Particuliere woningbouw Deurne's zandwegen-plan ook in Venray? Overpeinzingen Transportbedrijf eindigde op het oorlogskerkhof. Zaterdag 14 november 1959 No 46 TACHTIGSTE JAARGANG F--. CONFECTIE VAN Vul* "EEN RIJK BEZIT PEEL EN MAAS DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPFKRT AH VHOR VFNRAY FN HM^TFFFFIM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm ABONNEMENTS- GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 CrCXlDLHU V UUI\ V I IJ, 1^1 \J1Y1 J 1 IMuilCtll PRIJS PER KWARTAAL 1.40 BUITEN VENRAY 1.60 Waar in Maastricht precies de premie-aanvragen voor woningbouw binnenkomen, weten we niet, maar het moet er daar op dit ogenblik toch wel allesbehalve fraai uitzien. Sinds midden mei heeft men daar immers de aanvragen maar opgesta peld en opgestapeld, in afwachting van wat de nieuwe premie-regeling voor woningbouw zou gaan brengen. Nu dan zo half en half uit gaat lekken hoe deze nieuwe regeling er gaat uitzien, blijkt wel - ondanks de bezwaren die voorshands door de Kamer zijn geuit - dat men van re geringswege een bepaalde nieuwe politiek op woningterrein wil gaan voeren. Een politiek, die er vooral op is gericht, in de goedkopere wo ningwetwoningen die mensen te brengen, die slechts een bepaalde loongrens halen. Dat houdt dus in dat in de zgn. goedkopere woningen, die in de toekomst door gemeente of woningbouwvereniging gebouwd zul len worden, practisch alleen maar loontrekkenden kunnen gaan wonen. Loontrekkenden die dan nog altijd maar een bepaalde loonsom per jaar verdienen. En de overigen zullen in de duurdere woningen moeten gaan wonen of zelf moeten gaan bouwen. Dit laatste is kennelijk de opzet van de overigens zeer moeilijke nieuwe regeling. Men wil bezitsvor ming, welke de regering thans te recht voorstaat, feitelijk met een soort zachte dwang tot gelding bren gen. Door allerlei manipulaties heeft men in het verleden de huren steeds op een zodanig peil gehouden, dat 't voor te weinigen aantrekkelijk was een eigen woning te bouwen of te gaan verhuizen. Over het hoe en waarom van deze politiek, die ook zijn goede kanten had o.a. t.a.v. het loonbeleid, willen we het verder niet hebben, maar al leen slechts vaststellen, dat men in Nederland zeer goedkoop woonde t.o.v. het buitenland en dat men de vooroorlogse percentages van wat men toen „verwoonde" na de oorlog zelfs gedrukt heeft. De regering is intussen die politiek aan het wijzigen en de huurverho gingen liegen er niet om. En zullen er ook in de toekomst niet om lie gen.... Deze huurstij ging, gecombineerd met het verbod om de zgn. goed kopere woningen te verhuren aan mensen, die meer dan 7.000 per jaar bruto verdienen en de nieuwe niet-ongunstige subsidie-regeling voor eigen-bouwers zal in de nabije toekomst 'oorzaak zijn, dat nog meer dan in het verleden de nadruk komt te liggen op woningbouw in de par ticuliere sector. Aangezien het voorlopig voor de kleine bouwer nog weinig aantrekke lijks heeft om huurhuizen te bou wen, zal dus vooral de nadruk ko men te liggen op de particuliere bouwer, die voor eigen bewoning een huis zal gaan zetten. We hebben in het verleden jam mer genoeg er op moeten wijzen, dat particuliere woningbouw in onze ge meente niet bepaald iets is, wat zo lekker vlot van stapel loopt. Een eigen-bouwer, die in de kom persé niet in plan-zuid wil wonen, moet van goede huize zijn, wil hij zijn plannen elders verwezenlijkt kunnen krijgen. Waarbij we.aanteke- nen dat de bouwterreinen in zuid ook nog maar pas enkele weken ter be schikking zijn. Overal elders zijn de nog te be bouwen stukken ofwel particulier eigendom, ofwel reeds lang bespro ken en gereserveerd ofwel men weet niet wat de stedenbouwkundige er wel precies van zeggen zal Hoe lang het hier