Eenheid der Christenen.
Vogels blijven gaan en komen
Uit Peel en Maas
Ingezonden
de TfL£\J\S/E specialist
Geestelijk artikel
Met pensioen
Zaterdag 16 januari 1960 No 3
EEN EN TACHTIGSTE JAARGANG
KLEDING WINT.'T
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCRHOF WEEKBLAD VOOR VENRAY EN OMSTREKEN PRIJSI^RfKIWASrAALC/ f.40 BUITEN YENRAY 1.60
GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652
Een van de meest verheugende
verschijnselen van deze tijd is onge
twijfeld de oecumenische beweging.
Daaronder verstaan we het stre
ven, in heel de christenheid op dit
ogenblik werkzaam, om vanuit de
gespletenheid in zoveel kerken en
secten weer te komen tot de éne
Kerk van Christus, het streven om
metterdaad een antwoord te geven
op het gebed, dat Christus ons als
zijn testament heeft nagelaten: „Mo
gen zij allen een zijnopdat de
wereld gelove, dat Gij Mij gezonden
hebt" (Jo. 17, 21).
In dat gebed stelt Christus de een
heid van hen die in Hem geloven,
als hét teken bij uitstek van Zijn
aanwezigheid onder ons, en daarom
betekent het streven naar de verlo
ren gegane eenheid aller christenen
het vervullen van een fundamen-
teel-christelijke opdracht.
Vanzelfsprekend is dat streven, bij
alle verscheurdheid, nooit geheel af
wezig geweest, maar het was sinds
eeuwen niet zo sterk en levend, zo
krachtdadig als in deze tijd.
In de protestantse kerken is dit
streven vooral gegroeid vanuit bit
tere ervaringen in het zendings- of
missioneringswerk, waarin de ver
schillende kerken, dezelfde bood
schap van Christus' liefde brengend,
toch min of meer als vijanden
tegenover elkaar stonden.
In het besef van deze tegenstrij
digheid is men gaan zoeken naar 'n
beter verstaan van elkaar, naar gro-
ter samenwerking en eenheid.
Aanvankelijk gebeurde dat vanuit
particuliere initiatieven en tussen de
verschillende zendingsgenootschap
pen, nog niet vanuit en tusen de of
ficiële instanties van de verschillen
de kerken.
In 1948 echter had in Amsterdam
een bijeenkomts plaats waar 150 pro
testantse en orthodoxe kerken ver
tegenwoordigd waren en daar werd
de „Wereldraad van Kerken" ge
sticht, waarin de kei-ken als zodanig
een permanent ontmoetings- en ge-
sprekscentrum vinden en waarin het
verlangen naar eenheid zijn voorlo
pige belichaming vindt.
Binnen de wereldraad van kerken
blijven de afzonderlijke kerken voor
lopig nog tegenover of naast elkaar
staan, maar er is een band gescha
pen, een nuchtere uitdrukking van
christelijke eenheid als hoopvol te
ken voor de uiteindelijke éénwor
ding in de ene Kerk van Christus.
Op het ogenblik hebben zich reeds
171 kerken bij de wereldraad aan
gesloten, die samen 170 miljoen
christenen tellen, en nog steeds is de
beweging groeiende naar aantal en
naar intensiteit. In geloofsleer zowel
als in praktische samenwerking
groeit de eenheid, en al is er nog een
enorme afstand af te leggen, er zijn
reeds vele stappen gedaan en wij
mogen er veel van verwachten.
Het eindpunt van die verwachting
kan voor ons niet anders zijn dan de
eenheid van alle christenen in de
ene, heilige, apostolische en katho
lieke Kerk, die naar ons geloof de
Rooms Katholieke Kerk is. Want wij
geloven, dat het gebed van Christus
niet vruchteloos geweest is en dat
de ene ware Kerk reeds werkelijk
heid is; wij geloven dat Hijzelf het
teken van mensen eenheid met God
.gevestigd heeft in de Kerk, die wij
als onze Moeder erkennen.
Dat wil echter niet zeggen, dat wij
in zalige zekerheid de terugkomst
van de afgescheiden broeders kun-
een afwachten. De gave, die ons ge
schonken is, is ook een opdracht, die
even dringend is voor ons als voor
de niet-katholieken. De verscheurd
heid, die er feitelijk tussen chris
tenen bestaat, is ook onze schuld en
de plicht tot herstel drukt evenzeer
op ons als op de anderen.
