Middenstands-nota 1959
g WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN SSySBBSBSAI S ■Bn.ftSggyS
Vastelavond weer in 't land.
U, ik en het
verkeer....
Brazilië
Rattenbestrijding...
de politierechter
Zondagsdienst huisartsen
Zaterdag 16 januari 1960 No 3
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
PEEL EN MAAS
Gunstige ontwikkeling in vijf jaren
Aantal randbedrijven verminderd
In tegenstelling tot de eerste Mid
denstandsnota, draagt de tweede,
waarin in het bijzonder aandacht
wordt besteed aan de plaats van het
midden- en kleinbedrijf in onze
volkshuishouding, meer het karak
ter van een voortgangs-nota. Er
wordt in geconstateerd, dat de eco
nomische ontwikkeling van de afge
lopen vijf jaren, gepaard aan een
aantal beleidsmaatregelen, in 't al-,
gemeen een gunstige invloed op het
midden- en kleinbedrijf heeft uitge
oefend.
Men kan stellen, zo wordt in de
nota op grond van gegevens van het
E.I.M. en het C.B.S. gesteld, dat het
ondememingsinkomen in ambacht
en detailhandel in de periode 1950-
1956, 1952-1957 en 1952-1958, globaal
genomen met 70 tot 80 procent is
toegenomen.
Aangezien voor de sectoren hore
ca en vervoer, waarvan slechts cij
fers over de periode 1954-1956 be
schikbaar zijn, een sterker stijgings
tempo kan worden geconstateerd
dan in ambacht en detailhandel, ver-
ondertelt de nota, dat de gemiddelde
inkomensstijging met 70 tot 80 pro
cent op de gehele middenstand be
trokken kan worden.
In de periode 1952-'58 is 't inter
nationale inkomen met 70 procent
getegen zodat de nota concludeert,
dat het aandeel van de individuele
middenstandsondernemers in de wel
vaartsondernemers in dektoecentaun
vaartstoeneming groot is geweest.
De gemiddelde inkomens bedroe
gen voor ambachtelijke bedrij
ven 4.180 in 1950, ƒ6.585 in 1954 en
8.510 in 1956.
Bij de detailhandel was het ver
loop respectievelijk 4.764, 5.997,
en 7.936. Het midden- en kleinbe
drijf draagt voor ongeveer 19 pro
cent bij in de vorming van het na
tionale inkomen, terwijl omstreeks
de helft van de totale gezinscon
sumptie in de distribuerende sector
van de middenstand wordt betrok
ken.
STRUCTURELE ONTWIKKE
LING
De nota schenkt niet alleen aan de
conjuncturele ontwikkeling, doch
ook aan de structurele ontwikkeling,
aandacht.
De structurele ontwikkeling, die
zich in de sector van het midden- en
keinbedrijf voordoen, zijn een ge
volg van tal van factoren, die ten
dele buiten het midden- en kleinbe
drijf zelf zijn gelegen. Bij ambacht
en kleine industrie is het de tech
nische ontwikkeling en bij de detail
handel kwam meer en meer
het accent te liggen op de zuiver
distribuerende functie van de detail
list door de vooruitgang van de ver
pakkingsindustrie en de steeds gro
tere plaats van het merkartikel.
Het aantal midden-en kleinbedrij
ven is in de afgelopen jaren bij de
bevolkingsgroei achtergebleven.
In de periode 1952-1958 is de be
volking met ca. 9 procent gegroeid
(het reële inkomen nam met 30 pro
cent per hoofd toe), doch het aantal
verkoopplaatsen nam slechts met
ruim 4,5 procent toe.
In het ambacht daalde het aantal
vestigingen enige procenten, in de
voedselvoorzieningsambachten liep 't
zelfs met bijna 9 procent terug. Het
aantal Horecavestigingen bleef vrij
wel constant en het aantal vervoer—
ondernemingen nam iets toe.
Hier staat tegenover, dat de ge
middelde omvang van de onderne
mingen over het algemeen groter is
geworden en dit geldt zowel voor de
detailhandel, het ambacht als de
dienstverleningsseetor.
DALING RANDBEDRIJVEN
Het aantal randbedrijven (bedrij
ven met zeer kleine omzet, de zor
genkinderen in de vorige nota) daal
de aanzienlijk.
