Brieven naar aanleiding van
een KAB-vergadering../
Weekend boeren-jongeren
Oostrum
in
Deputé Lebens sprak in
de Vredepeel...
JUUANASINGEL41 1061 (K4780)
Zondagsdienst huisartsen
Zaterdag 5 maart 1960 No. 10
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
KLEDING WINT 'T
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBIJS^^KW^TAAL0/ 1.4# "BUITEN VfeNRAY 1.6#
GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512
GEACHTE REDACTIE,
Blijkens uw verslag over de K.A.B.-jaarvergadering was o.m. de se
cretaris zeer tevreden over het afgelopen jaar, o.m. ook door de
loonsverhogingen, die mogelijk zijn geworden. Nu mag het zeker
waar zijn dat de arbeider - en zeker de minst betaalde arbeider -
hiervan de gelukkige voordelen heeft, maar misschien is het goed
ook eens naar de andere kant te kijken. Bij voorbaat dank voor de
plaatsing.
PAUPERS ONDER ONS
In B.Z.N. (Blad Zonder Naam), or
gaan van de Bond Zonder Naam,
treffen we twee stukjes aan, die een
treffend beeld geven van onze „wel
vaartsstaat". We laten ze hier on
verkort volgen, in de mening, dat
ze stellig tot nadenken zullen stimu
leren:
Statistieken komen altijd te laat.
Maar we weten nu dan eindelijk dat
wij in Nederland in 1955 ongeveer
4.300.000 natuurlijke personen had
den, die een inkomen genoten. 21%
van deze lieden had een inkomen
van minder dan tweeduizend gulden
per jaar; 7% moest het zelfs met
minder dan duizend gulden per jaar
doen.
Prof. ir. H.G. van Beusekom trekt
hieruit terecht de conclusie, dat een
deel der nederlandse bevolking niet
in staat is de huur van een volks
woning te betalen. Wij zouden wil
len zeggen: een groot deel van onze
bevolking, 'n te groot deel van onze
bevolking.
Blijven de krotwoningen in stand,
omdat zij op hun manier toch in een
behoefte voorzien?
In Elsevier signaleerde prof. van
Beusekom ook, dat van de 4.300.000
natuurliike personen, die in 1955 'n
inkomen genoten, circa 65% een in
komen trokken tussen tweeduizend
en zevenduizend gulden per jaar
Volgens Bartjes maken 65 en 21
86%. Slechts 14% genoot dus een
inkomen van meer dan zevendui
zend gulden.
De maatschappelijke structuur
van onze welvaartsstaat ziet er nog
v altijd niet erg sterk uit. Hoe moe
ten die 86% „bezit' kunnen vormen,
waar men het altijd zo druk over
heeft? Want - let wel - het gaat
om gedevalueerde guldens met één
tot één derde geslonken koopkracht.
LOONSVERHOGING
voor het Rijk VOORDELIGER
dan BELASTINGVERLAGING
Twee redenen zijn er om de finan
ciële positie van het Rijk even te be
zien in verband met de in gang ge
zette loonsverhogingen en de per 1
april ingaande loonsverhogingen.
In de eerste plaats heeft de over
heid aan haar eigen werknemers 'n
loonsverhoging toegezegd van 5%,
die met inbegrip van de verwerking
der huurcompensatie op 6% zou uit
komen. Vervolgens is bekend ge
worden, welke bedragen het Rijk in
1959 heeft ontvangen aan belasting.
Tegen deze achtergronden kan het
ongeveer duidelijk worden in welke
mate het Rijk financiëel zijde zal
spinnen bij de loonsverhogingen en
de welvaartsverbeteringen.
Meer baten voor de schatkist
Reeds in het vorige jaar is er tij
dens debatten in de Tweede Kamer
op gewezen, dat de loonfactor in '60
een verbetering zal ondergaan van
ongeveer 8 waarvoor ruim 6
zou worden opgevangen door pro
ductiviteitsverbetering.
