Sódale vebandetingen
WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN
op hel platteland
Bosbrand-gevaar
Bekendmaking
U, ik en het
verkeer...
Uit Peel en Maas
Geestelijk artikel
de politierechter
Ingezonden
Goede sluiting
gouden (eest
Zaterdag 2 april 1960 N». 14
KEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY
GROTESTRAAT 28 POSTBUS I TEL. 1512 GIRO 1506.52
ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS
PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (buiten Venray 1.60)
ii.
Nog geen honderd jaar geleden
speelde het geld op de zandgronden
in het oosten en zuiden van het land
nog geen belangrijke rol.
Het agrarisch bedrijf was 't voor
naamste middel van bestaan en was
grotendeels in gesteld op de zelf
voorziening. Een gering gedeelte van
de op het bouwland verbouwde pro-
dukten werd op de markt verhan
deld.
•Ook de boter werd veelal op de
markt verhandeld. De eieren daar
entegen werden gewoonlijk naar de
winkelier gebracht in ruil voor huis
houdelijke benodigdheden.
Aan de winkeliers werd meestal
op jaarrekening geleverd. Deze be
trok bepaalde produkten van de boer
eveneens op jaarrekening.
Aan het eind van het jaar werd
dan een rekenjng opgemaakt en het
verschil in contanten aan de credi
teur uitbetaald. Eerst dan kwam er
geld op tafel.
De goederen in het ruilverkeer be
trokken werden in veel gevallen met
gesloten beurs geruild.
Deze situatie moet nog lang heb
ben nagewerkt in een tijd, waarin
van een z.g. Naturalwirtschaft geen
sprake meer was.
Door de opkomst van de kunst
mest, de invoering van nieuwe land
bouwmethoden, de opkomst van de
coöperaties en de aanleg van spoor-
en waterwegen is er in de agrarische
bedrijfsstructuur veel veranderd.
Dit heeft plaats gehad in de laatste
helft van de vorige eeuw en het be
gin van deze eeuw Het boerenbedrijf
ging ook hier evenals elders, uitslui
tend voor de markt produceren en
werd daardoor volledig in de geld
huishouding ingeschakeld.
Ondanks de grote veranderingen
in de structuur van de gemengde be
drijven kan niet worden gesproken
van een volledig meegroeien van de
boerenbevolking.
Vooral daar waar de mens zich in
zijn denken en voelen moet aanpas
sen vertoont hij de neiging ten ach
ter te blijven.
Deze situatie is in de huidige sa
menleving nog in meer of mindere
mate merkbaar. De boeren moeten
tegenwoordig veel meer dan vroeger
werken met geld. Toch denken nog
lang niet alle boeren in geld.
Dit blijkt uit het feit, dat onder
veel boeren weerstanden bestaan te
gen het opnemen van credieten ten
behoeve van hun bedrijven. De men
taliteit heerst soms nog van eerst
sparen, dan investeren. Deze stel
regel, die in zich niet verkeerd is,
kan door de grote veranderingen
niet steeds gehuldigd worden.
Aan het te investeren bedrag zijn
grenzen, maar het is moeilijk te zeg
gen tot welke hoogte men kan gaan.
In de tijd van zelfverzorging be
tekende het opbouwen van crediet
het aangaan van schulden om de
consumptie te vergroten. Nu het
boerenbedrijf vrijwel uitsluitend
voor de markt produceert, is het op
nemen van crediet vaak het enige
middel om de winst van het bedrijf
te vermeerderen. Vaak komt het nog
voor, dat de arbeid door de boer en-
zijn gezinsleden op het bedrijf ver
richt, niet wordt meegerekend.
Dat de meewerkende boerenzoon
een vol loon krijgt uitbetaald be
hoort tot de hoge uitzonderingen. In
het oosten en zuiden van ons land
beloopt dit slechts enkele procenten.
De laatste tientallen jaren zijn de
boeren en andere plattelandsbewo
ners in steeds nauwere aanraking
gekomen met de stedelijke levens
sfeer. Niet alleen door radio, bios
coop, televisie en het feit, dat er ook
op het platteland veel meer gelezen
wordt dan vroeger, maar vooral
door het persoonlijk contact tussen
de mensen van buiten en de bewo
ners van de steden.