Gelukkig is ook binnen de katho
lieke Kerk een grote opleving te
constateren van de oecumenische
gedachte, gelukkig worden de ka
tholieken zich er steeds meer van
bewust, dat ook zij hier een wezen
lijke taak te vervullen hebben. Tot
nu toe is er weinig officieel kontakt
tussen de Wereldraad van Kerken
en de katholieke Kerk, maar aller
wegen is het gesprek gaande.
Er groeit een dieper verstaan van
elkaar en respect voor elkaar, het
verlangen ook naar praktische sa
menwerking in het lenigen van de
nood der mensheid. Er groeit ook in
de Katholieke Kerk het besef, dat
wij duidelijker moeten laten zien,
dat Zij geen vreemd huis is voor
onze mede-christenen, maar him
eigenlijke Vaderhuis, waar zij pas in
volheid kunnen beleven wat zij nu
reeds aan echt christelijke waarden
bezitten.
Voorlopig echter blijft onze voor
naamste plicht in deze het gebed,
opdat God ons allen, katholieke en
niet-katholieke christenen, mag ver
lichten om de juiste weg te vinden
naar ons aller eenheid in Christus.
Dat gebed, hetgeen een telkens
terugkerend gebed moet zijn, krijgt
nu bijzonder reliëf in de Internatio
nale Bidweek, die in deze maand
weer gehouden wordt door heel de
christenheid, katholieken, protestan
ten en orthodoxen.
Het is deze gebedsweek waaraan
het Apostolaat des Gebeds ook zijn
maand-intentie ontleend heeft, die
wij hiermede in het bijzonder aan al
onze lezers willen aanbevelen. Daar
in vinden wij elkaar nu reeds samen
in Christus, biddend om ons aller
eenheid.
Onverwachte gasten in de winter
Vogels in de winter Men komt
over het algemeen er niet zo gauw
toe ze te observeren, want de
mens vindt het nu buiten rijkelijk
kil en daar komt dan nog bü, dat
men niet zoals in de zomer de ge
legenheid heeft in de natuur waar
nemingen te doen de dagen zijn
immers te kort. Wanneer de dage-
GEEN VREUGDESCHOTEN MEER
BIJ HUWELIJKEN
U kent allen het spreekwoord: Als
de drank is in de man, is de wijs
heid in de kan. En niet zelden is de
waarheid van dit gezegde gebleken.
Wanneer er bijvoorbeeld bij grond-
transacties of festiviteiten veel geest
rijk vocht gedronken werd, sloeg de
baldadigheid nogal eens naar alle
kanten uit. Dan ontzagen de „man
nen met drank" zich niet b.v.
vruchtbomen bij de tegenpartij te
schillen of om te hakken. Soms ook
werd het vee mishandeld.
De drank was in laatste instantie
hiervan de oorzaak. Hij had een vete
in het leven geroepen, die men zo
stiekumpjes uitvocht.
In 1784 werden verordeningen in
het leven geroepen tegen biermis-
bruik.
Trouw-traditie
Aardig was in het land langs de
Maas echter de trouw-traditie. Wan
neer er een paartje in ondertrouw
ging of de huwelijksceremonie zou
plaats vinden, losten buren en vrien
den schoten in de lucht, zoals wij dat
nu doen in de oudejaarsnacht. Tij
dens de eerste wereldoorlog ver
dween dit stukje folklore, omdat de
vuurwapens moesten worden inge
leverd.
Op Texel werd ook bij bruiloften
geschoten. Daar plaatste men palen
in de grond voor de .woning van de
bruid. Deze masten, versierd met
vlaggen, moesten worden neerge
schoten.
Ook dit gebruik is thans verdwe
nen. Het schieten droeg alleen het
karakter van huldebetoon aan het
bruidspaar en beoogde geen trakta
tie van de zijde der jonggehuwden.
lijkse taak erop zit en men heeft
thuis „brandstof" ingenomen, is de
zon haar baan al lang aan de an
dere kant van de aardbol begon
nen. Neen, van een trip naar bui
ten, kan maar weinig meer komen
en de vrije middagen in de win
ter worden maar al te vaak „uit
gewist" door de sterk genuanceer
de nukken van het winterse jaar
getijde.
