Venrays verenigingsleven Voor de moeder Zaterdag 30 januari 1960 No 5 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG CONFFCT!c VAN m tEN RIJK BEZIT PEEL EN MAAS WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN JÏÏÏKSM3K£/ Ziï "ÏÏSmnfwSÏÏSPMli Het ontwikkelingsplan ten behoeve van de agrarische bevol king in de gemeenten Venray, Horst en Sevenum, houdt ook 'n soort wapenschouw over het organisatie-en verenigingsleven in deze gemeenten, waarbij wij ons uiteraard zullen beperken tot Venray. Het rapport noemt het vereningingsleven om meer dan een reden nuttig en noodzakelijk voor een gemeenschap. Het draagt onder anderen bij tot onderlinge toenadering, verstand houding en samenhang in een bepaalde gemeenschap en kan dikwijls een wezenlijke bijdrage schenken aan de oplossing van talrijke vraagstukken, die de moderne maatschappij-structuur op religieus, sociaal-cutureel en economisch terrein oproept. Daarnaast is het verenigingsleven feitelijk een moderne vorm van vrije tijdsbesteding, daar 't deels vormend, deels als recrea tie kan dienen. Nu is het oordeel van dit rapport over genoemd onderwerp over het algemeen weinig vleiend. Zo zegt het met name dat het or ganisatie- en verenigingsleven hier nog te weinig weerklank vindt, dat er te weinig belangstelling voor bestaat, er te weinig ervaring is, te weinig leiders zijn en een tekort aan samenwer king. TE WEINIG WEERKLANK Andere dan zuiver zakelijke ver enigingen, als b.v. een boerenbond, een zuivelfabriek enz. vinden, aldus het rapport te weinig weerklank. Alleen hiervan wordt men „betef" van, aldus zijn de bevindingen en voor de rest gelooft men het wel. Op de kerkdorpen vooral, waar 't agrarisch element overheerst, is men wat het verenigingsleven betreft, al leen maar zakelijk ingesteld. Als vrije-tijds-besteding krijgt een ver eniging slechts weinig kansen. Ook al wegens een gebrek aan lei ders. Waren dat vroeger automatisch de rijke boeren, nu deze hegomonie ten einde is, weet men feitelijk niet goed wie men pakken zal, omdat des ondanks mede afstamming, familie enz., bij de leiderskeuze in ogen schouw worden genomen, hoewel die in feite niets met de kwaliteiten van de leiders, als leiders, te maken heb ben. Maar men kent elkaar te goed en accepteert dus liever een vreem de als leider, dan een „eigen", wiens inzichten en tekortkomingen men kent. In Venray-kom staan volslagen gebrek aan samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen en gebrek aan interesse een juiste aan pak van de vrije tijdsbesteding in de weg. Hierbij dient men echter zeker niet het feit voorbij te zien, dat een dergelijke situatie mede in niet ge ringe mate bevorderd is door een schreeuwend tekort aan een behoor lijke ruimtelijke akkomodatie, die zijn oorzaak vindt in de kortzichtige politiek en de conservatieve men taliteit van de overheid in het ver leden. STANDSORGANISATIES Bij de beschouwing van de stands organisaties in de Venray se samen leving komt het rapport tot de con clusie, dat de LLTB de machtigste is en de enige is, die meestal invloed heeft en zelfs de samenleving be heerst. Dit vooral omdat vele leden deze standsorganisatie zuiver en al leen zien als een commerciële in stelling, waaraan wat „te verdienen" is. Inderdaad heeft de LLTB voor het materiële welzijn van de boeren uit deze streken veel gedaan en het is dus begrijpelijk dat zij een derge lijke „machtspositie" heeft kunnen innemen. Maar van de andere kant zal zij ook dienen te zorgen, dat de mede door haar werk verkre gen hogere welvaart toegepast wordt in het sociale en kulturele leven en zij doet inderdaad