Particuliere woningbouw
Deurne's zandwegen-plan
ook in Venray?
Overpeinzingen
Transportbedrijf eindigde
op het oorlogskerkhof.
Zaterdag 14 november 1959 No 46
TACHTIGSTE JAARGANG
F--. CONFECTIE VAN
Vul*
"EEN RIJK BEZIT
PEEL EN MAAS
DRUK EN UITGAVE FIRMA VAN DEN MUNCKHOF WPFKRT AH VHOR VFNRAY FN HM^TFFFFIM ADVERTENTIEPRIJS 8 ct. per mm ABONNEMENTS-
GROTESRAAT 28 VENRAY TELEF. 1512 GIRO 150652 CrCXlDLHU V UUI\ V I IJ, 1^1 \J1Y1 J 1 IMuilCtll PRIJS PER KWARTAAL 1.40 BUITEN VENRAY 1.60
Waar in Maastricht precies de
premie-aanvragen voor woningbouw
binnenkomen, weten we niet, maar
het moet er daar op dit ogenblik
toch wel allesbehalve fraai uitzien.
Sinds midden mei heeft men daar
immers de aanvragen maar opgesta
peld en opgestapeld, in afwachting
van wat de nieuwe premie-regeling
voor woningbouw zou gaan brengen.
Nu dan zo half en half uit gaat
lekken hoe deze nieuwe regeling er
gaat uitzien, blijkt wel - ondanks de
bezwaren die voorshands door de
Kamer zijn geuit - dat men van re
geringswege een bepaalde nieuwe
politiek op woningterrein wil gaan
voeren. Een politiek, die er vooral
op is gericht, in de goedkopere wo
ningwetwoningen die mensen te
brengen, die slechts een bepaalde
loongrens halen. Dat houdt dus in
dat in de zgn. goedkopere woningen,
die in de toekomst door gemeente of
woningbouwvereniging gebouwd zul
len worden, practisch alleen maar
loontrekkenden kunnen gaan wonen.
Loontrekkenden die dan nog altijd
maar een bepaalde loonsom per jaar
verdienen. En de overigen zullen in
de duurdere woningen moeten gaan
wonen of zelf moeten gaan bouwen.
Dit laatste is kennelijk de opzet
van de overigens zeer moeilijke
nieuwe regeling. Men wil bezitsvor
ming, welke de regering thans te
recht voorstaat, feitelijk met een
soort zachte dwang tot gelding bren
gen.
Door allerlei manipulaties heeft
men in het verleden de huren steeds
op een zodanig peil gehouden, dat 't
voor te weinigen aantrekkelijk was
een eigen woning te bouwen of te
gaan verhuizen.
Over het hoe en waarom van deze
politiek, die ook zijn goede kanten
had o.a. t.a.v. het loonbeleid, willen
we het verder niet hebben, maar al
leen slechts vaststellen, dat men in
Nederland zeer goedkoop woonde
t.o.v. het buitenland en dat men de
vooroorlogse percentages van wat
men toen „verwoonde" na de oorlog
zelfs gedrukt heeft.
De regering is intussen die politiek
aan het wijzigen en de huurverho
gingen liegen er niet om. En zullen
er ook in de toekomst niet om lie
gen....
Deze huurstij ging, gecombineerd
met het verbod om de zgn. goed
kopere woningen te verhuren aan
mensen, die meer dan 7.000 per
jaar bruto verdienen en de nieuwe
niet-ongunstige subsidie-regeling
voor eigen-bouwers zal in de nabije
toekomst 'oorzaak zijn, dat nog meer
dan in het verleden de nadruk komt
te liggen op woningbouw in de par
ticuliere sector.
Aangezien het voorlopig voor de
kleine bouwer nog weinig aantrekke
lijks heeft om huurhuizen te bou
wen, zal dus vooral de nadruk ko
men te liggen op de particuliere
bouwer, die voor eigen bewoning een
huis zal gaan zetten.
