Middenstands-nota 1959 g WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SSySBBSBSAI S ■Bn.ftSggyS Vastelavond weer in 't land. U, ik en het verkeer.... Brazilië Rattenbestrijding... de politierechter Zondagsdienst huisartsen Zaterdag 16 januari 1960 No 3 EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG PEEL EN MAAS Gunstige ontwikkeling in vijf jaren Aantal randbedrijven verminderd In tegenstelling tot de eerste Mid denstandsnota, draagt de tweede, waarin in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de plaats van het midden- en kleinbedrijf in onze volkshuishouding, meer het karak ter van een voortgangs-nota. Er wordt in geconstateerd, dat de eco nomische ontwikkeling van de afge lopen vijf jaren, gepaard aan een aantal beleidsmaatregelen, in 't al-, gemeen een gunstige invloed op het midden- en kleinbedrijf heeft uitge oefend. Men kan stellen, zo wordt in de nota op grond van gegevens van het E.I.M. en het C.B.S. gesteld, dat het ondememingsinkomen in ambacht en detailhandel in de periode 1950- 1956, 1952-1957 en 1952-1958, globaal genomen met 70 tot 80 procent is toegenomen. Aangezien voor de sectoren hore ca en vervoer, waarvan slechts cij fers over de periode 1954-1956 be schikbaar zijn, een sterker stijgings tempo kan worden geconstateerd dan in ambacht en detailhandel, ver- ondertelt de nota, dat de gemiddelde inkomensstijging met 70 tot 80 pro cent op de gehele middenstand be trokken kan worden. In de periode 1952-'58 is 't inter nationale inkomen met 70 procent getegen zodat de nota concludeert, dat het aandeel van de individuele middenstandsondernemers in de wel vaartsondernemers in dektoecentaun vaartstoeneming groot is geweest. De gemiddelde inkomens bedroe gen voor ambachtelijke bedrij ven 4.180 in 1950, ƒ6.585 in 1954 en 8.510 in 1956. Bij de detailhandel was het ver loop respectievelijk 4.764, 5.997, en 7.936. Het midden- en kleinbe drijf draagt voor ongeveer 19 pro cent bij in de vorming van het na tionale inkomen, terwijl omstreeks de helft van de totale gezinscon sumptie in de distribuerende sector van de middenstand wordt betrok ken. STRUCTURELE ONTWIKKE LING De nota schenkt niet alleen aan de conjuncturele ontwikkeling, doch ook aan de structurele ontwikkeling, aandacht. De structurele ontwikkeling, die zich in de sector van het midden- en keinbedrijf voordoen, zijn een ge volg van tal van factoren, die ten dele buiten het midden- en kleinbe drijf zelf zijn gelegen. Bij ambacht en kleine industrie is het de tech nische ontwikkeling en bij de detail handel kwam meer en meer het accent te liggen op de zuiver distribuerende functie van de detail list door de vooruitgang van de ver pakkingsindustrie en de steeds gro tere plaats van het merkartikel. Het aantal midden-en kleinbedrij ven is in de afgelopen jaren bij de bevolkingsgroei achtergebleven. In de periode 1952-1958 is de be volking met ca. 9 procent gegroeid (het reële inkomen nam met 30 pro cent per hoofd toe), doch het aantal verkoopplaatsen nam slechts met ruim 4,5 procent toe. In het ambacht daalde het aantal vestigingen enige procenten, in de voedselvoorzieningsambachten liep 't zelfs met bijna 9 procent terug. Het aantal Horecavestigingen bleef vrij wel constant en het aantal vervoer— ondernemingen nam iets toe. Hier staat tegenover, dat de ge middelde omvang van de onderne mingen over het algemeen groter is geworden en dit geldt zowel voor de detailhandel, het ambacht als de dienstverleningsseetor. DALING RANDBEDRIJVEN Het aantal randbedrijven (bedrij ven met zeer kleine omzet, de zor genkinderen in de vorige nota) daal de aanzienlijk. In 1957 moest van het totale aan