„Schrijf de Pinksterdagen
maar op je buik"
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
U, ik en het
verkeer...
De bestrijding van
de Colorado-kever
Tips voor de zomervakantie
Zondagsdienst huisartsen
Zaterdag 14 mei 1960 No. 20
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52
m.m. ABONNEMENTS-
.40 (bulten' Venray 1.60)
Het was een van de eerste dagen
van mei en de verloven waren voor
de zoveelste keer ingetrokken. De
troep had na de dienst beperkte be
wegingsvrijheid, doch niemand
mocht het garnizoen i.e. Venray ver
laten.
Niettemin had ik het gewaagd des
avonds even naar huis te wippen,
maar op de terugweg werd ik door
de Militaire Politie in de Peel met
het grootste gemak op de bon ge
slingerd.
Ik maakte me daarover geen zor
gen. Nog nooit had ik ook maar een
vnegepoepje op mijn straflijst ge
had en omdat ik met de compagnie
commandant op de beste voet stond,
zou hij mijn menselijk vergrijp ze
ker seponeren en het afdoen met de
opmerking: „Als het maar duidelijk
is, dat je in overtreding was!"
Ik was blij. Want, met de Pink
sterdagen zou mijn vrouw voor een
dag of w^t naar Venray komen om
er de sergeant, die al sinds de mobi
lisatie onder de wapenen was, een
min of meer burgerlijk intermezzo
te verschaffen. „Tot daags voor
Pinksteren dan", had ik gezegd.
Maar het hoefde niet. Want de
volgende avond tegen 7 u., toen een
paar onderofficieren en ik net het
avondeten door de keel hadden,
klonk alarm.
„Schrijf Pinksteren maar op je
buik", zei een administrateur tegen
me", in het bitterzoete jargon van de
soldaat.
Anderhalf uur later zeulden we
bepakt en gezakt Venray uit op weg
naar de stellingen rond de Maas met
al het materieel, dat ter beschikking
was. Er was sinds september duch
tig gewerkt aan de uitbouw ervan.
Ik was herhaaldelijk naar het ka
daster geweest in Roermond om er
inlichtingen te krijgen over bepaal
de percelen, die in het netwerk der
verdediging zouden worden betrok
ken.
Ik had woedende boeren meege
maakt die het vertikten vijftig vier-
1 kante meter grond vrij te geven
voor de bouw van een kazemat en
ik had herhaaldelijk de werklozen
zien lanterfanten die via de"Heidemij
graafwerk verrichten in de linie, die
we ter verdediging gingen inrichtten.
Nu was alles klaar, behalve de
kazematten. De inrichting was nog
niet voltooid. Maar de stellingen
met de houten onderkomens, ver
sterkt door stukken rails en dwars
liggers en een paar meter zwarte
aarde lagen te wachten op onze
compagnie, die een strook langs de
Maas bezette van een kleine kilo
meter tussen Vierlingsbeek en"Maas-
hees.Daar tussenin lagen, meer naar
achteren de artillerie-eenheden,
voor 't merendeel oud materiaal, dat
had kunnen dienen om een oorlog te
voeren in 1910, doch niet om ons te
verweren tegen een vijand, die in 'n
paar dagen Polen onder de voet
had gelopen. We hadden wat 6 veld
en 8 staal en wat er achter het De
fensiekanaal lag, moest beter zijn en
moderner doch dat kreeg men nau
welijks te zien.
Op die avond overdacht ik dat
allemaal in een weemoedige stem
ming, omdat mijn vrouw met Pink
steren niet zou kunnen komen.
Sinds november waren we velé
malen dezelfde weg gegaan en nu
stond het vast, dat een compagnie
vijf kwartier na het alarm in de
beste vorm kon uitrukken.
In de snel vallende avond sjokten
we Maaswaarts, het etensketeltje
wipte op de cadans en ook de veld
fles vol vers water huppelde mee op
mijn rug.
„De stellingen bezetten". Alsof de
Moffen niet wisten, hoe het erbij
stond.
„SERGEANT TELEFOON!"
Het werd zeven, acht en negen
mei. De zon was overdag zo warm,
dat het juni leek.
