Twintig jaren geleden.... WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN Geesteiijk artikel U, ik en het verkeer... De Passiespelen te ïegelen hebben historie gemaakt de politierechter Uit Peel en Maas TELEVISIETOESTEL P M00REH 'Tel. 1070 De Duitse overval op 10 mei.... Zaterdag 23 april 1960 No. 17 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS 1 TEL. 1512 GIRO 1506.52 ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (bulten Venray 1.60) WIJ LEVEN NAAST EN ZONDER HEM, DIE BIJ ONS IS Wanneer ik zo door de straten wan del, om naar mijn werk te gaan, wanneer ik in het verkeer zit of in een rij sta mijn beurt af te wach ten, dan schieten mij de laatste tijd telkens weer de woorden te binnen, die ik met Pasen hoorde zingen en bidden: „Ik ben verrezen en nog steeds ben ik bij U". Wat een wonderlijk geval is het toch eigenlijk met ons mensen, bij zonder met ons christenen, dat wij Christus altijd bij ons hebben. Niet zo gewoon in de kerk, waar de H. Eucharistie wordt gevierd en het li chaam van Christus wordt bewaard. Neen, echt bij ons en naast ons. Beter gezegd in ons. Wanneer ik mijn kinderen de ca techismus moet overhoren stuit ik op bepaalde dagen van het jaar tel kens over die vraag van Gods alom tegenwoordigheid. Ik erger me altijd weer erover hoe weinig de kinderen van die echte nabijheid van God Zelf in de we reld overtuigd zijn, hoe weinig som migen proberen die kinderen die overtuiging tot vlees en bloed te ma ken. Doch wat doe je eraan, zolang er geen betere catechismus voor onze kinderen in ons land beschik baar is. Maar de bijzondere tegenwoordig heid van Christus bij ons is nog iets veel mooiers, veel echters dan die tegenwoordigheid van God als Schepper. Uit dit besef leeft bijna niemand, behalve kloosterlingen, die er wat meer over hebben kunnen nadenken. Ook worden wij zelden of nooit met onze neus op die tegen woordigheid van Christus in ons ge drukt. Toch heeft Christus het ons met Pasen nog eens uitdrukkelijk laten weten: „Ik ben verrezen en nog steeds ben Ik bij U". Onze tijd doet aan een heleboel vernieuwingen. Op allerlei gebied. We worden Amerikaans in ons le ven. Maar dieper Christen worden lijkt me toch veel belangrijker. Een vernieuwing op dit gebied is toch als men de hele liturgie van Pasen naleest de bedoeling. Maar het vervelende en ontmoedigende schijnt me, dat we die vernieuwing wel be praten, maar niet uitvoeren. En dat zou moeten gebeuren op bais van het feiet, dat de Verrezen Christus nog altijd met ons is, met ons persoonlijk. Voor zeer veel lieden, die dagelijks aan de weg timmeren, is het dienstig te vernemen, onder welke omstan digheden men een geparkeerd voer tuig bij nacht zonder verlichting mag achterlaten. Over deze aangelegenheid heerst nogal eens misverstand, hetwelk voor de betrokkene meestal een na delig saldo tengevolge heeft. Dit soort bijdragen aan het Rijkskistje leve ren geen rente op, zodat het bepaal delijk geen zin heeft bij deze instel ling vaste inlegger te worden. Temeer daar wij onlangs enkele enormiteiten over dit onderwerp hoorden, volgt hier dan hetgeen wettelijk bepaald is. Allereerst: wat behelst het begrip „nacht"? Deze wettelijke definitie is onlangs scherper gesteld en is de tijd, welke gelegen is tussen een kwartier na zonsondergang tot een kwartier voor zonsopgang. Voor dien was dat 'n half uur. Rijdt U dus thans op een tijdstip bij avond, waarbij U over lampen aansteken gaat denken, dan is het meestal tijd. Bij normale weersom- tandigheden is de schemer meestal dat bewuste