Dochters die als dienstmeisje in de
stad werken, kinderen die in een
stedelijk centrum voortgezet of
universitair onderwijs volgen of op
een kantoor of fabriek werken ko
men dagelijks in aanraking met het
stedelijk levensmilieu. In dit ver
band zij opgemerkt, dat het aantal
kinderen dat voortgezet onderwijs
volgt, zeer sterk is gestegen.
Deze toename geldt voor het hele
land, maar we mogen toch aanne
men, dat het aantal op het platte
land naar verhouding groter is dan
in de stad. Vooral ten aanzien van
de kinderen uit boeren- en tuinders
gezinnen.
Door deze steeds nauwere aanra
king met de stedelijke levenssfeer
worden de plattelandbewoners in 't
algemeen, maar de agrariërs in het
bijzonder geconfronteerd met een
materieel levensniveau, dat in veel
gevallen hoger ligt dan het hunne.
We moeten hierbij op de eerste
plaats denken aan het inkomstenni
veau tussen het doorsnee platte
landsgezin en het doorsnee stads-
gezin.
Het inkomen per hoofd van de in
de landbouw werkzame bevolking
bedroeg in 1960 65% van het totale
inkomen per hoofd van de bevol
king.
Door de vorst van deze winter, de
hevige wind en de grote droogte van
het voorjaar is er weer groot gevaar
voor bosbrand ontstaan.
Dit gevaar is bijzonder groot in
jonge bossen en daar waar langs de
bossen zich wegen en paden, ber
men, singels en sloten begroeid met
thans afgestorven en derhalve dor
struikgewas heide en gras bevinden.
Het publiek, vooral de jeugd, de
wandelaars, de fietsers, brom- en
motorfietsers, maar ook de auto
rijders dienen de grootste voorzich
tigheid te betrachten in de nabij
heid der bossen bij het stoken van
vuur ter vernietiging van afval, van
paasvuur, bij het afbranden van de
weg- en slootbermen ter bestrijding
van onkruid. Dit geldt ook voor de
boeren en wegwerkers. Bermbran
den zijn vaak ontaard in bosbranden.
Er wordt een beroep gedaan op de
boswachters, op brandweerlieden en
politie, om in het brandgevaarlijke
seizoen samen met allen die nabij de
bossen wonen en zich daar tijdelijk
bevinden goed uit te kijken naar
rook, een beginnende brand zo goed
mogelijk te blussen en alle brand
ten spoedigste bij de gemeente te
melden, liefst per telefoon in de na
bijheid.
Laten ook ouders, onderwijzers en
jeugdleiders de jeugd steeds weer
tot voorzichtigheid aansporen.
VRIJSTELLING VAN DIENST
ALS GEWOON DIENSTPLICHTIGE
De Burgemeester van Venray
brengt ter algemene kennis, dat vrij
stelling van dienst als gewoon
dienstplichtige zal worden verleend
aan één zoon van hem, die als mili
tair in Nederlandse krijgsdienst
sneuvelt of is gesneuveld, dan wel
die naar de in artikel 39, eerste lid,
van het Dienstplichtbesluit gemaak
te onderscheiding met een gesneu
velde wordt gelijk gesteld.
1. Deze vrijstelling zal worden
verleend aan de oudste in leven
zijnde zoon, mits zij behoren tot het
gezin van de niet-hertrouwde we
duwe van de gesneuvelde;
2. De vrijstelling zal worden ver
leend, ongeacht of de belanghebben
de ingeschrevene ten tijde van het
sneuvelen van zijn vader de eerste
oefening nog moet aanvragen of tot
het vervullen van die oefening reeds
in werkelijke dienst is;
3. De vrijstelling behoort ter ge
meentesecretarie (afd. Militaire Za
ken) te worden aangevraagd, zo
spoedig mogelijk na ontvangst van
de oproeping ter inlijving cq. tot op
komst in werkelijke dienst voor
eerste oefening of, in voorkomend
geval, zo spoedig mogelijk na het
sneuvelen van de vader;
4. De thans voor eerste oefening
in werkelijke dienst zijnde dienst
plichtigen, op wie deze regeling van
toepassing is, moeten de aanvraag
indienen binnen veertien dagen na
dagtekening der bekendmaking;
5. De vrijstelling zal worden ge
grond op artikel 15, eerste lid, onder
e, der Dienstplichtwet (bijzonder ge
val) en direct voorgoed worden ver
leend.