Opeens werden in die stellingen
andere dingen belangrijk. Om tien
over zeven 's morgens kwamen de
etenshalers terug met thee, brood,
leverpastei en hagelslag, om kwart
over twaalf met vooraf gesuikerde
thee in open gamellen en tegen vij
ven, even voordat de gestoomde
aardappels, de groente en het vlees
dampend op het open plekje in het
bos stonden, kwam de facteur met
post.
De negende mei des avonds begon
de dreiging onweerskoppen te vor
men aan onze geestelijke horizon.
Het hing in de lucht. Het leek of
duizend jaren vermoeden, angst op-
z'n-hoede-zijn doorwerkten in de
levende generatie.
Na jaren, na twintig zo vlug ver
gane jaren herinner ik me niet alles
meer van minuut tot minuut. Het
begon met telefoongerinkel in de
commandopost „Sergeant telefoon!"
Van de andere kant hoorde ik een
stem, die ook met de zenuwen geen
raad wist: „Er moet rekening ge
houden worden met vernielingen
oost van de Maas".
En terwijl buiten 't doffe dreunen
al hoorbaar was, werd ik aan de
overkant opnieuw opgeroepen. „Ver
nielingen oost van de Maas worden
uitgevoerd".
Ik noteerde de binnenkomst en de
korte inhoud van het bericht en tot
voor in de stellingen dreef de onrust
als nevel verder. Het was tien mi
nuten later, dat er weer twee be
richten doorkwamen. Eerst de waar
schuwing, dat vernielingen west van
de Maas werden beraamd en toen,
dat de vernielingen west van de
Maas werden uitgevoerd.
In de eerste schemer van de mei
ochtend was de lucht vol dreunend
gonzen. Een rommelen, dat geen
einde nam. We zagen ze gaan boven
onze hoofden de bommenwerpers
met oorlogskruisen. We schoten er,
dwaas genoeg, met geweren en ka
rabijnen, met mitrailleurs en pisto
len op"
Maar dat werd al gauw verboden
en als munitieverspilling getypeerd.
In die eerste ochtendschemer kwa
men de berichten uit Venray, waar
alles kalm was en fle bewoners met
plakband hun ruiten aan het be
schermen waren.
Er scheen daags tevoren enige op
winding geweest te zijn toen de stu
denten van het gymnasium plotse
ling op pinkstervacantie gingen. Dat
scheen nooit gebeurd te zijn en de
commandant meende dat. dit plotse
ling vertrek de gemoederen maar
onrustig zou maken. Voor het overi
ge was het er kalm, evenals bij ons
in de linies. Ver over de Maas in het
noord-oosten, hoorde men de lucht
dreunen, het vuren van de kanon
nen, het gorgelen van rondjes vlie
gende Duitse jagers. En tegen „ach
ten, toen de oorlog al een paar uur
oud was, en Nederland tot in 't merg
geschokt was door verraad, woord
breuk en barbarij, bonsde het een
paar maal hard. Bomen die de lucht
ingingen. Versperringen die geslagen
werden.
Later liep ik achter de kleine ka
pitein aan naar de secties om te zien
hoe het erbij stond. Hoe luitenants
en vaandrigs reageerden, hoe de col
lega's het opnamen en hoe er toen
al gefluisterd werd over terugtrek
ken.
We hadden al gehoord van het
wegtrekken, het terugtrekken van
de moderne artillerie naar de ves
ting Holland achter de veelgeprezen
en reddende waterlinie. En we voel
den het allemaal al, die het wisten,
dat we werden prijsgegeven met een
stukje zes veld, dat opsprong van de
straat als het werd afgevuurd.
De Peelraamstelling is een mooi
woord voor een lelijk ding. Maar we
dronken thee en koffie.
We schreven op order van de ka
pitein onze brief naar huis, „want,
mannen, daar zal wel niets meer van
komen vanavond of morgen!"
Tegen de middag loeiden de koeien
doordringender. De jongens van het
platteland rilden bij het horen er
van. „Sergeant mag ik ze gaan mel
ken?"
Maar de kapitein vond, dat we ons
medelijden maar moesten opsparen
voor de eigen jongens, die nu aan
de Maas te Gennep en Katwijk
vochten tegen de Moffen.
Tegen 10 uur kwamen de eerste,
vluchtende soldaten van de Maas in
onze stellingen aan. Met berichten
van dood, van de vijandelijke sterk
te en van gesneuvelden en gewon
den. En op datzelfde uur klonk weer
de telefoon.
