Ouderdomswet
10 jaren industrialisatie
in Venray...
U, ik en het verkeer...
Kontakt met de andere kant
de politierechter
deTELEVVSfE specialist
Uit Peel en Maas
Zaterdag 23 juli 1960 No. 30
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N^pNRAÏ WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
PRIj|RPER KWARTAAL *1.40 (buiien Venray 1.60)
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506 52
In Nederland voltrekken zich
grote veranderingen. Onze eigen
plaats is daar een sprekend voor
beeld van. Waar we 20 jaar geleden
nog onze puinplaats hadden, verrij
zen nu fabriekshallen.
Fabriekshallen, die op hun beurt
weer groter worden en uitbreiden.
Het zijn de boodschappers van een
indrukwekkende industrialisatie.
Een industrialisatie, welke noodza
kelijk is. Door een sterke verminde
ring van de werkgelegenheid in de
landbouw want ondanks een
machtige reserve aan ontginnings-
gronden begon ook Venray dit te
merken moet een deel van de
agrarische bevolking in andere be
roepen werk vinden.
Daarnaast is de bevolkingsgroei
een andere factor, die als het ware
tot industrialisatie dwong. Om dan
van andere factoren nog maar te
zwijgen, als b.v. het verlies van In
donesië
De gelegenheid om (in andere be
roepen) werk te vinden, moet wor
den geboden op die plaatsen, waar
zij het meeste nodig is en die daar
toe ook de mogelijkheden geven.
Iets wat we nu misschien als van
zelfsprekend beschouwen, maar dat
zo vanzelfsprekend niet ist Want zo
als de mogelijkheden 10 jaren gele
den lagen, was industrialisatie prac-
tisch alleen mogelijk door uitbrei
ding van bestaande industrieën, wel
ke logischer wijze bij de reeds
bestaande fabrieksgebouwen plaats
vond. Plaatsen als Venray hadden
dus practisch geen of zeer weinig
kansen.
Tien jaren geleden kregen wij
en met ons vele andere platte
landsgemeenten een kans om
ook een rol te spelen in het Ne
derlandse industrialisatieproces.
Toen verscheen n.l. de eerste in
dustrialisatie-nota van de toen
malige minister van Economische
Zaken Prof. v.d. Brink. In deze
nota werd o.a.. de mogelijkheid
geopend voor plaatsen als Venray
om door verschillende faciliteiten
industrie aan te trekken.
VENRAYS VOORBEELD
Zo is daardoor ook Venray er in
geslaagd, niet alleen eigen, reeds be
staande, industrieën belangrijk uit
te breiden, maar ook verschillende
nieuwe en grote aan te trekken. En
zoals Venray dit heeft gedaan, zo is
het in vele plaatsen gebeurd en nu
is Nederlands industrie op een breed
fundament gegrond. Men heeft ont
zag en eerbied gekweekt in 't bui
tenland en kwaliteit en kwantiteit
stegen in belangrijke mate.
In het toekomstige Europa zal,
dank zij deze industrialisatie, Ne
derland een belangrijke plaats in
nemen. Maar de industrialisatie
heeft niet alleen een belangrijke in
vloed op de exportpositie van Ne
derland t.o.v. het buitenland.
De probemen, die men aanvanke
lijk moest oplossen, waren van eco
nomische aard. Doch de industriali
satie heeft ook grote sociale veran
deringen met zich gebracht. Ook
hiervan is onze eigen plaats een goed
voorbeeld. Het heeft welicht zin, op
deze sociale veranderingen eens in
te gaan, nu men het 10-jarig jubi
leum viert van de eerste industriali
satie-nota. En zich af te vragen of
men voor de sociae veranderingen
wel voldoende aandacht heeft en of
men ze ook heeft weten op te van
gen
ANDERE STRUCTUUR
Van de vooroorlogse situatie is
niet veel meer over. De agrarische
bevolkingsgroep, die ook in de
gemeenteraad de toon aangaf, is
uit die belangrijke positie verdron
gen. Andere hebben haar rol gro
tendeels overgenomen en deze groep
letterlijk en figuurlijk teruggedron
gen naar de kerkdorpen.
De reeds voor de oorlog bestaande
„rivaliteit" tussen centrum en kerk
dorpen heeft daardoor een nieuwe
voedingsbodem gekregen.
