Brieven naar aanleiding van een KAB-vergadering../ Weekend boeren-jongeren Oostrum in Deputé Lebens sprak in de Vredepeel... JUUANASINGEL41 1061 (K4780) Zondagsdienst huisartsen Zaterdag 5 maart 1960 No. 10 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG KLEDING WINT 'T PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PBIJS^^KW^TAAL0/ 1.4# "BUITEN VfeNRAY 1.6# GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GEACHTE REDACTIE, Blijkens uw verslag over de K.A.B.-jaarvergadering was o.m. de se cretaris zeer tevreden over het afgelopen jaar, o.m. ook door de loonsverhogingen, die mogelijk zijn geworden. Nu mag het zeker waar zijn dat de arbeider - en zeker de minst betaalde arbeider - hiervan de gelukkige voordelen heeft, maar misschien is het goed ook eens naar de andere kant te kijken. Bij voorbaat dank voor de plaatsing. PAUPERS ONDER ONS In B.Z.N. (Blad Zonder Naam), or gaan van de Bond Zonder Naam, treffen we twee stukjes aan, die een treffend beeld geven van onze „wel vaartsstaat". We laten ze hier on verkort volgen, in de mening, dat ze stellig tot nadenken zullen stimu leren: Statistieken komen altijd te laat. Maar we weten nu dan eindelijk dat wij in Nederland in 1955 ongeveer 4.300.000 natuurlijke personen had den, die een inkomen genoten. 21% van deze lieden had een inkomen van minder dan tweeduizend gulden per jaar; 7% moest het zelfs met minder dan duizend gulden per jaar doen. Prof. ir. H.G. van Beusekom trekt hieruit terecht de conclusie, dat een deel der nederlandse bevolking niet in staat is de huur van een volks woning te betalen. Wij zouden wil len zeggen: een groot deel van onze bevolking, 'n te groot deel van onze bevolking. Blijven de krotwoningen in stand, omdat zij op hun manier toch in een behoefte voorzien? In Elsevier signaleerde prof. van Beusekom ook, dat van de 4.300.000 natuurliike personen, die in 1955 'n inkomen genoten, circa 65% een in komen trokken tussen tweeduizend en zevenduizend gulden per jaar Volgens Bartjes maken 65 en 21 86%. Slechts 14% genoot dus een inkomen van meer dan zevendui zend gulden. De maatschappelijke structuur van onze welvaartsstaat ziet er nog v altijd niet erg sterk uit. Hoe moe ten die 86% „bezit' kunnen vormen, waar men het altijd zo druk over heeft? Want - let wel - het gaat om gedevalueerde guldens met één tot één derde geslonken koopkracht. LOONSVERHOGING voor het Rijk VOORDELIGER dan BELASTINGVERLAGING Twee redenen zijn er om de finan ciële positie van het Rijk even te be zien in verband met de in gang ge zette loonsverhogingen en de per 1 april ingaande loonsverhogingen. In de eerste plaats heeft de over heid aan haar eigen werknemers 'n loonsverhoging toegezegd van 5%, die met inbegrip van de verwerking der huurcompensatie op 6% zou uit komen. Vervolgens is bekend ge worden, welke bedragen het Rijk in 1959 heeft ontvangen aan belasting. Tegen deze achtergronden kan het ongeveer duidelijk worden in welke mate het Rijk financiëel zijde zal spinnen bij de loonsverhogingen en de welvaartsverbeteringen. Meer baten voor de schatkist Reeds in het vorige jaar is er tij dens debatten in de Tweede Kamer op gewezen, dat de loonfactor in '60 een verbetering zal ondergaan van ongeveer 8 waarvoor ruim 6 zou worden opgevangen door pro ductiviteitsverbetering. Daarbij werd minister Zijlstra dan voor ogen getoverd, dat 't Rijk naar verhouding groot voordeel zou heb ben bij deze loonsverhoging. Immers zodra de inkomens stijgen, wordt het af te dragen bedrag aan