„Er moet rekening gehouden wor
den met terugtrekken. De vijand zat
al in Mill, was met een pantsertrein
over de brug in Gennep gekomen
En ook in Venlo was hij over de
Maas. We liepen kans ingesloten te
worden". We hadden nog geen Duit
sers gezien.
In de lucht gonsde de jagers en
stuka's en ik probeerde ze te tellen,
als ze terugkwamen. Of het er nog
wel zoveel waren als op de heen-
vlucht.
De angst van de eerste uren ebde
weg.
In het middaguur was er weer te
lefoon. Ik rende naar het onderko
men en nam de hoorn af. „Ik wil
je compagniescommandant spreken.
Alle andere toestellen uitschakelen!"
Ik liet de kapitein halen en zei:
„De majoor voor U!"
Hij keek gespannen, terwijl hij
luisterde. Toen het gesprek uit was,
scheen hij opgelucht.
„We trekken terug op Deurne".
Binnen een half uur vertrekken.
En zo vertroken we op fietsen en
boerenkarren. Een onverschillige
troep mensen. Het was een begin
van een terugtocht die zich voort
zette tot we goed en wel achter de
Zuid-Willemsvaart zaten. We wer
den beschoten en we knepen hem.
En toen opeens waren ze daar. Ze
fietsen onze stellingen binnen. En na
twintig jaar weet ik nog van dat la
waai, dat die kerels maakten. Alsof
ze op een lichtvoetige manoeuvre
waren, met losse flodders. Ze waren
opeens overal.
Er was geen orde meer. Nooit had
den we geleerd, hoe we een vijand
moesten bestrijden, die achterom
binnenkwam. Mitrailleurs ratelden,
paarden stoven weg, soldaten zoch
ten naar een ster of een streep. Ik
had een tien man om me.
„Jongens we volgen de terug-
tochtsweg en we proberen bij Den
Bosch weer aansluiting te vinden bij
het onderdeel".
„BLÖD, WAS?"
Tegen zevenen werden we gevan
gen genomen. We wilden net een
weg oversteken toen om de bocht
drie motoren daverden. Machine
pistolen en mitrailleurs vuurden. Er
was geen schijn van kans. Een paar
minuten later fouilleerde me een
eerste luitenant. Drie moffen ston
den met machine-pistolen in de aan
slag.
„Ze schieten me pardoes neer",
dacht ik. „Daar zijn 't Moffen voor!"
Na mij kwamen de soldaten van
de commando-groep. „Blöd was? zei
een officier tegen een ander.
Ja blöd" Waren we. Geen moor
denaars, geen soldaten. We waren
burgers in uniform met een kara
bijn, een geweer, 'n ouwe-knots-re
volver tegenover machinepistolen,
mitrailleurs, handgranaten. „Blöd,
was?"
Ze stopten ons in een café als ge
vangenen. Ik had een wond aan het
scheenbeen. „Sie brauchen sich nicht
abzuqualen", zei een Hauptmann te
gen me. „Sie werden mit einem Mo-
torrad afgeführt!"
Op de tweede Pinksterdag dreven
ze ons naar Weert. Onderweg zagen
we de postauto op zijn rug liggen,
omgekanteld. De post lag als kip
penvoer uitgestrooid over de weg.
Onze afscheidsbrieven?
Eerst werden we even naar onze
kazerne geloodst. Dat was om in
druk te maken. Toen brachten ze
ons naar het klooster der Francis
canen.
Daarna ging het naar Roermond,
Brüggen, Dortmund, Westfalenhalle
en toen naar Fürstenberg aan de
Oder, kaalgeknipte koppen, slapen
op houtkrullen, aardappelschillen,
visworst en sigaretten uit denne-
korrels
Vergeet het maar!
Wie in onze jongensjaren op de
lagere school de betekenis van vier
of meer verkeersborden kende en
ze daarbij ook nog kon tekenen, be
hoorde in die tijd tot de intelligentia.
Van voorrang en stopgeboden
hadden wij geen kaas gegeten. Het
enige wat we wisten was, dat men
bij het afslaan een hand moest uit
steken en dat men per rijwiel een
fietsplaatje moest hebben.
Over deze laatste fiscale eis zal
de jeugd van vandaag opkijken. Ge-
ukkig behoort deze bepaling thans
tot de vaderlandse geschiedenis.