geduurd heeft voordat er een terrein gereserveerd werd voor bungalow-bouw weet men uit eigen aanschouwing maar het il lustreert wel de haast, waarmede men dergelijke projecten aanpakt. Dat is dus de kwestie grond, waar bij we over grondprijzen niet zullen spreken. Als men nu echter stelt, dat in bepaalde grondprijzen ook alle andere werken, als riolering, elec- triciteit, trottoirs, plansoentjes enz. in vercalculeerd moeten zijn, dan is men er o.i. niet met te zeggen, dat men in andere wijken, waar men deze stelling niet heeft of behoefde te volgen, dan geluk heeft gehad met de goedkopere grondprijzen. Maar dat is een materie, die we later nog wel eens nader kunnen belichten. Want ondanks veel hogere prijzen, loopt men ook nog met baat-belas ting plannen. Heeft men grond dan kiest men natuurlijk een architect en die stelt dan een plan op. Dat hij dat moet doen aan de hand van een totaal verouderde en zich zelf tegenspre kende bouwverordening onzer ge meente is een feit dat onder vak mensen nog al eens een meewarig lachje te voorschijn tovert. Men is intussen ook al weer ge ruime tijd bezig met een nieuwe bouwverordening We zullen over de welstandscom missie netjes zwijgen en vertrouwen, dat op hen de klacht der Limburgse architecten niet van toepassing is, dat ze zich teveel bemoeien met het geestesproduct van een ander en soms regels voorschrijven, die tegen het hele idee van de architect in gaan; Dan komt de lange lijdensweg der ambtelijke instanties van provincie en rijk, voordat dan uiteindelijk eens alle subsidies e.d. zijn toegekend. Een jaar voorbereiding is iets waar de gemiddelde bouwer thans zeker rekening mee dient te houden Nu is het zo, dat men de gemeen telijke instanties zeker niet voor dit jaar oponthoud met soms belang rijke financiële nadelen voor de as pirant-bouwer verantwoordelijk kan stellen. Daarvoor zijn ook provincie en rijk te veel in dit „spel" betrokken. Maar van de andere kant is het toch ook niet zo dat men bepaald enthousiast is over de medewerking en hulp, die men van gemeente wege biedt. Met name de grond-pro cedure is een geschiedenis die o.i. te veel tijd vergt, voordat hier een redelijke oplossing wordt geboden. Er is te weinig keus, te weinig gelegenheid. En bovendien ligt het zeker op de weg van de gemeente bij andere ambtelijke instanties op de meest mogelijke spoed aan te drin gen. Een andere vraag is of de gemeen telijke financieringsregeling niet op de een of andere wijze terug kan komen. Zeker we weten, dat door de rijksvoorschriften het voor een ge meente onmogelijk maken gelden voor eigen-bouwers beschikbaar te stellen, waarom de financiering van een en ander nu maar helemaal over te laten aan verzekeringsmaatschap pijen lijkt ons nog altijd voor ver schillende bouwers een zeer gevaar lijke en dure zaak. We geloven dat de nieuwe premie regeling ook voor ons aanleiding moet zijn het gemeentelijke beleid inzake eigen-bouw eens wat nader te bepalen en dienovereenkomstig zulke maatregelen te treffen, dat nu ook in daden omgezet wordt, wat men al zo dikwijls met de mond be leden heeft nl. een zodanig steun te geven aan hen, die zelf willen bou wen ,dat hun plannen op de kortst mogelijke wijze zonder te grote kos ten en te moeilijke procedures ver wezenlijkt worden. De maatregelen welke daartoe moeten worden getroffen zijn uit bovenstaande opmerkingen voor een deel te distilleren. Waarbij daar naast ook de verkoop van reeds ge bouwde gemeente-woningen een an der maar ook belangrijk hoofdstuk Wanneer men met officiële per soonlijkheden in Deurne spreekt en men vertelt uit Venray te komen, kan men er stee-vast van opaan, dat de opmerking volgt: „Stom feitelijk, dat twee gemeenten die zoveel met elkaar gemeen hebben