loffelijke pogin gen daartoe door zgn. winterpro- gramma's e.d. waarin het sociaal- kulturele de nodige aandacht krijgt. Het rapport is echter niet be paald gerust of deze pogingen wel effectief genoeg zijn en meent, dat er op dit terrein nog zeer veel werk te doen is Een eigenaardigheid kwam aan 't licht bij dit onderzoek. De vergade ringen van de Venrayse LLTB zijn aanmerkelijk minder van gehalte dan die te Horst. Hier in Venray, aldus het rapport is men minder aktief, beperkter ont wikkeld en pasiever ingesteld. Het constateert bij de Venrayse boeren een gebrek aan durf, dat men b.v. in Horst niet aantreft. Het rapport wijdt dit aan het feit, dat in Horst de bestaansstrijd veel feller is en was dan in Venray, waar het gebrek aan grond de boeren b.v. niet dwong om tuinder te worden. Deze overgang heeft die van Horst actief gemaakt, ondernemend en vooruitziend en men durft er proble men onder ogen te zien en aan te pakkenook ter vergadering te brengen ©n te verdedigen Over de godsdienstige, culturele en huishoudelijke voorlichting welke de boerinnenbonden geven, is het rap port goed tevreden evenals over het ledental. Niet zo tevreden is het over de jongere boeren organisaties, die in bepaalde kernen wel kultureel actief zijn, maar vooral in de kleinere kernen deze vorming te veel ver waarlozen. Dit is verklaarbaar omdat juist in die kleinere kernen er te weinig le den zijn om tot grotere activiteit te komen, maar ondanks dat verwacht men er meer van. Wel is vastgesteld, dat met de voor vele jonge boeren afnemende mogelijkheid om in de landbouw 'n bestaan op te bouwen en de daar mede gepaard gaande afvloeiing van boerenzoons, de toeloop tot deze or ganisaties in vele plaatsen daalt en de getalssterkte minder wordt. Voor de all-round vorming van de jonge boer moet nog veel gedaan worden, waarbij ook de vernieu wing en uitbreiding van het land bouwonderwijs van groot belang is. Het gebrek aan mogelijkheden en te kleine kernen, maakt echter deze het gebrek aan leiders in de dikwijls persoonlijkheidsvorming middels de J.B.-organisatie zeer illusionair. K.A.B. T.a.v. de KAB is dit rapport ook niet bepaald gunstig. Al is men vol lof over het kader en de vorming *van dit kader, waarvoor veel moeite wordt gedaan, van de andere kant moet men constateren, dat de be langstelling voor deze standsorgani satie onder de arbeiders niet groot te noemen is. De opkomst op de ver gaderingen is slecht en de belang stelling miniem, aldus is de conclu sie. Te veel ongeorganiseerden, zeker onder de jongeren, die deze organi satie schijnbaar helemaal niets te bieden heeft. De spreiding van de arbeiders over de verschillende kerkdorpen maakt splitsing van de organisatie noodzakelijk, maar ook op de kerk dorpen is het „slappe boel". Daar kan constateren, dat vele ar beiders, nog half agrariër, de arbei dersbeweging niet met hart en ziel zijn toegedaan.... Daardoor heeft zij het nog moei lijker om een krachtige en invloed rijke groep te zijn in de overwegend agrarische samenleving. Of de eco nomisch gunstige conjunctuur en grotere interesse in de vakorganisa ties aan deze minieme belangstelling debet zjjn, is 'n vraag, die dit rap port wel stelt, maar niet oplost. Wel dringt het ook hier weer aan op een sociaal-kulturele vorming, die ook de arbeider van nu onmoge lijk en niet ongestraft missen kan. MIDDENSTAND De Venrayse middenstand is be paald niet een standsorganisatie, al dus het rapport, die uitblinkt door activiteit, wat men toch wel ver wachten mocht in een plaats waar de middenstand een regionaal be langrijke verzorgende functie heeft. Deze