AARZELEND WORDT DE
BEWOONDE WERELD
OPGEZOCHT
En toch, wie eenmaal als „trap
per" geboren is en het niet kan laten
door ieder gaatje in het weer te
kruipen om te zien wat er buiten
gaande is, hij zal verkwikt weer
thuis komen en allerlei in veld
en bos beleefd hebben.
Weliswaar is het rijke en overda
dige décor van de zomer verdwenen
de eiken wallen hebben nagenoeg
hun bladertooi afgelegd, de bomen
staan er nu als gestoopt bij en er is
een grauw kleed over de natuur ge
legd, maar van de andere kant ont
dekt men nu ook allerlei zaken, die
in volle bladertooi verborgen blij
ven. Bekijk eens het fijne takken-
werk van vele bomen en luister eens
naar de wind, die er in z'n eigen
melodie zingt.
Bovenal echter: men doet vaak de
ontdekking van z'n leven. In het nu
naakte hout treft men telkens weer
nesten van vogels aan, die men er in
de zomer wel kon vermoeden, maar
die men achteloos voorbij ging.
Wat hebben onze vrienden, de vo
gels, vaak geraffineerd de plaats van
hun nest bepaald: nu zeggen we er
van dat het toch „stom" is, maar het
is alsof ze met alles en iedereen
daarmede rekening gehouden heb
ben
Met de mensen, die zo graag met
de klompen over 't mooie vogelleven
lopen niet het minst met de roof
vogels, die even goed, en van nature,
jacht maken op allerlei klein goed.
VERRASSINGEN
Vele vogels zijn de winterse narig
heden ontvlucht en hebben zuidelij
ker landen voor lief genomen, doch
andere vogels, die in het barre noor
den broedden, blijven op onze brede-
graad overwinteren en stellen ons
zo nu en dan voor de reinste verras
sing.
Anderen trekken naar gelang de
koude-invallen langs onze rivieren
en kusten zoeken steeds weer het
minst koude plekje op, in de hoop
er nog wat voedsel tekunnen vinden.
Het ergste voor hen is als er sneeuw
ligt: dan zijn nagenoeg alle voedsel
bronnen verstopt en is het vasten
geblazen.
Het is ook een kenmerkend feit,
dat vele vogels in de wintertijd de
neiging hebben zich wat dichter bij
of zelfs in de bewoonde wereld op te
houden het is alsof ze het kam-
peerleven even vaarwel willen zeg
gen.
Natuurlijk worden de vogels
ook wel gelokt door wat voedsel
en wie bijvoorbeeld in z'n tuin, waar
uiteraard wat bomen of ander hout
moet staan, etensresten strooit of
nog sympathieker wat pinda,s of
het vlees van kokosnoten deponeert
(doe 't met verstand, want katten
zitten altijd op de loer), kan ervan
op aan, dat hij velerle bezoek
krijgt. Niet alleen van de gewone
huismussen, van de winterkoninkjes
en van de mezen hebt u al eens
geconstateerd hoeveel soorten mezen
er zijn? maar kan ook vogels ver
wachten, die mén heel het jaar door
niet in een tuin waarneemt en die
men alleen in de bossen thuis dacht.
BONTE SPECHT
De bonte specht is al eveneens een,
vriend van pinda's en hij vertrouwt
er op, dat de mensen, die hem deze
traktatie bezorgen, geen luchtbuksen
voor de dag zullen halen of hem op
een andere manier naar het leven
staan.
Mogelijk kunt ge zo een gast dan
van zeer nabij, van achter uw woon-
kamerraam, observeren en uw ple
zier beleven van deze zo fraaie
klant, die in meerdere formaten ver
schijnt, die de basten van de nootjes
stuk hamert met z'n lange sterke
snavel, om als beloning daarvoor de
heerlijke vrucht te verorberen.
In de zomer in het bos, waar hij
thuis hoort, kunt ge deze vogel niet
zo dicht naderen. Dan immers ver
dwijnt hij onder alarmerende roepen
verder het bos in.
