Sódale vebandetingen WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN op hel platteland Bosbrand-gevaar Bekendmaking U, ik en het verkeer... Uit Peel en Maas Geestelijk artikel de politierechter Ingezonden Goede sluiting gouden (eest Zaterdag 2 april 1960 N». 14 KEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE VAN DEN MUNCKHOF N.V. VENRAY GROTESTRAAT 28 POSTBUS I TEL. 1512 GIRO 1506.52 ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per m.m. ABONNEMENTS PRIJS PER KWARTAAL 1.40 (buiten Venray 1.60) ii. Nog geen honderd jaar geleden speelde het geld op de zandgronden in het oosten en zuiden van het land nog geen belangrijke rol. Het agrarisch bedrijf was 't voor naamste middel van bestaan en was grotendeels in gesteld op de zelf voorziening. Een gering gedeelte van de op het bouwland verbouwde pro- dukten werd op de markt verhan deld. •Ook de boter werd veelal op de markt verhandeld. De eieren daar entegen werden gewoonlijk naar de winkelier gebracht in ruil voor huis houdelijke benodigdheden. Aan de winkeliers werd meestal op jaarrekening geleverd. Deze be trok bepaalde produkten van de boer eveneens op jaarrekening. Aan het eind van het jaar werd dan een rekenjng opgemaakt en het verschil in contanten aan de credi teur uitbetaald. Eerst dan kwam er geld op tafel. De goederen in het ruilverkeer be trokken werden in veel gevallen met gesloten beurs geruild. Deze situatie moet nog lang heb ben nagewerkt in een tijd, waarin van een z.g. Naturalwirtschaft geen sprake meer was. Door de opkomst van de kunst mest, de invoering van nieuwe land bouwmethoden, de opkomst van de coöperaties en de aanleg van spoor- en waterwegen is er in de agrarische bedrijfsstructuur veel veranderd. Dit heeft plaats gehad in de laatste helft van de vorige eeuw en het be gin van deze eeuw Het boerenbedrijf ging ook hier evenals elders, uitslui tend voor de markt produceren en werd daardoor volledig in de geld huishouding ingeschakeld. Ondanks de grote veranderingen in de structuur van de gemengde be drijven kan niet worden gesproken van een volledig meegroeien van de boerenbevolking. Vooral daar waar de mens zich in zijn denken en voelen moet aanpas sen vertoont hij de neiging ten ach ter te blijven. Deze situatie is in de huidige sa menleving nog in meer of mindere mate merkbaar. De boeren moeten tegenwoordig veel meer dan vroeger werken met geld. Toch denken nog lang niet alle boeren in geld. Dit blijkt uit het feit, dat onder veel boeren weerstanden bestaan te gen het opnemen van credieten ten behoeve van hun bedrijven. De men taliteit heerst soms nog van eerst sparen, dan investeren. Deze stel regel, die in zich niet verkeerd is, kan door de grote veranderingen niet steeds gehuldigd worden. Aan het te investeren bedrag zijn grenzen, maar het is moeilijk te zeg gen tot welke hoogte men kan gaan. In de tijd van zelfverzorging be tekende het opbouwen van crediet het aangaan van schulden om de consumptie te vergroten. Nu het boerenbedrijf vrijwel uitsluitend voor de markt produceert, is het op nemen van crediet vaak het enige middel om de winst van het bedrijf te vermeerderen. Vaak komt het nog voor, dat de arbeid door de boer en- zijn gezinsleden op het bedrijf ver richt, niet wordt meegerekend. Dat de meewerkende boerenzoon een vol loon krijgt uitbetaald be hoort tot de hoge uitzonderingen. In het oosten en zuiden van ons land beloopt dit slechts enkele procenten. De laatste tientallen jaren zijn de boeren en andere plattelandsbewo ners in steeds nauwere aanraking gekomen met de stedelijke levens sfeer. Niet alleen door radio, bios coop, televisie en het feit, dat er ook op het platteland veel meer gelezen wordt dan vroeger, maar vooral door het persoonlijk contact tussen de mensen van buiten en de bewo ners van de steden. Dochters die als dienstmeisje in de stad werken, kinderen die in een stedelijk centrum voortgezet of universitair onderwijs volgen of op een kantoor of fabriek werken ko men dagelijks in aanraking met het stedelijk levensmilieu. In dit ver band zij opgemerkt, dat het aantal kinderen dat