In de kom. waar ten gevolge van
de industrialisatie veel „nieuw
bloed" gekomen is, stelt men andere
en hogere eisen t.a.v. nuts-voorzie-
ningen, onderwijs, verenigingsleven,
vrije tijdsbesteding, sport en spel.
De industrieën eisen woningen op
economische grondslagen, terwijl de
sociale woningnood in de gemeente
nog groot is. Ze stelt andere eisen
aan wegen en verbindingen. Andere
eisen ook voor levering van produc
ten door de plaatselijke winkel
stand.
Er komen personeelsverenigingen
met eigen voetbal- en andere sport
clubs, die concurreren met diverse
ontspannïngsmiddelen. Dit alles kan
leiden tot spanningen. Spanningen
tussen onderscheiden bevolkings
groepen, spanningen in het gemeen
schapsleven zelf, dat de evolutie
soms niet bijbenen kan.
Men mag de vraag stellen of die
gemeenschap zelf een en ander
wel voldoende realiseert. Of zy
poogt inderdaad begrip te hebben
voor de noden, die zowel bij de
ene als bij de andere groep liggen.
Van de andere kant mag men vra
gen of de centrale overheid zelf
voldoende attent is om dit alles in
juiste banen te leiden. Als men
hoort, dat alleen Venray plannen
heeft klaar liggen van rond de ne
gentien miljoen om de z.g. infra
structuur te verbeteren, dan kan
men hier slechts uit afleiden, dat
er juist op dat „sociale vlak" nog
veel misschien zelfs te veel
te verbeteren valt. Een dergelyk
ontzagwekkend bedrag na 10 jaren
industrialisatie zegt o.i., dat men
te lang met deze verbeteringen
heeft gewacht.
RIVALITEIT
Een ander facet, dat de aanwijzing
van kerngemeente tot gevolg heeft
gehad, is dat andere naburige ge
meenschappen met een zekere ja
loezie naar de nu groter wordende
buurman opkijken, die voorwaarden
mag stellen en maatregelen nemen,
welke zij zelf niet kunnen uitvoeren.
Zie in onze streek b.v. de verhou
ding tussen Cuyck en Boxmeer.
De gezonde rivaliteit, welke altijd
tussen dorpen en steden onderling
heerst, gaat hierdoor verloren, zo zij
niet ontaart tot een ongezonde
vijandschap.
Voor het overige wijzen we nog
op de mogelijk onderlinge rivaliteit
tussen de hier gevestigde fabrieken,
die practisch allen in de metaal
sector werken en op dit moment
veelal tobben met te weinig perso
neel.
Dit zijn zo enkele aspecten, die
nog met vele andere uit te breiden
zijn. Problemen in overvloed.
VOORZICHTIGHEID
Met deze problemen tobt Venray
heus niet alleen. Ook andere ont
wikkelingskringen hebben hun moei
lijkheden, al liggen ze dan misschien
op een ander vlak
De Nederlandse industrialisatie
van de laatste jaren is een uiter
mate belangrijke ontwikkeling
voor alle bevolkingslagen. Dat on
dervinden we in Venray evengoed
als elders. De gevolgen zyn ech
ter ingrijpend. Om al die gevol
gen in de hand te houden is voor
zichtigheid geboden. Men dient ze
te kennen en met begrip te be
handelen. Ze moeten geen aanlei
ding zijn om industrialisatie door
een afkeurende bril te bekyken.
Dat zou van een niet op zyn plaats
zijnde kortzichtigheid getuigen.
Het zijn problemen, welke nu een
maal behoren bij het overgangstijd
perk, dat we nu beleven. Noodza
kelijk is een juiste houding, maar
vooral een aanpak met de juiste
maatregelen, opdat een gezond, blij
vend samenleven, ook in onze ge
meente gewaarborgd wordt.
Bestuurders van motorrijtuigen
zijn verplicht hun snelheid zodanig
te regelen, dat zij steeds het motor
rijtuig tot stilstand kunnen brengen
binnen de afstand, waarover zij de
weg vóór het motorrijtuig kunnen
overzien en waarover deze vrjj is.