Nu echter kunt ge zijn fraai
kleedje bewonderen: de mooie kop,
het zig-zag zwarte randje aan de
vleugeleinden, de zacht rossige kleur
van de snuit en de vertikale strepen
over z'n vleugels. Doch ge ziet hem
nu opeens bezig, terwijl hij aan z'n
„rozenkrans" hangt, op de tafel van
de natuur.
NIET DOOD
Zo nu en dan vliegt hij even weg
om de nabij staande boomstammen
aan een grondige inspectie te onder
werpen en de mezen even gelegen
heid te geven van het goede der
aarde te genieten, maar de trakta
tie in de takken beschouwt hij toch
als hoofddoel. Dan moeten de zwak
kere meesjes weer plaats maken!
Neen, de winter is niet dood. Wan
neer men geduld heeft, verneemt
men nu en dan zelfs het als inge
keerde gezang van een winterko
ninkje in de boom bij uw huis: ge
kent reeds het drukke gedoe van de
mezen, die uw hout afstropen, het
drukke gedoe van de mussen, die bij
éen straaltje winterse zonneschijn
reeds een spektakel maken alsof de
lente al in het land is.
En wie er oog voor heeft, ziet zelfs
in de kreet van een Vlaamse Gaai of
de roep van een kraai, al mogen ze
muzikaal ook op 'n laag pitje staan,
iets van het opwekkende leven in de
natuur.
van 22 januari 1910
In het „streupen" ligt voor ve
len zo'n grote bekoring, dat zij
slechts met grote moeite er aan kun
nen weerstaan. Soms leeft de oude
jachtnatuur zo heftig op, dat zij toch
bos- of heidepad opgaan en zolang
rondjagen, dat zij genoeg buit heb
ben of gesnapt worden.
Helden zijn in bange ogenblikken
lang niet alle „streupers". Zij schie
ten er niet gaarne 't hachje bij in en
kiezen liever het „hazenpad" dan
bos- of heipad.
Zo ook waren zondagnacht een
tweetal stropers met een licht
bak bezig nabij de Weverslose berg
en werden hierbij door veldwachter
Janssen betrapt, waarop beiden aan
de haal gingen. Een ervan wist te
ontkomen, doch de ander kwam in
een brede sloot terecht en viel daar
in handen der politie. Met achter
lating van geweer, lichtbak en een
haas, bovendien doornat en een pro
cesverbaal op de koop toe, kon de
onfortuinlijke jager naar huis gaan.
Op dergelijke manier zou de jacht-
lust wel verminderen, ofeen
volgende keer beter!
- Alhier werd aanbesteed het
timmerwerk van twee woonhuizen,
voor rekening van de heer Ma assen
aan de Langstraat. Er waren 7 in
schrijvers. Hoogste Jac. van Dijk met
f 680. Laagste Gerard Potten met
557 aan wien het werk werd ge
gund.
Te Oostrum werd aanbesteed
het bouwen van stallen voor reke
ning van de heer A. Loonen. Er wa
ren 10 inschrijvers. Hoogste Dinghs-
Janssen, Castenray met 2.238.
Laagste Jac. van Dijck en G. Poels
met 1.610, aan wien 't werk werd
gegund.
Met de Vastelaovenddagen zal
de Fanfare Euterpe een groot con
cert met toneeluitvoering geven,
met medewerking van het jeugdige
maar reeds zeer gunstig bekend
staande zanggezelschap „Ons Genoe
gen" te Oirlo.
Aan de Gasfabriek te Venray
waren verkrijgbaar:
grote cokes van 100-1000 1,40
p. 100 kg
van 500-10.000 kg 1,30 p. 100 kg
kleine cokes 1.20 p. 100 kg
IJSPRET
De jeugd juichte, toen zaterdag
avond een schoolplein onder water
werd gezet. Het was een attentie
van de gemeente, die zondag een
spiegelende ijsbaan opleverde
een van de vele in Nederland
waarop jong en oud dit weekend
het eerste schaatsplezier van 1960
beleefden.
Dit bericht geïllustreerd met een
grote foto, kon men maandag j.l.
aantreffen op de voorpagina van „de
Volkskrant".
Inderdaad een zeer attente ge
meente bezorgde hier haar jeugd een
leuke, sportieve winter-zondag en
men mag gerust aannemen, dat
bij blijvende vorst de jeugd daar
nog heel lang plezier van zal be
leven.