inaktiviteit is voornamelijk te wijten aan tekort aan saamhorig heidsgevoel, als gevolg van de on derlinge konkurrentie. De middenstander is bovendien 'n uitgesproken individualist en heeft over het algemeen weinig tijd voor vergaderingen en verenigingsleven. Op de kerkdorpen komt van een middenstandsorganisatie practisch niéts terecht, zodat er ook geen in vloed van uit gaat ADELBERT Ook over de Adelbertvereniging is het rapport niet bijster te spreken. Men komt terug op een reeds eer der gegeven stelling, dat er van deze kwantatief belangrijke groep poten tiële leiders der gemeenschap wei nig leiding en invloed op de samen leving uitgaat,. Deze intelligentia houdt zich afzijdig van het gemeen schapsleven, omdat Venray niets te bieden heeft, terwijl anderzijds haar deelname daaraan, voor een goed funktioneren van dat gemeenschaps leven van wezenlijk belang is. Een oplossing te vinden voor dit punt, acht het rapport het meest belang rijke. VERENIGINGSLEVEN Om een bloeiend verenigingsleven te krijgen is een behoorlijke acco- modatie een vereiste. In Venray-kom is deze allerminst rooskleurig. Er moet een geweldige achterstand in worden gehaald. Het rapport noemt enkele punten met name op: zwembad, gymnastiek zalen, sportvelden, gemeenschaps huizen, wandelpark en recreatieoord. Ook op de kerkdorpen is de akko modatie soms ondoelmatig en ge brekkig (Leunen en Oirlo). Het slecht funktioneren van jeugd- en andere verenigingen moet hieraan worden toegeschreven. Voeg daarbij het leidersprobleem, dat ook en vooral speelt in de klei nere kernen, waar het aanbod van leiders juist door de te kleine groep practisch nihil is, en alles neerkomt op een dikwijls toch al overbezette pastoor, rector of onderwijzer, dan is het begrijpelijk, dat het vereni gingsleven in het algemeen en de jeugdverenigingen in het bijzonder op laag peil staan. Twee uitzonderingen maakt het rapport en wel voor Ysselsteyn en Merselo, waar niet alleen de akko modatie in orde is, maar ook een goed stel leiders inderdaad het ver enigingsleven vruchtbaar maken. De geïsoleerde ligging van deze plaatsen, de „kolonisten-geest" en 't inwoner-aantal hebben tot deze bloei ook het hunne bijgedragen. In de andere gevallen zijn echter soms erge tekorten aan te wijzen. JEUGDVERENIGINGEN Die te kleine kernen zijn ook dik wijls oorzaak, dat het jeugdwerk moeilijk is. En juist hier is bij de ouderen, die vroeger dit werk niet gekend hebben, dikwijls ook veel onbegrip en ziet men de noodzaak van de jeugdbeweging niet in. Van de andere kant is daar dik wijls het jeugdwerk verouderd, zit men nog met een bepaald patronaat systeem, dat niet meer voldoet en is het gebrek aan leiders oorzaak van een slome gang van zaken. Er is te weing differentiatie om het voor de jeugd aantrekkelijk te maken en zo Kunnen we nog doorgaan. Waar echter in deze kleine kernen arbeiders-jeugd komt, die doorgaans over meer vrije tijd beschikt dan de landbouwers-jeugd en voor wie dus het probeem der vrije tijdsbesteding al langer hoe nijpender wordt, zal men toch iets moeten doen. Het rapport bepleit dan zgn. op vangcentra, waar zaterdags en zon dags de jeugd op een positieve en doelmatige wijze haar tijd kan door brengen in clubs, maar dan zal men daarvoor ook meer accomodatie moeten brengen. Ook het open jeugdwerk, dus jeugdwerk in zijn moderne vormen wordt bepleit, maar het is de vraag waar men daarvoor de leiders weer moet halen. O.i. loopt men in een kringetje rond. Voor wat de kom betreft merkt het rapport op, dat hier het jeugdwerk, practisch be perkt blijft tot de middenstands- groep. Arbeidersjeugd