Aldus luidt de tekst van een ar
tikel, waaraan reeds vele motorrij
tuigbestuurders zich letterlijk en fi
guurlijk bezeerd hebben. Deze be
horen dan nog tot de gelukkigste ca
tegorie. Er zijn heel wat minder for
tuinlijke weggebruikers geweest die
hun fout helaas met de dood heb
ben moeten bekopen.
Over de strekking van dit artikel
is ook al heel wat te doen geweest.
Immers lijkt het niet of elk motor
rijtuigbestuurder altijd fout is in
dien hij op de weg ergens tegenaan
tuft?
Inderdaad. De gevolgen, dat men
vrijuit göat, liggen veel dunner ge
zaaid dan de strafbare voorvallen
op dit gebied. Het is dan ook niet
mogelijk om ongestraft onder de
strekking van dit 'artikel uit te ko
men. Tuft men tegen een obstakel,
tegen een voor U rijdend vóórman,
U zult (figuurlijk) van goede huize
moeten komen om vrij-uit te gaan.
Zelfs al brandt het stoplicht van
die voorman niet. Zelfs al is de weg
spiegelglad of beïnvloeden ander
weersomstandigheden Uw zicht of
rijwijze. Als U op een rechte of na
genoeg rechte en overzichtelijke weg
zonder meer botst, dan botst U dub
bel.
We hebben het over de inhoud
van dit zo beruchte artikel al eens
eerder gehad. Het aantal uitspraken
dat we toen aanhaalden zei waar
schijnlijk meer als onze beschou
wing. We hebben derhalve het boek
der jurisprudentie nogmaals open
geslagen en hier weergegeven:
Een autobestuurder beriep zich na
de botsing op het feit, dat een tegen
ligger hem verblind had en
dat deze uiteindelijk de schuld was
van alle misère.
De Rechtbank te Utrecht dd. 24
dec. 1952 hierin uitspraak doende,
redeneerde o.a. als volgt: Een be
stuurder van een motorrijtuig zal,
indien hij wordt verblind, uit vei
ligheidsoverwegingen zijn snelheid
zoveel mogelijk dienen te beperken;
door dit niet te doen begaat hij een
onvoorzichtige nalatigheid.
Een personenauto reed 's nachts
tegen een van achteren onverlichte
stilstaande militaire truck met op
legger.. Alhoewel men de bestuur
der van dit voertuig in hoge mate
aansprakelijk achtte voor de gevol
gen van dit ongeval, liet het Hoog
Militair Gerechtshof te 's-Graven-
hage dd. 14 sept. 1954 ook nog een
ander geluid horen:
Ofschoon de aanrijding in hoge
mate te wijten is aan natlatigheid
van de bestuurder van de onver
lichte truc, is het Hof van oordeel,
dat de bestuurder van de personen
auto, die er tegenaan reed, zijn snel
heid zodanig had moeten minderen,
dat hij de achterzijde van de op
legger eerder had kunnen waarne
men en eerder krachtig had kunnen
remmen.
De Rechtbank te Arnhem zei er
dd. 19 april 1956 het volgende over:
Een automobilist moet er steeds op
verdacht zijn, dat een voor hem rij
dende auto als gevolg van onvoor
zichtige omstandigheden plotseling
moet stoppen. Hij behoort een zo
danige afstand tot zijn voorligger te
bewaren, dat hij in die omstandig
heden eveneens kan stoppen en een
botsing kan voorkomen.
Een ander geluid uitte de Kanton
rechter te Assen dd. 16 nov. 1956. Er
had n.l. een aanrijding plaats ge
vonden tussen een personenauto en
een onverlichte truc met oplegger,
die 's nachts dwars over de rijbaan
stond. Deze magistraat redeneerde
als volgt:
Het gaat te ver van een automo-
blist te vergen, dat hij rekening
houdt met onverlichte obstakels op
de weg, wier aanwezigheid hij
geenszins behoeft te verwachten.
Als we deze uitspraak naast die
van de vorenvermelde uitspraak van
het Hoog Militair Gerechtshof leg
gen, komen we tot de conclusie, dat
de Rechterlijke Macht er variabele
meningen op na houdt.
Wij zij echter van mening, dat de
bestuurder van een motorrijtuig niet
alleen op de onderlinge afstand van
"hem tot zijn voorganger moet letten,
doch bovendien alle ongunstige om
standigheden in het oog moet hou
den.