Enkele weken geleden stelde ik in
dit blad de gemeente voor, het ter
rein aan de Schoolstraat, waar voor
heen de noodwoningen stonden/ te
egaliseren en bij een vorstperiode
onder water te zetten, zodat men een
prachtige ijsbaan midden in de kom
had.
Helaas, onze gemeente is niet zo
actief en attent voor haar jeugd als
die in bovenvermeld bericht. Geen
enkel raadslid die er in de laatste
raadsvergadering een balletje over
op wierp, ondanks het feit, dat velen
van hen destijds bij de gemeente
raadsverkiezingen beweerden de
ontspanningsmogelijkheden van de
jeugd voor te staan en te willen be
vorderen.
Maar hier geldt waarschijnlijk,
luister naar mijne woorden, maar
zie niet naar mijne daden.
In ieder geval heeft het gemeente
bestuur hier de prachtkans voor de
jeugd voorbij laten gaan.
U, geachte redactie, dankend voor
de plaatsruimte. M.S.
WIEN NEERLANDS BLOED
DOOR DE ADEREN VLOEIT
Het was op een van die regenach
tige middagen tijdens de Kerst-
vacantie, dat onze kinderen een stel
vriendjes en vriendinnetjes mee
gebracht hadden om bij ons hun
vrije tijd door te brengen. Op een
gegeven moment moest 'n ieder „zijn
eigen lied gaan zingen" wat tot ge
volg had, dat het hele Kerstreper
toire luidkeels ten gehore werd ge
bracht.
Toen die voorraad uitgeput was
kwamen andere liedjes op de prop
pen, die kennelijk ook op school ge
leerd waren, doch die mij als (on
moderne) ouder wel vreemd in de
oren konken, zoals b.v.: „mijn vrijer
is bij de marine" en „moeder, mijn
vrijer staat voor de deur".
Dit was voor mij aanleiding om
eens te wijzen op enkele vaderlandse
liedjes, zoals: „waar in bronsgroen
eikenhout" en het „Wilhelmus"
Gehoord hadden ze deze liedjes wel
eens, maar verder dan 2 tot 3 re
gels brachten ze het niet, terwijl de
nachtigaal in het bronsgroen eiken
hout vervangen was door een zin
gend papegaaitje. En zo was het met
zeer vele vaderlandse liederen, die
wij vroeger op school toch allemaal
tot en met van buiten- kenden.
Nogmaals, ik ben maar een on
moderne ouder. Toch geloof ik geust,
dat het slapende boertje met z'n
karretje op de zandweg, intussen
de eeuwige rust ingegaan is, maar
ook dat de vaderlandse liederen van
vroeger voor zover ze niet ver
vangen worden door meer actuele of
modernere nog steeds die aan
dacht verdienen welke er vroeger
aan gegeven werd.
Dit schijnt echter in het huidige
eerplan niet het geval te zijn, wat
werkelijk geen vooruitgang is.
EEN HUISMOEDER
HAKENKRUIZEN
Practisch heel de vrije wereld is
verontwaardigd door de golf van
anVi-semitisme, die overde wereld
speelt, waar minder fraaie leuzen op
de muren gekladderd worden, ver
gezeld van de beruchte hakenkrui
zen.
Zondag j.l. zag ik in ons Venray
- in de Patersstraat ook enkele
hakenkruizen getekend. Ze vielen
niet erg op en wellicht, dat slechts
weinigen ze zagen. In geen enkele
krant zag ik er iets over geschreven
en ik geloof ook wel, dat dit kwa-
'TEL. 1070
jongenswerk geweest is. Laat die
kwajongens dan bedenken, wat deze
kruizen voor ons allen en voor velen
in het bijzonder te betekenen heb
ben gehad. Welke angst, leed en el
lende deze bezorgd hebben.
Vermoedelijk hebben ze daarvan
helemaal geen begrip of kennis, en
rest ons niets anders dan hun dit
hardhandig aan het verstand te
brengen, wanneer ze betrapt worden
bij hun kladderij.
N.S.
WIJNWONDER OF TELEVISIE-
WONDER?
In de wereld, waarin wij leven,
geloven vele mensen alleen nog aan
wonderen als T.V. en radio en uit de
ruimte terugkerende raketten.
