Twintig jaren geleden....
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
Geesteiijk artikel
U, ik en het
verkeer...
De Passiespelen te ïegelen
hebben historie gemaakt
de politierechter
Uit Peel en Maas
TELEVISIETOESTEL
P M00REH
'Tel. 1070
De Duitse overval op 10 mei....
Zaterdag 23 april 1960 No. 17
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52
ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venray 1.60)
WIJ LEVEN NAAST EN
ZONDER HEM, DIE BIJ ONS IS
Wanneer ik zo door de straten wan
del, om naar mijn werk te gaan,
wanneer ik in het verkeer zit of in
een rij sta mijn beurt af te wach
ten, dan schieten mij de laatste tijd
telkens weer de woorden te binnen,
die ik met Pasen hoorde zingen en
bidden: „Ik ben verrezen en nog
steeds ben ik bij U".
Wat een wonderlijk geval is het
toch eigenlijk met ons mensen, bij
zonder met ons christenen, dat wij
Christus altijd bij ons hebben. Niet
zo gewoon in de kerk, waar de H.
Eucharistie wordt gevierd en het li
chaam van Christus wordt bewaard.
Neen, echt bij ons en naast ons.
Beter gezegd in ons.
Wanneer ik mijn kinderen de ca
techismus moet overhoren stuit ik
op bepaalde dagen van het jaar tel
kens over die vraag van Gods alom
tegenwoordigheid.
Ik erger me altijd weer erover hoe
weinig de kinderen van die echte
nabijheid van God Zelf in de we
reld overtuigd zijn, hoe weinig som
migen proberen die kinderen die
overtuiging tot vlees en bloed te ma
ken. Doch wat doe je eraan, zolang
er geen betere catechismus voor
onze kinderen in ons land beschik
baar is.
Maar de bijzondere tegenwoordig
heid van Christus bij ons is nog iets
veel mooiers, veel echters dan die
tegenwoordigheid van God als
Schepper. Uit dit besef leeft bijna
niemand, behalve kloosterlingen, die
er wat meer over hebben kunnen
nadenken. Ook worden wij zelden of
nooit met onze neus op die tegen
woordigheid van Christus in ons ge
drukt.
Toch heeft Christus het ons met
Pasen nog eens uitdrukkelijk laten
weten: „Ik ben verrezen en nog
steeds ben Ik bij U".
Onze tijd doet aan een heleboel
vernieuwingen. Op allerlei gebied.
We worden Amerikaans in ons le
ven. Maar dieper Christen worden
lijkt me toch veel belangrijker. Een
vernieuwing op dit gebied is toch
als men de hele liturgie van Pasen
naleest de bedoeling. Maar het
vervelende en ontmoedigende schijnt
me, dat we die vernieuwing wel be
praten, maar niet uitvoeren.
En dat zou moeten gebeuren op
bais van het feiet, dat de Verrezen
Christus nog altijd met ons is, met
ons persoonlijk.
Voor zeer veel lieden, die dagelijks
aan de weg timmeren, is het dienstig
te vernemen, onder welke omstan
digheden men een geparkeerd voer
tuig bij nacht zonder verlichting
mag achterlaten.
Over deze aangelegenheid heerst
nogal eens misverstand, hetwelk
voor de betrokkene meestal een na
delig saldo tengevolge heeft. Dit soort
bijdragen aan het Rijkskistje leve
ren geen rente op, zodat het bepaal
delijk geen zin heeft bij deze instel
ling vaste inlegger te worden.
Temeer daar wij onlangs enkele
enormiteiten over dit onderwerp
hoorden, volgt hier dan hetgeen
wettelijk bepaald is.
Allereerst: wat behelst het begrip
„nacht"? Deze wettelijke definitie
is onlangs scherper gesteld en is de
tijd, welke gelegen is tussen een
kwartier na zonsondergang tot een
kwartier voor zonsopgang. Voor
dien was dat 'n half uur.
Rijdt U dus thans op een tijdstip
bij avond, waarbij U over lampen
aansteken gaat denken, dan is het
meestal tijd. Bij normale weersom-
tandigheden is de schemer meestal
dat bewuste tijdstip.
Houdt U vooral rekening met dat
vervroegde tijdstip want de speling
is dus niet meer zo groot als voor
heen, alhoewel deze regeling toch al
geruime tijd bestaat.
