Het jaar O
Die middag braken ze
de Kerststal af...
SPORT
De wereld was rijp voor
het Christendom
STERK!
B. KRUYSEN
Wanneer er gesproken wordt over
de oude Romeinen,zijn velen ge
neigd nog altijd te denken aan een
zekere primitieviteit in weerwil van
het feit, dat wij weten, dat deze Ro
meinen toch reeds een belangrijke
beschaving bezaten
Deze gedachte is niet zo dwaas als
ze misschien op het oog lijkt. Want
de beschaving der Romeinen was
slechts betrekkelijk en afhankelijk
van wat ons als begrip beschaving
voor ogen staat.
Zien we beschaving slechts als
materieel, cultureel en wetenschap
pelijk, ja, dan mocht die Romeinse
beschaving er rond de tijd van
Christus zeker zijn. Doch wanneer
men het begrip wat meer uitbreidt
en trekken wij er ook het mense
lijke en morele vlak bij, dan was
die beschaving maar betrekkelijk.
Door studie van Romeinse ge
schriften en van dat wat wij te we
ten zijn gekomen uit opgravingen,
weten we van deze Romeinen vrij
veel af.
De historische resten in Rome en
andere plaatsen, alsmede de belang
rijke opgravingen van Pompei' en
Herculanum tonen ons, dat de Ro
meinen zich een wereldje geschapen
hadden, dat op materieel gebied
niet zo erg veel van het onze ver
schilde.
Techniek en kunst
Vooral in de woningen der beter
gesitueerden en in de paleizen zien
we hun ver ontwikkelde techniek.
Zij kenden reeds een voortreffelijk
systeem van centrale verwarming,
waarbij de warmte door roosters in
de vloeren werd aangevoerd. Hun
woningen waren pure lusthoven,
waarbij zij er steeds voor zorgden
de natuur in huis te halen.
Men vond binnenshuis schitteren
de vijvers met vissen en planten, de
architectuur der Romeinen was
groots en de eersten van hun tem
pels en andere gebouwen geven ons
hiervan voldoende indrukken.
De beeldende kunst was ook ver
ontwikkeld, wij behoeven maar te
denken aan de beroemde Venus
van Milo", die een lichtend voor
beeld is van wat Romeinse beeld
houwers in hun mars hadden. De
fantastisch mooie fresco's, de muur
schilderingen en mozaieken, waarin
de Romeinse kunstenaars eveneens
uitblonken, tonen welk een hoogte
de kunst had bereikt. Hetzelfde
geldt voor de pottebakkerskunst
waarvan verschillende schitterende
amfora's een voorbeeld zijn.
In veel opzichten doet hun wereld
aan de onze denken, zelfs op tech
nisch gebied heeft men zaken ge
vonden, die ons verwonderen, zo
als automaten, waarin men 'n geld
stuk kon gooien en waaruit dan een
of ander betrokken kon worden.
De zwakke plek
De bewerking van stoffen en me
talen is trouwens wereldbekend. De
enorme veroveringen van de Ro
meinen hebben hen in de gelegen
heid gesteld hun cultuur wijd te
verspreiden en tegenover het vele
bloedvergieten en onderdrukken
van volkeren staat dus ook een po
sitieve kant, n.l. het brengen van
hun cultuur, die de onderworpen of
schatplichtige volkeren op een ho
ger niveau bracht.
In het godsdienstige vlak treffen
we bij de Romeinen echter een
zwakke plek. Zij kenden het veel
godendom en we mogen rustig zeg
gen, dat de Romein niet bepaald
streng gelovig was. Voor twijfelaars
bestond er bij allerlei goden en
godinnen voldoende keuze en er
waren vele tempels en huisaltaren.
Van zo'n godsdienst gaat nu be
paald geen kracht uit, vandaar ook,
dat de Romenen hun kracht meer
zochten in het materiële vlak.
Dit verklaart ook hun houding
tegenover Jezus. Toen Jezus leefde,
hadden zij vrijwel geen enkele be
langstelling voor hem. Hoogstens
daar waar men over hem sprak als
een opruier en waar het dus poli
tieke zaken raakte. Op dat terrein
waren de Romeinen geneigd aan
dacht aan zijn persoon te schenken,
maar waar sprake was van gods
dienstige zaken interesseerde het
hen niet.
