P.fHwtw
De Middenstands-nota 1959
Uit Peel en Maas
de politierechter
Bekendmakingen
De afschaffing van
de radio-zegels
Uf ik en het
verkeer.
Zaterdag 23 januari 1960'rNo 4
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
@9 PEEL EN MAASH
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WÏTFTRRT AH VOHP VP IMP A V PTM O IV/f ^TPPK" P1M ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm ABONNEMENTS-
GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 V UUI\ UM J 1 PRIJS PER KWARTAAL f 1.40 BUITEN VENRAY 1.60
Perspectieven voor midden-
en kleinbedrijf
Efficiency wordt gevraagd
III.
In de tweede middenstandsnota
geeft de Staatssecretaris van Econo
mische Zaken, Dr. G.M.J. Veldkamp,
als zijn mening, dat niet het be
staan van een omvangrijke midden
stand op zichzelf het primaire uit
gangspunt van het middenstandsbe-
leid moet zijn. Dit bestaan van de
middenstand moet worden gezien in
combinatie met zijn bijdrage tot de
economische voorzieningen in de
volkshuishouding
Is de middenstander niet voor zijn
taak berekend, dan wordt hij door
de mededinging van de markt ver
dreven door andere middenstanders
of door andere bedrijfsvormen.
Wanneer zijn arbeid niet voldoen
de lonend is dan zal hij zich moeten
beraden of andere inkomensmoge
lijkheden niet de voorkeur verdie
nen.
Hiermede acht de Staatssecretaris
het tweetal strategische beleidspun
ten voor de zelfwerkzaamheid van
de middenstand en voor de overheia
aangeduid: De prestatiemogelijkheia
van het midden- en kleinbedrijf, en
de inkomensvorming.
Met deze twee punten van uitgang
geeft de nota in het hoofdstuk „Per
spectieven" een overzicht van de
concurrentiesituatie van het midden-
of kleinbedrijf ten opzichte van hei
grootbedrijf wanneer het er om gaai
bij de toenemende welvaartsontwik
keling niet achter te blijven.
Twee van de belangrijke eisen zijn
dan een grote mate van efficiency
en voldoende concurrentievermogen.
Efficiency vooral geldt voor de
kleine industrie, die in het algemeen
voor een ruimere markt werkt, en
de concurrentiepositie telt zeer
zwaar in de distributiesector. Hier
neemt )het grootwinkelbedrijf als
mededinger reeds een sterke positie
in en hier zal, naarmate het ver
pakte merkartikel een grotere plaats
inneemt, de distributiefunctie (ook
wat warenkennis betreft) eenvoudi
ger worden, doch de concurrentie
daardoor scherper.
In het algemeen kan een toene
mende drang naar rationalisatie (zo
als parallelisatie, zelfbediening enz.)
van de distributie worden geconsta
teerd. Dit betekent, dat een niet ef
ficient bedrijf in moeilijkheden
moet komen.
EERSTE VOORWAARDE:
GELIJKE KANSEN
Voor het midden- en kleinbedrijf
wordt het perspectief derhalve be
paald, zowel door de ontwikkeling
van de vraag als door de mogelijk
heden: tot technisch-commerciële
ontwikkeling van dit bedrijf.
In de Nota wordt verder gewezen
op het belang van algemene econo
mische politiek en van een voldoen
de spreiding der welvaartstoene
ming zowel over de verschillende
bevolkingsgroepen als over ver
schillende streken van ons land.
Bij de beantwoording van de
vraag of het middenstandsbedrijfs
leven met de te verwachten alge
mene expansie (verwachte verdub
beling nationaal inkomen 1955-1980)
al dan niet kan meegroeien, worden
als belangrijke factoren genoemd:
de invloed van veranderingen in het
bestedingspatroon, de ontwikkeling
van de techniek en de ontwikkeling
van de lonen en prijzen.
Het is duidelijk, dat, voorzover de
toenemende welvaart zich realiseert
in een stijgend loonniveau, het ar
beidsintensieve bedrijf grotere moei
lijkheden zal ontmoeten dan het ka
pitaal-intensieve bedrijf. Het desbe
treffende onderdeel van het mid
denstandsbedrijfsleven, in het bij
zonder het verzorgende ambacht, zal
daarom met het oog op de recente
loon- en prijsmaatregelen nauwlet
tend moeten worden gevolgd, zt
zegt de Staatssecretaris in de Nota.