Parkeert U uw auto nu binnen een
afstand van 30 meter van een onsto-
ken lichtpunt, behorende tot de
openbare verlichting waardoor dat
voertuig verlicht wordt, dan kunt U
zonder enige verlichting uw auto la
ten staan. U moet evenwel twee din
gen zeer goed onthouden: Zo'n punt
moet binnen de bebouwde kom lig
gen en dat lichtpunt moet z.g. open
bare verlichting zijn.
Over die bebouwde kom zullen we
het niet hebben, terwijl openbare
verlichting alle verlichting is, welke
dus vanwege het openbaar gezag is
aangebracht.
Staat U dus buiten die 30 meter
voor een fel verlichte etalage stil,
terwijl de verlichting niet aan is,
dan bent U fout.
Het kan zijn dat uw voertuig dan
beter verlicht is dan formeel onder
het openbare pitje binnen 30 meter.
Het kan zelfs zijn, dat een over
ijverige diender U hiervoor be
keurt, waarover U alleen maar boos
kan kijken, doch beslist niets lelijks
mag zeggen.
Voorts mag uw voertuig onver
licht blijven, indien het op een aan
geduide parkeerplaats staat, dan wel
geheel buiten de rijbaan. De par
keerplaats zal wel duidelijk zijn. Dat
geheel buiten de rijbaan levert op
dit punt ook al weer eens verschil
van mening op.
Op grotere wegen liggen tussen
het rijwielpad en de rijbaan rood be
tegelde stroken. Men noemt dat ook
wel z.g. parkeerstroken. Als U daar
met uw voertuig geheel op kunt,
bent U des nachts vrijgesteld van
verlichting.
Dat „geheel op kunnen" slaat dus
vooral op de breedte van uw auto.
Deze stroken zijn lang genoeg voor
elke personenauto. Wat de breedte
betreft valt dat voor sommige perso
nenauto's tegen. Staat nu vanwege
deze breedte een gedeelte van uw
voertuig op de rijbaan, dan moet U
ofwel binnen 30 meter enz. enz. gaan
staan, danwel parkeerverlichting
ontstoken hebben.
Vrachtauto's komen er dus niet zon
der verlichting straffeloos af. Kleine
personenauto's in elk geval wel. Bent
U nu zo goochem om niet op de rij
baan te komen, doch rechts het rij
wielpad te benutten, dan valt U wet
telijk in een ander tarief, hetwelk
aan de bijdrage als zodanig niets af
doet.
Voor militaire motorvoertuigen
zijn afzonderlijke verkeersbepalin-
gen in het leven geroepen, welke v
riëren van normaal tot geen enkele
verlichting.
Ambtenaren van Rijks- of Ge
meentepolitie, Kon. Marechaussee en
Douane mogen IN dienst en in op
dracht van bepaalde autoriteiten per
rijwiel eveneens zonder verlichting
rijden.
Stelt U thans de vraag wie de
schuldige is, indien één dezer perso
nen op deze wijze aangereden wordt,
dan schudden wij ontkennend het
hoofd.
Voorzover ons bekend bestaat
hierover nog gëen jurisprudentie,
zodat we het eerste geval nog moe
ten afwachten. Hopenlijk blijft dat
heel lang uit.
„Uit liefde tot Hem, Die in het
bitterste uur zijns levens Zijn plech
tige vrede naliet aan al de zijnen,
aanvaard ik deemoedig de mij toe
gewezen rol en beloof algehele toe
wijding aan mijn taak en onderwer
ping aan de leiding der Passiespe
len"
Aldus luidt de belofte, welke deel
nemers aan het passiespel van Te-
gelen op Witte Donderdag van het
jaar vóór dat der opvoering afleg
gen. Het passiespel voor Tegelen is
zo essentieel met het dox'psleven ver
groeid, dat geen Tegelaar zich gro
ter eer kan voorstellen dan mee te
mogen werken aan zijn eigen spel.
Er zijn in dit spel 600 medewer
kenden, van wie er aan 82 een
spreekrol is toebedeeld. Maar daar
naast is er de grote groep van onbe
kende idealisten, die als toneeltech
nici en costumiêres aan het passie
spel van Tegelen medewerking ver
leent.