Ter gemeentesecretarie, afd. Mili
taire Zaken, zijn desgewenst inlich
tingen omtrent deze regeling te ver
krijgen.
Venray, 21 maart I960.
De Burgemeester van Venray,
A.H.M. JANSSEN
Enige weken geleden stelden wij
reeds via deze rubriek, dat de wette
lijke status van een voetganger een
vrij beroerde was. Het saldo plich
ten is aanmerkelijk hoger dan het
schijntje rechten, voorzover men
van dit laatste kan spreken.
De situatie van de voetganger is
dezer dagen nog hachelijker gewor
den nu de Hoge Raad der Nederlan
den zich over 't één en ander nader
heeft uitgesproken.
Bij arrest van dit hoogste Vader
landse rechtscollege is namelijk uit
gemaakt, dat een voetganger niet
tot het verkeer gerekend kan wor
den!
Dat komt waarschijnlijk omdat de
voetganger nummeriek de minste in
het verkeer is
We zouden spottend nog meer
kunnen zeggen, ware het dat niet de
van 9 april 1910
Bij Kon. Besluit is tot commies
bij het hoofdbestuur der posterijen
bevorderd de heer J.W. Rutten uit
Venray.
De Weleerw. Heer Alb. Feijen
van hier, ontving de H. Wijding van
het Diaconaat.
Woensdagavond werd hier een
onderlinge Venrayse Glasverzeke
ring officieel opgericht.
In de parochiekerk wordt mor
gen het feest der eerste H. Commu
nie gevierd. 154 kinderen, zijnde 80
jongens en 74 meisjes zullen dan
voor de eerste keer tot de H.
Tafel naderen.
Voor het op 3 juli a.s. te hou
den festival bij gelegenheid van het
50-jarig bestaan der fanfare Euterpe
hebben zich nu al 20 gezelschappen
aangemeld.
De autobusdienst Gennep-Nij-
megen wier wagens van ijzeren ban
den voorzien zijn, kregen aanzegging
deze te vervangen door rubberban
den, om het voortdurend stuk rijden
van de rijksweg te voorkomen.
Door de bekende firma Poels
en Co. wordt een 9-tal stuks vee ge
zonden naar de Internationale ten
toonstelling te Buenos-Ayres (Z.A.).
Drie der stieren zijn in Friesland,
twee stieren en vier vaarzen zijn in
Noord-Holland aangekocht.
Door de fanfare St. Cecilia zul
len in 1910 een 6-tal volksconcer
ten gegeven worden van 22 mei tot
11 sept.. Deze zullen gegeven worden
op de Grote Markt, Henseniusplein
en Eindplein.
Op 12 april zal Dr. Romeyn, in
specteur voor de volksgezondheid in
de Muziekzaal alhier een voordracht
houden over de hygiëne der zuivel
fabrieken, verduidelijkt door licht
beelden.
De gemeente zal 't recht van
jagen op de gemeentegronden open
baar verpachten op 11 april.
Hoge Raad der Nederlanden hier
vreemde dingen gedaan heeft, doch
dat dit op rekening van de wetgever
komt. In de Wegenverkeerswet
spreekt men n.l. alleen maar over
bestuurders van voertuigen, ruiters
en geleiders van rij-trekdieren en
vee.
In een hoogst enkel geval spreekt
men van een voetganger. Dit alleen
indien het om bepaalde plichten gaat
en voorzover er gesproken wordt
over de bekende oversteekplaatsen
met knipperbollen.