Een eerste voorwaarde voor een
voldoende concurrentiekracht er
expansievermogen van het midden-
en kleinbedrijf is bij het algemeen
sociaal-economisch beleid te zorgen
voor het scheppen van gelijke kan
sen voor dit deel van het bedrijfs
leven en voor het grootbedrijf.
Vooral hierom noemt de Staats
secretaris de integratie van de mid-
denstandsbelangen in de algemene
economische politiek van zo groot
belang.
Verdere voorwaarden zijn het
meegroeien door het midden-
Kleinbedrijf in technisch en com
mercieel opzicht met de algemene
ontwikkeling door scholing, omscho
ling en bijscholing, het zich bewust
zijn van de betekenis van producti-
viteitsbevordering en het zich ge
troosten van eventuele financiële of
fers voor dit doel.
Tenslotte is het noodzakelijk, dat
voldoende belangstelling in het mid
denstandsmilieu en daarbuiten
wordt gewekt om als ondernemer in
het midden en kleinbedrijf werk
zaam te zijn. Hier moet de midden
stand hand in eigen boezem steken.
Hier moet zelf gezorgd worden,
zowel individueel als gezamenlijk
in voldoende mate belangstelling
aan de dag te leggen voor het vraag-
;tuk van de continuïteit en de op
volging.
Gezien in het overheidsstreven
naar gelijke kansen voor het mid
denstandsbedrijfsleven zijn drie za
ken van essentieel belang: verster
king van de financiële draagkracht
van de aspirant-ondernemer, betere
oriëntering omtrent de mogelijkhe
den, welke de stedelijke en regionale
ontwikkeling bieden en als laatste
punt uitstekend onderwijs, in het
bijzonder gericht op vergroting van
het inzicht in de rationele bedrijfs
voering.
Dit is de positieve waarde van de
Tweede (-voortgangs-) Midden
standsnota. Aan de-ene kant wordt
er in gesteld, dat de taak van de
overheid in het specifieke midden-
standsbeleid nu eigenlijk verricht is
en wordt de nadruk gelegd op de
zelfwerkzaamheid van het midden
standsbedrijfsleven, doch aan de an
dere kant wordt n de Nota uitvoe
rig aangegeven welke weg de mid
denstand nu moet bewandelen en
een hoe hij deze weg moet gaan.
GEESTELIJK ARTIKEL
Het is niet zo gemakkelijk een
goede christen te zijn
Een paar dagen geleden las ik
over een man, die eerst een eigen
vervoersbedrijf had, een bloeiende
zaak, een groot gezin. Er was wel
vaart. Maar die man werd ziek,
ernstig ziek. Zijn zaak verliep. Hij
zelf werd invalide.
Het slot van 't liedje was, dat de
je als invaller. Maar er waren ande
re mannen, die voor minder geld het
werk wilden doen, zij beschouwden
dat invallen als chauffeur als een
bijverdienste.
Hetaslot van het liedje was, dat de
man in kwestie werd ontslagen om
dat hij toch minder valide was. En
nu leeft hij met zijn gezin van de
steun. Dat wil zeggen, 't gezin leeft
in een armoede, waarvan wij
meenden, dat ze niet meer bestaat.
Ik kan u zo talloze gevallen op
noemen, talloze verhalen vertellen
van mensen, die eikaars vijanden
zijn. Ik kan u voorbeelden aanhalen
van collega's, die elkaar bij hun
chefs vuil maken, die elkaar „de po
ten onder de stoelen wegzagen".
Ik kan u vertellen van gezinnen,
die door roddelende vrouwen ge
ruïneerd worden, ik kan u vertellen
van pesterijen van buren.Maar
waarom eigenlijk zeg ik u dit. U
kent ze in uw eigen omgeving.
Misschien doet iemand onzer er
onbewust of half bewust, misschien
moedwillig bloed naar het hoofd
stijgen, die voelt zijn handen jeuken.
Wat zou ieder van ons graag de
gluiperige collega, de onderkruiper
van een concurrent, de jaloerse rod
delende buur niet eens flink aan
pakken.