Op school werd nimmer over ver
keersregels gesproken. Eerstens om
dat het geen verplicht leervak was
en tweedens omdat deze aangelegen
heid ook niet zo actueel als heden
was. Slechts zij, die een auto hadden
of uit hoofde van hun beroep moes
ten besturen, waren in het bezit" van
een rijbewijs. Om zó zonder meer 'n
rijbewijs-examen aan te vragen,
was beslist geen mode.
De tijden veranderen. Onlangs
hebben de leerlingen van de hoogste
klassen der lagere scholen 'tschool-
verkeersexamen 1960 afgelegd. On
der auspiciën der Vereniging voor
Veilig Verkeer moesten de jongelui
een twintigtal vragen, welke in zeer
bevattelijke vorm gesteld waren,
met eigen woorden beantwoorden.
Over de geboekte resultaten valt
geenszins te klagen. De vragen wa
ren voorwaar niet gemakkelijk. Als
men de jongelui het werk mee naar
huis gegeven had waren de meeste
ouders beslist niet bij machte ge
weest hun pupillen een handje te
helpen.
Dit is wel een pijnlijke conclusie,
doch als een Evangelie zo waar. Wij
durven zelfs te stellen, dat dit werk
op het niveau lag van het theore
tische gedeelte ter verkrijging van
een rijbewijs.
Als men de resultaten van dat
examen kent en vergelijkt met het
door de jongelui geleverde werk,
komen de oudjes er bepaaldelijk be
kaaid af.
Om ons van deze mening te over
tuigen, hebben wij de schoolexamen-
vragen aan verschillende lieden
voorgelegd, die dagelijks op de weg
een rij- of voertuig besturen. En
schrikt U niet, waarde lezers, het
droevigste figuur sloeg de man, die
reeds 30 jaar een rijbewijs had en
dagelijks een grote vrachtauto be
stuurde. Als men de antwoorden
aanhoorde, die deze man op de
school vraagjes gaf, sprongen je de
tranen in de ogen.
Het beste bracht iemand het er af,
die zeer recent een rijbewijs behaald
had, nog vol van zijn theoretische
kennis wist deze persoon vrijwel alle
vragen correct te beantwoorden.
Wij zijn eens even bij die dertig
jarige rijbewijsbezitter stil blijven
staan. Figuurlijk wel te verstaan.
Wat is de oorzaak van dit droevige
feit?
Iemand, die in 1960 een auto wil
gaan rijden, moet een rijbewijs heb
ben. Dit kost moeite en niet te ver
geten geld. Lessen, examenstortingen
en tijd. Wie geluk heeft kan moge
lijk met een bedrag van ongeveer
7,50 bij één rijproef het rose for
maliteit je in zijn bezit hebben.
Dit in wel het allergunstigste ge
val. Om over de bedragen in de on
gunstigste gevallen maar te zwijgen.
Wie 't dan haalt, mag rijden, waar
mede helemaal niet gezegd kan wor
den, dat we een allround chauffeur
achter het stuur hebben. Theore
tisch zal hij voldoende in zijn mars
hebben, doch practisch?
Wie in 1930 een rijbewijs haalde,
behoefde niet aan zo'n eisen als van
daag te voldoen.
Heeft hij zijn rijbewijs regelmatig
formeel laten verlengen doch nooit
meer een auto van binnen gezien,
dan heeft hij dezelfde rijrechten als
de man, die juist z'n met veel moeite
verworven rijbewijs ontvangen
heeft.
De man, die wij aantroffen, zal
niet tot de laatste categorie beho
ren. Hij is gedurende al die tijd blij
ven rijden. Zijn rij routine heeft hij
opgevoerd en we kunnen gerust stel
len, dat we hier een goede bestuur
der gehad hebben, practisch wel te
verstaan.
Theoretisch is deze man evenwel
in 1930 stil blijven staan. In 't gun
stigste geval heeft hij zich voor
nieuwe gecreëerde verkeersborden
geïnteresseerd. Doch wat er verder
allemaal voor nieuwigheden bepaald
zijn, is aan zijn oog en oor voorbij
gegaan.
Onder deze omstandigheden werd
hij thans met een simpel school
examen geconfronteerd, waarvan zo
als U bekend, hij geen snars terecht
bracht.