Rijdt men overdag bij helder weer
met 70 km snelheid met een onder
linge afstand van 60 a 70 meter ach
ter zijn voorganger, dan is dat ruim
voldoende. Bij sneeuw, regen, mist
en andere ongunstige factoren is
het persé niet voldoende.
Men kan dit niet uit een boekje of
rubriekje leren; dit moet men zelf
beoordelen.
Het is helaas jammer, dat men pas
na een botsing weet, dat de afstand
en het gevoerde beleid daartoe ver
keerd geweest is.
Ons advies in deze duistere en
pijnlijke aangelegenheid luidt:
„Neem geen risico en overdrijf in
de ruimte".
Twee gesprekken en een konklusie
,Het vroeg wel enigszins helden
moed, maar tenslotte heb ik het or
toch maar op gewaagd. Op een
avond ben ik brutaalweg een van
de kolchozen, de kollektieve boer
derijen van Oost-Duitsland, binnen
gestapt. Ik werd er met veel nieuws
gierigheid ontvangen, want het be
richt uit 't Westen en iedere vreem
deling die nieuws brengt is welkom".
De propagandist van Oostpriester-
hulp, die juist van een oriëntatie
reis achter het IJzeren Gordijn is
teruggekeerd, kijkt ons tegelijk
triomfantelijk en een beetje ver
legen aan.
Het waren meest jonge mensen
die ik er aantrof zo gaat hij ver
der en het duurde niet lang of
we waren in een levendig gesprek
gewikkeld. Er kwamen vragen als:
hoe kunnen de katholieken beweren,
dat de Paus onfeilbaar is? en: wat
vindt u nu van het kapitalisme in
de Westerse landen, van de onrecht
vaardige arbeidsverdeling etc.?
Ik heb hun 2.0 goed mogelijk ge
antwoord en op mijn beurt ook aan
hen verschillende vragen gesteld: of
ze geloofden in het ideaal van het
Kommunisme en wat ze vonden van
de vele onrechvaardige dingen die
er ook in hun land gebeurden. Ze
konden niet op alles bevredigend
antwoorden, maar één ding was vol
komen duidelijk: ze waren vol van
hun ideaal. We weten wel, dat we
er nog niet zijn, en dat er nog veel
moet gebeuren, zeiden ze, maar we
zijn bereid om alle tegenslagen op
onze schouders te nemen. Van alles
wat wij nu lijden zullen de mensen
na ons profiteren
Ik moet zeggen dat ik veel ge
leerd heb op die avond met die
jonge mensen. Ook hun ideaal
is, een betere wereld te scheppen.
Alleen het is geen kruistocht, zoals
bij pater Lombardi. Alles willen ze
doen voor een betere wereld, maar
het kruis hebben ze in een hoek ge
gooid. Dat is goed voor oude vrou
wen, die niets anders meer te doen
hebben; wij die arbeiden hebben
daar geen tijd voor. Het kruis is in
derdaad een dwaasheid voor hen
die alleen willen vechten voor deze
wereld. Dus hebben de kommunis-
ten de katholieke godsdienst altijd
als een hindernis gezien voor hun
betere wereld, een hindernis die zo
gauw mogelijk uit de weg geruimd
moest worden. Tot zover onze zegs
man.
Een Westerse journalist beschrijft
een bewogen gesprek, dat hij had
met een hoge prelaat uit Oost-
Duitsland. Vijftien jaar lang leven
onze katholieken nu al in een vij
andige wereld, die geen middel on
beproefd laat om de Kerk en het
geloof uit te roeien, zo klaagde de
prelaat. De toestand bij ons is wer
kelijk onheilspellend. Wij staan te
genover een stroom propaganda zó
groot, zó onuitputtelijk, zó geva-
riëerd, zó overal en altijd aanwezig,
dat men zich daar in het Westen
nauwelijks een voorstelling van kan
maken. Ik geef toe, dat de toestand
op het ogenblik misschien nog enigs
zins hoopgevend is.
Op het seminarie te Ehrfuhrt stu
deren 270 priesterstudenten. Maar
je bent geen moment zeker van de
toestand; met een ijzeren dialek-
tische logika kan men vandaag ver
moorden die men gisteren gehuldigd
heeft.