tal ambachtbedrijven 47 procent tot 't randbedrijf worden gerekend te gen in 1952 nog 60 procent. Deze percentages zijn voor detailhandel resp. 45 en 65. In 1954 behoorde 58 procent van 't aantal café's tot 't randbedrijf en in 1956 nog 51 procent. Voor de café-restaurants waren deze percentages resp. 47 en 32 en voor het beroepsgoederenvervoer over de weg 29 en 27. Daarbij moet worden aangemerkt, dat onder randbedrijven die bedrij ven worden verstaan die minder in komen opleveren dan het loon (in clusief sociale voorzieningen) van 'n geschoolde arbeider. Als criteria zijn voor de jaren 1952, 1954, 1956 en 1957 resp. aangenomen 4.050 4.700 5.500 en 5.800. Waakzaamheid is echter nog ge boden, aldus staatssecretaris Veld kamp in de Nota, want naar aantal genomen neemt het randbedrijf nog een belangrijke positie in. Belang rijker nog moet het gevaar van een verzwakking van de positie van het midden- en kleinbedrijf worden ge zien door een gebrek aan geschikte opvolgers. Het gaat hierbij immers om de continuïteit van het midden- en kleinbedrijf als geheel. ONTWIKKELING WAS BEVREDIGEND Het was niet gemakkelijk vast te stellen of de tendens naar grotere bedrijfseenheden voldoende sterk is geweest om een tegenwicht te vor men tegen de geconstateerde ver mindering van het aantal bedrijfs eenheden ten opzichte van de bevol kingsgroei. Ondanks bepaalde bezwaren zou men hierbij het deel, dat het mid den- en kleinbedrijf bijdraagt tot 't nationaal inkomen als maatstaf kun nen nemen. En op grond van berekeningen van het C.B.S. kan worden vastge steld, dat dit percentage slechts daal de van 19 tot 18 procent. Wanneer nu de invoed van de aan zienlijke industrialisatie op het na tionale inkomen in die jaren in aan merking wordt genomen, kan men de conclusie trekken, dat de ontwik keling van het midden- en klein bedrijf bevredigend is geweest, al dus Staatssecretaris Veldkamp in de tweede Middenstandsnota. Op grond van deze slotsom en gezien de resultaten van het mid- denstandsbeleid in de afgelopen ja ren heeft hij in de nota een perspec tief voor de middenstand opgesteld, waarop wij in het slot van deze serie zullen ingaan. Zo gauw als het nieuwe jaar voor bij is, gaat men in zijn agenda aan het zoeken naar de datum van Vas- telaovend. Men moet daar rekening mee hou den in verband met snipperdagen, want in het zuiden van ons land wordt over het algemeen weinig ge werkt in die dagen. Dat wil zeggen, weinig normaal werk gedaan, want met wagenbouw enz. enz. zijn velen dan toch volop bezig. Dit jaar krijgt de Vastenavond nog een ongekend evenement, want uitgerekend de schrikkeldag 28 febr. valt op vastelaovend-maandag (dus de nog niet „verkochte" bruid jes krijgen dan een ongekende kans. Maar daarover zal waarschijnlijk in de Vastelavondkrant wel het een en ander te lezen zijn. We mogen ons beperken tot enkele feiten, waarop we eens wat de nadruk wil len leggen. Het Vastelaovendfeest met zijn in tochten, optochten en boerenbruiloft, is sinds de bevrijding ook over Ven- ray een erkend volksfeest gewor den. Na een aarzelend begin voor de oorlog, is na de oorlog, de lawine losgebarsten. Men vergeve ons die uitdrukking, maar we worden altijd een beetje kriegelig, als we zegge en schrijve zeven vastelaovesverenigin- gen de onze mogen noemen. Al heb ben we er alle begrip voor, dat door de samenstelling van onze gemeente in 10 kerkdorpen en een kom, de vastelaovendviering automatisch ge spreid moet worden, over een groot- 6e oppervlakte, zeven vastelaoves- verenigingen lijkt ons toch wel wat veel van het goede. Zeker als onder die zeven niet veel van samenwer king te vinden is. Nu zal men terecht