We hebben in het verleden jam
mer genoeg er op moeten wijzen, dat
particuliere woningbouw in onze ge
meente niet bepaald iets is, wat zo
lekker vlot van stapel loopt.
Een eigen-bouwer, die in de kom
persé niet in plan-zuid wil wonen,
moet van goede huize zijn, wil hij
zijn plannen elders verwezenlijkt
kunnen krijgen. Waarbij we.aanteke-
nen dat de bouwterreinen in zuid ook
nog maar pas enkele weken ter be
schikking zijn.
Overal elders zijn de nog te be
bouwen stukken ofwel particulier
eigendom, ofwel reeds lang bespro
ken en gereserveerd ofwel men weet
niet wat de stedenbouwkundige er
wel precies van zeggen zal
Hoe lang het hier geduurd heeft
voordat er een terrein gereserveerd
werd voor bungalow-bouw weet men
uit eigen aanschouwing maar het il
lustreert wel de haast, waarmede
men dergelijke projecten aanpakt.
Dat is dus de kwestie grond, waar
bij we over grondprijzen niet zullen
spreken. Als men nu echter stelt, dat
in bepaalde grondprijzen ook alle
andere werken, als riolering, elec-
triciteit, trottoirs, plansoentjes enz.
in vercalculeerd moeten zijn, dan is
men er o.i. niet met te zeggen, dat
men in andere wijken, waar men
deze stelling niet heeft of behoefde
te volgen, dan geluk heeft gehad met
de goedkopere grondprijzen. Maar
dat is een materie, die we later nog
wel eens nader kunnen belichten.
Want ondanks veel hogere prijzen,
loopt men ook nog met baat-belas
ting plannen.
Heeft men grond dan kiest men
natuurlijk een architect en die stelt
dan een plan op. Dat hij dat moet
doen aan de hand van een totaal
verouderde en zich zelf tegenspre
kende bouwverordening onzer ge
meente is een feit dat onder vak
mensen nog al eens een meewarig
lachje te voorschijn tovert.
Men is intussen ook al weer ge
ruime tijd bezig met een nieuwe
bouwverordening
We zullen over de welstandscom
missie netjes zwijgen en vertrouwen,
dat op hen de klacht der Limburgse
architecten niet van toepassing is,
dat ze zich teveel bemoeien met het
geestesproduct van een ander en
soms regels voorschrijven, die tegen
het hele idee van de architect in
gaan;
Dan komt de lange lijdensweg der
ambtelijke instanties van provincie
en rijk, voordat dan uiteindelijk eens
alle subsidies e.d. zijn toegekend.
Een jaar voorbereiding is iets waar
de gemiddelde bouwer thans zeker
rekening mee dient te houden
Nu is het zo, dat men de gemeen
telijke instanties zeker niet voor dit
jaar oponthoud met soms belang
rijke financiële nadelen voor de as
pirant-bouwer verantwoordelijk kan
stellen.
Daarvoor zijn ook provincie en rijk
te veel in dit „spel" betrokken.
Maar van de andere kant is het
toch ook niet zo dat men bepaald
enthousiast is over de medewerking
en hulp, die men van gemeente
wege biedt. Met name de grond-pro
cedure is een geschiedenis die o.i. te
veel tijd vergt, voordat hier een
redelijke oplossing wordt geboden.
Er is te weinig keus, te weinig
gelegenheid. En bovendien ligt het
zeker op de weg van de gemeente bij
andere ambtelijke instanties op de
meest mogelijke spoed aan te drin
gen.
Een andere vraag is of de gemeen
telijke financieringsregeling niet op
de een of andere wijze terug kan
komen. Zeker we weten, dat door de
rijksvoorschriften het voor een ge
meente onmogelijk maken gelden
voor eigen-bouwers beschikbaar te
stellen, waarom de financiering van
een en ander nu maar helemaal over
te laten aan verzekeringsmaatschap
pijen lijkt ons nog altijd voor ver
schillende bouwers een zeer gevaar
lijke en dure zaak.