Maar dan staat voor ons katho
lieken, voor alle christenen het
woord voor ogen: „Mij is de wraak".
Is er wel een gebod in het leven,
dat zó zwaar valt aan onze mense
lijke natuur?
Neen, vergelijk eens eerlijk, is het
gebod der kuisheid zo zwaar als dit
gebod?
Het goddelijk gebod om de ver
gelding aan de Heer over te laten
en de vijand te behandelen als een
vriend.
De gluiperige collega, de onder
kruipende concurrent en de laste
rende buurvrouw behoeven we niet
te spijzigen omdat hij of zij honger
heeft. Dat komt bijna niet voor.
Maar wel moeten wij hem vrien
delijk bejegenen, zelfs het goede
toewensen.
„Laat u niet overwinnen door het
kwaad, maar overwin het kwaad
door het goede". Het is ons op dui
zend-en-een manier voorgehouden.
Het is bijna een onmogelijkheid het
gebod op te volgen. En tochde
opvolging van dit gebod is christen
dom, is beleving van het katholi
cisme.
Ik weet het. In de internationale
politiek geldt als regel, dat men zijn
tegentander in de hoek moet drijven;
in de sport dat men z'n verlies moet
dragen, in de politiek van grote be
drijven, dat men zijn concurrent
moet vermoorden door uitkoop en
concurrentie. Zaken zijn zaken zegt
men.
In de bedrijven zegt menigeen, dat
men omhoog moet klimmen door bij
de meerdere goede beurten te ma
ken. Dat alles maakt de rotte moraal
van onze maatschappij, maakt de
onchristelijkheid ervan uit.
En midden in die maatschappij,
midden in die moraal staan wij als
christenen met de moraal: doe goed,
heb uw naasten, heb ook uw vijan
den lief.
Als u het zo ziet valt er nog wel te
veranderen aan onszelf en aan an
deren. Het is niet zo gemakkelijk als
goede christenen te leven.
van 29 januari 1910
Wegens de hevige sneeuwval
moest de paarden-tram-dienst naar
het station gestaakt worden. Gedu
rende die dagen reden de oude om
nibus wederom trouw zoals vroeger
naar het station.
Het 50-jarig bestaan van de
fanfare „Euterpe" zal dit jaar fees
telijk herdacht worden door het ge
ven van een groot festival in de a.s
zomer.
De wielerclub „St. Oda" zal in
juni a.s. een grote wedstrijd organi
seren.
Vastenavond-zondag en maan
dag 7 en 8 februari geeft de fanfare
„Euterpe" een concert met toneel
uitvoering en komische voordracht.
Medewerking verleent het dubbel
kwartet „Ons Genoegen" uit Oirlo.
In Oosuum wordt vastenavond
maandag een grote gecosiumeerae
optocht genouden, met ruim 10
praalwagens. Verder uitgeoreide
volksvermakelij kheden.
De afgelopen week woedde in
Europa ernstige sneeuwstormen.
Met Engeland werd voor ons de te
legrafische gemeenschap verbroken.
De binnenlandsse verbindingen on
dervonden grote vertraging, voorai
die met Amsterdam. Met Beigie,
Frankrijk en Duitsland was eveneens
zo goed als alle verkeer onmogelijk
geworden.
Tengevolge van de grote massa's
sneeuw hadden de treinen hier te
ïande een aanzienlijke vertraging.
Huwelijken in 1910 te Venray.
Pie ter Frans Driessen, 22 jr, te
Horst en Anna G. Seijkens, 21 jr, te
Venray;
Martinus Manders, 35 jr, en Anna
M. de Lauw, 28 jr, beiden te Venray,
Peter Johannes Logtens, 30 jr, en
Hendrika Rongen, 26 jr, beiden te
Venray;
Jacob Marcellis, 42 jr, te Venray en
Johanna Claenmehr, 33 jr, te Horst,
Antoon Emonts, 26 jr, en Maria G.
Friezen, 27 jr, beiden te Venray;
Gerard Hanssen, 32 jr, te Horsten
Maria G. Emonts, 30 jr, te Venray;
Johannes Arts, 22 jr, te Ubbergenen
vVilhelmina Derickx, 24 j, te Venray,
Johannes Claessens, 47 jr, en Ma
ria G. vd. Hogenhof, 36 jr, te Venray
Martinus Arts, 26 jr, en Johanna
Cornelissen, 31 jr, beiden te Venray,
Hendrik Gerats, 33 jr, en Anna U.