In het Paasnummer beschrijft
„Het", het blad van jonge mensen,
het ontstaan en de ontwikkeling van
deze spelen:
Het was het najaar van 1926 toen
in café „Den Gouden Berg" te Te
gelen een groepje mensen bijeen
kwam met het voornemen zich te
beraden over de mogelijkheid om in
de nabije toekomst ter plaatse open
luchtspelen te gaan opvoeren. Men
kan zich afvragen wat deze groep
idealisten heeft gebracht tot een
dergelijke wens: wellicht wordt de
beste verklaring ervoor gevonden in
het feit, dat de zuidelijke mens nu
eenmaal altijd een drang tot spelen
vertoont.
Men denke slechts aan de ver
scheidenheid van mysterie-, heili
gen-, passie- en paasspelen, welke
vroeger in onze zuidelijke provincie
en in het verwante Vlaanderen met
zovel verve werden uitgebeeld.
De plannen van het groepje in „De
Gouden Berg" waren echter aan
vankelijk geenzins op religieuze
spelen gericht. Zij wensten louter
een mogelijkheid te scheppen voor
openluchtspelen, waarvan ze wisten,
dat ze bij de bevolking welkom zou
den zijn.
Uit de vergadering resulteerde een
vereniging welke zich met de prak
tische uitvoering der plannen zou
gaan belasten.
De eerste activiteit van de jonge
vereniging bestond in het omzien
naar een geschikte plaats voor de
opvoeringen.
Deze werd al spoedig gevonden
op een gedeelte van het landgoed
„De Doolhof", dat door eensgezinde
arbeid van zijn vervallen staat werd
omgetoverd tot een zeer bruikbaar
speelterrein.
In deze parkachtige omgeving, ja
ren tevoren door pater Arnold Jans
sen uit Steyl, met hulp van novicen
en kloosterlingen aangelegd als bid-
en recreatietuin, werd in de zomer
van 1927 het eerste openluchtspel,
het „Spel van Sint Franciscus", van
pater Justinus Janssen opgevoerd.
Men boekte er groot succes mee,
hetgeen aanleiding werd om 't jaar
daarop, 1928, een tweede spel te or
ganiseren. De keuze viel op „Eva's
droom" van de Limburger Dr Felix
Rutten, dat als „paradijselijk spel"
in de natuur-omgeving van De Dool
hof welhaast een succes móést wor
den.
In 1929 en 1930 werden respectie
velijk Calderons „Het grote schouw
toneel" in een vertaling van Felix
Rutten en het stuk „Youssouf" van
Felix Rutten opgevoerd.
Toen kwam het grote keerpunt in
de geschiedenis van de Tegelse open
luchtspelen.
In 1930 werd te Oberammergau in
Beieren het honderden jaren oude
passiespel opgevoerd en dat bracht
de Tegelaars op een idee. Sommi
gen hadden eerder reeds suggesties
gedaan in deze richting, maar nu pas
bleek er algemeen belangstelling.
Het bestuur maakte een reis naar
Oberammergau en kwam terug met
een schat aan vooral technische en
organisatorische gegevens. Niet met
de bedoeling deze te verwerken in
een spel, analoog dat van het Beier
se dorp, doch om aan de hand daar
van een geheel eigen traditie op te
bouwen.
Voorjaar 1931 speelde men in De
Doolhof een passiespel. Tekst: pas
toor A. van Delft van Sint Anthonis,
die daarvoor speciaal was aange
zocht. Ook nu was weer alles, kos
tuums en decors resultaat van
meenschappelijke arbeid, en de ou
dere Tegelaars verhalen nog met
graagte van die inspanningen en
successen van het eerste uur.
In 1935 besloot men de passie om
de vijf jaar uit te beelden. Het eerst
volgende speel jaar, 1940, bezigde
men de tekst „Van Gabbatha naar
Golgotha" van pater Jac. Schreurs
M.S.C., welke tekst alle volgende ja
ren in gebruik is gebleven en even
eens voor 1960 zal wórden vertolkt.
Met een en ander was de traditie
Iran het passiespel in Tegelen een
reit en het laat zich geenszins aan
zien, dat daar spoedig verandering
in zal komen. Immers, de liefde van
de inwoners voor hun spel is voor
geen moeilijkheden uit de weg ge
gaan. Ook niet in 1945, toen men de
balans opmaakte van de schamele
resten welke het oorlogsgeweld van
De Doolhof en zijn inventaris had
overgelaten.