We geloven dat de nieuwe premie
regeling ook voor ons aanleiding
moet zijn het gemeentelijke beleid
inzake eigen-bouw eens wat nader
te bepalen en dienovereenkomstig
zulke maatregelen te treffen, dat nu
ook in daden omgezet wordt, wat
men al zo dikwijls met de mond be
leden heeft nl. een zodanig steun te
geven aan hen, die zelf willen bou
wen ,dat hun plannen op de kortst
mogelijke wijze zonder te grote kos
ten en te moeilijke procedures ver
wezenlijkt worden.
De maatregelen welke daartoe
moeten worden getroffen zijn uit
bovenstaande opmerkingen voor een
deel te distilleren. Waarbij daar
naast ook de verkoop van reeds ge
bouwde gemeente-woningen een an
der maar ook belangrijk hoofdstuk
Wanneer men met officiële per
soonlijkheden in Deurne spreekt en
men vertelt uit Venray te komen,
kan men er stee-vast van opaan, dat
de opmerking volgt: „Stom feitelijk,
dat twee gemeenten die zoveel met
elkaar gemeen hebben zo weinig
contact met elkaar hebben".
Deurne met zijn kerkdorpen met
zijn peelontginningen met zijn zand
wegen en zijn scholen, met die hon
derd en een problemen, waarmede
Venray ook zit te tobben, lijkt door
een ijzeren gordijn van het Lim
burgse gescheiden.
Het meest viel dat op bij het ko
peren jubileum van de Burgemees
ter, toen men tot uit de Kempen
collega's en vrienden daar in het
majesteuze gemeentehuis kon ont
moeten maar van Venray, Horst Se-
venum, om maar enkele te noemen
geen sterveling zag.
De peel die grijze barrière van
eeuwen blijkt ook thans onoverwin-
nelijk al is ze intussen dan ook ont-
gonnen
I Hoogstens over de plaats van een
j woonwagenkamp spreekt men met
elkaar omdat het nu eenmaal niet
anders kan
We moesten hieraan ook denken,
toen men ons op datzelfde gemeen
tehuis de kaarten ontvouwde, die
het zandwegen-plan van deze ge
meente illustreren. Men heeft daar
in Deurne n.l. een 4 jaren plan op
gezet om een honderdtal kilometers
zandwegen verhard te krijgen. En
als men dan in de toelichting leest,
dat de gemeente Deurne, als een der
uitgestrekste gemeenten van Neder
land, met een krans van kerkdorpen,
speciaal wat de onderlinge verbin
dingen betreft, feitelijk veel te kort
komt t.o.v. ander plaatsen, dan kan
men dat hele betoog precies hezelfde
voor Venray gebruiken.
Ook hier te veel zandwegen, ook
hier moeilijkheden 's winters voor
het zo broodnodige vervoer, ook hier
tientallen klachten van mensen, die
qua hun beroep hier dagelijks over
heen moeten, ook hierZo kun
nen we door blijven gaan.
Er is echter een wezenlijk verschil.
De gemeente Deurne heeft uit dat
hele betoog een enkele conclusie ge
trokken: we stellen een grondig on
derzoek in. Daaruit bleek, dat er in
derdaad op veel plaatsen een voor
moderne begrippen onmogelijke si
tuatie ligt. Dat moet dan veranderd
worden.
Men heeft toen de boeren-raads-
leden bij elkaar gezet en men heeft
deze mensen eens kaarten getoond
en vragen gesteld. In onderling
overleg is toen bepaald welke zand
wegen noodzakelijk verhard moes
ten worden en men heeft aan de
hand daarvan een financieel plan
opgesteld, waar men op het eerste
gezicht van duizelde.