Daarbij werd minister Zijlstra dan
voor ogen getoverd, dat 't Rijk naar
verhouding groot voordeel zou heb
ben bij deze loonsverhoging. Immers
zodra de inkomens stijgen, wordt
het af te dragen bedrag aan loon-
en inkomstenbelasting naar verhou
ding nog veel groter. In zekere zin
heeft de regering er dus belang bij
dat de gemiddelde inkomens sterk
stijgen in geld. Hoe meer dit het ge
val is, hoe groter percentage van 't
nationaal inkomen er in de schat
kist vloeit.
De minister van financiën heeft
destijds daarbij opgemerkt, dat de
loonsverhogingen zouden plaats vin
den zonder dat er prijsverhogingen
zouden mogen komen... Weliswaar
zou de regering enerzijds hogere in
komens krijgen, maar deze zouden
gaan ten koste van een lagere be
lastingopbrengst van ondernemers.
Wie betaald het dan?
Vanzelfsprekend gaat dit argument
niet op, omdat vroeg of laat toch 'n
doorberekening van de volledige
loonsom in de kostprijs plaats vindt
en uit een bedrijfseconomisch oog
punt mag zelfs niet anders worden
geredeneerd. Vervolgens zou over
dit ministeriële standpunt kunnen
worden opgemerkt dat dan een deel
van de te betalen belasting van de
werkgevers naar de werknemers
wordt verplaatst en dit is uit sociaal
gezichtspunt al zeer bedenkelijk.
Op dit moment kan worden ge
constateerd, dat de voorspellingen
aangaande loonsverhogingen juist
zijn geweest.
Als per 1 april de verplichte loon-
compensatie van 2.5% wordt afge
kondigd voor de huurverhoging, mo
gen wij stellen, dat de loonsom in
Nederland over 1960 gemiddeld met
ruim 8% omhoog zal gaan. Dat be
tekent een grote inkomstenstijging
voor het rijk in 1960.
Alleen uit loonsverhoging zou dit
voor 1960 een inkomstenstijging be
tekenen van naar schatting 100 mil
joen.
En dan nog huurverhoging!
Bezien we nu de gevolgen van de
huurverhoging. Deskundigen schat
ten het totaal bedrag aan huurop
brengst voor verhuurde en eigen
woningen na de verhoging op ten
minste 1550 miljoen gulden.
De verhoging zou een bedrag van
ca 250 miljoen gulden omvatten.
Tenminste 50 en mogelijk 100 mil
joen daarvan vloeit in de staatskas.
Wij spraken nog niet over de aan
gekondigde verhoging van personele
en grondbelasting, die ook nieuwe
baten aan de schatkist zal brengen.
Bij de debatten over de loonsver
hoging in het midden van 1959 kon
men moeilijk gaan filosoferen over
de stand van de conjunctuur in de
loop van 1960. Nu weten wij daar
meer over en wij weten, dat deze
zeer gunstig is. Dit zal opnieuw
gunstige gevolgen hebben voor de
schatkist.
Zo was per 1 jan. 1960 de koers-
hoogte van de effecten op een top
punt. En de waarde der aandelen op
die datum is maatgevend voor de
opgave der vermogensbelasting, zo
dat ook de opbrengst van deze ko
hierbelasting over 1960 een zeer
gunstig beeld zal vertonen.
En de accijnzen?
Een gunstige conjunctuur en wel
vaartsverhoging als gevolg vanpro-
duktiviteitsverhoging gaan nu hand
in hand. Zonder enige fantasie kan
worden vastgesteld, dat de hogere
inkomsten een flinke stijging van de
consumptie zal bewerkstelligen. Wij
kunnen slechts gissen naar de ver
hoogde opbrengst van omzetbelas
ting, accijns op tabak en motorrijtui
genbelasting, die dit zal opleveren.
Aangezien ook 1959 een gunstig
jaar was, moet ook de opbrengst van
de dividendbelasting tot boven de
raming uitgaan.
Wij mogen niet onvermeld laten,
dat een gestegen belastingopbrengst
op zichzelf de inflatie kan matigen
als 't geïnde meerbedrag wordt op
gepot en niet in circulatie wordt ge
bracht. Het kan bijvoorbeeld wor
den aangewend voor delging van de
staatsschuld. Zekerheid dat dit ge
beurt bestaat beslist niet
Het geschetste verloop geeft de
minister van financiën de ruimte om
in september met plannen voor een
flinke belastingverlaging te komen,
waarbij in de eerste plaats aan ver
mindering van de progressie kan
worden gedacht, zoals ook is toege
zegd.