tijdstip. Houdt U vooral rekening met dat vervroegde tijdstip want de speling is dus niet meer zo groot als voor heen, alhoewel deze regeling toch al geruime tijd bestaat. Parkeert U uw auto nu binnen een afstand van 30 meter van een onsto- ken lichtpunt, behorende tot de openbare verlichting waardoor dat voertuig verlicht wordt, dan kunt U zonder enige verlichting uw auto la ten staan. U moet evenwel twee din gen zeer goed onthouden: Zo'n punt moet binnen de bebouwde kom lig gen en dat lichtpunt moet z.g. open bare verlichting zijn. Over die bebouwde kom zullen we het niet hebben, terwijl openbare verlichting alle verlichting is, welke dus vanwege het openbaar gezag is aangebracht. Staat U dus buiten die 30 meter voor een fel verlichte etalage stil, terwijl de verlichting niet aan is, dan bent U fout. Het kan zijn dat uw voertuig dan beter verlicht is dan formeel onder het openbare pitje binnen 30 meter. Het kan zelfs zijn, dat een over ijverige diender U hiervoor be keurt, waarover U alleen maar boos kan kijken, doch beslist niets lelijks mag zeggen. Voorts mag uw voertuig onver licht blijven, indien het op een aan geduide parkeerplaats staat, dan wel geheel buiten de rijbaan. De par keerplaats zal wel duidelijk zijn. Dat geheel buiten de rijbaan levert op dit punt ook al weer eens verschil van mening op. Op grotere wegen liggen tussen het rijwielpad en de rijbaan rood be tegelde stroken. Men noemt dat ook wel z.g. parkeerstroken. Als U daar met uw voertuig geheel op kunt, bent U des nachts vrijgesteld van verlichting. Dat „geheel op kunnen" slaat dus vooral op de breedte van uw auto. Deze stroken zijn lang genoeg voor elke personenauto. Wat de breedte betreft valt dat voor sommige perso nenauto's tegen. Staat nu vanwege deze breedte een gedeelte van uw voertuig op de rijbaan, dan moet U ofwel binnen 30 meter enz. enz. gaan staan, danwel parkeerverlichting ontstoken hebben. Vrachtauto's komen er dus niet zon der verlichting straffeloos af. Kleine personenauto's in elk geval wel. Bent U nu zo goochem om niet op de rij baan te komen, doch rechts het rij wielpad te benutten, dan valt U wet telijk in een ander tarief, hetwelk aan de bijdrage als zodanig niets af doet. Voor militaire motorvoertuigen zijn afzonderlijke verkeersbepalin- gen in het leven geroepen, welke v riëren van normaal tot geen enkele verlichting. Ambtenaren van Rijks- of Ge meentepolitie, Kon. Marechaussee en Douane mogen IN dienst en in op dracht van bepaalde autoriteiten per rijwiel eveneens zonder verlichting rijden. Stelt U thans de vraag wie de schuldige is, indien één dezer perso nen op deze wijze aangereden wordt, dan schudden wij ontkennend het hoofd. Voorzover ons bekend bestaat hierover nog gëen jurisprudentie, zodat we het eerste geval nog moe ten afwachten. Hopenlijk blijft dat heel lang uit. „Uit liefde tot Hem, Die in het bitterste uur zijns levens Zijn plech tige vrede naliet aan al de zijnen, aanvaard ik deemoedig de mij toe gewezen rol en beloof algehele toe wijding aan mijn taak en onderwer ping aan de leiding der Passiespe len" Aldus luidt de belofte, welke deel nemers aan het passiespel van Te- gelen op Witte Donderdag van het jaar vóór dat der opvoering afleg gen. Het passiespel voor Tegelen is zo essentieel met het dox'psleven ver groeid, dat geen Tegelaar zich gro ter eer kan voorstellen dan mee te mogen werken aan zijn eigen spel. Er zijn in dit spel 600 medewer kenden, van wie er aan 82 een spreekrol is toebedeeld. Maar daar naast is er de grote groep van onbe kende idealisten, die