loon- en inkomstenbelasting naar verhou ding nog veel groter. In zekere zin heeft de regering er dus belang bij dat de gemiddelde inkomens sterk stijgen in geld. Hoe meer dit het ge val is, hoe groter percentage van 't nationaal inkomen er in de schat kist vloeit. De minister van financiën heeft destijds daarbij opgemerkt, dat de loonsverhogingen zouden plaats vin den zonder dat er prijsverhogingen zouden mogen komen... Weliswaar zou de regering enerzijds hogere in komens krijgen, maar deze zouden gaan ten koste van een lagere be lastingopbrengst van ondernemers. Wie betaald het dan? Vanzelfsprekend gaat dit argument niet op, omdat vroeg of laat toch 'n doorberekening van de volledige loonsom in de kostprijs plaats vindt en uit een bedrijfseconomisch oog punt mag zelfs niet anders worden geredeneerd. Vervolgens zou over dit ministeriële standpunt kunnen worden opgemerkt dat dan een deel van de te betalen belasting van de werkgevers naar de werknemers wordt verplaatst en dit is uit sociaal gezichtspunt al zeer bedenkelijk. Op dit moment kan worden ge constateerd, dat de voorspellingen aangaande loonsverhogingen juist zijn geweest. Als per 1 april de verplichte loon- compensatie van 2.5% wordt afge kondigd voor de huurverhoging, mo gen wij stellen, dat de loonsom in Nederland over 1960 gemiddeld met ruim 8% omhoog zal gaan. Dat be tekent een grote inkomstenstijging voor het rijk in 1960. Alleen uit loonsverhoging zou dit voor 1960 een inkomstenstijging be tekenen van naar schatting 100 mil joen. En dan nog huurverhoging! Bezien we nu de gevolgen van de huurverhoging. Deskundigen schat ten het totaal bedrag aan huurop brengst voor verhuurde en eigen woningen na de verhoging op ten minste 1550 miljoen gulden. De verhoging zou een bedrag van ca 250 miljoen gulden omvatten. Tenminste 50 en mogelijk 100 mil joen daarvan vloeit in de staatskas. Wij spraken nog niet over de aan gekondigde verhoging van personele en grondbelasting, die ook nieuwe baten aan de schatkist zal brengen. Bij de debatten over de loonsver hoging in het midden van 1959 kon men moeilijk gaan filosoferen over de stand van de conjunctuur in de loop van 1960. Nu weten wij daar meer over en wij weten, dat deze zeer gunstig is. Dit zal opnieuw gunstige gevolgen hebben voor de schatkist. Zo was per 1 jan. 1960 de koers- hoogte van de effecten op een top punt. En de waarde der aandelen op die datum is maatgevend voor de opgave der vermogensbelasting, zo dat ook de opbrengst van deze ko hierbelasting over 1960 een zeer gunstig beeld zal vertonen. En de accijnzen? Een gunstige conjunctuur en wel vaartsverhoging als gevolg vanpro- duktiviteitsverhoging gaan nu hand in hand. Zonder enige fantasie kan worden vastgesteld, dat de hogere inkomsten een flinke stijging van de consumptie zal bewerkstelligen. Wij kunnen slechts gissen naar de ver hoogde opbrengst van omzetbelas ting, accijns op tabak en motorrijtui genbelasting, die dit zal opleveren. Aangezien ook 1959 een gunstig jaar was, moet ook de opbrengst van de dividendbelasting tot boven de raming uitgaan. Wij mogen niet onvermeld laten, dat een gestegen belastingopbrengst op zichzelf de inflatie kan matigen als 't geïnde meerbedrag wordt op gepot en niet in circulatie wordt ge bracht. Het kan bijvoorbeeld wor den aangewend voor delging van de staatsschuld. Zekerheid dat dit ge beurt bestaat beslist niet Het geschetste verloop geeft de minister van financiën de ruimte om in september met plannen voor een flinke belastingverlaging