Men heeft het provinciaal bestuur
er bijgehaald de Cultuur Technische
Dienst en vele ander instanties, men
heeft ze in een bus eens over deze
zandwegen gevoerd, enkele inter
views ingelast en ondanks het feit,
dat iedereen al op voorhand zei, dat
een dergelijk duur plan geen kansen
had in een tijd van kapitaalsgebrek
en wat dies meer zij, worden van de
week de eerste 40 km verharde
zandweg afgeleverd
De bet-weters hebben ongelijk ge
kregen en de boeren zijn wat best
tevreden over dit voortvarend be
leid dat ook op ander terrein nieuwe
mogelijkheden voor Deurne geopend
heeft.
En intussen ziet men tussen de
bomen de diesel-wals verder wer
ken aan de volgende kilometers.
Belangstellend wordt gevraagd hoe
men in Venray een en ander op
knapt, want daar is hettoch ook nog
knapt, want daar is het toch ook nog
Neen inderdaad niet. Ook in Ven
ray zitten we met tientallen kilome
ters zandwegen, die nu de herfst en
de winter met nattigheid, sneeuw en
vorst komt, op verschillende plaat
sen zelfs onbegaanbaar worden.
Op zo'n vraag weet je feitelijk
geen goed antwoord. Je vertelt, dat
een groot deel van de Venrayse
zandwegen in het ruilverkavelings
plan Lollebeek valt en daarin of
wel gaan verdwijnen ofwel omge
legd worden.
Maar wanneer.... Ja, dat weten
we nog niet
Een ander deel ligt niet in 't ruil-
verkavelingsvlak en zal dus op de
een of andere wijze opgeknapt die
nen te worden.
We waren eerst van plan een
eigen grintkuil te organiseren, waar
van het grint gebruikt kon worden
voor verharding, maar dat is mis
lukt.
Nu hebben we grint aangekocht,
en dat voldeed in de zomermaan
den heel aardig, al is 't nog altijd
een heel gebrekkige oplossing tegen
een verharde weg.... Wat het van
de winter zal worden is ook voor de
vaklui nog een grote vraag.
En voor het overige wordt er links
en rechts o.a. op de Heidse Peel weg
wel een proef genomen om tot ver
harding te komen maar op het Bra
bantse schijnt men beter in het geld
te zitten want in ons dierbaar Ven
ray horen we maar steeds de klacht,
dat er geen centen zijnEn we
mompelen nog wat over een weg
schaaf maar het klinkt allemaal wat
iel, als je op een goed verharde
weg staat, naast een boer die ver
telt, dat hij dat ook allemaal heeft
gekend, maar 't hielp „gen zak".
En met dat feitelijk nietszeggend
antwoord zijn we weer op Venray
aangereden.
Laten we eerlijk wezen, alles wat
we de laatste jaren aan onze zand
wegen hebben gedaan is weggegooid
geld geweest.
Of het dit jaar er opgebrachte
grint helpen.zal is een vraag waar
aan feitelijk niemand gelooft. Toch
worden jaarlijks kapitalen uitge
trokken op de begroting voor het
onderhoud van idem zoveel km
zandwegen, maar het is in feite weg
gegooid geld.
Wie over enkele maanden de proef
op de som wil nemen moet de we
gen eens gaan volgen, die de bakker
en kruidenier, de dokter en vroed
vrouw, de controleur en de boer da
gelijks moeten berijden. Laat hij de
hemel bidden, dat het niet te hard
geregend heeft, gesneeuwd of gevro
ren, want hij zal in een modderbrij
belanden, waar hij van schrikt
Maar toch idem zoveel geld voor
onderhoud
Laat het waar zijn, dat in het Lol-
lebeekplan met een klap die misère
zal opgelost worden. Het is van
harte te hopen en dat is misschien
waard de wachtijd nog uit te zitten.
Want voor men zover met het Lol-
lebeekplan is, zal nog wel wat jaar
tjes duren. Al blijft de vraag of
reeds als aanloop op de volvoering
van dit plan niet vast met dit on
derdeel begonnen kan worden.
Maar dan blijft er nog altijd de
andere helft in onze gemeente over,
waar men met precies dezelfde
moeilijkheden zit te kampen.