als toneeltech nici en costumiêres aan het passie spel van Tegelen medewerking ver leent. In het Paasnummer beschrijft „Het", het blad van jonge mensen, het ontstaan en de ontwikkeling van deze spelen: Het was het najaar van 1926 toen in café „Den Gouden Berg" te Te gelen een groepje mensen bijeen kwam met het voornemen zich te beraden over de mogelijkheid om in de nabije toekomst ter plaatse open luchtspelen te gaan opvoeren. Men kan zich afvragen wat deze groep idealisten heeft gebracht tot een dergelijke wens: wellicht wordt de beste verklaring ervoor gevonden in het feit, dat de zuidelijke mens nu eenmaal altijd een drang tot spelen vertoont. Men denke slechts aan de ver scheidenheid van mysterie-, heili gen-, passie- en paasspelen, welke vroeger in onze zuidelijke provincie en in het verwante Vlaanderen met zovel verve werden uitgebeeld. De plannen van het groepje in „De Gouden Berg" waren echter aan vankelijk geenzins op religieuze spelen gericht. Zij wensten louter een mogelijkheid te scheppen voor openluchtspelen, waarvan ze wisten, dat ze bij de bevolking welkom zou den zijn. Uit de vergadering resulteerde een vereniging welke zich met de prak tische uitvoering der plannen zou gaan belasten. De eerste activiteit van de jonge vereniging bestond in het omzien naar een geschikte plaats voor de opvoeringen. Deze werd al spoedig gevonden op een gedeelte van het landgoed „De Doolhof", dat door eensgezinde arbeid van zijn vervallen staat werd omgetoverd tot een zeer bruikbaar speelterrein. In deze parkachtige omgeving, ja ren tevoren door pater Arnold Jans sen uit Steyl, met hulp van novicen en kloosterlingen aangelegd als bid- en recreatietuin, werd in de zomer van 1927 het eerste openluchtspel, het „Spel van Sint Franciscus", van pater Justinus Janssen opgevoerd. Men boekte er groot succes mee, hetgeen aanleiding werd om 't jaar daarop, 1928, een tweede spel te or ganiseren. De keuze viel op „Eva's droom" van de Limburger Dr Felix Rutten, dat als „paradijselijk spel" in de natuur-omgeving van De Dool hof welhaast een succes móést wor den. In 1929 en 1930 werden respectie velijk Calderons „Het grote schouw toneel" in een vertaling van Felix Rutten en het stuk „Youssouf" van Felix Rutten opgevoerd. Toen kwam het grote keerpunt in de geschiedenis van de Tegelse open luchtspelen. In 1930 werd te Oberammergau in Beieren het honderden jaren oude passiespel opgevoerd en dat bracht de Tegelaars op een idee. Sommi gen hadden eerder reeds suggesties gedaan in deze richting, maar nu pas bleek er algemeen belangstelling. Het bestuur maakte een reis naar Oberammergau en kwam terug met een schat aan vooral technische en organisatorische gegevens. Niet met de bedoeling deze te verwerken in een spel, analoog dat van het Beier se dorp, doch om aan de hand daar van een geheel eigen traditie op te bouwen. Voorjaar 1931 speelde men in De Doolhof een passiespel. Tekst: pas toor A. van Delft van Sint Anthonis, die daarvoor speciaal was aange zocht. Ook nu was weer alles, kos tuums en decors resultaat van meenschappelijke arbeid, en de ou dere Tegelaars verhalen nog met graagte van die inspanningen en successen van het eerste uur. In 1935 besloot men de passie om de vijf jaar uit te beelden. Het eerst volgende speel jaar, 1940, bezigde men de tekst „Van Gabbatha naar Golgotha" van pater Jac. Schreurs M.S.C., welke tekst alle volgende ja ren in gebruik is gebleven en even eens voor 1960 zal wórden vertolkt. Met een en ander was de traditie Iran het passiespel in Tegelen een reit en