te komen, waarbij in de eerste plaats aan ver mindering van de progressie kan worden gedacht, zoals ook is toege zegd. Belastingverlaging nodig! Het komt ons echter voor, dat een belastingverlaging beter in septem ber 1959 had kunnen worden aange kondigd en per 1 januari 1960 had kunnen ingaan. Deze belastingverla ging had dan een machtig wapen kunnen zijn in de strijd om beper king van de thans in gang gezette loonsverhoging. Nu geschiedt zij misschien achteraf en zal zij zonder effect zijn in de strijd tegen de voortgaande inflatie. Het is niet moeilijk te conclude ren, dat de staat als eerste van de inflatie profiteert. Zij moet welis waar aan haar eigen werknemers ook een hogere loonsom uitbetalen maar per saldo is er een flink over schot aan gestegen belastingop brengst. Minister Zijlstra zal in dit verband reeds met vreugde hebben kennis genomen van de belastingopbrengst over 1959, die 600 miljoen hoger was dan over 1958. Aan omzetbelasting en loonbelas ting kwam samen een slordige f 50 miljoen meer binnen dan werd ge raamd. Deze cijfers onderstrepen onze verwachting over 1960. Op zaterdag en zondag 20 en 21 februari, werd weer het weekend ge houden voor de bestuursleden van de B.J.B. en J.B.T.B.-afdelingen en hun verloofden van de kring Venray. Dit jaar werd dit weekend voor het eerst georganiseerd in samenwerking met de B.J.B. De voorzitter van de J.B.T.B. van de kring Venray de heer H. Lommen, opende het weekend met het congresgebed. H(j heette allen hartelijk welkom, in het bijzon der de spreker van deze avond Aalm. Delissen en de Techn. Adviseur de heer Gerrits. Uit de opgave van het aantal aanwezige deelnemers bleek, dat er 145 personen aanwezig waren. Aalmoezenier Delissen hield een inleiding met als onderwerp: „de Invloed van radio en televisie op het gezin". INVLOED VAN RADIO EN TELEVISIE Radio en nog meer de televisie, stellen ons in staat de hele wereld in huis te halen. Men kan er alles op zien en men krijgt een voorlichting, die zowel ten goede als ten kwade kan zijn. Zowel televisie als radio zullen een steeds grotere rol gaan spelen. Er komt meer vrije tijd, er komen meer mogelijkheden en de mens van nature lui zal dit een gemak kelijke verpozing vinden, die hem niet meer moeite kost dan kijken. Reeds nu al zijn er in ons land 600.000 televisie-toestellen en dage lijks komen er meer bij. Reeds nu kan men in Amerika b.v. de gevolgen van televisie duidelijk waarnemen. 30 uren per week aan de televisie zitten is heus geen zeld zaamheid voor kinderen, die spel en sport laten schieten om hun geliefde programma's maar te kunnen volgen. Doktoren klagen over de slechte lichamelijke ontwikkeling der kin deren, die zich te weinig buiten uit- kuren, omdat ze anders de televisie niet zien kunnen. Men klaagt daar ook, dat de Ame rikaanse huishoudens al langer hoe ongezelliger worden, omdat er 's avonds nooit meer iets gezamen lijk wordt gedaan dan alleen maar gekeken naar de televisie. Dezelfde klachten hoort men ook in Engeland, waar het opvalt, dat juist de intellectuelen practisch geen televisie-toestel hebben. Ze vrezen hierdoor een kudde-dier te worden. Van de andere kant moet erkend worden dat b.v. de Amerikaanse te levisie fantastische ontwikkelings programma's brengt, die bv. voor boeren en vakmensen van grote be tekenis zijn, omdat hieraan de beste koppen van Amerika meewerken. Ook worden er andere programma's gegeven, als operavoorstellingen en muziekuitvoeringen van een derge lijke gehalte als de doorsnee-mens