Als de huidige rijbewijsregeling
blijft zoals ze steeds geweest is, slaat
uw zoon of dochter over 30 jaar het
zelfde figuur.
Het zou ideaal zijn, én voor de rij
bewijsbezitter én voor de algemene
veiligheid, dat om de vijf jaar een
nieuw examen verplicht gesteld
werd.
De tijd heeft geleerd, dat de hui
dige regeling gelijk het vergeten
fietsenplaatje tot de Vaderlandse
geschiedenis behoort.
Nu de vondsten van kevers weer
zijn gemeld, is het gewenst de aard
appeltelers te wijzen op de noodza
kelijkheid van een effectieve bestrij
ding van de coloradokever.
In de ontwikkeling en bij de be
strijding van de coloradokever kun- j
nen we drie perioden onderscheiden I
1. In het het voorjaar (april-juni),
wanneer de kevers, die in de
grond hebben overwinterd, te
voorschijn komen. Dé grote mas
sa verschijnt bij een bodemtem
pera tuur van 10° C of hoger. De
kevers begeven zich zo spoedig
mogelijk naar aardappelpercelen.
Gewoonlijk treft men ze aan
langs de randen van percelen,
wanneer deze grenzen aan per
celen, waarop het vorige jaar
aardappelen werden geteeld. Een
behandeling van de kantrijen,
zodra daarop kevers worden
waargenomen, wordt sterk aan
bevolen.
2. In juni-juli, wanneer bij warm
weer de kevers eieren gaan af
zetten, die als gele hoopjes aan
onderzijde van de bladeren te
vinden zijn. Uit de eieren komen
na 8-17 dagen de larven. Het uit
komen en de groei van de larven
zijn afhankelijk van het weer.
Tijdens warm weer kunnen de
larven reeds in 2 a 3 weken vol
wassen zijn. Bij koel weer ver
loopt de ontwikkeling traag.
Daar de larven zeer gevoelig zijn
voor bestrijdingsmiddelen moet
de eerste behandeling plaatsheb
ben, wanneer de larven ongeveer
zo groot zijn als een tarwekorrel.
Grote larven zijn minder gevoe
lig voor de bestrijdingsmiddelen.
Bovendien bestaat bij uitstel van
de bestrijding niet alleen de kans
dat ernstige schade wordt aan
gebracht, doch tevens dat dan
reeds een aantal larven in de
grond is verdwenen om te ver
poppen.
Wordt bij controle een dergelijke
toestand aangetroffen dan wordt
dit beschouwd als een niet vol
daan hebben aan de wettelijke
verplichting de coloradokever zo
goed mogelijk te bestrijden en
kan een vervolging worden in
gesteld.
Onder ongunstige weersomstan
digheden of indien de besmetting
van ernstige aard is, zal soms 'n
tweede behandeling noodzakelijk
zijn.
3. In de nazomer (agustus-septem-
ber) komen vooral de zomerke
vers op het gewas voor. De be
strijding is in deze periode ver
plicht, omdat deze kevers in de
grond gaan overwinteren en het
volgend jaar de omgeving op
nieuw kunnen besmetten.
Via de radio en pers zullen mede
delingen worden gedaan over de
eerste vondsten van eieren, larven
en zomerkevers. Gedurende periode
2 zal de bestrijding het meest inten
sief moeten zijn, aangezien dan het
grootste effect te verwachten is. De
ontwikkeling der verschillende sta
dia (ei-afzetten laiwen, kevers) kan
in verschillende delen van het land
sterk uiteenlopen.
Doel, voorbereiding en mogelijk
heden
I.
De wintersport is nauwelijks
achter de rug, de lente kondigt
zich pas aarzelend aan, of het is al
tijd om de zomervacantie voor te
bereiden. Een goede gewoonte,
door niet allen gevolgd, door velen
systematisch verwaarloosd, maar
toch een gewoonte, die haar waar
de bewezen heeft. Sommigen gaat
het improviseren goed af en ze ge
nieten juist van de bijna-misluk-
kingen, maar de meerderheid doet
toch verstandig de vacantie se
rieus voor te bereiden. Zij zal er
dan 't meeste profijt en de groot
ste voldoening van hebben. In dit
en nog enkele volgende artikeltjes
willen wij enkele tips geven, wel
ke van pas kunnen komen.