voortgezet onderwijs volgt, zeer sterk is gestegen. Deze toename geldt voor het hele land, maar we mogen toch aanne men, dat het aantal op het platte land naar verhouding groter is dan in de stad. Vooral ten aanzien van de kinderen uit boeren- en tuinders gezinnen. Door deze steeds nauwere aanra king met de stedelijke levenssfeer worden de plattelandbewoners in 't algemeen, maar de agrariërs in het bijzonder geconfronteerd met een materieel levensniveau, dat in veel gevallen hoger ligt dan het hunne. We moeten hierbij op de eerste plaats denken aan het inkomstenni veau tussen het doorsnee platte landsgezin en het doorsnee stads- gezin. Het inkomen per hoofd van de in de landbouw werkzame bevolking bedroeg in 1960 65% van het totale inkomen per hoofd van de bevol king. Door de vorst van deze winter, de hevige wind en de grote droogte van het voorjaar is er weer groot gevaar voor bosbrand ontstaan. Dit gevaar is bijzonder groot in jonge bossen en daar waar langs de bossen zich wegen en paden, ber men, singels en sloten begroeid met thans afgestorven en derhalve dor struikgewas heide en gras bevinden. Het publiek, vooral de jeugd, de wandelaars, de fietsers, brom- en motorfietsers, maar ook de auto rijders dienen de grootste voorzich tigheid te betrachten in de nabij heid der bossen bij het stoken van vuur ter vernietiging van afval, van paasvuur, bij het afbranden van de weg- en slootbermen ter bestrijding van onkruid. Dit geldt ook voor de boeren en wegwerkers. Bermbran den zijn vaak ontaard in bosbranden. Er wordt een beroep gedaan op de boswachters, op brandweerlieden en politie, om in het brandgevaarlijke seizoen samen met allen die nabij de bossen wonen en zich daar tijdelijk bevinden goed uit te kijken naar rook, een beginnende brand zo goed mogelijk te blussen en alle brand ten spoedigste bij de gemeente te melden, liefst per telefoon in de na bijheid. Laten ook ouders, onderwijzers en jeugdleiders de jeugd steeds weer tot voorzichtigheid aansporen. VRIJSTELLING VAN DIENST ALS GEWOON DIENSTPLICHTIGE De Burgemeester van Venray brengt ter algemene kennis, dat vrij stelling van dienst als gewoon dienstplichtige zal worden verleend aan één zoon van hem, die als mili tair in Nederlandse krijgsdienst sneuvelt of is gesneuveld, dan wel die naar de in artikel 39, eerste lid, van het Dienstplichtbesluit gemaak te onderscheiding met een gesneu velde wordt gelijk gesteld. 1. Deze vrijstelling zal worden verleend aan de oudste in leven zijnde zoon, mits zij behoren tot het gezin van de niet-hertrouwde we duwe van de gesneuvelde; 2. De vrijstelling zal worden ver leend, ongeacht of de belanghebben de ingeschrevene ten tijde van het sneuvelen van zijn vader de eerste oefening nog moet aanvragen of tot het vervullen van die oefening reeds in werkelijke dienst is; 3. De vrijstelling behoort ter ge meentesecretarie (afd. Militaire Za ken) te worden aangevraagd, zo spoedig mogelijk na ontvangst van de oproeping ter inlijving cq. tot op komst in werkelijke dienst voor eerste oefening of, in voorkomend geval, zo spoedig mogelijk na het sneuvelen van de vader; 4. De thans voor eerste oefening in werkelijke dienst zijnde dienst plichtigen, op wie deze regeling van toepassing is, moeten de aanvraag indienen binnen veertien dagen na dagtekening der bekendmaking; 5. De vrijstelling zal worden ge grond op artikel 15, eerste lid, onder e, der Dienstplichtwet (bijzonder ge val) en direct voorgoed worden ver leend. Ter gemeentesecretarie, afd. Mili taire Zaken, zijn desgewenst inlich tingen omtrent deze regeling te ver krijgen. Venray, 21 maart I960. De Burgemeester van Venray, A.H.M. JANSSEN Enige weken geleden stelden wij reeds via deze rubriek, dat de wette lijke status van een voetganger een vrij beroerde was. Het saldo plich ten is aanmerkelijk hoger dan het schijntje rechten, voorzover men van dit laatste kan spreken. De situatie van de voetganger is dezer dagen nog hachelijker gewor den nu de Hoge Raad der Nederlan den zich over 't één en ander nader heeft uitgesproken. Bij arrest van dit hoogste Vader landse