOLKINGSGROEI Wij geven hier van enige Noord- Brabantse gemeenten de bevolking eind 1950 en 1959 en de procentuele groei van 1951 t.m. 1958: Beers 2127 2256 3.9°/o Boxmeer 7569 8956 18.3% Cuyk 5776 7363 27.5 Haps 1904 2110 10.8% Mill 7013 8032 14.5% Oeffeit 1612 1748 8.4% Uden 11423 15731 37.7% Wanroy 3459 3638 5.2% Opvallend is het verschil in ves tigingsoverschot, vooral onder in vloed van de industrialisatie. Het vestigingsoverschot van Boxmeer was 27, van Cuyk 498 en van Uden 1268. Een vertrekoverschot had Beers met 294, Haps 166, MUI 726, Oeffeit 148 en Wanroy 535. De heer Kluiters behandelde kele aspecten van de eigenbouw en gaf daarbij waardevolle raadgevin gen en tips aan aspirant-eigenbou- wers. Ir. Kluiters begon er op te wijzen, dat het huisvestingsprobleem zo oud is als de mensheid zelf, welke zich steeds heeft willen beschutten tegen de weersinvloeden. Het is thans een grote zorg de mensen een menswaardige huisves ting te verschaffen, vooral in de dichtbevolkte centra, waarbij spre ker verder niet wilde ingaan op de kwestie van hoog- of laagbouw. VOORZICHTIGHEID „Voor deze streek is de meest ge liefde en geëigende woning: het een- gezins-huis, de meest complete huis vesting, welke ook wel het langst zal standhouden", aldus ir Kluiters. Sprekende over de gebondenheid aan een eigen huis, waarschuwde hij personen, die zich nog geen vaste positie verworven hebben en die kans lopen hun werkgever naar el ders te moeten volgen of van werk kring nog kunnen vei'anderen, om uiterst voorzichtig te zijn met de bouw van een eigen woning wat wel eens remmend kan werken of een blok aan 't been kan worden. Het is dan zaak een courant huis te bou wen, waarnaar vraag bestaat en dat dus gemakkelijk kan worden afge stoten. TRIESTE GEVALLEN Ir. Kluiters wees ook op de trieste gevallen bij de eigenbouw, wanneer de eigenbouwer zich b.v. „overke ken" heeft, de uit de bouw voort vloeiende lasten nog juist of niet kon betalen. Dan zal het noodzake lijke onderhoud van de woning ach terwege blijven en zal de eigenbou wer in vele gevallen noodgedwongen zijn woning moeten verkopen. Niet zeldzaam zij deze gevallen, wanneer de kosten en lasten veel hoger blijken te zijn dan oorspron kelijk gedacht. Bij het kopen van oudere woningen dient men zeer kritisch en voorzichtig te werk te gaan. Sprekende over de economie bij de eigenbouw wees ir. Kluiters er op, dat men thans in een over gangstijd zit. Het huurbeleid van de regering is er thans op gericht zo snel mogelijk een weg te vin- de om van de subsidies af te ko men. Spreker had drie exploitatie- rekenningen opgesteld van een bepaald gangbaar woningtype ge bouwd als woning-wetwoning, als premie-woning in de vrye sector. De maandelijkse lasten bedroegen dan voor de woning-wetwoning f 55 per maand, voor de huur- premie-woning 70 en voor de woning In de vrije sector 90. Op een vraag of het economisch verantwoord is een eigen woning te bouwen, antwoordde ir. Kluiters be vestigend mits de lasten in het bud get van de eigenbouwer passen. Hij waarschuwde eigenbouwers er voor niet te veel geloof te hechten aan advertenties, waarin gezegd wordt dat de jaarlijkse lasten van een be paalde woning zoveel zouden bedra gen. Dan had men alleen de jaar lijkse rente en aflossing op het oog, terwijl de andere lasten buiten be schouwing worden gelaten. BOUW RUIM EN EENVOUDIG „Neem op de eerste plaats een goed architect in de hand. Bouw verder liever ruim en [eenvoudig, dan klein maar duur, want voldoen de ruimte in een woning, is het al lerbelangrijkste. Reken ook niet te veel op de rijkspremie en toeslagen. Bij de directies van de Volkshuis vesting liggen nu reeds aanvragen voor meer dan twee jaar", aldus ir. Kluiters. Tot slot wees spreker erop nooit de praktische inrichting van de wo ning te verwaarlozen daar hier de mogelijkheid ligt om het „eenmans bedrijf" van de huismoeder te ver gemakkelijken „Zolang een pachtovereenkomst niet schriftelijk is vastgelegd, heeft zij geen rechtsgeldigheid". Wij kunnen ons moeilijk voorstel len, dat er in Nederland nog agra riërs zijn, die dit artikel van de pachtwet niet kennen. Toch zou het interessant zijn om na te gaan hoe dikwijls een van beide partijen bij een mondelinge pachtovereenkomst de narigheid heeft ondervonden van het verzuim het overeengekomene zwart op wit te zetten en te laten ondertekenen. Zeer vaak doen zich dergelijke gevallen woor bij overeenkomsten tussen familieleden. „De verhouding was destijds zo goed, waarom had ik dan een be wijs van wantrouwen moeten le veren door ondertekening te vra gen?" zo luidt de klacht van vele benadeelden. Nu is het zo, dat de wet geen on derscheid maakt voor pachtover eenkomsten tussen familieleden en goede vrienden en mensen die el kaar niet of nauwelijks kennen. Hoe zou het ook anders kunnen? Welke maatstaven zou de rech ter moeten aanleggen om een ver houding voor al of niet vriendschap pelijk te verklaren? Echter niet alleen om deze reden is de wet zo positief en moeilijk te ontduiken. Er kunnen zich gevallen voordoen waarbij strubbelingen vrij wel niet kunnen uitblijven wanneer geen acte van overeenkomst aan wezig is. GEVOLGEN VAN NALATIG HEID Zo kan de verpachter geen rechts vordering tot betaling van de pacht som instellen tegen de pachter wan neer de pachtprijs, die de pachter weigert te betalen, niet in een acte is vastgelegd. Wanneer een wijzigingsovereen komst is aangegaan, zijn beide par tijen slechts in zoverre gebonden, dat zij niet eenzijdig kunnen terug treden wanneer zij niet schriftelijk is aangegaan. Dit houdt in, dat de tegenpartij niet tot nakoming van de ovei*eenkomst kan worden ge dwongen. De pachter kan bij eventuele ver koop van het vei-pachte nooit een voorkeursrecht doen gelden zolang de overeenkomst niet schriftelijk is vastgelegd. Evenmin kan in zo'n geval door de pachter of verpachter een verzoek tot verlaging, respec tievelijk verhoging aan de grond kamer worden aangevraagd bij het verstrijken van de driejaarlijkse pachtperiode. Hoe men ook over artikel 19 van de pachtwet, waarin deze regeling is vervat, denkt, men zal er reke ning mee moeten houden, dat de grondkamer het verzoek afwijst. In de nieuwe pachtwet zijn enkele veranderingen aangebracht in de wijze waarop 'n verzoek tot schrif telijke vastlegging van een overeen komst moeten worden gedaan. Voorheen moest een dergelijk ver zoek aan de grondkamer worden gericht, die alleen pachtovereen komsten schriftelijk kon vastleggen.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 2