Belastingverlaging nodig!
Het komt ons echter voor, dat een
belastingverlaging beter in septem
ber 1959 had kunnen worden aange
kondigd en per 1 januari 1960 had
kunnen ingaan. Deze belastingverla
ging had dan een machtig wapen
kunnen zijn in de strijd om beper
king van de thans in gang gezette
loonsverhoging. Nu geschiedt zij
misschien achteraf en zal zij zonder
effect zijn in de strijd tegen de
voortgaande inflatie.
Het is niet moeilijk te conclude
ren, dat de staat als eerste van de
inflatie profiteert. Zij moet welis
waar aan haar eigen werknemers
ook een hogere loonsom uitbetalen
maar per saldo is er een flink over
schot aan gestegen belastingop
brengst.
Minister Zijlstra zal in dit verband
reeds met vreugde hebben kennis
genomen van de belastingopbrengst
over 1959, die 600 miljoen hoger
was dan over 1958.
Aan omzetbelasting en loonbelas
ting kwam samen een slordige f 50
miljoen meer binnen dan werd ge
raamd. Deze cijfers onderstrepen
onze verwachting over 1960.
Op zaterdag en zondag 20 en 21 februari, werd weer het weekend ge
houden voor de bestuursleden van de B.J.B. en J.B.T.B.-afdelingen en
hun verloofden van de kring Venray. Dit jaar werd dit weekend voor het
eerst georganiseerd in samenwerking met de B.J.B. De voorzitter van de
J.B.T.B. van de kring Venray de heer H. Lommen, opende het weekend
met het congresgebed. H(j heette allen hartelijk welkom, in het bijzon
der de spreker van deze avond Aalm. Delissen en de Techn. Adviseur
de heer Gerrits. Uit de opgave van het aantal aanwezige deelnemers
bleek, dat er 145 personen aanwezig waren. Aalmoezenier Delissen hield
een inleiding met als onderwerp: „de Invloed van radio en televisie
op het gezin".
INVLOED VAN RADIO EN
TELEVISIE
Radio en nog meer de televisie,
stellen ons in staat de hele wereld
in huis te halen. Men kan er alles op
zien en men krijgt een voorlichting,
die zowel ten goede als ten kwade
kan zijn. Zowel televisie als radio
zullen een steeds grotere rol gaan
spelen.
Er komt meer vrije tijd, er komen
meer mogelijkheden en de mens
van nature lui zal dit een gemak
kelijke verpozing vinden, die hem
niet meer moeite kost dan kijken.
Reeds nu al zijn er in ons land
600.000 televisie-toestellen en dage
lijks komen er meer bij.
Reeds nu kan men in Amerika b.v.
de gevolgen van televisie duidelijk
waarnemen. 30 uren per week aan
de televisie zitten is heus geen zeld
zaamheid voor kinderen, die spel en
sport laten schieten om hun geliefde
programma's maar te kunnen volgen.
Doktoren klagen over de slechte
lichamelijke ontwikkeling der kin
deren, die zich te weinig buiten uit-
kuren, omdat ze anders de televisie
niet zien kunnen.
Men klaagt daar ook, dat de Ame
rikaanse huishoudens al langer hoe
ongezelliger worden, omdat er
's avonds nooit meer iets gezamen
lijk wordt gedaan dan alleen maar
gekeken naar de televisie.
Dezelfde klachten hoort men ook
in Engeland, waar het opvalt, dat
juist de intellectuelen practisch geen
televisie-toestel hebben. Ze vrezen
hierdoor een kudde-dier te worden.
Van de andere kant moet erkend
worden dat b.v. de Amerikaanse te
levisie fantastische ontwikkelings
programma's brengt, die bv. voor
boeren en vakmensen van grote be
tekenis zijn, omdat hieraan de beste
koppen van Amerika meewerken.
Ook worden er andere programma's
gegeven, als operavoorstellingen en
muziekuitvoeringen van een derge
lijke gehalte als de doorsnee-mens
nooit zou kunnen betalen om ze per
soonlijk te bezoeken.