In 1957 moest van het totale aan
tal ambachtbedrijven 47 procent tot
't randbedrijf worden gerekend te
gen in 1952 nog 60 procent. Deze
percentages zijn voor detailhandel
resp. 45 en 65.
In 1954 behoorde 58 procent van 't
aantal café's tot 't randbedrijf en in
1956 nog 51 procent.
Voor de café-restaurants waren
deze percentages resp. 47 en 32 en
voor het beroepsgoederenvervoer
over de weg 29 en 27.
Daarbij moet worden aangemerkt,
dat onder randbedrijven die bedrij
ven worden verstaan die minder in
komen opleveren dan het loon (in
clusief sociale voorzieningen) van 'n
geschoolde arbeider. Als criteria zijn
voor de jaren 1952, 1954, 1956 en
1957 resp. aangenomen 4.050 4.700
5.500 en 5.800.
Waakzaamheid is echter nog ge
boden, aldus staatssecretaris Veld
kamp in de Nota, want naar aantal
genomen neemt het randbedrijf nog
een belangrijke positie in. Belang
rijker nog moet het gevaar van een
verzwakking van de positie van het
midden- en kleinbedrijf worden ge
zien door een gebrek aan geschikte
opvolgers. Het gaat hierbij immers
om de continuïteit van het midden-
en kleinbedrijf als geheel.
ONTWIKKELING WAS
BEVREDIGEND
Het was niet gemakkelijk vast te
stellen of de tendens naar grotere
bedrijfseenheden voldoende sterk is
geweest om een tegenwicht te vor
men tegen de geconstateerde ver
mindering van het aantal bedrijfs
eenheden ten opzichte van de bevol
kingsgroei.
Ondanks bepaalde bezwaren zou
men hierbij het deel, dat het mid
den- en kleinbedrijf bijdraagt tot 't
nationaal inkomen als maatstaf kun
nen nemen.
En op grond van berekeningen
van het C.B.S. kan worden vastge
steld, dat dit percentage slechts daal
de van 19 tot 18 procent.
Wanneer nu de invoed van de aan
zienlijke industrialisatie op het na
tionale inkomen in die jaren in aan
merking wordt genomen, kan men
de conclusie trekken, dat de ontwik
keling van het midden- en klein
bedrijf bevredigend is geweest, al
dus Staatssecretaris Veldkamp in de
tweede Middenstandsnota.
Op grond van deze slotsom en
gezien de resultaten van het mid-
denstandsbeleid in de afgelopen ja
ren heeft hij in de nota een perspec
tief voor de middenstand opgesteld,
waarop wij in het slot van deze serie
zullen ingaan.
Zo gauw als het nieuwe jaar voor
bij is, gaat men in zijn agenda aan
het zoeken naar de datum van Vas-
telaovend.
Men moet daar rekening mee hou
den in verband met snipperdagen,
want in het zuiden van ons land
wordt over het algemeen weinig ge
werkt in die dagen. Dat wil zeggen,
weinig normaal werk gedaan, want
met wagenbouw enz. enz. zijn velen
dan toch volop bezig.
Dit jaar krijgt de Vastenavond
nog een ongekend evenement, want
uitgerekend de schrikkeldag 28 febr.
valt op vastelaovend-maandag (dus
de nog niet „verkochte" bruid
jes krijgen dan een ongekende kans.
Maar daarover zal waarschijnlijk
in de Vastelavondkrant wel het een
en ander te lezen zijn. We mogen
ons beperken tot enkele feiten,
waarop we eens wat de nadruk wil
len leggen.
Het Vastelaovendfeest met zijn in
tochten, optochten en boerenbruiloft,
is sinds de bevrijding ook over Ven-
ray een erkend volksfeest gewor
den.
Na een aarzelend begin voor de
oorlog, is na de oorlog, de lawine
losgebarsten. Men vergeve ons die
uitdrukking, maar we worden altijd
een beetje kriegelig, als we zegge en
schrijve zeven vastelaovesverenigin-
gen de onze mogen noemen. Al heb
ben we er alle begrip voor, dat door
de samenstelling van onze gemeente
in 10 kerkdorpen en een kom, de
vastelaovendviering automatisch ge
spreid moet worden, over een groot-
6e oppervlakte, zeven vastelaoves-
verenigingen lijkt ons toch wel wat
veel van het goede. Zeker als onder
die zeven niet veel van samenwer
king te vinden is.
