„Schrijf de Pinksterdagen maar op je buik" WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN U, ik en het verkeer... De bestrijding van de Colorado-kever Tips voor de zomervakantie Zondagsdienst huisartsen Zaterdag 14 mei 1960 No. 20 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 m.m. ABONNEMENTS- .40 (bulten' Venray 1.60) Het was een van de eerste dagen van mei en de verloven waren voor de zoveelste keer ingetrokken. De troep had na de dienst beperkte be wegingsvrijheid, doch niemand mocht het garnizoen i.e. Venray ver laten. Niettemin had ik het gewaagd des avonds even naar huis te wippen, maar op de terugweg werd ik door de Militaire Politie in de Peel met het grootste gemak op de bon ge slingerd. Ik maakte me daarover geen zor gen. Nog nooit had ik ook maar een vnegepoepje op mijn straflijst ge had en omdat ik met de compagnie commandant op de beste voet stond, zou hij mijn menselijk vergrijp ze ker seponeren en het afdoen met de opmerking: „Als het maar duidelijk is, dat je in overtreding was!" Ik was blij. Want, met de Pink sterdagen zou mijn vrouw voor een dag of w^t naar Venray komen om er de sergeant, die al sinds de mobi lisatie onder de wapenen was, een min of meer burgerlijk intermezzo te verschaffen. „Tot daags voor Pinksteren dan", had ik gezegd. Maar het hoefde niet. Want de volgende avond tegen 7 u., toen een paar onderofficieren en ik net het avondeten door de keel hadden, klonk alarm. „Schrijf Pinksteren maar op je buik", zei een administrateur tegen me", in het bitterzoete jargon van de soldaat. Anderhalf uur later zeulden we bepakt en gezakt Venray uit op weg naar de stellingen rond de Maas met al het materieel, dat ter beschikking was. Er was sinds september duch tig gewerkt aan de uitbouw ervan. Ik was herhaaldelijk naar het ka daster geweest in Roermond om er inlichtingen te krijgen over bepaal de percelen, die in het netwerk der verdediging zouden worden betrok ken. Ik had woedende boeren meege maakt die het vertikten vijftig vier- 1 kante meter grond vrij te geven voor de bouw van een kazemat en ik had herhaaldelijk de werklozen zien lanterfanten die via de"Heidemij graafwerk verrichten in de linie, die we ter verdediging gingen inrichtten. Nu was alles klaar, behalve de kazematten. De inrichting was nog niet voltooid. Maar de stellingen met de houten onderkomens, ver sterkt door stukken rails en dwars liggers en een paar meter zwarte aarde lagen te wachten op onze compagnie, die een strook langs de Maas bezette van een kleine kilo meter tussen Vierlingsbeek en"Maas- hees.Daar tussenin lagen, meer naar achteren de artillerie-eenheden, voor 't merendeel oud materiaal, dat had kunnen dienen om een oorlog te voeren in 1910, doch niet om ons te verweren tegen een vijand, die in 'n paar dagen Polen onder de voet had gelopen. We hadden wat 6 veld en 8 staal en wat er achter het De fensiekanaal lag, moest beter zijn en moderner doch dat kreeg men nau welijks te zien. Op die avond overdacht ik dat allemaal in een weemoedige stem ming, omdat mijn vrouw met Pink steren niet zou kunnen komen. Sinds november waren we velé malen dezelfde weg gegaan en nu stond het vast, dat een compagnie vijf kwartier na het alarm in de beste vorm kon uitrukken. In de snel vallende avond sjokten we Maaswaarts, het etensketeltje wipte op de cadans en ook de veld fles vol vers water huppelde mee op mijn rug. „De stellingen bezetten". Alsof de Moffen niet wisten, hoe het erbij stond. „SERGEANT TELEFOON!" Het werd zeven, acht en negen mei. De zon was overdag zo warm, dat het juni leek. Opeens werden in die stellingen andere dingen