nooit zou kunnen betalen om ze per soonlijk te bezoeken. Hier kan men dus uit leren, dat men een keuze een verstandige keuze zal moeten weten te ma ken. En we moeten zelf de verant woordelijkheid durven dragen voor onze programma-keuze, waarbij be dacht moet worden, dat het gezin niet afhankelijk moet zijn van de te levisie, maar dat de televisie er is voor het gezin. Het moet ontspanning en ontwikke ling blijven, maar we moeten geen slaafse dienaren worden van dit scherm, dat iedere avond opnieuw kan niet schelen wat er op komt het hele huiselijke leven gaat re geren. In dit verband wees hij ook op de invloed van de film, die vooral op de jeugd zeer groot is. Er zijn jonge lui, die zullen en moeten iedere week naar de film, ongeacht wat het pro gramma brengt. Er wordt ternau wernood op keuringen gelet en men verbeeldt zich, dat het leven, zoals dat in de bioscoop wordt voorge steld, de werkelijkheid is. Practisch alle films worden ge maakt om er geld mee te verdienen. Men smeert er 't heldendom, avon turen, sexe zelfs godsdienstige sen timenten maar dik op en dan moet er geld uitkomen. Zeker, er is een filmkeuring, er is katholieke nakeuring en er is nog 'n plaatselijke filmcommissie. Maar ieder heeft de eigen verantwoording ook ten opzichte van de film. We krijgen alleen goede films, als het publiek goede films wenst, maar zo lang dit holt achter prullen, waarin men alle mogelijke sentimenten, om van erger niet te praten, onder el kaar mixt, zolang heeft de goede film weinig kans. Er werd over een en ander nog eens verregaand gediscussieerd, tot dat om 11 uur dit eerste gedeelte van dit weekend gesloten werd. Zondagmorgen werd het 2e ge deelte ingezet met een H. Mis in de parochiekerk van Oostrum en een koffietafel in het parochiehuis. Daarna hield aalmoezenier Stam pers uit Venlo een weliswaar soms humoristische, maar van de andere kant toch zeer ernstige inleiding over verloving en huwelijk. Wanneer de „schone tijd der jonge liefde", een tijd waarin men elkaar moet leren kennen, overgaat in het gewone leven van iedere dag, waar ook verloofden en getrouwden niet onder uit kunnen, dan komen de vragen. En er zijn tegenwoordig heel wat meer vragen dan enkele tiental len jaren geleden, toen in het leven van iedere mens talrijke zekerheden waren, waaraan hij steun had. Nu zijn vele zekerheden weggevallen ook in het leven tussen man en vrouw. Wat vroeger taboe was als ge spreksstof wordt thans openlijk be sproken. Nog maar heel zelden hoort men de noodzaak van sexuele voorlich ting der kinderen bestreden worden. Iedereen is er inmiddels wel van overtuigd. Het was vroeger taboe om te spre ken over de intimiteit tussen man en vrouw. Het is zelfs niet eens zo lang geleden, dat men „zich des 's avonds terugtrok". Het behoorde niet tot de preutse bon ton van toen om te zeggen dat men naar bed ging. Die grotere vrijheid van spreken van nu wordt voor een deel onge twijfeld geïnspireerd door de gro tere openheid der mensen, maar on getwijfeld ook doornoodzaak, onzekerheid. Men wil van een ander horen, hoe die er over denkt. Men wil ervarin gen uitwisselen, Vragen als kinder zegen, geboorteregeling, voorbe hoedsmiddelen, P.O. enz. zijn zeer vaak gesprekstof, en niet eens pi kante gespreksstof, maar een pro bleem waarover ernstig gediscus sieerd wordt. Want men weet het niet meerWanneer er toevallig een priester in het gezelschap is, dan wordt meestal zijn mening als ge lijkwaardig of zelfs minder naast andere opinies gelegd en meegewo