Nu zal men terecht tegenwerpen,
dat samenwerking moeilijk is, wan
neer de éne 2000 gezinnen en de
andere 6maar 1000 gezinnen teza
men vertegenwoordigen, maar zelfs
die laatste 6 hebben elkander nog
niet gevonden.
En daar zal het toch heen moeten.
Want men mag dan vastenavond
een volksfeest noemen, in zijn hui
dige opzet is en blijft het een zake
lijke geschiedenis. Een en ander kost
enorm geld. Dat bleek weer van de
week, toen de vastelavondvereniging
de Piëlhaas haar begroting op tafel
legde en de nieuwe algemene verga
dering haar goedkeuring hechtte aan
een totale uitgavenpost, die hoger
als 9000 ligt.
Tellen we van de overige 6 vas-
telaovesklups ook nog een dergelijk
bedrag, dan gaat er met vastel-
aovend in Venray alleen al aan de
organisatie van een en ander zo'n
18.000 overstag. Hetgeen nog altijd
geen kleinigheid is, voor een ge
meente, die nog vastelaovend-vieren
moet leren.
Nog al te veel heerst hier de me
ning dat vastelaovend hetzelfde is als
dansen en bier drinken. Met mate
genoten, kunnen deze dingen inder
daad de vastelaovendviering stimu
leren, maar zijn er beslist niet alleen
zaligmakend.
En verder laat men dit feest nog
al te veel aan de jeugd over. Daar
horen ouderen aldus schijnt de
mening niet meer bij
Dat heeft tot gevolg, dat men bij
de voorbereidingen van vastelavend
zijn heil gaat zoeken in het organi
seren van bals.
De bals vooraf zijn echter een
noodzakelijk kwaad. Ze dienen op
de eerste plaats om de verenigingen
wat centen in de altijd lege vereni
gingskas te brengen, maar specu
leert op de danswoede van de jeugd.
De ouderen voelen zich daar niet
thuis en blijven weg.
Maar jammer genoeg worden de
zittingen verwaarloosd. En juist
deze zittingen, waarop dus de raad
van 11 in volle ponteficaliteit ver
schijnt, zijn een wezenlijk onderdeel
van de voorbereiding. Hierop moet
de vastelaovesgek een voorproefje
nemen van de lol en het plezier der
komende dagen gaan krijgen. Daar
moeten mensen uit eigen streek en
uit eigen omgeving eens de humor
uit eigen plaats laten proeven en
inderdaad een familiefeest van zo'n
zitting maken.
Daar moet men eens te horen krij
gen wat het publiek wel aanstaat en
niet aanstaat, daar moet de milde
humor de scheve kanten van het ge
wone dagelijks leven afslijpen en de
spot gedreven worden met dwaze
dingen. Dat kunnen geen gehuurde
krachten doen, dat moet men zelf
doen
Hoe graag we misschien een Ra
demakers zijn Limburgse liedjes ho
ren zingen, we horen nog liever een
Venrays liedje en we maken ons nog
altijd de illusie, dat we hier eens
hetzelfde mogen beleven als we in
Venlo eens meemaakten, toen daar
een volle zaal raison van 2,50
entree) niets anders kwam doen als
jezellig Venlose liedjes zingen, een
hele bundel vol, en een hele avond
lang.
Waar zijn de liedjesmannen, de
kwartetten, de boere- en hofkapel
len, de buutredners die men wel in
andere vastelaovends-plaatsen heeft,
maar niet hier.
Daar kan dat wel, daar vult men
hele avonden met eigen mensen, met
eigen muziek en daar is het gezellig,
plezierig, daar is vastelaoves-stem-
ming en men houdt geld over terwijl
hier vreemde krachten met de winst
gaan strijken en onze muziek naar
elders trekt, omdat daar geld te ver
dienen is.
Dit is geen verwijt, alleen maar
een constateren, dat de echte geest,
die plaatsen, als Venlo, Roermond,
Maastricht, Weert kenmerkt, hier
nog lang niet is.
Afgezien van de financiële op
brengst, al is die niet te verwaar
lozen, geven dergelijke avonden in
deze plaatsen die specifieke, sfeer en
stemming, dat echte familie-gevoel,
dat de noorderling zo dikwijls af
gunstig naar de zuiderling doet kij
ken, omdat men daar altijd zo gezel
lig bijeen kan zijn. Ze geven een
binding en een samenwerking, die
ook op ander terrein dikwijls guns
tige resultaten laat zien.