wordt daar h.i. te weinig bij betrokken. SPORT EN SPEL Voor sport en spel zijn er in kom en kerkdorpen alle mogelijke vereni gingen. Ruiterclubs, zangverenigin gen, toneelclubs, voetbal- gymna stiekverenigingen, handboogschut terijen, biljartclubs, duivenvereni- gingen enz. enz. Het is eigenaardig dat tot in de kleinste kernen hiervoor wel leiders beschikbaar zijn en dat bv. de ama teur-toneelclubs zeer goede resulta ten weten te behalen. Alleen hoort men de klacht dat de jeugd hier voor niet die interesse op kan bren gen, die de ouderensoms met hart en ziel, voor hun hobbies weten te geven. De jeugd gaat liever dansen of naar de bioscoop, aldus het rapport en voelt niet veel voor toneel. In dit verband wordt weer gewe zen op de clubvorming, die schijn baar voor de jeugd de meeste aan trekkingskracht heeft. Maar aange zien het rapport terzelfdertijd moet constateren, dat er geen accomoda tie is, afgezien van Oostrum, Cas- tenray, Ysselsteyn en Merselo, komt men dus weer voor nog grotere moeilijkheden. In Venray-centrum lijden deze verenigingen aan een zekere moe heid en heeft het de schijn, dat al leen de voetbal nog enige interesse kan krijgen. Nu is van de ene kant deze be langstelling goed, mits ze niet be perkt blijft tot een passief toezien, maar de mensen activeert zelf ook aan sport te gaan doen, waarvoor dan ruimte en plaats geschapen dient te worden. CONCLUSIE_ We kunnen dit overzicht van het Venrayse verenigingsleven in enkele facetten allesbehalve opgewekt noe men. Integendeel, want dit rapport is 'n vrij somber beeld, dat menig een, die zelf in vele organisaties zit ting heeft, zelfs de vraag doet rijzen of een en ander niet te somber is. Het is zeker, dat het verenigings leven in het algemeen een soort cri sis doormaakt en dat deze crisis zich zeker niet beperkt tot Venray alleen. De standsorganisaties mogen dan niet die belangstelling krijgen, die men wellicht zou wensen, maar het aantal hierbij aangeslotenen liegt er toch niet om En dat de activiteit ook wel eens terdege om kan slaan, heb ben we b.v. de laatste tijd duidelijk bij onze middenstand kunnen mer ken, die toch een behoorlijk werk programma op tafel legde en daar voor ook een uitgesproken grote be langstelling mocht trekken. En wie een besprekingsprogram ma onder de ogen krijgt van b.v. 'n gemeenschapshuis in Ysselsteyn en in Oostrum, die knippert toch wel eens met de ogen, gezien de veelheid van vergaderingen die ook in deze kleine gemeenschappen worden be legd. Wat men stelt t.a.v. de jeugdver enigingen kunnen we noch onder schrijven, noch tegenspreken. De vraag mag gesteld worden, of b.v. een jeugdraad, die uiteraard van vele van deze zaken op de hoogte is, haar visie hierover eens zou willen geven. Dat ook zij zal klagen over gebrek aan accomodatie, daarvan zijn we overtuigd. Maar uit haar rapport zal dan on getwijfeld beter naar voren komen, waar zich nu precies de schoen wringt, waar de grootste problemen liggen en welke oplosing men op een gegeven plaats het beste kan treffen. Zo vinden we eerlijk gezegd dit rapport niet alleen pessimistisch in zijn overzicht, maar ook wel zeer vaag bij het aangeven van zijn op lossingen voor verschillende kwes ties. Hét rapport kan echter prima die nen als een uitgangspunt voor een nadete bestudering van bv. 