zo weinig contact met elkaar hebben". Deurne met zijn kerkdorpen met zijn peelontginningen met zijn zand wegen en zijn scholen, met die hon derd en een problemen, waarmede Venray ook zit te tobben, lijkt door een ijzeren gordijn van het Lim burgse gescheiden. Het meest viel dat op bij het ko peren jubileum van de Burgemees ter, toen men tot uit de Kempen collega's en vrienden daar in het majesteuze gemeentehuis kon ont moeten maar van Venray, Horst Se- venum, om maar enkele te noemen geen sterveling zag. De peel die grijze barrière van eeuwen blijkt ook thans onoverwin- nelijk al is ze intussen dan ook ont- gonnen I Hoogstens over de plaats van een j woonwagenkamp spreekt men met elkaar omdat het nu eenmaal niet anders kan We moesten hieraan ook denken, toen men ons op datzelfde gemeen tehuis de kaarten ontvouwde, die het zandwegen-plan van deze ge meente illustreren. Men heeft daar in Deurne n.l. een 4 jaren plan op gezet om een honderdtal kilometers zandwegen verhard te krijgen. En als men dan in de toelichting leest, dat de gemeente Deurne, als een der uitgestrekste gemeenten van Neder land, met een krans van kerkdorpen, speciaal wat de onderlinge verbin dingen betreft, feitelijk veel te kort komt t.o.v. ander plaatsen, dan kan men dat hele betoog precies hezelfde voor Venray gebruiken. Ook hier te veel zandwegen, ook hier moeilijkheden 's winters voor het zo broodnodige vervoer, ook hier tientallen klachten van mensen, die qua hun beroep hier dagelijks over heen moeten, ook hierZo kun nen we door blijven gaan. Er is echter een wezenlijk verschil. De gemeente Deurne heeft uit dat hele betoog een enkele conclusie ge trokken: we stellen een grondig on derzoek in. Daaruit bleek, dat er in derdaad op veel plaatsen een voor moderne begrippen onmogelijke si tuatie ligt. Dat moet dan veranderd worden. Men heeft toen de boeren-raads- leden bij elkaar gezet en men heeft deze mensen eens kaarten getoond en vragen gesteld. In onderling overleg is toen bepaald welke zand wegen noodzakelijk verhard moes ten worden en men heeft aan de hand daarvan een financieel plan opgesteld, waar men op het eerste gezicht van duizelde. Men heeft het provinciaal bestuur er bijgehaald de Cultuur Technische Dienst en vele ander instanties, men heeft ze in een bus eens over deze zandwegen gevoerd, enkele inter views ingelast en ondanks het feit, dat iedereen al op voorhand zei, dat een dergelijk duur plan geen kansen had in een tijd van kapitaalsgebrek en wat dies meer zij, worden van de week de eerste 40 km verharde zandweg afgeleverd De bet-weters hebben ongelijk ge kregen en de boeren zijn wat best tevreden over dit voortvarend be leid dat ook op ander terrein nieuwe mogelijkheden voor Deurne geopend heeft. En intussen ziet men tussen de bomen de diesel-wals verder wer ken aan de volgende kilometers. Belangstellend wordt gevraagd hoe men in Venray een en ander op knapt, want daar is hettoch ook nog knapt, want daar is het toch ook nog Neen inderdaad niet. Ook in Ven ray zitten we met tientallen kilome ters zandwegen, die nu de herfst en de winter met nattigheid, sneeuw en vorst komt, op verschillende plaat sen zelfs onbegaanbaar worden. Op zo'n vraag weet je feitelijk geen goed antwoord. Je vertelt, dat een groot deel van de Venrayse zandwegen in het ruilverkavelings plan Lollebeek valt en daarin of wel gaan verdwijnen ofwel omge legd worden. Maar wanneer.... Ja, dat weten we nog niet Een ander deel ligt niet in 't ruil- verkavelingsvlak en zal dus op de een of andere wijze opgeknapt die nen te worden. We waren eerst van plan een eigen grintkuil te organiseren, waar van het grint gebruikt kon worden voor verharding, maar dat is mis lukt. Nu hebben we grint aangekocht, en