Wat maakte het voor hen uit, dat
deze leraar sprak van God. Goed,
predikte hij een nieuwe God, die
kon er in hun wereldje nog wel bij,
zij hadden er toch al zoveel.
De bedreigde priesters
Anders lag 't ten opzichte van de
Joden. Zij toch kenden het één-
godendom. Er was één God, ge
naamd Jaweh, met Hem hadden de
Joden een verbond. De Joden in die
tijd waren sterk religieus en de
macht van de priesters moet niet
worden onderschat. Voor hen bete
kende de prediking van Jezus een
aanslag op hun macht en een aan
tasting van hun God. Een geheel
.andere situatie dus dan waarvoor
de Romeinen op dit gebied werden
geplaatst.
Van het standpunt der Joodse
priesters uit bezien is het begrijpe
lijk, dat zij naar middelen zoch
ten om Jezus uit te schakelen. Elke
Jood, die Jezus volgde betekende
een afvallige van de godsdienst der
vaderen en een verlies aan macht
voor de priesters in een zo sterk re
ligieuze staat. En de kans was om
verschillende redenen groot, dat er
velen zouden zijn die Jezus volg
den.
Om te beginnen predikte hij het
bestaan van één God, iets dat pre
cies paste in het kader van wat de
Joden gewend waren, doch ten
tweede predikte hij de goedheid en
de liefde, het ingaan in het konink
rijk des Heren van ieder die in Hem
geloofde.
De leer van Jezus was iets waar
op duizenden hadden gewacht, de
tijd bleek er rijp voor en dat is ook
begrijpelijk. De Joodse koningen re
geerden ook in Jezus' dagen nog als
vorsten, zij het onder Romeinse su
pervisie, met een echte Aziatische
mentaliteit, dus met grote hard
heid en wreedheid en zij werden
daarin door de priesters gesteund.
Er waren duizenden en duizenden
mensen in het land die leden onder
dit regiem, dat op een keiharde Ro
meinse bezetting steunde. Het wa
ren juist de onderdrukten, die zich
tot de lief deleer van Jezus voelden
aangetrokken.
Voor hen betekende het een ver
lossing en een mogelijkheid tot hei
geduldiger dragen van hun lijden,
want het was juist in Jezus dat zij
voor het eerst erkenning van hun
menszijn vonden.
Ook al veranderde hun geloof
weinig aan de realiteit, het gaf hun
kracht hun kruis te dragen, iets dat
voordien ontbrak.
Zij wisten niet wat zij deden
De dreigende mogelijkheid van
een sterke aanwas van Jezus' aan
hangers was een van de voornaams
te redenen, waarom de priesters
zochten hem te doden.
Dat de Romeinen in de figuur van
de stadhouder Pontius Pilatus hier
aan hun medewerkink hebben gege
ven, behoeft geen verwondering te
wekken. Voor hen toch was Jezus
niets meer dan een van die velen,
die een nieuwe God predikten. Van
de ernst en de belangrijkheid van
Zijn prediking waren zij zich totaal
niet bewust.
Als mens was hij voor hen volko
men onbelangrijk, ja misschien in
zeker opzicht ook wel een beetje
lastig en waar de rust in het bezette
Joodse gebied er bovendien nog van
af hing en bij de Romeinen een
mensenleven weinig waarde had,
zoals trouwens over het algemeen
in die tijd, weerhield niets hen er
van om medewerking te verlenen
aan de ernstigste „moord" aller tij
den, namelijk de kruisiging van Je
zus Christus, Gods zoon. Jezus zelf,
die de mensen kende als geen ander,
heeft dit duidelijk gezien, hetgeen
blijkt uit zijn woorden aan het
kruis: „Vader vergeef het hun, want
zij weten niet wat zij doen!"
Van Jezus geboorte af, tijdens
Zijn leven tot aan Zijn dood, heb
ben de Romenen Hem niet gekend.
Pas later drong ook tot hen de leer
van de Verlosser door en volgden
duizenden en nogmaals duizenden
verdrukten zowel slaven als ook
vooraanstaande Romeinen het kruis,
ja, zelfs tot in de arena, waar zij
tot vermaak van de volksmassa
voor de wilde dieren werden gewor
pen.
Maar de triomftocht van het
Christendom, die een aanvang nam
met de geboorte van het kindeke
Jezus in de stal te Bethlehem, viel
niet te stuiten. De liefdeleer won
het pleit en zal dit steeds blijven
doen, daarvoor is het Kind van
Bethlehem onze borg.