belangrijk. Om tien over zeven 's morgens kwamen de etenshalers terug met thee, brood, leverpastei en hagelslag, om kwart over twaalf met vooraf gesuikerde thee in open gamellen en tegen vij ven, even voordat de gestoomde aardappels, de groente en het vlees dampend op het open plekje in het bos stonden, kwam de facteur met post. De negende mei des avonds begon de dreiging onweerskoppen te vor men aan onze geestelijke horizon. Het hing in de lucht. Het leek of duizend jaren vermoeden, angst op- z'n-hoede-zijn doorwerkten in de levende generatie. Na jaren, na twintig zo vlug ver gane jaren herinner ik me niet alles meer van minuut tot minuut. Het begon met telefoongerinkel in de commandopost „Sergeant telefoon!" Van de andere kant hoorde ik een stem, die ook met de zenuwen geen raad wist: „Er moet rekening ge houden worden met vernielingen oost van de Maas". En terwijl buiten 't doffe dreunen al hoorbaar was, werd ik aan de overkant opnieuw opgeroepen. „Ver nielingen oost van de Maas worden uitgevoerd". Ik noteerde de binnenkomst en de korte inhoud van het bericht en tot voor in de stellingen dreef de onrust als nevel verder. Het was tien mi nuten later, dat er weer twee be richten doorkwamen. Eerst de waar schuwing, dat vernielingen west van de Maas werden beraamd en toen, dat de vernielingen west van de Maas werden uitgevoerd. In de eerste schemer van de mei ochtend was de lucht vol dreunend gonzen. Een rommelen, dat geen einde nam. We zagen ze gaan boven onze hoofden de bommenwerpers met oorlogskruisen. We schoten er, dwaas genoeg, met geweren en ka rabijnen, met mitrailleurs en pisto len op" Maar dat werd al gauw verboden en als munitieverspilling getypeerd. In die eerste ochtendschemer kwa men de berichten uit Venray, waar alles kalm was en fle bewoners met plakband hun ruiten aan het be schermen waren. Er scheen daags tevoren enige op winding geweest te zijn toen de stu denten van het gymnasium plotse ling op pinkstervacantie gingen. Dat scheen nooit gebeurd te zijn en de commandant meende dat. dit plotse ling vertrek de gemoederen maar onrustig zou maken. Voor het overi ge was het er kalm, evenals bij ons in de linies. Ver over de Maas in het noord-oosten, hoorde men de lucht dreunen, het vuren van de kanon nen, het gorgelen van rondjes vlie gende Duitse jagers. En tegen „ach ten, toen de oorlog al een paar uur oud was, en Nederland tot in 't merg geschokt was door verraad, woord breuk en barbarij, bonsde het een paar maal hard. Bomen die de lucht ingingen. Versperringen die geslagen werden. Later liep ik achter de kleine ka pitein aan naar de secties om te zien hoe het erbij stond. Hoe luitenants en vaandrigs reageerden, hoe de col lega's het opnamen en hoe er toen al gefluisterd werd over terugtrek ken. We hadden al gehoord van het wegtrekken, het terugtrekken van de moderne artillerie naar de ves ting Holland achter de veelgeprezen en reddende waterlinie. En we voel den het allemaal al, die het wisten, dat we werden prijsgegeven met een stukje zes veld, dat opsprong van de straat als het werd afgevuurd. De Peelraamstelling is een mooi woord voor een lelijk ding. Maar we dronken thee en koffie. We schreven op order van de ka pitein onze brief naar huis, „want, mannen, daar zal wel niets meer van komen vanavond of morgen!" Tegen de middag loeiden de koeien doordringender. De jongens van het platteland rilden bij het horen er van. „Sergeant mag ik ze gaan mel ken?" Maar de kapitein vond, dat we ons medelijden maar moesten opsparen voor de eigen jongens, die nu aan de Maas te Gennep en Katwijk vochten tegen de Moffen. Tegen 10 uur kwamen de