't jeugd- Drobleem in het kader zoals dat b.v. de gemeente Horst heeft gedaan De jeugd ambieer! hei politie-vak niet Zucht naar makkelijk baantje en lage salariëring zijn onder meer oor zaken van de geringe animo. Bij de politie hoort men mo menteel dezelfde klachten als reeds enige jaren geleden bij de zeevaart. Het is erg moeilijk om personeel aan te trekken; er be staat weinig interesse voor het vak. Overal waar men komt, of dit nu is in Amsterdam, Rotterdam. Den Haag of Utrecht om maar en kele van de grootste steden te noe men, of op kleinere plaatsen, over al hoort men dat er vacatures zijn Wat kan hier toch de oorzaak van zijn? Wij spraken over dit probleem deze week met eender hoogste poli- tie-autoriteiten, die het complex van problemen als volgt omschreef: „Het komt zelfs voor, dat mensen die reeds jaren in het vak zitten en het liefhebben, de politiedienst ver laten, dat zijn toch wel tekenen aan de wand. Wat de laatsten betreft, hier is sprake van een te lage salariëring. Ervaren politiemannen met een prachtige staat van dienst vinden soms een beter betaalde betrekking in het bedrijfsleven, waar men der gelijke ervaren mensen dikwijls heel goed kan gebruiken. Het salaris geeft in die gevallen, dus de doorslag. Het is algemeen be kend, dat de salariëring van rijks- en gemeentepersoneel lager ligt dan dat van de werkers in het bedrijfs leven. Reeds geruime tijd worden er po gingen aangewend om de rijks- en gemeentesalarissen op te trekken, maar het is nog steeds in de pen en er zijn nog geen resultaten geboekt." HET IS ZWAAR WERK „Daar staat tegenover, dat de werkzaamheden bij de politie heus niet zo licht zijn en dat het regelma tig voorkomt, dat men buiten de eigenlijke diensturen nog moet over werken of in zekere mate gebonden blijft. Bovendien is het een vak, dat de aspirant niet aanwaait. Er moet voor gestudeerd en getraind worden, want de politieman draagt een grote verantwoordelij kheid Hij moet een grondige wetskennis hebben, maar daarnaast moet hij steeds lichamelijk in prima conditie verkeren en ook dat moet worden bijgehouden. Hij heeft wisselende diensten, over dag en 'snachts hij moet door weer en wind, kortom er wordt zeer veel van hem verlangd. Hij moet weten te gehoorzamen, moet echter ook over persoonlijk initiatief beschikken, moet tact heb ben en veel zelfbeheersing, kortom de goede politieman is wat men pleegt te noemen een schaap met vijf poten en die zijn moeilijk te vinden. In vele andere landen worden de politiemannen beter betaald. In Duitsland zelfs met ongeveer het dubbele van hier. Men heeft zich dus eigenlijk niet te verwonderen over 't verdrietige feit, dat inNeder- land vakbekwame poltiemannen een andere betrekking accepteren, wan neer zich die mogelijkheid voordoet". GEEN AANTREKKINGSKRACHT „En kan men dan geen mensen genoeg opleiden?" vroegen wij. „Het aantrekken van jong perso neeel stuit eveneens op moeilijkhe den. Naast 't feit van de lage sala riëring, die natuurlijk weinigen zal trekken,komt daar nog bij, dat een groot deel van de hedendaagse jeugd, de spirit en het gevoel voor roman tiek mist, die noodzakelijk zijn om het politievak te ambiëren. Velen van hen geven de voorkeur aan een rustige goedbetaalde be trekking ergens op een kantoor of in een fabriek, waar men zijn werk verricht van 8 of zelfs 9 tot 5 en dan geheel vrij is. Waar men vooraf weet, wat men te doen zal hebben en waar men niet" voor onverwachte, onaangename verrassingen kan ko men te staan. Het is deze tendens bij de jeugd die oorzaak is van het gebrek aan voldoende jonge krachten in mili taire-, zeevaart- en politiekringen om maar enkele voorbeelden te noe men. Daarbij komt bovendien nog, dat in al deze kringen dicipline zeer belangrijk is en daar ontbreekt het bij vele moderne jongeren ernstig aan. Dat is de reden dat zij derge lijke betrekkingen niet wensen". VOORZICHTIGHEID GEBODEN! En zou een aanmerkelijke