MAAK ZWAKKE HANDEN
ZONDAGMORGEN 27 DECEMBER
GEEF royaal tijden» een vrije collecte
GEEF gebrekkige kinderen onderdak
GEEF hen meer levensvreugde
EEN BLIKSEMAKTIE (met geheim)
K.R.O. UITZENDING 27-12-'59
BLIKSEMACTIE
ten behoeve van lichamelijk
gebrekkige kinderen
Op de 3e Kerstdag wordt bij het
uitgaan van de H. Missen een be
roep gedaan op het katholieke volk
van Nederland ten behoeve van li
chamelijk gebrekkige kinderen.
Polio- en rheumapatientjes, als
mede patientjes met afwijkingen
geboren, zijn in oude zweedse ba
rakken in de St. Maartenskliniek
ondergebracht en er bestaat drin
gend behoefte aan een Internaat.
Toen knipte Trui het lich in de
bij-sacristie uit, sloot zorgvuldig de
deur en schommelde daarna bedrij
vig naar haar keuken, waar de olie
stond te walmen op 't fornuis.
Grad Heul had die middag de
kerststal afgebroken en dat was
knap vroeg als ge weet dat de olie
op Trui's fornuis voor de bollen
van Oudejaarsavond bestemd was.
Maar ja, 't was gebeurd, al waren
er voordat het zover was in de be
slotenheid van de pastorie dan ook
heel wat harde woorden over
vallen.
Pastoor van 't Hart met zijn acht
enzeventig jaren, was 't er niet mee
eens en hij had dat zo vierkant ge
zegd als zijn jaren en zijn huis
houdster toelieten,
Maar Trui had gezegd, dat 't
moest. Overmorgen zouden de schil
ders komen om te beginnen met 't
verf werk dat al jaren geleden had
moeten gebeuren.
D'r was nooit geld en d'r zou ook
wel nooit geld komen. Maar Pieke
Veermans, de schilder, had gezegd,
dat dat wel in orde kwam en zo
was afgesproken: 2 januari 's mor
gens om negen uur zou een begin
gemaakt worden.
De kerk kreeg een grote beurt,
groter dan pastoor van 't Hart zich
in de bijna veertig jaren van zijn
pastoraat herinnerde dat de kerk
ooit gehad had. Er zouden hoge
steigers komen en doeken over alle
beelden, die niet weggezet konden
worden.
Het altaar ging van de plaats en
vlak achter de communiebank zou
elke morgen opnieuw 't processie
altaartje het hoofdaltaar met de
gouden engelen moeten vervangen.
Ja, en wat kunt ge temidden van
al die heilige rommel met 'n kerst
stal beginnen en dan nog wel zo'n
levensgrote als de mens van de Tets
sinds mensenheugenis gewend wa
ren?
De hele hoek van 't St Jozefsal
taar werd er door in beslag geno
men en Miep Stiphout, die haar
plaats in de eerste bank had, moest
in de Kersttijd of verhuizen of bij
een of andere herder op schoot gaan
zitten. Mien verhuisde elk jaar op
nieuw. Maar goed, met zo'n bak
beest van een stal in de kerk zou
den de schilders zich niet kunnen
roeren. Ze zouden hun steigers niet
kunnen optrekken en, stél dat dat
allemaal wel zou kunnen, waar
zoudt ge dan na Driekoningen met
de stal en de beelden naar toe wil
len?
Zo had Trui gevochten tegen de
pastoor, die de kersttijd te vroeg
vond eindigen dit jaar. De argu
menten van Trui waren van prak
tischer aard dan de zijne, dat voel
de hij heel goed. Enfin de kerststal
is afgebroken vafhmiddag. En Grad
Heul had knap wat rommel achter
gelaten.