Maar niet aan echte wonderen.
Misschien kan men beter zeggen,
dat het wonder geen plaats in hun
gedachten inneemt, zoals aan enge
len, duivels, genade en zelfs God
geen aandacht wordt besteed. Met
een duur woord noemen katholieken
dit het „proces der secularisatie".
Voor henzelf vormt dit verschijn
sel een benauwende werkelijkheid,
zoals het dat is voor vele andere
christenen. Maar voor het grootste
deeLder mensen betekent de afwe
zigheid van God en van de hele on
zichtbare werkelijkheid de ge
woonste zaak van de wereld. Men
maakt er zich niet druk over. De
technische vooruitgang en vooral de
ruimtevaart acht verreweg het
grootste deel der mensen wél be
langrijk, wél wezenlijk.
Hoe moeten wij, katholieken, ons
voelen in deze wereld, in deze men
taliteit, als wij op de Tweede Zon
dag na Driekoningen luisteren naar
het verhaal, bekend als het „Wonder
van Cana?"
Slome jongens, achterlijke vrou
wen zouden velen ons willen noe
men, als ze wisten, dat wij in alle
ernst daarnaar luisteren.
Of anderen zouden willen zeggen,
dat we zelf maar moeten weten of
we dit geloven of niet. Voor hen zijn
wonderen onbenulligheden, fanta
sieën.
Zijn wij dan werkelijk ook zo
naïef, zo achterlijk, als wij in ernst
geloof hechten aan het optreden van
Christus?
Is het dom in het wonder een be
wijs van zijn Godheid te zien?
Maar al tegoed weten wij, dat het
geloof in wonderen niet ijdel is.
Jazeker, het zal jaren duren eer
ons geloof in zekerheid zal worden
omgezet. Het zal tot onze dood du
ren eer wij de beloning ontvangen
voor een hecht geloof, dat niet ge
wankeld heeft. Dat maakt het grote
verschil uit tussen hen, die niet en
hen die wél geloof hebben gehecht
aan simpele verhalen als de bruiloft
van Cana.
Met Cana, geloven we ook aan
Calvarië en aan het Kruis en de
Verrijzenis en de H. Geest, Ons ge
loof beperkt zich niet tot die simpele
verandering van water in wijn, maar
het omvat de hele hemelse werke
lijkheid, de onzichtbare wereld.
Bij God in de eeuwigheid begint
ons geloof en het eindigt ook bij
Hem.
Cana als wonder is beslist geen
fantasie, geschikt voor onderontwik
kelden, het is de tip van de sluier,
die ons wordt opgelicht.
Het Evangelie zegt: „Jezus open
baarde Zijn Heerlijkheid". Die om
vat meer dan telefoon, radio, T.V. en
ruimtevaart, oneindig veel meer.
DIENSTOPZICHTER OYMANS
VAN DE P.T.T. MET PENSIOEN
Als op 23 januari a.s. de heer J.L.
Oymans, de gepensioen-gerechtigdde
leeftijd heeft bereikt, dan zal nood
zakelijk aan dit werkzame en ar-
beidszame leven, ongeveer 40 jaar
in dienst van de P.T.T., sinds 1947
als opzichter in de dienstkring Ven
ray een einde komen.
Wie nu een van de kengetallen
4780 enzovoorts, of 4760,4709 of hoe
deze ook zijn, van de gemeenten
Venray, Horst, Sevenum, Grubben-
vorst, Broekhuizen, Meerlo, Wans-
sum, Verlingsbeek en een gedeelte
der gemeente Bergen, draait, zal
zich nog moeilijk kunnen voortellen,
dat na de laatste oorlog de automa
tisering in dat gebied zijn beslag
heeft gekregen.
De tijd van telefonistes en het
draaien met de „koffiemolen" ligt
dus achter ons. Met deze omscha
keling heeft 't hoofd van de dienst
kring een werkzaam aandeel gehad.
De automatisering ging door van
het ene dorp naar het andere, bo
vengrondse leidingen werden ver
vangen door ondergrondse.
Legio waren de wachtlijsten van
de aanvragers en waren het voor de
oorlog maar enkele tientallen welke
in de dorpen telefoon hadden, thans
zijn het diezelfde dorpen welke dik
wijls vertienvoudigd zijn in tele
foonaansluitingen.