En dan die ouderenVasten-
aovend is geen feest van de opge
schoten jeugd alleen. Ook de kinde
ren en de ouderen hebben hierin
hun aandeel. Moeten hun aandeel
hebben, wil het met recht een volks
feest zijn. En al kunnen we ons
voorstellen, dat zij zich heus niet
zullen verdringen om op bals e.d. te
komen, toch moeten zij ook hun aan
deel nemen in de voorbereidingen.
Een bezoek aan een zitting of een
bal zeker als dat'apart voor hen
wordt georganiseerd moet er af
kunnen.
Men moet de jeugd ook eens op
dit terrein een voorbeeld geven, dat
ouder zijn, niet hetzelfde is als
ouderwets zijn. En zeker moeten zij
een daadwerkelijk aandeel hebben
bij de verschillende festiviteiten, die
meer als anders nog, de hulp en de
bijstand der ouderen op velerlei ter
rein niet kunnen missen.
Financiële en daadwerkelijke hulp.
Adviezen, steun, niet passief, maar
actief meedoen, de jongeren helpen.
En zou het nu zo gek zijn om eens
mee te doen aan een boerebruiloft,
gezellig met de buurt of met de fa
milie, met de kaartclub of met ken
nissen? Het is maar een voorbeeld
uit tientallen andere.
Laten we reëel zijn. Als de Vas-
tenaovend inderdaad een echt volks
feest moet gaan worden in onze ge
meente en met recht, want waar
om kan het elders wel en zou het
hier niet kunnen dan moet er iets
anders gedaan worden dan afwach
ten en becritiseren, wat verschillen
de vastelaovesklups nu toch weer
voor gekke dingen klaar maken. En
zullen de klups onderling zich ook
eens dienen te bezinnen op hun taak.
We hebben het idee, dat er na
melijk onder zijn die die hele taak
alleen maar zien als het organiseren
van enkele bals en voor de rest er
goed op drinken. Hetgeen misschien
wel prettig is, maar toch zeker niet
het doel moet zijn van een vastel-
aovesvereniging.
En voor het overige wensen wij
alle organisators alle succes in de
komende zware weken. Van ver
schillende kanten zal weer een be
roep gedaan worden op het publiek.
Laat dit publiek beseffen, dat
waar geen samenwerking is, ook
niets is te bereiken en dat ook een
goed vastelaovesfeest een machtige
reclame voor Venray is.
ii.
Onze zo moeilijk te lezen Neder
landse wegenverkeerswet heeft on
der haar vele artikelen een bepaling
staan, welke joyriding genoemd
wordt. Dit van origine Engelse woord
is in ons land bij niet iedereen een
begrip geworden. Vandaar onze aan
dacht hierop.
Men spreekt bij de Justitie van
joyriding, indien iemand opzettelijk
en wederrechtelijk op een weg een
motorrijtuig gebruikt.
Over het woord opzettelijk zijn wij
vlug uitgepraat. Het begrip weder
rechtelijk behoeft echter een nadere
toelichting.
Men pleegt een wederrechtelijke
handeling, indien deze in strijd mei
t recht van een ander plaats vindt.
Bepaaldelijk gaat het hier om hei
gebruik van goederen, waarover men
niets te vertellen heeft. Neemt men
deze goederen weg of gebruikt men
deze, dan is er sprake van een we
derrechtelijke handeling.
Er zijn boekdelen over dit straf
rechtelijke kenmerk geschreven, zo
dat men hier dus slechts een opper
vlakkige uitleg vindt.
Bij joy-riding is het goed, waar
over gesproken wordt, altijd een mo
torrijtuig. Gaat men met de fiets
van een ander een toertje maken,
waarvoor men van de eigenaar geen
toestemming heeft, dan is er geen
sprake van dit misdrijf, maar zaï
men zeer waarschijnlijk ergens an
ders voor „hangen".
Het begrip motorrijtuig moet men
naast de auto, de scooter, de motor
fiets, de landbouwtractor en de wals
uitgebreid zien met de bromfiets.
Een bromfiets is dus voor deze be
paling een motorrijtuig. En hier
mede is het verhaal vrij kaar. Wie
met één van deze voertuigen een
ilippertje buiten toestemming van
de eigenaar gaat maken, is „de si
gaar".