De zorgen hadden hun sporen ach
tergelaten op het gelaat van de bis
schop en ernstig ging hij verder:
„Het kommunisme schaft de gods
dienst niet zonder meer af; doet al
les geleidelijk en van binnenuit. In
alle landen achter het IJzeren Gor
dijn is er een z.g. vrijheid van gods
dienst. Maar door allerlei maat
regelen wordt een echte vrijheid on
mogelijk gemaakt. De priesters wor
den niet zonder meer gevangen ge
nomen en weggevoerd. Neen, de
icommunisten gaan veel geraffineer
der te werk. De seminaries komen
onder staatstoezicht en de priester
studenten worden er onderwezen in
de marxistische leer, dag in dag uit.
Het is er voor een priester haast on
mogelijk om zuiver te staan in de
leer, om niet meegesleurd te wor
den n die stroom.van propaganda".
Peinzend trommelde hij met zijn
vingers op de tafel. „Zo zaait men
verdeeldheid onder de priesters en
zij die de gelovigen moeten leiden,
zijn het niet eens mpt elkaar. Het
vraagt heldenmoed om trouw te
blijven aan alles wat de Kerk van
Rome vraagt. Samenwerking met de
kommunisten is niet mogelijk. Toch
zijn er in vele landen priesters die
wel willen samenwerken: de z.g.
vereniging van nationale priesters in
Tsjechoslowakije, de katholieke
vredespriesters in Hongarije en de
patriottische priesters in China".
De bezorgheid van de Oostduitse
prelaat was zeer groot. Hij was er
van overtuigd dat deze geleidelijke
taktiek veel en veel gevaarlijker
was dan een radikale vervolging.
Langzaamaan worden de pries
ters in de ogen van hun gelovigen
naar beneden gehaald door de bes
ten gevangen te nemen, door
monsterprocessen, door hen tot ver
deeldheid te brengen. Wie zou er nu
nog priester willen worden. In alle
landen achter het IJzeren Gordijn
loopt het aantal priesterroepingen
schrikbarend achteruit. Alleen in
Polen is dat gunstiger, het is er zelfs
verdrievoudigd, ondanks de zware
druk van vervolging en dood. Maar
in Tsjechoslowakije b.v. met twee
maal zoveel katholieken als in Ne
derland is nog maar één groot-se
minarie en dan nog met verplicht
marxistisch onderricht. Zo is het in
praktisch alle andere landen.
Toch zijn de priesters de enigen
die de mensen de weg kunnen wij
zen in deze woestijn van leugen en
bedrog, die hen kunnen helpen hun
geloof in Jezus Christus te bewaren.
Mocht het idealisme en de bereid
heid om offers te brengen, bij de
jeugd achter het IJzeren Gordijn
gericht worden op deze kruistocht
voor een betere wereld.
Dit is de Kerk in nood waarop de
pauselijke maandintentie van augus
tus 1960 gericht is: vele roepingen
voor het priesterschap in de Zwij
gende Kerk.
De opgewekte cafébezoeker hees
zich omhoog tussen twee barkruk
ken, terwijl hij aan de voorzijde
werd gesteund door het buffet.
„Mannen!" riep hij naar de stam
tafel, „vandaag gaan we feestvieren.
Leve de lol!"
De behupzame mannen traden
naderbij en wierpen nieuwsgierige
blikken op de portemonnee die de
bezoeker achteloos voor zich had ge
TEL. 1070
legd. De kasteleinesse begon de gla
zen te spoelen en bier te tappen.
Het duurde maar even voor er een
goede kameraadschap was ontstaan,
met hartelijke schouderklopjes,
proost, en allerlei confidenties.
,Jou mag ik wel!" zei de royale
bezoeker tot de kasteleinesse, ter
wijl zijn portemonne platter begon
te worden. „Jij met je glimmende
oogjes, en je kuiltjes in de wang.
En die stoute haartjes bij dat on
deugende oortje!" De kasteleinesse
lachte kirrend. De behulpzame man
nen zorgden voor het begeleidend
koor op. de achtergrond. Zij namen
er nog maar eentje.
Zo ging dat die avond door, tot de
portemonnee inderdaad leeg was. De
vriendschap verkilde. De kuiltjes
van genoemde kasteleinesse leken
verdwenen en haar glanzende ogen
schenen hard" te worden. De behulp
zame mannen keerden onverschillig
terug tot hun partijtje klaverjas.