Het leek eerder op een nieuw be
gin, waar men toen -de gelegenheid
had de houten theaterbouw door een
steviger te vervangen en het om
ringende park extra te verfraaien.
Een paar cijfers mogen intussen
duidelijk maken hoezeer de belang
stelling voor „Tegelen" in korte tijd
groeide: in 1946 beleefde men 25 op
voeringen met 115.000 bezoekers, in
1947 waren het er 35 met 150.000!
Sinds opvoeringen van 1946 wordt
voor de muzikale omlijsting van het
spel muziek gebezigd van de on
langs overleden componist Hubert
Cuypers.
Via opvoeringen in 1950 en 1951
is Tegelen dit jaar toe aan zijn
nieuwste verbeelding van het aloude
spel.
In de afgelopen 30 jaar heeft Te
gelen ongetwijfeld historie gemaakt.
Er zijn hoogtepunten geweest in het
aantal bezoekers en vele hoogge
plaatste personen hebben Tegelen
met een bezoek vereerd, dit vooral
sinds er internationale belangstelling
is gegroeid.
Hare Majesteit Koningin Wilhel-
mina kwam naar Tegelen en was
zeer onder de indruk van het mas
sale pel, getuige de brief die het se
cretariaat op 16 augustus 1946 ont
ving en waarin woorden van lof en
dank werden gesproken.
Een opmerkelijke bezoeker was
bijvoorbeeld ook de negerkoning
Nana Stefan Owusu IV van de Afri
kaanse Goudkust, die in 1950 met
zijn gevolg een bezoek aan Tegelen
bracht.
De passiespelen in Tegelen zullen
dit jaar hun première beleven op
26 mei a.s. (Hemelvaartsdag). In de
zelfde maand volgt een opvoering
op de 28e (speciaal voor onderwijs
inrichtingen) en op de 29e.
In de maand juni zullen 8 opvoe
ringen plaats hebben (waarvan er
drie voor scholen zijn gereserveerd),
in juli 10 (waarvan 5 voor scholen),
in augustus 8 en in september 2.
Maar reeds voor 7 speeldata
zijn alle plaaten uitverkocht. Elke
voortelling begint 's namiddags 14.15
uur en eindigt omstreeks 18.00 uur.
(Oberammergau in Beieren, Erl in
Tirol, Selzach in Zwitserland), maar
wie mocht menen dat de traditie
van Tegelen een sjabloon of zelfs
maar een verre navolging is van el
ders, vergist zich.
Daarvoor is dit spel te zeer uit het
hart van de bevolking ontstaan en
heeft het zich langs geheel eigen
lijnen ontwikkeld.
Deze mensen wonen in een van de
nieuwe buitenwijken. Des avonds
zien zij bij hun thuiskomst zorgvul
dig uit naar de huisnummers, opdat
zij niet per abuis de verkeerde wo
ning binnen stappen. Als het hard
waait, stoppen zij kieren en reten
dicht met oude kranten om onder
't motto De krant kun je niet mis
sen" het opgespoten zand van het
nieuwe stadsdeel buiten te houden.
Kortom, deze wijk onderscheidt zich
in niets van andere nieuwe wijken.
Dit verhaal onderscheidt zich ove
rigens ook in niets van andere ver
halen die in dergelijke stadsdelen
gebeuren. Buurman links placht
's avonds laat naar bed te gaan
Meestal was het na middernacht
voor dit echtpaar zich te rusten be
gaf. Buurman rechts daarentegen,
kroop tegen tien uur al onder de
wol.
In oude stadswijken behoeft een
dergelijk verschil in leefwijze niet
te leiden tot wetsovertredingen. In
de nieuwe wijken, waar alle huizen
eender zijn, behoort men echter ook
allemaal eender te leven. Anders
komen er brokken.
Het sluiten van de buitendeuren
pleegt in dergelijke woningen met
enig geweld gepaard te gaan. De
voordeur klemde damg. De keuken
deur naar het tuintje kon slechts
gedeeltelijk dicht; dat wil zeggen,
dat men onderaan een vinger door
de kier kon steken als het bovendeel
van de deur was gesloten.