tegenwerpen, dat samenwerking moeilijk is, wan neer de éne 2000 gezinnen en de andere 6maar 1000 gezinnen teza men vertegenwoordigen, maar zelfs die laatste 6 hebben elkander nog niet gevonden. En daar zal het toch heen moeten. Want men mag dan vastenavond een volksfeest noemen, in zijn hui dige opzet is en blijft het een zake lijke geschiedenis. Een en ander kost enorm geld. Dat bleek weer van de week, toen de vastelavondvereniging de Piëlhaas haar begroting op tafel legde en de nieuwe algemene verga dering haar goedkeuring hechtte aan een totale uitgavenpost, die hoger als 9000 ligt. Tellen we van de overige 6 vas- telaovesklups ook nog een dergelijk bedrag, dan gaat er met vastel- aovend in Venray alleen al aan de organisatie van een en ander zo'n 18.000 overstag. Hetgeen nog altijd geen kleinigheid is, voor een ge meente, die nog vastelaovend-vieren moet leren. Nog al te veel heerst hier de me ning dat vastelaovend hetzelfde is als dansen en bier drinken. Met mate genoten, kunnen deze dingen inder daad de vastelaovendviering stimu leren, maar zijn er beslist niet alleen zaligmakend. En verder laat men dit feest nog al te veel aan de jeugd over. Daar horen ouderen aldus schijnt de mening niet meer bij Dat heeft tot gevolg, dat men bij de voorbereidingen van vastelavend zijn heil gaat zoeken in het organi seren van bals. De bals vooraf zijn echter een noodzakelijk kwaad. Ze dienen op de eerste plaats om de verenigingen wat centen in de altijd lege vereni gingskas te brengen, maar specu leert op de danswoede van de jeugd. De ouderen voelen zich daar niet thuis en blijven weg. Maar jammer genoeg worden de zittingen verwaarloosd. En juist deze zittingen, waarop dus de raad van 11 in volle ponteficaliteit ver schijnt, zijn een wezenlijk onderdeel van de voorbereiding. Hierop moet de vastelaovesgek een voorproefje nemen van de lol en het plezier der komende dagen gaan krijgen. Daar moeten mensen uit eigen streek en uit eigen omgeving eens de humor uit eigen plaats laten proeven en inderdaad een familiefeest van zo'n zitting maken. Daar moet men eens te horen krij gen wat het publiek wel aanstaat en niet aanstaat, daar moet de milde humor de scheve kanten van het ge wone dagelijks leven afslijpen en de spot gedreven worden met dwaze dingen. Dat kunnen geen gehuurde krachten doen, dat moet men zelf doen Hoe graag we misschien een Ra demakers zijn Limburgse liedjes ho ren zingen, we horen nog liever een Venrays liedje en we maken ons nog altijd de illusie, dat we hier eens hetzelfde mogen beleven als we in Venlo eens meemaakten, toen daar een volle zaal raison van 2,50 entree) niets anders kwam doen als jezellig Venlose liedjes zingen, een hele bundel vol, en een hele avond lang. Waar zijn de liedjesmannen, de kwartetten, de boere- en hofkapel len, de buutredners die men wel in andere vastelaovends-plaatsen heeft, maar niet hier. Daar kan dat wel, daar vult men hele avonden met eigen mensen, met eigen muziek en daar is het gezellig, plezierig, daar is vastelaoves-stem- ming en men houdt geld over terwijl hier vreemde krachten met de winst gaan strijken en onze muziek naar elders trekt, omdat daar geld te ver dienen is. Dit is geen verwijt, alleen maar een constateren, dat de echte geest, die plaatsen, als Venlo, Roermond, Maastricht, Weert kenmerkt, hier nog lang niet is. Afgezien van de financiële op brengst, al is die niet te verwaar lozen, geven dergelijke avonden in deze plaatsen die specifieke, sfeer en stemming, dat echte familie-gevoel, dat de noorderling zo dikwijls af gunstig naar de zuiderling doet kij ken, omdat men daar altijd zo gezel lig bijeen kan zijn. Ze geven