Hier kan men dus uit leren, dat
men een keuze een verstandige
keuze zal moeten weten te ma
ken. En we moeten zelf de verant
woordelijkheid durven dragen voor
onze programma-keuze, waarbij be
dacht moet worden, dat het gezin
niet afhankelijk moet zijn van de te
levisie, maar dat de televisie er is
voor het gezin.
Het moet ontspanning en ontwikke
ling blijven, maar we moeten geen
slaafse dienaren worden van dit
scherm, dat iedere avond opnieuw
kan niet schelen wat er op komt
het hele huiselijke leven gaat re
geren.
In dit verband wees hij ook op de
invloed van de film, die vooral op
de jeugd zeer groot is. Er zijn jonge
lui, die zullen en moeten iedere week
naar de film, ongeacht wat het pro
gramma brengt. Er wordt ternau
wernood op keuringen gelet en men
verbeeldt zich, dat het leven, zoals
dat in de bioscoop wordt voorge
steld, de werkelijkheid is.
Practisch alle films worden ge
maakt om er geld mee te verdienen.
Men smeert er 't heldendom, avon
turen, sexe zelfs godsdienstige sen
timenten maar dik op en dan moet
er geld uitkomen.
Zeker, er is een filmkeuring, er is
katholieke nakeuring en er is nog 'n
plaatselijke filmcommissie. Maar
ieder heeft de eigen verantwoording
ook ten opzichte van de film. We
krijgen alleen goede films, als het
publiek goede films wenst, maar zo
lang dit holt achter prullen, waarin
men alle mogelijke sentimenten, om
van erger niet te praten, onder el
kaar mixt, zolang heeft de goede
film weinig kans.
Er werd over een en ander nog
eens verregaand gediscussieerd, tot
dat om 11 uur dit eerste gedeelte
van dit weekend gesloten werd.
Zondagmorgen werd het 2e ge
deelte ingezet met een H. Mis in de
parochiekerk van Oostrum en een
koffietafel in het parochiehuis.
Daarna hield aalmoezenier Stam
pers uit Venlo een weliswaar soms
humoristische, maar van de andere
kant toch zeer ernstige inleiding
over verloving en huwelijk.
Wanneer de „schone tijd der jonge
liefde", een tijd waarin men elkaar
moet leren kennen, overgaat in het
gewone leven van iedere dag, waar
ook verloofden en getrouwden niet
onder uit kunnen, dan komen de
vragen. En er zijn tegenwoordig heel
wat meer vragen dan enkele tiental
len jaren geleden, toen in het leven
van iedere mens talrijke zekerheden
waren, waaraan hij steun had. Nu
zijn vele zekerheden weggevallen
ook in het leven tussen man en
vrouw.
Wat vroeger taboe was als ge
spreksstof wordt thans openlijk be
sproken.
Nog maar heel zelden hoort men
de noodzaak van sexuele voorlich
ting der kinderen bestreden worden.
Iedereen is er inmiddels wel van
overtuigd.
Het was vroeger taboe om te spre
ken over de intimiteit tussen man
en vrouw. Het is zelfs niet eens zo
lang geleden, dat men „zich des
's avonds terugtrok". Het behoorde
niet tot de preutse bon ton van toen
om te zeggen dat men naar bed ging.
Die grotere vrijheid van spreken
van nu wordt voor een deel onge
twijfeld geïnspireerd door de gro
tere openheid der mensen, maar on
getwijfeld ook doornoodzaak,
onzekerheid.
Men wil van een ander horen, hoe
die er over denkt. Men wil ervarin
gen uitwisselen, Vragen als kinder
zegen, geboorteregeling, voorbe
hoedsmiddelen, P.O. enz. zijn zeer
vaak gesprekstof, en niet eens pi
kante gespreksstof, maar een pro
bleem waarover ernstig gediscus
sieerd wordt. Want men weet het
niet meerWanneer er toevallig
een priester in het gezelschap is, dan
wordt meestal zijn mening als ge
lijkwaardig of zelfs minder naast
andere opinies gelegd en meegewo
gen. Het oude gezag van de pries
ter inzake het huwelijk, zijn plichten
en rechten, is zeer getaand.