De Hoge Raad kreeg nu een puzzel
voorgelegd, welke naar aanleiding
van 't volgende geval ging:
Een voetganger volgde het trottoir
in dezelfde richting als een automo
bilist over de rijbaan. Bij een rechts
gelegen zijstraat moest de automo
bilist met zijn voertuig rechts af,
terwijl de voetganger rechtdoor wil
de. Nu kennen wij de grondregel
„Afslaand verkeer moet voorrang
verlenen aan rechtdoorgaand ver
keer".
In dit geval werd de voetganger
van de sokken gereden, waarna de
misère begon. Had de voetganger
voorrang of niet?
Waarschijnlijk zullen velen van U
onmiddellijk een oordeel hierover
kunnen geven. De juridische knob
bels van Justitia hebben er echter
iets langer over gedaan, welgeteld 17
maanden.
En bij het uitspreken van haar
oordeel devalueerde het toch al zo
beroerd bedeelde voetgangertje nog
een trapje.
Onmiddellijk zijn onze parlemen
taire broeders op het Binnenhof in 't
geweer gesprongen om de wet nu
maar vlug te wijzigen. Althans de
status van voetganger iets positiever
te stellen. Zodra dit een feit gewor
den is, hoort U daar wel van, waar
de lezers. Voorlopig maar iedereen
vóór laten gaan en zo weinig moge
lijk te voet op straat komen. Voor U
zijn alleen nog maar de plichten ge
regeld.
Ook voor een ander soort wegge
bruikers is bepaaldelijk iets gere
geld. N.l. de maximum snelheid voor
bromfietsers. Wij hebben hier al
eens eerder enkele woorden aan ge
wijd, doch de resultaten zijn nog
maar bedroevend.
De bestuurder vari een bromfiets
mag onder geen enkele omstandig
heid sneller rijden dan 40 km per
uur. In de bebouwde kom mag hij
voorts niet sneller rijden dan 30 km
per uur.
Nu is het met die aanduiding be
bouwde kom al bijna net zo pet als
met meerdere zaken. De bebouwde
kom voor een brommer is figuurlijk
n.l. scherper getrokken dan voor een
automobilist. Een automobilist heeft
in het begrip bebouwde kom een ze
kere gradatie.
Er zijn kommen, waar hij hele
maal niet belemmerd is in zijn snel
heid; dan is er een aanduiding waar
hij niet sneller dan 50 km mag rijden
en tenslotte bestaat voor hem de
mogelijkheid in een bebouwde kom
met een snelheid van 70 km te mo
gen rijden.
Voor de brommer bestaat een der
gelijk onderscheid nergens.
Als hij in een als zodanig aange
duide kom zit, mag hij nooit sneller
rijden dan 30 km per uur. Niet als
er 70 en niet als 50 km staat. Als hij
't blauwe bord met de witte plaats
naam voorbij is, mag hij er nog 10 km
boven. Zodra hij echter het bord
einde 50 km voorbij is, mag hij er
nog 10 km bovenop gooien.
U ziet: het is allemaal „heel dui
delijk" men moet het alleen maar
weten.
CHRISTUS LIJDT IN RUSLAND
EN CHINA, IN VIETNAM EN
JORDANIë
Het herdenken van het Lijden van
de Heer kan natuurlijk in alle
vroomheid geschieden zonder dat
men er veel van merkt in zijn dage
lijks leven.
Het kan ophouden met het over
schrijden van de drempel van het
kerkgebouw. Maar dat zou, in ver
houding tot de nood in de wereld,
in verhouding bijzonder tot het lij
den van de katholieken en jïrote-
stanten achter het IJzeren Gordijn
een belachelijke schijnheiligheid be
tekenen.
In heel de Christenwereld wordt
op Passiezondag de aandacht ge
vraagd voor het lijden van de chris
tenheid in de communistische lan
den, maar ook van het lijden van
die christenen, die omwille van poli
tieke of godsdienstige vervolging de
vlucht hebben genomen en nu als
bannelingen hun leven in ellende en
armoede slijten.
Er zit in het herdenken van het
Lijden van de Heer en in het mee
leven met 't lijden met de vervolgde
Kerk een grote samenhang. Want
wij weten, dat het Lijden van onze
Heer wordt voortgezet in Zijn Kerk.