,Die mannen" gromde Trui ter
wijl ze de bende aan 't schoonma
ken was. „Als de schilders beginnen
zulde nog wat anders te zien krij
gen" had Grad Heul gezegd en dat
kon wel waar wezen, maar als de
schilders voor de éérste keer kwa
men, dan zouden ze een schone, een
brandschone kerk vinden. Boven
dien, morgen op Nieuwjaarsdag
moesten de mensen toch in een
schone kerk met hun schoonste
voornemens voor het altaar kunnen
komen. Vandaar dat Trui nog vier
uren bekant nadat Grad Heul zijn
pet over de oren getrokken had, met
dweilen en emmers en borstels aan
de gang geweest was. Nu zag de
zaak er weer uit alsof er nooit een
kerststal gestaan, ja, alsof morgen
uitgerekend het feest van St. Jozef
op Zijn eigen altaar gevierd moest
worden. Het werk was gebeurd en,
De Stichting Sterke Helpende
Handen zal weldra een bijzondere
nijverheidsschool (met regerings
subsidie) gaan bouwen. Kinderen
die de St. Maartenskliniek, na be
handeld te zijn, verlaten, kunnen
de bijzondere school bezoeken voor
het aanleren van een ambacht, aan
gepast aan de lichamelijke omstan
digheden van het kind. Doch ook
deze stichting zal de beschikking
moeten verkrijgen over een inter
naat, daar kinderen uit het gehele
land zullen worden opgenomen.
Op zondag 27 september, aan de
vooravond van de dag, waarop we
de onnozele kinderen gedenken zul
len na de H. Mssen tijdens een vrije
collecte, coupons worden uitgereikt.
De uitreiking van de coupons,
waaraan geheimen zijn verbonden
die op dezelfde dag door de KRO
in het avondprogramma zullen wor
den opgemaakt, heeft alleen tot
doel een volstrekte aandacht te ves
tigen op de nood waarin de licha
melijk gebrekkige kinderen verke
ren. Het is een vrije collecte.
Men is NIET verplicht tot het ge
ven van enige gift noch kunnen of
mogen coupons worden verkocht.
Wanneer op de 3e Kerstdag ook u
(een collectebus wordt voorgehou
den? Geef dan royaal en mild. Wan
neer uzelf en uw kinderen niet li
chamelijk gebrekkig zijn?
Dan kan juist tijdens het kerst
feest, dat wij vieren, uw offer ook
dankoffer zijn. Door het Neder
landse volk werden nog kort gele
den onder het motto: „Redt 'n kind"
tienduizenden kinderen gekleed.
Laten we echter onze eigen Ne
derlandse kinderen, die des winters
bij strenge vorst de St. Maartenskli
niek moeten verlaten om bevriezing
te voorkomen op zondag 27 decem
ber niet te vergeten.
zoals gezegd, de olie wachtte op 't
fornuis op de bollen
Het schemerdonker had bezit ge
nomen van de bijsacristie, waar de
grote beelden van de kerstgroep
door Grad Heul een beetje slordig
bijeen gezet waren. Ze stonden daar
te staanzoals beelden staan,
meent ge. Maar ge vergist U, want
de heilige drie Koningen, die nog
helemaal niet aan hun uitstapje
buiten de muffe bijsacristie toe wa
ren gekomen, lieten zich geducht
gelden.
Caspar vooral. Hij nam het niet,
dat zo'n huishoudster zo maar zijn
koninklijke waardigheid kon mis
kennen en hem, met konninklijke
ambtsbroeders in al hun gouden
majesteit kon laten staan, waar ze
een jaar lang gestaan hadden. Hij
sprak er luid over met Balthasar,
die overigens een bijzonder rustig
mens was, maar deze behandeling
ook bar vond.
Melchior, de zwarte koning, be
greep er niet alles van. „Onze dag
is er immers nog niet" zei hij en
daarmee was voor hem de kous af.
Maar Caspar en Balthaser keken
verder dan hun neus lang was. Ze
stonden immers niet meer alleen,
zoals in de dagen van Kerstmis.
De herders met de schapen, Maria
en Jozef, de os en de ezel en zelfs
het lieve Jezuskind in het houten
kribje stonden opgeborgen.
Neen, dat ging een Driekoningen
feest worden zonder de feestelijke
tocht naar de stal met de ster.
Melchior mocht er dan al fiducie
in hebben dat ze op zes januari met
z'n drieën naar de stal en het Kind
konden trekken, zij hielden zich lie
ver aan wat ze zagen. Trouwens,
had Sint Jozef niet duidelijk genoeg
gezegd, dat de stal al half afgebro
ken was toen ze hem hierbinnen
hadden gedragen?
En wat 't stro uit 't kribje niet
reeds weggegooid?
Daar stonden Caspar en Baltha
sar zowat over te praten, toen een
jonge herder, de bolkfluit in de
hand, zo langs zijn neus weg op
merkte, dat Trui de drie majestei
ten dan toch maar mooi te pakken
had gehad.