dat voldeed in de zomermaan den heel aardig, al is 't nog altijd een heel gebrekkige oplossing tegen een verharde weg.... Wat het van de winter zal worden is ook voor de vaklui nog een grote vraag. En voor het overige wordt er links en rechts o.a. op de Heidse Peel weg wel een proef genomen om tot ver harding te komen maar op het Bra bantse schijnt men beter in het geld te zitten want in ons dierbaar Ven ray horen we maar steeds de klacht, dat er geen centen zijnEn we mompelen nog wat over een weg schaaf maar het klinkt allemaal wat iel, als je op een goed verharde weg staat, naast een boer die ver telt, dat hij dat ook allemaal heeft gekend, maar 't hielp „gen zak". En met dat feitelijk nietszeggend antwoord zijn we weer op Venray aangereden. Laten we eerlijk wezen, alles wat we de laatste jaren aan onze zand wegen hebben gedaan is weggegooid geld geweest. Of het dit jaar er opgebrachte grint helpen.zal is een vraag waar aan feitelijk niemand gelooft. Toch worden jaarlijks kapitalen uitge trokken op de begroting voor het onderhoud van idem zoveel km zandwegen, maar het is in feite weg gegooid geld. Wie over enkele maanden de proef op de som wil nemen moet de we gen eens gaan volgen, die de bakker en kruidenier, de dokter en vroed vrouw, de controleur en de boer da gelijks moeten berijden. Laat hij de hemel bidden, dat het niet te hard geregend heeft, gesneeuwd of gevro ren, want hij zal in een modderbrij belanden, waar hij van schrikt Maar toch idem zoveel geld voor onderhoud Laat het waar zijn, dat in het Lol- lebeekplan met een klap die misère zal opgelost worden. Het is van harte te hopen en dat is misschien waard de wachtijd nog uit te zitten. Want voor men zover met het Lol- lebeekplan is, zal nog wel wat jaar tjes duren. Al blijft de vraag of reeds als aanloop op de volvoering van dit plan niet vast met dit on derdeel begonnen kan worden. Maar dan blijft er nog altijd de andere helft in onze gemeente over, waar men met precies dezelfde moeilijkheden zit te kampen. Wordt het dan niet eens tijd, dat hiervoor ook eens plannen worden opgesteld. Als men op voorhand met het ver haal aankomt, dat hier toch geen geld voor is, dan mag men wijzen op Deurne. Daar was ook geen geld, maar daar zijn nu de eerste kilome ters harde zandweg geen fata-mor- gana meer, maar reëele werkelijk heid en men heeft beslist geen ver borgen geldmijntje gehad Men vertelt er wel hardop dat men alleen al door de verminderde on derhoudskosten de rente van het daarin gestoken geld dik betaalt Waarom kan dit niet in Venray? Het is weer tijd dat de gemeente lijke begroting wordt opgesteld. De vraag moet gesteld worden of het nu ook niet de tijd is, om ook dit probleem eindelijk eens definitief te gaan aanpakken i.p.v. weer klakloos idem zoveel duizenden guldens er op te zetten voor onderhoud van zand wegen. Want daar helpt geen onder houden aan. Een nachtvorstje en al het geld zit in de modder Men zou er eens een reisje naar Deurne aan kunnen wagen, om eens te zien hoe het anders kan 16.000 MENSEN Het zal U, geachte lezer, wel het zelfde gegaan zijn als mij, toen U dat vraaggesprek las, dat een van de redacteuren met de stedebouw- kundige ir. J.Margry had en waarvan U vorige week een samenvatting in dit blad vond. U hebt waarschijn lijk met de ogen geknipperd toen U daarin vond, dat deze deskundige op dit moment planen voor het Wes ten van Venray-kom aan het opstel len is, die woongelegenheid moeten bieden voor zo'n kleine 16.000 inwo ners Als leek en buitenstaander, als iemand, die de paardentram nog door Venray heeft zien huppelen en het standbeeld van Hensenius de eerste, als 't snmmun van cultuur heeft horen betitelen, is die tegen woordige vaart, waarmede men Oost, Zuid en