Nu zullen velen denken, dat zo'n
bestuurder alleen strafbaar is. Edoch
hier komt wederom een spitsvondig
wettelijk duiveltje te voorschijn. Er
■staat niet opzettelijk-wederrechte
lijk besturen, doch gebruiken. En als
men als mede-inzittende van een z.g.
joy-rijder in of achterop dat voer
tuig zit, is men ook een joy-rijder,
zij het dat de maat iets geringer is.
In elk geval is men ook de pleger
van 'n misdrijf, hetgeen nogal enige
consequenties met zich brengt.
Meestal staan op misdrijven ho
gere straffen, doch bovenal is de
mogelijkheid van gevangenisstraf
aanwezig.
Om deze redenen zou het dus ge
zonder zijn deze, nogal door jongelui
veel gepleegde, misdragingen ach
terwege te laten. Het kost meestal
d, eer en goede naam.. Een „re
ceptie" bij de Rechtbank levert geen
borrel op.
Overigens leveren de borrels in
het verkeer voldoende bezoeken bij
de Heren met de witte befjes op.
Wekelijks staan tientallen voor het
bekende hekje in de Pollardstraat.
Het ene geval erger dan het andere,
doch steeds onder auspiciën van een
bepaald (alcohol) luchtje.
Wie zich het geval Deume van en
kele weken geleden herinnert, zal
onderhand wel weten wat alcohol
in het snelverkeer vermag.
Afgezien de strafrechtelijke staart
dezer aangelegenheid, moet men de
morele zijde ook niet licht vergeten.
Wij komen hierop t.z.t. nog wel eens
uitvoerig terug.
ken totdat de politiek van het fonds
zich wijzigde en het als derde geld
schieter wegviel. (Het fonds wil
voortaan alleen maar industriële
projecten mee helpen financieren).
De Amerikaanse senator Walter,
die onlangs een bezoek aan de ver
schillende boerenkolonies in Brazilië
heeft gebracht, heeft de nodige steun
toegezegd, waardoor de hoop op de
oplossing van het financierings-pro-
bleem voor de grondaankoop weer
wat opgeleefd is.
ONTWIKKELING
Een en ander werd meegedeeld
door drs J. van Campen, directeur
van de Katholieke Centrale Emigra
tie-stichting, die een dezer dagen is
teruggekeerd van een reis naar Bra
zilië. In de eerste kolonie de Fa-
zenda Ribeirao wonen thans on
geveer 100 boerengezinnen. De op
pervlakte bedraagt 5000 hectare.
Een van de nieuwste ontwikkelin
gen zal zijn 't stichten van een mid
delbare school. De Fazenda telt meer
dan 500 kinderen. Verder zal er bin
nenkort een dorpshuis een soort
notel-restaurant worden gebouwd.
Wanneer straks de tweede kolonie
opgericht kan worden zullen jonge
ooeren van „Hollambra I", die de
nodige ervaring hebben opgedaan,
naar „Hollambra II" worden over
geplant. Op elke tien nieuwe vesti
gingen zal er een pionierszoon zijn.
Drs Van Campen heeft op zijn reis
ervaren hoe Brazilië bezig is hei
enorme land zo snel mogelijk open
te leggen. Dit gaat noodgedwongen
gepaard met een sterke inflatie.
Erg pessimistisch blijkt men hier
over in het land niet te zijn. Men
vertrouwt er namelijk op, dat hei
economisch potentieel groot genoeg
is. Brazilië heeft vele en rijke delf
stoffen en een bijzonder gunstig
klimaat. Voor de Nederlandse boe
ren werkt die inflatie overigens al
leen maar gunstig.
KATHOLIEKE BOERENKOLONIE
(de tweede in Brazilië)
Nieuwe toekomt voor 800 gezinnen
Voor de tweede grote kolonie van
katholieke Nederlandse boeren, die
in Brazilië in de buurt van de
miljoenenstad San Paolo ligt, staan
zestig gegadigden op de lijst.
Het wordt een kolonie met een to
tale oppervlakte van 50.000 hectare,
waar rond 800 Nederlandse boeren
gezinnen een nieuwe toekomst zul
len kunnen gaan opbouwen.