een binding en een samenwerking, die ook op ander terrein dikwijls guns tige resultaten laat zien. En dan die ouderenVasten- aovend is geen feest van de opge schoten jeugd alleen. Ook de kinde ren en de ouderen hebben hierin hun aandeel. Moeten hun aandeel hebben, wil het met recht een volks feest zijn. En al kunnen we ons voorstellen, dat zij zich heus niet zullen verdringen om op bals e.d. te komen, toch moeten zij ook hun aan deel nemen in de voorbereidingen. Een bezoek aan een zitting of een bal zeker als dat'apart voor hen wordt georganiseerd moet er af kunnen. Men moet de jeugd ook eens op dit terrein een voorbeeld geven, dat ouder zijn, niet hetzelfde is als ouderwets zijn. En zeker moeten zij een daadwerkelijk aandeel hebben bij de verschillende festiviteiten, die meer als anders nog, de hulp en de bijstand der ouderen op velerlei ter rein niet kunnen missen. Financiële en daadwerkelijke hulp. Adviezen, steun, niet passief, maar actief meedoen, de jongeren helpen. En zou het nu zo gek zijn om eens mee te doen aan een boerebruiloft, gezellig met de buurt of met de fa milie, met de kaartclub of met ken nissen? Het is maar een voorbeeld uit tientallen andere. Laten we reëel zijn. Als de Vas- tenaovend inderdaad een echt volks feest moet gaan worden in onze ge meente en met recht, want waar om kan het elders wel en zou het hier niet kunnen dan moet er iets anders gedaan worden dan afwach ten en becritiseren, wat verschillen de vastelaovesklups nu toch weer voor gekke dingen klaar maken. En zullen de klups onderling zich ook eens dienen te bezinnen op hun taak. We hebben het idee, dat er na melijk onder zijn die die hele taak alleen maar zien als het organiseren van enkele bals en voor de rest er goed op drinken. Hetgeen misschien wel prettig is, maar toch zeker niet het doel moet zijn van een vastel- aovesvereniging. En voor het overige wensen wij alle organisators alle succes in de komende zware weken. Van ver schillende kanten zal weer een be roep gedaan worden op het publiek. Laat dit publiek beseffen, dat waar geen samenwerking is, ook niets is te bereiken en dat ook een goed vastelaovesfeest een machtige reclame voor Venray is. ii. Onze zo moeilijk te lezen Neder landse wegenverkeerswet heeft on der haar vele artikelen een bepaling staan, welke joyriding genoemd wordt. Dit van origine Engelse woord is in ons land bij niet iedereen een begrip geworden. Vandaar onze aan dacht hierop. Men spreekt bij de Justitie van joyriding, indien iemand opzettelijk en wederrechtelijk op een weg een motorrijtuig gebruikt. Over het woord opzettelijk zijn wij vlug uitgepraat. Het begrip weder rechtelijk behoeft echter een nadere toelichting. Men pleegt een wederrechtelijke handeling, indien deze in strijd mei t recht van een ander plaats vindt. Bepaaldelijk gaat het hier om hei gebruik van goederen, waarover men niets te vertellen heeft. Neemt men deze goederen weg of gebruikt men deze, dan is er sprake van een we derrechtelijke handeling. Er zijn boekdelen over dit straf rechtelijke kenmerk geschreven, zo dat men hier dus slechts een opper vlakkige uitleg vindt. Bij joy-riding is het goed, waar over gesproken wordt, altijd een mo torrijtuig. Gaat men met de fiets van een ander een toertje maken, waarvoor men van de eigenaar geen toestemming heeft, dan is er geen sprake van dit misdrijf, maar zaï men zeer waarschijnlijk ergens an ders voor „hangen". Het begrip motorrijtuig moet men naast de auto, de scooter, de motor fiets, de landbouwtractor en de wals uitgebreid zien met de bromfiets. Een bromfiets is dus voor deze be paling een motorrijtuig. En hier mede is het verhaal vrij