Caspar en Balthasar waren te
verontwaardigd om iets terug te
zeggen. Hoe durfde zo'n snotneus
hun koninklijke waardigheid te be
ledigen, hoe durfde hij!
Maar juist toen Caspar, de vu
rigste van de drie, wilde uitvaren,
zei Melchior tegen de knaap: „En
jij dan, vind jij 't zo plezierig voor
Nieuwjaar alweer opgeborgen te
zitten in de kast, waar je een heel
jaar lang op Kerstmis kunt wach
ten?
Neen, dat vond de jongen ook niet
plezant, maar hij haalde zijn schou
ders op: „Wat doe je er an?"
Toen pas kwam Caspar los: „Wel
voor den drommel, wat doe je d'r
aan, wat doe je d'r aan? Is dat taal
voor een flinke jonge vent, die han
den aan zijn lijf heeft om te wer
ken?"
De knaap keek verbaasd, wat be
doelde de koning? Hij begreep er
niets van: „Ik snap niet waar U
heen wilt", hij zei:
Dat zal ik je dan eens uitleggen",
zei Caspar, „kom eens hier
En behalve de overblufte jongen
kwamen ook wat oudere herders en
zelfs Sint Jozef persoonlijk naar de
koning toe om van hem te horen
wat hij van plan was.
.Luister", zei hij op fluisterende
toon „we moesten samen doodge
woon de stal, die afgebroken is,
weer opbouwen. Gij heilige Jozef
zoudt de leiding moeten nemen, ge
verstaat dat handwerk beter dan
een van ons. En jullie, herders moe
ten helpen zo hard als je kunt. Mel
chior, Balthasar'en ik zullen dan,
als jullie klaar bent de Moeder Gods
en het lieve Kind naar de stal ge
leiden".
t Was even stil in de bijsacristie.
De klok van de kerktoren sloeg ne
gen uur in die stilte keek Jozef naar
zijn bruid om van haar te horen
wat hij zou moeten doen. Ze knikte
met een lieve glimlach: „Ge zoudt
Trui misschien verdrieten, maar
misschien ook niet, Ge doet maar".
Voorzichtig schoof de jonge her
der de zware deur van de bijsacris
tie open om te zien of niet een of
ander godvruchtig mens op de laats
te avond van het jaar was blijven
nabidden.
De lege kerk was bijna donker.
Door de diep gekleurde ramen viel
wat maanlicht naar binnen, genoeg
om in stilte te kunnen werken. Een
voor een schoven ze door de deur,
knielden even voor het hoogaltaar
en trokken naar 't altar van St. Jo
zef, die zijn eigen glorie met plezier
opschortte om plaats te bieden aan
hen, die het Kind kwamen huldi
gen.
Onder de toren lagen de brok
stukken van de stal, juist zoals
Grad Heul ze er neergesmeten had,
toen het zwaarste werk gedaan was.
Na Nieuwjaar zou hij de rommel
wel verder opruimen, had hij tegen
Trui gezegd. Nu was 't welletjes.
Heul was er bepaald niet zuinig
mee geweest. Het dak was verfom
faaid en een van de poten was ge
broken. Maar de timmerkist van
Grad stond bij de restanten en dat
was voor Sint Jozef een hele troost.
De heilige timmerman gaf zijn
aanwijzingen en het duurde maar
eventjes of de hele rimram van
planken en palen en balken lag
keurig netjes gesorteerd in het zij
pad bij het Jozefaltaar, kort bij de
biechtstoel van pastoor 't Hart. En
andermaal een kwartiertje later be
gonnen zich de lijnen van de stal al
weer af te tekenen tegen de tiere
lantijntjes van het Sint Jozefaltaar.
Het zwarte jonk, dat de kameel
van koning Caspar altijd drijven
moest, liet zich door een van de
tuimelramen naar buiten glijden om
al vast wat groen te halen, hier of
daar in de pastorietuin. Met een
arm vol dennen takken kwam hij
terug en toen stond de stal al weer
helemaal overeind.
„Ge hebt zeker een wondertje
gedaan, he? fluisterde hij in onver
valst Persisch tegen St Jozef, maar
die gaf hem voor zijn schalkse on
eerbiedigheid een draai om z'n oren.