Baetzen, 24 jr, beiden te Venray;
Martinus Ewals, 29 jr, en Wilhel-
mina Leijssen, 25 jr, beiden te Ven
ray;
Jozef Claassen, 30 jr, te Wans-
sum en Maria Fleurkens, 34 jr, te
Venray;
Mathijs Goumans, 28 jr, te Venray
en Johanna Hendrikx, 25 jr, te
Wanssum;
Pieter Jan van den Munckhof, 25
jr, te Horst en Petronella Goumans,
26 jr, te Venray;
Gerard Cremers, 33 jr, en Petro
nella van de Ven, 28 jr, te Venray;
Pieter Jan Derikx, 35 jr, en Maria
Wismans, 39 jr, beiden te Venray;
Comelis Ewals, 37 jr, en Wilhel-
mina Emonts, 31 jr, beiden te Ven
ray;
Bernard Kruyssen, 32 jr, te Asten
en Bernardina Thielen, 30 jr, te
Venray;
Peter Johannes van Rens, 37 jr,
Adeleida Poels, 34 jr, beiden te Ven
ray;
Harmen Mous, 24 jr, en Jeltje de
Wit, 23 jr, beiden te Venray;
Leonardus Spee, 33 jr, en Lamber-
dina Arts, 31 jr, beiden te Venray;
Jacob Keijers, 31 jr, te Venlo en
Anna G. Litjens, 25 jr, te Venray;
Godfried J. Hendricx, 25 jr, te
Venray en Anna Peeters, 24 jr, te
Venlo;
Henri Cremers, 24 jr, en Aleida
van Geffen, 22 jr, beiden te Venray;
Michel Lenssen, 45 jr, en Johanna
Peeters, beiden te Venray;
Arnold Duijf, 34 jr, en Maria
Gommans, 27 jr, beiden te Venray;
Henri Hendrix, 29 jr, te Grubben-
vorst en Catharina Gerrats, 37 jr, te
Venray;
Peter Ewals, 26 jr, en Johanna
Strijbosch, 25 jr, beiden te Venray;
Arnold de Ponti, 28 jr, en Maria
P. Duyf, 28 jr, beiden te Venray;
Antoon van Houdt, 37 jr, en M.
Theodora Janssen, 30 jr, beiden te
Venray;
Willem Laurensse, 33 jr, en Anna
Verriet, 27 jr, beiden te Venray;
Peter Smits, 25 jr, en Anna San
ders, 26 jr, beiden te Venray;
Christiaan A. Peeters, 24 jr, en
Wilhelmina Kerstjens, 19 jr, beiden
te Venray;
Martin Goumans, 24 jr, te Venray
en Dorina Rutten, 23 jr, te Heer;
Theodor Groothuizen, 31 jr, te
Beugen en Anna M. Aselbergs, 21 jr,
te Venray;
Henri Zwitserlood, 26 jr, Antoi
nette Volleberg, 25 jr, beiden te
Venray;
Johannes C. Simons, 27 jr, en Eli
sabeth van den Munckhof, 23 jr,
beiden te Venray;
Frans Cuppen, 42 jr, en Johanna
Fleurkens, 39 jr, beiden te Venray;
Peter Volleberg, 29 jr, en Anna
M. Maassen, 17 jr, beiden te Venray;
Mathijs Lenssen, 20 jr, Antoinet-
ta Huisman, 18 jr, beiden te Venray;
Martinus van Rijt, 22 jr, en Mech-
tilda vd. Berg, 21 jr, beiden te Ven
ray;
Willems Berbers, 29 jr, en Hen-
drina Schechlin, 27 jr, beiden te
Venray;
Gerard Janssen, 24 jr, en Anna M.
Roffers, 19 jr, beiden te Venray;
Antoon de Haan, 28 jr, en Wilhel
mina Kersten, 24 jr, beiden te Ven
ray;
Albertus Martens, 41 jr, en Maria
Smits, 28 jr, beiden te Venray;
Willem de Haen, 45 jr, en Elisa
beth vd. Berg, 41 jr, beiden te Ven
ray.