eerste, vluchtende soldaten van de Maas in onze stellingen aan. Met berichten van dood, van de vijandelijke sterk te en van gesneuvelden en gewon den. En op datzelfde uur klonk weer de telefoon. „Er moet rekening gehouden wor den met terugtrekken. De vijand zat al in Mill, was met een pantsertrein over de brug in Gennep gekomen En ook in Venlo was hij over de Maas. We liepen kans ingesloten te worden". We hadden nog geen Duit sers gezien. In de lucht gonsde de jagers en stuka's en ik probeerde ze te tellen, als ze terugkwamen. Of het er nog wel zoveel waren als op de heen- vlucht. De angst van de eerste uren ebde weg. In het middaguur was er weer te lefoon. Ik rende naar het onderko men en nam de hoorn af. „Ik wil je compagniescommandant spreken. Alle andere toestellen uitschakelen!" Ik liet de kapitein halen en zei: „De majoor voor U!" Hij keek gespannen, terwijl hij luisterde. Toen het gesprek uit was, scheen hij opgelucht. „We trekken terug op Deurne". Binnen een half uur vertrekken. En zo vertroken we op fietsen en boerenkarren. Een onverschillige troep mensen. Het was een begin van een terugtocht die zich voort zette tot we goed en wel achter de Zuid-Willemsvaart zaten. We wer den beschoten en we knepen hem. En toen opeens waren ze daar. Ze fietsen onze stellingen binnen. En na twintig jaar weet ik nog van dat la waai, dat die kerels maakten. Alsof ze op een lichtvoetige manoeuvre waren, met losse flodders. Ze waren opeens overal. Er was geen orde meer. Nooit had den we geleerd, hoe we een vijand moesten bestrijden, die achterom binnenkwam. Mitrailleurs ratelden, paarden stoven weg, soldaten zoch ten naar een ster of een streep. Ik had een tien man om me. „Jongens we volgen de terug- tochtsweg en we proberen bij Den Bosch weer aansluiting te vinden bij het onderdeel". „BLÖD, WAS?" Tegen zevenen werden we gevan gen genomen. We wilden net een weg oversteken toen om de bocht drie motoren daverden. Machine pistolen en mitrailleurs vuurden. Er was geen schijn van kans. Een paar minuten later fouilleerde me een eerste luitenant. Drie moffen ston den met machine-pistolen in de aan slag. „Ze schieten me pardoes neer", dacht ik. „Daar zijn 't Moffen voor!" Na mij kwamen de soldaten van de commando-groep. „Blöd was? zei een officier tegen een ander. Ja blöd" Waren we. Geen moor denaars, geen soldaten. We waren burgers in uniform met een kara bijn, een geweer, 'n ouwe-knots-re volver tegenover machinepistolen, mitrailleurs, handgranaten. „Blöd, was?" Ze stopten ons in een café als ge vangenen. Ik had een wond aan het scheenbeen. „Sie brauchen sich nicht abzuqualen", zei een Hauptmann te gen me. „Sie werden mit einem Mo- torrad afgeführt!" Op de tweede Pinksterdag dreven ze ons naar Weert. Onderweg zagen we de postauto op zijn rug liggen, omgekanteld. De post lag als kip penvoer uitgestrooid over de weg. Onze afscheidsbrieven? Eerst werden we even naar onze kazerne geloodst. Dat was om in druk te maken. Toen brachten ze ons naar het klooster der Francis canen. Daarna ging het naar Roermond, Brüggen, Dortmund, Westfalenhalle en toen naar Fürstenberg aan de Oder, kaalgeknipte koppen, slapen op houtkrullen, aardappelschillen, visworst en sigaretten uit denne- korrels Vergeet het maar! Wie in onze jongensjaren op de lagere school de betekenis van vier of meer verkeersborden kende en ze daarbij ook nog kon tekenen, be hoorde in die tijd tot de intelligentia. Van voorrang en stopgeboden hadden wij geen kaas gegeten. Het enige wat we wisten was, dat men bij het afslaan een hand moest uit steken en dat men per rijwiel een fietsplaatje moest hebben. Over deze