het laat zich geenszins aan zien, dat daar spoedig verandering in zal komen. Immers, de liefde van de inwoners voor hun spel is voor geen moeilijkheden uit de weg ge gaan. Ook niet in 1945, toen men de balans opmaakte van de schamele resten welke het oorlogsgeweld van De Doolhof en zijn inventaris had overgelaten. Het leek eerder op een nieuw be gin, waar men toen -de gelegenheid had de houten theaterbouw door een steviger te vervangen en het om ringende park extra te verfraaien. Een paar cijfers mogen intussen duidelijk maken hoezeer de belang stelling voor „Tegelen" in korte tijd groeide: in 1946 beleefde men 25 op voeringen met 115.000 bezoekers, in 1947 waren het er 35 met 150.000! Sinds opvoeringen van 1946 wordt voor de muzikale omlijsting van het spel muziek gebezigd van de on langs overleden componist Hubert Cuypers. Via opvoeringen in 1950 en 1951 is Tegelen dit jaar toe aan zijn nieuwste verbeelding van het aloude spel. In de afgelopen 30 jaar heeft Te gelen ongetwijfeld historie gemaakt. Er zijn hoogtepunten geweest in het aantal bezoekers en vele hoogge plaatste personen hebben Tegelen met een bezoek vereerd, dit vooral sinds er internationale belangstelling is gegroeid. Hare Majesteit Koningin Wilhel- mina kwam naar Tegelen en was zeer onder de indruk van het mas sale pel, getuige de brief die het se cretariaat op 16 augustus 1946 ont ving en waarin woorden van lof en dank werden gesproken. Een opmerkelijke bezoeker was bijvoorbeeld ook de negerkoning Nana Stefan Owusu IV van de Afri kaanse Goudkust, die in 1950 met zijn gevolg een bezoek aan Tegelen bracht. De passiespelen in Tegelen zullen dit jaar hun première beleven op 26 mei a.s. (Hemelvaartsdag). In de zelfde maand volgt een opvoering op de 28e (speciaal voor onderwijs inrichtingen) en op de 29e. In de maand juni zullen 8 opvoe ringen plaats hebben (waarvan er drie voor scholen zijn gereserveerd), in juli 10 (waarvan 5 voor scholen), in augustus 8 en in september 2. Maar reeds voor 7 speeldata zijn alle plaaten uitverkocht. Elke voortelling begint 's namiddags 14.15 uur en eindigt omstreeks 18.00 uur. (Oberammergau in Beieren, Erl in Tirol, Selzach in Zwitserland), maar wie mocht menen dat de traditie van Tegelen een sjabloon of zelfs maar een verre navolging is van el ders, vergist zich. Daarvoor is dit spel te zeer uit het hart van de bevolking ontstaan en heeft het zich langs geheel eigen lijnen ontwikkeld. Deze mensen wonen in een van de nieuwe buitenwijken. Des avonds zien zij bij hun thuiskomst zorgvul dig uit naar de huisnummers, opdat zij niet per abuis de verkeerde wo ning binnen stappen. Als het hard waait, stoppen zij kieren en reten dicht met oude kranten om onder 't motto De krant kun je niet mis sen" het opgespoten zand van het nieuwe stadsdeel buiten te houden. Kortom, deze wijk onderscheidt zich in niets van andere nieuwe wijken. Dit verhaal onderscheidt zich ove rigens ook in niets van andere ver halen die in dergelijke stadsdelen gebeuren. Buurman links placht 's avonds laat naar bed te gaan Meestal was het na middernacht voor dit echtpaar zich te rusten be gaf. Buurman rechts daarentegen, kroop tegen tien uur al onder de wol. In oude stadswijken behoeft een dergelijk verschil in leefwijze niet te leiden tot wetsovertredingen. In de nieuwe wijken, waar alle huizen eender zijn, behoort men echter ook allemaal eender te leven. Anders komen er brokken. Het sluiten van de buitendeuren pleegt in dergelijke woningen met enig geweld gepaard te gaan. De voordeur klemde damg. De keuken