gen. Het oude gezag van de pries ter inzake het huwelijk, zijn plichten en rechten, is zeer getaand. En toch en dit is eigenlijk ver bazingwekkend, gezien het prestige verlies van de priester kijken goedwillende katholieken en ande ren naar de Kerk op om antwoord. Zij willen antwoord op veel vragen. Hoe zit dat met de P.O., hoe is dat met voorbehoedsmiddelen. Is dat hetzelfde of niet? Wanneer mag het of mag 't nooit? Moeten wij nu altijd maar kinde ren krijgen? Hoe moeten wij het aan, wanneer ons huis zo klein is, ons inkomen maar gering? Anderen zijn er weer, die ver wachten van de Kerk, dat zij water bij de wijn zal doen. Er is al zoveel veranderd in de Kerk, waarom zou de strenge opvatting over het huwe lijk niet veranderen? Mgr. Bekkers, bisschop-coadjutor van Den Bosch, heeft op de studen tendagen in Tilburg erover gespro ken. Wat hij zei, was inderdaad een nieuw geluid! Al betekent dit niet, dat de bis schop de leer der Kerk even veran derde of dat hij op al deze vragen een antwoord gaf. Hij opende alleen een deur, waardoor we moeten gaan om een oplossing te vinden. De huwelijksnood, aldus de bis schop, kan nooit opgelost worden door „water bij de wijn te doen". Aan de huwelijksleer der Kerk mag nooit getornd worden. Voorbehoeds middelen zullen altijd uit den boze blijven. Maar wij kunnen wel het huwelijk en de sexualiteit uit dat eenzame kamertje halen, waarin ze al zo lang opgesloten zitten. De kuis heid is immers geen aparte deugd, maar is van dezelfde waarde als b.v. eerlijkheid, gehoorzaamheid enz. Wij zijn niet op één slag eerlijk. Wij zijn niet ineens gehoorzaam. Die goede eigenschappen bereiken wij na trainen, met andere woorden na vallen en opstaan. Zo is het ook met de huwelijksbeleving. Wij mogen 't christelijk ideaal niet uit het oog verliezen, maar 't moet geen kramp achtige eis worden. Wanneer wij het huwelijk krampachtig beleven, dan worden de spanningen te groot, dan wordt zo'n huwelijk onleefbaar. Het huwelijksleven moet inge bouwd worden, in het totaal van het christelijke leven. Een christen is 'n verloste zondaar, die op weg is. Het begrip voor onderweg zijn. neemt veel hardheden en schablonen-be- oordeling weg. Het regende en het was donker toen we de Vredepeel inreden. En je kreeg het idee van een kerstverhaal met pinkelende lichtjes in die don kere vlakte. Pinkelende lichtjes, afkomstig van fietsers, die zich naar de vergadering spoedden van de KVP afdeling Vredepeel. Men moet dat niet misverstaan, want in deze kleine gemeenschap telt de afdeling liefst 100 leden en niemand minder dan Depute Lebens, zou dien avond eens wat meer komen vertellen over de grote politiek. Maar de Vredepelers waren link genoeg om hem tevens in dat kader van die politiek nog eens te wijzen op het smerige drinkwater en het gebrek aan 'n goede vergaderruimte. Want men zat nu in de school. Een beetje op elkaar ge pakt in te kleine schoolstoelen of op bidstoelen uit de school-kapel, die nu ook niet bepaald gemakkelijk zaten. Desondanks was het een leer zame avond, want deputé Lebens wist zijn mensen te boeien en hun in grote trekken het belang van een christelijke politieke partij te schil deren. Hij begon met te zeggen, dat de tegenwoordige jeugd veel te weinig af weet van de politiek in het alge meen. Men weet niets of veel te wei nig van het staatkundig bestel, wat dictatuur, wat democratie is en snapt daarom maar amper het grote nut van politieke partijen, die hun programma hebben gebaseerd op 'n levensbeschouwing. Een