kaar. Wie met één van deze voertuigen een ilippertje buiten toestemming van de eigenaar gaat maken, is „de si gaar". Nu zullen velen denken, dat zo'n bestuurder alleen strafbaar is. Edoch hier komt wederom een spitsvondig wettelijk duiveltje te voorschijn. Er ■staat niet opzettelijk-wederrechte lijk besturen, doch gebruiken. En als men als mede-inzittende van een z.g. joy-rijder in of achterop dat voer tuig zit, is men ook een joy-rijder, zij het dat de maat iets geringer is. In elk geval is men ook de pleger van 'n misdrijf, hetgeen nogal enige consequenties met zich brengt. Meestal staan op misdrijven ho gere straffen, doch bovenal is de mogelijkheid van gevangenisstraf aanwezig. Om deze redenen zou het dus ge zonder zijn deze, nogal door jongelui veel gepleegde, misdragingen ach terwege te laten. Het kost meestal d, eer en goede naam.. Een „re ceptie" bij de Rechtbank levert geen borrel op. Overigens leveren de borrels in het verkeer voldoende bezoeken bij de Heren met de witte befjes op. Wekelijks staan tientallen voor het bekende hekje in de Pollardstraat. Het ene geval erger dan het andere, doch steeds onder auspiciën van een bepaald (alcohol) luchtje. Wie zich het geval Deume van en kele weken geleden herinnert, zal onderhand wel weten wat alcohol in het snelverkeer vermag. Afgezien de strafrechtelijke staart dezer aangelegenheid, moet men de morele zijde ook niet licht vergeten. Wij komen hierop t.z.t. nog wel eens uitvoerig terug. ken totdat de politiek van het fonds zich wijzigde en het als derde geld schieter wegviel. (Het fonds wil voortaan alleen maar industriële projecten mee helpen financieren). De Amerikaanse senator Walter, die onlangs een bezoek aan de ver schillende boerenkolonies in Brazilië heeft gebracht, heeft de nodige steun toegezegd, waardoor de hoop op de oplossing van het financierings-pro- bleem voor de grondaankoop weer wat opgeleefd is. ONTWIKKELING Een en ander werd meegedeeld door drs J. van Campen, directeur van de Katholieke Centrale Emigra tie-stichting, die een dezer dagen is teruggekeerd van een reis naar Bra zilië. In de eerste kolonie de Fa- zenda Ribeirao wonen thans on geveer 100 boerengezinnen. De op pervlakte bedraagt 5000 hectare. Een van de nieuwste ontwikkelin gen zal zijn 't stichten van een mid delbare school. De Fazenda telt meer dan 500 kinderen. Verder zal er bin nenkort een dorpshuis een soort notel-restaurant worden gebouwd. Wanneer straks de tweede kolonie opgericht kan worden zullen jonge ooeren van „Hollambra I", die de nodige ervaring hebben opgedaan, naar „Hollambra II" worden over geplant. Op elke tien nieuwe vesti gingen zal er een pionierszoon zijn. Drs Van Campen heeft op zijn reis ervaren hoe Brazilië bezig is hei enorme land zo snel mogelijk open te leggen. Dit gaat noodgedwongen gepaard met een sterke inflatie. Erg pessimistisch blijkt men hier over in het land niet te zijn. Men vertrouwt er namelijk op, dat hei economisch potentieel groot genoeg is. Brazilië heeft vele en rijke delf stoffen en een bijzonder gunstig klimaat. Voor de Nederlandse boe ren werkt die inflatie overigens al leen maar gunstig. KATHOLIEKE BOERENKOLONIE (de tweede in Brazilië) Nieuwe toekomt voor 800 gezinnen Voor de tweede grote kolonie van katholieke Nederlandse boeren, die in Brazilië in de buurt van de miljoenenstad San Paolo ligt, staan zestig gegadigden op de lijst. Het wordt een kolonie met een to tale oppervlakte van 50.000 hectare, waar rond 800 Nederlandse boeren gezinnen een nieuwe toekomst zul len kunnen gaan opbouwen. De directeur van „Holambra I" (de kort na de bevrijding opgerichte Fa zenda Ribeirao), de heer