laatste fiscale eis zal de jeugd van vandaag opkijken. Ge- ukkig behoort deze bepaling thans tot de vaderlandse geschiedenis. Op school werd nimmer over ver keersregels gesproken. Eerstens om dat het geen verplicht leervak was en tweedens omdat deze aangelegen heid ook niet zo actueel als heden was. Slechts zij, die een auto hadden of uit hoofde van hun beroep moes ten besturen, waren in het bezit" van een rijbewijs. Om zó zonder meer 'n rijbewijs-examen aan te vragen, was beslist geen mode. De tijden veranderen. Onlangs hebben de leerlingen van de hoogste klassen der lagere scholen 'tschool- verkeersexamen 1960 afgelegd. On der auspiciën der Vereniging voor Veilig Verkeer moesten de jongelui een twintigtal vragen, welke in zeer bevattelijke vorm gesteld waren, met eigen woorden beantwoorden. Over de geboekte resultaten valt geenszins te klagen. De vragen wa ren voorwaar niet gemakkelijk. Als men de jongelui het werk mee naar huis gegeven had waren de meeste ouders beslist niet bij machte ge weest hun pupillen een handje te helpen. Dit is wel een pijnlijke conclusie, doch als een Evangelie zo waar. Wij durven zelfs te stellen, dat dit werk op het niveau lag van het theore tische gedeelte ter verkrijging van een rijbewijs. Als men de resultaten van dat examen kent en vergelijkt met het door de jongelui geleverde werk, komen de oudjes er bepaaldelijk be kaaid af. Om ons van deze mening te over tuigen, hebben wij de schoolexamen- vragen aan verschillende lieden voorgelegd, die dagelijks op de weg een rij- of voertuig besturen. En schrikt U niet, waarde lezers, het droevigste figuur sloeg de man, die reeds 30 jaar een rijbewijs had en dagelijks een grote vrachtauto be stuurde. Als men de antwoorden aanhoorde, die deze man op de school vraagjes gaf, sprongen je de tranen in de ogen. Het beste bracht iemand het er af, die zeer recent een rijbewijs behaald had, nog vol van zijn theoretische kennis wist deze persoon vrijwel alle vragen correct te beantwoorden. Wij zijn eens even bij die dertig jarige rijbewijsbezitter stil blijven staan. Figuurlijk wel te verstaan. Wat is de oorzaak van dit droevige feit? Iemand, die in 1960 een auto wil gaan rijden, moet een rijbewijs heb ben. Dit kost moeite en niet te ver geten geld. Lessen, examenstortingen en tijd. Wie geluk heeft kan moge lijk met een bedrag van ongeveer 7,50 bij één rijproef het rose for maliteit je in zijn bezit hebben. Dit in wel het allergunstigste ge val. Om over de bedragen in de on gunstigste gevallen maar te zwijgen. Wie 't dan haalt, mag rijden, waar mede helemaal niet gezegd kan wor den, dat we een allround chauffeur achter het stuur hebben. Theore tisch zal hij voldoende in zijn mars hebben, doch practisch? Wie in 1930 een rijbewijs haalde, behoefde niet aan zo'n eisen als van daag te voldoen. Heeft hij zijn rijbewijs regelmatig formeel laten verlengen doch nooit meer een auto van binnen gezien, dan heeft hij dezelfde rijrechten als de man, die juist z'n met veel moeite verworven rijbewijs ontvangen heeft. De man, die wij aantroffen, zal niet tot de laatste categorie beho ren. Hij is gedurende al die tijd blij ven rijden. Zijn rij routine heeft hij opgevoerd en we kunnen gerust stel len, dat we hier een goede bestuur der gehad hebben, practisch wel te verstaan. Theoretisch is deze man evenwel in 1930 stil blijven staan. In 't gun stigste geval heeft hij zich voor nieuwe gecreëerde verkeersborden geïnteresseerd. Doch wat er verder allemaal voor nieuwigheden bepaald zijn, is aan zijn oog en oor voorbij gegaan. Onder deze omstandigheden werd hij thans met een simpel school examen