Buurman rechts, de langslaper,
was een handig knutselaar. Nu en
dan nam hij een snipperdag om het
een en ander aan zijn woning op te
knappen. Bij hem sloten de deuren
daardoor geruisloos, want onze
nieuwbouw is berekend op doe-het-
zelf-mensen.
Buurman links, die altijd laat naar
bed ging, was een stuntel, iemand
met twee linkse handen. Hij ging uit
van het volkomen verouderde stand
punt, dat de bewoner niet behoeft
mee te bouwen aan zijn huis. Hij
meende, dat architect en aannemer
moeten zorgen, dat men enige jaren
kon verblijven in hetgeen zij hadden
gebouwd.
Het gevolg daarvan was, dat deze
linkse buurman 's avonds zijn nede
rige" stulp niet op slot kon krijgen.
Télkens tegen middernacht sprong
hij samen met zijn echtgenote ver
woed tegen de deuren, teneinde deze
in de sponningen te wringen.
Slechts wanneer het gezamenlijk
gewicht van het echtpaar gelijktijdig
op de deur in werkte, lukte dat.
Daarna kwam de keukendeur aan
de beurt. Buurman en buurvrouw
ramden zo lang tot het slot dicht
klikte. Dan begaven zij zich tevre
den bèdwaarts.
Dit nachtelijk kabaal verdroot de
handige buurman rechts. Hij besloot
op een van zijn snipperdagen daar
een eind aan te maken. Buurvrouw
link moest tot haar schrik ervaren,
dat hij die ochtend de buitendeuren
op straat had gelegd. Terwijl hij han
dig schaaf en oliespuit hanteerde,
legde hij uit, dat het zo niet langer
ging.
„Hoe laat je naar bed gaat moet je
zelf weten", zei hij, „maar doe het
dan geruisloos en zorg dat je deuren
dicht kunnen zonder dat 't hele blok
wakker wordt". Buurvrouw links
bracht hem dankbaar een kop kof
fie.
Maar nu kwam ook buurman links
de straat in. Hij zag hoe buurman
rechts de woning gedeeltelijk had
gedemonteerd, ontstak in toorn, en
sloeg buurman met de eigen olie
spuit op het hoofd. Dat hem achter
af 5 gulden had gekost wegens mis
handeling. Maar de vrede was al
weer getekend.
't Spijt me dat ik me zo heb op
gewonden", zei hij. „Buurman doet
nu alle karweitjes voor ons. En ik
vul zijn belastingbiljet in. Zo helpen
we mekaar door de wereld".
Waarmee maar gezegd wil zijn,
dat zelfs klemmende deuren wel
enig nut kunnen hebben.
van 30 april 1910
Dr. Henri Poels zal na de va-
cantie zijn ambt als hoogleraar aan
de Universiteit te Washington (USA),
neerleggen en voor goed naar Euro
pa terugkeren.
In Leunen werden op twee plaat
sen koperen wasketels en wasgoed
gestolen.
Na de vergroting van de school
van 't St. Jozef gesticht het vorige
jaar, is het getal der kinderen daar
zo groot geworden, dat geen leer
lingen meer kunnen worden aange
nomen. Thans zijn er 155 kinderen.
Op 1 mei begint het nieuwe school
jaar met 118 leerlingen. Tot onder
wijzer is van de 11 sollicitanten be
noemd de heer A. Caré, te Zeist.
Mgr. W. Nolens, schonk aan de
schutterij „St. Anna" een verguld
zilveren medaille voor het intern,
schuttersconcours op 8 mei. a.s.
Een 36-tal oud-militairen van
de lichtingen 1903, 1904 en 1907 wer
den voor herhalingsoefeningen op
geroepen.
VQ0B EEN. MODERN
EN VAKKUNDIGE
plaatsing ZORGT
Reeds bij de allereerste krijgsver
richting schonden de Duitsers het
oorlogsrecht.
Vrijdag 10 mei 1940. De dag is nog
maar enkele uren oud. In de sche
mering van de morgen steekt de
overspanning van de spoorbrug bij
Gennep wazig af tegen de nog grijze
lucht. Het donkere water van de
Maas stroomt traag onder de brug
door. Over een poosje zal het licht
zijn.