Caspar, die met Balthasar en Mel
chior vanuit de brede eiken bid-
stoel op het hoofdaltaar de bouwerij
had gadegeslagen, kwam eens wat
dichterbij kijken en stelde vast dat
het tijd werd om Maria en het Kind
te gaan halen.
Samen met Balthasar droeg hij
heel voorzichtig het houten kribje
naar het midden van de stal. Het
zwarte jonk kreeg opdracht hulzen
van wijnflessen te gaan halen in de
kelder van de pastorie, 'n Opdracht!
Maar ook de pastorie bleek tui
melramen te hebben en enkele mi
nuten later lagen de hulzen, geu
rend nog naar de oude Bourgogne
in 's pastoors kelder, reeds in het
kribje.
Toen kwam voorzichtig over de
glad gewreven tegels Maria met
haar Kindje aangewandeld. Ze leg
de Het temiden van het stro en
spreidde het witte kleed dat altijd
over de Kleine lag, behoedzaam uit
over haar Jongen. Daar hadden ze
allemaal stil en voldaan naar staan
kijken, maar toen het Kindje een
maal lag was het tijd, dat iedereen
zijn plaats ging innemen. De os en
de ezel werden naar hun plaats
achter het kribje gebracht, de her
ders zetten hun schapen op de plaats
en kozen zelf daarna een plek,
waarvandaan ze heel de tijd door
het Kindje zouden kunnen zien.
Caspar, Balthasar en Melchior
knielden gedrieën vlak voor de
kribbe. Volgens Melchior was dat
te vroeg, omdat 't nog pas 1 jan.
ging worden, maar Caspar en Bal
thasar waren niet te vermurwen.
Daarom sloot ook hij zich bij de an
deren aan.
Toen het eerste morgenlicht door
de kerkramen viel, was het net als
of in de parochiekerk van de Tets
de kerststal nooit weggeweest was,
net alsof geen Trui opdracht tot
slopen gegeven had, net alsof Grad
Heul naar de stal niet omgekeken
had.
In het kamertje van Trui liep de
wekker af. Ze dacht „Sjakkes" en
zei: „Geloofd zij Jesus Christus" en
haastte zich daarna om aangekleed
te raken.
Ieder jaar was zij het die pastoor
van 't Hart alle heil en zegen het
eerst toewenste en aan die traditie
wilde ze vasthouden. En bovendien
viel er voor de vroegmis zo nog 't
een en ander te redderen. Daar was
gisteravond in de drukte niet veel
van gekomen, 't Was tegen half ze
ven toen Trui haar keuken verliet
om in de sacristie de misgewaden
klaar te gaan leggen, die de zeven-
uurspater straks dragen zou.
Dat ging allemaal met bepaalde
gebaren, die ze zich als een vol
maakte kosteres in de loop der ja
ren had aangewend. Met tien minu
ten was alles gebeurd en stapte ze
de schemerdonkere kerk in om ach
terin de grote deur open te zetten
voor de vroegkomers.
Op 't priesterkoor gekomen knip
te ze 't grote licht aan enhaar
hart stond stil. Zag ze goed, zag ze
werkelijk goed?
Stond daar de kerststal, die ze
gisteren met eigen ogen door Grad
Heul had zien afbreken?
Ze wreef met een resoluut gebaar
door haar ogen, kneep zichzelf
eens in de wang en keek opnieuw..
Warempel, daar stónd de stal, de
stal met al de beelden.
„Heregod" riep ze luid door de
lege kerk en van alle kanten hoorde
ze haar uitroep door de wanden te
rugkaatsen. Zo hard ze lopen kon
rende Trui de kerk uit, recht naar
de pastorie, recht naar de werk
kamer van pastoor van 't Hart, die
het eerste deel van zijn brevier aan
't bidden was.
Hij schrok: „Wat isMaar de
pastoor kreeg de kans niet zijn zin
af te maken, want in een stortvloed
van woorden vertelde Trui wat er
gebeurd was, wat ze met eigen
ogen gezien had. „En 't is een won
der", zei Trui, „gerust waar pastoor
'n groot wonder".
Onthutst door de opgewondenheid
van Trui en nieuwsgierig ook slofte
pastoor van 't Hart, sneller dan zijn
jaren verdroegen, naar de kerk.