Chr. Hoo- genboom, heeft het plan hiervoor ontworpen en er in Brazilië, Neder land en Genève de nodige bespre kingen over gevoerd. Het stuk grond was aanvankelijk het eigendom van de vroegere mi nister van financiën van de staat San Paolo. Deze heeft in zijn testa ment bepaald, dat de grond alleen verkocht en gebruikt zou mogen worden voor een onderneming met een sociaal aspect. De Brazilianen menen, dat de boerenkolonisatie hier onder valt. Voor de aankoop van de grond wa ren aanvankelijk drie partijen: het LoanDevelopment Fund (internatio naal ontwikkelingsfonds), de Brazi liaanse Bank en de Nederlandse boeren zelf. Alles scheen in kannen en krui De wintermaanden zijn bij uitstek geschikt om vooral in boerderijen, de ratten met afdoende resultaat tc bestrijden. De schuren komen dan leeg en het is gemakkelijk te con stateren waar hun loop- en wissel paden zich bevinden, zodat op de juiste plaatsen het vergif kan wor- uitgelegd. Denk niet te gauw: ik heb geen ratten of hoogstens maar een paar, want één rat kan per jaar 20C nakomelingen geven, zodat enkele ratten er al gauw honderd kunnen zijn. Geregelde rattenbestrijding op een boerderij is even noodzakelijk als 't spuiten tegen insecten en onkruiden of het inenten van vee. De ratten plunderen niet alleen uw voorraden, doch zijn door het overbrengen van ziekten voor mens en dier uiterst ge vaarlijk. Bovendien leest men'elk jaar weer hoe deze dieren ware slachtingen aanrichten onder de kui kens en zelfs jonge biggen aanvre ten. Er zijn perfecte bestrijdingsmid delen voor de verdelging van ratten, doch er zijn ook heel wat reclame aanbiedingen, die veel geld kosten en waarvan de resultaten hard te genvallen. Elke gemeente in Limburg be schikt over een rattenbestrijder, die hiervoor een speciale opleiding ge had heeft. Zowel voor het bestrij dingsmiddel als voor advies kunt U dus bij de gemeente het goedkoopste en het beste terecht. Heeft U nogal last van ratten, vol sta dan niet met wat vergif bij de gemeente te kopen, doch vraag of de rattenbestrijder zelf komt, een on derzoek instelt en deskundg de be strijding ter hand neemt. Het algemeen belang eist, zowel van de gemeente als van de ratten bestrijder, alle mogelijke medewer king om de ratten te verdelgen. Daar blikken beslist niet kunnen doden, bleef getuige rustig op de ze tels van Venrays Vroede Vaderen zitten. Het stoort je altijd als men in dat heiligdom van de raad, de raadzaal, de politierechter plaats ziet nemen in des Burgemeesters zetel, de Officier en de Griffier in die van de wet houders. Ze mogen dan hun zwarte toga's met waardigheid dragen en met de zwart gefrakte deurwaarder voor het nodige decorum zorgen, aan de overkant ziet men getuigen en verdachten de andere zetels in ge bruik nemen, die feitelijk alleen be- temd zijn voor de raadsleden. Maar tijd om hierover te peinzen heb je niet als verslaggever, want diezelfde getuige wipte overeind en zei achteloos: „kleine vergissing..' Aan de andere kant zaten de ver dachten, twee dames, die zich bij deze achteloze opmerking zaten op te werken tot een zodanige graad van opwinding, dat wij voor hun ge zondheid gingen vrezen. Ze keken de getuige met blikken aan, die wei nig goeds voor zijn gezondheid voor spelden. „Op zo'n manier vergist men zich niet!" deed de rechter streng tegen de getuige. Deze streek zich pein zend door het aankomende baardje en antwoordde: „Ikke wel". De beide meisjes gingen nu bla zen, afwerende gebaren maken, de hand naar de mond brengen en blik ken van verstandhouding de raadzaal in werpen, kortom, zij deden alles waarmee slechte regisseurs in ama teurstukken de spelers afkeer doen uitdrukken. Nochtans