geconfronteerd, waarvan zo als U bekend, hij geen snars terecht bracht. Als de huidige rijbewijsregeling blijft zoals ze steeds geweest is, slaat uw zoon of dochter over 30 jaar het zelfde figuur. Het zou ideaal zijn, én voor de rij bewijsbezitter én voor de algemene veiligheid, dat om de vijf jaar een nieuw examen verplicht gesteld werd. De tijd heeft geleerd, dat de hui dige regeling gelijk het vergeten fietsenplaatje tot de Vaderlandse geschiedenis behoort. Nu de vondsten van kevers weer zijn gemeld, is het gewenst de aard appeltelers te wijzen op de noodza kelijkheid van een effectieve bestrij ding van de coloradokever. In de ontwikkeling en bij de be strijding van de coloradokever kun- j nen we drie perioden onderscheiden I 1. In het het voorjaar (april-juni), wanneer de kevers, die in de grond hebben overwinterd, te voorschijn komen. Dé grote mas sa verschijnt bij een bodemtem pera tuur van 10° C of hoger. De kevers begeven zich zo spoedig mogelijk naar aardappelpercelen. Gewoonlijk treft men ze aan langs de randen van percelen, wanneer deze grenzen aan per celen, waarop het vorige jaar aardappelen werden geteeld. Een behandeling van de kantrijen, zodra daarop kevers worden waargenomen, wordt sterk aan bevolen. 2. In juni-juli, wanneer bij warm weer de kevers eieren gaan af zetten, die als gele hoopjes aan onderzijde van de bladeren te vinden zijn. Uit de eieren komen na 8-17 dagen de larven. Het uit komen en de groei van de larven zijn afhankelijk van het weer. Tijdens warm weer kunnen de larven reeds in 2 a 3 weken vol wassen zijn. Bij koel weer ver loopt de ontwikkeling traag. Daar de larven zeer gevoelig zijn voor bestrijdingsmiddelen moet de eerste behandeling plaatsheb ben, wanneer de larven ongeveer zo groot zijn als een tarwekorrel. Grote larven zijn minder gevoe lig voor de bestrijdingsmiddelen. Bovendien bestaat bij uitstel van de bestrijding niet alleen de kans dat ernstige schade wordt aan gebracht, doch tevens dat dan reeds een aantal larven in de grond is verdwenen om te ver poppen. Wordt bij controle een dergelijke toestand aangetroffen dan wordt dit beschouwd als een niet vol daan hebben aan de wettelijke verplichting de coloradokever zo goed mogelijk te bestrijden en kan een vervolging worden in gesteld. Onder ongunstige weersomstan digheden of indien de besmetting van ernstige aard is, zal soms 'n tweede behandeling noodzakelijk zijn. 3. In de nazomer (agustus-septem- ber) komen vooral de zomerke vers op het gewas voor. De be strijding is in deze periode ver plicht, omdat deze kevers in de grond gaan overwinteren en het volgend jaar de omgeving op nieuw kunnen besmetten. Via de radio en pers zullen mede delingen worden gedaan over de eerste vondsten van eieren, larven en zomerkevers. Gedurende periode 2 zal de bestrijding het meest inten sief moeten zijn, aangezien dan het grootste effect te verwachten is. De ontwikkeling der verschillende sta dia (ei-afzetten laiwen, kevers) kan in verschillende delen van het land sterk uiteenlopen. Doel, voorbereiding en mogelijk heden I. De wintersport is nauwelijks achter de rug, de lente kondigt zich pas aarzelend aan, of het is al tijd om de zomervacantie voor te bereiden. Een goede gewoonte, door niet allen gevolgd, door velen systematisch verwaarloosd, maar toch een gewoonte, die haar waar de bewezen heeft. Sommigen gaat het improviseren goed af en ze ge nieten juist van de bijna-misluk- kingen, maar de meerderheid doet toch verstandig de vacantie se rieus voor te bereiden. Zij zal er dan 't meeste profijt en de groot ste voldoening van hebben. In dit en nog enkele volgende artikeltjes