In het Oosten werdt de witte vlek
aan de hemel steeds groter. „Wat zal
de dag brengen
Deze vraag houdt de Nederlandse
soldaten bij de brug voortdurend be
zig. Sinds dinsdag zijn ze in staat
van alarm.
Deze toestand van hoogste pa
raatheid is niet nieuw. Het is al een
paar keer voorgekomen. Oudere
mensen hebben verteld, dat ook in
de oorlog van '14-T8 regelmatig
alarm werd geslagen. Ze hebben
zo'n toestand daarom nooit zo ern
stig ingezien. Het vervelendste was
nog, dat tijdens alarm aan verlof
niet viel te denken. Maar verder
't zal allemaal nog wel meevallen.
Met deze geruststellende gedachte
is Nederland het jaar 1940 ingegaan.
Vrolijk is de jaarwisseling gevierd.
De kranten wijdden meer aandacht
aap de ijstoestand op de grote ri
vieren dan aan het oorlogsnieuws.
Trouwens wat viel er te beleven aan
het Westelijk front?
In sterke stellingen lagen de
vijanden tegenover elkaar. Geen dei-
partijen scheen echter lust te heb
ben tot enige actie.
Even was er schrik. Dat was toen
Denemarken en Noorwegen onder
de voet gelopen werden. Zou toch..?
Maar Hitier beloofde nogmaals 't
Nederlandse grondgebied te zullen
eerbiedigen.
Nu echter, op deze tiende mei,
woelt onrust in de harten van de
soldaten daar op die brug bij Gen
nep. Want vreemde geluiden zijn tot
hen doorgedrongen, ontploffingen:
het laten springen van verscheidene
kleinere bruggen in de omgeving.
Scherp turen de mannen in de
richting van Duitsland, want van
die kant moet de vijand komen. Dan
zal ook deze brug de lucht in gaan.
Maar wanneer komt de vijand? En
hoe zal hij er uitzien?
VREEMDE ONTMOETING
MET DE VIJAND
De aanval op ons land was zorg
vuldig en „Deutsch gründlich" voor
bereid. Netjes stonden de troepen
voor onze Oostgrens opgesteld.
In de buurt van Osnabrück ston
den de pantserwagens. Zij vormden
de stootkracht van het aanvallende
leger.
Het was de bedoeling, dat deze
pantserafdeling zo vliig mogelijk tot
de vesting Holland zou doordringen.
Een beletsel voor een snelle op
mars waren de drassige inundatie-
gebieden. Daarom werd bepaald, dat
de gemotoriseerde kolonne zich door
Noord-Brabant een weg zou banen.
Dan behoefde slechts één enkele ri
vier te worden gepasseerd en daar
na zou het recht op de Moerdijk-
bruggen afgaan.
Een eventuele bondgenoot zou dan
tegelijk geen kans meer hebben om
de Hollanders achter hun water
linie te hulp te komen. Het was nu
zaak om ergens over de Maas een
brug onbeschadigd in handen te
krijgen. Dus vóór dat de Nederland
se soldaten de springladingen zou
den hebben ontstoken.
Dat zou geen gemakkelijke taak
zijn. Het was dan ook niemand min
der dan admiraal Canaris, het hoofd
van de „Abwehr", die zich persoon
lijk bezig hield met het opstellen en
uitwerken van een plan.
In het Reichswald, midden tussen
In een drietal artikelen zullen
wij proberen de oorlogsgeschie
denis op te halen van 20 jaren
geleden, mei 1940.
Het zal uiteraard een globaal
overzicht zyn, maar 't zal voor
ieder van ons toch weer even
de gedachten terug roepen naar
die spannende dagen van mei
1940 die het begin waren van
de moeilijkste jaren uit onze
geschiedenis.
- Op de secretarie te Maashees
waren weggeldkaarten verkrijgbaar
voor de provincie Nrd.-Brabant,
welke het recht geven voor Limbur
gers om 5 dagen gebruik te maken
van de wegen zonder belasting te
betalen.