En toch en dit is eigenlijk ver
bazingwekkend, gezien het prestige
verlies van de priester kijken
goedwillende katholieken en ande
ren naar de Kerk op om antwoord.
Zij willen antwoord op veel vragen.
Hoe zit dat met de P.O., hoe is dat
met voorbehoedsmiddelen. Is dat
hetzelfde of niet?
Wanneer mag het of mag 't nooit?
Moeten wij nu altijd maar kinde
ren krijgen?
Hoe moeten wij het aan, wanneer
ons huis zo klein is, ons inkomen
maar gering?
Anderen zijn er weer, die ver
wachten van de Kerk, dat zij water
bij de wijn zal doen. Er is al zoveel
veranderd in de Kerk, waarom zou
de strenge opvatting over het huwe
lijk niet veranderen?
Mgr. Bekkers, bisschop-coadjutor
van Den Bosch, heeft op de studen
tendagen in Tilburg erover gespro
ken. Wat hij zei, was inderdaad een
nieuw geluid!
Al betekent dit niet, dat de bis
schop de leer der Kerk even veran
derde of dat hij op al deze vragen
een antwoord gaf. Hij opende alleen
een deur, waardoor we moeten gaan
om een oplossing te vinden.
De huwelijksnood, aldus de bis
schop, kan nooit opgelost worden
door „water bij de wijn te doen".
Aan de huwelijksleer der Kerk mag
nooit getornd worden. Voorbehoeds
middelen zullen altijd uit den boze
blijven. Maar wij kunnen wel het
huwelijk en de sexualiteit uit dat
eenzame kamertje halen, waarin ze
al zo lang opgesloten zitten. De kuis
heid is immers geen aparte deugd,
maar is van dezelfde waarde als b.v.
eerlijkheid, gehoorzaamheid enz.
Wij zijn niet op één slag eerlijk.
Wij zijn niet ineens gehoorzaam. Die
goede eigenschappen bereiken wij
na trainen, met andere woorden na
vallen en opstaan. Zo is het ook met
de huwelijksbeleving. Wij mogen 't
christelijk ideaal niet uit het oog
verliezen, maar 't moet geen kramp
achtige eis worden. Wanneer wij het
huwelijk krampachtig beleven, dan
worden de spanningen te groot, dan
wordt zo'n huwelijk onleefbaar.
Het huwelijksleven moet inge
bouwd worden, in het totaal van het
christelijke leven. Een christen is 'n
verloste zondaar, die op weg is. Het
begrip voor onderweg zijn. neemt
veel hardheden en schablonen-be-
oordeling weg.
Het regende en het was donker toen we de Vredepeel inreden. En je
kreeg het idee van een kerstverhaal met pinkelende lichtjes in die don
kere vlakte. Pinkelende lichtjes, afkomstig van fietsers, die zich naar de
vergadering spoedden van de KVP afdeling Vredepeel. Men moet dat
niet misverstaan, want in deze kleine gemeenschap telt de afdeling liefst
100 leden en niemand minder dan Depute Lebens, zou dien avond eens
wat meer komen vertellen over de grote politiek. Maar de Vredepelers
waren link genoeg om hem tevens in dat kader van die politiek
nog eens te wijzen op het smerige drinkwater en het gebrek aan 'n goede
vergaderruimte. Want men zat nu in de school. Een beetje op elkaar ge
pakt in te kleine schoolstoelen of op bidstoelen uit de school-kapel, die
nu ook niet bepaald gemakkelijk zaten. Desondanks was het een leer
zame avond, want deputé Lebens wist zijn mensen te boeien en hun in
grote trekken het belang van een christelijke politieke partij te schil
deren.
Hij begon met te zeggen, dat de
tegenwoordige jeugd veel te weinig
af weet van de politiek in het alge
meen. Men weet niets of veel te wei
nig van het staatkundig bestel, wat
dictatuur, wat democratie is en
snapt daarom maar amper het grote
nut van politieke partijen, die hun
programma hebben gebaseerd op 'n
levensbeschouwing. Een programma,
waarin b.v. de oplossing van de
WONINGNOOD
dik omlijnd staat. Het tegenwoordig
woningtekort, aldus drs Lebens heeft
2 oorzaken. Men heeft door de oor
log niet kunnen saneren, niet bij
kunnen bouwen en zo heeft bv. Lim
burg als erfenis van die verleden
tijd, 7000 samenwoningen en 12.000
krotwinnigen op te ruimen. Daar
naast is het aantal huwelijken, dat
maant om nieuwbouw.