Op de tafel van de politierechter
lag tussen de processenverbaal een
röntgenfoto. Op deze foto was de
ribbekast zichtbaar van een poedel.
In deze poedel bevonden zich drie
kleine stukjes lood. Bovendien, maar
dat was op de foto niet zichtbaar,
klopt in dit dier een bijzonder lief
hebbend hart Men heeft aanvanke
lijk gedacht, dat er verband bestond
tussen dit hart en het lood. Maar dat
is niet wettig bewezen.
Deze poedel had verkering met 'n
jachthond, die enkele huizen verder
in een kennel woonde. Hij placht re
gelmatig de kennel te bezoeken om
daar zijn liefdesverklaringen af te
leggen en gloedvolle blikken door
de afrastering te werpen.
De eigenaar van de aanminnige
jachthond bleek op dit geminnekoos
allerminst gesteld. De poedel was
namelijk nogal opdringerig. Hij ont
zag zich zelfs niet boven op de ken
nel te klimmen, om zich als een be
haarde spoetnik aan zijn geliefde te
vertonen, als uit de hemel gevallen
stak hij daar zijn liefdesverklarin
gen af, tot groot verdriet van de
eigenaar van de jachthond.
Bij een vorige gelegenheid was de
baas van de poedel gewaarschuwd
Die heeft toen zijn best gedaan het
dier zo veel mogelijk van 't vrijers-
pad af te houden. De baas van de
jachthond meende, dat ook ditmaal
een waarschuwing was uitgegaan
naar de poedel-familie. Maar helaas,
hij vergiste zich daarin. Men wist
daar van niets.
Op een prille ochtend arriveerde
ie poedel weer op vrijersvoeten. Het
was nog voor het ontbijt. Maar
dat weerhield de baas van de jacht
hond er niet van een windbuks te
grijpen om op de verliefde poedel
te schieten. De minnaar maakte zich
geschrokken uit de voeten.
Het is duidelijk, dat de schietende
jachthondenbaas op de bon ging.
Maar het is helemaal niet duidelijk
hoe de poedel aan drie stukjes lood
kwam, terwijl er maar één keer is
geschoten. Zelfs als één van de lood
jes uit de windbuks van de „schoon
vader" kwam, dan nog valt niet te
bewijzen, dat dit het géval is.
Niemand is op de gedachte geko
men de poedel voor- en na de be
zoeken aan zijn geliefde te wegen
om te zien, of hij enkele grammen
lood had binnen gekregen tijdens 't
geminnekoos.
De wet heeft echter een fantas
tisch lange arm. De gemeenteveror
dening verbiedt ten strengste het
schieten met windbuksen binnen de
bebouwde kom. De eigenaar van de
jachthond hééft geschoten, onver
schillig of het raak is geweest of
niet.
Vijftig gulden boete heeft de po
litierechter hem daarvoor gegeven.
De officier had honderd gulden ge
vraagd.
Hef is tijdens de zitting niet dui
delijk geworden of de verkering nu
uit is.
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat bij besluiten van de
raad dier gemeente van 29 decem
ber 1959, nummers 1124, 1125, en
1127, aan het r.k. parochiaal kerkbe
stuur van St. Petrus Banden, alhier,
medewerking is verleend voor de
aanschaffing van leermiddelen voor
het verkeersonderwijs, ten behoeve
van de onder zijn bestuur staande
St. Petrus Bandenschool, Hensenius-
school, Dr. Poelsschool en Uloschool
voor jongens en meisjes.
Venray, 29 december 1959.
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen hierbij
ter openbare kennis, dat de door de
raad dier gemeente in zijn openbare
vergadering van 29 dec, 1959 vastge
stelde Verordening tot wijziging van
de verordening als bedoeld in art. 4,
eerste lid van de Winkelsluitingswet
1951, gedurende drie maanden van
af heden op de gemeente-secretarie,
afd. III, voor een ieder te lezing is
nedergelgd.
Venray, 29 december 1959.
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen ter open
bare kennis, dat bij besluit van de
raad dier gemeente van 29 december
1959, no. 1128, aan het bestuur van
de St. Franciscusschool, alhier me
dewerking is verleend voor het aan-
deTfL£M\S/E specialist
'FEL. 1070
schaffen van meubilair, leermidde
len en schoolbehoeften, zulks in ver
band met de eerste inrichting van
die school.