willen wij enkele tips geven, wel ke van pas kunnen komen. Wat is eigenlijk het doel van va cantie houden? In hoofdzaak het onderbreken van de dagelijkse sleur of het dagelijks ingespannen werken. De boog kan niet altijd gespannen zijn, zo zegt men dan. Dat is juist. De vacantie wordt hiervoor dus gegeven, maar velen nemen er meer van mee. Men neemt tijdens de va cantie de kans waar om zich geeste lijk te verrijken. Men maakt kennis met vreemde landen en volken, be zoekt historische monumenten en musea, doet kennissen op (en soms meer dan dat: een partner voor het leven), en zelfs al heeft men niet al zijn idealen bereikt, toch keert men tevreden terug achter bureau, type tafel, toon, of werkbank. NIET PASKLAAR Een vacantie pasklaar voorschrij ven voor iedereen is onmogelijk. De een zal lekker willen luieren, de an der juist druk bezig willen zijn, b.v. met bergbeklimmen, voettochten maken e.d., een derde zoekt "de drukte op, een vierde de stilte en de natuur. De vacantie zal het best aan haar doel beantwoorden wanneer ieder naar zijn aard en zijn behoefte in zijn vrije dagen kan doen en laten wat hij wil. Laat men zijn neus niet optrekken voor iemand, die enkele weken alle „cultuur" aan zijn laars lapt en zich slechts bezig houdt met zwemmen en vissen, want een reis in sight seeing tempo langs alle culturele monumenten van Europa heeft ook geen waarde, cultureel bezien ten minste niet. En als iemand, in Italië op bezoek, of in Spanje, zich het lekkerste voelt bij biefstuk en aardappelen, laat men hem dan niet dwingen zijn stemming, maag en vacantie te be derven met apodictische voorschrif ten en reisverhalenschrijvers, die met alle geweld willen, dat iedereen in een vreemd land „heiden wordt met de heidenen". Dat de betreffende man plezier van zijn vacantie heeft, hoe dan ook, is belangrijker voor hem dan ken nismaking met dingen, die hem niet interesseren. Acoord, het is belangrijk, dat men zijn geest en kennis verrijkt en het zal ook ons doel zijn, degenen die daar oor naar hebben, te adviseren, maar het moet geen dwingend voor schrift worden, op straffe van als 'n mislukte vacantieganger gebrand merkt te worden. Nog eens: ontspanning, voldoening over beleefde vrijheid, het accumu leren van zon en gezondheid enz. zijn voor de vacantieganger het al lereerst en het allermeest van be lang? HOE? Hoe kan men vacantie houden? De manieren zijn legio. Men kan er alleen op uittrekken: te voet, met fiets of scooter, met de auto, of schoon het laatste vervoermiddel 't verkrijgen van gezelschap als men daar tenminste op staat erg ver gemakkelijkt. Wie gemotoriseerd gaat doet goed op tijd te zorgen voor de papieren, behorend bij zijn voertuig. Ook dient hij zich op de hoogte te stellen van de voordeligste wijze om aan ben zine te komen in de landen, welke hij wil bezoeken. Evenmin vergeten de verzeke ringsvoorschriften te raadplegen en te informeren naar de wenselijkheid om reservevoorraad mee te nemen. (Dit geldt voor „minder-ontwikkel- de" landen). De ANWB en de KNAC zijn hiervoor goede vraagbakens. Reizen in gezelschap kan men per auto, met bussen, per trein en te genwoordig ook al volop per vlieg tuig. Daar zijn fantastische moge lijkheden in. Men kan in enkele uren komen op plaatsen, waar men anders dagen over reist. De winst is: men kan dagen lan ger vertoeven op de plaats van zijn reisdoel en de kosten zijn in het al gemeen niet zoveel hoger. Reist U per eigen vevoermiddel, wat het ook is: zorg altijd voor goed materiaal. Er is niets zo funest als in het buitenland met stukken te komen zitten. Dit draait dikwijls uit op financiële en andere