programma, waarin b.v. de oplossing van de WONINGNOOD dik omlijnd staat. Het tegenwoordig woningtekort, aldus drs Lebens heeft 2 oorzaken. Men heeft door de oor log niet kunnen saneren, niet bij kunnen bouwen en zo heeft bv. Lim burg als erfenis van die verleden tijd, 7000 samenwoningen en 12.000 krotwinnigen op te ruimen. Daar naast is het aantal huwelijken, dat maant om nieuwbouw. In 1958 werden in Limburg 6800 huwelijken gesloten. Dit jaar ver wacht men er 7500 en rond 1970 zelfs 10.000, omdat dan de geboortpiek van rond de bevrijding zich zal doen gelden. Daarnaast worden er nog ieder jaar rond 500 woningen in Limburg gevraagd door mensen van buiten de provincie, die veelal noodzakelijk zijn voor de industrialisatie, 'maar komen er van de andere kant onge veer 2500 woningen vrij door sterfte, vertrek etc. Limburg moet dus in 1960 bouwen 7500+500—2500=5500 woningen. We bouwden er in 1959 7200 dus hebben een restant van 1700, waar mede we dan de 19.000 samenwonin gen en krotwoningen kunnen sane ren. Dat duurt dus ongeveer 12 jaren. Voor woningwetbouw kreeg Lim burg 4750 woningen toegewezen en voor particuliere bouw 3500. Er wordt moeite gedaan om dit aantal op te voeren, ook al omdat het sche ma, waarmede de landelijke verde ling geregeld is, z.i. onjuist is, om dat te weinig aandacht besteed wordt aan de te sluiten huwelijken, die vooral in Limburg talrijker zijn, dan elders. BEZITSVORMING was een ander programma-punt wat drs. Lebens uitvoerig besprak. Hij wees op de specifiek katho lieke houding om het persoonlijk eigendom niet alleen te handhaven, maar ook te zorgen, dat de niets of weinig bezitters eigendom gaan krij gen. Maatschappij en overheid moeten hier samenwerken. De maatschap pijen moeten spaarregelingen in het leven roepen, die dit eigen bezit be vorderen, terwijl de overheid het door belastingfaciliteiten de maat schappij op haar beurt mogelijk moet maken spaarregelingen in het leven te roepen. Bovendien moet zij door zelf bij te dragen, de bezitsvorming nog ver groten. We kennen intussen de spaarrege ling voor de jeugd, waarop extra premie gegeven wordt We kennen de spaarbriefregeling en voor de ar beiders de premie bij de woning bouw. Dit alles moet nog uitgebreid en verbeterd worden, dan zal ook dit punt zijn uiteindelijke verwezenlij king vinden. P.B.O. is een „stokpaardje" van de KVP. Men probeert hierdoor te komen tot een betere productie niet alleen maar ook tot betere menselijke ver houdingen in het bedrijfsleven. Dit wil men bereiken door bedrijf sgeno- ten in een bepaalde sector van hoog tot laag zelf verantwoordelijkheid te laten dragen in het wel en wee van de bedrijfsvoering. Een nieuwe maatschappij vorm, die de menselijke verantwoordelijkheid groter maakt en hem voor een deel zelfbestuur geeft, hetgeen van groot sociale en economische betekenis is voor onze huidige maatschappij. WERKGELEGENHEID BEVORDEREN is een programma-punt, -dat op dit ogenblik misschien niet zo spreekt, maar dat desniettemin van enorme betekenis is. Wanneer we nu niet zorgen op tijd bestaande industrieën uit te breiden en nieuwe aan te trek ken, zal de progressief groeiende jeugd zonder werk komen en de te verwachten structuur-crisis ontaar den in een economische crisis. Men probeert dit probleem te ondervan gen door b.v. de aanwijzing van pro bleemgebieden en ontwikkelingsker nen. In Limburg zijn als zodanig be noemd: Weert, Venray en Helden. Hier zal het rijk op velerlei wijze steun verlenen bij de ontwikkeling. Zo wordt