rechtscollege is namelijk uit gemaakt, dat een voetganger niet tot het verkeer gerekend kan wor den! Dat komt waarschijnlijk omdat de voetganger nummeriek de minste in het verkeer is We zouden spottend nog meer kunnen zeggen, ware het dat niet de van 9 april 1910 Bij Kon. Besluit is tot commies bij het hoofdbestuur der posterijen bevorderd de heer J.W. Rutten uit Venray. De Weleerw. Heer Alb. Feijen van hier, ontving de H. Wijding van het Diaconaat. Woensdagavond werd hier een onderlinge Venrayse Glasverzeke ring officieel opgericht. In de parochiekerk wordt mor gen het feest der eerste H. Commu nie gevierd. 154 kinderen, zijnde 80 jongens en 74 meisjes zullen dan voor de eerste keer tot de H. Tafel naderen. Voor het op 3 juli a.s. te hou den festival bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan der fanfare Euterpe hebben zich nu al 20 gezelschappen aangemeld. De autobusdienst Gennep-Nij- megen wier wagens van ijzeren ban den voorzien zijn, kregen aanzegging deze te vervangen door rubberban den, om het voortdurend stuk rijden van de rijksweg te voorkomen. Door de bekende firma Poels en Co. wordt een 9-tal stuks vee ge zonden naar de Internationale ten toonstelling te Buenos-Ayres (Z.A.). Drie der stieren zijn in Friesland, twee stieren en vier vaarzen zijn in Noord-Holland aangekocht. Door de fanfare St. Cecilia zul len in 1910 een 6-tal volksconcer ten gegeven worden van 22 mei tot 11 sept.. Deze zullen gegeven worden op de Grote Markt, Henseniusplein en Eindplein. Op 12 april zal Dr. Romeyn, in specteur voor de volksgezondheid in de Muziekzaal alhier een voordracht houden over de hygiëne der zuivel fabrieken, verduidelijkt door licht beelden. De gemeente zal 't recht van jagen op de gemeentegronden open baar verpachten op 11 april. Hoge Raad der Nederlanden hier vreemde dingen gedaan heeft, doch dat dit op rekening van de wetgever komt. In de Wegenverkeerswet spreekt men n.l. alleen maar over bestuurders van voertuigen, ruiters en geleiders van rij-trekdieren en vee. In een hoogst enkel geval spreekt men van een voetganger. Dit alleen indien het om bepaalde plichten gaat en voorzover er gesproken wordt over de bekende oversteekplaatsen met knipperbollen. De Hoge Raad kreeg nu een puzzel voorgelegd, welke naar aanleiding van 't volgende geval ging: Een voetganger volgde het trottoir in dezelfde richting als een automo bilist over de rijbaan. Bij een rechts gelegen zijstraat moest de automo bilist met zijn voertuig rechts af, terwijl de voetganger rechtdoor wil de. Nu kennen wij de grondregel „Afslaand verkeer moet voorrang verlenen aan rechtdoorgaand ver keer". In dit geval werd de voetganger van de sokken gereden, waarna de misère begon. Had de voetganger voorrang of niet? Waarschijnlijk zullen velen van U onmiddellijk een oordeel hierover kunnen geven. De juridische knob bels van Justitia hebben er echter iets langer over gedaan, welgeteld 17 maanden. En bij het uitspreken van haar oordeel devalueerde het toch al zo beroerd bedeelde voetgangertje nog een trapje. Onmiddellijk zijn onze parlemen taire broeders op het Binnenhof in 't geweer gesprongen om de wet nu maar vlug te wijzigen. Althans de status van voetganger iets positiever te stellen. Zodra dit een feit gewor den is, hoort U daar wel van, waar de lezers. Voorlopig maar iedereen vóór laten gaan en zo weinig moge lijk te voet op straat komen. Voor U zijn alleen nog maar de plichten ge regeld. Ook voor een ander soort wegge bruikers is bepaaldelijk iets gere geld. N.l. de maximum snelheid voor bromfietsers. Wij hebben hier al eens eerder enkele woorden aan ge wijd, doch de resultaten zijn nog maar bedroevend. De bestuurder vari een bromfiets mag onder geen enkele omstandig heid sneller rijden dan 40 km per uur. In de bebouwde kom mag hij voorts niet sneller rijden dan 30 km per uur. Nu is het met die aanduiding be bouwde kom al bijna net zo pet als met meerdere zaken. De bebouwde kom voor een brommer is figuurlijk n.l. scherper getrokken dan voor een automobilist. Een automobilist heeft in het begrip bebouwde kom een ze kere