deur naar het tuintje kon slechts gedeeltelijk dicht; dat wil zeggen, dat men onderaan een vinger door de kier kon steken als het bovendeel van de deur was gesloten. Buurman rechts, de langslaper, was een handig knutselaar. Nu en dan nam hij een snipperdag om het een en ander aan zijn woning op te knappen. Bij hem sloten de deuren daardoor geruisloos, want onze nieuwbouw is berekend op doe-het- zelf-mensen. Buurman links, die altijd laat naar bed ging, was een stuntel, iemand met twee linkse handen. Hij ging uit van het volkomen verouderde stand punt, dat de bewoner niet behoeft mee te bouwen aan zijn huis. Hij meende, dat architect en aannemer moeten zorgen, dat men enige jaren kon verblijven in hetgeen zij hadden gebouwd. Het gevolg daarvan was, dat deze linkse buurman 's avonds zijn nede rige" stulp niet op slot kon krijgen. Télkens tegen middernacht sprong hij samen met zijn echtgenote ver woed tegen de deuren, teneinde deze in de sponningen te wringen. Slechts wanneer het gezamenlijk gewicht van het echtpaar gelijktijdig op de deur in werkte, lukte dat. Daarna kwam de keukendeur aan de beurt. Buurman en buurvrouw ramden zo lang tot het slot dicht klikte. Dan begaven zij zich tevre den bèdwaarts. Dit nachtelijk kabaal verdroot de handige buurman rechts. Hij besloot op een van zijn snipperdagen daar een eind aan te maken. Buurvrouw link moest tot haar schrik ervaren, dat hij die ochtend de buitendeuren op straat had gelegd. Terwijl hij han dig schaaf en oliespuit hanteerde, legde hij uit, dat het zo niet langer ging. „Hoe laat je naar bed gaat moet je zelf weten", zei hij, „maar doe het dan geruisloos en zorg dat je deuren dicht kunnen zonder dat 't hele blok wakker wordt". Buurvrouw links bracht hem dankbaar een kop kof fie. Maar nu kwam ook buurman links de straat in. Hij zag hoe buurman rechts de woning gedeeltelijk had gedemonteerd, ontstak in toorn, en sloeg buurman met de eigen olie spuit op het hoofd. Dat hem achter af 5 gulden had gekost wegens mis handeling. Maar de vrede was al weer getekend. 't Spijt me dat ik me zo heb op gewonden", zei hij. „Buurman doet nu alle karweitjes voor ons. En ik vul zijn belastingbiljet in. Zo helpen we mekaar door de wereld". Waarmee maar gezegd wil zijn, dat zelfs klemmende deuren wel enig nut kunnen hebben. van 30 april 1910 Dr. Henri Poels zal na de va- cantie zijn ambt als hoogleraar aan de Universiteit te Washington (USA), neerleggen en voor goed naar Euro pa terugkeren. In Leunen werden op twee plaat sen koperen wasketels en wasgoed gestolen. Na de vergroting van de school van 't St. Jozef gesticht het vorige jaar, is het getal der kinderen daar zo groot geworden, dat geen leer lingen meer kunnen worden aange nomen. Thans zijn er 155 kinderen. Op 1 mei begint het nieuwe school jaar met 118 leerlingen. Tot onder wijzer is van de 11 sollicitanten be noemd de heer A. Caré, te Zeist. Mgr. W. Nolens, schonk aan de schutterij „St. Anna" een verguld zilveren medaille voor het intern, schuttersconcours op 8 mei. a.s. Een 36-tal oud-militairen van de lichtingen 1903, 1904 en 1907 wer den voor herhalingsoefeningen op geroepen. VQ0B EEN. MODERN EN VAKKUNDIGE plaatsing ZORGT Reeds bij de allereerste krijgsver richting schonden de Duitsers het oorlogsrecht. Vrijdag 10 mei 1940. De dag is nog maar enkele uren oud. In de sche mering van de morgen steekt de overspanning van de spoorbrug bij Gennep wazig af tegen de nog grijze lucht. Het donkere water van de Maas stroomt traag onder de brug door. Over een poosje zal het licht zijn. In