De cafébezoeker begon zich een
weinig eenzaam te voelen. Hij hees
zich opnieuw omhoog tussen de
krukjes en het buffet. „Geef me d'r
nog maar eentje zus!" riep hij jo
viaal. Maar zij schudde het hoofd.
Zonder geld geen drankjes. En of
hij nu maar wilde vertrekken.
Dit lag geenszins in de bedoeling
van de dorstige gast. Hij persisteer
de bij zijn borrel, zoals de officier
het zou noemen. Maar zij was zo
hard als een bikkel. Of hij maar
wilde vertrekken.
De man nam dit niet. Maar de be
hulpzame mannen legden hun kaar
ten neer, verschoven het sigaretje
naar de andere mondhoek, zetten
de deur open en wierpen de zani
kende gast op de stoep. Vervolgens
ging de deur op slot en de juffrouw
achter de tapkast schonk er nog
maar eentje in.
Buiten voelde de uitgeworpene
pas goed hoe dorstig hij was. Hoe
wel niemand in de straat liep ging
hij een luide doch wat verwarde
uiteenzetting geven van hetgeen
hem was overkomen. Toen hij zich
zelf zo hoorde praten werd hij
steeds bozer. „Ik ga d'r weer in!"
riep hij dreigend tot een belendende
lantaarnpaal, „Let op, ik ga d'r
weer in!" En de daad bij het woord
voegend stapte hij het etablissement
binnen.
Door alcohol benevelde lieden
wordt gekenmerkt door de slordige
uitvoering van hun plannen. Dat
was ook hier het geval. Een klein
verzuim bedierf de glorieuze entree.
De man vergat de deur open te doen
voor hij binnen kwam. Hij stapte
dwars door het uitnodigend op
schrift „De koffie is klaar". Voor
120 aan glas viel rinkelend om
laag.
De behulpzame mannen legde hun
kaarten opnieuw neer. Zij werkten
de man vlot weer naar buiten. Door
hetzelfde gat. Maar zij moesten hun
klaverjaspartijtje voortzetten met
opgezette kragen, want het was
tochtig geworden in het café.
De man betuigde kermend zijn
spijt bij de rechter. Hij klaagde, dat
hij de dure ruit moest betalen. En
dat hij die avond eigenlijk helemaal
geen plezier had gehad van zijn
geld. Met dit alles hield de rechter
rekening toen hij hem wegens ver
nieling tachtig gulden boete op
legde.
van 30 juli 1910
De telling betreffende het
grondgebruik en de veestapel in
onze gemeente geeft de volgende
uitkomst:
Bouwland, grasland en tuingrond
in gebruik:
Eigen land 3401.83 hectaren;
Gepacht land 811.07 hectaren;
Aantal paarden boven 3 jaren 389.
beneden 3 jaren 87.
Aantal runderen: springstieren 11;
melk en kalfkoeien 1458; mestkal
veren 45; ander mestvee 120; jong
vee 1272; aantal schapen 1922; aan
tal geiten 475.
Aantal varkens boven 6 weken
2688; beneden 6 weken 660.
Aatal kippen: kuikens in 1910 ge
boren 7996; oude kippen 25.933.
Aantal bijenkorven 201.
Zondag werden vele Ven-
rayenaars in de provincie Nrd-Bra-
bant bekeurd wegens het niet in 't
bezit zijn van de beruchte wegkaart
voor wielrijders. Ook werden er be
keurd, die deze kaarten met cijfers
hadden ingevuld in de plaats van
met letters, zoals is voorgeschreven
Door de geitenbond alhier wor
den Saanenlammeren ingevoerd,
welke voor de leden te koop zijn
10 tot 20 per stuk.
Rijksingezetenen en voorts ook Ne
derlanders die geen rijksingezetenen
zijn (deze laatste onder bepaalde
voorwaarden) kunnen bij de Sociale
Verzekeringsbank een vrijwillige
ouderdomsverzekering sluiten.
Hiervoor moet de betrokkene zich
wenden tot de Raad van Arbeid.