gradatie. Er zijn kommen, waar hij hele maal niet belemmerd is in zijn snel heid; dan is er een aanduiding waar hij niet sneller dan 50 km mag rijden en tenslotte bestaat voor hem de mogelijkheid in een bebouwde kom met een snelheid van 70 km te mo gen rijden. Voor de brommer bestaat een der gelijk onderscheid nergens. Als hij in een als zodanig aange duide kom zit, mag hij nooit sneller rijden dan 30 km per uur. Niet als er 70 en niet als 50 km staat. Als hij 't blauwe bord met de witte plaats naam voorbij is, mag hij er nog 10 km boven. Zodra hij echter het bord einde 50 km voorbij is, mag hij er nog 10 km bovenop gooien. U ziet: het is allemaal „heel dui delijk" men moet het alleen maar weten. CHRISTUS LIJDT IN RUSLAND EN CHINA, IN VIETNAM EN JORDANIë Het herdenken van het Lijden van de Heer kan natuurlijk in alle vroomheid geschieden zonder dat men er veel van merkt in zijn dage lijks leven. Het kan ophouden met het over schrijden van de drempel van het kerkgebouw. Maar dat zou, in ver houding tot de nood in de wereld, in verhouding bijzonder tot het lij den van de katholieken en jïrote- stanten achter het IJzeren Gordijn een belachelijke schijnheiligheid be tekenen. In heel de Christenwereld wordt op Passiezondag de aandacht ge vraagd voor het lijden van de chris tenheid in de communistische lan den, maar ook van het lijden van die christenen, die omwille van poli tieke of godsdienstige vervolging de vlucht hebben genomen en nu als bannelingen hun leven in ellende en armoede slijten. Er zit in het herdenken van het Lijden van de Heer en in het mee leven met 't lijden met de vervolgde Kerk een grote samenhang. Want wij weten, dat het Lijden van onze Heer wordt voortgezet in Zijn Kerk. Wij weten ook, dat Zijn Kerk als Zijn zichtbaar voortbestaan in de wereld op weg is naar de eeuwige verlossing. Het is een zaak van ons alleen, die tot het Lichaam behoren, dat wij sa men het lijden dragen, dat in be paalde delen van het Lichaam wordt gevoeld. Dat is niet zo maar een vrome gedachte, het is een der ken merken van het Christendom, van de leer die Christus Zelf heeft ge preekt. En wanneer op Passiezondag in de katholieke kerken het schrijven van onze bisschoppen, dat vorige zondag is voorgelezen, wordt overwogen, dan mogen wij ons één voelen met de gemeenschap in Christus, die alle christenen omvat. Dan mogen in het gelukkige Wes ten alle gedachten en gevoelens ver toeven bij de vervolgde christenen achter het IJzeren Gordijn. Helaas er valt niet veel te helpen langs de materiële weg, wij staan machteloos. Met uitzondering van enkele mooie acties voor vluchte lingen en van Oostpriesterhulp. Maar God kan omwille van de ge beden van de ene groep, het lijden van de andere verlichten. Wij op onze beurt mogen geden ken, dat het lijden van de vervolgde Kerk zegen zal afroepen, ook over ons, die meestal gemakkelijk aan het lijden van onze mede-christenen voorbijgaan. Er was een gezellig avondje ge weest. Zo van dames onder elkaar. En nu stonden de gevolgen voor de politierechter. Men moet daar niet te min over denken. Er was „bessen" gedronken en meer van zulk spul en de deel nemende dames waren op een ge geven moment in een speelse stem ming gekomen. Er waren spelletjes gespeeld en men was zelfs in de kelder geweest met een polonaise. Maar toen man-lief van de gast- vrouwe thuis gekomen was, was het afscheidsuur ook geslagen. Men wist dat die menheer niet zo op die da meskransjes gesteld was. En zo gie chelden onze dames de deur uit. Buiten zei Mevr. A., tegen Mevr. B. onder hikkende lachscheutjes, dat ze een geintje had uitgehaald. Bij de polonaise had ze in de kelder een diepvries-kip gezien, gepakt en met een handige zwaai uit het kelder raam gekieperd. Mevr. B. kreeg toen stuipjes van het lachen, want die had precies het zelfde gespeeld met een blik knak worst. En zo togen mevrouw A. en mevrouw B. in de donkere nacht er op uit om zowel de diepvrieskip als het blikje knakworst te zoeken. Ze vonden het beiden en giechelden toen naar mevrouw B's huis, waar de knakworstjes soldaat werden ge maakt. Na het knakworst-maal toog me vrouw A huiswaarts met de kip on der haar jas. Maar dat doje beesie was koud, steenkoud zelfs. Daarom pakte ze de kip in haar hoofddoek en sjouwde zo het stof felijk overschot huiswaarts, waar ze een tikkeltje stil nu in bed belandde. 