Wat is eigenlijk het doel van va
cantie houden?
In hoofdzaak het onderbreken van
de dagelijkse sleur of het dagelijks
ingespannen werken. De boog kan
niet altijd gespannen zijn, zo zegt
men dan. Dat is juist.
De vacantie wordt hiervoor dus
gegeven, maar velen nemen er meer
van mee. Men neemt tijdens de va
cantie de kans waar om zich geeste
lijk te verrijken. Men maakt kennis
met vreemde landen en volken, be
zoekt historische monumenten en
musea, doet kennissen op (en soms
meer dan dat: een partner voor het
leven), en zelfs al heeft men niet al
zijn idealen bereikt, toch keert men
tevreden terug achter bureau, type
tafel, toon, of werkbank.
NIET PASKLAAR
Een vacantie pasklaar voorschrij
ven voor iedereen is onmogelijk. De
een zal lekker willen luieren, de an
der juist druk bezig willen zijn, b.v.
met bergbeklimmen, voettochten
maken e.d., een derde zoekt "de
drukte op, een vierde de stilte en de
natuur.
De vacantie zal het best aan haar
doel beantwoorden wanneer ieder
naar zijn aard en zijn behoefte in
zijn vrije dagen kan doen en laten
wat hij wil.
Laat men zijn neus niet optrekken
voor iemand, die enkele weken alle
„cultuur" aan zijn laars lapt en zich
slechts bezig houdt met zwemmen
en vissen, want een reis in sight
seeing tempo langs alle culturele
monumenten van Europa heeft ook
geen waarde, cultureel bezien ten
minste niet.
En als iemand, in Italië op bezoek,
of in Spanje, zich het lekkerste voelt
bij biefstuk en aardappelen, laat
men hem dan niet dwingen zijn
stemming, maag en vacantie te be
derven met apodictische voorschrif
ten en reisverhalenschrijvers, die
met alle geweld willen, dat iedereen
in een vreemd land „heiden wordt
met de heidenen".
Dat de betreffende man plezier
van zijn vacantie heeft, hoe dan ook,
is belangrijker voor hem dan ken
nismaking met dingen, die hem niet
interesseren.
Acoord, het is belangrijk, dat men
zijn geest en kennis verrijkt en het
zal ook ons doel zijn, degenen die
daar oor naar hebben, te adviseren,
maar het moet geen dwingend voor
schrift worden, op straffe van als 'n
mislukte vacantieganger gebrand
merkt te worden.
Nog eens: ontspanning, voldoening
over beleefde vrijheid, het accumu
leren van zon en gezondheid enz.
zijn voor de vacantieganger het al
lereerst en het allermeest van be
lang?
HOE?
Hoe kan men vacantie houden?
De manieren zijn legio. Men kan er
alleen op uittrekken: te voet, met
fiets of scooter, met de auto, of
schoon het laatste vervoermiddel 't
verkrijgen van gezelschap als men
daar tenminste op staat erg ver
gemakkelijkt.
Wie gemotoriseerd gaat doet goed
op tijd te zorgen voor de papieren,
behorend bij zijn voertuig. Ook dient
hij zich op de hoogte te stellen van
de voordeligste wijze om aan ben
zine te komen in de landen, welke
hij wil bezoeken.
Evenmin vergeten de verzeke
ringsvoorschriften te raadplegen en
te informeren naar de wenselijkheid
om reservevoorraad mee te nemen.
(Dit geldt voor „minder-ontwikkel-
de" landen). De ANWB en de KNAC
zijn hiervoor goede vraagbakens.
Reizen in gezelschap kan men per
auto, met bussen, per trein en te
genwoordig ook al volop per vlieg
tuig. Daar zijn fantastische moge
lijkheden in. Men kan in enkele
uren komen op plaatsen, waar men
anders dagen over reist.
De winst is: men kan dagen lan
ger vertoeven op de plaats van zijn
reisdoel en de kosten zijn in het al
gemeen niet zoveel hoger.
Reist U per eigen vevoermiddel,
wat het ook is: zorg altijd voor goed
materiaal. Er is niets zo funest als
in het buitenland met stukken te
komen zitten. Dit draait dikwijls
uit op financiële en andere debacles,
op complete drama's. Vermijd die
en zorg, dat U Uw reserve niet be
hoeft aan te spreken.