Wordt het dan niet eens tijd, dat
hiervoor ook eens plannen worden
opgesteld.
Als men op voorhand met het ver
haal aankomt, dat hier toch geen
geld voor is, dan mag men wijzen op
Deurne. Daar was ook geen geld,
maar daar zijn nu de eerste kilome
ters harde zandweg geen fata-mor-
gana meer, maar reëele werkelijk
heid en men heeft beslist geen ver
borgen geldmijntje gehad
Men vertelt er wel hardop dat men
alleen al door de verminderde on
derhoudskosten de rente van het
daarin gestoken geld dik betaalt
Waarom kan dit niet in Venray?
Het is weer tijd dat de gemeente
lijke begroting wordt opgesteld. De
vraag moet gesteld worden of het
nu ook niet de tijd is, om ook dit
probleem eindelijk eens definitief te
gaan aanpakken i.p.v. weer klakloos
idem zoveel duizenden guldens er op
te zetten voor onderhoud van zand
wegen. Want daar helpt geen onder
houden aan. Een nachtvorstje en al
het geld zit in de modder
Men zou er eens een reisje naar
Deurne aan kunnen wagen, om eens
te zien hoe het anders kan
16.000 MENSEN
Het zal U, geachte lezer, wel het
zelfde gegaan zijn als mij, toen U
dat vraaggesprek las, dat een van
de redacteuren met de stedebouw-
kundige ir. J.Margry had en waarvan
U vorige week een samenvatting in
dit blad vond. U hebt waarschijn
lijk met de ogen geknipperd toen U
daarin vond, dat deze deskundige
op dit moment planen voor het Wes
ten van Venray-kom aan het opstel
len is, die woongelegenheid moeten
bieden voor zo'n kleine 16.000 inwo
ners
Als leek en buitenstaander, als
iemand, die de paardentram nog
door Venray heeft zien huppelen en
het standbeeld van Hensenius de
eerste, als 't snmmun van cultuur
heeft horen betitelen, is die tegen
woordige vaart, waarmede men
Oost, Zuid en nu ook West gaat vol
bouwen, soms wat onbegrijpelijk..
Terwijl we zitten te kankeren,
dat er bij al die voortvarendheid en
opbouw nog feitelijk veel te weinig
gebeurt, komt daar dan opeens
iemand vertellen, dat hij sinds jaar
en dag bezig is een woongebied te
creëeren, dat over ongeveer 30 jaren
tweemaal zoveel inwoners tellen zal,
dan nu de huidige kom.
Op zo'n moment moet je even
slikken en je vraagt je onwillekeu
rig af: ja maar is dit nu feitelijk
niet wat al te veel van het goede.
Omdat je geen ander commentaar
hebt.
Terwijl je je zaterdagse krantje
op je gemak door wilt lezen, wordt
men in een keer voor problemen
neergezet, waar je feitelijk altijd zo
maar netjes langs gelopen hebt.
Toen de foto van de 18.000ste inwo
ner in de krant stond heb je bij je
eigen gedacht: jonge, we schieten
wel lekker op en we hebben er al zo
veel meer dan Horst. En toen en
kele jaren daarna op een vastel-
aovenddag de 20.000e kwam, heb je
er een extra borreltje op gepikt,
maar je daarnaast toch feitelijk
nooit zo dik over gemaakt, waar al
die mensen nu wel wonen en wer
ken, en je nooit geraliseert, dat die
groei van dat inwonertal alleen
maar vlotter en vlugger gaat met de
jaren.
Dan opeens lees je zo'n artikel en
weet je toch feitelijk niet goed, wat
je daar nu wel op zeggen moet.
16.000 meerhet is geen kleinig
heid16.000 mensen....
16.000 MENSEN
Dat betekent, dat je als God
blieft je oude dag zult doorbren
gen in een stad van bijna 40.000 in
woners en dat je kinderen zullen
werken en wonen in een Venray
waar we nu geen weet van hebben.