Voor het sluiten van een zodanige
verzekering gelden geen beperkende
bepalingen ten aanzien van finan
ciële welstand e.d. Het Rijk is zon
der enig voorbehoud aansprakelijk
voor alle uitkeringen.
Hierop werd ons onlangs gewe
zen door een onzer abonnees, die er
aan toevoegde, dat hij gehoord had,
dat ook ten aanzien van deze „v.o.v."
de bepaling gold, dat bij het tege
lijkertijd genieten van deze uitke
ring en een algemeen ouderdoms
pensioen (a.o.w.) van het vrijwillig
pensioen een zeker deel zou worden
gekort, zoals dit ook het geval is
met de (overige) overheidspensioe-
nen, waarop tot 80°/o voor dit doel
gekort kan worden.
Wij begrijpen de gedachtegang
van deze abonnee wel, maar konden
hem er op wijzen, dat het hier niet
gaat om een „overheidspensioen" en
dat de beperkende bepalingen zoals
deze bestaan in de c.a.o. in de a.o.w.
buiten beschouwing blijven.
DE MOGELIJKHEDEN
Zoals vermoedelijk bekend is, kan
men zich bij de v.o.v. verzekeren
voor een pensioen van 15 tot 90
per maand, ingaande op een dei-
leeftijden van het 55ste tot het 65ste
jaar met de bepaling, dat bij over
lijden vóór de pensioenleeftijd een
restitutie van premie zal plaats vin
den; of van een pensioen van 15
tot 90 per maand, ingaande even
eens op een <ler hierboven genoem
de leeftijden, zonder restitutie van
premie van overlijden vóór de pen
sioenleeftijd.
Deze beide genoemde verzekerin-,
gen geven, bij volledige premiebe
taling, bovendien recht op een uit
kering van 100 bij overlijden, mits
dit overlijden niet plaats heeft bin
nen 3 jaar na de dag, waarop de
verzekering is ingegaan.
Het recht op deze uitkering duurt
voort tijdens het genot van het ver
zekerd pensioen. Kinderen van elke
leeftijd kunnen eveneens verzekerd
worden.
WEDUWEN EN WEDUWNAARS
Ook kan men zich verzekeren van
een weduwen- of weduwnaarspen
sioen van 1 tot 10 per week. Deze
verzekering kan worden gesloten
door een der echtgenoten vóór het
60ste jaar ten gunste van de andere,
uit te keren na het overlijden van
de verzekerde. Hierbij geldt echter
een wachttijd van 3 jaar, waarbin
nen geen recht op pensioen kan ont
staan, behalve wanneer het over
lijden het gevolg is van een ongeval,
dat de verzekerde na het aangaan
der verzekering is overkomen. Deze
verzekering kan echter alleen door
rijks ingezetenen worden afgesloten.
Het pensioen gaat in op de eerste
dag van de maand, waarin het recht
op pensioen ontstaat en wordt uit
betaald in maandelijkse termijnen
door een postkantoor of door over
schrijving op een girorekening,
spaarbank of bankrekening, al naar
gelang men verzoekt.
De premie hangt af van het ver
zekerde bedrag, leeftijd en geslacht.
Bij betaling der premie over langere
termijn dan een maand bestaat recht
op premiereductie die niet onbelang
rijk is.
EXTRA VOORDELEN
De premie voor de lijfrenteverze
kering mag bij berekening van het
belastbaar inkomen geheel of ge
deeltelijk op het z.g. onzuivere in
komen in mindering worden ge
bracht. Dit geldt eveneens voor de
loonbelastingplichtigen. Premiebeta
ling geschiedt aan de Raad van Ar
beid.
Onder bepaalde voorwaarden kan
de premiebetaling worden beëindigd
waarbij het pensioenbedrag of de
som ineens wordt vastgesteld naar
rato men recht heeft bij het berei
ken van de pensioenleeftijd. Even
eens kan onder bepaalde voorwaar
den een beëindigde verzekering wor
den hersteld, als dit geschiedt bin
nen een jaar na het tijdvak waar
over voor het laatst premie is be
taald.
Dit is in het kort de gang van za
ken bij deze verzekering waarbij wij
er nog eens uitdrukkelijk op wijzen,
dat onder geen beding korting op de
verzekeringssom zal plaats hebben
als men gelijktijdig algemeen ouder
domspensioen geniet.