salaris- verbetering de grootste moeilijk heden oplossen?" „Een aantrekkelijke salariëring zou misschien in staat zijn het ent housiasme groter te maken voor een dergelijke werkkring. Ze zou het verlies van vakbekwame krachten kunnen voorkomen, maar of het een oplossing zal zijn voor de werving is een open vraag. Ongtwijfeld zullen zich meer jon gelui melden voor de politie-oplei- ding, maar of dit werkelijk geschikte krachten zullen zijn valt te betwij felen. Zij die zich slechts laten lokken door geld, kunnen moeilijk de juiste mentaliteit voor dit beroep bezitten, want men maakt niet alleen door de opleiding 'n goed politieman, neen, de aspirant moet in zijn wezen de juiste feeling hebben voor dit beroep. Men zal in zo'n geval bij de werving extra voorzichtig moeten zijn om het kaf van het koren te scheiden. Het is helaas een droevig tijdsver schijnsel, dat 't schitterende politie vak blijkbaar zo weinig aantrek kingskracht op de jeugd heeft, want de politieman is in de ware zin des woords de dienaar der gemeenschap. Maar tot het dienen van de gemeen schap zijn nog slechts weinig jonge ren bereid!" oU« «crze&trin^en j hipAMn r~4 financiering j JULIANASINGEL41 'teUf. 1061 (K4780) VLEKKEN-MISèRE Het verwijderen van vlekken geeft doorgaans vele moeilijkheden. Ten dienste van onze lezeressen volgen hier enkele wenken. In het algemeen moge dienen dat van het vlekkenmiddel slechts wei nig gebruikt m^ï worden. Daarbij geldt bovendien nog, dat steeds zo vlug mogelijk gewerkt moet worden en men zich moet bepalen tot de vlek zelf. Het verdient aanbeveling rond de vlek in stoffen waarin kringen kunnen voorkomen, eerst een randje magnesapoeder te leggen, dit ter voorkoming van doorlopen. Vooral die vlekkenmiddelen welke de stof kunnen aantasten moeten altijd heel goed worden uitgespoeld. Verwarmde vlekkenmiddelen. In sommige gevallen moet men gebruik maken van verwarmde vlekkenmid delen, zoals spiritus, eau de cologne, alcohol of terpentijn. Vergeet nooit, dat men deze middelen moet ver warmen in een klein bakje dat ge plaatst moet worden in een groter bakje met heet water. Deze midde len „au bain marie" verwarmd, mo gen nimmer op een open vuur ge plaatst worden. Ze zijn brandge vaarlijk. Brandvlekken in stoffen. Is de stof niet aangetast, dan kan men deze vlekken verwijderen door ze te be vochtigen met een papje waarop boorwater. Eerst moet onder het weefsel een oud lapje gelegd wor den, ter voorkoming van doorlopen. Goed met water naspoelen. Is het goed reeds gesteven dan eerst het stijfsel er uit wassen. Glimmende plekken. Deze zijn voor al goed te zien in zwarte stoffen. Toch behoeft u er niet mede te blij ven doorlopen. U neemt gewoon een lapje dat gedrenkt is in een mengsel van zwarte koffie en een beetje am monia. De plekken zullen verdwijnen doch het is wel nodig de stof na de behandeling 'aan de verkeerde kant op te strijken. Kaarsvetvlekken. Wellicht zit u nog met een vlek van druipende kaarsen van de achter ons liggende feestda gen. Deze vlekken kunt u te lijf gaan met verwarmde benzine, tetra of witte terpentijn (zie de waarschu wing). Eerst moet echter het vet zo veel mogelijk weggebrokkeld worden door de vlek tussen de duimen heen en weer te wrijven. Ook hier weer naspoelen. Eau de colognevlekken. Deze vlek ken moeten verwijderd worden met benzine. Deze benzine hoeft niet ver warmd te worden, doch men doopt hierin een watje en wrijft daarmede de vlek uit. Leren voorwerpen kan men hiermede ook bewerken, doch u moet niet vergeten het voorwerp na de behandel ng weer in de was van de goede kleur te zetten. Voorts is het