Warempel ja, daar stónd de stal,
alsof geen mens ze gisteren opge
ruimd had. Daar stonden pastoor en
huishoudster beduusd bij, dan ke
ken ze elkaar aan, wilden allebei
iets tegelijk zeggen enzwegen
beiden.
Maar 't scheen 'n ogenblik alsof
de jonge herder met zijn blokfluit
in lachen scheen uit te barsten.
Maria's lieve glimlach was als al
tijd, ofschoonPastoor van 't
Hart heeft er heel, heel lang over
gedacht.
Nooit heeft Trui er naar getaald
de kerststal af te breken voordat 't
feest van Driekoningen, compleet
met oktaaf voorbij was. En als er
S.V.V.-NIEUWS
Terwijl le en 2e elftal van een
rustige zondag konden genieten, le
verde het 3e elftal in Well tegen
E.W.C. een boeiende strijd om een
plaats in de volgende bekerronde.
Ondanks regen en harde wind een
prettige en vlotte wedstrijd. Voor
de rust met de wind mee waren on
ze 3e elftallers oppermachtig op het
middenveld en het aantal doelpun
ten was met 3 stuks wat aan de zui
nige kant,, temeer daar E.W.C. met
enkele uitvallers er 2 wist te fabri
ceren.
Bepaald pech hadden onze jon
gens, dat juist rust werd gefloten
onderwijl een hard schot op het
EWC-doel onderweg was, dat
bovendien raak was maar niet werd
toegekend om hiervoor omschreven
redenen.
Ondanks tegenwind was Venray
na de rust zeker niet minder in de
aanval dan EWC, doch men slaagde
er niet in te scoren. EWC wist gelijk
te maken en deze stand te behou
den, zodat de wedstrijd verlengd
moest worden. In deze verlenging
was EWC de gelukkige om het eerst
te doelpunten en daarmee de wed
strijd te winnen.
Venray 4 speelde voor de compe
titie tegen Melderslo2 en was in dit
gebeuren oppermachtig, zodat het
einde kwam met een mooie 60-
overwinning nadat de rust met 40
was ingegaan.
Programma voor zondag 27 dec.:
Venray IDe Ster I
Wilhelmina'08 3Venray 2
YsselsteynVenray 3
Venray 4Sevenum 2
Wittenhorst 5Venray 5
Venray I krijgt dus de huidige
leider van haar klasse op bezoek.
In mei -j: 1. behaalde onze ploeg een
gemakkelijke 52-overwinning op
deze tegenstanders. Het ziet er naar
uit dat intussen de krachtsverhou
dingen zijn gewijzigd in ons nadeel
zodat een overwinning niet erg voor
de hand liggend lijkt. We zijn be
nieuwd in welke formatie trainer
Swanenberg zijn mannen zal laten
aantreden om de schok van Budel
na de hoopgevende wedstrijd te
gen Wittenhorst op te vangen.
Venray 2 op bezoek bij Wilhel-
mina 3 moet in staat worden ge
acht om niet met lege handen uit
Weert terug te komen.
Venray 3 gaat op bezoek bij de
momenteel ernstigste kampioens
kandidaat: Ysselsteyn. Indien de
Victorianen op een gemakkelijke
zege rekenen zijn zij de plank mis;
onze jongens zullen hun huid zo
duur mogelijk trachten te verkopen.
Een verrassing achten wij niet uit
gesloten.
Voor Venray 4 wordt het zondag
de beslissing of men al of niet aan
spraak kan maken op de titel. Bij
een nederlaag zijn de kansen prak
tisch verkeken terwijl een overwin
ning hen weer aardig in het gareel
brengt.
Ook het 5e elftal moet zondag be
wijzen, dat zij nog mee willen doen
in de strijd om de leiding. Diverse
kandidaten zijn hier nog in betrok
ken en één van de belangrijkste is
hun tegenstander van a.s. zondag.
De handen ineen jongens en zorg
dat er een overwinning uit de bus
komt.
Oordeelt U zeil maai!
Allen Zalig Kerstfeest en
Zalig Nieuwjaar
Slijterij-Wijnhandel
Harkt 15
Tel. 1971
zo tegen tien, twaalf januari al eens
iemand tegen Trui zei, dat 't toch
zoetjesaan toch wel tijd werd om de
stal en de beelden op te ruimen, dan
meesmuilde Trui iets van „tijd ge
noeg". In gedachten zag ze dan die
wonderlijke gilmlach weer rond
Wonderlijke glimlach iweer rond