nu ook West gaat vol bouwen, soms wat onbegrijpelijk.. Terwijl we zitten te kankeren, dat er bij al die voortvarendheid en opbouw nog feitelijk veel te weinig gebeurt, komt daar dan opeens iemand vertellen, dat hij sinds jaar en dag bezig is een woongebied te creëeren, dat over ongeveer 30 jaren tweemaal zoveel inwoners tellen zal, dan nu de huidige kom. Op zo'n moment moet je even slikken en je vraagt je onwillekeu rig af: ja maar is dit nu feitelijk niet wat al te veel van het goede. Omdat je geen ander commentaar hebt. Terwijl je je zaterdagse krantje op je gemak door wilt lezen, wordt men in een keer voor problemen neergezet, waar je feitelijk altijd zo maar netjes langs gelopen hebt. Toen de foto van de 18.000ste inwo ner in de krant stond heb je bij je eigen gedacht: jonge, we schieten wel lekker op en we hebben er al zo veel meer dan Horst. En toen en kele jaren daarna op een vastel- aovenddag de 20.000e kwam, heb je er een extra borreltje op gepikt, maar je daarnaast toch feitelijk nooit zo dik over gemaakt, waar al die mensen nu wel wonen en wer ken, en je nooit geraliseert, dat die groei van dat inwonertal alleen maar vlotter en vlugger gaat met de jaren. Dan opeens lees je zo'n artikel en weet je toch feitelijk niet goed, wat je daar nu wel op zeggen moet. 16.000 meerhet is geen kleinig heid16.000 mensen.... 16.000 MENSEN Dat betekent, dat je als God blieft je oude dag zult doorbren gen in een stad van bijna 40.000 in woners en dat je kinderen zullen werken en wonen in een Venray waar we nu geen weet van hebben. Dat betekent nieuwe kerken, nieu we scholen, nieuwe fabrieken nieu we winkels. Dat betekent nieuwe stadswijken en houdt vanzelf in sport- en spel- gelegenheden voor allen, die in kor tere werktijden hun vrije tijd pro ductief moeten maken. Dat betekent een lawine van nieu we en grootsere dingen, waarvan nu reeds de fundamenten moeten wor den gelegd. En dat houdt tenslotte weer in een nieuwe en nog grotere verantwoordelijkheid van allen, die in het nu van vandaag de toekomst moeten gaan plannen Eerlijk gezegd, vinden we dit toch wel wat griezelig. Al heb je met je neus vooraan gestaan bij de naoor logse ontwikkeling van ons aller ge meente met zijn nieuwe wijken in Oost en Zuid met zijn nieuwe ont ginningen en uitbreidingen in de kerkdorpen, met zijn industrievesti ging en scholenbouw, je liep altijd met het idee, dat dit feitelijk een soort inhalen was van wat door de oorlog verhinderd was. En je realiseerde je feitelijk te weinig, dat er dagelijks nieuwe men sen bijkomen en dat je in de nieuwe wijken tientallen onbekende namen tegen komt, waarvan je nooit ge hoord hebtHet bewijs van een stille groei ook buiten af. 16.000 MENSEN Zo wordt je dan op 'n dóódsimpele zaterdagmiddag met je neus op een probleem geduwd, waarvan je feite lijk de grootte en omvang maar moeilijk raden kunt. Maar toch be sef je wel, dat men deze ontwikke ling zo maar niet kan laten komen. Het was in 1938 toen de heer Evans, een vitale kerel van tegen de vijftig, zijn iedeaal bereikte. Jaren lang had hij er naar gestreefd eigen baas te worden Elke penny hadden hij en zijn vrouw voor dit doel opzij gelegd. Eindelijk had hij het beno digde bedrag bij elkaar en nu zijn vier jongens de leeftijd hadden waarop zij hun vader konden mee helpen moest het ervan komen. Er werd gerekend en nog eens gere kend. Er werden plannen gemaakt en vergunningen aangevraagd, En toen, op een mooie lentedag, was het Engelse provinciestadje, waar de familie Evans woonde, een bedrijf rijker. Want door de straten reed 'n grote vrachtauto. „Evans Sons, Transportbedrijf,, stond erop geschilderd. Het was hard, heel hard werken voor vader Evans en zijn jongens. Maar weldra toonden de bedrijfs