waren zij niet zo lelie blank als het blanketsel op beider gelaten zou doen vermoeden. De da mes moesten beiden terecht staan wegens eenvoudige mishandeling. En daar kwam nog bij, dat zij elkaór hadden mishandeld. De directe aanleiding tot deze mis drijven was de knaap met het vlas baardje en de kleine vergissing, die nu als getuige optrad. Zoals zo velen meende deze jonge man bij het be gin van het jaar geen tijd te hebben om nieuwe blaadjes in zijn losbla dige agenda te doen. Hoort, welke gevolgen een dergelijke nalatigheid Kan hebben! „Om 9 uur bij Henenius" sprak hij af met het blondje, dat nu heftig ge pikeerd links van hem op een vroede vaderen stoel zat te draaien. Wij hebben ons altijd al afge vraagd hoe het komt, dat ons aller Hensenius zo bleekjes ziet, maar het valt ook niet mee als je over je Klompschoenen Venrays hope voor ie toekomst afspraakjes hoort ma- Ken en over „liefde" hoort smoezen. Maar goed, onze vlasbaard vergat die afspraak in zijn notitieboekje te schrijven, kon het trouwens niet, want er zat nog geen papier in. „Om 9 uur bij Hensenius" sprak hij enkele dagen later met de bru nette af, die naast 't blondje ook 'n raadszetel met haar gedraai aan het vernielen was. Laten we het drama achter volgen. Die afspraak noteerde hij wel in zijn inmiddels weer gevulde agenda. Toen onze getuige op de bewuste avond stoer het Henseniusplein op kwam stappen, bleken aan Hense nius voeten de beide meisjes in druk lesprek gewikkeld. Meteen schoot hem de eerste afspraak te binnen, maar aangezien de bomen en andere nuttige dingen van 't plein verdwe nen zijn, stond hij in al die kaalte te kijken en kon zich niet ongezien uit de voeten maken. Integendeel, beide dames schoten op hem af. „Een kleine vergissingzei hij. „Vergissing?" riep de een, „Ik zal je vergissing!" en zij hief de modieuse paraplu op. Nu begon de andere dame de jon geman te verdedigen. En zo sloegen ie meisjes elkaar, terwijl de aan stichter van het onheil bvuiten schot bleef. „Als twee honden vechten om een beenzei hij schouderophalend. Als enige getuige kon hij de rechter precies vertellen hoe schuldig de da mes waren. Ieder van de meisjes moet een tientje boete betalen. „Maar eigenlijk heb jij de straf verdiend!" riep de officier tot het baardje. „Ja" zei de jongen peinzend, „vol gend jaar doe ik de papiertjes be- ;list op oudejaarsdag al in mijn agenda!" NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. VAN DEN HOMBERGH Oostsingel 6 Telefoon 1393 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de Kom. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. Wilms Stationsweg C 58, tel. 1651 PLUIM VEEDAGEN Door de pluimveehoudersbond kring Venray, worden op 19 jan. en 2 februari, respectievelijk te Merselo en Leunen, pluimveedagen georgani seerd. Gezien de huidige lage prijzen van slachtpluimvee en eieren en naar gelang hoge investeringskosten, wordt voor beide dagen een grote belangstelling verwacht. Merselo 19 jan., zaal Arts. Aan vang 2 uur Inleiders: M. de Ponti, secretaris pluimveehoudersbond; on derwerp economische aspecten van de pluimveehouderij. Ir. H. Mulder dir. Landbouwbelang, onderwerp: Pluimveevoeding. Leunen 2 febr., bondsgebouw. Aan vang 2 uur. Inleiders: Ir. H. Mulder, onderwerp pluimveevoeding. J Breu- kers jr. dir. C.R.E., handel en afzet. Na deze inleidingen wordt op bei de dagen de gelegenheid gegeven vragen en problemen voor te leggen aan een forum, waarin naast de in leiders, een deskundige van de ge zondheidsdienst, een afgevaardigde van de pluimveehoudersbond van de L.L.T.B. en de Rijkspluimveeconsw- lent zitting zullen nemen.

Peel en Maas | 1960 | | pagina 1