debacles, op complete drama's. Vermijd die en zorg, dat U Uw reserve niet be hoeft aan te spreken. Een reserve moet U ook hebben, zodat U niet direct op hulp van an deren bent aangewezen als U wat tegenslag hebt. Er zijn nog altijd Samaritanen, maar het is voor alle partijen toch prettiger als U op hen geen beroep behoeft te doen. WAAR? We willen het niet zozeer hebben over vacantiebesteding in eigen land. De tendenz is nu eenmaal om naar het buitenland te gaan en daar hou den we dan maar rekening mee. Trouwens de mogelijkheden in eigen land kent men over het alge meen wel, hetgeen niet insluit, dat men er ook gebruik van heeft ge maakt! Men kan hier naar het strand aan de Hollandse kust, maar ook vindt men steeds meer accomodatie op de Zeeuwse eilanden. De bungalows in de bossen en aan de rand van de hei breiden zich steeds meer in aantal uit. Liefhebbers van de zeilsport we ten waar ze terecht kunnen. Laten we het dus maar houden bij wenken voor het buitenland: waar mooie stranden zijn; zonnige stranden; waar bergen lokken of lieflijk heu velland; waar luieren met het ma ken van interessante uitstapjes en excursies te combineren valt. We hebben tips voor vacantiegan- gers, die ondanks de zomerwarmte in" een wereldstad als Parijs of Rome terecht willen, voor belangstellen den in historische monumenten on musea. TIJDIG VOORBEREIDEN We leggen de nadruk op de wen ken die voor allen gelden: contro leer op tijd of Uw pas of ander grensdocument niet verlopen is. Kies de kleren voor de streek en het jaargetijde waar U mee te ma ken zult krijgen, maar neem nooit meer mee dan het noodzakelijke. Zorg voldoende geld bij U te heb ben en reken op enige reserve. Loopt U kans bepaalde pillen of poeders nodig te hebben: neem ze van thuis mee. Vooral als U de vreemde lands taal niet kent, valt het dikwijls moeilijk de middeltjes te kopen, welke U nodig hebt. U kunt niet alle talen leren, maar probeer te leren tellen. Het zal dik wijls gemakkelijk blijken als U de getallen tot b.v. 100 kent. Gaat U niet op eigen gelegenheid doch met een reisvereniging of een reisbureau, lees dan vooraf steeds goed de voorwaarden voor de reis welke U kiest. Dat bespaart U ver rassingen omtrent extra kosten, eten op de eerste en laatste dag e.d. Het reizen wordt U gemakkelijk ge maakt, maar dit wil niet zeggen, dat U met de ogen dicht op reis moet gaan. Integendeel, houd ze op reis open, maar ook van te voren. Fietsen voorkomt ouderdomsgebreken. P0ELS Rijwielhandel NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. W.J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de Kom. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. J. Janssen Leunen K 3 tel. 1361 EXAMENS IN HUIZE SERVATIUS Op 9 mei 1960 werden in de Psy chiatrische Inrichting St. Servatius te Venray de eindexamens afgeno men voor het staatsdiploma zieken verpleging B. De volgende candidaten behaalden het staatsdiploma: P.J.C. Beerkens Venray; W.A. Evers Udenhout; J.W. Gruntjens Meerlo (deze verpleger had reeds di ploma A); Eerw. Br. Jeroen Venray; G.Th. Nabuurs Westerbeek; H.W.M. D. Peeters Venray; Th.J. Peters Boekei; Ch.J.M. Pulskens Venray; Ruijters Eindhoven; J.J.P.M. Hae- gens Venray. Vijf candidaten moesten worden afgewezen. BENOEMING Tot onderwijzeres aan de Lagere School te Ysselsteyn, werd benoemd mei. Rutten uit Wansum, thans in gelijke betrekking aan de St. Fran- ciscus-school Leunseweg. ONGELUK Bij de kerk aan het Veulen kwam M. uit Klein-Oirlo met zijn motor door slippen te vallen. Hij moest naar het ziekenhuis alhier worden overgebracht

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1