het Oosten werdt de witte vlek aan de hemel steeds groter. „Wat zal de dag brengen Deze vraag houdt de Nederlandse soldaten bij de brug voortdurend be zig. Sinds dinsdag zijn ze in staat van alarm. Deze toestand van hoogste pa raatheid is niet nieuw. Het is al een paar keer voorgekomen. Oudere mensen hebben verteld, dat ook in de oorlog van '14-T8 regelmatig alarm werd geslagen. Ze hebben zo'n toestand daarom nooit zo ern stig ingezien. Het vervelendste was nog, dat tijdens alarm aan verlof niet viel te denken. Maar verder 't zal allemaal nog wel meevallen. Met deze geruststellende gedachte is Nederland het jaar 1940 ingegaan. Vrolijk is de jaarwisseling gevierd. De kranten wijdden meer aandacht aap de ijstoestand op de grote ri vieren dan aan het oorlogsnieuws. Trouwens wat viel er te beleven aan het Westelijk front? In sterke stellingen lagen de vijanden tegenover elkaar. Geen dei- partijen scheen echter lust te heb ben tot enige actie. Even was er schrik. Dat was toen Denemarken en Noorwegen onder de voet gelopen werden. Zou toch..? Maar Hitier beloofde nogmaals 't Nederlandse grondgebied te zullen eerbiedigen. Nu echter, op deze tiende mei, woelt onrust in de harten van de soldaten daar op die brug bij Gen nep. Want vreemde geluiden zijn tot hen doorgedrongen, ontploffingen: het laten springen van verscheidene kleinere bruggen in de omgeving. Scherp turen de mannen in de richting van Duitsland, want van die kant moet de vijand komen. Dan zal ook deze brug de lucht in gaan. Maar wanneer komt de vijand? En hoe zal hij er uitzien? VREEMDE ONTMOETING MET DE VIJAND De aanval op ons land was zorg vuldig en „Deutsch gründlich" voor bereid. Netjes stonden de troepen voor onze Oostgrens opgesteld. In de buurt van Osnabrück ston den de pantserwagens. Zij vormden de stootkracht van het aanvallende leger. Het was de bedoeling, dat deze pantserafdeling zo vliig mogelijk tot de vesting Holland zou doordringen. Een beletsel voor een snelle op mars waren de drassige inundatie- gebieden. Daarom werd bepaald, dat de gemotoriseerde kolonne zich door Noord-Brabant een weg zou banen. Dan behoefde slechts één enkele ri vier te worden gepasseerd en daar na zou het recht op de Moerdijk- bruggen afgaan. Een eventuele bondgenoot zou dan tegelijk geen kans meer hebben om de Hollanders achter hun water linie te hulp te komen. Het was nu zaak om ergens over de Maas een brug onbeschadigd in handen te krijgen. Dus vóór dat de Nederland se soldaten de springladingen zou den hebben ontstoken. Dat zou geen gemakkelijke taak zijn. Het was dan ook niemand min der dan admiraal Canaris, het hoofd van de „Abwehr", die zich persoon lijk bezig hield met het opstellen en uitwerken van een plan. In het Reichswald, midden tussen In een drietal artikelen zullen wij proberen de oorlogsgeschie denis op te halen van 20 jaren geleden, mei 1940. Het zal uiteraard een globaal overzicht zyn, maar 't zal voor ieder van ons toch weer even de gedachten terug roepen naar die spannende dagen van mei 1940 die het begin waren van de moeilijkste jaren uit onze geschiedenis. - Op de secretarie te Maashees waren weggeldkaarten verkrijgbaar voor de provincie Nrd.