Wij weten ook, dat Zijn Kerk als
Zijn zichtbaar voortbestaan in de
wereld op weg is naar de eeuwige
verlossing.
Het is een zaak van ons alleen, die
tot het Lichaam behoren, dat wij sa
men het lijden dragen, dat in be
paalde delen van het Lichaam wordt
gevoeld. Dat is niet zo maar een
vrome gedachte, het is een der ken
merken van het Christendom, van
de leer die Christus Zelf heeft ge
preekt.
En wanneer op Passiezondag in de
katholieke kerken het schrijven van
onze bisschoppen, dat vorige zondag
is voorgelezen, wordt overwogen,
dan mogen wij ons één voelen met
de gemeenschap in Christus, die alle
christenen omvat.
Dan mogen in het gelukkige Wes
ten alle gedachten en gevoelens ver
toeven bij de vervolgde christenen
achter het IJzeren Gordijn.
Helaas er valt niet veel te helpen
langs de materiële weg, wij staan
machteloos. Met uitzondering van
enkele mooie acties voor vluchte
lingen en van Oostpriesterhulp.
Maar God kan omwille van de ge
beden van de ene groep, het lijden
van de andere verlichten.
Wij op onze beurt mogen geden
ken, dat het lijden van de vervolgde
Kerk zegen zal afroepen, ook over
ons, die meestal gemakkelijk aan het
lijden van onze mede-christenen
voorbijgaan.
Er was een gezellig avondje ge
weest. Zo van dames onder elkaar.
En nu stonden de gevolgen voor de
politierechter.
Men moet daar niet te min over
denken. Er was „bessen" gedronken
en meer van zulk spul en de deel
nemende dames waren op een ge
geven moment in een speelse stem
ming gekomen.
Er waren spelletjes gespeeld en
men was zelfs in de kelder geweest
met een polonaise.
Maar toen man-lief van de gast-
vrouwe thuis gekomen was, was het
afscheidsuur ook geslagen. Men wist
dat die menheer niet zo op die da
meskransjes gesteld was. En zo gie
chelden onze dames de deur uit.
Buiten zei Mevr. A., tegen Mevr.
B. onder hikkende lachscheutjes, dat
ze een geintje had uitgehaald. Bij de
polonaise had ze in de kelder een
diepvries-kip gezien, gepakt en met
een handige zwaai uit het kelder
raam gekieperd.
Mevr. B. kreeg toen stuipjes van
het lachen, want die had precies het
zelfde gespeeld met een blik knak
worst. En zo togen mevrouw A. en
mevrouw B. in de donkere nacht er
op uit om zowel de diepvrieskip als
het blikje knakworst te zoeken. Ze
vonden het beiden en giechelden
toen naar mevrouw B's huis, waar
de knakworstjes soldaat werden ge
maakt.
Na het knakworst-maal toog me
vrouw A huiswaarts met de kip on
der haar jas. Maar dat doje beesie
was koud, steenkoud zelfs.
Daarom pakte ze de kip in haar
hoofddoek en sjouwde zo het stof
felijk overschot huiswaarts, waar
ze een tikkeltje stil nu in bed
belandde.
's Morgens stond er een levens
grote politie-agent voor een wat
verpierewaaide mevrouw A. en me
vrouw B., die meteen hun hoofdpijn
en wat dies meer zij vergaten toen
diezelfde politie-agent heel ijverig
begon te schrijven en als overtui
gend bewijs van de schuld een uiter
aard leeg blikje knakworst meenam
en een half ontdooide kip
En zo stonden nu de mevrouwen
A. en B. voor een streng kijkende
politierechter
„Het was meer als een lolletje be
doeld" zei de een. „Ik heb er kou ge
noeg door geleden mijnheer de eer
waarde" zei de ander". „We zijn er
de andere morgen direct naar toe ge
gaan en hebben onze excuses aan
geboden met een doos sigaren", zei
den ze beiden. Maar de man der
gastvrouwe had bij het bemerken
van de diefstal het gerechtelijk ap
paraat al in beweging gezet en dat
weet dan niet van ophouden
De politierechter kon het maar
moeilijk als lolletje zien. En trou
wens dat hele verhaal kon niet uit
wissen, dat er knakworstjes ver
dwenen waren, die opgegeten waren
en niet meer op te sporen.