resultaten dat het ging. De zaak liep en spoedig, misschien volgend jaar al, zouden ze er een tweede wagen bijkopen. Toen kwam de oorlog. De vier jon gens werden opgeroepen om hun militaire dienstplicht te vervullen. De vrachtauto werd gevorderd. „Maar", zo verzekerden de leden van het gezin Evans elkaar, „als al les voorbij is, beginnen we op nieuw!" Na vijf jaar was alles voorbij. En, voor de heer Evans, letterlijk alles. Want zoals de oorlog eens het einde betekende van zijn bedrijf, had deze ook een zwarte streep gehaald door het geluk van zijn gezin. Wanneer vader Evans mijmerde over de afge lopen vijf jaren, kon hij zich bijna niet voorstellen, dat er eigenlijk nog maar zo'n kort spanne tijds verlopen was, sinds hij met zijn zoons in de vrachtauto van Evans Sons dooi de straten reed. Dan snoerde de gedachte aan het geluk van toen hem de keel dicht en dwaalde zijn blik door de kamer. Daar stond de foto van zijn oudste zoon: gesneuveld in Noord-Afrika. Ernaast de foto van de tweede, ge vallen bij Monte Cassino in Italië. De derde opname toonde het beeld van zijn derde zoon, die de dood vond aan de Nederlandse grens en bij Kleef werd begraven. Achter deze drie foto's stond een grote foto, de laatste die werd ge maakt van zijn vrouw die overleed, omdat zij al dit verdriet niet meer aan kon. En tegenover hem aan ta fel zat zijn jongste jongen die zich moeizaam voortsleepte omdat hem in de oorlog een been werd afge schoten. Zo eindigde het geluk van de heer Evans. Het oorlogsleed had in vijf jaar een oud man van hem gemaakt. PELGRIMSTOCHT In september 1958 rijden vijf grote autobussen naar het oosten in de richting van de grens en verder, naar Kleef in het Reichswald. Het is bijna dezelfde weg, die Evans' zoon en zijn vrienden in februari en mrt. 1945 gingen, bij de bevrijding van Nederland. De weg, die voor velen de laatste was, omdat zij de dood vonden in de vreselijke gevechten, Wat kome wil, dat het maar komt, want ieder zinnig mens zal begrij pen, dat dat onmogelijk kan. Zoals de naoorlogse ontwikkeling van Venray tot op heden in een on gekend en verbluffend snel tempo is gegaan en allerhande groei-proble- men met zich bracht, problemen, waar we soms nog mee worstelen, zo zal de komende ontwikkeling steeds maar sneller, in een steeds maar vlotter wordend tempo door gaan. En terwijl we met het eerste hoofdstuk nog niet klaar zijn, zitten we, voor dat we het goed en wel weten, midden in hoofdstuk nr. 2. En het gevaar bestaat dan wel, indien we niet oppassen, dat we nooit meer bij raken, maar verdrinken in de overvloed van problemen. Daarom is het feitelijk zo jammer, dat b.v. in de hal van het gemeente huis, waar iedere Venrayer tenslotte wel eens komt, deze Venrayse mens niet geconfronteerd wordt met teke ningen en maquettes van het ko mende Venray. Die dan niet alleen een manend teken zijn voor onze vroede vaderen, maar ook voor ieder van ons, die op de een of andere wijze toch met dit probleem gecon fronteerd zal worden en ieder op zijn wijze hiermede te maken krijgt. 16.000 MENSEN We behoeven over dit aantal niet in paniek te raken. Waarom? Het is alleen een verheugend te ken, dat men van hogerhand met een gezonde groei en bloei van ons aller Venray reeds nu durft te re kenen. Maar zal van onze kant de consequentie uit getrokken dienen te worden, dat wij ieder op onze eigen plaats niet alleen de proble men, die aan deze groei inhaerent zijn onderkennen, maar ook aan de oplossing daarvan medewerken en niet Gods water over Gods land la ten lopen, een politiek, de thans nog te veel wordt gevolgd die toendertijd in deze omgeving werden geleverd. De stemming in de bussen is ernstig, want de reizigers die in deze touringcars reizen zijn de nabestaan