's Morgens stond er een levens grote politie-agent voor een wat verpierewaaide mevrouw A. en me vrouw B., die meteen hun hoofdpijn en wat dies meer zij vergaten toen diezelfde politie-agent heel ijverig begon te schrijven en als overtui gend bewijs van de schuld een uiter aard leeg blikje knakworst meenam en een half ontdooide kip En zo stonden nu de mevrouwen A. en B. voor een streng kijkende politierechter „Het was meer als een lolletje be doeld" zei de een. „Ik heb er kou ge noeg door geleden mijnheer de eer waarde" zei de ander". „We zijn er de andere morgen direct naar toe ge gaan en hebben onze excuses aan geboden met een doos sigaren", zei den ze beiden. Maar de man der gastvrouwe had bij het bemerken van de diefstal het gerechtelijk ap paraat al in beweging gezet en dat weet dan niet van ophouden De politierechter kon het maar moeilijk als lolletje zien. En trou wens dat hele verhaal kon niet uit wissen, dat er knakworstjes ver dwenen waren, die opgegeten waren en niet meer op te sporen. „Dergelijke lolletjes mogen boe renjongens nog wel eens uithalen bij de een of andere boerenbruiloft, na een overvloedig gebruik van bier en andere spiritualiën, maar dit soort lolletjes verwacht men zeker niet van dames als U", was het ietwat bitse commentaar van de rechter. „Wij hebben een man en kinderen, eerwaarde", zuchtte de „kip"-mevr. met betraand oog. „Ik wil zelfs wel aannemen dat u ieder een man hebt", zei de rechter, „maar daarom mag zoiets nog niet". De dames wil den dit wel aanvaarden. Bij de po litierechter wil men altijd alles aan nemen. Er blijft alleen zo weinig van hangen. „Als ik u nu zeg, dat het nooit en nooit weer gebeurt", pleitte de mevr. van de worstjes. „Daar reken ik zonder meer. op", vond de rechter. „Als u beiden nog eens opnieuw hier terecht zou moeten staan, dan kunt u er op rekenen dat de gevangenis deuren open gaan". Dit dreigement deed het tweetal in luid gesnik uitbarsten. Daarmee was de weg geëffend voor het re quisitoir van de officier. Zestig gul den voor die van de kip, veertig gulden voor die van de knakworst eiste hij. De dames begonnen nu alle ziek ten op te sommen die hun kinderen in hun leven hadden gehad en nog zouden krijgen. Bovendien gaven zij beschrijvingen van het inkomen van hun echtgenoten, die spotten met iedere welvaart. De rechter echter had dit alles al lang zwart op wit. Daarom hield die van de kip haar zestig gulden. Die van de knakworst kwam er af met twee tientjes boete. Het zal stampot geblazen zijn bij beide mevrouwen om de kosten er uit te halen en het dameskransje is voor goed ter ziele. BUS NAAR HET STATION In Uw verslag, geachte redactie, over de treinreis naar Venlo heen en terug, wijst U zo terloops nog eens op de mogelijkheid van een verplaatsing van het station van Oostrum naar Venray-kom. Een kwestie, die als we goed zijn inge licht, voor de zoveelste maal de ijs kast is ingeschoven en er waar schijnlijk ook nooit meer uit zal ko men; Een der redenen daarvan is het kostenbedrag, zo vertellen insiders. Dat hierdoor Venray ook voor de toekomst verstoken zal blijven van een behoorlijke treinverbinding met het Westen via Eindhoven; dat daar mede de plaatselijke inaustrie moet blijven tobben zonder treinvervoer en dat de reiziger van en naar Ven-, ray nog altijd 40-50 cent extra be lasting krijgt in de vorm van een retourtje Venray-Oostrum mag niet hinderen We krijgen zo lezen we in datzelf de bericht, een ultra-moderne be veiliging door een nieuw seinsy- steem, dat door enkele mensen in Nijmegen bediend kan worden. Er staat niet bij hoeveel dat kost, maar dat loopt dik in de miljoenen. Mil joenen, die men hoopt af te schrij ven door het mindere personeel, dat daardoor niet meer nodig is, te ont slaan. Maar kan op dezelfde manier ook niet de stations- en vooral de lijn- verlegging betaald