„Dergelijke lolletjes mogen boe
renjongens nog wel eens uithalen bij
de een of andere boerenbruiloft, na
een overvloedig gebruik van bier en
andere spiritualiën, maar dit soort
lolletjes verwacht men zeker niet
van dames als U", was het ietwat
bitse commentaar van de rechter.
„Wij hebben een man en kinderen,
eerwaarde", zuchtte de „kip"-mevr.
met betraand oog. „Ik wil zelfs wel
aannemen dat u ieder een man
hebt", zei de rechter, „maar daarom
mag zoiets nog niet". De dames wil
den dit wel aanvaarden. Bij de po
litierechter wil men altijd alles aan
nemen. Er blijft alleen zo weinig
van hangen.
„Als ik u nu zeg, dat het nooit en
nooit weer gebeurt", pleitte de mevr.
van de worstjes. „Daar reken ik
zonder meer. op", vond de rechter.
„Als u beiden nog eens opnieuw hier
terecht zou moeten staan, dan kunt
u er op rekenen dat de gevangenis
deuren open gaan".
Dit dreigement deed het tweetal
in luid gesnik uitbarsten. Daarmee
was de weg geëffend voor het re
quisitoir van de officier. Zestig gul
den voor die van de kip, veertig
gulden voor die van de knakworst
eiste hij.
De dames begonnen nu alle ziek
ten op te sommen die hun kinderen
in hun leven hadden gehad en nog
zouden krijgen. Bovendien gaven zij
beschrijvingen van het inkomen van
hun echtgenoten, die spotten met
iedere welvaart.
De rechter echter had dit alles al
lang zwart op wit. Daarom hield die
van de kip haar zestig gulden. Die
van de knakworst kwam er af met
twee tientjes boete.
Het zal stampot geblazen zijn bij
beide mevrouwen om de kosten er
uit te halen en het dameskransje is
voor goed ter ziele.
BUS NAAR HET STATION
In Uw verslag, geachte redactie,
over de treinreis naar Venlo heen
en terug, wijst U zo terloops nog
eens op de mogelijkheid van een
verplaatsing van het station van
Oostrum naar Venray-kom. Een
kwestie, die als we goed zijn inge
licht, voor de zoveelste maal de ijs
kast is ingeschoven en er waar
schijnlijk ook nooit meer uit zal ko
men; Een der redenen daarvan is het
kostenbedrag, zo vertellen insiders.
Dat hierdoor Venray ook voor de
toekomst verstoken zal blijven van
een behoorlijke treinverbinding met
het Westen via Eindhoven; dat daar
mede de plaatselijke inaustrie moet
blijven tobben zonder treinvervoer
en dat de reiziger van en naar Ven-,
ray nog altijd 40-50 cent extra be
lasting krijgt in de vorm van een
retourtje Venray-Oostrum mag niet
hinderen
We krijgen zo lezen we in datzelf
de bericht, een ultra-moderne be
veiliging door een nieuw seinsy-
steem, dat door enkele mensen in
Nijmegen bediend kan worden. Er
staat niet bij hoeveel dat kost, maar
dat loopt dik in de miljoenen. Mil
joenen, die men hoopt af te schrij
ven door het mindere personeel, dat
daardoor niet meer nodig is, te ont
slaan.
Maar kan op dezelfde manier ook
niet de stations- en vooral de lijn-
verlegging betaald worden.
De reizigers van en naar station
Venray betalen per jaar een extra
belasting van ruim 33.000, zo lezen
we in de begroting over 1959. Dat
zijn de opbrengsten van de kaartjes
verkoop. Maar daarnaast mag de
Venrayse gemeenschap nog eens
extra 13.650 per jaar op tafel leg
gen, omdat de exploitatie 46.650
kost (ook alweer cijfers uit de be
groting 1959).
Dit cijfer zal ongetwijfeld groter
worden en hoger als men in mei a.s.
begint met de uur-dienst op Venlo
en Nijmegen. Wellicht dat het aantal
reizigers hierdoor groter wordt,
maar toch nooit zo groot, dat ze de
meer-kosten van de busdienst zul
len goed maken.