De draadomroep had zorgen in de
gemeenten Horst Venray. Ontelbaar
waren de moeilijkheden van herstel
van geleden oorlogsschade, maar
mede dank zij het doorzettingsver
mogen voor materiaal en uitbreidin
gen van batterijen, werd de wacht
lijst steeds kleiner. Waren het enige
jaren geleden maar enige serietoe-
stellen, thans zijn het er tientallen
in dit ambtsgebied.
Niet alleen, dat de aangeslotenen
n deze dienstopzichter een begrip-
vole raadgever hadden, voor het on
der zijn gezag staand personeel was
de heer Oymans een humane chef,
welke immer meeleefde met hun
moeilijkheden. Oymans kende geen
moeilijkheden en wist steeds uit
komst te geven.
Het is geen wonder, dat het be
drijfsleven wat zo nauw met hem
te maken had, juist in de naoorlogse
jaren de gelegenheid wil aangrij
pen om ter gelegenheid van het
afscheid te huldigen en te danken,
omdat er geen andere gelegenheid
is. Ook de personeel van de kring
Venray wil in dit afscheid haar chef
huldigen en danken voor de beleid-
vollen wijze waarop hij ruim 12 jaar
hun belangen heeft behartigd.
Als Helmonder begonnen bij de
technische dienst aldaar, waren het
niet veel standplaatsen voordat te
Venray het einde kwam.
Na Helmond volgde Breda, weer
terug in Helmond volgde Breda,
weer terug in Helmond, waarna het
Noorden des Lands Franeker en
Leeuwarden, weer terug naar het
Zuiden, waar de Venlose wederop
bouw enige jaren een kracht in hem
vond. In 1947 kwam hij naar Ven
ray toe.
Voor het bedrijfsleven is de gele
genheid om afscheid te nemen na
de H. Mis van dankzegging ten huize
van de heer Oymans op 1 februari
a.s. van 11 tot 1 uur Pastoor Rutten-
straat 1 Venray.
Het personeel der P.T.T. krijgt de
gelegenheid in een der Venray se ge
legenheden in de namiddag en dan
zal blijken welke plaats de heer
Oyman heeft weten in te nemen in
de rij der P.T.T.-ers.
10-JARIG BESTAAN
TEXTIELARBEIDERSBOND
Zaterdag 9 jan. j.l. heeft de Tex-
tielarbeidersbond „St. Lambertus"
afd. Venray haar tien-jarig bestaan,
op feestelijke wijze gevierd.
Nadat 's morgens uit dankbaarheid
een H. Mis was opgedragen, werd
's avonds in zaal Wilhelmina door
het bestuur een gezelige avond aan
geboden.
De voorzitter heette hier alle leden
met echtgenote of verloofde en ge
nodigden een hartelijk welkom, hij
memoreerde hoe in de afgelopen 10
jaar,na vele ups en downs de afde
ling heden een ledental bereikt
heeft, dat nimmer te voren bereikt
was, ook de samenwerking tussen St
Lambertus en werkgevers was in
deze jaren gegroeid tot meer begrip
in belang van beiden.
Ook de geestelijk adviseur kape
laan van Leipsig feliciteerde de afd.
met deze bereikte mijlpaal, hij waar
schuwde de aanwezigen, dat men
niet bij de bereikte resultaten moest
blijven stilstaan, nog velen moeten
rond komen met een inkomen, dat
absoluut onvoldoende is om een ge
zin in deze tijd van het aller nood
zakelijkste te voorzien, dat de afge
vaardigden der arbeiders, op alle
posten toch blijven ijveren, dat ook
deze een loon gaan verdienen, dat
menswaardig genoemd mag worden,
zo eindigde hij zijn betoog.
District-bestuurder van Gils haal
de ook het een en ander op over de
afgelopen jaren en zeide, dat Venray
een moeilijke afdeling was, omdat
zij vele dames onder haar leden telt,
toch is de afd. Venray er in geslaagd
telken jaren haar ledenstand op pijl
te houden, en zelfs op te voeren. Hij
hoopt, dat in de toekomst op dezelf
de voet werd doorgewerkt.
Ook de K.A.B.-voorzitter de heer