De directeur van „Holambra I" (de
kort na de bevrijding opgerichte Fa
zenda Ribeirao), de heer Chr. Hoo-
genboom, heeft het plan hiervoor
ontworpen en er in Brazilië, Neder
land en Genève de nodige bespre
kingen over gevoerd.
Het stuk grond was aanvankelijk
het eigendom van de vroegere mi
nister van financiën van de staat
San Paolo. Deze heeft in zijn testa
ment bepaald, dat de grond alleen
verkocht en gebruikt zou mogen
worden voor een onderneming met
een sociaal aspect. De Brazilianen
menen, dat de boerenkolonisatie hier
onder valt.
Voor de aankoop van de grond wa
ren aanvankelijk drie partijen: het
LoanDevelopment Fund (internatio
naal ontwikkelingsfonds), de Brazi
liaanse Bank en de Nederlandse
boeren zelf.
Alles scheen in kannen en krui
De wintermaanden zijn bij uitstek
geschikt om vooral in boerderijen,
de ratten met afdoende resultaat tc
bestrijden. De schuren komen dan
leeg en het is gemakkelijk te con
stateren waar hun loop- en wissel
paden zich bevinden, zodat op de
juiste plaatsen het vergif kan wor-
uitgelegd. Denk niet te gauw: ik heb
geen ratten of hoogstens maar een
paar, want één rat kan per jaar 20C
nakomelingen geven, zodat enkele
ratten er al gauw honderd kunnen
zijn.
Geregelde rattenbestrijding op een
boerderij is even noodzakelijk als 't
spuiten tegen insecten en onkruiden
of het inenten van vee. De ratten
plunderen niet alleen uw voorraden,
doch zijn door het overbrengen van
ziekten voor mens en dier uiterst ge
vaarlijk. Bovendien leest men'elk
jaar weer hoe deze dieren ware
slachtingen aanrichten onder de kui
kens en zelfs jonge biggen aanvre
ten.
Er zijn perfecte bestrijdingsmid
delen voor de verdelging van ratten,
doch er zijn ook heel wat reclame
aanbiedingen, die veel geld kosten
en waarvan de resultaten hard te
genvallen.
Elke gemeente in Limburg be
schikt over een rattenbestrijder, die
hiervoor een speciale opleiding ge
had heeft. Zowel voor het bestrij
dingsmiddel als voor advies kunt U
dus bij de gemeente het goedkoopste
en het beste terecht.
Heeft U nogal last van ratten, vol
sta dan niet met wat vergif bij de
gemeente te kopen, doch vraag of de
rattenbestrijder zelf komt, een on
derzoek instelt en deskundg de be
strijding ter hand neemt.
Het algemeen belang eist, zowel
van de gemeente als van de ratten
bestrijder, alle mogelijke medewer
king om de ratten te verdelgen.
Daar blikken beslist niet kunnen
doden, bleef getuige rustig op de ze
tels van Venrays Vroede Vaderen
zitten.
Het stoort je altijd als men in dat
heiligdom van de raad, de raadzaal,
de politierechter plaats ziet nemen in
des Burgemeesters zetel, de Officier
en de Griffier in die van de wet
houders. Ze mogen dan hun zwarte
toga's met waardigheid dragen en
met de zwart gefrakte deurwaarder
voor het nodige decorum zorgen, aan
de overkant ziet men getuigen en
verdachten de andere zetels in ge
bruik nemen, die feitelijk alleen be-
temd zijn voor de raadsleden.
Maar tijd om hierover te peinzen
heb je niet als verslaggever, want
diezelfde getuige wipte overeind en
zei achteloos: „kleine vergissing..'
Aan de andere kant zaten de ver
dachten, twee dames, die zich bij
deze achteloze opmerking zaten op
te werken tot een zodanige graad
van opwinding, dat wij voor hun ge
zondheid gingen vrezen. Ze keken
de getuige met blikken aan, die wei
nig goeds voor zijn gezondheid voor
spelden.
„Op zo'n manier vergist men zich
niet!" deed de rechter streng tegen
de getuige. Deze streek zich pein
zend door het aankomende baardje
en antwoordde: „Ikke wel".
De beide meisjes gingen nu bla
zen, afwerende gebaren maken, de
hand naar de mond brengen en blik
ken van verstandhouding de raadzaal
in werpen, kortom, zij deden alles
waarmee slechte regisseurs in ama
teurstukken de spelers afkeer doen
uitdrukken.