Dat het er op de kolenmijnen
voor'50 jaren niet erg florisant uit
zag, moge blijken uit het volgende:
De grote voorraad groeit nog
steeds aan. De schade hierdoor is
enorm, door extra loon, waardever
mindering der stukkolen in de open
lucht opgetapeld. De Duitse arbei
ders gaan wegens slapte terug naar
de Heimath. Op de Dom. mijnen te
Kerkrade, gingen de laatste weken
250 mijnwerkers naar elders. Hun
plaatsen worden niet aangevuld.
de bossen, ver van de bewoonde we
reld, kwam in april 1940 een aantal
mensen bij elkaar, militairenen
burgers. Zij woonden in barakken.
Nooit kwamen zij uit het kamp.
Niemand kwam te weten wat zij
daar in de eenzaamheid uitvoerden.
De bezetting van de spoorbrug bij
Gennep heeft net opdracht gekregen
om de lonten van de springlading
ouderwets systeem te ontsteken,
als de wachtende soldaten uit Ooste
lijke richting iets zien aankomen.
Echter heel iets anders, dan wat
zij verwacht hebben. Geen sluipen
de of toestormende soldaten, geen
gevechtswagens, geen vliegtuigen,
maar een klein groepje mannen
komt naar de brug toe.
Als het groepje dichterbij is geko
men, ontdekken ze tot hun grote op
luchting de zo vertrouwde unifor
men van de Marechaussee. Verder
bemerken ze tot hun verbazing, dat
de Marechpussee's krijgsgevangenen
bij zich hebben.
Dit is het eerste contact met de
vijand. Zij blijven staan. De Mare-
chaussee's melden zich. Ze vertellen
met een paar woorden, dat ze een
Duitse patrouille hebben overmees
terd.
De Nederlandse soldaten laten het
groepje naar achteren brengen, over
de brug. Ze openen het zware ver
sperringshek. Dan gaat in 't wacht
huisje de telefoon. Een korporaal
neemt de haak van het toestel op
geen antwoord
Hij wil weer naar buiten gaan,
maar één der marechaussee's houdt
een pistool op hem gericht. Ook een
krijgsgevangene heeft een wapen in
de hand. De korporaal 'schiet nog,
dan voelt hij een klap in zijn nek en
is bewusteloos.
Vanuit de verte nadert een trein,
geen Hollandse, langzaam stoomt 'n
Duitse pantsertrein op naar de brug.
Inmiddels is het groepje „krijgs
gevangenen" al slaags geraakt met
de soldaten, die verder op de brug
staan. Door het geopende versper
ringshek rijdt de trein, volgepropt
met soldaten, die meteen aan het
gevecht deelnemen.
Spoedig is de spoorbrug in handen
van de vijandonbeschadigd.
Nog diezelfde dag rollen de voer
tuigen van de pantser-divisie, over
de brug, Noord-Brabant binnen,
richting Moerdijk.
SCHENDING VAN HET
OOROGSRECHT
Zo gelukte het de vijand om die
ene brug daar bij Gennep te over
meesteren. Hiermee werd het plan
van Canaris met succes bekroond.
De bewoners van het geheimzinni
ge kamp in het Reichswald hadden
hun werk goed gedaan. En hoe kon
het ook anders. Speciaal voor dit
werk, het overvallen van bruggen,
werden ze opgeleid.
De Duitse soldaten zouden voor
krijgsgevangenen spelen, onder hun
kleren moesten ze extra wapens
verbergen. En de burgers van het
kamp, Nederlanders, die zich vrij
willig voor dit werk opgaven, zou
den voor Marechaussee's spelen.
Aanvankelijk werd getracht de
vereiste Nederlandse uniformen
Duitsland binnen te smokkelen; toen
dit mislukte, werden de kledingstuk
ken zelf gemaakt.
De pseudo Marechaussee's moes
ten het vertrouwen van de bezetting
winnen. Dat hiermee 't oorlogsrecht
werd geschonden was voor de Duitse
legerleiding geen bezwaar.
Trouwens, niet alleen bij Gennep
zou de vijand zich van unfaire mid
delen bedienen.
Zo werd de Maasbrug bij Bugge-
num „bezocht" door als spoorweg
arbeiders verklede stoottroepen. De
Nederlandse bezetting heeft hier de
brug nog tijdig kunnen opblazen.
Te Roermond mislukte een over
val. waarbij de vijandelijke soldaten
gehuld gingen in uniformen van de
Nederlandse militaire politie.
Ook op andere plaatsen kwamen