In 1958 werden in Limburg 6800
huwelijken gesloten. Dit jaar ver
wacht men er 7500 en rond 1970 zelfs
10.000, omdat dan de geboortpiek
van rond de bevrijding zich zal doen
gelden.
Daarnaast worden er nog ieder
jaar rond 500 woningen in Limburg
gevraagd door mensen van buiten de
provincie, die veelal noodzakelijk
zijn voor de industrialisatie, 'maar
komen er van de andere kant onge
veer 2500 woningen vrij door sterfte,
vertrek etc. Limburg moet dus in
1960 bouwen 7500+500—2500=5500
woningen.
We bouwden er in 1959 7200 dus
hebben een restant van 1700, waar
mede we dan de 19.000 samenwonin
gen en krotwoningen kunnen sane
ren. Dat duurt dus ongeveer 12
jaren.
Voor woningwetbouw kreeg Lim
burg 4750 woningen toegewezen en
voor particuliere bouw 3500. Er
wordt moeite gedaan om dit aantal
op te voeren, ook al omdat het sche
ma, waarmede de landelijke verde
ling geregeld is, z.i. onjuist is, om
dat te weinig aandacht besteed wordt
aan de te sluiten huwelijken, die
vooral in Limburg talrijker zijn, dan
elders.
BEZITSVORMING
was een ander programma-punt
wat drs. Lebens uitvoerig besprak.
Hij wees op de specifiek katho
lieke houding om het persoonlijk
eigendom niet alleen te handhaven,
maar ook te zorgen, dat de niets of
weinig bezitters eigendom gaan krij
gen.
Maatschappij en overheid moeten
hier samenwerken. De maatschap
pijen moeten spaarregelingen in het
leven roepen, die dit eigen bezit be
vorderen, terwijl de overheid het
door belastingfaciliteiten de maat
schappij op haar beurt mogelijk
moet maken spaarregelingen in het
leven te roepen.
Bovendien moet zij door zelf bij te
dragen, de bezitsvorming nog ver
groten.
We kennen intussen de spaarrege
ling voor de jeugd, waarop extra
premie gegeven wordt We kennen
de spaarbriefregeling en voor de ar
beiders de premie bij de woning
bouw. Dit alles moet nog uitgebreid
en verbeterd worden, dan zal ook dit
punt zijn uiteindelijke verwezenlij
king vinden.
P.B.O.
is een „stokpaardje" van de KVP.
Men probeert hierdoor te komen tot
een betere productie niet alleen
maar ook tot betere menselijke ver
houdingen in het bedrijfsleven. Dit
wil men bereiken door bedrijf sgeno-
ten in een bepaalde sector van hoog
tot laag zelf verantwoordelijkheid te
laten dragen in het wel en wee van
de bedrijfsvoering. Een nieuwe
maatschappij vorm, die de menselijke
verantwoordelijkheid groter maakt
en hem voor een deel zelfbestuur
geeft, hetgeen van groot sociale en
economische betekenis is voor onze
huidige maatschappij.
WERKGELEGENHEID
BEVORDEREN
is een programma-punt, -dat op dit
ogenblik misschien niet zo spreekt,
maar dat desniettemin van enorme
betekenis is. Wanneer we nu niet
zorgen op tijd bestaande industrieën
uit te breiden en nieuwe aan te trek
ken, zal de progressief groeiende
jeugd zonder werk komen en de te
verwachten structuur-crisis ontaar
den in een economische crisis. Men
probeert dit probleem te ondervan
gen door b.v. de aanwijzing van pro
bleemgebieden en ontwikkelingsker
nen.
In Limburg zijn als zodanig be
noemd: Weert, Venray en Helden.
Hier zal het rijk op velerlei wijze
steun verlenen bij de ontwikkeling.