Venray, 29 december 1959.
Burgemeester en wethouders vnd,
A.H.M. JANSSEN, burgemeester
H.VORST, secretaris
financieringen
JUUANASINGEL41 'tihf. 1061 (K4780)
Twee ministers en een staatsse
cretaris zijn het met elkaar eens ge
worden over de heffing en de in
ning van het luistergeld voor de
radio.
In de eerste plaats zullen daarbij
de maandelijkse betalingen worden
vervangen door één jaarlijkse en te
gelijkertijd zal het verplicht plak
ken van de bekende radiozegels
worden afgeschaft. Daardoor zal een
aanmerkelijke besparing op de in-
ningskosten en de controle van luis
ter- en kijkgeld worden verkregen.
Van tweede en verdere radiotoe
stellen, aanwezig in het gezin van
Je houder, zal geen luisterbijdrage
meer worden geheven met dien" ver-
tande, dat de z.g. autoradio's wel
oelast blijven.
RIJK VERDIENT 1,2 MILJOEN
Een inkomstenderving van naar
schatting 600.000 per jaar zal hier
van het gevolg zijn, maar de auto
riteiten vinden dit nu een noodzake
tijk, omdat thans op grote schaal
ontduiking plaats heeft, in het bij
zonder voor wat betreft de heffing
op tweede en verdere toestellen.
Een effectieve controle op de aan-
lijkheid voortgekomen uit de prak-
wezigheid hiervan is vrijwel on
doenlijk.
Al gevolg van deze wijzigingen
zal per jaar naar schatting 1.200.000
worden bepaard, voorwaar geen
kleinigheid. Geen wonder dus, dat
de minister, gezien het financiële
voordeel van deze maatregel, er de
voorkeur aan geeft bedoelde wijzi
ging van de radioluisterbeschikking
1950 zo spoedig mogelijk in te voe
ren en niet te wachten tot de be
handeling van de omroepwet aan de
orde komt.
Het is natuurlijk prachtig, dat er
bezuinigd wordt, maar vragen wij
ons af, dat de luisterbijdrage in eens
zal moeten worden betaald en dat
betekent een uitgave van 12 (in
eens) terwijl voorheen deze som be
taald kon worden door het plakken
van telkens een radiozegel van 1
per maand en dan deden velen, dat
wanneer het goed uitkwam. Dit nu
lijkt ons voor menigeen een vrij
zware opgaaf.
WAT IS EEN TWEEDE
TOESTEL?
Wij willen er nog even de aan
dacht op vestigen, dat de aanduiding
.tweed (en mogelijk derde) radio
toestel" alleen slaat- op een of meer
apparaten die in het gezin van de
houder aanwezig zijn. Een kamer
huurder of inwonend gezin behoort
no(o)t(e), dus moeten deze wel het
verschuldigde luistergeld betalen.
Dan is er nog de kwestie van de
aansluiting van het luistergeld be
talen.
Dan is er nog de kwestie van de
aansluiting van het televisietoestel
op het radiodistributienet van de
P.T.T. De mogelijkheid bestaat n.l.,
dat de luidspreker in de beeldont-
variger aangesloten kan worden op
het radiodistributienet zodat de ge
hele dag gebruik gemaakt kan wor
den van de door de distributie uit
gezonden muziek enz.
Nu kregen wij onlangs een brief
waarin verbazing werd uitgesproken
vanwege het feit, dat in zo'n geval
toch luisterbijdrage gevorderd
wordt, ondanks het feit, dat er per
jaar al 30 voor dat toestel betaald
moet worden. De briefschrijver vindt
dit een onbillijkheid. Dat is nu wel
aardig bedacht, maar betrokkene
schrijft zelf al, dat hij 30 kijkgeld
betaalt en kijkgeld is geen luister
bijdrage.
Het bedoelde t.v.-toestel is door
deze aansluiting een (klank)radio-
ontvangtoestel geworden en daar
voor is luisterbijdrage verschuldigd,
zo bepaalt het de wet.
in.