b.v. bij verkoop van in dustrie-terrein aan de gemeenten de helft van de kostprijs vergoed en krijgen nieuwe industrieën of uit breidingen van bestaande rijkssub sidies voor de nieuwe vloeropper vlakte. Daarnaast worden maatre gelen getroffen voor de verbetering van de structuur, door verbetering van waterwegen, wegen (Midden- Peeweg) kanalen, spoorverbindin gen en loswallen. Door vergroting of stichting van technische scholen, kortom door alle maatregelen te hel pen treffen, die het onderling ver keer en de vakkennis kunnen verho gen. Ook daarmede houdt men niet op, want men probeert de mensen op te heffen in geestelijke en culturele zin, o.a. door stichting van gemeen schapshuizen, groene kruisgebou- wen, culturele centra, sportvelden, zwembaden enz. enz. Aan de hand van deze voorbeel- de toonde Deputé Lebens het grote belang van de KVP. Bij de rond vraag kwam natuurlijk de vraag naar voren of er de mogelijkheid is, dat er WATERLEIDING IN DE VREDEPEEL komt. Deputé Lebens antwoordde eerlijk, dat er geen kansen waren met de bestaande regelingen. Toch was men zoekende naar een gaatje en vooral naar geld om alsnog een regeling klaar te krijgen voor ver spreide percelen. En hij hoopte, dat deze regeling inderdaad binnen af zienbare tijd er inderdaad zou ko men, maarvast staat ïxog niets. DE NIEUWE PREMIEREGELING is er wel en is er nietEr zijn richtlijnen verschenen, maar hoe al les precies zal verlopen, wist ook de puté Lebens niet. Wat hem er van bekend is, vond hij bepaald niet denderend. Een par ticuliere bouwer wiens stichtings- kosten en bouwkosten onder de 22.000 blijven (en voor zo'n bedrag bouwt men niet veel, aangezien hierbij ook de grond, architect- be- schrijvings- en algemene kosten ge rekend worden) krijgt 3000 subsi die, een gemiddelde toeslag van 1200. Liggen zijn kosten tussen de 22.000 en de 25.000 dan krijgt hij 200 premie, maar komt zijn bouw hoger dan 25.000 dan moet hij alles zelf betalen. Spreker kon dit nu niet bepaald 'n voorbeeld van bezitsvorming noe men. Dat houdt in, dat alleen kleine wo ningen een kans krijgen en dat grote aannemers het hele kwantum op zullen slikken voor blokbouw, maar dat de individuele bouwer niet aan zijn trekken komt. Het klokje van gehoorzaamheid sloeg toen het vragenuurtje, waar van wij enkele punten aantipten was afgelopen en de voorzitter Her- zig deputé Lebens kon bedanken, evenals de talrijke aanwezigen waar onder de Z.E. Heer Rector. MEER EIEREN MEER KIPPEN Men moeter op rekenen, zo zeggen degenen, die van de hoenderwereld alles afweten, dat er dit jaar een kleine 500 miljoen eieren meer aan de markt zullen komen dan vorig jaar.Er zijn op het ogenblik ruim 25 miljoen leghennen, dat is 10 procent meer dan in 1959 en aan kuikens voor leg bestemd lopen er eventjes 400.000 meer op hun pootjes rond als twee jaar geleden. We zullen dus behalve de vele melk, die we moeten drinken van de melkverwerkers, omdat we zoveel koeien hebben, nu ook wel gemaand worden om aan 't ontbijt meer eitjes te eten, om van de eieren af te komen. We zouden ook meer kip kunnen eten van onze bijna vier miljoen slachthoenders. Maar dan moet de prijs eerst een beetje zakken. a)lt wmKtringeit j fiypotfiefeen ij financieringen, j" NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. VERCAUTEREN Grotestraat 11 Telefoon 1333 Uitsluitend voor spoedgevallen. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. Janssen, Kard. van Rossum- straat 4, tel. 1504.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1