Zo wordt b.v. bij verkoop van in
dustrie-terrein aan de gemeenten de
helft van de kostprijs vergoed en
krijgen nieuwe industrieën of uit
breidingen van bestaande rijkssub
sidies voor de nieuwe vloeropper
vlakte. Daarnaast worden maatre
gelen getroffen voor de verbetering
van de structuur, door verbetering
van waterwegen, wegen (Midden-
Peeweg) kanalen, spoorverbindin
gen en loswallen. Door vergroting of
stichting van technische scholen,
kortom door alle maatregelen te hel
pen treffen, die het onderling ver
keer en de vakkennis kunnen verho
gen.
Ook daarmede houdt men niet op,
want men probeert de mensen op te
heffen in geestelijke en culturele
zin, o.a. door stichting van gemeen
schapshuizen, groene kruisgebou-
wen, culturele centra, sportvelden,
zwembaden enz. enz.
Aan de hand van deze voorbeel-
de toonde Deputé Lebens het grote
belang van de KVP. Bij de rond
vraag kwam natuurlijk de vraag
naar voren of er de mogelijkheid is,
dat er
WATERLEIDING IN DE
VREDEPEEL
komt. Deputé Lebens antwoordde
eerlijk, dat er geen kansen waren
met de bestaande regelingen. Toch
was men zoekende naar een gaatje
en vooral naar geld om alsnog een
regeling klaar te krijgen voor ver
spreide percelen. En hij hoopte, dat
deze regeling inderdaad binnen af
zienbare tijd er inderdaad zou ko
men, maarvast staat ïxog niets.
DE NIEUWE PREMIEREGELING
is er wel en is er nietEr zijn
richtlijnen verschenen, maar hoe al
les precies zal verlopen, wist ook de
puté Lebens niet.
Wat hem er van bekend is, vond
hij bepaald niet denderend. Een par
ticuliere bouwer wiens stichtings-
kosten en bouwkosten onder de
22.000 blijven (en voor zo'n bedrag
bouwt men niet veel, aangezien
hierbij ook de grond, architect- be-
schrijvings- en algemene kosten ge
rekend worden) krijgt 3000 subsi
die, een gemiddelde toeslag van
1200. Liggen zijn kosten tussen de
22.000 en de 25.000 dan krijgt hij
200 premie, maar komt zijn bouw
hoger dan 25.000 dan moet hij alles
zelf betalen.
Spreker kon dit nu niet bepaald 'n
voorbeeld van bezitsvorming noe
men.
Dat houdt in, dat alleen kleine wo
ningen een kans krijgen en dat grote
aannemers het hele kwantum op
zullen slikken voor blokbouw, maar
dat de individuele bouwer niet aan
zijn trekken komt.
Het klokje van gehoorzaamheid
sloeg toen het vragenuurtje, waar
van wij enkele punten aantipten
was afgelopen en de voorzitter Her-
zig deputé Lebens kon bedanken,
evenals de talrijke aanwezigen waar
onder de Z.E. Heer Rector.
MEER EIEREN
MEER KIPPEN
Men moeter op rekenen, zo zeggen
degenen, die van de hoenderwereld
alles afweten, dat er dit jaar een
kleine 500 miljoen eieren meer aan
de markt zullen komen dan vorig
jaar.Er zijn op het ogenblik ruim 25
miljoen leghennen, dat is 10 procent
meer dan in 1959 en aan kuikens
voor leg bestemd lopen er eventjes
400.000 meer op hun pootjes rond als
twee jaar geleden. We zullen dus
behalve de vele melk, die we moeten
drinken van de melkverwerkers,
omdat we zoveel koeien hebben, nu
ook wel gemaand worden om aan 't
ontbijt meer eitjes te eten, om van
de eieren af te komen.
We zouden ook meer kip kunnen
eten van onze bijna vier miljoen
slachthoenders. Maar dan moet de
prijs eerst een beetje zakken.
a)lt wmKtringeit j
fiypotfiefeen ij
financieringen, j"
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VERCAUTEREN
Grotestraat 11 Telefoon 1333
Uitsluitend voor spoedgevallen.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. Janssen, Kard. van Rossum-
straat 4, tel. 1504.