den van hen, die in de oorlog sneu velden en ver van hun woonplaats werden begraven. In één van de bussen zit de heer Evans. Bijna zeventig jaar is hij nu. Zijn bevende handen strelen over 'n krans van rode klaprozen, die op zijn knieën ligt. Met bibberige let tertjes zijn de woorden „van je va der" op het kaartje geschreven. Zo rijdt de heer Evans met enkele honderden lotgenoten naar het uit gestrekte oorlogskerkhof bij Kleef, waar hij zijn krans zal leggen op het graf van zijn zoon. Straks zal hij staan voor de zerk met de hem zo geliefde naam. Een gebroken man, kapot van verdriet. Maar ook overweldigd door dankbaarheid. Want vanaf mei 1945, toen de 2de Wereldoorlog eindigde, is het de liefste wens van vader Evans ge weest om eens te mogen staan bij de laatste rustplaats van één van zijn jongens. Hij voelde dat dit een wens was, die tóch nooit in vervulling zou kunnen gaan. De oorlog had hem immers volkomen geruïneerd? Hoe zou hij daarom ooit de reis naar de begraafplaats in Noord- Afrika, in Italië of zelfs maar naar die bij de Nederlandse grens kun nen betalen? En tóch stond vader Evans verle den jaar op het onafzienbare zer- kénveld bij Kleef. Omdat het Neder landse volk hem liet overkomen! Daarom was de oude man, die zo zwaar getroffen werd, zo dankbaar. DANKBAARHEID En mét vader Evans waren er reeds meer dan 25.000 dankbare va ders en moeders, vrouwen en kin deren, wier liefste wens opeens in vervulling ging toen zij, ondanks hun zorgelijke financiële omstandig heden, tóch naar Nederland konden gaan. Het Nederlandse Oorlogsgraven Comité meer bekend onder de naam Klaproos-comité organi seert namelijk ieder jaar de Klap rooscollecte Uit de opbrengst hiervan zijn al die nabestaanden die dit zelf nooit hadden kunnen bekostigen in ons land geweest. Zij waren de gast van het Nederlandse volk, dat eens door de gesneuvelden werd be vrijd en telkenjare hiervoor de dank toont door een gift aan de Klaproos collecte. Soms kwamen zij alleen of met enkele lotgenoten; soms ook met tientallen en honderden tegelijk. Want op meer dan vijfhonderd be graafplaatsen in ons land werden ruim 30.000 geallieerde militairen ter aarde besteld. Bovendien strekt 't Klaproos-comité de zorg ook uit over de beide oorlogskerkhoven Rheinberg en Reichswald vlak over de Nederlandse grens. Reichs wald is het kerkhof waarop een zoon van Evans rust. ONZE PLICHT Vele tienduizenden andere nabe staanden om precies te zijn: on geveer 68.000 vaders en moeders, vrouwen en kinderen wachten tot ook zij naar ons land kunnen komen. Zij wachtenop ons.Want morg- gen is het wéér Klaproosdag. Het bedrag, dat dan wordt ingezameld, bepaalt aan hoeveel nabestaanden volgend jaar de uitnodiging om te komen, kan worden toegestuurd. Dit hangt af van onze gift. NIEUWS UIT VENRAY EN OMGEVING Zondagsdienst huisartsen Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot maandagmorgen 8 uur, wordt de practijk der huisartsen voor Venray e.o. waargenomen door Dr. W.J.A. BLOEMEN Stationsweg 15 Telefoon 1465 Uitsluitend voor spoedgevallen. GROENE KRUIS Donderdag a.s.: Zuigelingen-bureau voor de kerk dorpen. Zondagsdienst Groene Kruis: Zr. M. JANS Overloon Tel. K 4788—262 OPENBARE BEKENDMAKINGEN Burgemeester en wethouders van Venray brengen ter openbare ken nis, dat de raad dezer gemeente in zijn vergadering van heden heeft be sloten met ingang van het jaar 1960 de kermis-donderdag en de naker- mis-zondag voor de kermis in Ven ray-kom te laten vervallen. Venray, 27 oktober 1959. Burgemeester en wethouders der gemeente Venray brengen hierbij ter openbare kennis, dat de door de raad dezer gemeente in zijn verga dering van heden vastgestelde ver ordening als bedoeld in artikel 11,

Peel en Maas | 1959 | | pagina 1