Dus de belasting van de Venrayse
gemeenschap en de reizigers ten be
hoeve van de N.S. wordt dan zeker
éen halve ton per jaar. Een bedrag,
dat met het hoger worden der lonen
enz. enz. zeker niet aan zijn uiterste
grens is. Integendeel
Voor zulk een bedrag aan rente
en aflossing kan echter o.i. toch ook
wel overwogen worden of een ver
legging van station, met daardoor
gunstiger verbindingen met 't Wes
ten des lands, met gunstiger aan
sluiting van het Venrayse industrie
terrein en dus hoger opbrengsten
voor de N.S. niet dienstig zal zijn.
Zeker nu plannen voor electrificatie
opgesteld moeten worden, waarbij
dan nog geprofiteerd kan worden
van het geëlectrificeerde gedeelte
van Sevenum naar Venlo
Dan wordt ook op deze wijze een
betere en vooral snellere ontsluiting
van het snel groeiend industriële
Venray zeer gediend, terwijl Ven-
rays begroting eindelijk eens t.a.v.
de busdienst Station zal weten waar
ze af en aan is.
Tot nu toe zijn met de jaren de
cijfers gestegen en blijven stijgen..
G.S.
van een
Venrays Mannenkoor heeft op
waardige wijze „een punt" gezet
achter de feesten bij gelegenheid
van haar gouden jubileum.
Ze heeft dit gedaan in de vorm
van een volksconcert, waaraan be
halve het gouden koor zelf, 't Man
nenkoor Concordia uit Herzebrock
deelnam en lest best Venrays jeugd
koor.
Zaal Wilhelmina was zeer goed
bezet, toen ver over tijd de heer Til-
lemans als president van het koor de
gasten welkom heette en hun aller
steun en sympathie vroeg voor het
culturele en ontspanningswerk wat
een Mannenkoor doet in een plaat
selijke gemeenschap.
En dan nam directeur Timp plaats
achter een door de Duitse gasten
aangeboden directeurs-lessenaar om
een soort reprise te geven van de
nummers, die men reeds eerder in
het jubileumconcert in Venrays
grote kerk heeft laten horen.
Het verschil was opmerkelijk en
verschillende bezoekers vertrouw
den hun eigen oren niet. Want het
Klankvolume, de fijne nuancering
die 't concert in de grote kerk ken
merkten gingen in zaal Wilhelmina
zo niet geheel, dan toch voor een
groot deel verloren, het verschil in
accoustiek, of liever het ontbreken
van de accoustiek in deze zaal maak
te, dat het koor lang dat hoogtepunt
niet bereikte, wat men indertijd in
de grote kerk met zoveel vreugde
kon begroeten. Het was allemaal ta
melijk vlak en men kreeg het idee
of directeur Timp d§ leidsels zo
strak aantrok, dat het koor zelf zich
in de eerste nummers teveel inhield.
Na de pauze toen La Pastorella en
Die Nacht van Schubert weer ten
gehore werd gebracht, was dit aan
merkelijk minder en scheen niet al
leen het koor maar ook de toehoor
der gewend aan dit heel anders
klinkend geluid.
Het lied van Orlando di Lasso,
Besser ist guter Wein een pre
mière werd zeer goed gebracht
evenals de intussen al bekende Rijn
landse lente van BreuZeer te
recht had ook nu directeur Timp
voor de technisch hoogstaande wijze,
waarop Venrays koor deze beslist
niet gemakkelijke stukken wist te
brengen een hulde in ontvangst te
nemen.
DE DUITSERS ZONGEN
Het koor van Herzebrock, die in
de jaren door zo langzamerhand
goede bekenden gaan worden in
Venray, bracht we zouden haast
zeggen een specifiek Duits pro
gramma. Een programma, waarbij
het volle geluid der tenoren alle
kansen kregen, maar waarbij toch
ook bleek, dat de bas- en bariton
partijen niet tegen de Venrayers
kunnen concurreren.
Had men het zich voor de pauze
nog een beetje moeilijk gemaakt met