-Brabant, welke het recht geven voor Limbur gers om 5 dagen gebruik te maken van de wegen zonder belasting te betalen. Dat het er op de kolenmijnen voor'50 jaren niet erg florisant uit zag, moge blijken uit het volgende: De grote voorraad groeit nog steeds aan. De schade hierdoor is enorm, door extra loon, waardever mindering der stukkolen in de open lucht opgetapeld. De Duitse arbei ders gaan wegens slapte terug naar de Heimath. Op de Dom. mijnen te Kerkrade, gingen de laatste weken 250 mijnwerkers naar elders. Hun plaatsen worden niet aangevuld. de bossen, ver van de bewoonde we reld, kwam in april 1940 een aantal mensen bij elkaar, militairenen burgers. Zij woonden in barakken. Nooit kwamen zij uit het kamp. Niemand kwam te weten wat zij daar in de eenzaamheid uitvoerden. De bezetting van de spoorbrug bij Gennep heeft net opdracht gekregen om de lonten van de springlading ouderwets systeem te ontsteken, als de wachtende soldaten uit Ooste lijke richting iets zien aankomen. Echter heel iets anders, dan wat zij verwacht hebben. Geen sluipen de of toestormende soldaten, geen gevechtswagens, geen vliegtuigen, maar een klein groepje mannen komt naar de brug toe. Als het groepje dichterbij is geko men, ontdekken ze tot hun grote op luchting de zo vertrouwde unifor men van de Marechaussee. Verder bemerken ze tot hun verbazing, dat de Marechpussee's krijgsgevangenen bij zich hebben. Dit is het eerste contact met de vijand. Zij blijven staan. De Mare- chaussee's melden zich. Ze vertellen met een paar woorden, dat ze een Duitse patrouille hebben overmees terd. De Nederlandse soldaten laten het groepje naar achteren brengen, over de brug. Ze openen het zware ver sperringshek. Dan gaat in 't wacht huisje de telefoon. Een korporaal neemt de haak van het toestel op geen antwoord Hij wil weer naar buiten gaan, maar één der marechaussee's houdt een pistool op hem gericht. Ook een krijgsgevangene heeft een wapen in de hand. De korporaal 'schiet nog, dan voelt hij een klap in zijn nek en is bewusteloos. Vanuit de verte nadert een trein, geen Hollandse, langzaam stoomt 'n Duitse pantsertrein op naar de brug. Inmiddels is het groepje „krijgs gevangenen" al slaags geraakt met de soldaten, die verder op de brug staan. Door het geopende versper ringshek rijdt de trein, volgepropt met soldaten, die meteen aan het gevecht deelnemen. Spoedig is de spoorbrug in handen van de vijandonbeschadigd. Nog diezelfde dag rollen de voer tuigen van de pantser-divisie, over de brug, Noord-Brabant binnen, richting Moerdijk. SCHENDING VAN HET OOROGSRECHT Zo gelukte het de vijand om die ene brug daar bij Gennep te over meesteren. Hiermee werd het plan van Canaris met succes bekroond. De bewoners van het geheimzinni ge kamp in het Reichswald hadden hun werk goed gedaan. En hoe kon het ook anders. Speciaal voor dit werk, het overvallen van bruggen, werden ze opgeleid. De Duitse soldaten zouden voor krijgsgevangenen spelen, onder hun kleren moesten ze extra wapens verbergen. En de burgers van het kamp, Nederlanders, die zich vrij willig voor dit werk opgaven, zou den voor Marechaussee's spelen. Aanvankelijk werd getracht de vereiste Nederlandse uniformen Duitsland binnen te smokkelen; toen dit mislukte, werden de kledingstuk ken zelf gemaakt. De pseudo Marechaussee's moes ten het vertrouwen van de bezetting winnen. Dat hiermee 't oorlogsrecht werd geschonden was voor de Duitse legerleiding geen bezwaar. Trouwens, niet alleen bij Gennep zou de vijand zich van unfaire mid delen bedienen. Zo werd de Maasbrug bij Bugge- num „bezocht" door als spoorweg arbeiders verklede stoottroepen. De Nederlandse bezetting heeft hier de brug nog tijdig kunnen opblazen. Te Roermond mislukte een over val. waarbij de vijandelijke soldaten gehuld gingen in uniformen van de Nederlandse militaire politie. Ook op andere plaatsen kwamen

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1