Dat betekent nieuwe kerken, nieu
we scholen, nieuwe fabrieken nieu
we winkels.
Dat betekent nieuwe stadswijken
en houdt vanzelf in sport- en spel-
gelegenheden voor allen, die in kor
tere werktijden hun vrije tijd pro
ductief moeten maken.
Dat betekent een lawine van nieu
we en grootsere dingen, waarvan nu
reeds de fundamenten moeten wor
den gelegd. En dat houdt tenslotte
weer in een nieuwe en nog grotere
verantwoordelijkheid van allen, die
in het nu van vandaag de toekomst
moeten gaan plannen
Eerlijk gezegd, vinden we dit toch
wel wat griezelig. Al heb je met je
neus vooraan gestaan bij de naoor
logse ontwikkeling van ons aller ge
meente met zijn nieuwe wijken in
Oost en Zuid met zijn nieuwe ont
ginningen en uitbreidingen in de
kerkdorpen, met zijn industrievesti
ging en scholenbouw, je liep altijd
met het idee, dat dit feitelijk een
soort inhalen was van wat door de
oorlog verhinderd was.
En je realiseerde je feitelijk te
weinig, dat er dagelijks nieuwe men
sen bijkomen en dat je in de nieuwe
wijken tientallen onbekende namen
tegen komt, waarvan je nooit ge
hoord hebtHet bewijs van een
stille groei ook buiten af.
16.000 MENSEN
Zo wordt je dan op 'n dóódsimpele
zaterdagmiddag met je neus op een
probleem geduwd, waarvan je feite
lijk de grootte en omvang maar
moeilijk raden kunt. Maar toch be
sef je wel, dat men deze ontwikke
ling zo maar niet kan laten komen.
Het was in 1938 toen de heer
Evans, een vitale kerel van tegen de
vijftig, zijn iedeaal bereikte. Jaren
lang had hij er naar gestreefd eigen
baas te worden Elke penny hadden
hij en zijn vrouw voor dit doel opzij
gelegd. Eindelijk had hij het beno
digde bedrag bij elkaar en nu zijn
vier jongens de leeftijd hadden
waarop zij hun vader konden mee
helpen moest het ervan komen.
Er werd gerekend en nog eens gere
kend. Er werden plannen gemaakt
en vergunningen aangevraagd,
En toen, op een mooie lentedag,
was het Engelse provinciestadje,
waar de familie Evans woonde, een
bedrijf rijker. Want door de straten
reed 'n grote vrachtauto. „Evans
Sons, Transportbedrijf,, stond erop
geschilderd.
Het was hard, heel hard werken
voor vader Evans en zijn jongens.
Maar weldra toonden de bedrijfs
resultaten dat het ging. De zaak liep
en spoedig, misschien volgend jaar
al, zouden ze er een tweede wagen
bijkopen.
Toen kwam de oorlog. De vier jon
gens werden opgeroepen om hun
militaire dienstplicht te vervullen.
De vrachtauto werd gevorderd.
„Maar", zo verzekerden de leden
van het gezin Evans elkaar, „als al
les voorbij is, beginnen we op
nieuw!"
Na vijf jaar was alles voorbij. En,
voor de heer Evans, letterlijk alles.
Want zoals de oorlog eens het einde
betekende van zijn bedrijf, had deze
ook een zwarte streep gehaald door
het geluk van zijn gezin. Wanneer
vader Evans mijmerde over de afge
lopen vijf jaren, kon hij zich bijna
niet voorstellen, dat er eigenlijk nog
maar zo'n kort spanne tijds verlopen
was, sinds hij met zijn zoons in de
vrachtauto van Evans Sons dooi
de straten reed.
Dan snoerde de gedachte aan het
geluk van toen hem de keel dicht
en dwaalde zijn blik door de kamer.
Daar stond de foto van zijn oudste
zoon: gesneuveld in Noord-Afrika.