worden. De reizigers van en naar station Venray betalen per jaar een extra belasting van ruim 33.000, zo lezen we in de begroting over 1959. Dat zijn de opbrengsten van de kaartjes verkoop. Maar daarnaast mag de Venrayse gemeenschap nog eens extra 13.650 per jaar op tafel leg gen, omdat de exploitatie 46.650 kost (ook alweer cijfers uit de be groting 1959). Dit cijfer zal ongetwijfeld groter worden en hoger als men in mei a.s. begint met de uur-dienst op Venlo en Nijmegen. Wellicht dat het aantal reizigers hierdoor groter wordt, maar toch nooit zo groot, dat ze de meer-kosten van de busdienst zul len goed maken. Dus de belasting van de Venrayse gemeenschap en de reizigers ten be hoeve van de N.S. wordt dan zeker éen halve ton per jaar. Een bedrag, dat met het hoger worden der lonen enz. enz. zeker niet aan zijn uiterste grens is. Integendeel Voor zulk een bedrag aan rente en aflossing kan echter o.i. toch ook wel overwogen worden of een ver legging van station, met daardoor gunstiger verbindingen met 't Wes ten des lands, met gunstiger aan sluiting van het Venrayse industrie terrein en dus hoger opbrengsten voor de N.S. niet dienstig zal zijn. Zeker nu plannen voor electrificatie opgesteld moeten worden, waarbij dan nog geprofiteerd kan worden van het geëlectrificeerde gedeelte van Sevenum naar Venlo Dan wordt ook op deze wijze een betere en vooral snellere ontsluiting van het snel groeiend industriële Venray zeer gediend, terwijl Ven- rays begroting eindelijk eens t.a.v. de busdienst Station zal weten waar ze af en aan is. Tot nu toe zijn met de jaren de cijfers gestegen en blijven stijgen.. G.S. van een Venrays Mannenkoor heeft op waardige wijze „een punt" gezet achter de feesten bij gelegenheid van haar gouden jubileum. Ze heeft dit gedaan in de vorm van een volksconcert, waaraan be halve het gouden koor zelf, 't Man nenkoor Concordia uit Herzebrock deelnam en lest best Venrays jeugd koor. Zaal Wilhelmina was zeer goed bezet, toen ver over tijd de heer Til- lemans als president van het koor de gasten welkom heette en hun aller steun en sympathie vroeg voor het culturele en ontspanningswerk wat een Mannenkoor doet in een plaat selijke gemeenschap. En dan nam directeur Timp plaats achter een door de Duitse gasten aangeboden directeurs-lessenaar om een soort reprise te geven van de nummers, die men reeds eerder in het jubileumconcert in Venrays grote kerk heeft laten horen. Het verschil was opmerkelijk en verschillende bezoekers vertrouw den hun eigen oren niet. Want het Klankvolume, de fijne nuancering die 't concert in de grote kerk ken merkten gingen in zaal Wilhelmina zo niet geheel, dan toch voor een groot deel verloren, het verschil in accoustiek, of liever het ontbreken van de accoustiek in deze zaal maak te, dat het koor lang dat hoogtepunt niet bereikte, wat men indertijd in de grote kerk met zoveel vreugde kon begroeten. Het was allemaal ta melijk vlak en men kreeg het idee of directeur Timp d§ leidsels zo strak aantrok, dat het koor zelf zich in de eerste nummers teveel inhield. Na de pauze toen La Pastorella en Die Nacht van Schubert weer ten gehore werd gebracht, was dit aan merkelijk minder en scheen niet al leen het koor maar ook de toehoor der gewend aan dit heel anders klinkend geluid. Het lied van Orlando di Lasso, Besser ist guter Wein een pre mière werd zeer goed gebracht evenals de intussen al bekende Rijn landse lente van BreuZeer te recht had ook nu directeur Timp voor de technisch hoogstaande wijze, waarop Venrays koor deze beslist niet gemakkelijke stukken wist te brengen een hulde in ontvangst te nemen. DE DUITSERS ZONGEN Het koor van Herzebrock, die in de jaren door zo langzamerhand goede bekenden gaan worden in Venray, bracht we zouden haast zeggen een specifiek Duits pro gramma. Een programma, waarbij het volle geluid der tenoren alle kansen kregen, maar waarbij toch ook bleek, dat de bas- en bariton partijen niet tegen de Venrayers kunnen concurreren. Had men het zich voor de pauze nog een beetje moeilijk gemaakt met

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1