Een reserve moet U ook hebben,
zodat U niet direct op hulp van an
deren bent aangewezen als U wat
tegenslag hebt. Er zijn nog altijd
Samaritanen, maar het is voor alle
partijen toch prettiger als U op hen
geen beroep behoeft te doen.
WAAR?
We willen het niet zozeer hebben
over vacantiebesteding in eigen land.
De tendenz is nu eenmaal om naar
het buitenland te gaan en daar hou
den we dan maar rekening mee.
Trouwens de mogelijkheden in
eigen land kent men over het alge
meen wel, hetgeen niet insluit, dat
men er ook gebruik van heeft ge
maakt!
Men kan hier naar het strand aan
de Hollandse kust, maar ook vindt
men steeds meer accomodatie op de
Zeeuwse eilanden.
De bungalows in de bossen en aan
de rand van de hei breiden zich
steeds meer in aantal uit.
Liefhebbers van de zeilsport we
ten waar ze terecht kunnen. Laten
we het dus maar houden bij wenken
voor het buitenland: waar mooie
stranden zijn; zonnige stranden;
waar bergen lokken of lieflijk heu
velland; waar luieren met het ma
ken van interessante uitstapjes en
excursies te combineren valt.
We hebben tips voor vacantiegan-
gers, die ondanks de zomerwarmte
in" een wereldstad als Parijs of Rome
terecht willen, voor belangstellen
den in historische monumenten on
musea.
TIJDIG VOORBEREIDEN
We leggen de nadruk op de wen
ken die voor allen gelden: contro
leer op tijd of Uw pas of ander
grensdocument niet verlopen is.
Kies de kleren voor de streek en
het jaargetijde waar U mee te ma
ken zult krijgen, maar neem nooit
meer mee dan het noodzakelijke.
Zorg voldoende geld bij U te heb
ben en reken op enige reserve. Loopt
U kans bepaalde pillen of poeders
nodig te hebben: neem ze van thuis
mee. Vooral als U de vreemde lands
taal niet kent, valt het dikwijls
moeilijk de middeltjes te kopen,
welke U nodig hebt.
U kunt niet alle talen leren, maar
probeer te leren tellen. Het zal dik
wijls gemakkelijk blijken als U de
getallen tot b.v. 100 kent.
Gaat U niet op eigen gelegenheid
doch met een reisvereniging of een
reisbureau, lees dan vooraf steeds
goed de voorwaarden voor de reis
welke U kiest. Dat bespaart U ver
rassingen omtrent extra kosten, eten
op de eerste en laatste dag e.d. Het
reizen wordt U gemakkelijk ge
maakt, maar dit wil niet zeggen, dat
U met de ogen dicht op reis moet
gaan. Integendeel, houd ze op reis
open, maar ook van te voren.
Fietsen voorkomt
ouderdomsgebreken.
P0ELS Rijwielhandel
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. W.J.A. BLOEMEN
Stationsweg 15 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. J. Janssen Leunen K 3 tel. 1361
EXAMENS
IN HUIZE SERVATIUS
Op 9 mei 1960 werden in de Psy
chiatrische Inrichting St. Servatius
te Venray de eindexamens afgeno
men voor het staatsdiploma zieken
verpleging B.
De volgende candidaten behaalden
het staatsdiploma:
P.J.C. Beerkens Venray; W.A.
Evers Udenhout; J.W. Gruntjens
Meerlo (deze verpleger had reeds di
ploma A); Eerw. Br. Jeroen Venray;
G.Th. Nabuurs Westerbeek; H.W.M.
D. Peeters Venray; Th.J. Peters
Boekei; Ch.J.M. Pulskens Venray;
Ruijters Eindhoven; J.J.P.M. Hae-
gens Venray.
Vijf candidaten moesten worden
afgewezen.
BENOEMING
Tot onderwijzeres aan de Lagere
School te Ysselsteyn, werd benoemd
mei. Rutten uit Wansum, thans in
gelijke betrekking aan de St. Fran-
ciscus-school Leunseweg.
ONGELUK
Bij de kerk aan het Veulen kwam
M. uit Klein-Oirlo met zijn motor
door slippen te vallen. Hij moest
naar het ziekenhuis alhier worden
overgebracht