Het komt helaas wel eens voor,
dat iemands motorvoertuig geduren
de 'n rit de geest geeft. De oorzaken
zijn vrijwel altijd kleinigheidjes, va
riërend van te weinig benzine tot al
lerlei pijnlijkheden.
Ook een lekke band of een warm
gelopen motor kunnen uw plannen
danig in de war schoppen. Als de
oorzaken te vinden zijn is het leed
meestal vlug geleden.
Aftandse en prae-histoirisch ve
hikels hebben vaker pech dan goed
onderhouden voertuigen. Doch ook
de bezitter van een spiksplinter
nieuw automobiel of motor kan de
pechduivel tegenkomen, zij het in
veel gerigere mate dan de bezitter
van een stuk Vaderlandse geschie
denis op wielen.
Het vervelendste komt iets derge
lijks aan, als de duisternis is inge
treden. Als het dan ook nog op een
afgelegen weg of ^plaats gebeurt, is
de misère volledig.
De manieren waarop naar de oor
zaak van de panne gezocht wordt,
zijn nog al variabel. Op één daar
aan zouden wij hier willen atten
deren.
Het zoeken van 'n bepaald euvel
aan uw voertuig dient nimmer te
geschieden met behulp van een luci
fer. Dit is vooral in tweeërlei op
zicht een zeer riskante onderneming,
/ooral als men het gebrek meent te
moeten zoeken onder de motorkap
of nabij de benzinetank, dan wel in
de buurt van de accu.
De eerste twee plaatsen zullen
geen nadere toelichting behoeven.
Doch ook de omgeving van de accu
is voor open vuur een gevaarlijke
plaats. Zeer zeker indien men met
behulp van een lucifer of aansteker
een der doppen gaat losdraaien ter
controle van de stand van het accu-
zuur.
Mogelijk heeft men wel eens ge
hoord van knalgas. Dit edele spul
wordt o.a. geproduceerd door een
auto-accu. Wie nu te kort met een
open vuur bij een pas geopende accu
komt, loopt de kans, dat er een ge
weldig saluutschot valt en dat de
zoeker met een aantal plus en min-
platen om de nek naar het dichts-
bijzijnde ziekenhuis gebracht moet
worden. In wat voor staat hij dit
ziekenhuis verlaat, kunnen wij niet
bepalen, dit is gelegen aan de hoe
veelheid knalgas, 'welke ter plaatse
aanwezig was.
Wil men van een dergelijke deco
ratie verschoont blijven, schaf dan
ter controle van uw auto een staaf
lantaarn aan, welke een vaste plaats
aan of in uw voertuig krijgt.
Dan nog iets, waarde lezers.
Als men bij avond of nacht met een
vierwielig voertuig op een weg ge
strand is, en uw achterverlichting is
defect, is dit niet alleen voor U pijn
lijk, doch voor het overige verkeer
levensgevaarlijk.
Zit men dan gewapend met een
doosje lucifers één of ander manke
ment op te zoeken, dan kunnen wij
U slechts zeer veel heil toewensen.
Op de eerste plaats, dat U het
euvel vlug zult vinden. En op de
tweede plaats dat er geen achterop
komend verkeer zal komen. Bij een
eventueele aanrijding kunt U zich
nimmer op overmacht beroepen.
Daar heeft de Wegenverkeerswet nl.
voor gezorgd. Deze verzameling van
spelregels op de weg heeft namelijke
bepaald, dat U bij het in ongerede
raken van de achterverlichting, stil
staande, verplicht bent op de weg
ongeveer 30 meter achter het voer
tuig een duidelijk zichtbaar rood
licht of ander rood reflecterend
voorwerp te plaatsen.
U hoeft zoiets zonder meer niet bij
U te hebben, doch als uw achterver
lichting de pijp aan Maarten heeft
gegeven, moet het er wel zijn.. Dit
impliceert, dat U dit soort voorwer
pen toch wel bij de hand dient te
hebben, aangezien U vandaag niet
kunt weten, dat morgen de achter
verlichting het gaat vertikken.
Mocht U door dit soort pech over
vallen worden in een bebouwde
kom, dan behoeft U deze aanduidin
gen niet aan te brengen, mits U bin
nen n afstand van 30 meter van een
openbare verlichting bent aangeland.
Doch ook dit kunt U vandaag
evenmin weten.