Ernaast de foto van de tweede, ge
vallen bij Monte Cassino in Italië.
De derde opname toonde het beeld
van zijn derde zoon, die de dood
vond aan de Nederlandse grens en
bij Kleef werd begraven.
Achter deze drie foto's stond een
grote foto, de laatste die werd ge
maakt van zijn vrouw die overleed,
omdat zij al dit verdriet niet meer
aan kon. En tegenover hem aan ta
fel zat zijn jongste jongen die zich
moeizaam voortsleepte omdat hem
in de oorlog een been werd afge
schoten.
Zo eindigde het geluk van de heer
Evans. Het oorlogsleed had in vijf
jaar een oud man van hem gemaakt.
PELGRIMSTOCHT
In september 1958 rijden vijf grote
autobussen naar het oosten in de
richting van de grens en verder,
naar Kleef in het Reichswald. Het is
bijna dezelfde weg, die Evans' zoon
en zijn vrienden in februari en mrt.
1945 gingen, bij de bevrijding van
Nederland. De weg, die voor velen
de laatste was, omdat zij de dood
vonden in de vreselijke gevechten,
Wat kome wil, dat het maar komt,
want ieder zinnig mens zal begrij
pen, dat dat onmogelijk kan.
Zoals de naoorlogse ontwikkeling
van Venray tot op heden in een on
gekend en verbluffend snel tempo is
gegaan en allerhande groei-proble-
men met zich bracht, problemen,
waar we soms nog mee worstelen,
zo zal de komende ontwikkeling
steeds maar sneller, in een steeds
maar vlotter wordend tempo door
gaan. En terwijl we met het eerste
hoofdstuk nog niet klaar zijn, zitten
we, voor dat we het goed en wel
weten, midden in hoofdstuk nr. 2. En
het gevaar bestaat dan wel, indien
we niet oppassen, dat we nooit meer
bij raken, maar verdrinken in de
overvloed van problemen.
Daarom is het feitelijk zo jammer,
dat b.v. in de hal van het gemeente
huis, waar iedere Venrayer tenslotte
wel eens komt, deze Venrayse mens
niet geconfronteerd wordt met teke
ningen en maquettes van het ko
mende Venray. Die dan niet alleen
een manend teken zijn voor onze
vroede vaderen, maar ook voor ieder
van ons, die op de een of andere
wijze toch met dit probleem gecon
fronteerd zal worden en ieder op zijn
wijze hiermede te maken krijgt.
16.000 MENSEN
We behoeven over dit aantal niet
in paniek te raken.
Waarom?
Het is alleen een verheugend te
ken, dat men van hogerhand met
een gezonde groei en bloei van ons
aller Venray reeds nu durft te re
kenen. Maar zal van onze kant de
consequentie uit getrokken dienen
te worden, dat wij ieder op onze
eigen plaats niet alleen de proble
men, die aan deze groei inhaerent
zijn onderkennen, maar ook aan de
oplossing daarvan medewerken en
niet Gods water over Gods land la
ten lopen, een politiek, de thans nog
te veel wordt gevolgd
die toendertijd in deze omgeving
werden geleverd.
De stemming in de bussen is
ernstig, want de reizigers die in deze
touringcars reizen zijn de nabestaan
den van hen, die in de oorlog sneu
velden en ver van hun woonplaats
werden begraven.
In één van de bussen zit de heer
Evans. Bijna zeventig jaar is hij nu.
Zijn bevende handen strelen over 'n
krans van rode klaprozen, die op
zijn knieën ligt. Met bibberige let
tertjes zijn de woorden „van je va
der" op het kaartje geschreven.
Zo rijdt de heer Evans met enkele
honderden lotgenoten naar het uit
gestrekte oorlogskerkhof bij Kleef,
waar hij zijn krans zal leggen op het
graf van zijn zoon. Straks zal hij
staan voor de zerk met de hem zo
geliefde naam. Een gebroken man,
kapot van verdriet. Maar ook
overweldigd door dankbaarheid.