raadzaam geen benzine te ge bruiken in een vertrek waar vuur brandt, dus b.v. in de keuken of bij een brandende kachel. Rook niet tij dens de behandeling. Openbare vergadering Piëlhaas Dinsdagavond werd in hotel de Zwaan de openbare vergadering ge houden van de vastelaovesvereni- ging de Piëlhaas, die onder leiding stond van de heer Wijnen. Allereerst werden de bezoekers verteld hoe feitelijk de reorganisatie van de Piëlhaas in zijn werk is ge gaan en wat er gereorganiseerd is. Het komt hier op neer, dat de ver antwoordelijkheid voor de organisa tie thans door personen gedragen wordt, die als afgevaardigden van verenigingen, die het Venrayse pu bliek vertegenwoordigen, zitting hebben in de vastelaovesvereniging. Dit in tegenstelling met vroeger toen de raad van 11 het alleen maar moest zien op te knappen. Dan werd het vastelaovespro- gramma 1960 uitvoerig besproken o.m. door de voorzitters van de ver schillende commissies, die hierbij oetrokken zijn. Het blijkt, dat men 's zondags met de feestelijkheden gaat beginnen en wel door de onthulling van 'n stand- oeeld met de Piëlhaas, waarna de plechtige intocht van de nieuwe Prins Carnaval zal plaats hebben. Na het officiële gedeelte op het stadhuis, zal dan de kinderoptocht trekken, waar men aan deel kan nemen tot 16 jaren, zowel als enke ling of in groeps-, school- of club verband. De oude route blijft gehandhaafd en tot slot komt weer de kinder aubade. Aangedrongen werd, dat op de scholen de vastelaovesliedjes ge- leerd zullen worden en daartoe strekkende verzoeken zullen worden ingediend. Dan bezoekt de Prins de kerkdor pen en met vertegenwoordigers van de daar gevestigde vastelaovesklups zal zo spoedig mogelijk contact wor den opgenomen om deze en andere mogelijkheden te bespreken. 's Maandags trekt dan de grote op tocht, die dit jaar zal staan in het teken van de spreekwoorden. Voorzitter Colsen deed medede ling over route, opstelling en andere gewichtige zaken, terwijl ook be- Kend werd, dat op de zondag 14 en 21 febr. de adviescommissie zitting heeft na de hoogmis in hotel de Zwaan. Dinsdags is de boerenbruiloft welk onderwerp de federatie van buurt verenigingen zal verzorgen. Hier over verschijnen zo spoedig moge lijk nadere mededelingen. Alleen werd nog eens uitdrukkelijk er op gewezen, dat de deelname aan de boerenbruiloft voor iedereen vrij staat en dat men juist op die middag vooral de ouderen wil zien Tot slot van de vastelaovendvie- ring zal er iets gaan gebeuren met het standbeeld van de Piëlhaas, dat drie dagen het middelpunt is ge weest van de vastelaovenjool. Bij de rondvraag van deze zeer geanimeerde vergadering kwamen nog verschillende suggesties naar voren, die in de desbetreffende com missies nader uitgewerkt zullen worden De belangstelling voor deze ver gadering was, ondanks het feit, dat verschillende verenigingen reeds zitting hebben in de organisatie, en dus met de zaken op de hoogte wa ren, goed te noemen. Gezondheid is de grootste schat Zolang men fietst begrijpt men dat POELS Rijwielhandel NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. VAN THIEL Patersstraat 30 Telefoon 1887 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingenbureau voor de Kom. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. M. JANS Overloon Tel. K 4788—262 KRINGSTUDIEDAG Op dinsdag 9 februari a.s., zal de kring Venray der LLTB een studie dag organiseren in Prinsenhof. De secretaris der LLTB de heer Dinghs en aalmoezenier Coenen zullen hierop een inleiding houden. Aan het slot is er een gezamenlijke koffietafel.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1