Nochtans waren zij niet zo lelie
blank als het blanketsel op beider
gelaten zou doen vermoeden. De da
mes moesten beiden terecht staan
wegens eenvoudige mishandeling. En
daar kwam nog bij, dat zij elkaór
hadden mishandeld.
De directe aanleiding tot deze mis
drijven was de knaap met het vlas
baardje en de kleine vergissing, die
nu als getuige optrad. Zoals zo velen
meende deze jonge man bij het be
gin van het jaar geen tijd te hebben
om nieuwe blaadjes in zijn losbla
dige agenda te doen. Hoort, welke
gevolgen een dergelijke nalatigheid
Kan hebben!
„Om 9 uur bij Henenius" sprak hij
af met het blondje, dat nu heftig ge
pikeerd links van hem op een
vroede vaderen stoel zat te draaien.
Wij hebben ons altijd al afge
vraagd hoe het komt, dat ons aller
Hensenius zo bleekjes ziet, maar het
valt ook niet mee als je over je
Klompschoenen Venrays hope voor
ie toekomst afspraakjes hoort ma-
Ken en over „liefde" hoort smoezen.
Maar goed, onze vlasbaard vergat
die afspraak in zijn notitieboekje te
schrijven, kon het trouwens niet,
want er zat nog geen papier in.
„Om 9 uur bij Hensenius" sprak
hij enkele dagen later met de bru
nette af, die naast 't blondje ook 'n
raadszetel met haar gedraai aan het
vernielen was. Laten we het drama
achter volgen.
Die afspraak noteerde hij wel in
zijn inmiddels weer gevulde agenda.
Toen onze getuige op de bewuste
avond stoer het Henseniusplein op
kwam stappen, bleken aan Hense
nius voeten de beide meisjes in druk
lesprek gewikkeld. Meteen schoot
hem de eerste afspraak te binnen,
maar aangezien de bomen en andere
nuttige dingen van 't plein verdwe
nen zijn, stond hij in al die kaalte te
kijken en kon zich niet ongezien
uit de voeten maken. Integendeel,
beide dames schoten op hem af.
„Een kleine vergissingzei hij.
„Vergissing?" riep de een, „Ik zal je
vergissing!" en zij hief de modieuse
paraplu op.
Nu begon de andere dame de jon
geman te verdedigen. En zo sloegen
ie meisjes elkaar, terwijl de aan
stichter van het onheil bvuiten schot
bleef.
„Als twee honden vechten om een
beenzei hij schouderophalend.
Als enige getuige kon hij de rechter
precies vertellen hoe schuldig de da
mes waren. Ieder van de meisjes
moet een tientje boete betalen.
„Maar eigenlijk heb jij de straf
verdiend!" riep de officier tot het
baardje.
„Ja" zei de jongen peinzend, „vol
gend jaar doe ik de papiertjes be-
;list op oudejaarsdag al in mijn
agenda!"
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. VAN DEN HOMBERGH
Oostsingel 6 Telefoon 1393
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de Kom.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. Wilms Stationsweg C 58, tel. 1651
PLUIM VEEDAGEN
Door de pluimveehoudersbond
kring Venray, worden op 19 jan. en
2 februari, respectievelijk te Merselo
en Leunen, pluimveedagen georgani
seerd.
Gezien de huidige lage prijzen van
slachtpluimvee en eieren en naar
gelang hoge investeringskosten,
wordt voor beide dagen een grote
belangstelling verwacht.
Merselo 19 jan., zaal Arts. Aan
vang 2 uur Inleiders: M. de Ponti,
secretaris pluimveehoudersbond; on
derwerp economische aspecten van
de pluimveehouderij. Ir. H. Mulder
dir. Landbouwbelang, onderwerp:
Pluimveevoeding.
Leunen 2 febr., bondsgebouw. Aan
vang 2 uur. Inleiders: Ir. H. Mulder,
onderwerp pluimveevoeding. J Breu-
kers jr. dir. C.R.E., handel en afzet.
Na deze inleidingen wordt op bei
de dagen de gelegenheid gegeven
vragen en problemen voor te leggen
aan een forum, waarin naast de in
leiders, een deskundige van de ge
zondheidsdienst, een afgevaardigde
van de pluimveehoudersbond van de
L.L.T.B. en de Rijkspluimveeconsw-
lent zitting zullen nemen.