Want vanaf mei 1945, toen de 2de
Wereldoorlog eindigde, is het de
liefste wens van vader Evans ge
weest om eens te mogen staan bij de
laatste rustplaats van één van zijn
jongens. Hij voelde dat dit een wens
was, die tóch nooit in vervulling zou
kunnen gaan. De oorlog had hem
immers volkomen geruïneerd?
Hoe zou hij daarom ooit de reis
naar de begraafplaats in Noord-
Afrika, in Italië of zelfs maar naar
die bij de Nederlandse grens kun
nen betalen?
En tóch stond vader Evans verle
den jaar op het onafzienbare zer-
kénveld bij Kleef. Omdat het Neder
landse volk hem liet overkomen!
Daarom was de oude man, die zo
zwaar getroffen werd, zo dankbaar.
DANKBAARHEID
En mét vader Evans waren er
reeds meer dan 25.000 dankbare va
ders en moeders, vrouwen en kin
deren, wier liefste wens opeens in
vervulling ging toen zij, ondanks
hun zorgelijke financiële omstandig
heden, tóch naar Nederland konden
gaan.
Het Nederlandse Oorlogsgraven
Comité meer bekend onder de
naam Klaproos-comité organi
seert namelijk ieder jaar de Klap
rooscollecte Uit de opbrengst hiervan
zijn al die nabestaanden die dit
zelf nooit hadden kunnen bekostigen
in ons land geweest. Zij waren de
gast van het Nederlandse volk, dat
eens door de gesneuvelden werd be
vrijd en telkenjare hiervoor de dank
toont door een gift aan de Klaproos
collecte.
Soms kwamen zij alleen of met
enkele lotgenoten; soms ook met
tientallen en honderden tegelijk.
Want op meer dan vijfhonderd be
graafplaatsen in ons land werden
ruim 30.000 geallieerde militairen
ter aarde besteld. Bovendien strekt
't Klaproos-comité de zorg ook uit
over de beide oorlogskerkhoven
Rheinberg en Reichswald vlak
over de Nederlandse grens. Reichs
wald is het kerkhof waarop een
zoon van Evans rust.
ONZE PLICHT
Vele tienduizenden andere nabe
staanden om precies te zijn: on
geveer 68.000 vaders en moeders,
vrouwen en kinderen wachten tot
ook zij naar ons land kunnen komen.
Zij wachtenop ons.Want morg-
gen is het wéér Klaproosdag. Het
bedrag, dat dan wordt ingezameld,
bepaalt aan hoeveel nabestaanden
volgend jaar de uitnodiging om te
komen, kan worden toegestuurd. Dit
hangt af van onze gift.
NIEUWS UIT
VENRAY EN OMGEVING
Zondagsdienst huisartsen
Vanaf zaterdagmiddag 4 uur tot
maandagmorgen 8 uur, wordt de
practijk der huisartsen voor Venray
e.o. waargenomen door
Dr. W.J.A. BLOEMEN
Stationsweg 15 Telefoon 1465
Uitsluitend voor spoedgevallen.
GROENE KRUIS
Donderdag a.s.:
Zuigelingen-bureau voor de kerk
dorpen.
Zondagsdienst Groene Kruis:
Zr. M. JANS
Overloon Tel. K 4788—262
OPENBARE
BEKENDMAKINGEN
Burgemeester en wethouders van
Venray brengen ter openbare ken
nis, dat de raad dezer gemeente in
zijn vergadering van heden heeft be
sloten met ingang van het jaar 1960
de kermis-donderdag en de naker-
mis-zondag voor de kermis in Ven
ray-kom te laten vervallen.
Venray, 27 oktober 1959.
Burgemeester en wethouders der
gemeente Venray brengen hierbij
ter openbare kennis, dat de door de
raad dezer gemeente in zijn verga
dering van heden vastgestelde ver
ordening als bedoeld in artikel 11,